08.01.2015 Views

2007-065 abces in kaak

2007-065 abces in kaak

2007-065 abces in kaak

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>2007</strong>/65 18 september 2008<br />

HET VETERINAIR TUCHTCOLLEGE<br />

___________________________________________________________________________<br />

Uitspraak <strong>in</strong> de zaak van<br />

X, klaagster<br />

wonende te A<br />

tegen<br />

Y, beklaagde<br />

wonende te A<br />

1. PROCEDURE<br />

Bij klaagschrift ontvangen op 25 juni <strong>2007</strong> heeft klaagster zich tot het Veter<strong>in</strong>air<br />

Tuchtcollege gewend.<br />

Beklaagde heeft een verweerschrift <strong>in</strong>gediend dat op 3 oktober <strong>2007</strong> door het College<br />

werd ontvangen.<br />

Klaagster heeft hierop gereageerd bij repliek ontvangen op 15 oktober <strong>2007</strong>.<br />

Beklaagde heeft een dupliek <strong>in</strong>gediend, die op 14 november <strong>2007</strong> werd ontvangen.<br />

Het College heeft de zaak op 14 augustus 2008 ter zitt<strong>in</strong>g behandeld.<br />

Klaagster is, vergezeld door haar vader, de heer X, <strong>in</strong> persoon verschenen.<br />

Beklaagde was eveneens <strong>in</strong> persoon aanwezig.<br />

Gelet op de samenhang werd de klacht tegelijk behandeld met de klacht met<br />

zaaknummer <strong>2007</strong>/64.<br />

2. KLACHT<br />

In de schriftelijke klacht, zoals toegelicht ter zitt<strong>in</strong>g, verklaart klaagster zakelijk<br />

weergegeven het volgende.<br />

2.1. Klaagsters konijn XXXXXX, geboren op 16 april 2004, was al twee jaar voor diverse<br />

klachten, waaronder uitvloei<strong>in</strong>gen en/of zwell<strong>in</strong>gen van ogen en oren, bij beklaagde<br />

onder behandel<strong>in</strong>g, voordat deze op 21 november 2006 de diagnose ‘pasteurella <strong>in</strong>fectie’<br />

stelde. Beklaagde heeft toen geen behandel<strong>in</strong>g tegen pasteurella <strong>in</strong>gesteld.<br />

Ter zitt<strong>in</strong>g heeft klaagster medegedeeld dat beklaagde voor het oogprobleem een<br />

oogzalf heeft voorgeschreven, die wel een positief effect had.<br />

Bij gelegenheid van het consult van 21 november 2006 heeft beklaagde de<br />

diarreeklachten van het konijn toegeschreven aan de omstandigheid dat het dier dik was.<br />

Achteraf kan worden geconstateerd dat de klachten werden veroorzaakt door een <strong>abces</strong><br />

<strong>in</strong> de wang. Beklaagde had dit kunnen weten, want de dikte <strong>in</strong> de wang was op 21<br />

november al zichtbaar.<br />

2.2. Klaagster meent dat het konijn onnodig heeft geleden en een grotere kans op<br />

overleven zou hebben gehad, als beklaagde zorgvuldiger zou hebben gehandeld.<br />

1


<strong>2007</strong>/65 18 september 2008<br />

2.3. Klaagster heeft haar hond YYYYY,een Yorkshire Terrier geboren op 23 maart 1991, <strong>in</strong><br />

de afgelopen jaren vele malen aan beklaagde aangeboden vanwege polydipsie/polyurie<br />

en vooral ook hoestklachten. Beklaagde heeft een nierdieet voorgeschreven en heeft de<br />

hond met theolair behandeld voor bronchitis. Ook op 14 juli <strong>2007</strong>, vier maanden voor het<br />

overlijden van het dier, heeft klaagster de ernstige hoestklachten afgedaan als bronchitis.<br />

