06.01.2015 Views

bijlagen (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

bijlagen (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

bijlagen (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ijlagen<br />

Beleidsmaatregelen op het vlak van actief ouder worden en solidariteit tussen<br />

de generaties van de regeringen op het federaal niveau en op het niveau van de<br />

Gemeenschappen en Gewesten in België


Inhoudstafel<br />

Bijlage 1 : Rapport over de opvolging van de Regionale Implementatiestrategie (RIS) van het<br />

Internationaal Actieplan van Madrid inzake Veroudering in België 2<br />

Bijlage 2 : Het Vlaams Ouderenbeleidsplan 2010 – 2014 31<br />

Bijlage<br />

3 : Ouderenbeleid in het Waals Gewest 2010-2014 en Waals Actieprogramma voor de<br />

ziekte van Alzheimer en aanverwante ziekten 34<br />

Bijlage 4 : Bijdrage van de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) 42<br />

Bijlage 5 : Toekomstproject “sociale diensten hand in hand”: doelstellingen van de Duitstalige<br />

Gemeenschap 43<br />

1


Bijlage 1 :<br />

Rapport over de opvolging van de Regionale Implementatiestrategie (RIS) van het<br />

Internationaal Actieplan van Madrid inzake Veroudering in i<br />

België<br />

Tweede onderzoekscyclus (2007 – 2012)<br />

2


Samenvatting<br />

Grootste verwezenlijkingen<br />

Om ouderen de kans te bieden ten volle aan het maatschappelijke leven deel te nemen, wordt gestreefd naar<br />

een geïntegreerd en ‘inclusief’ beleid, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende aspecten die<br />

bepalend zijn voor hun levensomstandigheden.<br />

In Vlaanderen heeft dit geleid tot een globale benadering, vastgelegd in het ‘Vlaams ouderenbeleidsplan 2010-<br />

2014’ 1 . Dit plan heeft als doel:<br />

- de toegang tot de sociale, economische en culturele rechten van ouderen te verzekeren;<br />

- elke vorm van discriminatie en sociale uitsluiting op basis van leeftijd tegen te gaan, te verminderen en uit<br />

te sluiten;<br />

- de betrokkenheid van ouderen bij dit beleid mogelijk te maken en te bevorderen.<br />

Het ‘woonzorgdecreet’ van 2009 2 wil daarnaast ook een zorgaanbod op maat van de patiënt organiseren met<br />

garantie van zorgcontinuïteit tussen de verschillende verzorgingsinstellingen en thuiszorgverleners, om zo de<br />

levenskwaliteit van en de zorg voor de ouderen te verbeteren.<br />

Wat het maatschappelijke en culturele leven betreft, stellen we vast dat het behoud en de toename van<br />

middelen bestemd voor verenigingen en initiatieven op het vlak van levenslang leren de kans op uitsluiting van<br />

de oudste groepen in de maatschappij terugdringen en zelfs voorkomen.<br />

Tijdens de voorbije jaren werd in België bijzondere aandacht geschonken aan de strijd tegen<br />

ouderenmishandeling. In Brussel werd de Service d’écoute pour personnes âgées maltraitées (SEPAM) door<br />

de Franse Gemeenschapscommissie erkend. Deze dienst werkt samen met zijn Nederlandstalige<br />

tegenhanger, het Brussels Meldpunt Ouderenmis(be)handeling.<br />

In Wallonië werd bij een Decreet van 3 juli 2008 het Waals Agentschap voor de bestrijding van<br />

ouderenmishandeling (Respect Senior) opgericht. Dit agentschap heeft in principe een preventieve en helende<br />

rol. Voor de zwaarste gevallen wordt samengewerkt met de administratie, waarvan de agenten het statuut van<br />

officier van gerechtelijke politie hebben.<br />

Het decreet van 30 april 2009 betreffende de opvang en huisvesting van oudere personen is bedoeld om de<br />

kwaliteit van de dienstverlening van de ouderen te verbeteren (kwaliteitshandvest, levensproject, verslag over<br />

de evolutie van de instelling) op basis van indicatoren die de administratie bij de instellingen zal invoeren. Hier<br />

betreden we het domein van de goede behandeling.<br />

Ook het besluit van 3 december 2009 gaat over de opvang en huisvesting van ouderen. Dit besluit beoogt de<br />

oprichting van een participatieraad, legt normen vast voor verschillende huisvestingstypes en bepaalt de<br />

regels voor de groepering en fusie van instellingen voor ouderen.<br />

Ook in Vlaanderen bestaat er sinds 2007 een agentschap voor de preventie van ouderenmishandeling<br />

(“Meldpunt Ouderenmis(be)handeling”). De structurele verankering biedt het preventieagentschap bijkomende<br />

mogelijkheden om zijn werking te verbeteren.<br />

Deze diensten staan in voor sensibilisering, preventie en het verspreiden van informatie over deze<br />

problematiek. Daarnaast bekommeren ze zich ook om de slachtoffers.<br />

Aspecten die voor verbetering vatbaar zijn<br />

Er bestaat al een wettelijke basis voor de erkenning van alternatieve woonvormen voor ouderen, maar tal van<br />

andere voorstellen van alternatieven voor rusthuizen moeten nog worden uitgewerkt om ouderen de<br />

mogelijkheid te bieden een aantrekkelijke en financieel haalbare huisvesting te kiezen.<br />

1<br />

Vlaams Ouderenbeleidsplan 2010-2014, Regering van de Vlaamse Gemeenschap, 21 september 2010.<br />

2<br />

Dit decreet vervangt het decreet van 1985 over de residentiële zorg en het thuiszorgdecreet van 1998 houdende de<br />

erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg.<br />

3


Op beleidsniveau van elke Staat moet men ervoor trachten te zorgen dat de gevolgen van de demografische<br />

veroudering niet langer als iets negatiefs wordt beschouwd, maar wel als een vanzelfsprekend aspect van de<br />

politieke, sociale en economische werkelijkheid.<br />

Met dit in het achterhoofd zouden we de kosten en baten anders moeten gaan afwegen en meer aandacht<br />

schenken aan de voordelen van de vergrijzing van de bevolking in een maatschappij als de onze (wat onder<br />

meer het ontwikkelen van nieuwe sociaaleconomische indicatoren veronderstelt). In dat opzicht kunnen de<br />

sectoren onderzoek, opleiding en cultuur waardevolle instrumenten zijn die in tijden van crisis moeten worden<br />

gehandhaafd en zelfs bijzondere aandacht verdienen.<br />

4


Algemene informatie<br />

België is een grondwettelijke monarchie bestaande uit de federale Staat, de Gemeenschappen en de<br />

Gewesten. België kent drie officiële talen: Nederlands, Frans en Duits.<br />

De bevoegdheidsverdeling bij de opeenvolgende staatshervormingen verliep volgens twee hoofdlijnen. De<br />

eerste heeft te maken met zogenaamde ‘persoonsgebonden’ materies: taal, cultuur, onderwijs,<br />

gezondheidsbevordering, enz. Voor deze materies zijn drie ‘gemeenschappen’ bevoegd: De Vlaamse<br />

Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap, evenals de<br />

gemeenschapscommissies in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.<br />

De tweede lijn betreft de economische zaken: infrastructuur, ruimtelijke ordening, buitenlandse handel,<br />

leefmilieu, enz. Voor deze materies zijn de ‘gewesten’ bevoegd: het Vlaamse Gewest, het Brussels<br />

Hoofdstedelijk Gebied en het Waalse Gewest.<br />

De Vlaamse Gemeenschap is evenwel met het Vlaamse Gewest samengesmolten omdat de bevoegdheden van<br />

beide entiteiten in geografisch opzicht identiek zijn. Er is dan ook slechts één Ministerie van de Vlaamse<br />

Gemeenschap.<br />

Daarentegen heeft de Franse Gemeenschap in 1992 beslist een aantal van zijn bevoegdheden over te dragen<br />

aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.<br />

Het Waalse Gewest oefent zijn bevoegdheden uit in Wallonië, terwijl de Franse Gemeenschapscommissie<br />

bevoegd is voor gemeenschapsaangelegenheden op het grondgebied van het tweetalige Brussels<br />

Hoofdstedelijk Gewest. Bevoegdheden die volledig of gedeeltelijk aan het Waalse Gewest en de Franse<br />

Gemeenschapscommissie zijn overgedragen, hebben voornamelijk te maken met culturele aangelegenheden<br />

(onder meer sociale promotie) en persoonsgebonden materies (een deel van het gezondheidsbeleid, een deel<br />

van het gezinsbeleid, het beleid inzake sociale steun, het onthaal en de integratie van migranten, het beleid<br />

inzake personen met een handicap en het beleid in verband met de derde leeftijd).<br />

In Brussel werden in 1989 samen met de gewestelijke instellingen ook drie gemeenschapscommissies in het<br />

leven geroepen: de Vlaamse gemeenschapscommissie (VGC), de Commission communautaire française<br />

(COCOF) en de Gemeenschappelijk Gemeenschapscommissie (GGC). De GGC is bevoegd voor Brusselse<br />

instellingen die niet uitsluitend tot een van beide gemeenschappen behoren. Daarnaast is de GGC bevoegd<br />

voor de rechtstreekse bijstand aan personen (zonder tussenkomst van een instelling), voor de goedkeuring<br />

van normen die rechtstreekse verplichtingen voor natuurlijke personen inhouden en voor de uitoefening van<br />

bevoegdheden als inrichtende macht wat aangelegenheden van algemeen belang betreft.<br />

De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) keurt eigen wettelijke normen goed. Ze mag dat<br />

alleen voor zogenaamde ‘bipersoonsgebonden’ aangelegenheden, dat wil zeggen sociale zaken en<br />

gezondheidskwesties die beide gemeenschappen aanbelangen. Deze normen zijn van toepassing op de<br />

instellingen die niet ressorteren onder de Vlaamse Gemeenschap of onder de Franse Gemeenschap (bv. de<br />

OCMW’s, de openbare ziekenhuizen) of verband houden met de rechtstreekse bijstand aan personen.<br />

De federale overheid blijft bevoegd voor onder meer defensie, justitie, financiën, sociale zekerheid en voor een<br />

belangrijk deel van de volksgezondheid en binnenlandse zaken. Daarnaast zijn een aantal bevoegdheden<br />

(economie, transport en leefmilieu) verdeeld tussen de federale overheid en de gewesten.<br />

Elke entiteit heeft een eigen parlement en regering.<br />

Het vergrijzingsbeleid valt onder de verschillende overheidsniveaus. De federale overheid is bevoegd voor de<br />

sociale zekerheid en dus voor de betaling van de pensioenen en de terugbetaling van geneeskundige<br />

verzorging, evenals voor de sociale bijstand. Daarentegen zijn de gemeenschappen bevoegd voor alle<br />

persoonsgebonden materies, zoals het verzorgings- en welzijnsbeleid voor ouderen. De structuur van dit<br />

verslag weerspiegelt deze situatie.<br />

5


Gezien de bevoegdheidsverdeling in België met betrekking tot de materie die in de verslag aan bod komt, is er<br />

in feite geen ‘nationaal plan’ waaraan de doelstellingen van Madrid zouden kunnen worden getoetst. Zowel op<br />

federaal als op gemeenschapsniveau bestaan er verschillende bepalingen.<br />

Verder dient te worden aangestipt dat er tijdens de periode in kwestie naast de ontwikkeling van nieuwe<br />

initiatieven bijzondere aandacht werd geschonken aan de uitvoeringen van reeds eerder goedgekeurde<br />

maatregelen. We denken onder meer aan de maatregelen van het generatiepact in 2005, de voortzetting van<br />

de hervormingen van het pensioensysteem (met name het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd voor<br />

vrouwen) of de wet op de aanvullende pensioenen van 2003.<br />

6


Dit verslag werd opgesteld op basis van bijdragen van het Federaal Planbureau, de ministers van de Vlaamse<br />

Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het<br />

Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De volgende personen verleenden hun medewerking:<br />

Nationaal contactpunt en redacteur van dit verslag:<br />

De heer Dirk Moens<br />

Federale Overheidsdienst <strong>Sociale</strong> <strong>Zekerheid</strong><br />

Finance Tower,<br />

Kruidtuinlaan 50, bus 1<br />

1000 Brussel<br />

Dirk.Moens@minsoc.fed.be<br />

Tel.: +32.2.528.63.26<br />

Mevr. Micheline Lambrecht<br />

Mevr. Nicole Fasquelle<br />

Mevr. Greet De Vil<br />

Federaal Planbureau<br />

Kunstlaan, 47-49<br />

1000 Brussel<br />

email: ml@plan.be, nf@plan.be, gdv@plan.be<br />

tel: 32-(0)2-507.73.11<br />

fax: 32-(0)2-507.73.73<br />

url: www.plan.be<br />

Mevr. Lieve Vanderleyden<br />

Studiedienst van de Vlaamse Regering<br />

Boudewijnlaan 30<br />

1000 Brussel<br />

lieve.vanderleyden@dar.vlaanderen.be<br />

Tel.: +32 (0)2 553 41 33<br />

In samenwerking met: Lieve De Lathouwer, Eric Dekker, Mie Moerenhout, Anne Van Der Gucht<br />

De heer Marien FAURE<br />

Service Multilatéral mondial<br />

Wallonie-Bruxelles International<br />

Saincteletteplein 2<br />

1080 Brussel<br />

Tel.: +32 (0)2 421 85 70<br />

Mevr. Joelle Philippot<br />

Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie<br />

Louisalaan 183<br />

1050 Brussel<br />

Tel. : +32 (0)2 502 60 01<br />

Mevr. Françoise Renier<br />

Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking<br />

Karmelietenstraat 15<br />

1000 Brussel<br />

Francoise.Renier@diplobel.fed.be<br />

Tel. : +32 (0)2 501 42 08<br />

7


Demografische en economische context<br />

Dit deel is gebaseerd op het Jaarverslag 2011 van de Studiecommissie voor de Vergrijzing, die jaarlijks een<br />

verslag opstelt over de budgettaire en maatschappelijke gevolgen van de vergrijzing. Het schetst de macroeconomische<br />

context en de voornaamste demografische ontwikkelen die België tegen 2060 mag verwachten.<br />

Op basis van deze hypothesen worden ook de budgettaire kosten van de vergrijzing of de stijging van de sociale<br />

uitgaven tussen 2010 en 2060 voorgesteld, uitgedrukt in het percentage van het BBP.<br />

Tabel 1: 1 De demografische hypothesen van de “bevolkingsvooruitzichten 2010-2060”<br />

2010 2030 2060<br />

Vruchtbaarheidsgraad 1,85 1,86 1,86<br />

Levensverwachting bij de geboorte: mannen (jaren) 77,93 81,87 86,24<br />

Levensverwachting bij de geboorte: vrouwen (jaren) 83,23 85,82 88,78<br />

Migratiesaldo (in duizendtallen) 63,8 24,3 32,6<br />

Tabel 2: 2 Belangrijkste resultaten van de nieuwe demografische vooruitzichten 2010-2060<br />

2010 2030 2060<br />

Totale bevolking in duizendtallen 10884,1 12309,1 13537,2<br />

Per leeftijdscategorie in duizendtallen<br />

0-14 jaar 1841,9 2125,7 2275,1<br />

15-64 jaar 7171,0 7456,1 7911,0<br />

65 jaar en ouder 1871,1 2727,2 3351,1<br />

Leeftijdsstructuur in %<br />

0-14 jaar 16,9 17,3 16,8<br />

15-64 jaar 65,9 60,6 58,4<br />

65 jaar en ouder 17,2 22,2 24,8<br />

Enkele indicatoren<br />

Afhankelijkheid van de ouderen (65+/15-64) 26,1 36,6 42,4<br />

Intensiteit van de vergrijzing (80+/65+) 29,0 28,9 38,9<br />

De totale bevolking zou in 2060 meer dan 13,5 miljoen personen tellen, wat neerkomt op een stijging van meer<br />

dan 25% ten opzichte van 2010. Terwijlde bevolkingsgroep van 0 tot 14 jaar relatief stabiel blijft tussen 2010 en<br />

2060, daalt het aandeel personen tussen 15 en 64 ten voordele van het aandeel personen vanaf 65 jaar, wat<br />

een aanzienlijke vergrijzing van de bevolking inhoudt. De totale afhankelijkheidsratio van de ouderen (of het<br />

aandeel van de personen van 65 jaar en ouder ten opzichte van de bevolking op arbeidsleeftijd van 15 tot 64<br />

jaar) stijgt van 26% in 2010 naar 42% in 2060, wat neerkomt op een stijging van 62%. De evolutie van de<br />

indicator “intensiteit van de vergrijzing”, die het aantal 80-jarigen en ouder meet in de bevolking van 65 jaar en<br />

ouder, wijst op een uitgesproken intensiteit van de vergrijzing die stijgt van 29 % in 2010 tot 39 % in 2060.<br />

Bovendien gaat de vergrijzing gepaard met een duidelijke vervrouwelijking. Het aandeel van de vrouwen (en<br />

weduwen) stijgt immers met de leeftijd: het bedraagt 56 % van de personen van 65 tot 69 jaar en 67 % van de<br />

personen van 80 tot 84 jaar.<br />

8


Tabel 3 : Macro-economische projectie 2010-2060, referentiescenario van juni 2011<br />

Groeipercentage 2010-2016<br />

2016 2016-2030<br />

2030 2030-2060<br />

2060 2010-2060<br />

2060<br />

Werkgelegenheid 1,0 0,3 0,2 0,3<br />

Productiviteit per arbeidsplaats 1,2 1,5 1,5 1,5<br />

BBP 2,2 1,8 1,7 1,8<br />

BBP/hoofd 1,4 1,2 1,4 1,4<br />

Het BBP stijgt gemiddeld 1,8% per jaar tussen 2010 en 2060. Dit volgt uit een hypothese over de groei van de<br />

arbeidsproductiviteit met 1,5% per jaar op lange termijn en een stijging van de tewerkstelling met gemiddeld<br />

0,3% per jaar.<br />

Tabel 4: 4 De budgettaire kosten van de vergrijzing op middellange termijn volgens het SCvV-scenario van juni<br />

