2007-065 abces in kaak
2007-065 abces in kaak
2007-065 abces in kaak
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>2007</strong>/65 18 september 2008<br />
HET VETERINAIR TUCHTCOLLEGE<br />
___________________________________________________________________________<br />
Uitspraak <strong>in</strong> de zaak van<br />
X, klaagster<br />
wonende te A<br />
tegen<br />
Y, beklaagde<br />
wonende te A<br />
1. PROCEDURE<br />
Bij klaagschrift ontvangen op 25 juni <strong>2007</strong> heeft klaagster zich tot het Veter<strong>in</strong>air<br />
Tuchtcollege gewend.<br />
Beklaagde heeft een verweerschrift <strong>in</strong>gediend dat op 3 oktober <strong>2007</strong> door het College<br />
werd ontvangen.<br />
Klaagster heeft hierop gereageerd bij repliek ontvangen op 15 oktober <strong>2007</strong>.<br />
Beklaagde heeft een dupliek <strong>in</strong>gediend, die op 14 november <strong>2007</strong> werd ontvangen.<br />
Het College heeft de zaak op 14 augustus 2008 ter zitt<strong>in</strong>g behandeld.<br />
Klaagster is, vergezeld door haar vader, de heer X, <strong>in</strong> persoon verschenen.<br />
Beklaagde was eveneens <strong>in</strong> persoon aanwezig.<br />
Gelet op de samenhang werd de klacht tegelijk behandeld met de klacht met<br />
zaaknummer <strong>2007</strong>/64.<br />
2. KLACHT<br />
In de schriftelijke klacht, zoals toegelicht ter zitt<strong>in</strong>g, verklaart klaagster zakelijk<br />
weergegeven het volgende.<br />
2.1. Klaagsters konijn XXXXXX, geboren op 16 april 2004, was al twee jaar voor diverse<br />
klachten, waaronder uitvloei<strong>in</strong>gen en/of zwell<strong>in</strong>gen van ogen en oren, bij beklaagde<br />
onder behandel<strong>in</strong>g, voordat deze op 21 november 2006 de diagnose ‘pasteurella <strong>in</strong>fectie’<br />
stelde. Beklaagde heeft toen geen behandel<strong>in</strong>g tegen pasteurella <strong>in</strong>gesteld.<br />
Ter zitt<strong>in</strong>g heeft klaagster medegedeeld dat beklaagde voor het oogprobleem een<br />
oogzalf heeft voorgeschreven, die wel een positief effect had.<br />
Bij gelegenheid van het consult van 21 november 2006 heeft beklaagde de<br />
diarreeklachten van het konijn toegeschreven aan de omstandigheid dat het dier dik was.<br />
Achteraf kan worden geconstateerd dat de klachten werden veroorzaakt door een <strong>abces</strong><br />
<strong>in</strong> de wang. Beklaagde had dit kunnen weten, want de dikte <strong>in</strong> de wang was op 21<br />
november al zichtbaar.<br />
2.2. Klaagster meent dat het konijn onnodig heeft geleden en een grotere kans op<br />
overleven zou hebben gehad, als beklaagde zorgvuldiger zou hebben gehandeld.<br />
1
<strong>2007</strong>/65 18 september 2008<br />
2.3. Klaagster heeft haar hond YYYYY,een Yorkshire Terrier geboren op 23 maart 1991, <strong>in</strong><br />
de afgelopen jaren vele malen aan beklaagde aangeboden vanwege polydipsie/polyurie<br />
en vooral ook hoestklachten. Beklaagde heeft een nierdieet voorgeschreven en heeft de<br />
hond met theolair behandeld voor bronchitis. Ook op 14 juli <strong>2007</strong>, vier maanden voor het<br />
overlijden van het dier, heeft klaagster de ernstige hoestklachten afgedaan als bronchitis.<br />
Zij heeft nagelaten het hart van de hond te onderzoeken. Het dier is overleden aan<br />
hartfalen. Ter zitt<strong>in</strong>g heeft klaagster desgevraagd verklaard dat de diagnose hartfalen bij<br />
het overlijden van de hond werd gesteld door de praktijkgenoot van beklaagde tegen wie<br />
