16.01.2015 Views

Hogere kwaliteit zorg door robotchirurgie Urologie | 4 ...

Hogere kwaliteit zorg door robotchirurgie Urologie | 4 ...

Hogere kwaliteit zorg door robotchirurgie Urologie | 4 ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Cura<br />

Jaargang 5 - oktober 2008<br />

2<br />

Cura is een uitgave van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Dit magazine verschijnt vier keer per jaar.<br />

<strong>Hogere</strong> <strong>kwaliteit</strong> <strong>zorg</strong> <strong>door</strong><br />

<strong>robotchirurgie</strong> <strong>Urologie</strong> | 4<br />

Schildwachtklierbiopsie bij<br />

multicentrische mammatumoren | 15<br />

Open monumentendag<br />

in teken glas in loodramen | 24


inhoudsopgave<br />

4 Binnen drie dagen terecht<br />

Breast Clinic Brabant: Mammapoli én<br />

mastopathiepoli.<br />

<strong>Hogere</strong> <strong>kwaliteit</strong> <strong>zorg</strong> <strong>door</strong><br />

<strong>robotchirurgie</strong> <strong>Urologie</strong><br />

7 Polikliniek voor volwassenen<br />

met een verstandelijke beperking<br />

‘Ik wil eruit halen, wat erin zit!’<br />

5 Veiliger, efficiënter en beter met Alert ®<br />

Elektronisch patiëntendossier en<br />

digitalisering van de <strong>zorg</strong>logistiek.<br />

Tweede in de AD top 100<br />

‘We zijn op de goede weg.’<br />

8 Wisselcolumn: De vrijwilligers zijn de<br />

zonnetjes<br />

Onno Hoes, gedeputeerde<br />

Provincie Noord-Brabant.<br />

17 JBZ oefent rampenopvang<br />

18 Terugkommiddag Intensive Care<br />

patiënten<br />

19 Nieuwe en vertrekkende medisch<br />

specialisten<br />

22 Ervaringen delen in gezamenlijk<br />

medisch consult<br />

23 Case van een patiëntenvoorlichter<br />

Spiegelgesprek.<br />

Agenda<br />

24 Nieuwe toekomst voor glas-inloodkunstwerk<br />

kennis en wetenschap<br />

9 Jaarlijkse wetenschapsmiddag levert drie<br />

winnaars op:<br />

9 Eerste prijs: Zijn micrometastasen<br />

bij coloncarcinoom een voorspeller<br />

voor het krijgen van uitzaaiingen op<br />

afstand<br />

10 Tweede prijs: Diagnostiek van<br />

dementie bij oudere patiënten met<br />

de ziekte van Parkinson: pilot<br />

onderzoek naar een drie staps<br />

model.<br />

11 Veelbelovend: Gebruik NHGstandaard<br />

‘Stabiele Angina Pectoris’<br />

bij verwijzingen naar de cardioloog<br />

11 Bijzondere ziektebeelden op de Intensive<br />

Care:<br />

Aspergillosis<br />

12 Q-koorts, 2008<br />

In 2007 178 patiënten, in 2008 meer<br />

dan 700.<br />

13 Herstel van arm- en handfunctie na<br />

beroerte:<br />

Een onderzoek naar het voorspellen van<br />

de herstel van arm- en handfunctie na<br />

een CVA.<br />

14 Cerebellaire dysfunctie bij atypische<br />

pneumonie<br />

Denk aan Legionella.<br />

15 Schildwachtklierbiopsie bij<br />

multicentrische mammatumoren<br />

Wat is rol van schildwachtklierbiopsie bij<br />

patienten met minstens twee kwaadaardige<br />

tumoren op verschillende<br />

plaatsen in de borst.<br />

16 Patiënten met dementie achter het stuur<br />

Wie adviseert een dementerende patiënt<br />

over rijvaardigheid<br />

revalidatiecentrum tolbrug<br />

20 Wie jarig is, trakteert!<br />

Dit jaar bestaat Revalidatiecentrum<br />

Tolbrug 50 jaar. Het gouden jubileum is<br />

uitgebreid.<br />

Veiligheid is leidend thema<br />

Het heeft lang geduurd, maar de discussie<br />

over veilige <strong>zorg</strong> in de ziekenhuizen heeft<br />

ertoe geleid dat dit thema nu bovenaan de<br />

beleidsagenda van ziekenhuisbesturen staat.<br />

Blijkens de miljoenennota geldt dit ook voor<br />

de agenda van de minister van VWS.<br />

Patiëntveiligheid is geen vrijblijvend onderwerp<br />

meer en het bereiken van veilige <strong>zorg</strong><br />

zal een dominant onderwerp worden in de<br />

strategische keuzes die een zieken huis<br />

jaarlijks moet maken. Ieder ziekenhuis is<br />

verplicht om een patiëntveiligheid management<br />

systeem te implementeren op basis<br />

waarvan een tiental veiligheidsthema’s<br />

kunnen worden uitgewerkt. De daarbij<br />

behorende prestatie-indicatoren zullen een<br />

graadmeter gaan vormen voor het niveau<br />

van de veiligheid in het ziekenhuis. Het is te<br />

hopen dat de <strong>zorg</strong>professionals de komende<br />

jaren in staat zijn om echte evidence-based<br />

output parameters als indicatoren te<br />

ontwikkelen.<br />

Ook in het Jeroen Bosch Ziekenhuis wordt<br />

veel aandacht aan veiligheidsthema’s<br />

besteed. Een van de redenen waarom ons<br />

ziekenhuis in de<br />

afgelopen jaren<br />

zulke grote<br />

sprongen<br />

voorwaarts heeft<br />

gemaakt in de jaarlijkse top 100 van het<br />

Algemeen Dagblad. We zijn trots op deze<br />

vooruitgang en op de medewerkers die hier<br />

een bijdrage aan hebben geleverd, maar<br />

bescheidenheid is hier ook op zijn plaats.<br />

De ranking zegt nog veel te weinig over de<br />

echte <strong>kwaliteit</strong> van de <strong>zorg</strong> en of de <strong>zorg</strong><br />

maximaal veilig is, maar het geeft wel aan<br />

dat er aandacht is voor <strong>kwaliteit</strong> en<br />

patiëntgerichtheid.<br />

Veel inspanning is nodig om de <strong>kwaliteit</strong> en<br />

de veiligheid in de <strong>zorg</strong> sterk te verbeteren.<br />

Onze patiënten hebben hier niet alleen<br />

recht op, ze kunnen ons ook veel leren over<br />

hoe onze <strong>zorg</strong> beter kan. Dus met patiënten<br />

en vóór patiënten is veiligheid als onderdeel<br />

van ons streven het meest patiëntgerichte<br />

ziekenhuis te worden, de komende jaren<br />

een leidend thema in het Jeroen Bosch<br />

Ziekenhuis. n<br />

Willy Spaan, voorzitter Raad van Bestuur<br />

Zorg dichtbij patiënt<br />

Buitenpolikliniek in Nieuwkuijk<br />

De medisch specialisten van het Jeroen Bosch Ziekenhuis streven er<br />

naar om de ziekenhuis<strong>zorg</strong> dichtbij patiënten te brengen. Om die<br />

reden opent het ziekenhuis op maandag 5 januari 2009 een<br />

buitenpolikliniek in Nieuwkuijk. Huisartsen van Nieuwkuijk en<br />

omgeving kunnen straks hun patiënten hier naar toe <strong>door</strong>verwijzen.<br />

De volgende specialismen houden er<br />

spreekuur: Chirurgie, Interne Geneeskunde,<br />

Oogheelkunde inclusief optometrie,<br />

Orthopedie, Plastische Chirurgie en<br />

Uro lo gie. Daarnaast houden ook een<br />

diabetesverpleegkundige en hartfalenverpleegkundige<br />

spreekuur. De bloedprikdienst<br />

zal dagelijks gedurende enkele uren<br />

aanwezig zijn. Radiologie werkt momenteel<br />

aan de inrichting van een kamer voor<br />

röntgenopnamen. In 2009 wordt het aantal<br />

specialismen uitgebreid met onder meer<br />

Kindergeneeskunde en Gynaecologie.<br />

Bereikbaarheid<br />

De buitenpolikliniek wordt gevestigd in een<br />

kantorenpand aan de Middelweg 2 (op het<br />

industrieterrein) in Nieuwkuijk en is goed<br />

bereikbaar met openbaar vervoer en auto.<br />

Aanvullende informatie en contact<br />

Uiteraard houden we u op de hoogte over<br />

de ontwikkelingen en uitvoering van de<br />

dienstverlening die het ziekenhuis in<br />

Nieuw kuijk aanbiedt. Inwoners van<br />

Nieuwkuijk en omstreken worden onder<br />

meer via de huis-aan-huisbladen<br />

geïnformeerd.<br />

Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben<br />

dan kunt u contact opnemen met Margot van<br />

Heumen unithoofd polikliniek Nieuwkuijk via<br />

(06) 20 20 63 31 of via email<br />

m.v.heumen@jbz.nl n<br />

2 | Cura, jaargang 5, nummer 2


Het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) verricht met ingang<br />

van september dit jaar dotterbehandelingen bij het hart.<br />

Patiënten uit de regio noordoost-Brabant hoeven niet<br />

langer meer naar Utrecht, Nieuwegein of Eindhoven.<br />

‘Opnieuw een bewijs van de grote ambities van het<br />

ziekenhuis’, aldus cardioloog Van der Kraaij.<br />

Jeroen Bosch Ziekenhuis<br />

gaat dotteren<br />

Het Ministerie van Volksgezondheid,<br />

Welzijn en Sport (VWS) heeft het Jeroen<br />

Bosch Ziekenhuis een vergun ning<br />

verleend, omdat het ziekenhuis voldoet aan<br />

alle voorwaarden. Het ver<strong>zorg</strong>ingsgebied<br />

van het ziekenhuis is voldoende groot en<br />

men beschikt over drie cardiologen die<br />

gediplo meerd zijn om de behandeling uit te<br />

voeren.<br />

Van der Kraaij: ‘De eis van de Inspectie is<br />

daarbij dat deze interventiecardiologen op<br />

termijn ieder minstens 150 patiënten per<br />

jaar gaan dotteren. Dat halen we ruimschoots,<br />

zeker als wij straks, naar verwachting,<br />

ook nog een deel van de patiënten uit<br />

Ziekenhuis Bernhoven gaan dotteren. De<br />

komende jaren denken wij te groeien naar<br />

zo’n 600 tot 800 dotterbehandelingen per<br />

jaar en zal uitbreiding met een vierde<br />

interventiecardioloog nodig zijn.’<br />

Eerst geplande behandelingen<br />

Bij de behandeling worden de interventiecardiologen<br />

geassisteerd <strong>door</strong> hart katherisatie-laboranten.<br />

‘Deze volgen momenteel<br />

een opleiding in Utrecht’, zegt Van der<br />

Kraaij. ‘In september beginnen we in het<br />

JBZ met de geplande dotter behandelingen.<br />

Pas als deze vlekkeloos verlopen, zetten wij<br />

de volgende stap naar het dotteren van<br />

acute infarcten. We gaan voor <strong>kwaliteit</strong> en<br />

zetten het zeer <strong>zorg</strong>vuldig, stap voor stap<br />

op. De grote dottercentra zullen ons zeer<br />

kritisch volgen. En terecht.’<br />

Tijdswinst<br />

Uit vele onderzoeken is komen vast te staan<br />

dat een snelle dotterbehandeling levensreddend<br />

kan zijn bij een hartinfarct,<br />

<strong>door</strong>dat de hartspier minder schade<br />

oploopt. Van der Kraaij: ‘Dit is dan ook heel<br />

Cardioloog van der Kraaij in de nieuwe<br />

hartkatherisatiekamer.<br />

erg goed nieuws voor de patiënten uit de<br />

regio, het ziekenhuis en de cardiologen. De<br />

ambulances rijden straks weer naar ons toe<br />

in plaats van bij ons weg!’ n<br />

GB<br />

Avondspreekuur gestart<br />

op 2 september<br />

Op 2 september jl. zijn diverse specialismen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis met een avondspreekuur<br />

gestart. In 2007 werd een pilot voor het avondspreekuur afgerond en geëvalueerd.<br />