2011<br />

Componenten van de budgettaire kost<br />

Referentiescenario SCvV van juni 2011<br />

van de vergrijzing 2010 2016 2030 2050 2060 2010-2060<br />

Pensioenen 9,7 10,5 13,3 14,3 14,0 4,3<br />

Gezondheidszorg (acute en lange<br />

termijn)<br />

8,0 8,5 9,4 10,6 11,1 3,0<br />

Arbeidsongeschiktheid 1,5 1,6 1,5 1,5 1,5 -0,1<br />

Werkloosheid 2,2 1,9 1,4 1,3 1,3 -0,9<br />

Brugpensioen 0,4 0,4 0,4 0,3 0,3 -0,1<br />

Kinderbijslag 1,6 1,6 1,5 1,4 1,3 -0,3<br />

Overige sociale uitgaven 3 1,7 1,7 1,6 1,5 1,5 -0,3<br />

Totaal 25,3 26,2 29,1 30,9 30,9 5,6<br />

Tussen 2010 en 2060 bedraagt de budgettaire kost van de vergrijzing 5,6% van het BBP. De uitgaven aan<br />

pensioenen en aan gezondheidszorg stijgen respectievelijk met 4,3% en 3% tussen 2010 en 2060, terwijl het<br />

geheel van andere uitgaven daalt met 1,7%.<br />

3<br />

Vooral de uitgaven voor arbeidsongevallen, beroepsziekten, Fondsen voor bestaanszekerheid, tegemoetkomingen aan<br />

personen met een handicap en het leefloon.<br />

9


1ste verbintenis: Op alle actiedomeinen rekening houden met de vergrijzing, om de maatschappij en de<br />

economie aan te passen aan de demografische ontwikkelingen en werk te maken van een samenleving waarin<br />

plaats is voor alle leeftijden.<br />

Om ervoor te zorgen dat de verschillende overheden bij hun beleidsbeslissingen rekening zouden houden met<br />

de verschillende aspecten van de vergrijzing, werden een aantal studiecommissies en adviesraden opgericht:<br />

Studiecommissie voor de vergrijzing: deze commissie stelt jaarlijks een verslag op met een analyse van de<br />

financiële gevolgen van de demografische evolutie voor de verschillende wettelijke pensioenstelsels, de<br />

socialezekerheidsregeling voor werknemers en zelfstandigen en de regeling inzake de inkomensgarantie voor<br />

ouderen. De commissie kan op eigen initiatief of op vraag van de overheid gerichte studies in verband met de<br />

vergrijzing uitvoeren (armoede, tweedepijler pensioenen,…).<br />

Federaal Planbureau (FPB):<br />

Het FPB staat in voor de uitwerking van bevolkingsvooruitzichten in samenwerking met de Algemene Directie<br />

Statistiek en economische informatie (voormalig Nationaal Instituut voor de Statistiek) en experts<br />

(demografen, geografen, sociologen, economen, gezondheidsspecialisten, enz.).<br />

In het kader van het technisch en administratief secretariaat van de Studiecommissie voor de Vergrijzing staat<br />

het FPB in voor de analyse van de federale overheidsuitgaven die te maken hebben met de vergrijzing.<br />

Op het niveau van de Europese Unie neemt het Federaal Planbureau mee deel aan de activiteiten van de<br />

Ageing Working Group (AWG) van het Comité voor economische politiek, dat de internationale samenhang van<br />

de demografische verwachtingen en van de analyse van de financiële houdbaarheid van de sociale uitgaven in<br />

de lidstaten verzekert.<br />

“Service de la prospective démographique” (Dienst Demografische Vooruitzichten):<br />

In 2009 werd bij het Ministerie van de Franse gemeenschap een dienst Demografische Vooruitzichten (Service<br />

de la prospective démographique) opgericht. Deze dienst biedt recente en geactualiseerde demografische<br />

gegevens waarvan gebruik kan worden gemaakt bij de voorbereiding van transversale en pluridisciplinaire<br />

maatregelen met betrekking tot de demografische ontwikkeling en het intergenerationeel beleid.<br />

Vlaamse ouderenbeleidsplan:<br />

Het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van de Vlaamse Gemeenschap coördineert het Vlaams<br />

ouderenbeleidsplan 2010-2014, dat een globale visie ontwikkelt op de plaats van senioren in onze<br />

maatschappij en hun participatie wil bevorderen volgens de visie van het Actieplan van de Verenigde Naties<br />

(MIPAA). Dit plan werd opgesteld in samenwerking met de verschillende actoren, na advies van Vlaamse en<br />

Brusselse ouderenraden, de seniorenverenigingen en vijf lokale raden.<br />

Alle beheersdomeinen komen hierin aan bod: informatie, participatie, armoede en sociale bescherming,<br />

diversiteit en discriminatie, gezondheid, sport en welzijn, actief en productief ouder worden, huisvesting en<br />

energie, mobiliteit, toegankelijkheid en veiligheid, cultuur, verenigingsleven, levenslang leren, toerisme en<br />

media. Concrete objectieven worden vooropgesteld, zelfs al zijn de voorgestelde acties en objectieven niet<br />

altijd meetbaar.<br />

“Vlaamse Conferentie Eerstelijnsgezondheidszorg”<br />

Deze conferentie vond plaats in december 2010 en ging in eerste instantie over de mogelijkheden van de<br />

directe omgeving, met name dankzij de inbreng van zelfstandige helpers, mantelzorgers en vrijwilligers in<br />

samenwerking met de professionele sector. Zij kunnen ondersteund worden door ervaring uit de tweede- en<br />

derdelijnshulp.<br />

Brusselse interministeriële conferentie sociale zaken – gezondheid:<br />

Het Brussels Gewest organiseerde in 2010 een interministeriële conferentie sociale zaken en gezondheid.<br />

De volgende domeinen kwamen aan bod: begroting, sociale zekerheid en de verschillende pensioenstelsels<br />

evenals de ziekteverzekering (geneeskundige verzorging), huisvesting, tewerkstelling, opleiding, mobiliteit,<br />

10


stadsplanning, integratie en participatie, sociale en economische rechten, discriminatie enz. De<br />

multidisciplinaire en multidimensionele aanpak maakt een omvattende en samenhangende benadering in een<br />

brede economische, demografische en maatschappelijke context mogelijk.<br />

Op gewestelijk en lokaal niveau zijn er tal van initiatieven die erop e<br />

gericht zijn bij te dragen tot het<br />

beantwoorden van de uitdaging van de vergrijzing:<br />

- In het Brussels Gewest werd in 2011 een werkgroep over ouderen opgericht. Op het programma stonden de<br />

problematiek van het thuis blijven wonen en van de dementies.<br />

- De Vlaamse Gemeenschap heeft een maatregel ingevoerd in de strijd tegen discriminatie op basis van<br />

leeftijd door de leeftijdsgrenzen in verschillende beleidsdomeinen gelijk te schakelen. Een oudere is een<br />

persoon die de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt (decreet van 30 april 2004). Toch moeten er nog heel wat<br />

inspanningen worden geleverd:<br />

- de leeftijdsgrens voor personen met een handicap is nog steeds 65 (wie ouder is en voor het eerst als<br />

persoon met een handicap wordt erkend, kan geen beroep meer doen op het ‘Vlaams Agentschap van<br />

Personen met een Handicap’ voor technische hulpmiddelen);<br />

- Openbaar vervoer: enkel personen vanaf 65 hebben recht op gratis vervoer (De Lijn) of een<br />

prijsvermindering (trein);<br />

- In het “woonzorgdecreet” worden bestaande en nieuwe verzorgingsvormen in de thuiszorg, de<br />

thuiszorgondersteunende en -aanvullende zorg en de residentiële ouderenzorg gecombineerd. Voor<br />

de meeste van deze maatregelen wordt het doelpubliek niet begrensd op basis van leeftijd, ook al zijn<br />

sommige verzorgingsvormen voorbehouden voor personen van 65 jaar en ouder;<br />

- Participatie op de arbeidsmarkt: ondanks activeringsmaatregelen is het vanaf 50 jaar moeilijk een<br />

nieuwe job te vinden. Het aantal tewerkstellingen van 50-plussers blijft dalen (- 5,7% tussen 2007 en<br />

2008 (Sels 4 ))<br />

Op het niveau van de plaatselijke overheden (steden en gemeenten) kan de verplichte oprichting van<br />

adviescomité met de (lokale) ouderen worden vermeld.<br />

In 2010 hebben het Waalse Gewest en de Franse Gemeensschapscommissie (FGC) ondersteuning geboden<br />

aan een koepelorganisatie voor ouderenverenigingen die een studie heeft uitgevoerd over de werking van de<br />

gemeenschappelijke ouderenadviesraden om na te gaan hoe deze kan worden verbeterd. In Vlaanderen werd<br />

een gelijkaardige studie uitgevoerd over de werking van de ouderenadviesraden 5 .<br />

4<br />

De Standaard, Oud is nog te vaak out, dinsdag 30 maart 2010.<br />

5<br />

Messelis, E. (2011). Lokale ouderenadviesraden anno 2010: de visie van 173 voorzitters. Brussel: Hogere leergangen voor<br />

Fiscale en <strong>Sociale</strong> Wetenschappen.<br />

11


2de verbintenis: de volledige integratie van de ouderen in de maatschappij waarborgen. In het kader van deze<br />

verbintenis dienen de volgende actiedoelstellingen worden bereikt:<br />

- ontwikkelen van de maatschappelijke, economische, politieke en culturele participatie van de ouderen;<br />

- bevorderen van de integratie van ouderen door hun actieve participatie aan de gemeenschap aan te<br />

moedigen en intergenerationale relaties te ontwikkelen;<br />

- bevorderen van een positief beeld van de vergrijzing;<br />

Terwijl de federale overheid bevoegd is voor economische integratie (participatie op de arbeidsmarkt en<br />

verlenging van het actieve leven (zie 3de verbintenis) en de sociale uitkeringen, valt het beleid inzake de<br />

maatschappelijke integratie van ouderen grotendeels onder de bevoegdheid van de gemeenschappen.<br />

Een goede integratie van ouderen in de maatschappij is ook een zaak van burgerinitiatief. Vrijwilligerswerk<br />

door ouderen zou meer erkenning moeten krijgen en gevaloriseerd worden. Uit een recente studie blijkt dat<br />

gepensioneerden die vrijwilligerswerk doen, doorgaans langer leven en een goede gezondheid genieten<br />

dankzij een goede maatschappelijke integratie. Ook zorgt vrijwilligerswerk door ouderen voor een positiever<br />

beeld van de vergrijzing.<br />

In België is de zogenaamde ‘bottom up’-benadering geïnstitutionaliseerd. Ze typeert het beleid van de<br />

deelgebieden zowel op vlak van de toekenning van toelagen als wat betreft het soort partnerschappen dat ze<br />

ondersteunt of teweegbrengt. De taak van deze ouderenraden bestaat er in eerste instantie in advies te<br />

verstrekken over elk beleid van de deelentiteiten dat de belangen van de ouderen raakt. Daarnaast spelen ze<br />

onder meer een rol op gebied van informatieverstrekking, sensibilisering en de bevordering van initiatieven in<br />

de sector van ouderenverenigingen en, meer algemeen, bij het middenveld. Deze raden hebben niet alleen een<br />

adviserende functie; ze nemen ook eigen initiatieven. In Vlaanderen is er de “Vlaamse ouderenraad” (opgericht<br />

in het kader van het decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams<br />

ouderenbeleid in de beleidsparticipatie van ouderen), die niet alleen zijn adviezen voorlegt op vraag van de<br />

bevoegde minister, maar ook zelf initiatieven heeft genomen rond dementie, sport en lichamelijke beweging,<br />

en de verzorging van ouderen van vreemde oorsprong.). 6<br />

Een aantal voorbeelden van de evolutie en de vooruitgang betreffende de activiteiten van deze verenigingen op<br />

het vlak van 60-plussers of intergenerationele relaties:<br />

- adviezen over de dementieproblematiek;<br />

- sport en lichaamsbeweging voor senioren;<br />

- verzorging van ouderen van vreemde origine;<br />

- ontwerpen, maken en verspreiden van speciaal pedagogisch materiaal;<br />

- sterke culturele verwezenlijkingen (publicatie van verhalen, tentoonstelling van foto’s en beeldhouwwerken,<br />

theaterproducties) om aandacht te vragen en rechten te verdedigen;<br />

- groeiende en regelmatige samenwerking met kunstenaars uit alle disciplines;<br />

- samenwerking met sectoren als onderwijs, dienstverlening, gezondheid, onderzoek, radio en televisie, …<br />

- ontwikkelen en doorgeven van welbepaalde vaardigheden (o.a. met betrekking tot permanente opleiding van<br />

vakmensen) ;<br />

- reconstructie van het collectieve, familie- of individuele geheugen; publicatie;<br />

- oprichting van lokale en regionale seniorenraden;<br />

- briefwisseling tussen schoolgaande kinderen en vereenzaamde ouderen;<br />

- filosofieclubs voor jong en oud.<br />

De volledige participatie van senioren (m/v) aan het leven en aan maatschappelijke ontwikkelingen en de<br />

erkenning van hun bijdragen, is het werk van tal van verenigingen, maar vooral van twee soorten verenigingen:<br />

ouderenverenigingen als dusdanig en verenigingen die zich inzetten voor de creatie en het behoud van een<br />

dynamiek tussen verschillende generaties.<br />

Er wordt actief beleid gevoerd om de maatschappelijke integratie en participatie van ouderen te<br />

vergemakkelijken, in eerste instantie door de solidariteit tussen de generaties te bevorderen. Dit beleid streeft<br />

tegelijk naar een betere beeldvorming rond ouderen om de stigmatisering van deze mensen (bv. als<br />

‘zorgbehoevende personen’) tegen te gaan en naar meer mogelijkheden voor senioren om ten volle aan de<br />

huidige maatschappij deel te nemen.<br />

6<br />

Moerenhout, M. (2011). Mee-spreken is een recht….ook voor ouderen. In: Van Leuven, N. & De Hert, P. (eds.)<br />

Fundamentele rechten van ouderen. Antwerpen: Intersentia.<br />

12


Bovendien worden een aantal gerichte initiatieven genomen:<br />

Vlaamse Gemeenschap:<br />

- Campagne (2010) om de beeldvorming over senioren te verbeteren: ‘Generatie nu – Jong van hart’, die een<br />

actueel imago wil geven van de ouderen in de samenleving en in wil gaan tegen het stereotype beeld van<br />

ouderen als zorgbehoevende personen.<br />

- De campagne ‘Vergeet dementie, onthou mens’ is bedoeld om de stereotype beeldvorming rond personen<br />

met dementie te veranderen en te nuanceren. Tegen 2020 zal hun aantal met 30% gestegen zijn, waardoor<br />

een andere benadering noodzakelijk wordt. Het “Dementieplan 2010-2014’ moet het pad effenen voor een<br />

maatschappij die positiever staat ten opzichte van demente personen.<br />

Franse Gemeenschap:<br />

- Het decreet van 26 mei 2011 tot inrichting van de Seniorencommissie van de Franse Gemeenschap, dat tot<br />

doel heeft een speciaal instrument in het leven te roepen om bij de uitwerking van het beleid van de Franse<br />

Gemeenschap een stem te geven aan en rekening te houden met de belangen van de senioren.<br />

- In het “Plan 2010-2013 voor gelijkheid en diversiteit in de audiovisuele media van de Franse Gemeenschap”,<br />

gecoördineerd door de “Conseil supérieur de l’audiovisuel”, wordt rekening gehouden met het<br />

leeftijdscriterium. Aan de hand van een jaarlijkse “barometer” kan met name de aanwezigheid van ouderen in<br />

televisieprogramma’s worden gemeten;<br />

- Een “reglement betreffende de toegankelijkheid van programma’s voor personen met een zintuiglijke<br />

handicap”, voornamelijk bedoeld om meer tegemoet te komen aan de reële omstandigheden en beperkingen<br />

waarmee onze senioren te maken krijgen, werd in 2011 goedgekeurd door het “Conseil supérieur de<br />

l’audiovisuel”. De invoering ervan (vanaf 2011) betekent in eerste instantie dat televisieprogramma’s<br />

toegankelijk moeten zijn door middel van ondertitels, vertolking in gebarentaal, audiobeschrijvingen of andere<br />

technische hulpmiddelen.<br />

- dankzij het decreet van 17 juli 2003 met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van<br />

permanente opvoeding kunnen verenigingen worden gesubsidieerd die werken voor en met senioren, met het<br />

oog op een betere participatie en inspraak van de burger. Andere instanties op verenigingsgebied worden<br />

ondersteund door middel van meerjarenovereenkomst voor de realisatie van specifieke opdrachten, zoals de<br />

coördinatie van de universiteiten voor senioren of de ondersteuning van en het verstrekken van informatie aan<br />

ouderenverenigingen die deel uitmaken van een netwerk.<br />

Brussels Gewest:<br />

- De Franse Gemeenschapscommissie (FGC) heeft in 2011 samen met het Koning Boudewijn Stichting een<br />

projectoproep gelanceerd voor initiatieven op basis van vrijwilligerswerk door senioren, bedoeld voor senioren<br />

of andere leeftijdsgroepen.<br />

- De FGC steunde in 2011 het project “mémoire vive”, dat getuigenissen van ouderen op DVD vastlegt. Het gaat<br />

zowel om anonieme personen als om mensen die bijvoorbeeld een en ander hebben meegemaakt als<br />

verzetstrijder of gedeporteerde.<br />

- Om ouderen, en zeker bejaarde migranten, te helpen een rol te blijven spelen in onze maatschappij, moeten<br />

we hen de nodige middelen geven. Zo werd in 2011 een onthaalbeleid ingevoerd voor nieuwkomers. In het<br />

geval van oudere nieuwkomers gaat het vooral om mensen die via gezinshereniging of als vluchteling het land<br />

zijn binnengekomen;<br />

- Uitgaand van de vaststelling dat er in de zorgverlening, de thuiszorg en in rusthuizen geen rekening<br />

gehouden wordt met de culturele achtergrond, werd in de Borinage een actie/onderzoek opgestart over ouder<br />

worden bij de migrantenbevolking. In een eerste fase werden statistische gegevens verzameld en werd de<br />

situatie van bejaarde migranten in de zorgverlening en in zorginstellingen onderzocht;<br />

- In een rust- en verzorgingstehuis lopen momenteel proefprojecten: het personeel kreeg opleidingen over<br />

interculturele communicatie om goede praktijken vast te leggen en in te voeren, rekening houdend met de<br />

culturele achtergrond van de bejaarde migrant.<br />

- Belangrijke aandachtspunten tijdens de periode 2005-2010 waren de vergrijzing van de bevolking en<br />

intergenerationele initiatieven. In 2009 werden in het kader van het beleid inzake de sociale cohesie een<br />

aantal intergenerationele projecten opgestart. De FGC, overtuigd van de noodzaak van een omvattende aanpak<br />

van de vergrijzing van de bevolking, heeft de nadruk gelegd op initiatieven die de solidariteit tussen de<br />

generaties bevorderen. Dit zijn immers niet alleen belangrijke pijlers van het sociale weefsel maar ook<br />

positieve projecten zonder meer. In het Brussels Gewest werd op initiatief van de FGC de overkoepelende<br />

organisatie “Courants d’âge” in het leven geroepen. Deze groepeert 28 verenigingen die zich op allerlei<br />

gebieden (vrijwilligerswerk, tewerkstelling, huisvesting, het sociale en culturele vlak) inzetten voor<br />

intergenerationele initiatieven. Sinds 2008 werkt de FGC samen met de Franse Gemeenschap aan het door de<br />

Koning Boudewijn Stichting opgestarte project “Carrefours des Générations”, dat eveneens tot doel heeft<br />