de klacht met nummer <strong>2007</strong>/64 is gericht. Klaagster verklaarde verder dat de<br />
hoestklachten door de theolair telkens wel werden verholpen.<br />
2.4. Klaagster verwijt beklaagde dat zij er steeds aan heeft vastgehouden dat de klachten<br />
werden veroorzaakt door bronchitis en ouderdom, terwijl ze werden veroorzaakt door<br />
hartfalen. Als beklaagde een juiste diagnose had gesteld en de juiste medicatie had<br />
toegediend, zou de hond waarschijnlijk langer en <strong>in</strong> ieder geval aangenamer hebben<br />
geleefd en was hem een langzame en pijnlijke dood bespaard gebleven.<br />
2.5. Klaagsters hond ZZZZZ, een Yorkshire Terrier, geboren op 13 oktober 1996, is vanaf<br />
het jaar 2001 door beklaagde behandeld voor maag/darmklachten. Beklaagde volstond<br />
met het voorschrijven van medicatie tegen diarree en braken en antibiotica, maar ze<br />
zocht niet naar de oorzaak van de aandoen<strong>in</strong>gen. Een opvolgend dierenarts heeft een<br />
dieet voorgeschreven, dat al een positief resultaat heeft gehad.<br />
Ter zitt<strong>in</strong>g erkende klaagster dat zij de hond jaarlijks niet meer dan één of twee maal<br />
vanwege darmklachten had aangeboden. Klaagster stelde wel dat zij bij elk consult de<br />
darmklachten had genoemd.<br />
2.6. De hond ZZZZZ had, behalve de problemen met de darmen, ook een oogaandoen<strong>in</strong>g.<br />
Daarvoor heeft beklaagde met regelmaat nutteloze zalven voorgeschreven. In de maand<br />
juli 2006 deelde beklaagde mede dat zij als laatste redmiddel Oculsan zalf voor zou<br />
schrijven en dat, wanneer toepass<strong>in</strong>g van dit medicament niet tot verbeter<strong>in</strong>g zou leiden,<br />
klaagster er maar <strong>in</strong> moest berusten dat de hond geheel bl<strong>in</strong>d zou worden.<br />
Klaagster heeft de hond aangeboden aan een opvolgend dierenarts, die de hond heeft<br />
doorverwezen naar een veter<strong>in</strong>air oogarts.<br />
De oogspecialist heeft geconstateerd dat de hond een slechte traanproductie had, wat tot<br />
problemen aan het hoornvlies heeft geleid. Er is een therapie <strong>in</strong>gesteld met medicatie. Er<br />
is enige verbeter<strong>in</strong>g opgetreden, maar van volledige genez<strong>in</strong>g kan geen sprake zijn. Het<br />
gezichtsvermogen van de hond is blijvend aangetast.<br />
2.7. Klaagster verwijt beklaagde dat zij de chronische maag/darmklachten van de hond<br />
gedurende jaren uitsluitend symptomatisch heeft behandeld, waardoor de hond onnodig<br />
heeft geleden. Daarnaast verwijt zij beklaagde dat het gezichtsvermogen van de hond<br />
blijvend is aangetast<br />
2.8. Klaagsters hond WWWWW, een Yorkshire Terrier, geboren op 18 januari 1998, werd<br />
<strong>in</strong> de afgelopen jaren hoofdzakelijk door beklaagde behandeld. Bij deze hond traden<br />
maag/darmproblemen op vanaf het moment dat hij een half jaar oud was. Ook bij deze<br />
hond heeft beklaagde volstaan met een symptomatische behandel<strong>in</strong>g. Zij heeft de hond<br />
nog gezien op 23 maart <strong>2007</strong>. Een maand later heeft de opvolgend dierenarts vastgesteld<br />
dat de hond leed aan de chronische darmaandoen<strong>in</strong>g I.B.S.<br />
De opvolgend dierenarts nam tevens een hartruis waar. Uit röntgenologisch onderzoek<br />
bleek dat het hart vergroot was als gevolg van lekkende hartkleppen.<br />
De opvolgend dierenarts heeft het maagdarm/probleem aangepakt met een<br />
dieetvoorschrift en een maagzuurremmer. Dit leidde tot verbeter<strong>in</strong>g, al zijn de klachten<br />