Vanwege de positieve resultaten wordt nu permanent een avondspreekuur ingesteld.<br />

Medewerkers en medisch specialisten ontvangen<br />

patiënten nu ook op de dinsdagavond.<br />

Een enquête die in 2007 na de proef met<br />

het avondspreekuur onder patiënten werd<br />

gehouden, wees uit dat iedereen de service<br />

waardeerde en dat 42 procent van de<br />

patiënten liever ’s avonds dan overdag naar<br />

het ziekenhuis komt.<br />

Het avondspreekuur wordt gehouden op<br />

dinsdagavond van 16.00 tot 20.00 uur.<br />

Patiënten zijn op deze avonden welkom bij<br />

de volgende specialismen: Interne<br />

Geneeskunde, Reumatologie, Chirurgie,<br />

Oogheelkunde, Dermatologie, <strong>Urologie</strong>.<br />

Ook de ziekenhuisapotheek, de polikliniek<br />

Bloedafname, afdeling Radiologie, ECG en<br />

Bureau Opname zijn dan geopend.<br />

De komende tijd zullen meer specialismen<br />

een avondspreekuur starten op dinsdag. Zo<br />

start Kindergeneeskunde in oktober. Het<br />

ziekenhuis heeft de ambitie om bij het<br />

betrekken van de nieuwbouw in 2011<br />

<strong>door</strong>deweeks van 08:00 tot 20:00 uur open<br />

te zijn en op zaterdag van 08:00 tot 12:00<br />

uur. n<br />

SB<br />

Cura, jaargang 5, nummer 2 | 3


Binnen drie dagen terecht<br />

Breast Clinic Brabant: Mammapoli én mastopathiepoli<br />

Op 15 juli opende de Breast Clinic Brabant officieel de deuren. Nieuw is de poli mastopathie voor<br />

vrouwen met pijn in de borst, zonder dat er een aanwijzing voor een kwaadaardige oorzaak is. Het<br />

Jeroen Bosch Ziekenhuis is het eerste ziekenhuis in Nederland met een mastopathiepoli. De<br />

mammapoli bestaat al sinds 2006 en is bedoeld voor patiënten met verdenking op borstkanker.<br />

Het ziekenhuis heeft een onderzoek gedaan<br />

onder 500 huisartsen in de regio. ‘Hieruit<br />

bleek onder meer dat er behoefte was aan<br />

een poli voor vrouwen met goedaardige<br />

borstafwijkingen’, vertelt chirurg dr. Sheila<br />

Terwisscha van Scheltinga. ‘Op de<br />

mastopathiepoli krijgen patiënten uitleg en<br />

begeleiding bij het omgaan met klachten.<br />

Meestal gaat het om pijnklachten. We<br />

maken een behandelschema of bekijken of<br />

medicijnen de klachten kunnen verhelpen.<br />

Dan gaat het bijvoorbeeld om hormonaal<br />

actieve medicijnen, die niet <strong>door</strong> huisartsen<br />

worden voorgeschreven.’<br />

Structuur<br />

Huisarts dr. Machteld Langenberg beaamt<br />

de behoefte aan een mastopathiepoli. ‘We<br />

kunnen nu snel patiënten verwijzen die zelf<br />

een afwijking hebben gevoeld, maar ook bij<br />

iedere verdenking op pathologie.’ Ze is<br />

positief over de structuur van de Breast<br />

Clinic Brabant. ‘Er is één loket voor alle<br />

patiënten met borstklachten of verdenking<br />

op borstkanker. Wel moet het duidelijk zijn<br />

dat verwijzing altijd via de huisarts loopt.’<br />

Langenberg heeft recent enkele vrouwen<br />

verwezen naar de nieuwe borstkliniek en zij<br />

konden binnen drie dagen terecht. ‘De<br />

garantie dat patiënten zo snel kunnen<br />

komen, zie ik als meerwaarde. Bovendien<br />

heb ik over de patiënten direct een<br />

terugrapportage ontvangen.’<br />

Duidelijke informatie<br />

Ook Hennie van Heeswijk wilde zo snel<br />

mogelijk geholpen worden. ‘Ik had<br />

meegedaan met een bevolkingsonderzoek<br />

naar borstkanker en kreeg een brief dat er<br />

iets was gevonden. De huisarts verwees me<br />

naar het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Op<br />

dinsdag belde ik de borstkliniek en op<br />

donderdagochtend kon ik al terecht. In het<br />

ziekenhuis heeft de arts een borstonderzoek<br />

gedaan, daarna werden er borstfoto’s en een<br />

echo gemaakt. Ik kreeg meteen de uitslag<br />

van de arts. Gelukkig was het een cyste. De<br />

duidelijke informatie vanuit het ziekenhuis<br />

heeft me gerustgesteld.’<br />

Multidisciplinaire samenwerking<br />

Een van de doelen van de Breast Clinic<br />

Brabant is om patiënten met borstklachten<br />

gedurende het hele behandeltraject goed te<br />

begeleiden. Ook belangrijk is de<br />

multidisciplinaire samenwerking. ‘We<br />

Mevrouw Corry Kagie, bestuurslid van de mastopathievereniging<br />

Nederland verrichtte de openingshandeling<br />

bespreken wekelijks de nieuwe patiënten<br />

met alle behandelaars’, zegt Terwisscha.<br />

‘Op die manier kan de behandeling zo goed<br />

en efficiënt mogelijk verlopen. Toch zijn er<br />

nog steeds verbeterpunten. We ontwikkelen<br />

bijvoorbeeld nieuwe protocollen. Zo blijven<br />

we werken aan een betere <strong>kwaliteit</strong> van<br />

patiënten<strong>zorg</strong>.’ Volgens Terwisscha zijn de<br />

eerste reacties van patiënten positief. De<br />

afgelopen maanden hebben vooral vrouwen<br />

met een vermoeden op borstkanker de<br />

nieuwe borstkliniek bezocht. Ze verwacht<br />

dat het aantal bezoekers met mastopathie<br />

zal toenemen. n<br />

LP<br />

De vakgroep <strong>Urologie</strong> van het Jeroen Bosch Ziekenhuis zet<br />

sinds april dit jaar een operatierobot in bij de behandeling van<br />

prostaatkanker. Het is daarmee het eerste niet-academische<br />

ziekenhuis dat gebruik maakt van <strong>robotchirurgie</strong>.<br />

<strong>Hogere</strong> <strong>kwaliteit</strong> <strong>zorg</strong> <strong>door</strong><br />