13


ontmoetingen tussen leeftijdsgroepen te bevorderen aan de hand van intergenerationele initiatieven. Intussen<br />

hebben al bijna 100 gemeenten in de Franse Gemeenschap hieraan meegewerkt.<br />

- Sinds april 2011 is de vereniging “Courants d’âges” betrokken bij het project “Carrefours des générations”.<br />

Daarnaast bestaat er sinds 2008 ook een website intergenerations.be.<br />

- In het kader van het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk in 2011 heeft de FGC haar medewerking<br />

verleend aan een projectoproep van de Franse Gemeenschap om het engagement en de kennis van senioren<br />

beter te laten renderen. Een honderdtal verenigingen actief in verschillende sectoren (gezondheid, sociaalculturele<br />

sector, sociale cohesie, permanente vorming, jeugd) die een beroep doen op vrijwilligers van alle<br />

leeftijden (meestal ouderen), zijn hierop ingegaan.<br />

14


3de verbintenis: Een rechtvaardige en duurzame economische groei bevorderen om het hoofd te bieden aan de<br />

vergrijzing van de bevolking, onder meer door de groeitrend te versterken<br />

Verbintenissen 3 en 4 zijn nauw met elkaar verbonden. Sommige aspecten die zullen worden behandeld<br />

gelden dan ook voor beide.<br />

De doelstellingen van het Belgische economische beleid zijn gebaseerd op de doelstellingen van de Europese<br />

Unie ‘EU2020’.<br />

Sedert het vorige verslag hebben verschillende landen de gevolgen van de financiële en economische crisis<br />

van 2008 en 2009 moeten ondervinden, onder meer op het vlak van werkloosheid en tewerkstelling. Er werden<br />

inspanningen geleverd om de impact hiervan binnen de perken te houden.<br />

België kent steevast een relatief lage werkzaamheidsgraad, in het bijzonder voor 55-plussers (37,3% in 2010<br />

(concept Eurostat)). De effectieve pensioenleeftijd is wel gestegen van 56,8 jaar in 2000 naar 61,6 jaar in 2007.<br />

Toch blijft de werkzaamheidsgraad voor mensen vanaf 55 onder het streefcijfer dat de Europese Unie<br />

vooropstelt voor 2020. Daarom streeft de federale overheid ernaar de werkzaamheidsgraad en dus ook de<br />

effectieve pensioenleeftijd te doen stijgen.<br />

De volgende maatregelen werden genomen en versterkt tijdens de crisis:<br />

- vermindering van de fiscale en parafiscale lasten;<br />

- betere opvolging en begeleiding van werklozen;<br />

- invoering van een systeem van tijdelijke werkloosheid voor bedienden.<br />

Ten slotte heeft het in oktober 2005 door de federale regering aangekondigde Generatiepact (wet van 23<br />

december 2005) dit beleid verder aangevuld met verschillende tewerkstellingsmaatregelen voor ouderen:<br />

- de leeftijd voor het gewone brugpensioen werd in 2008 opgetrokken van 58 tot 60 jaar, de<br />

loopbaanvoorwaarden in acht genomen;<br />

- maatregel om pseudobrugpensioen (“canada dry”) te ontmoedigen door middel van de heffing van bijzondere<br />

werkgeversbijdragen;<br />

- in het pensioenstelsel voor werknemers wordt het geldende maximumloon bij de pensioenberekening in<br />

twee gesplitst: het eerste geldt voor lonen en invaliditeitsuitkeringen en het tweede voor de<br />

werkloosheidsuitkering, het brugpensioen en de loopbaanonderbrekingsvergoeding. Enkel het eerste<br />

maximumbedrag zal om de twee jaar verhoogd worden. De aanpassing van het tweede zal afhangen van het<br />

verschil tussen beide;<br />

- de invoering vanaf 2007 van de pensioenbonus per werkdag gepresteerd vanaf de leeftijd van 62 jaar of op<br />

basis van minstens 44 loopbaanjaren;<br />

- de verhoging van het maximumbedrag voor de cumulatie toegelaten arbeid / pensioen na de wettelijke<br />

pensioenleeftijd;<br />

- verlaging van het maximumbedrag voor de cumulatie toegelaten arbeid / pensioen vóór de wettelijke<br />

pensioenleeftijd;<br />

- recht op 1/5 tijdskrediet voor 55-plusser;<br />

- recht op tijdskrediet na een jaar arbeid voor nieuw aangeworven 55-plussers;<br />

- werkhervattingstoeslag voor oudere werklozen die terug aan het werk gaan;<br />

- het tweedepijlerpensioen van werknemers die blijven werken tot de wettelijke pensioenleeftijd wordt minder<br />

belast;<br />

- nieuw personeelsbeleid: ondernemingen aansporen om diversiteitsplannen in functie van leeftijd te<br />

ontwikkelen; sensibiliseringscampagne om komaf te maken met leeftijdsgebonden vooroordelen, preventief<br />

personeelsbeleid dat rekening houdt met de uitstapleeftijd van de werknemer; werknemers ouder dan 40<br />

kunnen om de twee jaar samen met hun werkgever of met een personeelsconsulent hun<br />

toekomstperspectieven bespreken;<br />

- beroepsopleiding;<br />

- nieuwe definitie van bedrijfsherstructureringen… ;<br />

Maar ook de tewerkstelling van jonge werkzoekenden:<br />

- vermindering van bepaalde lasten voor jongeren onder de 30;<br />

- aanmoedigen van stages tijdens alternerend leren;<br />

- verhoging van het aantal federale tewerkstellingspremies;<br />

- begeleiding van jongeren die als zelfstandige aan de slag gaan;<br />

- startbonus voor jongeren die hun stage met succes afronden.<br />

15


Het meerbanenplan van de Vlaamse Regering (“Samen voor meer banen”) van januari 2006 bevat<br />

verschillende maatregelen ter aanvulling bij de maatregelen van het Generatiepact (zie ook 4de verbintenis):<br />

Beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling voor de<br />

periode 2005-2009: de nadruk ligt op een positieve oververtegenwoordiging in de trajectwerking van<br />

kansengroepen zoals 50-plussers, allochtonen, mensen met een beroepshandicap, enz.:<br />

- vanaf hun 3de werkloosheidsmaand worden werkzoekenden automatisch uitgenodigd voor een verplichte<br />

gemeenschappelijke infosessie;<br />

- oprichting van meerdere 50+ clubs (specifieke en exclusieve sollicitatieruimte waar 50-plussers steeds<br />

terecht kunnen om het jobaanbod te doorzoeken);<br />

- aanstelling van professionele begeleiders die mensen uit kansengroepen (o.m. oudere werknemers)<br />

ondersteuning bieden tijdens het tewerkstellingsproces.<br />

Tewerkstellingsbeleid<br />

stellingsbeleid:<br />

- Het departement Werk en <strong>Sociale</strong> Economie heeft een Expertisecentrum Leeftijd en Werk opgericht, onder<br />

meer voor de ondersteuning, inventarisering en bevordering van goede praktijken met betrekking tot het<br />

personeelsbeleid, waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijd van de werknemer en de ontwikkeling van<br />

instrumenten en werkwijzen op het gebied;<br />

- werknemers die een werkloze 50-plusser aanwerven die minstens 14 dagen werkzoekend geweest is,<br />

genieten hiervoor een loonlastenverlaging gedurende een jaar;<br />

- begeleiding: outplacement van ontslagen oudere werknemers;<br />

Door rekening te houden met de leeftijd van de werknemer wil de Vlaamse Regering een voorbeeldfunctie<br />

vervullen op het vlak van personeelsbeleid. Een aantal maatregelen bij wijze van voorbeeld:<br />

- personeelsleden die zware en veeleisende arbeid in ploegendienst verrichten krijgen voorrang voor een<br />

dagjob in het bedrijf;<br />

- mogelijkheid van loopbaanonderbreking in de vorm van een vermindering van de prestaties met 1/4 of 1/5<br />

(wordt een recht vanaf de leeftijd van 50 jaar),<br />

- om werken vanaf een bepaalde leeftijd aan te moedigen (cf. Generatiepact) wordt vanaf januari 2008 een<br />

anciënniteitsverlof toegekend aan personeelsleden ouder dan 55.<br />

- een kader ontwikkelen waarbinnen telewerk mogelijk is, thuis of in een satellietkantoor.<br />

Op het niveau van het Waalse Gewest bestaan er sinds 2005 herstelplannen (Marshall-plan ‘1’ en ‘2.Vert’) om<br />

de Waalse economie en tewerkstelling een positiever elan tegen. Deze bevatten onder meer de volgende<br />

maatregelen:<br />

- Arbeidspotentieel ten volle benutten door middel van ‘levenslang leren’ / beroepsopleiding;<br />

- bedrijfsnetwerken versterken;<br />

- investeren in wetenschappelijk onderzoek;<br />

- ondersteuning voor de oprichting van ondernemingen;<br />

- ‘groene economie’ ontwikkelen;<br />

- beroep en gezin (met name verzorgingstaken) helpen combineren door de ontwikkeling van buurtdiensten<br />

en investering in onthaal- en rusthuisinfrastructuur.<br />

16


4de verbintenis: het sociale beschermingssysteem aanpassen aan de demografische evolutie en de sociale en<br />

economische gevolgen ervan. In het kader van deze verbintenis zouden volgende doelstellingen moeten<br />

bereikt worden:<br />

- de kernopdracht van de sociale bescherming handhaven en verder uitbouwen, met name door het<br />

armoederisico te bestrijden en aan iedereen de nodige uitkeringen te bieden;<br />

- een wettelijk kader invoeren of ontwikkelen voor het opbouwen van beroeps- en privépensioenen;<br />

- de huidige sociale beschermingsystemen aanpassen aan de demografische ontwikkeling en aan<br />

wijzigingen in verband met de gezinssamenstelling;<br />

- meer aandacht schenken aan de sociale bescherming van vrouwen en mannen gedurende hun hele leven.<br />

De sociale zekerheid is een federale bevoegdheid. De financiering van de pensioenen en de organisatie van het<br />

langetermijnbeleid op dit vlak worden dan ook op federaal niveau gewaarborgd.<br />

Terwijl de Belgische pensioenen gekenmerkt worden door een lage bruto vervangingsratio (bruto pensioen<br />

gedeeld door het loon van het laatste jaar vóór het pensioen) in vergelijking met andere landen van de<br />

Europese Unie, werden de laagste pensioenen de voorbije jaren verhoogd. Sinds het generatiepact is de<br />

regering verplicht tweejaarlijks met de sociale partners overleg te plegen over aanpassing van de<br />

minimumpensioenen.<br />

De pensioenen (sociale zekerheid) worden aangevuld met sociale bijstand voor gepensioneerden met<br />

bestaansmiddelen lager dan een bepaald minimumbedrag: de IGO (inkomensgarantie voor ouderen), die moet<br />

bijdragen tot de bescherming tegen armoede. De toekenning ervan gebeurt automatisch voor nieuwe<br />

gepensioneerden (ook voor vervroegd pensioen), maar er is nog te weinig informatie voor personen die al op<br />

pensioen zijn, wat tot een onderbenutting van de tegemoetkoming zou kunnen leiden.<br />

Daarnaast kent de federale overheid de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) toe aan 65plussers<br />

die zorgbehoevend zijn ten gevolge van gezondheidsproblemen. De tegemoetkoming dient om de bijkomende<br />

kosten van noodzakelijke hulp te dekken, maar ook op dit vlak is er nog te weinig informatie.<br />

In het kader van het regeerakkoord van 2008 organiseerde de Belgische regering een ‘Nationale<br />

Pensioenconferentie’. De conclusies hiervan werden in 2010 gepubliceerd in het groenboek ‘Een toekomst<br />

voor onze pensioenen’. Deze conferentie had tot doel de Belgische pensioenstelsels onder de loep te nemen<br />

met het oog op de (voornamelijk demografische) uitdagingen die ons te wachten staan:<br />

- Hoe kunnen we de betaling van de pensioenen in de toekomst garanderen (duurzaamheid)<br />

- Hoe kunnen we de solidariteit tussen de generaties waarborgen<br />

- Hoe waarborgen we een goed evenwicht tussen solidariteit en verzekering<br />

In het kader van dit groenboek werden analyses uitgevoerd: de huidige situatie, sterkten en zwakten.<br />

Dit groenboek moet uitmonden in een witboek met voorstellen en aanbevelingen om ons pensioensysteem te<br />

hervormen en te moderniseren.<br />

Het sociaal beleid dat in het Brussels Gewest gevoerd wordt door de FGC is een aanvulling op het federaal<br />

sociale zekerheidsbeleid. Zo staat de federale overheid in voor de financiering van de verzorging in rust- en<br />

verzorgingstehuizen, maar hoe die verzorging en de bijstand concreet worden georganiseerd, is een<br />

bevoegdheid van de deelgebieden, en wat de Franstalige Brusselaars betreft dus van de FGC. In 2007 werd een<br />

nieuw decreet goedgekeurd (inwerkingtreding 2009) om zowel de residentiële als de niet-residentiële<br />

opvangstructuren voor ouderen (bvb. dagopvangdiensten) te verbeteren en te diversifiëren. Daarnaast zijn er<br />

thuishulpdiensten die hulp bieden tegen een verminderd tarief in functie van het inkomen. Dit heeft ook<br />

gevolgen voor de tweetalige Brusselaars die gebruik maken van huisvestingsinstellingen georganiseerd en<br />

erkend door de GGC.<br />

Verschillende diensten en instellingen bieden ondersteuning aan mantelzorgers die zich bekommeren om een<br />

afhankelijke persoon:<br />

- mogelijkheid van kort verblijf of nachtopvang (wettelijke basis bestaat, maar deze dienstverlening bestaat<br />

nog niet);<br />

- verzorgingsdiensten of dagopvang.<br />

Al deze maatregelen zijn ook van toepassing in het Waalse Gewest (zie verder, decreet van 30 april 2009).<br />

Vlaamse Gemeenschap:<br />

Wat armoede bij ouderen betreft, heeft de Vlaamse Regering een specifieke doelstelling vooropgesteld:<br />

17


- er is een voorstel ingediend om decreten te onderwerpen aan een ‘armoedetest’, waarbij zal worden<br />

onderzocht of voorgestelde maatregelen voldoende toegankelijk zijn voor kwetsbare sociale groepen.<br />

- Vlaanderen wil een ‘armoedebarometer’ ontwikkelen die een aantal indicatoren bevat om de toestand en de<br />

evolutie van de armoede in Vlaanderen op te volgen. Momenteel leeft 23% van de 65-plussers onder de<br />

armoedegrens (voor de totale bevolking van Vlaanderen is dit 12%). 7<br />

Daarnaast biedt de ‘Vlaamse zorgverzekering’ een forfaitaire tussenkomst van € 130 / maand, ongeacht de<br />

plaats waar de zorgverlening plaatsvindt. Voor thuiszorg moet de afhankelijkheid wel worden aangetoond,<br />

terwijl gebruikers van de residentiële zorg de tussenkomst krijgen ongeacht hun afhankelijkheidgraad.<br />

Hoewel de invoering ervoor heeft gezorgd dat meer mensen in aanmerking kwamen voor een verblijf in een<br />

rusthuis, moeten we toegeven dat de kosten voor de verzorging van chronisch zieken en van personen die<br />

intensieve verzorging nodig hebben, vaak nog zeer zwaar wegen op het budget van de patiënten.<br />

Vlaanderen heeft een voorontwerp van decreet opgesteld over een Vlaamse sociale bescherming. Het is<br />

bedoeld om het beleid inzake de sociale bescherming van de Vlamingen en de inwoners van het Brussels<br />

Hoofdstedelijk Gewest die voor deze sociale bescherming kiezen. Het is de bedoeling de mogelijkheden van<br />

zorgbehoevende personen verder uit te bouwen, ondersteuning te bieden aan gezinnen met kinderen en zo te<br />

investeren in een zorgzamere maatschappij. Het decreet bestaat uit 5 onderdelen die de komende jaren stap<br />

voor stap zullen worden ontwikkeld: 1. consolidatie van de “Vlaamse zorgverzekering” (2012); 2. invoering van<br />

een maximumfactuur in de thuiszorg (2013); 3. nieuwe maatregelen voor financiële ondersteuning van<br />

kinderen (2012); 4. een Vlaamse basishospitalisatieverzekering (2014); 5. een nieuw systeem van begrenzing<br />

van de kosten voor residentiële zorg (2014).<br />

7<br />

Noppe, J. (2011). Vlaamse armoedemonitor. Brussel: Studiedienst van de Vlaamse Regering.<br />

18


5e verbintenis: de arbeidsmarkten helpen zich aan te passen aan de economische en sociale gevolgen van de<br />

vergrijzing. Om te voldoen aan deze verbintenis, moeten volgende doelstellingen bereikt worden:<br />

- het werkloosheidspercentage aanzienlijk verminderen, in het bijzonder voor de ouderen;<br />

- de inzetbaarheid van oudere werknemers verbeteren;<br />

- de arbeidsparticipatie van alle mannen en vrouwen doen toenemen;<br />

- maatregelen nemen om de gemiddelde effectieve pensioenleeftijd op te trekken en ervoor zorgen dat de<br />

pensionering soepeler en geleidelijker verloopt.<br />

Op het federale niveau voorziet het “Generatiepact” van 2005 in een aantal maatregelen om de oudere<br />

leeftijdsgroepen in de actieve bevolking aan te moedigen en te stimuleren aan de slag te blijven:<br />

- De“pensioenbonus”: ouderen die na hun 62e of na een loopbaan van 44 jaar aan de slag blijven, krijgen<br />

aanvullende pensioenrechten;<br />

- Beperking van de mogelijkheden tot vervroegde uitstap uit de arbeidsmarkt: de minimumleeftijd voor<br />

een conventioneel brugpensioen werd opgetrokken van 58 naar 60 jaar (met uitzonderingen voor<br />

“zware” beroepen). Bovendien moeten de bruggepensioneerden voortaan beschikbaar blijven voor de<br />

arbeidsmarkt (en kunnen zij dus werkaanbiedingen krijgen). Door deze maatregelen en het optrekken<br />

van de wettelijke pensioenleeftijd voor vrouwen is het aandeel van “jonge” bruggepensioneerden in<br />

deze bevolkingsgroep gedaald;<br />

- Uitwerking van tijdskredietformules die de mogelijkheid bieden minder te werken om werk- en<br />

privéleven beter op elkaar af te stemmen, ook voor de 50-plussers.<br />

Zoals hierboven aangegeven, beoogt het Marshall-Plan 2.Groen in het Waals Gewest – in het kader van zijn<br />

doelstelling om het menselijke kapitaal te opwaarderen – een betere inzetbaarheid, onder andere van de<br />

oudere werknemers, door “levenslang leren” te ondersteunen.<br />

Tegelijk werd in bepaalde sectoren voor maatschappelijke hulp aan personen (opvang van personen in sociale<br />

moeilijkheden, opvang en huisvesting van personen met een handicap, …) het zogenoemde plan Tandem<br />

uitgewerkt. Zoals de naam aangeeft, kunnen uitgebluste werknemers (onderwijzend personeel) op het einde<br />

van hun loopbaan hun toekomstige vervangers opleiden en begeleiden. Het systeem financiert zichzelf<br />