Zij heeft nagelaten het hart van de hond te onderzoeken. Het dier is overleden aan<br />

hartfalen. Ter zitt<strong>in</strong>g heeft klaagster desgevraagd verklaard dat de diagnose hartfalen bij<br />

het overlijden van de hond werd gesteld door de praktijkgenoot van beklaagde tegen wie<br />

de klacht met nummer <strong>2007</strong>/64 is gericht. Klaagster verklaarde verder dat de<br />

hoestklachten door de theolair telkens wel werden verholpen.<br />

2.4. Klaagster verwijt beklaagde dat zij er steeds aan heeft vastgehouden dat de klachten<br />

werden veroorzaakt door bronchitis en ouderdom, terwijl ze werden veroorzaakt door<br />

hartfalen. Als beklaagde een juiste diagnose had gesteld en de juiste medicatie had<br />

toegediend, zou de hond waarschijnlijk langer en <strong>in</strong> ieder geval aangenamer hebben<br />

geleefd en was hem een langzame en pijnlijke dood bespaard gebleven.<br />

2.5. Klaagsters hond ZZZZZ, een Yorkshire Terrier, geboren op 13 oktober 1996, is vanaf<br />

het jaar 2001 door beklaagde behandeld voor maag/darmklachten. Beklaagde volstond<br />

met het voorschrijven van medicatie tegen diarree en braken en antibiotica, maar ze<br />

zocht niet naar de oorzaak van de aandoen<strong>in</strong>gen. Een opvolgend dierenarts heeft een<br />

dieet voorgeschreven, dat al een positief resultaat heeft gehad.<br />

Ter zitt<strong>in</strong>g erkende klaagster dat zij de hond jaarlijks niet meer dan één of twee maal<br />

vanwege darmklachten had aangeboden. Klaagster stelde wel dat zij bij elk consult de<br />

darmklachten had genoemd.<br />

2.6. De hond ZZZZZ had, behalve de problemen met de darmen, ook een oogaandoen<strong>in</strong>g.<br />

Daarvoor heeft beklaagde met regelmaat nutteloze zalven voorgeschreven. In de maand<br />

juli 2006 deelde beklaagde mede dat zij als laatste redmiddel Oculsan zalf voor zou<br />

schrijven en dat, wanneer toepass<strong>in</strong>g van dit medicament niet tot verbeter<strong>in</strong>g zou leiden,<br />

klaagster er maar <strong>in</strong> moest berusten dat de hond geheel bl<strong>in</strong>d zou worden.<br />

Klaagster heeft de hond aangeboden aan een opvolgend dierenarts, die de hond heeft<br />

doorverwezen naar een veter<strong>in</strong>air oogarts.<br />

De oogspecialist heeft geconstateerd dat de hond een slechte traanproductie had, wat tot<br />

problemen aan het hoornvlies heeft geleid. Er is een therapie <strong>in</strong>gesteld met medicatie. Er<br />

is enige verbeter<strong>in</strong>g opgetreden, maar van volledige genez<strong>in</strong>g kan geen sprake zijn. Het<br />

gezichtsvermogen van de hond is blijvend aangetast.<br />

2.7. Klaagster verwijt beklaagde dat zij de chronische maag/darmklachten van de hond<br />

gedurende jaren uitsluitend symptomatisch heeft behandeld, waardoor de hond onnodig<br />

heeft geleden. Daarnaast verwijt zij beklaagde dat het gezichtsvermogen van de hond<br />

blijvend is aangetast<br />

2.8. Klaagsters hond WWWWW, een Yorkshire Terrier, geboren op 18 januari 1998, werd<br />

<strong>in</strong> de afgelopen jaren hoofdzakelijk door beklaagde behandeld. Bij deze hond traden<br />

maag/darmproblemen op vanaf het moment dat hij een half jaar oud was. Ook bij deze<br />

hond heeft beklaagde volstaan met een symptomatische behandel<strong>in</strong>g. Zij heeft de hond<br />

nog gezien op 23 maart <strong>2007</strong>. Een maand later heeft de opvolgend dierenarts vastgesteld<br />

dat de hond leed aan de chronische darmaandoen<strong>in</strong>g I.B.S.<br />

De opvolgend dierenarts nam tevens een hartruis waar. Uit röntgenologisch onderzoek<br />

bleek dat het hart vergroot was als gevolg van lekkende hartkleppen.<br />

De opvolgend dierenarts heeft het maagdarm/probleem aangepakt met een<br />

dieetvoorschrift en een maagzuurremmer. Dit leidde tot verbeter<strong>in</strong>g, al zijn de klachten<br />