<strong>robotchirurgie</strong> <strong>Urologie</strong><br />

Ruim veertig patiënten zijn inmiddels via<br />

<strong>robotchirurgie</strong> behandeld aan hun prostaat.<br />

Nu al kan men stellen dat de resultaten<br />

beter zullen zijn dan bij de traditionele<br />

kijkoperatie en de open operatie. Uroloog<br />

Bart Schrier: 'In vrijwel alle gevallen is de<br />

kanker volledig verwijderd; dat is uiteraard<br />

het belang rijk ste. Daarnaast zien we dat er<br />

minder ongewild urineverlies optreedt<br />

<strong>door</strong> deze methode.' Schrier verklaart dat<br />

Lees verder op pagina 5 ><br />

4 | Cura, jaargang 5, nummer 2


Vervolg van pagina 4 ><br />

<strong>door</strong> het driedimensionale beeld en de<br />

bewegings mogelijkheden van de robotarmen.<br />

Het maken van een verbinding<br />

tussen de plasbuis en de blaas is hier<strong>door</strong><br />

makkelijker en de kans op het beschadigen<br />

van de sluitspier neemt af. De nauwkeurigheid<br />

van de robot zal waarschijnlijk<br />

ook betere resultaten geven op het gebied<br />

van de potentie. Of dit daadwerkelijk zo is,<br />

kan Schrier nog niet zeggen. De periode<br />

tussen operatie en controle is daarvoor nog<br />

te kort.<br />

Uroloog Bart Schrier<br />

opereert achter de computer<br />

Voor de operatie werd middels vragenlijsten<br />

de <strong>kwaliteit</strong> van leven, mate van continentie<br />

en seksueel functioneren van de patiënten<br />

vastgelegd. Deze indicatoren worden op<br />

terugkomdagen na 3, 6 en 12 maanden en<br />

daarna jaarlijks gemeten. De tot nu toe<br />

behandelde patiënten zijn enthousiast over<br />

het behandelresultaat en de korte ligduur<br />

(2-3 nachten) in het ziekenhuis. 'Ook zelf<br />

vindt Schrier het een prettige manier van<br />

werken. 'Normaal stond ik naast de patiënt,<br />

met mijn bovenlichaam gedraaid naar het<br />

beeldscherm. Nu is het even wennen omdat<br />

ik geen direct contact meer heb met de<br />

patiënt, maar mijn positie achter de robot is<br />

veel meer ontspannen. Het opereren is<br />

minder vermoeiend.'<br />

Naast Schrier hebben ook collega-urologen<br />

Beerlage en Van Migem ruime ervaring<br />

met het opereren met de robot. Robotchirurgie<br />

wordt in het Jeroen Bosch<br />

Ziekenhuis inmiddels ook ingezet bij het<br />

verwijderen van de blaas bij blaaskanker.<br />

Dit jaar nog denkt men ook niertumoren en<br />

verzakkingen van de baarmoeder te gaan<br />

behandelen met behulp van de robot. n<br />

Het Jeroen Bosch Ziekenhuis is in 2011, na verhuizing naar de<br />

nieuwbouw, een papierarm ziekenhuis. Het systeem Alert ®<br />

speelt daarbij een sleutelrol.<br />

Veiliger, efficiënter<br />

en beter met Alert ®<br />

Alert® maakt een elektronisch patiëntendossier<br />

en digitalisering van de <strong>zorg</strong>logistiek<br />

in het ziekenhuis mogelijk. Het<br />

voorziet ook in een portal voor huisartsen.<br />

‘Maar die zal er pas na 2011 komen’, aldus<br />

Clustermanager Chirurgie <strong>Urologie</strong><br />

Orthopedie, Theo Veldboer.<br />

In het ziekenhuis werkt men nu met heel<br />

veel papier (15 kilometer papier in medisch<br />

archief o.a.!), met veel informatie verspreid<br />

over dossiers, en met verschillende<br />

systemen. Niet ideaal’, stelt Veldboer. ‘Zeker<br />

als je bedenkt dat de <strong>zorg</strong> complexer wordt,<br />

er steeds meer multidisciplinair wordt<br />

gewerkt en tegelijkertijd de verpleegduur<br />

per patiënt sterk afneemt. Er is dus steeds<br />

minder tijd voor verslaglegging, commu nicatie<br />

en overdracht.’<br />

Een geolied digitaal systeem is meer dan<br />

ooit essentieel. Alert® ondersteunt de<br />

werkprocessen en bundelt alle <strong>zorg</strong>logistieke<br />

en patiënteninformatie, waar<strong>door</strong><br />

de <strong>zorg</strong>verlening veiliger, efficiënter en<br />

patiëntvriendelijker wordt.’<br />

Huisartsenportal<br />

‘We zijn nu druk bezig met het bepalen van<br />

de content’, vervolgt Veldboer, ‘<strong>door</strong> het<br />

beschrijven en uniformeren van werkwijzen,<br />

en het vaststellen van <strong>zorg</strong>paden.<br />

Vóór de invoering van Alert® gaan we<br />

proefdraaien en begin 2011 moet het<br />

systeem perfect werken.’ Pas hierna wil het<br />

JBZ een huisartsenportal aanbieden. Een<br />

huisarts die aangesloten is op het systeem<br />

kan dan bijvoorbeeld verwijsbriefjes digitaal<br />

<strong>door</strong>sturen naar het ziekenhuis EPD;<br />

röntgenfoto’s en uitslagen ophalen;<br />

medische dossiers (beperkt) inzien.<br />

Veldboer: ‘En de volgende stap laat zich<br />

raden… Patiënten die vanaf hun pc zelf een<br />

afspraak maken voor de poli en <strong>door</strong> ons<br />

gemailde vragenlijsten digitaal invullen.’<br />

‘Maar’, eindigt Veldboer, ‘we doen het<br />

stapje voor stapje. Eerst willen we dit<br />

binnen ons ziekenhuis helemaal op de rails<br />

hebben staan, dan pas openen we de<br />

deuren.’ n<br />

Cura, jaargang 5, nummer 2 | 5


(advertentie)<br />

Gerda<br />

Rouvoet<br />

Haarwerkspecialiste<br />

Klantenbehandeling, Kwaliteit en Discretie<br />

staan op de eerste plaats in mijn bedrijf.<br />

Leverancier van uiteenlopende haarwerken (pruiken)<br />

heren, dames en kinderen<br />

Specialisatie van uiteenlopende technieken<br />

Landelijk erkend <strong>door</strong> het Ministerie<br />

van Volksgezondheid en Sport<br />

Top Haarwerkers Gilde Nederland<br />

Erkend leverancier<br />

Erkenningsregeling<br />

Erkend leverancier voor alle<br />

ziekenkosten verzekeraars<br />

Erkend leerbedrijf K.O.C.<br />

Tel. 073 - 6568652<br />

Tel. 06 - 51069595<br />

www.gerdarouvoet.nl<br />

info@gerdarouvoet.nl<br />

6 | Cura, jaargang 5, nummer 2


Dit voorjaar opende het Jeroen Bosch Ziekenhuis op locatie<br />

Liduina een speciale polikliniek voor mensen vanaf 18 jaar met<br />

Downsyndroom. Arts Peter Vos richt zich in het bijzonder op de<br />

<strong>zorg</strong> van verstandelijk gehandicapten. Hij leidt deze nieuwe poli<br />