(verschil in lonen) en wordt beheerd binnen de paritaire comités (werkingskosten betaald door het Waals<br />

Gewest).<br />

Vlaamse Gemeenschap:<br />

- “Vlaams meerbanenplan” (2006): vult het Generatiepact aan. Heeft een tewerkstellingspremie voor 50-<br />

plussers ingevoerd, namelijk een financiële tegemoetkoming voor werkgevers die ingeschreven<br />

werkzoekende 50-plussers in dienst nemen. Het bedrag van deze premie schommelt tussen € 400 en € 1.000<br />

per maand en dekt tevens deeltijdwerk.<br />

Tegelijk wordt de begeleiding van werkzoekende 50-plussers ontwikkeld: na een (verplichte) informatiesessie<br />

kunnen werkzoekenden doorstromen naar de “50+ clubs”, waar gespecialiseerde consultants de<br />

werkzoekenden sollicitatietechnieken aanleren en motivatie en werkattitude stimuleren.<br />

Het plan voorziet tevens in specifieke communicatiekanalen voor beschikbare betrekkingen, in samenwerking<br />

met de sociale partners, met name de werkgeversorganisaties (Voka, Unizo en VCSPO). Deze kanalen zijn<br />

toegankelijk voor oudere werknemers, allochtonen en personen uit de risicogroepen.<br />

Voorts werd een expertisecentrum opgericht om goede praktijken inzake HR-beleid voor oudere werknemers<br />

en diversiteitsplannen te promoten.<br />

Het akkoord "Samen op de bres voor 50+" van december 2008 versterkt dit plan: na de informatiesessies<br />

gaat de werkzoekende verplicht op gesprek bij een consultant van de diensten voor arbeidsbemiddeling<br />

voor 50- tot 52-jarigen. Zodoende krijgt de werkzoekende een specifiek begeleidings- of opleidingstraject,<br />

dat meer gericht is op de aangepaste beoordeling van zijn vaardigheden.<br />

Sinds 14 januari 2011 hebben de Vlaamse Regering en de sociale partners deze plannen uitgebreid tot de<br />

oudere leeftijdsgroepen (tot 58 jaar) 8 . In dit kader zullen de sociale partners onder meer bewustmakingsen<br />

motiveringscampagnes opzetten (“dejuistestoel.be”) om mensen aan het werk te blijven houden.<br />

8<br />

Voor meer informatie, zie: De Lathouwer, L. (2011). De activeringsaanpak van 50+werkzoekenden gewikt en gewogen,<br />

L&W - berichten 6-2011, Brussel: Expertisecentrum Leeftijd en Werk.<br />

19


Ook opleidingen gedurende de hele loopbaan zijn een belangrijk werkdomein. De diensten voor<br />

arbeidsbemiddeling investeren dus in opleidings- en loopbaanbegeleidingsprogramma’s, met de steun<br />

van de agentschappen van het Europees Sociaal Fonds.<br />

Wie overweegt deeltijds te gaan werken om werk en privéleven beter op elkaar af te stemmen, kan<br />

aanspraak maken op een aanmoedigingspremie om contact te houden met de arbeidsmarkt.<br />

In het tewerkstellingsbeleid van de regering van de Vlaamse Gemeenschap wordt ook nog op verschillende<br />

manieren gestreefd naar een langere beroepsactiviteit:<br />

• EAD (Evenredige arbeidsdeelname): overeenkomsten met de subregio’s over de evenredige<br />

arbeidsdeelname: uitwerking van “diversiteitsplannen”. In 2010 werden 750 diversiteitsplannen<br />

ingevoerd, die voorzien in de werving, het behoud en de opleiding van werknemers uit alle kwetsbare<br />

groepen (ook de ouderen).<br />

o Jobkanaal van de werkgeversorganisaties VOKA, UNIZO, Verso en VKW combineert een<br />

strategisch en kwaliteitsvol HR-beheer met het werk maken van vacante betrekkingen door<br />

een netwerk uit te bouwen met organisaties voor arbeidsbemiddeling, in de eerste plaats met<br />

de VDAB. In 2010 hebben de consultants 2.744 ondernemingen bezocht om vacante<br />

betrekkingen te creëren en werden 3.896 personen uit kwetsbare groepen aan werk<br />

geholpen. De doelstelling (5.000 banen scheppen) werd weliswaar niet bereikt, maar de<br />

resultaten waren aanzienlijk beter dan in volle economische crisis in 2009.<br />

o In het recente verleden kreeg het streven van 25 “diversiteitsconsultants” naar diversiteit in<br />

de vakbonden een boost: de drie vakbonden hebben de handen ineen geslagen voor de<br />

campagne “effe checken”, die opgestart werd in 2010 met een website, begeleiding en<br />

opvolging op het terrein. Zodoende zijn zij erin geslaagd diversiteit ingang te doen vinden in de<br />

sociale overlegorganen in meer dan 800 ondernemingen. Enkele duizenden<br />

vakbondsafgevaardigden werden gesensibiliseerd in het kader van het huidige protocol met<br />

de Vlaamse regering en hebben een opleiding gevolgd over diversiteitsbeleid in de<br />

ondernemingen en de rol die de vakbonden op dat vlak kunnen spelen.<br />

• Sectorale overeenkomsten: de Vlaamse overheidsinstanties sluiten akkoorden af met de economische<br />

sectoren om acties uit te werken rond de problematiek van de vergrijzing van de actieve bevolking, de<br />

knelpuntberoepen en de kwetsbare groepen onder de werklozen (ouderen, laaggeschoolden, …).<br />

• Expertisecentrum<br />

“Leeftijd en Werk” (eL&W): steunt de ondernemingen en organisaties bij hun<br />

inspanningen om langer werken aantrekkelijker te maken door middel van goede praktijken, studies,<br />

cijfers en instrumenten, ... (website: www.leeftijdenwerk.be).<br />

• E-portfolio “Mijn loopbaan”: helpt bij het opstellen van cv’s door een digitale ruimte beschikbaar te<br />

stellen waarin iedereen zijn loopbaangegevens kan invoeren (persoonlijke gegevens, ervaring,<br />

vaardigheden, …).<br />

• POP-project<br />

(persoonlijk ontwikkelingsplan): een digitaal platform om de ontwikkelingsprocessen van<br />

de vaardigheden van het individu te volgen, te ondersteunen en te organiseren door middel van een<br />

samenwerking tussen het individu, arbeidsbemiddelaars (begeleiders) en ondernemingen. De<br />

begeleiding behelst de opleiding, begeleiding tijdens de loopbaan (intern en extern), ontwikkeling van<br />

de vaardigheden bij ontslag/reorganisatie, …).<br />

• Universele dienstverlening aan werkzoekenden (VDAB): werknemers en werkgevers kunnen er<br />

terecht met al hun vragen over opleidingen, loopbanen, … (“werkwinkels”).<br />

• Vakbonden<br />

akbonden: organiseren bijscholingen voor hun leden.<br />

• Centra voor loopbaanbegeleiding: 19 centra worden gefinancierd door het agentschap van de ESF’s<br />

(medegefinancierd door de Vlaamse regering). Zij bieden werknemers en zelfstandigen professionele<br />

ondersteuning bij het nemen van keuzen en beslissingen voor hun loopbaanontwikkeling. Zij streven<br />

er onder meer naar werknemers op het einde van hun loopbaan gemotiveerd te houden.<br />

• “Ervaringsbewijs”<br />

rvaringsbewijs”: hiermee kunnen ouderen hun verworven vaardigheden doen gelden. Ook ervaring<br />

door de dagelijkse praktijk telt mee. Dit is in het bijzonder voor oudere werknemers een voordeel<br />

omdat zij bepaalde vaardigheden al te vaak niet meer met een diploma kunnen staven. Vandaag<br />

bestaat dit ervaringsbewijs voor ongeveer 60 beroepen en werden om en bij de 3.000 bewijzen<br />

afgeleverd (85% daarvan aan personen uit kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt voor 50-plussers,<br />

meer bepaald laaggeschoolden, allochtonen en personen met beperkingen).<br />

20


6e verbintenis: permanente vorming promoten en het onderwijssysteem aanpassen om gelijke tred te kunnen<br />

houden met de economische, sociale en demografische situatie. Om te voldoen aan deze verbintenis, moeten<br />

volgende doelstellingen bereikt worden:<br />

- permanente vorming vergemakkelijken en aanmoedigen;<br />

- ervoor zorgen dat het onderwijssysteem ieders inzetbaarheid verbetert.<br />

De ondersteuning van intergenerationele verenigingen die de participatie van ouderen opwaardeert, maakt<br />

integraal deel uit van het beleid van de federale overheid. De participatie en het verenigingsleven blijken<br />

belangrijke hefbomen voor ouderen om betrokken te worden bij de maatschappij. In Vlaanderen nemen 4 op 5<br />

senioren deel aan het cultuur- of sportverenigingsleven.<br />

In de Franse Gemeenschap kunnen de verenigingen die reeds in 2007 erkend waren, nog steeds steun krijgen<br />

omdat er meer budgettaire middelen uitgetrokken worden voor de uitvoering van het Decreet van de Franse<br />

Gemeenschap van 17 juli 2003 met betrekking tot de permanente vorming van volwassenen en de steun aan<br />

het verenigingsleven. Acht verenigingen die in het decreet of bij overeenkomst erkend zijn, ondernemen<br />

specifieke (intergenerationele) acties voor en met senioren (budget 2011: € 979.000). Daarnaast trokken drie<br />

verenigingen in die periode profijt van een afzonderlijke overeenkomst die hen in staat stelde werk te maken<br />

van een grotere participatie en emancipatie van de oudere of intergenerationele publieksgroepen (voor een<br />

budget van € 88.000 in 2011).<br />

Het Participatiedecreet legt in Vlaanderen het kader vast om voor de kwetsbare groepen (inclusief de<br />

senioren) de drempels voor cultuurparticipatie en het verenigingsleven zo veel mogelijk weg te nemen, zelfs al<br />

is het decreet niet uitsluitend voor hen bedoeld. Zo wordt een specifieke culturele programmatie voor<br />

senioren op het lokale niveau ondersteund.<br />

Het Decreet van 30 april 2009 van de Franse Gemeenschap betreffende de omkadering en de subsidiëring van<br />

de federaties voor amateuristische kunstbeoefening, van de federaties die centra voor expressie en creativiteit<br />

vertegenwoordigen en van de centra voor expressie en creativiteit voorziet in de erkenning en financiering van<br />

lokale centra die gericht zijn op de creativiteit van alle publieksgroepen, inclusief de ouderen. De nadruk ligt<br />

op de bijeenkomst van generaties en culturen naargelang van de plaatselijke situatie.<br />

Leren is tevens een instrument voor integratie 9 . In de Franse Gemeenschap hebben alle verenigingen die<br />

gericht zijn op ouderen en op de generationele verhoudingen hun ICT-leermiddelen en -leermethodes sinds<br />

2007 uitgewerkt en uitgebreid. Deze verenigingen zetten aangepaste leermodules (o.a. gebruik van internet<br />

thuis, om diensten te kunnen gebruiken en ter informatie of om werk te zoeken na 50 jaar; gebruik van een<br />

gsm) en buurtinitiatieven voor bepaalde doelgroepen (bijv. Cyberbus van Espace seniors) op, en blijven<br />

daarnaast proberen van de overheden te verkrijgen dat allerhande vormen van toegang tot ICT afgestemd<br />

worden op de (economische, fysieke, …) mogelijkheden van de ouderen.<br />

In Wallonië streeft het project “Papy et Mamy surfers” ernaar ouderen de grondbeginselen van<br />

informaticatechnieken bij te brengen, door middel van paragemeentelijke diensten (in de steden), maar ook op<br />

het platteland (rondreizende bus).<br />

In Vlaanderen wordt het aanbod van educatieve programma’s voor ouderen actief gepromoot bij de<br />

ouderenverenigingen en -raden; ze zijn erop gericht digitale ongeletterdheid uit de wereld te helpen 10 .<br />

9<br />

In 2006 heeft 13% van de 55- tot 64-jarigen in Vlaanderen deelgenomen aan een programma levenslang leren. De<br />

deelname lijkt met de leeftijd af te nemen: 25% van de 55- tot 64-jarigen was geïnteresseerd, tegenover 13% van de 65- tot<br />

74-jarigen en 4% van de 75- tot 85-jarigen. (Bron: Vanweddingen, M. (2008). Leren een leven lang in Vlaanderen<br />

SVR-Rapport 2008/6).<br />

10<br />

Ontwerp Vlaams Ouderenbeleidsplan 2010-2014, Vlaamse Regering, 21 september 2010.<br />

21


7e verbintenis: ernaar streven een goede levenskwaliteit op elke leeftijd te verzekeren en een zelfstandig<br />

leven te behouden, ook op het vlak van gezondheid en welzijn. Om te voldoen aan deze verbintenis, moeten<br />

volgende doelstellingen bereikt worden:<br />

- gezondheid en welzijn op elke leeftijd bevorderen, door gezondheid op te nemen in het intersectorale<br />

beleid;<br />

- instaan voor gelijke toegang tot de sociale en gezondheidsdiensten, meer bepaald tot langdurige<br />

verzorging voor mensen van alle leeftijden;<br />

- een toereikende financiering van de gezondheidszorg en de sociale diensten waarborgen voor mensen van<br />

alle leeftijden;<br />

- mensen de kans geven te kiezen voor hun gezondheid.<br />

Gezondheid en voldoende bestaansmiddelen bepalen in belangrijke mate de levenskwaliteit. Toch heeft in<br />

Vlaanderen ongeveer 1 op 5 65-plussers, ondanks een goede fysieke gezondheid, te kampen met psychische<br />

problemen. Levenskwaliteit krijgt bij 65-plussers een score van 7,74 op een schaal van 10 11 .<br />

Burgerbetrokkenheid en vrijwilligerswerk kunnen ook de levenskwaliteit en de fysieke en sociale<br />

zelfredzaamheid van ouderen verhogen. De meeste senioren mogen dan wel zelfstandig in een eigen huis<br />

wonen, vaak nemen hun fysieke en psychologische gezondheidsproblemen – de voornaamste risico’s voor een<br />

vroegtijdige opname van ouderen in een instelling – toe wegens een gebrek aan sociaal contact.<br />

Het Rode Kruis van België organiseert acties om isolement en eenzaamheid bij ouderen te bestrijden,<br />

bijvoorbeeld Hestia (waarbij vrijwilligers ouderen thuis bezoeken), gemeenschapsactiviteiten en<br />

groepsbijeenkomsten voor alleenstaande ouderen.<br />

Op het vlak van psychisch welzijn worden beleidslijnen voor de bestrijding van oudermishandeling (zowel thuis<br />

als in instellingen) uitgewerkt. Meldpunten voor mishandeling werden opgericht. Deze contactpunten bieden<br />

sinds 2007 structureel steun ter zake in Vlaanderen: er werden 502 gevallen gemeld in 2008, 503 in 2009 en<br />

499 in 2010. Zij zullen eveneens zorgen voor doorverwijzing naar gespecialiseerde hulp en de opvolging,<br />

sensibilisatie en ontwikkeling van expertise.<br />

Voorts worden ook beleidsmaatregelen op het gebied van gezondheidspromotie en preventie genomen, ook al<br />

zijn zij niet specifiek op senioren gericht: kankerscreeningprogramma’s worden opgezet, en hoewel deze<br />

programma’s deels verder reiken dan de in het MIPAA vastgelegde oudere bevolkingsgroep, betreffen zij toch<br />

vooral deze categorie (borstkanker: vrouwen tussen 50 en 69 jaar – colorectale kanker: mannen en vrouwen<br />

tussen 50 en 74 jaar). Door beide kankers in een beslissende fase vast te stellen streven deze<br />

beleidsmaatregelen naar een lager sterftecijfer door een vroegtijdige curatieve behandeling en naar een<br />

kwalitatieve en kwantitatieve verbetering van de gezonde levensjaren. Toch bleek het doel om in 2012 75% van<br />

de vrouwen te laten deelnemen aan borstkankerscreening te hoog gegrepen in Vlaanderen 12 .<br />

Tevens worden beleidsmaatregelen voor valpreventie bij ouderen uitgevoerd. Zij voorzien in een begeleiding<br />

om ouderen thuis te laten blijven in de beste omstandigheden wat comfort en veiligheid betreft (bijv. valrisico).<br />

Bepaalde projecten betreffen de medewerking van ergotherapeuten: zij geven advies voor aanpassingen aan<br />

de woning en de inrichting en werken specifieke normen uit.<br />

De federale Staat heeft een kaderprotocol voor 6 jaar (2005 – 2011) afgesloten met de Gemeenschappen en<br />

Gewesten, het “protocol 3”. Dit protocol legt een aantal gemeenschappelijke doelstellingen voor ouderenzorg<br />

vast, waarbij de verscheidenheid tussen Gemeenschappen en Gewesten niet uit het oog verloren wordt.<br />

Daarom vermeldt het de extra financiële middelen die de federale Staat met het oog op enige soepelheid in het<br />

gebruik als “RVT-equivalenten” ter beschikking stelt van de Gemeenschappen en Gewesten. De<br />

oorspronkelijke programmatie voor rust- (en verzorgings-)tehuizen werd uitgebreid tot transmurale<br />

structuren en thuiszorgondersteunende zorgvernieuwing.<br />

Afhankelijk van hun noden konden de deelgebieden met een budget voor een bepaald aantal nieuwe RVTbedden<br />

uiteraard nieuwe RVT-plaatsen ter beschikking stellen, maar ook ROB-bedden tot RVT-bedden<br />

omvormen, centra voor dagverzorging of kortverblijf oprichten, en zorgvernieuwing financieren voor ouderen<br />

die thuis willen blijven wonen.<br />

11<br />

Vanderleyden, L. (2011). Vlaamse ouderen in cijfers en letters. In: Van Leuven, N. & De Herdt, P. (eds.).Fundamentele<br />

rechten van ouderen, Antwerpen: Intersentia.<br />

12<br />

Ryssaert, L. e.a. (2011). Gezondheid en zorg in Vlaanderen, Europees gekaderd. In: Noppe, J., Vanderleyden, L. & Callens<br />

M. In: De <strong>Sociale</strong> Staat van Vlaanderen 2011. Brussel: Studiedienst van de Vlaamse Regering.<br />

22


Bedoeling hiervan is onder andere het uitwerken van alternatieve projecten voor huisvesting in rustoorden, en<br />

de coördinatie van zorg en zorgondersteuning voor afhankelijke ouderen (zelfs al vloeit het grootste deel van<br />

de financiële middelen naar de sector voor institutionele zorg). In 2010 werden 67 vernieuwingszorgprojecten<br />

geselecteerd (waarvan 47 in Vlaanderen, 11 in het Waals Gewest, 8 in Brussel en 1 in de Duitstalige<br />