2


<strong>2007</strong>/65 18 september 2008<br />

nog niet geheel verdwenen. Als de klachten recidiveren wil de opvolgend dierenarts<br />

proberen om door middel van endoscopisch onderzoek de oorzaak daarvan te<br />

achterhalen.<br />

2.9. Ook deze hond had een oogaandoen<strong>in</strong>g en is aan de veter<strong>in</strong>aire oogarts<br />

aangeboden. Deze meende dat het oogprobleem verband hield met de verm<strong>in</strong>derde<br />

weerstand ten gevolge van de maag/darmproblemen. Er zou volgens deze dierenarts<br />

verbeter<strong>in</strong>g <strong>in</strong>treden als de maag/darmproblemen zouden afnemen.<br />

Het oogprobleem lijkt <strong>in</strong>derdaad te zijn verholpen.<br />

2.10. Klaagster verwijt beklaagde dat zij de chronische maag/darmklachten van de hond<br />

gedurende jaren uitsluitend symptomatisch heeft behandeld, waardoor de hond onnodig<br />

heeft geleden en als bijkomende klacht een oogprobleem is ontstaan. Daarnaast verwijt<br />

zij beklaagde dat zij de hond op 8 februari <strong>2007</strong> voor een gebitsre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g onder narcose<br />

heeft gebracht zonder voorafgaand onderzoek van het hart.<br />

2.11. klaagsters hond VVVVV, een Yorkshire Terrier, geboren op 18 januari 1998, werd<br />

gedurende de afgelopen jaren hoofdzakelijk door beklaagde behandeld. Bij deze hond<br />

traden vanaf 29 december maag/darmproblemen op. Ook bij deze hond heeft beklaagde<br />

slechts een symptomatische behandel<strong>in</strong>g toegepast.<br />

Een opvolgend dierenarts heeft op basis van endoscopisch onderzoek vastgesteld dat de<br />

hond leed aan een uitgebreide, deels diepe diffuse ontstek<strong>in</strong>g van de maag alsmede aan<br />

een matig ernstige lymfoplasma cellulaire enteritis. Een therapie met Prednisolon heeft<br />

tot verbeter<strong>in</strong>g geleid.<br />

2.12. Klaagster verwijt beklaagde dat zij de chronische maag/darmklachten van de hond<br />

gedurende jaren uitsluitend symptomatisch heeft behandeld, waardoor de hond onnodig<br />

heeft geleden.<br />

3. VERWEER<br />

In het verweerschrift, zoals toegelicht ter zitt<strong>in</strong>g, verklaart beklaagde zakelijk<br />

weergegeven, het volgende.<br />

3.1. Beklaagde heeft klaagsters konijn op 21 november 2006 gezien met een witachtige<br />

ooguitvloei<strong>in</strong>g, die waarschijnlijk het gevolg was van een pasteurella <strong>in</strong>fectie. Zij heeft de<br />

<strong>in</strong>fectie lege artis behandeld met Terramyc<strong>in</strong>e oogzalf. Aan klaagster is medegedeeld dat<br />

een pasteurella <strong>in</strong>fectie erg hardnekkig kan zijn.<br />

3.2. Bij een konijn dat slecht eet en waarbij met behulp van een otoscoop haken op de<br />

kiezen zijn geconstateerd, is een gebitsbehandel<strong>in</strong>g noodzakelijk. De behandel<strong>in</strong>g is lege<br />

artis uitgevoerd.<br />

Ter zitt<strong>in</strong>g heeft beklaagde desgevraagd verklaard dat haar collega <strong>in</strong>derdaad gemeend<br />

had, dat <strong>in</strong> de wang van het konijn mogelijk een verdikk<strong>in</strong>g zat. Beklaagde zelf had een<br />

bek<strong>in</strong>spectie onder narcose verricht, maar had daarbij geen verdikk<strong>in</strong>g kunnen<br />

constateren.<br />

3.3. Bij de hond YYYYY werd op 16 januari 2004 voor het eerst een souffle gehoord.<br />

Er is een echocardiografie geadviseerd, maar klaagster heeft dit advies niet opgevolgd.<br />