en vertelt over zijn ambities en ervaringen.<br />

‘Ik wil eruit halen, wat erin zit!’<br />

‘Mensen met Downsyndroom hebben vaak<br />

meer gezondheidsklachten’, steekt Peter<br />

van wal. ‘Ze uiten lichamelijke en psychische<br />

klachten anders of zelfs helemaal niet.<br />

Dat maakt communicatie lastig. Ik heb veel<br />

ervaring op dit gebied en bezit specifieke<br />

kennis over deze complexe gezondheidsproblematiek.<br />

En mijn jongste dochter<br />

heeft dit syndroom. Daarom vroegen ze mij<br />

deze poli te leiden.’<br />

Vacuüm<br />

‘Sinds twee jaar is er een polikliniek voor<br />

volwassenen met een verstandelijke<br />

beperking’, vervolgt Peter. ‘Er was echter<br />

zoveel aanloop dat uitbreiding nodig was.<br />

Veel personen binnen deze poli hadden<br />

Downsyndroom. Daarom was het logisch<br />

om ons nu op deze specifieke doelgroep te<br />

richten.’ Maar dat is niet het enige: ‘Tot 18<br />

jaar staat iemand veelal onder behandeling<br />

van een kinderarts. Daarna komt hij of zij<br />

in een vacuüm terecht. Wij bieden hier een<br />

oplossing voor!’<br />

Kern<br />

De poli werkt doelgericht. ‘Ik probeer te<br />

achterhalen welke problemen er spelen. Ik<br />

kijk bijvoorbeeld naar eventuele af wijkin<br />

gen in het bloed, zintuig- of slaapstoornissen<br />

of gewichtsproblematiek. Door<br />

gerichte vragen te stellen dringen we <strong>door</strong><br />

tot de kern van het probleem. Als het nodig<br />

is, verwijs ik uiteraard <strong>door</strong> naar een<br />

huisarts of specialist zoals KNO-arts,<br />

oogarts of gedragsdeskundige.’<br />

Meest geknuffeld<br />

Peter voorziet een groeiende vraag.<br />

‘Wanneer artsen patiënten met Downsyndroom<br />

in hun bestand hebben, kunnen<br />

zij ons consulteren of hen hier naartoe<br />

Peter Vos leidt de nieuwe polikliniek voor mensen vanaf<br />

18 jaar met Downsyndroom.<br />

overdragen. Wij bieden hen specifieke<br />

<strong>zorg</strong> op gebied van Down.’ Hij heeft<br />

voldoening in zijn werk en glimlacht als<br />

hij zijn verhaal vervolgt: ‘Ik hoor letterlijk<br />

bij de meest geknuffelde artsen van<br />

‘Ik hoor letterlijk bij de meest<br />

geknuffelde artsen van Nederland!’<br />

Nederland. Het streven is mensen met<br />

Down syndroom zo gezond mogelijk laten<br />

zijn. Ik wil eruit halen, wat erin zit!’ n<br />

FH<br />

Meer weten over de Downpoli 18+ Neem contact<br />

op met Peter Vos via e-mail p.vos@jbz.nl of<br />

polivg@cello-<strong>zorg</strong>.nl. Telefonisch kan ook<br />

via (0411) 65 68 77, b.g.g. (0411) 65 68 76<br />

‘We zijn op de goede weg. Maar het kan altijd béter!’<br />

Tweede in de AD top 100<br />

Het AD publiceerde recentelijk de Ziekenhuis top 100. In 2005<br />

begon het Jeroen Bosch Ziekenhuis op een 70e plaats, een jaar<br />

later steeg het naar de 46e plek. Nu staat het ziekenhuis<br />

opvallend tweede op de ranglijst. Een bewezen staat van dienst.<br />

Miriam Casarotto werkt als adviseur bij het<br />

cluster Kwaliteit & Organisatie bij het<br />

ziekenhuis. ‘De top 100 bestaat uit een<br />

selectie van 26 prestatie-indicatoren. Deze<br />

zijn opgesteld <strong>door</strong> de Inspectie voor de<br />

Gezondheids<strong>zorg</strong>, brancheorganisaties van<br />

ziekenhuizen en de Orde van Medisch<br />

Specialisten. Het onderzoek geeft een<br />

indicatie voor onze prestatie op kwalitatieve<br />

<strong>zorg</strong>.’<br />

Terugblik<br />

Casarotto blikt terug en glimlacht tevreden.<br />

‘Afgelopen jaren startte dit ziekenhuis veel<br />

projecten om de <strong>kwaliteit</strong> van <strong>zorg</strong> te<br />

verbeteren. Denk hierbij aan het<br />

voorkomen van complicaties en<br />

<strong>door</strong>ligwonden en het verbeteren van<br />

pijnbestrijding. Maar ook aan het invoeren<br />

van een elektronisch voorschrijfsysteem<br />

voor de medicatieveiligheid. Dit alles had<br />

effect!’ Het percentage <strong>door</strong>ligwonden<br />

daalde tot 1,8%. Dit terwijl het landelijke<br />

gemiddelde op 5% ligt.’ Hierbij is het<br />

bijhouden van een nauwkeurige registratie<br />

essentieel. ‘We verzamelen nauwkeurig de<br />

noodzakelijke gegevens. Ook werken we<br />

aan een systeem om continu te monitoren<br />

en bij te sturen. Zo borgen we de <strong>kwaliteit</strong>.<br />

Dat blijkt ook uit onze jaarlijkse stijging op<br />

de AD-ranglijst.’<br />

Punt van aandacht<br />

Er is al veel bereikt. Maar volgens Casarotto<br />

zijn er ook aandachtspunten zoals<br />

patiëntenbejegening en ontslagbeleid. ‘Hier<br />

gaan we serieus mee aan de slag. We willen<br />

immers het meest patiëntgerichte en veilige<br />

ziekenhuis van Nederland zijn. Zo voeren<br />

we al gesprekken met groepen patiënten<br />

om te vragen of ze suggesties hebben voor<br />

verbetering. Ook onderzoeken we jaarlijks<br />

de tevredenheid van patiënten.’ Ze besluit<br />

stellig: ‘We mogen zeer tevreden zijn met<br />

deze 2e plaats. We zijn op de goede weg,<br />

maar we gaan niet achterover zitten. Het<br />

kan altijd béter!’ n<br />

Cura, jaargang 5, nummer 2 | 7


wissel<br />

column<br />

Vrijwilligers zijn<br />

de zonnetjes<br />

Het Jeroen Bosch Ziekenhuis – en met<br />

name de vestiging in de binnenstad – roept<br />

veel herinneringen bij me op. Gelukkig<br />

vooral goede! De ene keer lag ik als kind zelf<br />

in het ziekenhuis voor een sleutelbeenoperatie<br />

of een liesbreuk, een andere keer<br />

ging het om mijn schoonvader die twee keer<br />

geluk heeft gehad bij een kankeroperatie.<br />

Kinderen en ouderen zijn kwetsbaar. Vooral<br />

voor hen is goede <strong>zorg</strong> en liefdevol<br />

personeel van het grootste belang. Ik ben er<br />

trots op dat zowel mijn moeder als mijn<br />

schoonmoeder óók hun steentje daaraan<br />

(hebben) bij(ge)dragen. Via het UVV<br />

<strong>zorg</strong>den ze voor bloemen, boeken en een<br />

praatje met de patiënten. Die extra aandacht<br />

voor de patiënt én het ontlasten van het<br />

personeel is fantastisch. De vrijwilligers<br />

zijn de zonnetjes in het ziekenhuis!<br />

Toen mijn man Albert en ik elkaar leerden<br />

kennen en we na enige tijd voorzichtig aan<br />

onze ouders vertelden dat we ‘iets hadden’<br />

met elkaar riepen de moeders in koor: ‘oh<br />

wat leuk, de zoon van Henny’ en ‘oh wat<br />

leuk, de zoon van Emma’. En zo bleken onze<br />

moeders meteen de verbindende schakel<br />

tussen ons beide. En als moeders het goed<br />

met elkaar kunnen vinden dan is dat voor de<br />

kinderen al een hele <strong>zorg</strong> minder!<br />

Inmiddels probeer ik ook zelf een kleine<br />

bijdrage aan de <strong>zorg</strong> in het ziekenhuis te<br />

leveren. Door als ambassadeur voor de Jack<br />

Rabbit Foundation op te treden en geld in<br />

te zamelen voor speelkamers en veilig<br />

speelgoed in het ziekenhuis. Binnenkort<br />

kunt u op de televisiezender Brabant10 zien<br />

hoe een aantal bekende Brabanders voor<br />

een goed doel gaat pokeren. De hoofdprijs<br />

is voor het goede doel van de winnaar, maar<br />

in de verschillende uitzendingen die vanaf<br />

1 oktober de ether in gaan worden alle<br />

goede doelen in het zonnetje gezet.<br />

Zorgen voor elkaar, bestaat er iets<br />

mooiers n!<br />

Onno Hoes, gedeputeerde Provincie Noord-Brabant<br />

Wederom geaccrediteerd<br />

Het Laboratorium Klinische Chemie en Hematologie (LKCH) en<br />

de Trombosedienst zijn onlangs opnieuw geaccrediteerd. Dit<br />

betekent dat zij voldoen aan de normen die voor medische<br />

laboratoria en trombosediensten zijn opgesteld.<br />

Deze normen bestaan uit eisen ten aanzien<br />

van analyses maar ook alle aspecten die van<br />

belang zijn voor een goed functionerende<br />

Trombosedienst en Laboratorium. Denk<br />

hierbij onder meer aan personeel en organisatie,<br />

omgang met goederen, documentbeheer<br />

en klachten- en foutenregistratie.<br />

Vooral bijzonder is dat voor de eerste keer<br />

het geïntegreerde <strong>kwaliteit</strong>ssysteem van de<br />

laboratoria KCH (locaties GZG en Carolus),<br />

het laboratorium voor Moleculaire Diagnostiek<br />

én de Trombosedienst heeft voldaan<br />

aan de <strong>kwaliteit</strong>snormen van de CCKL en<br />

FNT (de landelijke instanties die de<br />

medische laboratoria en trombose diensten<br />

toetsen).<br />

Het belangrijkste zijn natuurlijk de voordelen<br />

van de accreditatie voor de klanten,<br />

namelijk de patiënten en aanvragers, zoals<br />

medisch specialisten, huisartsen, verloskundigen<br />

en verpleeghuisartsen.<br />

Klantgerichtheid maakt onderdeel uit van<br />

[w.v.t.t.k.]<br />

Terugkomdag SEH-artsen in opleiding<br />

het <strong>kwaliteit</strong>ssysteem. Voor patiënten<br />

betekent dit onder meer dat het aantal<br />

prikposten in de regio nog steeds wordt<br />

uitgebreid, er mogelijkheden zijn voor het<br />

zelf meten en zelf doseren en de<br />

wachttijdnormen worden gehaald (de<br />

doelstelling is om 90 procent van de<br />

patiënten die zonder afspraak binnenkomt,<br />

binnen 20 minuten te hebben geholpen).<br />

Voor de aanvragers heeft de invoering van<br />

het <strong>kwaliteit</strong>ssysteem onder meer geleid tot<br />

een zeer snelle bekendmaking van (cito-)<br />

uitslagen, ver<strong>zorg</strong>en van lessen aan<br />

assistenten, overleg over de <strong>kwaliteit</strong> van<br />

het laboratorium en een nieuwsbrief.<br />

Een ander element van het <strong>kwaliteit</strong>ssysteem<br />

is dat alle handelingen worden<br />

vastgelegd. Bij problemen of vragen kan zo<br />

gemakkelijk worden teruggevonden wat er<br />

is gebeurd. Zo wordt er geleerd van fouten<br />

en kunnen procedures verder verbeterd<br />

worden. n<br />

In de zomer werd <strong>door</strong> het Jeroen Bosch Ziekenhuis de eerste<br />

regionale terugkomdag voor Spoedeisende Hulpartsen in opleiding<br />

georganiseerd. De dag stond in het teken van infectieziekten. Er<br />

waren sprekers van verschillende disciplines die hun licht over het<br />

onderwerp lieten schijnen. Femke Gresnig, SEH-arts i.o.: ‘Het<br />

enthousiasme onder de assistenten was groot. Naast dat je je kennis<br />

kunt bijspijkeren over een specifiek onderwerp, leer je ook je<br />

collega’s uit andere ziekenhuizen kennen en heb je de gelegenheid<br />

om persoonlijke ervaringen uit te wisselen.’<br />

Dit jaar organiseerde de Nederlandse Vereniging voor Spoedeisende Hulp Artsen voor het<br />

eerst regionale onderwijsdagen voor SEH-artsen in opleiding. Ieder jaar worden er per<br />

regio vier dagen georganiseerd met verschillende onderwerpen. Bij onze regio zijn de<br />

assistenten van het Universitair Medisch Centrum Utrecht, Diakonessehuis Utrecht en<br />

St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein aangesloten. Zij ver<strong>zorg</strong>en om de beurt een<br />

onderwijsdag. n<br />

8 | Cura, jaargang 5, nummer 2


k e n n i s & w e t e n s c h a p<br />

In de volgende drie artikelen lichten Erik<br />

Hermans en Sarah Robben, die respectievelijk<br />

de eerste en tweede prijs hebben gewonnen hun<br />

onderzoek toe. Het laatste artikel is ver<strong>zorg</strong>d<br />

<strong>door</strong> Anne Esselink die als ‘veelbelovend<br />

aankomend collega’ een prijs uit handen van de<br />

jury ontving. De jury, bestaande uit leden van<br />

de wetenschapscommissie, was erg onder de<br />

indruk van <strong>kwaliteit</strong> van de presentaties.<br />

Voorzitter en kinderarts Esther de Vries<br />

benadrukte het belang dat het Jeroen Bosch<br />

Ziekenhuis hecht aan het stimuleren en<br />

begeleiden van onderzoek.<br />

Jaarlijks wordt er in het Jeroen Bosch Ziekenhuis een wetenschapsmiddag<br />

georganiseerd. Onder grote belangstelling presenteren artsen en arts-assistenten<br />

hun onderzoek. Dit jaar was er voor het eerst ook een prijs aan verbonden.<br />

Drie winnaars tijdens wetenschapsmiddag<br />

Eerste prijs:<br />

Zijn micrometastasen bij coloncarcinoom<br />

een voorspeller voor het krijgen van<br />

uitzaaiingen op afstand<br />

Het coloncarcinoom heeft een incidentie<br />

van 8000 patiënten per jaar en neemt<br />

daarmee de tweede plaats in bij vrouwen na<br />

borstkanker en een derde plaats bij mannen<br />

na long-, en prostaatkanker.<br />

Een van de belangrijkste voorspellers voor<br />

de uiteindelijke overleving is het aanwezig<br />

zijn van lymfekliermetastasen. Helaas blijkt<br />

30% van de patiënten met een colontumor<br />

die geen lymfekliermetastasen en geen<br />

metastasen op afstand hebben (Dukes<br />

stadium A en B), toch een lokaal recidief<br />

danwel metastasen op afstand te ontwikkelen.<br />

Een van de mogelijke oorzaken hiervoor<br />

kan zijn dat 70% van de positieve<br />

lymfeklieren 2mm of kleiner zijn en<br />

daarom met regelmaat gemist worden<br />

tijdens routine-onderzoek van het preparaat<br />

<strong>door</strong> de patholoog. Een belangrijke vraag is<br />

of deze kleine metastasen, oftewel micrometastasen,<br />

invloed hebben op de overleving<br />

van een patiënt, gezien het feit dat<br />

het lichaam in staat is zeer kleine tumorclusters<br />

en losse tumorcellen aan te vallen.<br />

Het doel van de studie<br />

Het doel was om te bepalen of mensen met<br />

micrometastasen in de follow-up meer<br />

metastasen op afstand ontwikkelen dan<br />

Immunohistochemische kleuring van een lymfeklier met bruin aankleurende micro-metastasen.<br />