Gemeenschap). Deze projecten beogen diversificatie van het bestaande residentiële zorgaanbod door middel<br />

van nieuwe thuiszorgondersteunende zorgvormen (bijvoorbeeld nachthotels voor zwakke senioren,<br />

crisiscentra voor noodgevallen met de patiënt zelf of zijn mantelzorger), diversificatie en betere coördinatie<br />

van het thuiszorgaanbod (psychosociale begeleiding en ondersteuning, ergotherapie aan huis, case<br />

management, …) of alternatief wonen.<br />

In Vlaanderen werden in 2002 nog andere gezondheidsdoelstellingen geformuleerd:<br />

- Programma’s ter preventie van infectieziekten efficiënter maken. Vaccinatie moet niet alleen bij kinderen<br />

veralgemeend worden; ook bij senioren wordt ingezet op programma’s die erop gericht zijn vaccinatie<br />

tegen pneumokokken (hersenvliesontsteking, sinusitis, longontsteking, …) te promoten, gecombineerd met<br />

een regelmatige controle van de gekregen vaccinaties (ook bij personen in een instelling);<br />

- Het aantal dodelijke ongevallen in het wegverkeer en in de privésfeer doen dalen;<br />

- Tegen 2015 de gezondheid verbeteren door het gebruik van tabak, alcohol en andere drugs terug te<br />

dringen;<br />

- Het aantal mensen met voldoende beweging, een gezond en evenwichtig eetpatroon en een gezond<br />

gewicht, doen toenemen. In het plan “Voeding en beweging” zijn specifieke acties erop gericht de senioren<br />

aan te zetten tot fysieke activiteit (beter bewegen en minder stilzitten) en gezond eten. Het plan wil tegen<br />

2015 het aantal personen met voldoende beweging doen stijgen van 17 tot 27% bij de mannen en van 11 tot<br />

21% bij de vrouwen. Op het vlak van zwaarlijvigheid wordt gestreefd naar een gezond gewicht bij 38,0% van<br />

de mannelijke 60-plussers en bij 43,5% van de vrouwelijke 60-plussers. In samenwerking met de<br />

seniorenverenigingen zullen informatie- en sensibiliseringscampagnes georganiseerd worden.<br />

In 2007 ging het actieplan voor zelfmoordpreventie in Vlaanderen van start (met de bedoeling het aantal<br />

zelfmoorden met 8% te doen verminderen ten opzichte van 2000). In 2011 wordt het actieplan beoordeeld en<br />

hernieuwd. Bijzondere aandacht zal naar zelfmoorden bij ouderen gaan. Anderzijds hebben het Waals Gewest<br />

en de FGC samen een reflectie opgestart over de zelfmoordproblematiek bij ouderen.<br />

In het Waals Gewest voorziet het Decreet van 30 april 2009 betreffende de opvang en huisvesting van ouderen<br />

in gezinsopvang. Deze specifieke bepalingen zullen vanaf 1 januari 2013 van kracht zijn. In afwachting werd<br />

een toelage voor actie / onderzoek toegekend aan de Vereniging van de steden en gemeenten van Wallonië om<br />

het sociale en fiscale statuut van de opvangpersonen en de opgevangen personen te verfijnen. Zij gaat gepaard<br />

met een projectoproep voor het instellen van 5 begeleidingsdiensten voor het opdoen en opvolgen van<br />

concrete ervaringen van gezinsopvang.<br />

Na de proefperiode van dit project moeten de conclusies van de verschillende begeleidingsdiensten resulteren<br />

in aanbevelingen. Op basis van deze aanbevelingen zal de “gezinsopvang” eventueel bijgeschaafd worden,<br />

zodat deze met de jaren vorm krijgt en de kwaliteit van het dienstverleningsaanbod voor onze ouderen<br />

verbeterd wordt. Sommige van de volgende maatregelen dragen hiertoe bij: thuiszorgdiensten, alternatieve<br />

woonvormen (naast rusthuizen proberen wij serviceflats en gemeenschapshuizen op te richten (3 projecten<br />

waarvoor de erkenningsprocedure aan de gang is)) of SEPAM (hulp aan mishandelde ouderen).<br />

In Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt sinds 1999 het concept van serviceflats (opvang in<br />

specifieke woningen van ouderen die in zekere mate zelfstandig kunnen leven, maar die baat zouden hebben<br />

bij bepaalde ter plaatse georganiseerde diensten) uitgewerkt. Serviceflats bevinden zich voornamelijk in<br />

handen van de commerciële privésector en zijn helaas duur. Het Waals Gewest heeft dus initiatieven<br />

uitgewerkt om serviceflats open te stellen voor een groter doelpubliek:<br />

- een projectoproep voor de openbare en verenigingssector beoogt de financiering van 60% van de<br />

infrastructuurkosten door het Gewest; de operatoren leggen een redelijke maandhuur vast opdat de<br />

serviceflats toegankelijk zouden zijn voor personen met een bescheiden inkomen;<br />

- of nog een voorontwerp van decreet voor het invoeren van “sociale serviceflats“, dit zijn etablissementen die<br />

als sociale huisvesting opgericht worden, die daartoe gefinancierd worden en uitsluitend voor personen met<br />

recht op dergelijke huisvesting toegankelijk zijn, maar met de bedoeling een serviceflat te maken met een<br />

aanvullende toelage om te voldoen aan de specifieke woningsvereisten.<br />

In Brussel legt het besluit van de GGC van december 2009 werkingsnormen op aan de serviceflats en<br />

serviceflats in mede-eigendom (onder andere participatieraad).<br />

23


De Brusselse Interministeriële Conferentie <strong>Sociale</strong> Zaken - Gezondheid werkt een dementieplan uit voor een<br />

betere preventie, opsporing en behandeling, en ook een betere ondersteuning van de mantelzorgers<br />

(eveneens in Vlaanderen: zie campagne “Vergeet dementie, onthou mens”).<br />

Sinds 2009 werd in de GGC een platform opgericht dat zich bezighoudt met de vraag welke maatschappelijke<br />

hulp geboden kan worden aan dementen en hun naasten. Er werd beslist een “dag van de dementie en<br />

maatschappelijke hulp” te organiseren in juni 2012 na een eerste colloquium over dit thema.<br />

In Vlaanderen heeft de Vlaamse Gemeenschap het “Woonzorgdecreet” aangenomen. Dit decreet trad in<br />

januari 2010 in werking en regelt de inschrijving, erkenning en subsidiëring van de thuiszorgdiensten en<br />

verzorgingstehuizen voor ouderen. De provisies voor thuiszorg, de centra voor dagopvang en kortverblijf<br />

worden uitgebreid en opengesteld voor personen die niet in de instelling wonen, om met name de ouderen<br />

blijvend kwaliteitsvolle verzorging te kunnen aanbieden.<br />

24


8e verbintenis: een strategie integreren waarbij rekening gehouden wordt met de noden en specifieke<br />

eigenschappen van mannen en vrouwen in een vergrijzende maatschappij. Om te voldoen aan deze verbintenis<br />

moeten volgende doelstellingen bereikt worden:<br />

- volledige gelijkheid tussen mannen en vrouwen instellen;<br />

- volledige gelijkheid tussen mannen en vrouwen instellen op het vlak van hun bijdrage aan de economie;<br />

- zorgen voor gelijke toegang tot de socialebeschermings- en socialezekerheidssystemen;<br />

- de verdeling van de taken tussen mannen en vrouwen in het gezin aanmoedigen.<br />

In België is elke vorm van discriminatie op basis van leeftijd, geslacht, handicap of etnische afstamming bij wet<br />

verboden.<br />

Mannen en vrouwen hebben identieke sociale rechten, inclusief pensioenrechten. Indien de rechten toch<br />

zouden verschillen, dan is dit, op het vlak van pensioen, grotendeels te wijten aan het verschillende<br />

loopbaanparcours van mannen en vrouwen. Om hier een mouw aan te passen, worden zorgverloven<br />

gelijkgesteld met gewerkte periodes voor de berekening van de pensioenrechten van personen die hun<br />

loopbaan onderbreken om voor een kind, een ziek (palliatief) of bejaard gezinslid te zorgen (doorgaans betreft<br />

het vrouwen).<br />

Université des femmes heeft haar opleidingskader in 2010-2011 gericht op “De zenuw van de oorlog … van de<br />

geslachten <strong>Sociale</strong> verhoudingen en geld”. Meerdere vrouwenverenigingen of vrouwenafdelingen van<br />

ziekenfondsen hebben campagne gevoerd rond mobiliteit en hebben de overheden ondervraagd over de<br />

toegankelijkheid en beschikbaarheid van openbaar vervoer, meer bepaald in landelijke gebieden, en over de<br />

veiligheid.<br />

Verschillende praktijken, die sinds 2007 toegenomen zijn, bevorderen de mondigheid en bewustwording van<br />

vooral verzwakte vrouwelijke 55-plussers. Het verspreiden van de resultaten en van hun inhoud maken<br />

integraal deel uit van deze acties.<br />

“Empowerment” als middel om oudere vrouwen vertrouwd te maken met de openbare vervoersmiddelen en<br />

hen aan te zetten deze te gebruiken, moet aangemoedigd en versterkt worden. In het Brussels Gewest biedt<br />

de vzw Garance verschillende opleidingsniveaus aan (voor het betrokken vrouwelijke doelpubliek of voor hun<br />

animatoren) op verzoek van de gemeentelijke sociale diensten, rust- en verzorgingstehuizen en/of plaatselijke<br />

verenigingen o.a. uit het immigrantenmilieu.<br />

25


9e verbintenis: gezinnen helpen die zorgen voor ouderen en de solidariteit tussen generaties en binnen<br />

eenzelfde generatie bevorderen. Om te voldoen aan deze verbintenis, moeten volgende doelstellingen bereikt<br />

worden:<br />

- voldoen aan de noden van alle gezinsleden, rekening houdend met de evolutie van de rollen;<br />

- de solidariteit tussen de generaties en binnen eenzelfde generatie bevorderen.<br />

De sociologische evolutie van de Westerse samenlevingen toont aan dat het gezin zich beperkt tot het<br />

kerngezin: echtgeno(o)t(e) (partner) en kinderen. Uit een recente studie blijkt dat slechts 11% van de Belgen<br />

bereid is hun ouders met een verminderde zelfredzaamheid te huisvesten, zelfs al zorgt 1 op 5 personen<br />

tussen 18 en 85 jaar in Vlaanderen regelmatig voor een zieke, gehandicapte of oudere persoon (gezinslid,<br />

buur, kennis) 13 . Ook tussen de generaties bestaat solidariteit: 1 op 4 personen tussen 55 en 64 jaar vangt<br />

regelmatig kinderen op (doorgaans hun kleinkinderen).<br />

De intergenerationele solidariteit komt tot uiting in wederzijdse hulp tussen de generaties. Ook zijn de taken<br />

vaak lastig en worden ze nauwelijks gewaardeerd, toch wordt een ondersteunend beleid voor mantelzorgers<br />

uitgestippeld opdat ouderen zo lang mogelijk thuis opgevangen kunnen worden, of naar huis kunnen<br />

terugkeren. Daarom wordt in België nagedacht over een specifiek en erkend sociaal statuut voor<br />

mantelzorgers.<br />

Specifieke ondersteuning is voorzien: respijthulp door middel van bijv. “zorghotels”, opvang en nachtzorg. In<br />

bepaalde gevallen is deze hulp evenwel beperkt in tijd of omvang en wordt deze achteraf geëvalueerd. De<br />

bijstand bestaat in een begeleiding van de mantelzorger bij zijn taken.<br />

De bijstand voor mantelzorgers van personen die aan Alzheimer of aanverwante ziekten leiden, geniet<br />

bijzondere aandacht (ongeveer 2/3 van de patiënten worden thuis verzorgd door mantelzorgers, doorgaans de<br />

echtgeno(o)t(e) en kinderen). Een van de 13 voorgestelde acties is de bijstand voor mantelzorgers als<br />

essentiële actoren in de begeleiding. Deze bijstand kan de vorm aannemen van psychologische hulp, het<br />

opstellen van een gids of het invoeren van een groene telefoon. Interessant is dat er bij senioren meer vraag is<br />

naar hulp (die zij ook krijgen), maar dat er zich onder de 75-plussers meer verzorgers dan patiënten bevinden.<br />

Specifieke initiatieven:<br />

- Sinds 2010 ondersteunt de FGC, in het Brussels Gewest, een vernieuwend intergenerationeel woonproject<br />

“Un toit deux âges” (www.1toit2ages.be). Bedoeling van dit initiatief is de intergenerationele huisvesting uit te<br />

breiden door studenten onder te brengen bij senioren in ruil voor diensten of een bescheiden huur. Thans<br />

beheert de vereniging 45 dergelijke woningen in het Brussels en het Waals Gewest.<br />

In Vlaanderen:<br />

- opleiding voor verzorgers om de woning te leren evalueren (moeilijke punten opsporen, ergonomie van de<br />

zorgverlening analyseren en verbeteren) met de bedoeling thuiszorg aan te moedigen;<br />

- het project “vertrouwensburen” in de plaatselijke gemeenschap (dorp) om de maatschappelijke<br />

verwevenheid op het lokale vlak te versterken;<br />

- het project “Buren voor buren”, dat tot doel heeft de activiteiten van de professionele gezondheidswerkers<br />

en de vrijwilligers te coördineren opdat hoogbejaarde buren zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving<br />

kunnen blijven;<br />

- vorming en sensibilisatie van de vertegenwoordigers van de plaatselijke overheden om het vrijwilligerswerk<br />

in de residentiële ouderenzorg te verbeteren;<br />

- erkende verenigingen van mantelzorgers: hierbij kunnen mantelzorgers terecht.<br />

13<br />

Vanderleyden, L. en Moons, D. (2010). Informele zorg in Vlaanderen. SVR-rapport 2010/3, Brussel: Studiedienst van de<br />

Vlaamse Regering.<br />

26


10e verbintenis: de toepassing en opvolging van de strategie bevorderen door middel van regionale<br />

samenwerking<br />

Vergrijzing is voor alle landen een uitdaging, zelfs al is dat niet altijd op hetzelfde ogenblik of in dezelfde mate.<br />

Processen die wederzijdse leren (goede praktijken, expertise, ...) tussen landen en regio’s mogelijk maken,<br />

zijn bijgevolg belangrijk. De verschillende Belgische overheidsinstanties nemen dus actief deel aan de<br />

internationale processen.<br />

Zo zal België in 2012 het Bureau van de UNECE-werkgroep rond vergrijzing ontvangen.<br />

In Vlaanderen is het “Vlaams Europees Verbindingsagentschap” (VLEVA) een belangrijke schakel in de<br />

contacten tussen het Vlaamse regionale niveau en de Europese processen. Ook de ouderenraad beoogt<br />

toegang tot dit verbindingsagentschap.<br />

In 2009 heeft “Wallonie-Bruxelles International” met de Raad van Europa een internationaal colloquium in<br />

Brussel georganiseerd om de vergrijzing van immigranten niet uit het oog te verliezen bij het vorm geven aan<br />

het nationale beleid.<br />

In de Franse Gemeenschap zijn verschillende verenigingen die ijveren voor intergenerationele dynamiek,<br />

actief en regelmatig betrokken bij projecten en programma’s in het Europese netwerk.<br />

- Zo is de vzw “Courants d’âges” actief in het EMIL-netwerk (European Map of Intergenerational Learning),<br />

dat opgestart werd in 2008 en dat de uitwisseling van goede praktijken over ontmoetingen en leren tussen<br />

generaties wil bevorderen.<br />

- De vzw “Entr’âges” maakte deel uit van het project InCReaSe (Intercultural Creativity by Seniors), dat, op<br />

basis van het netwerk age-culture.net, de partnerinstellingen/-verenigingen van 8 Europese landen<br />

(Duitsland (2), Oostenrijk, België, Schotland, Spanje, Hongarije, Nederland en Portugal) gedurende twee<br />

jaar (2008 - 2010) bijeenbracht.<br />

- Tussen 2007 en 2009 sloten verschillende Europese landen (Duitsland, België, Spanje, Frankrijk,<br />

Griekenland, Italië en Slovenië) zich aan bij HiStory, een project waarin senioren hun verhalen over<br />

gebeurtenissen in de 20e eeuw konden uitwisselen. Voor Franstalig België houdt “Entr’âges” zich hiermee<br />

bezig.<br />

Overigens nemen vertegenwoordigers van intergenerationele verenigingen in België (personen-hulpkrachten)<br />

incidenteel of regelmatig deel aan universitaire onderzoeks- of hogere opleidingseenheden in verschillende<br />

Europese landen.<br />

Op te merken valt tevens dat de betrokkenheid in Europese projecten stimulerend werkt: ook na het officiële<br />

einde van de projecten worden de uitwisselingen in het netwerk in stand gehouden en kunnen zij aanleiding<br />

geven tot nieuwe projecten voor uitwisseling van kennis en knowhow.<br />

De samenwerking kan ook op lokale geografische schaal grensoverschrijdend zijn. Zo heeft de werkgroep<br />

“Dienstverlening aan de bevolking” van Eurometropool, een samenwerkingsverband tussen de regio Nord-<br />

Pas-de-Calais, de provincie West-Vlaanderen en Wallonië, zich toegelegd op de problematiek van de<br />

vergrijzing.<br />

Na het seminarie van 23 mei 2011 werden drie werkdomeinen vastgelegd:<br />

1. De overheidsinstanties/belanghebbenden bijeenbrengen voor een regelmatig overleg over de definitie en<br />

opvolging van de gemeenschappelijke grens- en regio-overschrijdende projecten;<br />

2. De voorlichting over de verschillende opvang-, huisvestings- en thuiszorgstructuren vergemakkelijken,<br />

inclusief de juridische gevolgen, de gevolgen op het vlak van sociale zekerheid, de fiscale en<br />

administratieve gevolgen voor de mobiliteit;<br />

3. Projecten over de opvangstructuren, de eventuele uitwerking ervan, goede praktijken, … uitwisselen en<br />

uitwerken, …<br />

27


Conclusies en toekomstige aandachtspunten<br />

Het is de taak van de overheid om een beleidsomgeving te creëren die de burger de mogelijkheid geeft zich ten<br />

volle te ontwikkelen, maar daarnaast ook, waar nodig, ondersteuning te bieden.<br />

De overheid moet een gunstig economisch kader creëren; er moeten echter ook socialebeschermingsystemen<br />

worden ontwikkelend die het welzijn van de bevolking garanderen.<br />

Omdat de burger ook inspraak moeten hebben met betrekking tot zaken die hem aanbelangen, is het de taak<br />

van de overheid te zorgen voor participatiekanalen, impulsen te geven, een kansrijk klimaat creëren, enz.<br />