2
<strong>2007</strong>/65 18 september 2008<br />
nog niet geheel verdwenen. Als de klachten recidiveren wil de opvolgend dierenarts<br />
proberen om door middel van endoscopisch onderzoek de oorzaak daarvan te<br />
achterhalen.<br />
2.9. Ook deze hond had een oogaandoen<strong>in</strong>g en is aan de veter<strong>in</strong>aire oogarts<br />
aangeboden. Deze meende dat het oogprobleem verband hield met de verm<strong>in</strong>derde<br />
weerstand ten gevolge van de maag/darmproblemen. Er zou volgens deze dierenarts<br />
verbeter<strong>in</strong>g <strong>in</strong>treden als de maag/darmproblemen zouden afnemen.<br />
Het oogprobleem lijkt <strong>in</strong>derdaad te zijn verholpen.<br />
2.10. Klaagster verwijt beklaagde dat zij de chronische maag/darmklachten van de hond<br />
gedurende jaren uitsluitend symptomatisch heeft behandeld, waardoor de hond onnodig<br />
heeft geleden en als bijkomende klacht een oogprobleem is ontstaan. Daarnaast verwijt<br />
zij beklaagde dat zij de hond op 8 februari <strong>2007</strong> voor een gebitsre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g onder narcose<br />
heeft gebracht zonder voorafgaand onderzoek van het hart.<br />
2.11. klaagsters hond VVVVV, een Yorkshire Terrier, geboren op 18 januari 1998, werd<br />
gedurende de afgelopen jaren hoofdzakelijk door beklaagde behandeld. Bij deze hond<br />
traden vanaf 29 december maag/darmproblemen op. Ook bij deze hond heeft beklaagde<br />
slechts een symptomatische behandel<strong>in</strong>g toegepast.<br />
Een opvolgend dierenarts heeft op basis van endoscopisch onderzoek vastgesteld dat de<br />
hond leed aan een uitgebreide, deels diepe diffuse ontstek<strong>in</strong>g van de maag alsmede aan<br />
een matig ernstige lymfoplasma cellulaire enteritis. Een therapie met Prednisolon heeft<br />
tot verbeter<strong>in</strong>g geleid.<br />
2.12. Klaagster verwijt beklaagde dat zij de chronische maag/darmklachten van de hond<br />
gedurende jaren uitsluitend symptomatisch heeft behandeld, waardoor de hond onnodig<br />
heeft geleden.<br />
3. VERWEER<br />
In het verweerschrift, zoals toegelicht ter zitt<strong>in</strong>g, verklaart beklaagde zakelijk<br />
weergegeven, het volgende.<br />
3.1. Beklaagde heeft klaagsters konijn op 21 november 2006 gezien met een witachtige<br />
ooguitvloei<strong>in</strong>g, die waarschijnlijk het gevolg was van een pasteurella <strong>in</strong>fectie. Zij heeft de<br />
<strong>in</strong>fectie lege artis behandeld met Terramyc<strong>in</strong>e oogzalf. Aan klaagster is medegedeeld dat<br />
een pasteurella <strong>in</strong>fectie erg hardnekkig kan zijn.<br />
3.2. Bij een konijn dat slecht eet en waarbij met behulp van een otoscoop haken op de<br />
kiezen zijn geconstateerd, is een gebitsbehandel<strong>in</strong>g noodzakelijk. De behandel<strong>in</strong>g is lege<br />
artis uitgevoerd.<br />
Ter zitt<strong>in</strong>g heeft beklaagde desgevraagd verklaard dat haar collega <strong>in</strong>derdaad gemeend<br />
had, dat <strong>in</strong> de wang van het konijn mogelijk een verdikk<strong>in</strong>g zat. Beklaagde zelf had een<br />
bek<strong>in</strong>spectie onder narcose verricht, maar had daarbij geen verdikk<strong>in</strong>g kunnen<br />
constateren.<br />
3.3. Bij de hond YYYYY werd op 16 januari 2004 voor het eerst een souffle gehoord.<br />
Er is een echocardiografie geadviseerd, maar klaagster heeft dit advies niet opgevolgd.<br />
De hond werd op 21 januari 2004 weer onderzocht. De CRT was < 1 seconde en op de<br />