mensen zonder deze micrometastasen.<br />

Hiertoe werden retrospectief in de periode<br />

2000-2002 alle lymfeklieren bekeken van<br />

alle Dukes A en B patiënten (geen lymfekliermetastasen).<br />

Alle lymfeklieren werden<br />

opnieuw gesneden en gekleurd. Voor de<br />

kleuring gebruikten we zowel de standaard<br />

HE-kleuring als een immunohistochemische<br />

kleuring (pan-cytokeratine) omdat<br />

hiervan bekend is dat hiermee gemakkelijker<br />

micrometastasen kunnen worden<br />

aangetoond (zie figuur1). In totaal werden<br />

de gegevens bekeken van 72 patiënten (m:v<br />

35:37). De gemiddelde leeftijd van de<br />

patiënten was 76 jaar en de gemiddelde<br />

follow-up was 53 maanden. Elf patiënten<br />

hadden een Dukes A tumor, 61 een Dukes<br />

B tumor. In de follow-up ontwikkelden 22<br />

van de 72 (31%) patiënten metastasen op<br />

afstand (groep1). Vijftig patiënten<br />

ontwikkelden dus geen metastasen (groep<br />

2). In de groep die uiteindelijk metastasen<br />

ontwikkelden, bleek 41% van deze<br />

patiënten micrometastasen in de lymfeklieren<br />

te hebben. In de andere groep was<br />

dit slechts 16% wat een significant verschil<br />

bleek. Verder bleek ook de ziektevrije<br />

overleving significant te verschillen. Deze<br />

bedroeg in groep 1 54%, en in groep 2 74%.<br />

In de 5-jaarsoverleving was wel een<br />

duidelijke trend te zien maar bleek niet<br />

significant te verschillen (64% vs. 82%).<br />

Conclusie<br />

Onze conclusie was dan ook dat patiënten<br />

met micrometastasen significant meer<br />

metastasen op afstand ontwikkelen en een<br />

slechtere ziektevrije overleving hebben.<br />

Om te bepalen of deze patiëntengroep baat<br />

heeft bij adjuvante chemotherapie is een<br />

onderzoek <strong>door</strong> ons ingediend bij de Dutch<br />

Colorectal Cancer Group (DCCG), een<br />

landelijke organisatie die zich bezig houdt<br />

met het colorectaal carcinoom. Met deze<br />

studie (de MOPS-trial) willen we bij alle<br />

patiënten die geen metastasen op afstand<br />

hebben per-operatief een schildwachtklierprocedure<br />

uitvoeren. Ook dit is nog in<br />

studieverband, maar ons onderzoek hiernaar<br />

is veelbelovend. Alle lymfeklieren in het<br />

preparaat (dus zowel schildwacht-, als nietschildwachtklieren)<br />

worden op de standaard<br />

wijze gekleurd. Zijn er geen metastasen te<br />

zien, wordt op de schildwachtklieren de<br />

immunohistochemische kleuring uitgevoerd.<br />

De patiënten die micro-metastasen blijken te<br />

hebben worden dan vervolgens gerandomiseerd<br />

in een follow-up groep en in een groep<br />

die adjuvante therapie zal krijgen.<br />

De verwachting is dat deze studie medio<br />

volgend jaar van start zal gaan. n<br />

Erik Hermans, Paul van Schaik en Koop Bosscha<br />

Cura, jaargang 5, nummer 2 | 9


k e n n i s & w e t e n s c h a p<br />

Tweede prijs:<br />

Diagnostiek van dementie bij oudere<br />

patiënten met de ziekte van Parkinson:<br />

pilot onderzoek naar een drie staps model<br />

De ziekte van Parkinson (PD) werd in het<br />

verleden primair gezien als een bewegingsstoornis.<br />

Inmiddels is duidelijk dat bij PD<br />

ook cognitieve stoornissen voorkomen. De<br />

puntprevalentie van dementie bij PD is<br />

zelfs 30 %. Het diagnosticeren van<br />

dementie bij PD is niet eenvoudig, onder<br />

meer omdat vaak onduidelijk is of de<br />

daarmee samenhangende (ADL en/of BDL)<br />

afhankelijkheid voortkomt uit motorische<br />

dan wel cognitieve problemen.<br />

Op dit moment is er geen goed model voor<br />

screening en diagnostiek van dementie bij<br />

de ziekte van Parkinson (PDD). Doel van<br />

ons onderzoek was het ontwikkelen van een<br />

diagnostisch model in drie stappen voor<br />

oudere patiënten met PDD.<br />

Methode<br />

Hiertoe deden we een pilotonderzoek bij 19<br />

geriatrische patiënten met PD, in de leeftijd<br />

van 68-94 jaar. Allereerst werd een 30-item<br />

screeningsvragenlijst ontwikkeld voor<br />

oudere PD patiënten. Vervolgens werden<br />

Sarah Robben<br />

bij alle deelnemers de vragenlijst en drie<br />

bestaande screeningsinstrumenten<br />

(Montreal Cognitive Assessment (MoCA),<br />

Frontal Assessment Battery (FAB) en<br />

Addenbrooke’s Cognitive Examinationrevised<br />

(ACE-R)) afgenomen. Tot slot<br />

ondergingen alle deelnemers een<br />

uitgebreid neuropsychologisch onderzoek<br />

(gouden standaard), op basis waarvan ze<br />

werden ingedeeld in een PD-groep zonder<br />

dementie (n=9) en een PDD-groep (n=10).<br />

Resultaat<br />

De 5-item versie van de vragenlijst (zie tabel<br />

1), had bij een cut-off waarde van 2 een<br />

sensitiviteit/specificiteit van 88,9%/66,7%<br />

(afnameduur 1 minuut). Ook de screeningsinstrumenten<br />

hadden bij optimale<br />

cut-off waarden een hoge sensitiviteit/<br />

specificiteit (MoCA/FAB/ACE-R 100%/<br />

100%;100%/66,7%;100/88,9, afnameduur<br />

17/7/21 minuten).<br />

Conclusie<br />

Uiteindelijk bleek als klinisch diagnostisch<br />

model de volgende werkwijze het beste<br />

bruikbaar: (I) afname van 5 heteroanamnestische<br />

screeningsvragen, (II) indien positief,<br />

afname van de MoCA, FAB of ACE-R als<br />

screeningsinstrument en (III) indien<br />

positief, een uitgebreid neuro psychologisch<br />

onderzoek (NPO). Voordeel van ons<br />

diagnostisch model is dat in veel gevallen<br />

een belastend en tijdrovend NPO vermeden<br />

kan worden. n<br />

SHM Robben, MGM Olde Rikkert, FS van Bergen,<br />

PLJ Dautzenberg.<br />

Tabel 1: vragenlijst voor heteroanamnese<br />

Vraag<br />

Mijn partner kan zelfstandig zijn<br />

medicijnen op het juiste moment innemen<br />

Mijn partner betaalt zelf op tijd zijn<br />

rekeningen<br />

Ik merk dat het geheugen van mijn partner<br />

minder goed is dan een jaar geleden<br />

Mijn partner heeft moeite om op de juiste<br />

woorden te komen<br />

Mijn partner is overdag suf en slaperig,<br />

terwijl hij de nacht ervoor voldoende<br />

geslapen heeft<br />

Score<br />

ja/nee<br />

0/1<br />

0/1<br />

1/0<br />

1/0<br />

1/0<br />

Bijzondere ziektebeelden op<br />

de Intensive Care: aspergillosis<br />

De aanvullende informatie die een obductie<br />

kan opleveren, stelt de clinicus in staat om<br />

de diagnostische en therapeutische overwegingen<br />

beter te evalueren. Ook bij<br />

patiën ten die langdurig op de Intensive<br />

Figuur 1: Diffuus infiltratieve afwijkingen in beide<br />

longvelden.<br />

Care waren opgenomen, leidt dit tot nieuwe<br />

inzichten.<br />

Bij een 72 jarige patiënte die was opgeno<br />

men met meervoudig orgaan falen na<br />

een abdominale sepsis ontstonden in het<br />

verloop van de opname ernstige<br />

longafwijkingen.<br />

Dit longbeeld (acute respiratory distress<br />

syndrome ofwel ARDS) werd geduid als een<br />

reactie op haar ernstige infectie (figuur 1).<br />

Obductie toonde een gedissimineerde<br />

aspergillosis op basis van Aspergillus<br />

fumigatus. Figuur 2 toont het micro s-<br />

copische beeld van een aspergillushaard in<br />

de long. Dit ernstige ziektebeeld is moeilijk<br />

vast te stellen en heeft ook bij adequate<br />

behandeling een hoge sterftekans (>80%).<br />

In toenemende mate wordt deze aan doening<br />

gezien bij niet-immuun gecom pro-<br />

miteerde patiënten en derhalve dient dit<br />

ook bij IC patiënten in de differentiaaldiagnose<br />

opgenomen te worden. n<br />

Peter de Jager, internist-intensivist<br />

Peter Wever, arts-microbioloog<br />

Figuur 2: Microscopisch preparaat van de long met<br />

specifieke kleuring: necrotisch materiaal met alveolaire<br />

beschadiging en een aspergillushaard<br />

10 | Cura, jaargang 5, nummer 2


k e n n i s & w e t e n s c h a p<br />

Veelbelovend:<br />

Gebruik NHG-standaard ‘Stabiele Angina<br />

Pectoris’ bij verwijzingen naar de<br />

cardioloog.<br />

Het Nederlands Huisartsen Genootschap<br />

(NHG) geeft in haar standaard ‘Stabiele<br />

angina pectoris’ richtlijnen voor de diagnosticering,<br />

behandeling en verwijzing naar de<br />

tweede lijn van patiënten met stabiele<br />

angina pectoris in de huisartsen praktijk. In<br />

een retroperspectief status onderzoek is<br />

geïnventariseerd hoeveel verwijzingen<br />

volgens de NHG standaard zijn gedaan.<br />

In het onderzoek werd gekeken naar<br />

patiënten die met thoracale pijnklachten in<br />

2007 vanuit de eerste lijn nieuw naar de<br />

polikliniek cardiologie verwezen werden.<br />

Methode<br />

Navolging van de standaard werd vastgesteld<br />

uit informatie afkomstig uit de<br />

verwijsbrief, die ook werd beoordeeld op<br />

volledigheid. De brief moest minimaal<br />

minimaal een voorgeschiedenis, anamnese,<br />

cardiovasculaire risicofactoren, lichamelijk<br />

onderzoek en een medicatieoverzicht<br />

bevatten. Door middel van een telefonische<br />

enquête werd bij een deel van de patiënten<br />

Anne Esselink<br />

additionele informatie over het verwijsproces<br />

vergaard.<br />

Resultaten<br />

De gegevens van 296 patiënten werden<br />

geanalyseerd. Het aantal inhoudelijk<br />

volledige verwijsbrieven was 23%.<br />

Onderdelen die het meest frequent<br />

ontbraken, waren de cardiovasculaire<br />

risicofactoren (48%) en het lichamelijk<br />

onderzoek (49%). Oordelende naar de<br />

informatie uit de verwijsbrieven werden 23<br />

patiënten (8%) geheel verwezen volgens de<br />

NHG-standaard. Bij de patiënten bij wie de<br />

cardioloog uiteindelijk angina pectoris<br />

diagnosticeerde (80 van de 296 patiënten)<br />

was in 20% conform de NHG-standaard<br />

gehandeld. In deze subpopulatie gebruikte<br />

50% op het moment van verwijzing<br />

tenminste 1 anti-angineus middel en ascal.<br />

Van de 79 patiënten die werden benaderd<br />

voor een telefonische enquête, gaf 46 %<br />

aan verwezen te zijn na 1 consult bij de<br />

huisarts. Een minderheid (18%) vertelde<br />

hierbij zelf aangedrongen te hebben op een<br />

verwijzing. In 80% van de geënquêteerde<br />

patiënten had de huisarts lichamelijk<br />

onderzoek verricht.<br />

Conclusie<br />

Wij concludeerden dat de verwijsbrief niet<br />

altijd volledig was. Daarnaast stelden we<br />

vast dat de NHG-standaard ‘Stabiele<br />

Angina Pectoris’ maar bij een beperkt<br />

aantal patiënten die met thoracale<br />

pijnklachten verwezen werden volledig was<br />

toegepast uit deze <strong>door</strong> huisartsen<br />

geselecteerde populatie. Onderzoek in de<br />

eerste lijn zal echter noodzakelijk zijn om<br />

te kunnen verduidelijken welke factoren het<br />

al dan niet volgen van deze standaard<br />

beïnvloeden. n<br />

AC Esselink (art-assistent), MCG Daniëls<br />

(cardioloog), AMH de Ruijter (arts-assistent) Jeroen<br />

Bosch Ziekenhuis, locatie GZG, afdeling Cardiologie<br />

Q-koorts, 2008<br />

Q-koorts is een relatief zeldzame zoönose, die wordt veroorzaakt <strong>door</strong> de intracellulair groeiende<br />

bacterie Coxiella burnetii. Voor 2007 werden zo’n vijf tot twintig gevallen van Q-koorts gemeld, verdeeld<br />

over heel Nederland. In 2007 vond in Nederland voor het eerst een uitbraak van de Q-koorts plaats. 178<br />

patiënten werden geregistreerd. In 2008 is dat aantal al meer dan 700. Voor adequate diagnostiek is het<br />

vermelden van eerste ziektedag en vermoeden op reactivatie/herinfectie van belang.<br />