Dit mag de burger er echter niet van weerhouden zelf verantwoordelijkheid te nemen en in het bijzonder zo<br />

lang mogelijk een zelfstandig leven te leiden.<br />

Eerste verbintenis.<br />

De bevoegde overheden:<br />

- zullen oog hebben voor de positieve aspecten van de vergrijzing van de bevolking zoals de ontwikkeling van<br />

spitstechnologie (o.m. in de chirurgie, domotica, communicatietechnologie, enz.). Dit houdt in: een oproep tot<br />

sociale en technologische innovatie, uitbreiden van de sociaal-culturele sector, diversifiëren van het<br />

vrijwilligerswerk, preventie inzake gezondheid, een oproep tot tewerkstelling in verschillende<br />

dienstverleningssectoren, …);<br />

- zullen inzien en onderstrepen dat elke maatregel die gunstig is voor een bepaalde groep begunstigden, dit in<br />

feite ook is voor alle andere.<br />

In Wallonië werden prioriteiten vastgelegd die te maken hebben met de evolutie van de behoeften op het vlak<br />

van de thuiszorg en met het onderzoek, de verwachtingen en de financiering met betrekking tot de hulp voor<br />

ouderen bij het dagelijkse leven. In Vlaanderen en Wallonië heeft de overheid bijkomende financiële middelen<br />

voorzien om de mogelijkheden voor residentiële opvang verder uit te breiden. Wat de thuiszorg betreft, komt<br />

er ook een verhoging van het aantal beschikbare uren verzorging.<br />

De komende 12 maanden gaat de aandacht naar de lancering van het actieprogramma rond Alzheimer en<br />

gerelateerde ziekten, de verhoging van het aantal prestaties zorg aan huis en, in het kader van de verhoging<br />

van het thuiszorgaandeel, de verdere uitdieping en actualisering van het instrument voor de evaluatie van de<br />

behoeften.<br />

Tweede verbintenis<br />

De bevoegde overheden zullen elke gelegenheid te baat nemen om in het publiek de aandacht te trekken op de<br />

gunstige impact van (de activiteiten van) oudere bevolkingsgroepen op de gehele maatschappij.<br />

Derde verbintenis<br />

Wil de UNECE een eerlijke en duurzame economische groei ondersteunen, dan mag ze zich bij haar<br />

beslissingen en engagementen niet laten leiden door een rampzalige logica die uitgaat van winst op korte<br />

termijn.<br />

In zijn niet-aflatend streven naar rechtvaardigheid en duurzaamheid, is het verenigings- en sociaal-culturele<br />

leven een betrouwbare factor in het kader van de economische groei en de burgerlijke verantwoordelijkheid.<br />

Daarom moeten de sectoren permanente vorming, gezondheid en hulp aan personen beschouwd worden als<br />

instrumenten, als indicatoren en als actoren die bijdragen tot de economie, en niet alleen als passieve en dure<br />

begunstigden van overheidstoelagen.<br />

Vierde verbintenis<br />

België beschikt over een sociale beschermingsregeling die ons land wat betreft de waarborg van ieders<br />

rechten tot een van de beste in de EU maakt. In plaats van deze regeling te verzwakken streeft België ernaar<br />

het levensvatbaar te houden in tijden van crisis. Daarom doen de beleidsmakers meer dan ooit een oproep aan<br />

de sociaalpolitieke en economische verbeelding, wetende dat elke ernstige aantasting van ons ingenieus<br />

28


systeem rampzalige gevolgen zou hebben voor de jongste generaties, zowel in de nabije als in de verdere<br />

toekomst.<br />

Om de levenskwaliteit van de mensen te verbeteren, is er absoluut nood aan een socialezekerheidsysteem dat<br />

iedereen in gelijke mate toegang verschaft tot geneeskundige verzorging.<br />

Vergrijzing is een opportuniteit, geen crisistoestand. Dit jaar moeten er acties in die zin worden opgestart die<br />

kunnen worden opgenomen in het programma van het Europees Jaar van actief ouder worden en de<br />

solidariteit tussen de generaties.<br />

Vijfde verbintenis<br />

In de overheidssector: maatregelen treffen (aanpassing van de werktijdregeling, aanpassing/verdeling van de<br />

betrekkingen of taken, halftijds pensioen, …) om 50-plussers aan te moedigen een volledige loopbaan op te<br />

bouwen daarbij gebruik makend van bijscholingsmogelijkheden en, binnen hun competenties en tegen<br />

vergoeding, nieuwkomers op te leiden.<br />

In de privésector: de (fiscale) incentives diversifiëren die werkgevers ertoe brengen 50-plussers in dienst te<br />

nemen of te houden.<br />

Zesde verbintenis<br />

Hulpmiddelen voor toegang tot het hoger onderwijs (hogescholen of universiteiten) ontwikkelen voor de 60-<br />

/70-plussers die (opnieuw) een opleiding willen volgen die afgestemd is op hun huidige projecten. Ook<br />

bepaalde rollen en functies in het vrijwilligerswerk vergen gespecialiseerde vaardigheden, die direct of op<br />

termijn nuttig kunnen zijn.<br />

Zevende verbintenis<br />

Leggen we de inhoud van deze verbintenis naast de definitie van de WGO (Ottawa), dan blijkt duidelijk dat<br />

dergelijke verbintenis pas zinvol en efficiënt zal zijn indien zij gekoppeld wordt aan begeleidende maatregelen<br />

op het vlak van milieu, transport, huisvesting, onderwijs, werkgelegenheid, sociale bescherming, …<br />

Ongetwijfeld is deze verbintenis enkel houdbaar met een echt “mainstreamingbeleid”, m.a.w. een streng<br />

beleid op het vlak van uitvoeringsbesluiten. In ieder geval veronderstelt zij een wettelijke erkenning en<br />

bescherming van alle individuele, niet afgeleide rechten, dus een ingrijpende hervorming met de juiste<br />

middelen.<br />

Achtste verbintenis<br />

Wij vinden het nuttig de aandacht te vestigen op eventuele ongewilde gevolgen van verschillende maatregelen<br />

die een beter evenwicht tussen werk en privéleven beogen. Deze maatregelen worden als “geslachtsneutraal”<br />

voorgesteld (bijv. deeltijds verlof om een zieke of naaste te verzorgen, palliatief verlof, …), maar vooral<br />

vrouwen maken er gebruik van, waardoor zij geen of te weinig kans op promotie maken. Deze maatregelen<br />

leiden dus tot een lager loon, en mogelijk ook een lager pensioen, waardoor ze discriminatie ten opzichte van<br />

vrouwen versterken.<br />

Tevens mogen de maatregelen voor een betere balans tussen werk en privéleven niet ten koste gaan van een<br />

sociaal beleid dat voorziet in voldoende diensten voor gezinshulp en professionele zorg om gezinnen echt de<br />

keuze te laten en de zorgtaak niet volledig te laten terechtkomen op de schouders van de gezinnen, meer<br />

bepaald van de vrouwen, wat het geval zou zijn bij onvoldoende professionele dienstverlening.<br />

Uiteraard is ook de wettelijke erkenning van de individuele rechten een bijzonder efficiënt beleid voor<br />

vrouwen.<br />

Negende verbintenis<br />

Ingeval de overheden voor ouderen maatregelen (bijv. toegang tot thuiszorgdiensten, tijdelijke verkorting van<br />

de werktijd zonder loonverlies, …) treffen om de solidariteit tussen gezinsleden te ondersteunen, dan moeten<br />

deze toegankelijk zijn voor al wie door huwelijk, afstamming, een andere verwantschap in een of andere graad<br />

of door een nieuwe samenstelling deel uitmaakt van eenzelfde gezin.<br />

29


Tiende verbintenis<br />

Zoals uit de gerealiseerde projecten blijkt, hebben de UNECE-lidstaten er alle belang bij de regionale<br />

samenwerking op het vlak van goede praktijken te bevorderen opdat zij zich zouden kunnen uitbreiden en<br />

vermenigvuldigen en zodoende hun geloofwaardigheid en hun impact binnen de regio kunnen verhogen.<br />

30


Bijlage 2:<br />

Het Vlaams ouderenbeleidsplan 2010 – 2014 14<br />

De Vlaamse Regering wil in tijden van vergrijzing en verzilvering haar verantwoordelijkheid naar de groep van<br />

oudere burgers opnemen. Dit uitgangspunt in het Vlaams Regeerakkoord en het decreet houdende de<br />

stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen (30 april 2004),<br />

vormen de basis van het Vlaams ouderenbeleidsplan voor de periode 2010-2014. Het plan past binnen het Pact<br />

2020 waarin de Vlaamse Regering een warme samenleving wil tot stand brengen. Deze warme samenleving<br />

moet resulteren in een hoge mate van sociale bescherming, in gelijke kansen, in een toegankelijk, betaalbaar<br />

en kwaliteitsvol zorg- en dienstverleningsaanbod en in ruimte voor zelfontplooiing, ook voor de ouderen.<br />

Het Vlaamse ouderenbeleid houdt rekening met het toenemende aantal zorgbehoevende ouderen, maar wil<br />

zich hiertoe niet beperken. Het gaat uit van vertrouwen in de competenties van ouderen en van geloof in de<br />

kracht van de ouder wordende mens. Het Vlaamse ouderenbeleidsplan 2010-2014 beoogt alle ouderen, wil<br />

hun basisrechten borgen en maakt dit concreet via doelen en acties geordend volgens 8 algemene<br />

beleidsdoelen:<br />

1. Informatie, inspraak en participatie: Ouderen kunnen pas volwaardig aan de samenleving participeren<br />

als ze voldoende geïnformeerd zijn. We ordenen de informatie en bieden ze op maat aan. We<br />

stimuleren de participatie en inspraak van ouderen aan de besluitvormingsprocessen en verstevigen<br />

zo het maatschappelijk draagvlak.<br />

a. Een betere kennis en (zoveel mogelijk automatisch) toekennen van sociale rechten moet er<br />

toe leiden dat ouderen beter op de hoogte zijn van de maatregelen die hun leven kunnen<br />

verbeteren;<br />

b. Publieke informatie dient voor iedereen verder leesbaar en verstaanbaar gemaakt. Het<br />

actieplan leesbare en verstaanbare overheidsinformatie wordt uitgevoerd;<br />

c. Participatie van ouderen in het Vlaams en lokaal beleid wordt bevorderd.<br />

2. Armoede en sociale bescherming: : Om een waardig en onafhankelijk leven te leiden, is een minimum<br />

aan financiële middelen noodzakelijk. In Vlaanderen leven te veel mensen in armoede, , onder hen heel<br />

wat ouderen. Armoede leidt tot een lagere cultuurparticipatie, minder sociale contacten, een lagere<br />

scholingsgraad, minder goede woonomstandigheden en uitstel van gezondheidszorgen. Vlaanderen<br />

bestrijdt bestaansonzekerheid en armoede. We verruimen v<br />

de sociale bescherming van de Vlamingen<br />

zodat we hun grondrechten beter kunnen waarborgen.<br />

a. Ouderen en stille armoede zijn vervat in het Vlaams actieplan armoedebestrijding.<br />

b. De ‘armoedetoets’ wordt ontwikkeld als instrument om bij nieuwe decreten na te gaan of een<br />

maatregel ook voor de zwakste doelgroepen in onze samenleving voldoende toegankelijk is.<br />

c. Er komt een basisdecreet sociale bescherming met o.a.:<br />

i. Behoud en indexatie van de zorgverzekering. Voor de zwaarst zorgbehoevenden komt<br />

er een bijkomend forfait.<br />

ii. Het principe van de maximumfactuur in de thuiszorg wordt ingevoerd.<br />

iii. Een nieuw systeem van begrenzing van de kosten voor de residentiële<br />

ouderenvoorzieningen wordt uitgewerkt.<br />

iv. Een basishospitalisatieverzekering wordt uitgewerkt voor elke Vlaming.<br />

d. Het aanbod aan woonzorgvoorzieningen moet meer ouderen in (stille) armoede bereiken (o.a.<br />

gezinszorg, diensten maatschappelijk werk).<br />

e. Ouderen die geconfronteerd worden met schulden, moeten terecht kunnen bij de<br />

schuldbemiddelingsdiensten. De huidige organisatie van deze diensten wordt onderzocht met<br />

het oog op het stimuleren van de kwaliteit en de mogelijke financieringspistes.<br />

f. De thuislozenproblematiek in Vlaanderen en Brussel zal op een gestructureerde manier in<br />

kaart gebracht worden. Een monitoringsysteem wordt ontwikkeld om het beschikbare aanbod<br />

gerichter in te zetten.<br />

3. Diversiteit en discriminatie: : De ouderengroep is geen homogene groep. Ouderen verschillen in<br />

opvoeding, sociale achtergrond, seksuele geaardheid, religie, gezinssamenstelling, inkomen,<br />

14<br />

Het betreft een samenvatting. Het plan kan integraal geraadpleegd worden via de volgende website:<br />

http://wvg.vlaanderen.be/welzijnengezondheid/ouderen/ouderenbeleidsplan.htm .<br />

31


gezondheid, leefstijl... We staan open voor alle ouderen, stimuleren interculturalisering en bestrijden<br />

discriminatie op grond van leeftijd, etnische afkomst, seksuele voorkeur of gender.<br />

a. Discriminatie op grond van leeftijd wordt voorkomen en bestreden waarbij de Meldpunten<br />

Discriminatie zich meer gaan toespitsen op ouderen (o.a. 2-jaarlijkse rapportage<br />

leeftijdsdiscriminatie).<br />

b. De impact van de leeftijdsgrens bij het aanbod voor personen met een handicap wordt<br />

nagegaan en budgettair ingeschat;<br />

c. Er worden acties opgezet die het zorgaanbod voor ouderen van etnisch-culturele<br />

minderheden toegankelijker maken;<br />

d. De aanpak ouderenmisbehandeling wordt geoptimaliseerd;<br />

e. De Vlaams overheid stimuleert als voorbeeldwerkgever een open en respectvolle<br />

arbeidsorganisatiecultuur met plaats voor ouderen (leeftijdsbewust personeelsbeleid).<br />

4. Gezondheid, sport en welzijn: Zoals voor andere leeftijdsgroepen is gezondheid ook voor ouderen het<br />

hoogste goed. Vlaanderen kiest voor het behoud van een autonoom en kwaliteitsvol leven en moedigt<br />

een gezonde en sportieve leefstijl aan. Een passend, voldoende, op elkaar afgestemd en vernieuwend<br />

zorgaanbod speelt in op lichamelijke, psychische en sociale noden. Hierbij wordt vertrokken van drie<br />

uitgangspunten: 1. Zelfredzaamheid staat centraal; al; 2. Voorrang aan de meest kwetsbaren en zwaarst<br />

zorgbehoevenden 3. Ondersteuning aan al wie zorg vraagt om zo lang mogelijk en zo zelfstandig<br />

mogelijk in de vertrouwde thuisomgeving te blijven.<br />

a. Bereiken van de gezondheidsdoelstellingen ‘Voeding en Beweging’ (o.a. stijging inname van<br />

water, hogere inname van groenten en melkproducten, meer fysiek actief);<br />

b. Seniorensport richt zich meer op ouderen (o.a. sensibilisatie, verhoging kennis van<br />

sportaanbieders en begeleiders van seniorensport, projecten tot hogere sportparticipatie van<br />

ouderen);<br />

c. Preventie van infectieziekten en geneesmiddelengebruik (o.a. hogere vaccinatiestatus voor<br />

griep, preventie ziekenhuisinfecties, vermindering overconsumptie van<br />

geneesmiddelengebruik);<br />

d. Voldoende, passend, op elkaar afgestemd en vernieuwend aanbod aan woonzorgvoorzieningen<br />

(o.a. uitbreiding van de thuiszorg en thuiszorgondersteunende voorzieningen, verhoging<br />

investeringkredieten voor residentiële ouderenzorgerkenning, realiseren van nieuwe<br />

concepten zoals assistentiewoningen, …)<br />

e. Uitdrukkelijk meer aandacht voor ouderen in het aanbod van geestelijke gezondheidszorg (o.a.<br />

meer ouderenteams, ouderen erkend als doelgroep bij suïcidepreventie);<br />

f. Gehandicaptenzorg met voldoende capaciteit die aangepast is aan de specifieke noden van<br />

ouder wordende personen met een handicap;<br />

g. Het Dementieplan Vlaanderen (2010-2014) omvat het totaalbeleid ten aanzien van personen<br />

met dementie en hun omgeving.<br />

5. Actief en productief ouder worden: : Ouderen zijn actief. Ze nemen allerlei rollen op en vervullen len op die<br />

manier een belangrijke maatschappelijke functie. Vlaanderen wil het actief en productief ouder<br />

worden bestendigen en stimuleren en zo de integratie in de samenleving en het welbevinden van<br />

ouderen bevorderen;<br />

a. Langer werken wordt gestimuleerd (o.a. door verhoging draagvlak voor leeftijdsbewust<br />

personeelsbeleid, realisatie van minimaal 100 diversiteitsplannen Leeftijd & Werk, versterkte<br />

begeleiding en loopbaanheroriëntatie voor 50+);<br />

b. De rol van oudere ondernemers wordt meer onderkend en ondersteund;<br />

c. Ouderen als mantelzorgers en vrijwilligers worden gevaloriseerd en meer ondersteund (o.a.<br />

door specifieke regelgeving voor vrijwilligerswerk, betere subsidiëring voor erkende<br />

organisaties met zorgvrijwilligers, betere omkadering voor de diensten voor oppashulp, ….).<br />

6. Wonen en energie: : Naarmate mensen ouder worden, zijn ze in toenemende mate aangewezen op hun<br />

directe leefomgeving, hun woning en de buurt waar ze wonen. Vlaanderen zorgt voor aanbod<br />

aangepaste, betaalbare en duurzame woningen in een duurzame omgeving.<br />

a. Actualisering van woonpremies en sociaal huurbesluit;<br />

b. Stimulansen voor woningaanpassing;<br />

c. De publieke ruimte wordt toegankelijker gemaakt;<br />

d. Stedelijke kernen worden aantrekkelijker voor jong én oud;<br />

e. Ook ouderen worden gestimuleerd tot het het nemen van energiebesparende maatregelen.<br />

32


7. Mobiliteit, toegankelijkheid en veiligheid: : De mogelijkheid om je te verplaatsen is een noodzakelijke<br />

voorwaarde om volwaardig te kunnen deelnemen aan het maatschappelijke leven. Vlaanderen maakt<br />

daarom werk van een toegankelijke en veilige omgeving en bouwt de vervoersmogelijkheden voor<br />

minder mobiele mensen uit.<br />

a. Verbeteren van het vervoer van ouderen van en naar voorzieningen;<br />

b. Verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid wordt bij ouderen verhoogd door campagnes en<br />

educatieve projecten;<br />

c. Het niet-dringend liggend ziekenvervoer wordt momenteel geëvalueerd en zal leiden tot<br />

beleidsinitiatieven;<br />

d. Inzetten op zorgtechnologie kan leiden tot verhoging van de veiligheid en mobiliteit van<br />

zorgbehoevenden (cf. projecten Flanders Care, vermissingsprotocol personen met dementie,<br />