De hond werd op 21 januari 2004 weer onderzocht. De CRT was < 1 seconde en op de<br />

röntgenfoto werd een te duidelijke bronchiaalteken<strong>in</strong>g gezien. Op 4 mei 2005 werd het<br />

circulatieapparaat gecontroleerd; crt, pols en slijmvliezen lieten geen bijzonderheden<br />

zien. De souffle was onveranderd. De voorgeschreven medicatie sloeg blijkbaar aan, want<br />

gedurende een jaar werd de hond niet met deze klachten aangeboden. Wel was dat het<br />

3


<strong>2007</strong>/65 18 september 2008<br />

geval <strong>in</strong> maart en augustus 2005. De hartslag was toen rustig en de pols krachtig. De<br />

hond werd hierna niet meer aangeboden met deze klachten, tot 14 november 2006, toen<br />

hij <strong>in</strong> ernstig soporeuze toestand werd aangeboden aan de praktijkgenoot van beklaagde<br />

tegen wie de klacht met zaaknummer <strong>2007</strong>/64 is gericht.<br />

Beklaagde benadrukte ter zitt<strong>in</strong>g dat de diagnose hartfalen toen voor het eerst werd<br />

gesteld. Daarvoor wees onderzoek steeds uit dat de hoestklachten werden veroorzaakt<br />

door bronchitis. De bronchitis werd met succes behandeld.<br />

3.4. Voor de hond ZZZZZ werd reeds vanaf 28 november 2002 een sensitivity dieet<br />

voorgeschreven.<br />

Op 14 juli 2006 heeft beklaagde de ogen van de hond onderzocht. Er was toen sprake van<br />

een lichte overgroei over de cornea. Van pijnlijkheid was geen sprake. Beklaagde heeft<br />

Oculsan voorgeschreven, met op de sticker de notitie 3 – 6 x daags druppelen, over drie<br />

weken controle. Klaagster is voor dit probleem niet meer teruggeweest.<br />

Ter zitt<strong>in</strong>g heeft beklaagde desgevraagd verklaard dat klaagster nog op 31 juli 2006<br />

Oculsan had afgehaald en dat zij, beklaagde, geen nader onderzoek en na - controle had<br />

voorgesteld.<br />

3.5. Voor de hond WWWWW werd <strong>in</strong> verband met de maag/darmproblemen s<strong>in</strong>ds 2001<br />

een hypoallergeen/lichtverteerbaar dieet geadviseerd, hetzelfde als daarna door de<br />

opvolgend dierenarts werd voorgeschreven. Herhaaldelijk werd geadviseerd<br />

endoscopisch onderzoek te laten verrichten. Ook dit advies werd door klaagster niet<br />

opgevolgd.<br />

Op 20 juli 2005 heeft klaagster uit eigen beweg<strong>in</strong>g het dieet beë<strong>in</strong>digd en heeft zij<br />

F<strong>in</strong>idiar opgehaald, omdat de hond daar goed op reageerde. De door klaagster zo<br />

genoemde symptomatische behandel<strong>in</strong>g wordt, nu de opvolgend dierenarts die heeft<br />

<strong>in</strong>gezet, door klaagster wel geaccepteerd.<br />

Ter zitt<strong>in</strong>g heeft beklaagde er op gewezen dat op de patiëntenkaart op 16 december 2006<br />

werd genoteerd dat doorverwijz<strong>in</strong>g voor endoscopisch onderzoek werd geadviseerd.<br />

3.6. Het oogprobleem van de hond WWWWW werd veroorzaakt door een matige<br />

conjunctivitis, die door de opvolgend dierenarts niet ernstig genoeg werd bevonden voor<br />

een behandel<strong>in</strong>g.<br />

Met betrekk<strong>in</strong>g tot de narcose voor de gebitsre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g stelt beklaagde dat wel degelijk<br />

een pre – anesthetisch onderzoek werd verricht, waarbij geen souffle, een krachtige pols<br />

en een normale ademhal<strong>in</strong>g werd vastgesteld. De hond heeft de narcose die werd<br />

<strong>in</strong>geleid met Domitor en Ketam<strong>in</strong>e en onderhouden met Isofluraan zonder problemen<br />

doorstaan.<br />

3.7. Beklaagde wijst er op dat klaagster de hond VVVVV terecht op hetzelfde dieet heeft<br />

gezet als de andere honden, maar ten onrechte is gestopt met de maagzuurremmer.<br />