In 2007 werd <strong>door</strong> een arts-microbioloog<br />

en een huisarts een toename van het aantal<br />

a-typische pneumonieën waargenomen. Dit<br />

bleek te worden veroorzaakt <strong>door</strong> Coxiella<br />

burnetii. Daarop startte een onderzoek dat<br />

zich concentreerde in Noord-Brabant rond<br />

het dorpje Herpen, dat tussen Oss en<br />

Nijmegen ligt. Hier raakten in mei en juni<br />

van 2007 de meeste mensen besmet met<br />

de Coxiella burnetii.<br />

Vanaf april 2008 kwamen er ongeveer 50<br />

nieuwe gevallen per week bij. Wat deze<br />

toename van het aantal besmette patiënten<br />

heeft veroorzaakt, is niet duidelijk. Er kan<br />

een reële toename van Q-koorts in deze<br />

regio zijn, maar ongetwijfeld denken de<br />

betrokken clinici ook vaker aan Q-koorts,<br />

waar<strong>door</strong> er meer diagnostiek naar Coxiella<br />

wordt verricht.<br />

De bacterie<br />

Coxiella burnetii is een obligaat intra cellulaire<br />

gramnegatieve bacterie die in twee<br />

verschijningsvormen voorkomt een smallcell-variant<br />

(zeer besmettelijk, fase I) en een<br />

large-cell-variant (gevormd in de fagocyt,<br />

fase II).<br />

Diagnostiek<br />

De diagnose Q-koorts wordt gesteld op<br />

basis van de aanwezigheid van antistoffen<br />

tegen C. burnetii IgM fase I en II en IgG<br />

fase I en II. In de eerste twee weken na<br />

besmetting kan, bij verdenking op<br />

Q-koorts, het organisme met PCR in serum<br />

en mogelijk in een keeluitstrijk (droge<br />

wattenstok) worden aangetoond. Daarna,<br />

en bij een negatieve PCR, is onderzoek naar<br />

antistoffen aangewezen. Afhankelijk van<br />

het laboratorium wordt in Nederland voor<br />

Lees verder op pagina 12 ><br />

Cura, jaargang 5, nummer 2 | 11


k e n n i s & w e t e n s c h a p<br />

Vervolg van pagina 11 ><br />

de serologische diagnostiek een indirecte<br />

immunofluorescentie (IF), een complement<br />

bindingsreactie (CBR) of een immuno<br />

sorbent assay (ELISA/EIA) gebruikt.<br />

Voor de serologie is stolbloed vereist, voor<br />

de PCR (stol)bloed en verder alle mogelijke<br />

geïnfecteerde materialen (sputum, keelwat,<br />

zwangerschapsproducten).<br />

Door het aantal aanvragen is besloten om<br />

alleen een screening op IgM antistoffen in<br />

te zetten, tenzij de ziekte dag langer dan 3<br />

maanden geleden is dan worden tevens de<br />

IgG antistoffen bepaald. Bij een patient die<br />

verdacht wordt van een chronische infectie<br />

dan wel reactievatie of herinfectie dient dit<br />

te worden aangegeven bij de klinische<br />

gegevens zodat adequate diagnostiek kan<br />

worden ingezet.<br />

Acute infectie, patiënten een jaar volgen<br />

Een acute infectie wordt gekenmerkt <strong>door</strong><br />

a-specifieke griepachtige klachten. Bij<br />

ongeveer 20 procent van de besmette<br />

populatie treden meer ernstige ziekteverschijnselen<br />

op, waarbij in twee tot vijf<br />

procent van de gevallen ziekenhuisopname<br />

noodzakelijk is. Bij één tot vijf procent kan<br />

chronische Q-koorts ontstaan, met endocarditis<br />

als meest voorkomende verschijnings<br />

vorm. Chronische Q-koorts complicaties<br />

hebben een hoge morbiditeit en<br />

mortaliteit, waarbij de meeste complicaties<br />

binnen één jaar optreden. Daarom is het<br />

noodzakelijk om geïnfecteerde patiënten<br />

gedurende een jaar te volgen, na ze eerst in<br />

een laagrisico- of hoogrisicofollow-upgroep<br />

te hebben ingedeeld. Tenslotte worden na<br />

Coxiella burnetii bacteriën in macrofaag<br />

een Q-koortsinfectie veelvuldig moeheidsklachten<br />

gezien, waarbij moeheid tot zes<br />

maanden na het ontstaan van de infectie als<br />

‘normaal’ wordt beschouwd<br />

Chronische infectie<br />

Chronische Q-koorts wordt gedefinieerd als<br />

een klinische ziekte met een ziekteduur<br />

langer dan zes maanden en aanwezigheid<br />

van hoge (≥800) anti-fase-I-antistoffen van<br />

de IgG-klasse.Endocarditits is de meest<br />

voorkomende (60-70 procent) presentatie,<br />

waarbij vegetaties op de kleppen slechts bij<br />

12 procent van de patiënten aantoonbaar<br />

zijn. Bij een hoge verdenking op een<br />

endocarditis en een negatieve bloedkweek,<br />

dienen de aangepaste Dukes-criteria te<br />

worden toegepast, waarin Q-koortsserologie<br />

een major criterium (anti-fase-I-IgG-titer<br />

≥1:800) is. Het risico van een chronische<br />

infectie is het grootst bij patiënten met<br />

preëxistente afwijkingen in het vasculaire<br />

(arteriële) systeem, zoals hartklepgebreken,<br />

aneurysma’s en vaatprothesen, bij patiënten<br />

Koeien, schapen en geiten zijn de belangrijkste bron van de ziekte voor de mens. Zij scheiden de bacterie uit in de<br />

urine, ontlasting, melk, moederkoek, vruchtvliezen en het vruchtwater. Vooral tijdens een abortus of geboorte<br />

vindt veel uitscheiding van de bacterie plaats.<br />

met een gestoorde afweer en bij zwangeren.<br />

Bij zwangeren verloopt de infectie bijna<br />

altijd symptoomloos. Bij zwangeren is het<br />

risico van het ontwikkelen van een<br />

chronische Q-koorts verhoogd en kan de<br />

infectie worden gereactiveerd bij een<br />

volgende zwangerschap.<br />

Behandeling<br />

Bij een acute infectie is doxycycline 1 maaldaags<br />

200 mg nog het antibioticum van<br />

eerste keus, bij voorkeur te starten binnen<br />

drie dagen na aanvang van de symptomen.<br />

Bij het falen van deze therapie of bij het<br />

optreden van ernstige bijwerkingen, dient<br />

te worden overgegaan naar moxifloxacine 1<br />

maal daags 400 mg.. Patiënten dienen twee<br />

tot drie weken te worden behandeld ). Op<br />

het moment van presentatie is het vaak niet<br />

duidelijk dat het om Q-koorts gaat. Als<br />

Q-koorts in de differentiaaldiagnose staat,<br />

dient ook C. burnetti in de behandeling te<br />

worden meegenomen. Hiervoor komen dan<br />

in aanmerking doxycycline of<br />

moxifloxacine.<br />

Cohort 2007 versus 2008<br />

Van het cohort 2007 zijn inmiddels de sera<br />

van het begin van de symptomen tot 12<br />

maanden daarna onderzocht. Momenteel<br />

wordt dit cohort beoordeeld om te zien wat<br />

de waarde is van de monsters op de diverse<br />

tijdstippen, de diverse bepalingsmethoden<br />

en hoe het serologische verloop is. Daarnaast<br />

wordt de waarde van de cardiologische<br />

echo’s beoordeeld.<br />

In 2008 worden, <strong>door</strong>dat men veel alerter<br />

was op de Q-koorts, veel eerste monsters<br />

gezien waarin nog geen antistoffen<br />

aan toonbaar zijn, van al deze monsters zal<br />

alsnog een PCR bepaling worden gedaan<br />

om een mogelijke meerwaarde hiervan aan<br />

te tonen. Alle patiënten waarbij een serologische<br />

aanwijzing is voor een acute infectie<br />

worden opgeroepen voor een vervolgmonster<br />

op 3, 6 en 12 maanden. Dit wordt<br />

uitgevoerd <strong>door</strong> het JBZ in samen werking<br />

met het Diagnostich Centrum Bernhoven.<br />

Het advies is momenteel om een cardiologische<br />

echo alleen uit te voeren bij<br />

patiënten met een pre-existente hartafwijking<br />

of een souffle, mogelijk dat op<br />

een later tijdstip nog een advies komt om<br />

alsnog een echo-cor te laten verrichten bij<br />

een hoge titer van de IgG fase I antistoffen<br />

(aanwijzing voor chronische infectie). n<br />

Ineke Weers, medisch microbioloog<br />

12 | Cura, jaargang 5, nummer 2


k e n n i s & w e t e n s c h a p<br />

In Nederland worden 30.000 mensen per jaar<br />

getroffen <strong>door</strong> een beroerte (CVA). Bij ongeveer 70<br />

tot 80% is de arm- en handfunctie aangedaan. In<br />

de vroege fase, direct na het CVA is het nog niet<br />

duidelijk in hoeverre herstel optreedt. Daarom<br />

werd onderzoek gedaan naar het voorspellen van<br />

het herstel van arm- en handfunctie na een CVA.<br />

Annet van Kuijk deed onderzoek naar de herstelfunctie van arm- en handfunctie<br />