…);<br />

e. We verhogen de toegankelijkheid van voertuigen en haltes van De Lijn;<br />

f. Er komen meer en betere fietspaden;<br />

g. Aanpak 800 gevaarlijke verkeerspunten met aandacht voor de zwakke weggebruiker.<br />

8. Cultuur, verenigingsleven, levenslang leren, toerisme en media: : Deelname aan cultuur en aan het<br />

verenigingsleven zijn hefbomen voor deelname aan de samenleving. Onze samenleving verandert<br />

snel. We investeren in levenslang en levensbreed leren nodig opdat ouderen kunnen bijblijven. We<br />

moedigen de media aan om bij te dragen tot een genuanceerde beeldvorming over ouderen.<br />

a. Erkenning en verdere ondersteuning van het verenigingsleven;<br />

b. Maatregelen worden genomen om de participatie van ouderen in het cultuuraanbod te<br />

verhogen;<br />

c. Intergenerationele initiatieven in de cultuur- en gemeenschapscentra worden geëvalueerd en<br />

gestimuleerd;<br />

d. Culturele competenties bij ouderen wordt gestimuleerd;<br />

e. Inzetten op levenslang leren voor ouderen met ondermeer het dichten van de digitale kloof<br />

(o.a. via acties van lokale bibliotheken, specifieke seniorenprogrammering, drempels<br />

wegwerken in het volwassenenonderwijs);<br />

f. Verdere uitbouw van een toegankelijk reisaanbod voor ouderen en zorgbehoevenden;<br />

g. Oprichting kenniscentrum mediawijsheid met o.a. aandacht voor ouderen;<br />

h. De maatschappelijke return van de VRT moet centraal staan, ook voor ouderen.<br />

33


Bijlage 3:<br />

Ouderen<br />

uderenbeleid in het Waals Gewest 2010-2014 2014 en<br />

Waals actieprogramma voor de ziekte van Alzheimer en aanverwante ziekten<br />

Eliane Tillieux, Minister van Gezondheid, <strong>Sociale</strong> Actie en Gelijke Kansen<br />

1. Ouderenbeleid in het Waals Gewest 2010-2014<br />

2014<br />

Ouderen zijn een uiterst belangrijke groep voor onze maatschappij. De langere levensverwachting, de<br />

vergrijzing en het samenleven van vier of vijf generaties zullen de grote uitdagingen voor onze maatschappij in<br />

de 21e eeuw zijn.<br />

De aanwezigheid van steeds meer senioren is een rijkdom en biedt onze maatschappij de mogelijkheid te<br />

veranderen, een ongekende kans om na te denken over de keuzes van onze maatschappij en deze zo te<br />

formuleren dat alle generaties, ook de ouderen, erbij gebaat zijn en zich goed erbij voelen.<br />

Pensioen is geenszins synoniem met inactiviteit. Senioren zijn actief op allerlei vlakken in onze maatschappij:<br />

onderwijs, gezondheid, cultuur, verenigingsleven, huishoudelijke activiteiten. Zij beschikken over een unieke<br />

ervaring en zijn, in die zin, essentieel om de jongeren hun kennis en raad over te dragen. Ouderen vervullen<br />

een cruciale rol in de maatschappij.<br />

Tijdens deze regeerperiode wil ik een ouderenbeleid uitstippelen dat op fundamentele waarden berust:<br />

• nu en in de toekomst een centrale plaats voor de oudere bij beslissingen en levenskeuzen die<br />

betrekking op hem hebben;<br />

• respect voor de persoon in alle fasen van zijn leven;<br />

• wil om de ouderen als een rijkdom en niet als een last te beschouwen;<br />

• wil om de ouderen aan te moedigen volop deel te nemen aan het sociale, economische, politieke en<br />

gezinsleven;<br />

• erkenning en opwaardering van de rol van de ouderen in de maatschappij;<br />

• wil om de wens in te willigen van al wie zo lang mogelijk thuis van een goede levenskwaliteit wil<br />

genieten; voor deze prioriteit wordt een algemene doelstelling voor het behoud van een zo groot<br />

mogelijke zelfredzaamheid geformuleerd;<br />

• vindingrijkheid om ouderen tijdens hun levensloop te begeleiden door hun gevarieerde, soepele<br />

oplossingen en een coherente en omkeerbare overgang tussen de voorgestelde oplossingen te<br />

bieden.<br />

Om vorm te geven aan een globaal, coherent en multifactorieel ouderenbeleid, hebben wij gekozen voor vier<br />

aanvullende actiedomeinen:<br />

• Het eerste actiedomein beoogt een geschikt kader voor een betere integratie van de ouderen in onze<br />

maatschappij.<br />

• In het tweede actiedomein wordt ernaar gestreefd wie dat wil, zo lang mogelijk en in de beste<br />

omstandigheden thuis te laten blijven. Bijgevolg moeten zij gevarieerde, toegankelijke en<br />

kwaliteitsvolle thuiszorg en -hulp tot hun beschikking krijgen wanneer zij wegens tijdelijke of<br />

onomkeerbare problemen minder zelfredzaam beginnen te worden.<br />

• Neemt hun zelfredzaamheid verder af en kunnen ze niet langer thuis blijven, dan moeten er – en dit is<br />

het doel van het derde actiedomein – kwaliteitsvolle onthaal- en huisvestingsmogelijkheden geboden<br />

worden.<br />

• Het vierde actiedomein behelst gerichte acties op het vlak van aandoeningen of leeftijdsgebonden<br />

problemen, zoals de ziekte van Alzheimer en andere aanverwante ziekten, ondervoeding of<br />

oudermishandeling. Deze specifieke acties moeten logischerwijze in de lijn van de eerste drie<br />

actiedomeinen liggen.<br />

34


Elk actiedomein bestaat uit operationele doelstellingen, waarin gedefinieerd moet worden welke specifieke<br />

acties ontwikkeld of uitgebreid moeten worden.<br />

Actiedomein 1: voor het opwaarderen van de ouderen als essentiële actoren in onze maatschappij<br />

Doelstelling 1: de actieve participatie patie van de ouderen aan onze maatschappij aanmoedigen en opwaarderen<br />

In het dagelijkse leven vervullen ouderen meerdere rollen in onze maatschappij: gezinsondersteuning, oppas<br />

voor de kleinkinderen, vrijwilligersactiviteiten, ... Dit moet op verschillende manieren aangemoedigd en<br />

opgewaardeerd worden, bijvoorbeeld door:<br />

• de vaardigheden van de ouderen te promoten via verschillende communicatiekanalen;<br />

• de vrijwilligersactiviteiten aan te moedigen door gericht te informeren en te oriënteren;<br />

• de deelname van ouderen in verschillende lokale structuren aan te moedigen, bijvoorbeeld door de<br />

adviesraden voor ouderen te veralgemenen;<br />

• te zorgen voor meer ontmoetingsplaatsen: gepensioneerdenclubs, gemeenschapshuizen,<br />

intergenerationele ontmoetingsplaatsen, …<br />

• onze ouderen aan te moedigen zich de elektronische informatie- en communicatiemogelijkheden<br />

eigen te maken.<br />

Doelstelling 2: de coördinatie en coherentie van de lokale initiatieven ondersteunen<br />

Cruciaal element in deze algemene doelstelling – namelijk de ouderen de mogelijkheid bieden ten volle deel<br />

te nemen aan het economische, sociale, politieke en gezinsleven – is de coördinatie en coherentie van de<br />

concrete lokale initiatieven van de verenigingssector, de openbare sector en de plaatselijke politieke<br />

overheden.<br />

Bijgevolg willen wij de Waalse gemeenten voorstellen zich in te schrijven voor het project “leeftijdvriendelijke<br />

stad/gemeente”, naar het WHO-model. De gemeente of stad in kwestie zou zodoende, met de steun van de<br />

Regering, vrijwillig een vernieuwende aanpak kunnen ontwikkelen, met respect voor de autonomie van de<br />

gemeente.<br />

Doelstelling 3: intergenerationele initiatieven ondersteunen en ontwikkelen<br />

Voor het eerst in de geschiedenis van onze maatschappijen leven drie, vier, soms zelfs vijf generaties samen.<br />

Zelfs al is deze evolutie het gevolg van betere levensomstandigheden, toch lijkt het alsof de generatiekloof nog<br />

nooit zo groot en de uitwisselingen nog nooit zo complex geweest zijn. Behalve het grote aantal generaties<br />

speelt namelijk nog een fenomeen een rol: de diversiteit van de generaties. Meer dan ooit zijn de generaties<br />

gekenmerkt door verschillende normen, cultuurpatronen, voorstellingen, waarden en ambities, die<br />

samenhangen met de steeds snellere veranderingen in onze maatschappijen.<br />

Bijgevolg moeten constructieve sociale banden tussen de generaties gestimuleerd, ontwikkeld en bevorderd<br />

worden – constructief in die zin dat sociale banden een echte dynamiek van wederzijdse solidariteit tot stand<br />

moeten brengen. Het gaat niet langer om hulp van de jongeren aan de ouderen, maar wel om wederzijdse<br />

hulp, een opwaardering van de vaardigheden en bestaansmiddelen, de uitwisseling, aanvaarding en erkenning<br />

van de verschillen.<br />

Concreet komt het er met name op aan:<br />

• te zorgen voor coherente, lokale of gewestelijke vernieuwende initiatieven, meer bepaald door<br />

initiatieven zoals de “Intergenerationele Dag” te ondersteunen;<br />

• initiatieven voor nieuwe intergenerationele woonvormen te helpen uitwerken;<br />

• de dynamische solidariteit binnen gezinnen te steunen.<br />

35


Doelstelling 4: de bepalende factoren voor de mobiliteit van ouderen beïnvloeden<br />

Voor ouderen is mobiliteit een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen deelnemen aan onze maatschappij.<br />

Het is belangrijk te bepalen welke factoren bepalend zijn voor de mobiliteit en deze te beïnvloeden.<br />

Een eerste doorslaggevende factor is de fysieke conditie van ouderen. Wij stellen voor de regelmatige<br />

beoefening van fysieke, op ouderen afgestemde activiteiten aan te moedigen, met name door lokale en<br />

gerichte initiatieven te ondersteunen. Naast de fysieke activiteiten moet beslist aandacht besteed worden aan<br />

het evenwicht, om onder andere valincidenten – waarvan de vele negatieve consequenties gekend zijn<br />

(invaliditeit, vroegtijdige opname in een instelling, wegglijden, …) – te voorkomen; er moeten initiatieven als<br />

evenwichtscursussen georganiseerd worden zodat zo veel mogelijk ouderen bereikt kunnen worden.<br />

Een tweede factor is de kwaliteit en aanpassing van de openbare zones; initiatieven voor veiligere en<br />

aangenamere openbare zones zijn nodig: voetpaden in goede staat, veel openbare banken, vlot toegankelijke<br />

culturele plaatsen, cafés en restaurants, …<br />

Het aanbod van vervoermiddelen is een derde bepalende factor voor de mobiliteit van ouderen. Bijgevolg is het<br />

belangrijk de aanpassing en uitbreiding van vervoermiddelen voor ouderen te steunen: afstemming van het<br />

openbaar vervoer op de specifieke noden van de ouderen (frequentie van de bediening, haltes, traject,<br />

toegankelijkheid van de vervoermiddelen voor personen met een handicap, halte op verzoek, bushokjes, beter<br />

toegankelijke treden in de trein, onderhoud van de roltrappen in de metro’s, …), initiatieven als “taxi’s voor<br />

ouderen”, …<br />

Actiedomein 2: voor een beleid ter ondersteuning van een goede levenskwaliteit in de thuisomgeving<br />

Doelstelling 5: de diensten voor gezins- en bejaardenhulp uitbreiden<br />

De diensten voor gezins- en bejaardenhulp zijn essentieel voor ouderen. Thans worden in Wallonië jaarlijks<br />

meer dan 6 miljoen uur dagelijkse hulp verleend. In deze sector wordt het volgende nagestreefd:<br />

• door middel van voldoende financiële middelen de sector uitbreiden om gepast te antwoorden op de<br />

toenemende noden van de ouderen;<br />

Deze noden moeten geobjectiveerd kunnen worden: samen met het Waalse Waarnemingscentrum<br />

inzake gezondheid zal een instrument uitgewerkt worden om de noden en de evolutie van de noden<br />

van de rechthebbenden van dergelijke dienstverlening te kunnen beoordelen.<br />

• de aangeboden diensten toegankelijk maken door het deel ten laste van de rechthebbende te<br />

verlagen;<br />

• de kwaliteit van de dienstverlening verhogen, door onder andere te voorzien in een continue opleiding<br />

voor de professionele gezondheidswerkers en de informatisering van de diensten;<br />

• de zichtbaarheid van deze sector vergroten opdat mogelijke rechthebbenden geïnformeerd worden<br />

over de specifieke hulp waarop zij een beroep kunnen doen;<br />

• de beroepen in de sector opwaarderen om mensen voor dit werk aan te trekken en de huidige<br />

aanwervingsproblemen te verhelpen.<br />

Doelstelling 6: de ontwikkeling van aanvullende hulp h<br />

ondersteunen<br />

Er moet dringend nagedacht worden over het ontwikkelen van diensten voor thuisopvang en respijtvormen<br />

waarnaar steeds meer vraag is, voornamelijk om te voorzien in een actieve en deskundige aanwezigheid bij de<br />

zwaarst zorgbehoevenden.<br />

Een voorbeeld van aanvullende thuiszorg die zijn deugdelijkheid bewezen heeft, is biomonitoring. Met dit<br />

systeem kan iemand in moeilijkheden snel zijn naaste omgeving of een professionele gezondheidswerker<br />

waarschuwen. Gezien het belang en de exponentiële uitbreiding van deze diensten is het wenselijk de<br />

werkingscriteria ervan vast te leggen en ervoor te zorgen dat ze voor iedereen toegankelijk zijn.<br />

Doelstelling 7: de rol van de coördinatiecentra voor thuiszorg en -hulp versterken<br />

36


De coördinatiecentra voor thuiszorg en -hulp vervullen een cruciale rol in het kader van het zo lang mogelijk<br />

thuis blijven wonen: zij organiseren en coördineren de hulp van verschillende professionele<br />

gezondheidswerkers wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld wanneer iemand na een ziekenhuisopname weer naar<br />

huis gaat.<br />

Thans geldt een nieuw regelgevend kader en na een procedure in 2010 zullen nieuwe erkenningen verleend<br />

worden. Vanaf 2011 zullen, naast het huidige aanzienlijke werk door de informatisering van de centra, grootse<br />

inspanningen geleverd moeten worden om de zichtbaarheid van de coördinatiecentra te vergroten opdat al wie<br />

in Wallonië problemen heeft, weet welke dienstverlening er bestaat.<br />

Doelstelling 8: voor een platform ter ondersteuning van de zelfredzaamheid thuis<br />

Thuis wonen veronderstelt dat het huis zo veilig mogelijk is en afgestemd op de problemen van de persoon. De<br />

inrichting en beveiliging van het huis zijn bedoeld om valincidenten met ingrijpende medische en sociale<br />

gevolgen te voorkomen, maar ook om personen die het als gevolg van een ziekte moeilijk hebben, te helpen<br />

een zekere zelfredzaamheid te behouden. Voor doeltreffende aanpassingen moet een beroep gedaan worden<br />

op professionele adviesorganen, maar tevens op hulp voor het uitvoeren van de aanbevolen aanpassingen.<br />

Doelstelling 9: solidariteit en niet-professionele hulp aan ouderen opwaarderen en ondersteunen, en in het<br />

bijzonder de mantelzorgers ondersteunen<br />

Vaak geeft de omgeving van een oudere met een verminderde zelfredzaamheid de doorslag of hij al dan niet<br />

thuis kan blijven wonen, vooral bij een groot verlies van zelfredzaamheid. Het is dus van essentieel belang dat<br />

de mantelzorgers opgewaardeerd en ondersteund worden door middel van:<br />

• de beoordeling en eventuele aanpassing van de specifieke hulp voor de mantelzorgers waarin het<br />

nieuwe decretale kader voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp voorziet;<br />

• toegang tot informatie over bestaande professionele hulp, meer bepaald via de coördinatiecentra voor<br />

thuiszorg en -hulp;<br />

• sociale en psychologische begeleiding in het kader van patiëntenverenigingen en sociale<br />

dienstencentra;<br />

• mogelijkheden om “op adem te komen” dankzij verschillende respijtvormen: thuisoppas, specifieke<br />

initiatieven voor bepaalde aandoeningen, dagcentra, …<br />

Actiedomein 3: voor een kwaliteitsvol beleid inzake het onthaal en de huisvesting van ouderen<br />

Doelstelling 10: de ontwikkeling van de ROB- en RVT-sector verzekeren<br />

Gezien de vergrijzing moet het aantal plaatsen in de ROB’s en RVT’s uitgebreid worden. Alleen al uit het aantal<br />

80-plussers blijkt dat er tegen 2020 nood is aan minstens 6.000 extra plaatsen. Er moet dus opnieuw<br />

onderhandeld worden over het moratorium op het aantal bedden en vastgelegd worden met welke parameters<br />

rekening gehouden moet worden om een tijdschema op te stellen voor de uitbreiding van het aantal plaatsen<br />

in de komende jaren.<br />

Daarnaast moeten middelen vrijgemaakt worden om de ROB’s en RVT’s tegen 2015 in overeenstemming te<br />

brengen. Deze noden stoelen op verschillende elementen:<br />

• de algemene evolutie van de noden;<br />

• de naleving van de gewestelijke en federale regels;<br />

• de brandveiligheid;<br />

• de evolutie van de vraag: steeds meer eenpersoonskamers met toilet;<br />

• specifieke noden, bijv. van verwarde ouderen (met name Alzheimer);<br />

• betere arbeidsomstandigheden van het personeel.<br />

37


Om de ingrijpende aanpassingen voor het in overeenstemming brengen van de instellingen tegen 2015 te<br />

kunnen uitvoeren, zullen minstens 250 miljoen € gewestelijke subsidies extra nodig zijn. Op 11 maart 2010<br />

heeft de Waalse Regering 117 miljoen € vrijgemaakt voor deze doelstelling, een eerste cruciale stap.<br />

Doelstelling 11: instaan voor de kwaliteitsontwikkeling van de ROB- en RVT-sector<br />