röntgenfoto werd een te duidelijke bronchiaalteken<strong>in</strong>g gezien. Op 4 mei 2005 werd het<br />
circulatieapparaat gecontroleerd; crt, pols en slijmvliezen lieten geen bijzonderheden<br />
zien. De souffle was onveranderd. De voorgeschreven medicatie sloeg blijkbaar aan, want<br />
gedurende een jaar werd de hond niet met deze klachten aangeboden. Wel was dat het<br />
3
<strong>2007</strong>/65 18 september 2008<br />
geval <strong>in</strong> maart en augustus 2005. De hartslag was toen rustig en de pols krachtig. De<br />
hond werd hierna niet meer aangeboden met deze klachten, tot 14 november 2006, toen<br />
hij <strong>in</strong> ernstig soporeuze toestand werd aangeboden aan de praktijkgenoot van beklaagde<br />
tegen wie de klacht met zaaknummer <strong>2007</strong>/64 is gericht.<br />
Beklaagde benadrukte ter zitt<strong>in</strong>g dat de diagnose hartfalen toen voor het eerst werd<br />
gesteld. Daarvoor wees onderzoek steeds uit dat de hoestklachten werden veroorzaakt<br />
door bronchitis. De bronchitis werd met succes behandeld.<br />
3.4. Voor de hond ZZZZZ werd reeds vanaf 28 november 2002 een sensitivity dieet<br />
voorgeschreven.<br />
Op 14 juli 2006 heeft beklaagde de ogen van de hond onderzocht. Er was toen sprake van<br />
een lichte overgroei over de cornea. Van pijnlijkheid was geen sprake. Beklaagde heeft<br />
Oculsan voorgeschreven, met op de sticker de notitie 3 – 6 x daags druppelen, over drie<br />
weken controle. Klaagster is voor dit probleem niet meer teruggeweest.<br />
Ter zitt<strong>in</strong>g heeft beklaagde desgevraagd verklaard dat klaagster nog op 31 juli 2006<br />
Oculsan had afgehaald en dat zij, beklaagde, geen nader onderzoek en na - controle had<br />
voorgesteld.<br />
3.5. Voor de hond WWWWW werd <strong>in</strong> verband met de maag/darmproblemen s<strong>in</strong>ds 2001<br />
een hypoallergeen/lichtverteerbaar dieet geadviseerd, hetzelfde als daarna door de<br />
opvolgend dierenarts werd voorgeschreven. Herhaaldelijk werd geadviseerd<br />
endoscopisch onderzoek te laten verrichten. Ook dit advies werd door klaagster niet<br />
opgevolgd.<br />
Op 20 juli 2005 heeft klaagster uit eigen beweg<strong>in</strong>g het dieet beë<strong>in</strong>digd en heeft zij<br />
F<strong>in</strong>idiar opgehaald, omdat de hond daar goed op reageerde. De door klaagster zo<br />
genoemde symptomatische behandel<strong>in</strong>g wordt, nu de opvolgend dierenarts die heeft<br />
<strong>in</strong>gezet, door klaagster wel geaccepteerd.<br />
Ter zitt<strong>in</strong>g heeft beklaagde er op gewezen dat op de patiëntenkaart op 16 december 2006<br />
werd genoteerd dat doorverwijz<strong>in</strong>g voor endoscopisch onderzoek werd geadviseerd.<br />
3.6. Het oogprobleem van de hond WWWWW werd veroorzaakt door een matige<br />
conjunctivitis, die door de opvolgend dierenarts niet ernstig genoeg werd bevonden voor<br />
een behandel<strong>in</strong>g.<br />
Met betrekk<strong>in</strong>g tot de narcose voor de gebitsre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g stelt beklaagde dat wel degelijk<br />
een pre – anesthetisch onderzoek werd verricht, waarbij geen souffle, een krachtige pols<br />
en een normale ademhal<strong>in</strong>g werd vastgesteld. De hond heeft de narcose die werd<br />
<strong>in</strong>geleid met Domitor en Ketam<strong>in</strong>e en onderhouden met Isofluraan zonder problemen<br />
doorstaan.<br />
3.7. Beklaagde wijst er op dat klaagster de hond VVVVV terecht op hetzelfde dieet heeft<br />