Herstel van arm- en handfunctie na beroerte:<br />

klinische<br />

beoordeling versus<br />

magneetstimulatie<br />

In het onderzoek stond de vraag centraal of<br />

transcraniële magneetstimulatie (magnetische<br />

pulsen die de hersenen prikkelen)<br />

van toegevoegde voorspellende waarde is op<br />

het herstel, vergeleken met alleen klinisch<br />

onderzoek. Deze kennis is van belang om<br />

patiënten en familie al in een vroeg<br />

stadium te informeren over de kans op<br />

herstel en om eerder dan nu het geval is de<br />

juiste behandeldoelen te kunnen stellen.<br />

Transcraniële magneetstimulatie<br />

Met transcraniële magneetstimulatie wordt<br />

beoordeeld of de motorische zenuwbanen<br />

vanuit de hersenen naar de spieren intact<br />

zijn. Bovenop de schedel worden met een<br />

sterke magneet de hersengebieden die de<br />

spieren van de arm en hand aansturen<br />

geprikkeld. Hier<strong>door</strong> worden elektrische<br />

stromen opgewekt in het hersen- en<br />

zenuwweefsel dat deze spieren aanstuurt.<br />

De spierreactie op deze stroom is aan het<br />

huidoppervlak boven de spieren af te leiden<br />

<strong>door</strong> middel van spiergeleidingsonderzoek<br />

(EMG).<br />

Structureel lichamelijk onderzoek versus<br />

Transcraniële magneetstimulatie<br />

Bij 39 patiënten met een recent eerste<br />

herseninfarct en een volledige verlamming<br />

van de arm werd transcraniële magneet<br />

stimulatie in de eerste en derde week na<br />

CVA vergeleken met een gestructureerd<br />

lichamelijk onderzoek naar spierkracht en<br />

bewegingsmogelijkheden (Fugl-Meyer<br />

Motor Assessment (FMA)) van de arm. Zes<br />

maanden na het herseninfarct werd bij 34%<br />

van de patiënten herstel van handfunctie<br />

gezien. Op basis van een systematisch en<br />

herhaald lichamelijk onderzoek is na drie<br />

weken na het CVA te voorspellen is in<br />

hoeverre de arm- en handfunctie binnen<br />

een half jaar zal herstellen. Gebruikmakend<br />

van een gestructureerd lichamelijk onderzoek<br />

van de arm (FMA bovenste extremiteit)<br />

kan 3 weken na het CVA een<br />

nauwkeurige voorspelling van herstel van<br />

handfunctie op de lange termijn worden<br />

gedaan. Een gestructureerd lichamelijk<br />

onderzoek van het been kan gebruikt<br />

worden om de afwezigheid van herstel te<br />

voorspellen. Transcraniële magneetstimulatie<br />

heeft eenzelfde voorspellende<br />

waarde als dit klinisch onderzoek, maar<br />

géén toegevoegde waarde. Bovendien is het<br />

voor de patiënt een grotere belasting.<br />

Bij ongeveer 70 tot 80% is de arm- en handfunctie<br />

aangedaan<br />

Spasticiteit<br />

Spasticiteit, een verschijnsel dat ook kan<br />

optreden na een beroerte, blijkt vaak voor te<br />

komen maar nauwelijks te voorspellen. In<br />

het onderzoek werd ook onderzocht hoe<br />

vaak spasticiteit in de arm en hand<br />

voorkomt en wanneer dit voor het eerst<br />

optreedt. Een groep van 43 patiënten met<br />

een recent herseninfarct en een volledig<br />

krachtsverlies van de arm en hand werd<br />

gedurende 6 maanden gevolgd. Spasticiteit<br />

kwam bij 63% van de patiënten voor.<br />

Vervolgens werd bekeken of spasticiteit kon<br />

worden voorspeld <strong>door</strong> middel van systematisch<br />

neurologisch onderzoek. Hierbij<br />

werd gekeken naar: 1) afwezig bewegingsvermogen<br />

van de arm en hand (FMA,<br />

bovenste extremiteit subschaal), 2) afwezige<br />

zelfredzaamheid (Barthel Index), 3) laag<br />

bewustzijn, 4) gevoelsstoornissen, 5) niet<br />

weten hoe te handelen (apraxie), 6) het zich<br />

niet bewust zijn van de aanwezigheid van<br />

de aangedane zijde (neglect), 7) verhoogde<br />

peesreflexen, 8) links- of rechtzijdig<br />

gelokaliseerd infarct, 9) uitgebreidheid van<br />

het infarct, en 10) een eerder <strong>door</strong>gemaakt<br />

infarct. Ook werd gekeken naar de aan- of<br />

afwezigheid van een spierreactie bij<br />

transcraniële magneetstimulatie. Ondanks<br />

het grote aantal patiënten met verhoogde<br />

Lees verder op pagina 14 ><br />

Cura, jaargang 5, nummer 2 | 13


k e n n i s & w e t e n s c h a p<br />

Vervolg van pagina 13 ><br />

spier spanning bleek spasticiteit niet te<br />

voorspellen, noch <strong>door</strong> een systematisch<br />

neurologisch onderzoek, noch <strong>door</strong><br />

transcraniële magneetstimulatie.<br />

Voortzetting onderzoek<br />

Het onderzoek wordt voortgezet binnen het<br />

EXPLICIT-stroke onderzoek. EXPLICITstroke’<br />

is het acroniem dat staat voor<br />

‘EXplaining PLastICITy after stroke’. In<br />

eerste instantie is het ‘EXPLICIT-stroke’<br />

onderzoek gericht op het vaststellen van de<br />

effecten van het vroegtijdig starten van<br />

intensieve therapie op de verlamde arm bij<br />

patiënten met een CVA. Het tweede<br />

hoofddoel van dit revalidatieprogramma is<br />

gericht op het beter leren begrijpen van de<br />

mechanismen die bepalend zijn voor het<br />

herstel van arm-handvaardigheid na een<br />

CVA. Het EXPLICIT consortium bestaat uit<br />

vier academische centra (VU Medisch<br />

Centrum, UMC Leiden, UMC Radboud en<br />

UMC Utrecht). Vanuit dit consortium zal<br />

intensief worden samengewerkt met de<br />

liërende verpleeghuizen en revalidatiecentra<br />

waaronder het Revalidatiecentrum<br />

‘Amsterdam’ (RCA), Revalidatiecentrum<br />

‘Rijnland’ (Leiden), St. Maartenskliniek<br />

(Nijmegen), revalidatiecentrum ‘de<br />

Hoogstraat’ (Utrecht) en revalidatiecentrum<br />

‘Tolbrug’ (‘s Hertogenbosch). n<br />

Annette van Kuijk, revalidatiearts<br />

Cerebellaire dysfunctie bij atypische pneumonie;<br />

denk aan Legionella!<br />

Een 50 jarige patiënte, met een cardiovasculair<br />

belaste familieanamnese en een<br />

voorgeschiedenis van hypercholesterolaemie,<br />

pseudoradiculaire klachten in haar<br />

rechterbeen en depressiviteit werd<br />

opgenomen met een sinds een aantal dagen<br />

bestaande algehele malaise en 39.5°C<br />

koorts. De amoxicilline die de huisarts haar<br />

had gegeven vanwege een verdenking van<br />

pneumonie, liet haar koorts verder oplopen<br />

tot 41°C. Daarnaast raakte patiënte<br />

progressief somnolent (tot EMV 9) en<br />

verward, zonder tekenen van meningeale<br />

prikkeling. Tevens werd zij toenemend<br />

dyspnoeisch, maar zonder hoest of<br />

sputumproductie.<br />

Er werd aanvullend onderzoek bij opname<br />

gedaan. Daaruit bleek onder meer dat er<br />

meer infiltratieve afwijkingen in de<br />

rechterlong- waren dan in de linkerlong.<br />

Een ECG wees uit dat er sprake was van<br />

een sinustachycardie.<br />

Verslechterde toestand<br />

Wegens verdenking op een atypische<br />

pneumonie (hoge koorts, verhoogd LDH en<br />

verlaagd natrium) werd een Legionella<br />

sneltest verricht die positief bleek. Hierop<br />

kreeg patiënte aanvankelijk moxifloxacine<br />

en vervolgens ciprofloxacine Haar toestand<br />

verslechterde echter en zij moest vanwege<br />

respiratoire insufficiëntie kortdurend<br />

worden beademd. Na twee dagen zakte de<br />

koorts, werd de beademing afgebouwd en<br />

patiënte gemobiliseerd.<br />

Tijdens het herstel had patiënte meer<br />

moeite met spreken en lopen, alsof ze<br />

dronken was en had zij een continue<br />

instabiel gevoel, waar<strong>door</strong> ze regelmatig<br />

viel. Ze was zeer moe en emotioneel en<br />

had moeite met haar korte termijn<br />

geheugen. Bij neurologisch onderzoek<br />

zagen wij een patiënte, met een gesaccadeerde<br />

oogbolmotoriek, milde cerebellaire<br />

dysartrie en verminderde tongmotoriek.<br />

Tevens namen wij symmetrisch<br />

verminderde vibratiezin aan de tenen, het<br />

beeld van een gestoorde koorddansergang<br />

en ataxie aan armen en benen waar.<br />

Bespreking<br />

Bij onze patiënte bleek naast verwerkingsproblematiek<br />

en forse inspanningsintolerantie,<br />

ook sprake van een<br />

invaliderend cerebellair syndroom terwijl<br />

aanvullend MRI onderzoek een normaal<br />

cerebellum liet zien.<br />

Een recente case report laat een patiënt met<br />

dezelfde klachten zien als de onze. Bij deze<br />

patiënte leken verwardheid, frontale<br />

stoornissen en cerebellaire dysfunctie het<br />

gevolg van reversibele afwijkingen in het<br />

corpus callosum. Aangezien deze klinische<br />

en radiologische afwijkingen kunnen ook<br />

worden gevonden bij patiënten met<br />

hoogteziekte (cerebraal oedeem), bij<br />

patiënten lijdend aan het haemolytischuraemisch<br />

syndroom, een infectie met het<br />

rotavirus of acute cerebellitis bestaat er een<br />

aantal hypotheses mbt de pathofysiologie.<br />

De reden waarom met name cerebellaire<br />

dysfunctie optreedt is tot op heden<br />

onbekend. De hypotheses over de pathogenese<br />

lopen dan ook uiteen van ‘molecular<br />

mimicry (moleculaire kruisreactiviteit)’ tot<br />

aan vasogeen en/of cytotoxisch of het<br />

direkte gevolg van legionella endotoxinen.<br />

In het algemeen treedt bij een aanzienlijk<br />

deel van de patiënten een heel behoorlijk<br />

herstel op van de neurologische symptomen.<br />

Een bewezen behandeling is niet<br />

voorhanden. Mogelijk dat nieuwere onderzoeksmethoden<br />

verder inzicht verschaffen<br />

in de pathogenese en zo de weg vrijmaken<br />

voor nieuwe behandel strate gieën.<br />

Overigens vertoonde ook onze patiënte<br />

verder herstel van de neurolo gische<br />

klachten in de maanden na ontslag.<br />

Patiënte werd voor verdere begeleiding<br />

overgedragen aan de revalidatiearts, en zal<br />

nog laagfrequent de polikliniek neurologie<br />

bezoeken. n<br />

Marcel Garssen, neuroloog<br />

14 | Cura, jaargang 5, nummer 2


k e n n i s & w e t e n s c h a p<br />

Schildwachtklierbiopsie bij<br />

multicentrische mammatumoren<br />

De schildwachtklierbiopsie is een minimaal invasieve methode om geïnformeerd te raken over uitzaaiingen<br />

in de oksel. Het heeft het routine okselkliertoilet bij patiënten met unifocale borstkanker (1 kwaadaardige<br />

tumor in de borst) vervangen. De schildwachtklier is de eerste drainageklier vanuit een bepaald deel van het<br />

lichaam. Tumorcellen zullen vanuit de tumor als eerste naar die betreffende klier(en) uitzaaien. Wanneer er<br />

in die klier geen tumorcellen worden aangetroffen, zijn deze waarschijnlijk ook niet aanwezig in de andere<br />

klieren. Door het opsporen van de schildwachtklier kunnen die patiënten geselecteerd worden die een<br />