Direct na de inwerkingtreding van het decreet van 30 april 2009 zal de kwaliteit van het huisvestingsaanbod<br />

verder verbeterd worden:<br />

• invoer van een label voor de ROB’s/RVT’s dat past in een leefproject voor de bewoners, waarbij de<br />

kwaliteitsnormen inzake de noden van de bewoners nageleefd worden;<br />

• hervorming van de inspectie: eenvormige werkwijzen, betere opleiding en begeleiding van de<br />

inspecteurs, werk meer gericht op advies aan de instellingen waarbij het belang van de bewoners<br />

centraal staat;<br />

• waakzaamheid voor misbruik en vaak torenhoge tariefsupplementen voor nochtans fundamentele<br />

noden.<br />

Doelstelling 12: de voorgestelde alternatieven voor de ROB’s/RVT’s diversifiëren<br />

Het aantal serviceflats, een kwaliteitsvol alternatief voor rustoorden, moet verder uitgebreid worden. Tegen<br />

het einde van de regeerperiode moeten er 1.000 woningen ingericht zijn. Belangrijk is dat dit huisvestingstype<br />

toegankelijk blijft voor de minstbedeelden.<br />

Op 11 maart 2010 heeft de Waalse Regering beslist € 22.000.000 uit te trekken voor de alternatieve<br />

financiering van medisch-sociale infrastructuren. Dit budget moet de bouw of inrichting van 500 nieuwe<br />

woningen in serviceflats in de openbare en verenigingssector mogelijk maken.<br />

In het kader van de laatste fase van de uitvoering van het protocol nr. 3 van 13 juni 2006 kunnen er 600 nieuwe<br />

bedden voor kortverblijf gecreëerd worden.<br />

Proefprojecten zullen georganiseerd worden om nieuwe alternatieven voor de ROB’s/RVT’s, zoals<br />

gemeenschapshuizen, gezinsopvang en kangoeroewonen, uit te werken en te evalueren.<br />

Actiedomein 4: voor concrete beleidslijnen rond aandoeningen of leeftijdsgebonden problemen<br />

Doelstelling 13: een Waals actieprogramma voor de ziekte van Alzheimer en aanverwante ziekten uitwerken<br />

In het licht van de vergrijzing zijn de verschillende vormen van dementie een van de grote uitdagingen voor de<br />

komende decennia. Thans lijden naar schatting tussen 6,3% en 9,3% 65-plussers aan een bepaalde vorm van<br />

dementie; voor Wallonië zijn dit tussen 35.782 en 52.822 personen. Voor 85-plussers loopt dit percentage op<br />

tot 26,4%.<br />

De Waalse Regering wil, in het raam van zijn bevoegdheden, een actieprogramma uitwerken voor het<br />

ontwikkelen en intensiveren van oplossingen voor de personen die lijden aan deze aandoeningen en voor hun<br />

omgeving, en zal zich hiervoor baseren op de aanbevelingen in de resolutie die het Waals Parlement ter zake<br />

aangenomen heeft op 28 november 2008.<br />

Dit programma, dat in samenspraak met de verschillende betrokken sectoren op het terrein ontworpen moet<br />

worden, heeft tot doel gepaste antwoorden te vinden voor de verschillende stadia van de ziekte, meer bepaald<br />

de getroffen personen en hun omgeving thuis te ondersteunen, de opleiding van professionele<br />

gezondheidswerkers te verzekeren, respijtzorg te ontwikkelen, de oprichting van meer gespecialiseerde<br />

eenheden voor de huisvesting van dergelijke bewoners in rustoorden en rust- en verzorgingstehuizen te<br />

bevorderen.<br />

Doelstelling 14: een strategie uitwerken voor het behoud van een aangepaste kwaliteitsvolle voeding en<br />

ondervoeding van ouderen bestrijden<br />

38


Thans is er ruimschoots bewijs voorhanden dat de voeding en voedingstoestand van ouderen wezenlijk<br />

bijdragen tot gezond ouder worden. Door gevarieerd, evenwichtig en voldoende te eten, voornamelijk om in<br />

hun energie- en eiwitbehoeften te voorzien, kunnen ouderen een goede gezondheidstoestand en een betere<br />

levenskwaliteit behouden, of zelfs hun zelfredzaamheid verlengen.<br />

Ondervoeding daarentegen, een wijdverbreid maar onderschat fenomeen, jaagt het ziekte- en sterftecijfer, het<br />

risico op ziekenhuisopname en de kosten voor verzorging de hoogte in. Het is belangrijk zowel onze ouderen<br />

als de professionele gezondheidswerkers bewust te maken van dit fenomeen, dat zo vroeg mogelijk aangepakt<br />

moet worden om de vicieuze cirkel “ondervoeding – aandoening – ondervoeding” te voorkomen. Bijgevolg<br />

moet een beleid ter zake uitgestippeld worden dat tot doel heeft:<br />

• geschikte informatie over de voedingsbehoeften van ouderen en de evolutie ervan te verspreiden,<br />

zowel onder de ouderen zelf als onder het thuiszorgpersoneel en de onthaal- en huisvestingsplaatsen;<br />

• de voedingswaarde te verbeteren van thuis geleverde maaltijden of maaltijden in de onthaal- en<br />

huisvestingsplaatsen;<br />

• vernieuwende initiatieven te promoten: “finger food”, keukenateliers, …<br />

Doelstelling 15: specifieke initiatieven promoten die streven naar een verbetering van de gezondheidsfactoren<br />

die een invloed hebben op de levenskwaliteit en de zelfredzaamheid van de ouderen<br />

Om te kunnen voldoen aan de gezondheidsbeleidslijnen op het federale en gemeenschapsniveau, is het van<br />

belang dat Wallonië meehelpt de leeftijdsgebonden gezondheidsfactoren met een wezenlijke invloed op de<br />

levenskwaliteit en zelfredzaamheid van ouderen te beïnvloeden, zoals:<br />

• gezondheidsproblemen die leiden tot isolement, zoals doofheid of spreekproblemen;<br />

• overmatig gebruik van geneesmiddelen, meer bepaald psychotrope geneesmiddelen, wat onder<br />

andere het valrisico verhoogt;<br />

• slechtere mond- en tandgezondheid van ouderen, bijvoorbeeld door initiatieven als tandartsen aan<br />

huis aan te moedigen;<br />

• leeftijdsgebonden depressie.<br />

Doelstelling 16: ouderen<br />

enmishandeling blijven bestrijden<br />

Sinds 1 mei 2009 is er een erkend Waals agentschap, Respect Seniors, dat ouderenmishandeling bestrijdt.<br />

Wallonië beschikt zodoende over een belangrijk instrument voor een coherente en overlegde aanpak van de<br />

problematiek en voor het bereiken van de gemeenschappelijke doelstellingen van de verschillende antennes<br />

op het volledige grondgebied van het Waalse Gewest, zoals het invoeren van één gratis telefoonnummer, de<br />

organisatie van info- en bewustmakingscampagnes voor het grote publiek of de organisatie van opleidingen<br />

voor professionele gezondheidswerkers op het terrein.<br />

Nu moet de ontwikkeling ervan ondersteund en beoordeeld worden en, afhankelijk van hoe de context<br />

evolueert, eventuele bijkomende opdrachten gedefinieerd worden.<br />

2. Waals W<br />

actieprogramma voor de ziekte van Alzheimer en aanverwante ziekten<br />

Om een Waals programma voor 2011 en later te kunnen uitwerken, moeten actiedomeinen en doelstellingen<br />

gedefinieerd worden die stoelen op een aantal principes waarmee de interventies verankerd en de coherentie<br />

en deugdelijkheid ervan gewaarborgd kunnen worden. Het betreft de volgende principes:<br />

de persoon in zijn geheel, zijn omgeving en zijn relatie met zijn mantelzorgers centraal stellen;<br />

de personen en hun mantelzorgers het liefst bekijken als actoren met vat op hun leven;<br />

het behoud van de zelfredzaamheid en de best mogelijke levenskwaliteit in elk stadium van de ziekte<br />

bevorderen;<br />

de verschillende aspecten van zorg aan de personen holistisch en ruim bekijken;<br />

39


voorrang geven aan de acties die een persoonlijke afstemming op de bestaansmiddelen van de zieke<br />

en zijn mantelzorgers en een persoonlijke afstemming op de verschillende stadia van de ziekte<br />

mogelijk maken;<br />

de acties waarbij de zorg- en hulpverstrekkers en de rechthebbenden van deze dienstverlening<br />

respectvol met elkaar omgaan, bevorderen.<br />

Uit te voeren actiedomeinen en doelstellingen<br />

Actiedomein 1: zorgen voor meer inzicht en relevante aandacht voor deze aandoeningen in de maatschappij<br />

• Doelstelling 1: 1 bij het grote publiek een genuanceerde en niet-karikaturale kijk op deze ziekten<br />

promoten<br />

• Doelstelling 2: het opzetten van lokale projecten bevorderen om de maatschappelijke verwevenheid op<br />

het lokale vlak te versterken<br />

Actiedomein 2: de levenskwaliteit van de zieken en hun omgeving in de verschillende stadia van de ziekte<br />

verbeteren<br />

• Doelstelling 3: 3 in elk stadium van de ziekte zorgen voor kwaliteitsvolle informatie voor de zieken en<br />

hun mantelzorgers<br />

• Doelstelling 4: 4 de mantelzorgers als essentiële actoren van de begeleiding ondersteunen<br />

• Doelstelling 5: 5 zorgen voor aangepaste professionele thuiszorg<br />

• Doelstelling 6: 6 een aangepaste opvang in de onthaal- en huisvestingsstructuren waarborgen<br />

• Doelstelling 7: 7 het ziekenhuisnetwerk beter afstemmen op deze aandoeningen<br />

• Doelstelling 8: 8 de zieken palliatief begeleiden<br />

• Doelstelling 9: 9 continuïteit en coherentie in de interventies bevorderen<br />

• Doelstelling 10: de specifieke opleiding van de professionele gezondheidswerkers uitwerken<br />

• Doelstelling 11: aangepaste antwoorden voor subgroepen zoals jongeren uitwerken<br />

Actiedomein 3: meer inzicht krijgen in de ziekte en de dynamiek op het gewestelijke niveau bevorderen<br />

• Doelstelling 12: komen tot betrouwbare gegevens op het gewestelijke niveau<br />

• Doelstelling 13: de handelingsgerichte onderzoeken naar de niet-medicamenteuze aspecten van deze<br />

aandoeningen ondersteunen<br />

Operationele doelstellingen d<br />

voor 2011<br />

Lancering van een projectoproep voor innoverende initiatieven voor niet-medicamenteuze behandeling van<br />

zieken en hun mantelzorgers<br />

In september 2011 organisatie van een Waals colloquium in Namen voor alle betrokken sectoren, met de<br />

nadruk op de zieken en best practices voor een netwerk<br />

40


Voorbereiding van de oprichting van een Alzheimercentrum Wallonië dat bepaalde opdrachten zal uitvoeren<br />

die profijt zullen trekken uit de gewestelijke dimensie, meer bepaald:<br />

1) voorlichting en bewustmaking van het grote publiek, inclusief een eerste voorlichting en oriëntatie<br />

voor de personen die aan een aandoening lijden: groen nummer, bewustmakingscampagnes,<br />

Alzheimerdag in Wallonië, …<br />

2) vastleggen van de inhoud van de opleiding en organisatie van bijscholingscursussen<br />

voor de<br />

actoren op het terrein: ROB-/RVT-personeel, thuiszorgpersoneel, …<br />

3) samen met het Waalse Waarnemingscentrum inzake gezondheid en de professionele<br />

gezondheidswerkers op het terrein inzameling van gegevens om te kunnen kiezen welke<br />

initiatieven uitgewerkt worden en om ze te kunnen beoordelen;<br />

4) methodologische expertise en stuwende kracht voor vernieuwing, bijvoorbeeld: praktijken<br />

verzamelen die hun deugdelijkheid bewezen hebben bij het heractiveren van Alzheimerpatiënten<br />

in rustoorden; methodologische ondersteuning van de gemeenten die lokale projecten wensen uit<br />

te werken; inzameling van gegevens over de specifieke noden van subgroepen zoals patiënten<br />

jonger dan 60 jaar, …<br />

5) overleg tussen de verschillende actoren op Waals grondgebied: wetenschappelijk comité,<br />

vergaderingen over specifieke dimensies, …<br />

41


Bijlage 4:<br />

Bijdrage van de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF)<br />

• Wat betreft tewerkstelling bestaan er in de gereglementeerde non-profit sector (sociale sector,<br />

gezondheid, gehandicaptenbeleid en sociaalprofessionele insluiting) van de FGC sinds 2001<br />

maatregelen inzake werktijdvermindering en loopbaaneinde (36 uur/week vanaf de leeftijd van 45, 34<br />

uur/week vanaf 50 jaar en 32 uur/week vanaf 55 jaar), waardoor men werknemers betere<br />

arbeidsvoorwaarden kan bieden.<br />

• Maatschappelijke participatie<br />

Deze doelstelling staat centraal bij tal van voorzieningen waarvoor de FGC instaat, onder meer op het<br />

vlak van permanente vorming. Verenigingen die intergenerationele activiteiten organiseren, worden in<br />

dit kader ondersteund (bv. Courants d’âges)<br />

Er staat een project in de steigers met betrekking tot ‘cre-actief’ ouder worden. Dit project heeft als<br />

doel de artistieke creaties van ouderen in de kijker te plaatsen, met name tijdens kunstworkshops die<br />

door de FGC worden georganiseerd.<br />

In 2011 werd vrijwilligerswerk van ouderen ondersteund na een projectoproep in samenwerking met<br />

Koning Boudewijnstichting. De projecten uitgevoerd in 2011 zullen worden geëvalueerd met het oog op<br />

een eventuele voortzetting of bestendiging in 2012.<br />

Op 15 juni 2012 (de dag van de oudermishandeling) organiseren we een colloquium over de<br />

maatschappelijke participatie en in het bijzonder de uitoefening van de individuele rechten en het<br />

beslissingsrecht bij afhankelijke hoogbejaarde personen.<br />

• Zelfstandig wonen<br />

Wat de mogelijkheid betreft om zelfstandig te wonen trachten we de ouderen verschillende<br />

huisvestingsvormen aan te bieden. Alternatieven voor de traditionele huisvesting (rusthuizen of<br />

serviceresidenties) worden aangemoedigd. Het gaat hier bv. om gemeenschappelijk wonen of<br />

familieopvang<br />

42


Bijlage 5:<br />

Toekomstproject “sociale diensten hand in hand”: doelstellingen van de Duitstalige Gemeenschap<br />

Een van de hoofddoelstellingen van het toekomstproject “<strong>Sociale</strong> Diensten hand in hand” bestaat erin het<br />

netwerk van de sociale diensten die vandaag in de Duitstalige Gemeenschap (DG) bestaan, beter uit te bouwen.<br />

Het kwalitatief hoogstaande aanbod van sociale diensten voor alle mogelijke levenssituaties, van de opvang<br />

van jonge kinderen tot thuishulp voor ouderen, moet worden behouden en verbeterd. Dit vergt de uitwerking<br />

van samenwerkingsverbanden en een betere organisatie. Het aantal aanspreekpunten voor personen die een<br />

beroep willen doen op de verschillende diensten moet tot een minimum worden beperkt zodat alles<br />

overzichtelijk blijft.<br />

Er moet worden nagegaan of de overheidsdoelstellingen inzake gezondheidsbevordering en preventie nog<br />

actueel zijn. De zwaartepunten ervan moeten worden gewogen en ze moeten op een efficiënte en coherente<br />

manier worden uitgevoerd als onderdeel van een netwerk. Tevens moeten de bestaande methodes in de<br />

verschillende organisatie gecontroleerd en eventueel aangepast worden. Bovendien dienen de methodes<br />

regelmatig te worden geëvalueerd. Om de zwaartepunten bij de herstructurering te bepalen dient men uit te<br />

gaan van de belangrijkste leeftijdsgroepen: kinderen en adolescenten, volwassenen, ouderen van de derde en<br />

de vierde leeftijd.<br />

Belangrijk is dat ook de doelgroep van de kansarme gezinnen wordt bereikt. Bovendien dient door het creëren<br />

en waarborgen van een kwaliteitsvol aanbod afgestemd op de behoeften van de verschillende levensfasen, in<br />

het bijzonder die van ouderen, een gepast antwoord te worden gevonden op de huidige maatschappelijke<br />

ontwikkelingen. Daartoe moet informatie worden verstrekt en indien mogelijk ook de toegang tot dit aanbod<br />

verzekerd worden, ook bij een wijziging van de levensomstandigheden en in het bijzonder van de<br />

gezondheidstoestand van de rechthebbende. Daarenboven moet men het geografisch evenwicht bewaren en<br />

private samenwerkingsverbanden de kans geven verstrekkingen aan te bieden. Gezien de toenemende<br />

behoeften in de ouderenzorg is het tevens van belang in de DG nieuwe huisvestings- en begeleidingsvormen te<br />

ontwikkelen.<br />

Een voorbeeld van de manier waarop het dienstenaanbod in een netwerk wordt samengebracht, is de geriatrie<br />

in ziekenhuizen, waarbij steeds meer aandacht geschonken wordt aan de koppeling van de therapie in het<br />

ziekenhuis met de thuissituatie van de oudere en ambulante verzorgingsvormen. Daardoor worden de<br />

dienstverlening in het ziekenhuis en de ondersteuning thuis op elkaar afgestemd. Het is dan ook belangrijk dat<br />

er duidelijke en eenvoudige criteria worden vastgelegd voor de toegang tot de dienstverlening. Dit zou in het<br />

bijzonder ook ten goede komen van ouderen in een toestand van afhankelijkheid.<br />

De solidariteit van alle burgers in de DG, en in het bijzonder de familieleden van zorgbehoevende personen, is<br />

zeer belangrijk voor de intergenerationele cohesie. In die optiek moet onderzocht worden hoe familieleden die<br />

zich intensief inzetten voor de verzorging van ouderen, ondersteund kunnen worden.<br />

Om deze doelstellingen in de DG te kunnen verwezenlijken zal een totaalconcept worden uitgewerkt, waarbij<br />

rekening zal worden gehouden zowel met de actuele gerontologische kennis als met het oogpunt van de<br />

ouderen zelf, hun familie, de professionele hulpverleners en de vrijwilligers van de diensten en organisaties,<br />

de beleidsmakers en het administratief personeel van de DG en de gemeenten. Eerst zal de bestaande situatie<br />

worden onderzocht zodat er een planning kan worden opgesteld en de nodige dienstverlening en<br />

infrastructuurprojecten systematisch kunnen worden ingevoerd. In een tweede fase zal vervolgens door<br />

middel van een doelgroepenanalyse worden nagegaan hoe de demografische spreiding van ouderen in de DG<br />

en de verwachte demografische evolutie eruit zien.<br />

Deze twee fasen moeten het mogelijk maken te bepalen welke organisatorische maatregelen nodig zijn op de<br />

volgende actieterreinen: leefomgeving, levenswijze, advies en informatie, maatschappelijke participatie,<br />

maatschappelijk engagement, gezondheid en verzorging, ondersteuning van familieleden die verzorging<br />

verstrekken, voorstellen voor specifieke doelgroepen, samenwerkings- en netwerkstructuren.<br />

43

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!