gezet als de andere honden, maar ten onrechte is gestopt met de maagzuurremmer.<br />
Met betrekk<strong>in</strong>g tot de narcose stelt beklaagde dat ook bij deze hond een pre –<br />
anesthetisch onderzoek werd verricht, waarbij een krachtige pols en een goede<br />
ademhal<strong>in</strong>g werden gehoord.<br />
Als de opvolgend dierenarts een ‘mogelijke gradatie 1 souffle’ heeft gehoord, kan het zijn<br />
dat beklaagde, gelet op het voorgaande, geen relevantie voor een lichte narcose aan<br />
heeft verbonden.<br />
4. VASTSTAANDE FEITEN<br />
Het College gaat uit van de volgende vaststaande, dan wel onvoldoende weersproken<br />
feiten.<br />
4
<strong>2007</strong>/65 18 september 2008<br />
4.1. Op 21 november 2006 heeft beklaagde bij het konijn van klaagster, geboren op 16<br />
april 2004 en genaamd XXXXXX, een ooguitvloei<strong>in</strong>g, waarschijnlijk veroorzaakt door<br />
pasteurella, gediagnosticeerd. Zij heeft daarvoor een therapie met Terramyc<strong>in</strong>e oogzalf<br />
<strong>in</strong>gesteld.<br />
4.2. Op 22 maart heeft beklaagde bij het konijn een gebitssaner<strong>in</strong>g uitgevoerd.<br />
4.3. Vanaf januari 2004 heeft beklaagde klaagsters Yorkshire Terrier, geboren op 23 maart<br />
1991 en genaamd YYYYY behandeld voor hoestklachten. Nadat zij op grond van een<br />
röntgenfoto de diagnose ‘bronchitis’ had gesteld heeft beklaagde en therapie <strong>in</strong>gesteld<br />
met theolair. De door beklaagde <strong>in</strong>gestelde therapie leidde steeds tot verbeter<strong>in</strong>g.<br />
4.5. De hond YYYYY is op 12 november <strong>2007</strong> overleden aan hartfalen.<br />
4.6. Vanaf augustus 2001 heeft beklaagde, met een frequentie van ongeveer éénmaal per<br />
jaar, klaagsters Yorkshire Terrier, geboren op 13 oktober 1996 en genaamd ZZZZZ, met<br />
medicatie behandeld voor maag/darmklachten.<br />
4.7. Op 14 juli 2006 heeft beklaagde bij beide ogen van de hond ZZZZZ een overgroei van<br />
de cornea geconstateerd. Beklaagde heeft een therapie met oogzalf <strong>in</strong>gesteld. Zij heeft<br />
geen nader onderzoek en/of een na - controle geadviseerd.<br />
4.8. Beklaagde heeft, eveneens gedurende enige jaren met regelmaat klaagsters<br />
Yorkshire Terrier, geboren op 18 januari 1998 en genaamd WWWWW, voor<br />
maag/darmproblemen behandeld. Een opvolgend dierenarts heeft vastgesteld dat de<br />
hond leed aan de chronische darmaandoen<strong>in</strong>g IBS. De opvolgend dierenarts constateerde<br />
tevens een hartruis.<br />
4.9. Beklaagde heeft, eveneens gedurende enige jaren met regelmaat klaagsters<br />
Yorkshire Terrier, geboren op 18 januari 1998 en genaamd VVVVV, voor<br />
maag/darmproblemen behandeld. Een opvolgend dierenarts constateerde ook bij deze<br />
hond een hartruis.<br />
5. OVERWEGINGEN<br />
5.1. In ged<strong>in</strong>g is of beklaagde te kort is geschoten <strong>in</strong> de zorg die zij als dierenarts had<br />
behoren te betrachten ten opzichte van het konijn en de honden van klaagster, met<br />
betrekk<strong>in</strong>g tot welke dieren haar hulp was <strong>in</strong>geroepen. Het College overweegt hierover<br />
als volgt.<br />
5.2. Met betrekk<strong>in</strong>g tot de behandel<strong>in</strong>g van het konijn is het College van oordeel dat het<br />
veter<strong>in</strong>air niet onjuist was om het gebit van het konijn bij te werken. Het <strong>abces</strong> <strong>in</strong> de<br />
wang is door beklaagde niet gezien. Beklaagde heeft veter<strong>in</strong>air niet onjuist gehandeld<br />