Met betrekk<strong>in</strong>g tot de narcose stelt beklaagde dat ook bij deze hond een pre –<br />

anesthetisch onderzoek werd verricht, waarbij een krachtige pols en een goede<br />

ademhal<strong>in</strong>g werden gehoord.<br />

Als de opvolgend dierenarts een ‘mogelijke gradatie 1 souffle’ heeft gehoord, kan het zijn<br />

dat beklaagde, gelet op het voorgaande, geen relevantie voor een lichte narcose aan<br />

heeft verbonden.<br />

4. VASTSTAANDE FEITEN<br />

Het College gaat uit van de volgende vaststaande, dan wel onvoldoende weersproken<br />

feiten.<br />

4


<strong>2007</strong>/65 18 september 2008<br />

4.1. Op 21 november 2006 heeft beklaagde bij het konijn van klaagster, geboren op 16<br />

april 2004 en genaamd XXXXXX, een ooguitvloei<strong>in</strong>g, waarschijnlijk veroorzaakt door<br />

pasteurella, gediagnosticeerd. Zij heeft daarvoor een therapie met Terramyc<strong>in</strong>e oogzalf<br />

<strong>in</strong>gesteld.<br />

4.2. Op 22 maart heeft beklaagde bij het konijn een gebitssaner<strong>in</strong>g uitgevoerd.<br />

4.3. Vanaf januari 2004 heeft beklaagde klaagsters Yorkshire Terrier, geboren op 23 maart<br />

1991 en genaamd YYYYY behandeld voor hoestklachten. Nadat zij op grond van een<br />

röntgenfoto de diagnose ‘bronchitis’ had gesteld heeft beklaagde en therapie <strong>in</strong>gesteld<br />

met theolair. De door beklaagde <strong>in</strong>gestelde therapie leidde steeds tot verbeter<strong>in</strong>g.<br />

4.5. De hond YYYYY is op 12 november <strong>2007</strong> overleden aan hartfalen.<br />

4.6. Vanaf augustus 2001 heeft beklaagde, met een frequentie van ongeveer éénmaal per<br />

jaar, klaagsters Yorkshire Terrier, geboren op 13 oktober 1996 en genaamd ZZZZZ, met<br />

medicatie behandeld voor maag/darmklachten.<br />

4.7. Op 14 juli 2006 heeft beklaagde bij beide ogen van de hond ZZZZZ een overgroei van<br />

de cornea geconstateerd. Beklaagde heeft een therapie met oogzalf <strong>in</strong>gesteld. Zij heeft<br />

geen nader onderzoek en/of een na - controle geadviseerd.<br />

4.8. Beklaagde heeft, eveneens gedurende enige jaren met regelmaat klaagsters<br />

Yorkshire Terrier, geboren op 18 januari 1998 en genaamd WWWWW, voor<br />

maag/darmproblemen behandeld. Een opvolgend dierenarts heeft vastgesteld dat de<br />

hond leed aan de chronische darmaandoen<strong>in</strong>g IBS. De opvolgend dierenarts constateerde<br />

tevens een hartruis.<br />

4.9. Beklaagde heeft, eveneens gedurende enige jaren met regelmaat klaagsters<br />

Yorkshire Terrier, geboren op 18 januari 1998 en genaamd VVVVV, voor<br />

maag/darmproblemen behandeld. Een opvolgend dierenarts constateerde ook bij deze<br />

hond een hartruis.<br />

5. OVERWEGINGEN<br />

5.1. In ged<strong>in</strong>g is of beklaagde te kort is geschoten <strong>in</strong> de zorg die zij als dierenarts had<br />

behoren te betrachten ten opzichte van het konijn en de honden van klaagster, met<br />

betrekk<strong>in</strong>g tot welke dieren haar hulp was <strong>in</strong>geroepen. Het College overweegt hierover<br />

als volgt.<br />

5.2. Met betrekk<strong>in</strong>g tot de behandel<strong>in</strong>g van het konijn is het College van oordeel dat het<br />

veter<strong>in</strong>air niet onjuist was om het gebit van het konijn bij te werken. Het <strong>abces</strong> <strong>in</strong> de<br />

wang is door beklaagde niet gezien. Beklaagde heeft veter<strong>in</strong>air niet onjuist gehandeld<br />

door de ooguitvloei<strong>in</strong>g te behandelen met Terramyc<strong>in</strong>e zalf.<br />

