Bijlage 2 Archeologisch bureauonderzoek, gemeente Teylingen ...

Naaldwijk onderscheidt men het Zandvoort laagpakket, dat bestaat uit schelprijke
strandzanden, en het Schoorl Laagpakket, bestaande uit schelploze duinzanden.
In figuur 2.2 is zichtbaar dat de strandwal, waarop Voorhout ontstaan is, circa 0,5
tot 1 meter hoger ligt dan de omringende strandvlaktes en zelfs meer dan 3
meter hoger dan het ten oosten van de strandwallen gelegen veengebied. Binnen
het plangebied zelf is een hoogteverschil waarneembaar tussen het centraal
zuidelijke deel en het overige deel. Het centraal zuidelijke deel ligt op circa 0,3 m
– NAP en het overige deel rond NAP. Mogelijk dat dit verschil het gevolg is van
het wel of niet afgetopt en bewerkt zijn van de aanwezige
strand(wal)afzettingen.
Figuur 2.2 Uitsnede van de hoogtekaart van Nederland. 17 De gele kleuren geven de hoger
gelegen (afgegraven) strandwal aan. De lager gelegen veengebieden zijn met de blauwe
kleur weergegeven. Het centraal zuidelijke deel van het plangebied ligt circa 30 cm lager
dan het overige deel van het plangebied.
Bodem en grondbewerking ten behoeve van de bloembollenteelt.
Op de bodemkaart van Nederland 18 staat het plangebied aangegeven als een
gebied waar kalkrijke enkeerdgronden voorkomen (code EZ50a). Deze
bodemeenheden zijn op meerdere plaatsen rondom het plangebied vanaf de
tweede helft van de 16 e eeuw ontstaan, nadat men had ontdekt dat de
strandwallen gunstige locaties voor de bloembollenteelt waren. 19
In hun oorspronkelijke staat voldeden echter weinig strandwallen aan de eisen
van een homogene kalkrijke zandgrond met een grondwaterstand van 55 cm -mv.
Ter verbetering van de grond voor de bloembollenteelt werden strandwallen
afgegraven en werd het kalkrijke zand uit de ondergrond omhoog gehaald.
Naast de strandwallen werden op verschillende plaatsen ook de strandvlaktes
tussen de strandwallen verbeterd om bloembollenvelden te creëren. Deze
gronden waar het kalkrijke zand onder een laag veen of klei voorkwam, zijn vaak
ernstig vergraven. Grondverbetering heeft in deze gevallen plaatsgevonden door
middel van diepdelven en/of omspuiten. Bij diepdelven werd de grond lokaal
afgegraven tot het kalkrijke zand, dat vervolgens werd opgegraven en op het
maaiveld werd neergelegd. Bij het omspuiten werd eerst een gat gegraven
waarna met een zuiger zand omhoog werd gespoten om het op het land achter
17 AHN 2011.
18 Stiboka 1982.
19 Marcus en Van Wallenburg 1982.
15 Voorhout, Johan Speelmanweg 10