door de ooguitvloei<strong>in</strong>g te behandelen met Terramyc<strong>in</strong>e zalf.<br />
5.3. Met betrekk<strong>in</strong>g tot de hond YYYYY kan worden vastgesteld dat beklaagde het dier<br />
langdurig heeft behandeld voor bronchitis. Het College ziet zich geplaatst voor de vraag<br />
of beklaagde het <strong>in</strong>itiatief had behoren te nemen voor nader onderzoek en<br />
doorverwijz<strong>in</strong>g. Het College is van oordeel dat dit wel de voorkeur zou hebben gehad.<br />
Het gaat er bij de tuchtrechtelijke beoordel<strong>in</strong>g van veter<strong>in</strong>air handelen echter niet om of<br />
een dierenarts op de best denkbare wijze heeft gehandeld, maar of hij/zij is gebleven<br />
b<strong>in</strong>nen de grenzen van redelijk veter<strong>in</strong>air handelen. Het College is van oordeel dat, nu de<br />
bronchitis aanvalsgewijze optrad en het hoesten steeds met succes werd behandeld,<br />
beklaagde aan dat criterium heeft voldaan.<br />
5.4. Het oogprobleem van de hond ZZZZZ is door beklaagde behandeld met zalf. Vast<br />
staat dat beklaagde geen nader onderzoek heeft gedaan of heeft laten doen. Het College<br />
is van oordeel dat beklaagde zich op dit punt actiever had behoren te betonen en dat zij<br />
te vroeg de conclusie heeft getrokken dat het oog niet zou genezen. Op dit punt treft de<br />
klacht dus doel.<br />
5
<strong>2007</strong>/65 18 september 2008<br />
5.5. Met betrekk<strong>in</strong>g tot de door de opvolgend dierenarts geconstateerde hartruis bij de<br />
honden WWWWW en VVVVV overweegt het College dat die, ook volgens deze<br />
dierenarts, niet zodanig ernstig was dat behandel<strong>in</strong>g was geboden. Ook op dit punt kan<br />
derhalve niet worden geoordeeld dat beklaagde veter<strong>in</strong>air onjuist heeft gehandeld.<br />
5.6. Alle honden van klaagster hebben gedurende langere tijd maag/darmproblemen<br />
gehad, die door beklaagde steeds medicamenteus werden behandeld. Klaagster meent<br />
dat beklaagde daarmee te langdurig is doorgegaan.<br />
Het College overweegt dat beklaagde wel tot nader onderzoek en doorverwijz<strong>in</strong>g heeft<br />
geadviseerd, maar daar blijkbaar niet ernstig op heeft aangedrongen. Het College is van<br />
oordeel dat maagdarmproblemen bij honden <strong>in</strong> het algemeen nog al eens voorkomen en<br />
dat de klachten bij de honden van klaagster niet zodanig ernstig waren dat beklaagde<br />
veter<strong>in</strong>air onjuist handelde door niet met klem nader onderzoek en doorverwijz<strong>in</strong>g te<br />
adviseren.<br />
5.7. De conclusie uit al het voorgaande is dat de klacht gedeeltelijk gegrond dient te<br />
worden verklaard op grond van hetgeen onder 5.4 is overwogen.<br />
6. BESLISSING<br />
Het College:<br />
Verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond.<br />
Geeft beklaagde een waarschuw<strong>in</strong>g, als bedoeld <strong>in</strong> artikel 16, onderdeel a, van de Wet op<br />
de uitoefen<strong>in</strong>g van de diergeneeskunde 1990.<br />
Aldus vastgesteld te ‘s- Gravenhage door mr. O. Scheltema – de Nie, voorzitter, en door<br />
de leden drs. E.K. Dolfijn, drs. Th.A.M. Witjes, drs. J. Hilver<strong>in</strong>g en drs. J.G. Neuteboom, <strong>in</strong><br />
tegenwoordigheid van mr. A.G. Hofstede - Bron, secretaris.<br />
Uitgesproken <strong>in</strong> het openbaar op 18 september 2008 door mr. O. Scheltema- de Nie,<br />
voorzitter, <strong>in</strong> tegenwoordigheid van mr. A.G. Hofstede - Bron, secretaris.<br />
mr. A.G. Hofstede – Bron<br />
mr. O. Scheltema- de Nie<br />
6