5.3. Met betrekk<strong>in</strong>g tot de hond YYYYY kan worden vastgesteld dat beklaagde het dier<br />

langdurig heeft behandeld voor bronchitis. Het College ziet zich geplaatst voor de vraag<br />

of beklaagde het <strong>in</strong>itiatief had behoren te nemen voor nader onderzoek en<br />

doorverwijz<strong>in</strong>g. Het College is van oordeel dat dit wel de voorkeur zou hebben gehad.<br />

Het gaat er bij de tuchtrechtelijke beoordel<strong>in</strong>g van veter<strong>in</strong>air handelen echter niet om of<br />

een dierenarts op de best denkbare wijze heeft gehandeld, maar of hij/zij is gebleven<br />

b<strong>in</strong>nen de grenzen van redelijk veter<strong>in</strong>air handelen. Het College is van oordeel dat, nu de<br />

bronchitis aanvalsgewijze optrad en het hoesten steeds met succes werd behandeld,<br />

beklaagde aan dat criterium heeft voldaan.<br />

5.4. Het oogprobleem van de hond ZZZZZ is door beklaagde behandeld met zalf. Vast<br />

staat dat beklaagde geen nader onderzoek heeft gedaan of heeft laten doen. Het College<br />

is van oordeel dat beklaagde zich op dit punt actiever had behoren te betonen en dat zij<br />

te vroeg de conclusie heeft getrokken dat het oog niet zou genezen. Op dit punt treft de<br />

klacht dus doel.<br />

5


<strong>2007</strong>/65 18 september 2008<br />

5.5. Met betrekk<strong>in</strong>g tot de door de opvolgend dierenarts geconstateerde hartruis bij de<br />

honden WWWWW en VVVVV overweegt het College dat die, ook volgens deze<br />

dierenarts, niet zodanig ernstig was dat behandel<strong>in</strong>g was geboden. Ook op dit punt kan<br />

derhalve niet worden geoordeeld dat beklaagde veter<strong>in</strong>air onjuist heeft gehandeld.<br />

5.6. Alle honden van klaagster hebben gedurende langere tijd maag/darmproblemen<br />

gehad, die door beklaagde steeds medicamenteus werden behandeld. Klaagster meent<br />

dat beklaagde daarmee te langdurig is doorgegaan.<br />

Het College overweegt dat beklaagde wel tot nader onderzoek en doorverwijz<strong>in</strong>g heeft<br />

geadviseerd, maar daar blijkbaar niet ernstig op heeft aangedrongen. Het College is van<br />

oordeel dat maagdarmproblemen bij honden <strong>in</strong> het algemeen nog al eens voorkomen en<br />

dat de klachten bij de honden van klaagster niet zodanig ernstig waren dat beklaagde<br />

veter<strong>in</strong>air onjuist handelde door niet met klem nader onderzoek en doorverwijz<strong>in</strong>g te<br />

adviseren.<br />

5.7. De conclusie uit al het voorgaande is dat de klacht gedeeltelijk gegrond dient te<br />

worden verklaard op grond van hetgeen onder 5.4 is overwogen.<br />

6. BESLISSING<br />

Het College:<br />

Verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond.<br />

Geeft beklaagde een waarschuw<strong>in</strong>g, als bedoeld <strong>in</strong> artikel 16, onderdeel a, van de Wet op<br />

de uitoefen<strong>in</strong>g van de diergeneeskunde 1990.<br />

Aldus vastgesteld te ‘s- Gravenhage door mr. O. Scheltema – de Nie, voorzitter, en door<br />

de leden drs. E.K. Dolfijn, drs. Th.A.M. Witjes, drs. J. Hilver<strong>in</strong>g en drs. J.G. Neuteboom, <strong>in</strong><br />

tegenwoordigheid van mr. A.G. Hofstede - Bron, secretaris.<br />

Uitgesproken <strong>in</strong> het openbaar op 18 september 2008 door mr. O. Scheltema- de Nie,<br />

voorzitter, <strong>in</strong> tegenwoordigheid van mr. A.G. Hofstede - Bron, secretaris.<br />

mr. A.G. Hofstede – Bron<br />

mr. O. Scheltema- de Nie<br />

6

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!