okselkliertoilet moeten ondergaan (schildwachtklier positieve patiënten).<br />

Multicentrische mammatumoren<br />

De rol van de schildwachtklierbiopsie is<br />

echter nog niet geheel duidelijk bij<br />

patiën ten met multicentrische borstkanker,<br />

dwz minstens 2 kwaadaardige tumoren op<br />

minstens 2 verschillende plaatsen in de<br />

borst. Afhankelijk van het instituut worden<br />

er tussen de 6 en 35 nieuwe gevallen van<br />

multicentriciteit per jaar gediagnosticeerd.<br />

Multicentrische tumoren worden<br />

beschouwd als een relatieve contra-indicatie<br />

voor de schildwachtklierbiopsie <strong>door</strong> het<br />

veronderstelde hogere vals-negatieve<br />

percentage. Hierbij wordt aangenomen dat<br />

een tumor, gelegen in verschillende<br />

gebieden (kwadranten) van de borst, naar<br />

verschillende lymfklieren draineert.<br />

Recente studies ondersteunen echter de<br />

theorie dat alle kwadranten van de borst<br />

draineren via dezelfde lymfatische route,<br />

leidend tot dezelfde schildwachtklier.<br />

SMMaC studie<br />

Deze discussie is de reden geweest voor het<br />

opzetten van de SMMaC studie (Schildwachtklierbiopsie<br />

bij Multicentrische<br />

Mamma Carcinomen), geïnitieerd vanuit de<br />

afdeling heelkunde en nucleaire geneeskunde<br />

van het JBZ. In deze studie wordt er<br />

experimenteel een schildwacht klier biopsie<br />

verricht gevolgd <strong>door</strong> een completerend<br />

okselkliertoilet, de huidige behandeling<br />

(van de axilla) bij patiënten met een multicentrisch<br />

mammacarcinoom. Op eenzelfde<br />

manier is eind jaren 90 de betrouwbaarheid<br />

van de schildwachtklieren bij unifocale<br />

mammatumoren aangetoond. Indien de<br />

schildwachtklierbiopsie bij multicentrische<br />

mamma tumoren na validatie betrouwbaar<br />

blijkt te zijn, zou ook deze patiëntengroep<br />

niet meer onnodig een standaard okselklierdissectie,<br />

welke gepaard kan gaan met<br />

een aanzienlijke morbiditeit (lymfoedeem,<br />

beperkte schouderfunctie), hoeven te<br />

ondergaan. Daar multicentriciteit betrekkelijk<br />

weinig voorkomt, wordt de studie in<br />

diverse centra uitgevoerd, om toch binnen<br />

afzienbare tijd resultaten te kunnen presenteren.<br />

We beogen bij minstens 50 patiënten<br />

experimenteel een schild wachtklierbiopsie<br />

te verrichten.<br />

Literatuur<br />

In het buitenland zijn er al diverse validatiestudies<br />

(waarvan 5 retrospectief) verricht<br />

naar de waarde van de schildwacht klierbiopsie<br />

bij multicentrische mamma carcinomen.<br />

De resultaten hiervan zijn over het<br />

algemeen goed. Er bestaat tussen de studies<br />

echter variatie in de injectietechniek voor<br />

het opsporen van de schild wacht klier.<br />

Hier<strong>door</strong> is het moeilijk om een uniforme<br />

conclusie te trekken.<br />

Plaatje van de borst<br />

waarbij rond de tumor<br />

blauwe kleurstof wordt<br />

ingespoten om de<br />

schildwachtklier op te<br />

sporen. Met de<br />

verschillende gekleurde<br />

cirkels zijn verschillende<br />

tumoren in de 4 kwarten<br />

(kwadranten) van de<br />

borst aangegeven<br />

Nucleaire onderzoek<br />

Er zijn verschillende injectietechnieken<br />

beschreven voor het opsporen van de<br />

schildwachtklier. Zo kan de radioactieve<br />

vloeistof intra- of subdermaal rond de<br />

tepelhof (periareolair) en in of rond de<br />

tumor ingespoten worden. Onze voorkeur<br />

gaat uit naar de periareolaire injectietechniek<br />

(rond de tepelhof) vanwege de<br />

eenvoud en reproduceerbaarheid van de<br />

procedure. Tevens lijkt de periareolaire<br />

techniek ook bij multicentrische tumoren<br />

accurater met een hoog identificatie<br />

percentage (98- 100%). Voor de operatie<br />

wordt er op dezelfde plaatsen rond de<br />

tepelhof Patent Blauw (blauwe kleurstof)<br />

ingespoten om het identificeren van de<br />

schildwachtklier te vergemakkelijken. n<br />

RFD van la Parra 1 , PC Barneveld 2 , MF<br />

Ernst 1 , JM Broekman 3 , K Bosscha 1 .<br />

1<br />

afdeling heelkunde, 2 afdeling nucleaire<br />

geneeskunde, 3 Afdeling pathologie.<br />

Cura, jaargang 5, nummer 2 | 15


k e n n i s & w e t e n s c h a p<br />

Dementie gaat gepaard met verlies van functies. Als een patiënt niet voortijdig aan een andere aandoening<br />

overlijdt, verliest iedere patiënt, onafhankelijk van de oorzaak van dementie, op het einde van het ziektebeeld<br />

vrijwel alle motorische functies. Op enig moment daaraan voorafgaand verliezen patiënten ook hun<br />

rijvaardigheid. De vraag is <strong>door</strong> wie en wanneer een patiënt met dementie geadviseerd moet worden hun<br />

rijvaardigheid te laten onderzoeken of het zelfstandig besturen van een auto te staken.<br />

Patiënten met dementie<br />

achter het stuur<br />

In Nederland is het verboden auto te rijden<br />

bij het hebben van dementie. Als de arts dit<br />

echter verbiedt, dan kan dit een breuk in de<br />

vertrouwensrelatie met zijn patiënt<br />

veroorzaken, tenzij de patiënt wil dat de<br />

arts dit tegen hem zegt. Of een patiënt in<br />

Nederland dit wil horen bij onderzoek naar<br />

de aanwezigheid van dementie, is<br />

onbekend.<br />

Drie stellingen<br />

In het Centrum voor<br />

Geheugenproblematiek van het Jeroen<br />

Bosch Ziekenhuis zijn vanaf oktober 2005<br />

de eerste 100 patiënten gevraagd mee te<br />

doen aan een onderzoek. Aan patiënten die<br />

wilden meewerken en aan hun familie<br />

werden drie stellingen voorgehouden. De<br />

vraag was om de volgende stellingen te<br />

beoordelen met een van de vier<br />

mogelijkheden: niet belangrijk, een beetje<br />

belangrijk, belangrijk of heel belangrijk:<br />

1. Bij een lichamelijke afwijking dient de<br />

behandelend arts, indien nodig, een<br />

negatief rijadvies te geven;<br />

2. Bij dementie dient de behandelend arts,<br />

indien nodig, een negatief rijadvies te<br />

geven;<br />

3. De patiënt moet het advies van zijn arts<br />

altijd opvolgen.<br />

Verder werden data verzameld over<br />

medicatiegebruik, de relatie tot de familie,<br />

wel of niet rijden en de ernst en oorzaak<br />

van de dementie <strong>door</strong> de behandelend arts<br />

genoteerd, evenals zijn/haar subjectief<br />

oordeel over de rijvaardigheid.<br />

Geen van de gevraagde patiënten weigerde<br />

om mee te doen aan het onderzoek. In<br />

totaal werden 100 patiënten geïnterviewd,<br />

met een gemiddelde leeftijd van 73,9 jaar.<br />

Slecht bij één van deze patiënten was het<br />

niet mogelijk om familieleden of andere<br />

mantel<strong>zorg</strong>ers te spreken over dit<br />

onderwerp. Onderstaande tabel geeft de<br />

karakteristieken weer van de<br />

onderzoekspopulatie.<br />

Man 46%<br />

Gehuwd 51%<br />

Medicatie die in theorie de<br />

rijvaardigheid beïnvloedt<br />

24%<br />

Geen rijbewijs gehaald 29%<br />

Op eigen initiatief gestopt 29%<br />

Rijdt nog steeds auto 42%<br />

waarvan tweederde 3 keer<br />

in de week en<br />

41% meer dan<br />

5.000 km per jaar<br />

Geen geheugenstoornis 25%<br />

Milde geheugenstoornis 35%<br />

Dementerend<br />

40% (voornamelijk<br />

Alzheimer)<br />

Van de 42 patiënten die nog reden bleek 17% dement te zijn.<br />

Resultaten<br />

In geval van een somatische aandoening en<br />

in geval van een dementie vond<br />

respectievelijk 92% en 94% van de<br />

patiënten het belangrijk of zeer belangrijk<br />

belangrijk dat de arts een uitspraak zou<br />

doen over de rijvaardigheid. In beide<br />

gevallen vond de familie dit in 99%. 67%<br />

van de patiënten en 71% van de familie<br />

vond dat een uitspraak van een arts over<br />

rijvaardigheid nooit genegeerd kon worden.<br />

Uitspraak van de arts over rijvaardigheid kan niet genegeerd worden<br />

Ons onderzoek toont aan dat patiënten en<br />

hun familie die voor het eerst een centrum<br />

voor geheugenproblematiek bezoeken het<br />

belangrijk vinden dat hun behandelend arts<br />

een oordeel geeft over hun rijvaardigheid. n<br />

Paul Dautzenberg, geriater<br />

16 | Cura, jaargang 5, nummer 2


Net als elk ziekenhuis heeft ook het Jeroen Bosch Ziekenhuis een ZIROP, een<br />

Ziekenhuis Rampen Opvang Plan. Zaterdag 27 september jl. hield het ziekenhuis<br />

een oefening, om het plan te testen in de praktijk.<br />

JBZ oefent rampenopvang<br />

De oefening, waar 300 mensen bij<br />

betrok ken waren, benaderde de werkelijkheid.<br />

De betrokken medewerkers werden<br />

niet thuis gebeld, maar waren al in het<br />

ziekenhuis. Bovendien was de verplaatsing<br />

van de Lotus-patiënten virtueel, dus alleen<br />

op planborden. Dit om de echte patiënten<br />

geen overlast te geven.<br />

Ongeval A59<br />

Crisiscoördinator Ronald van Litsenburg<br />

kijkt tevreden terug. ‘In korte tijd werden<br />

vijftig patiënten binnengereden, die<br />

betrokken waren bij een groot ongeval op<br />

de A59. De triage verliep soepel; patiënten<br />

kwamen snel op de juiste plek terecht. In<br />

de aula boog een speciaal crisiscoördinatie-<br />

team zich over zaken als: de persverklaring<br />

of een eventueel tekort aan apparatuur.<br />

Medewerkers van de bewaking en<br />

beveiliging begeleidden ondertussen<br />

familieleden en omstanders naar De<br />

Bloemen kamp (naast de locatie Groot<br />

Ziekengasthuis), waar een opvangteam<br />

klaarstond.<br />

Leermomenten<br />

De hele ochtend keken externe obser vatoren<br />

mee over de schouders van de deelnemers<br />

aan de oefening. Van Litsenburg<br />

over de belangrijkste bevindingen: ‘De<br />

communicatie binnen de afdelingen was<br />

uitstekend, afdelings overstijgend kan het<br />

iets beter, daarbij is met name het<br />

patiënten vervolgsysteem een aandachtspunt.<br />

Verder bleek de aan wezigheid van<br />

een coördinerend radioloog op de Spoedeisende<br />

Hulp wenselijk. Heel positief was<br />

dat alle Lotus-patiënten zeiden dat ze goede<br />

<strong>zorg</strong> hadden gehad; dat is uiteraard het<br />

allerbelangrijkste.’<br />

Het Rampenopvangplan van het Jeroen<br />

Bosch Ziekenhuis wordt nu aangescherpt<br />

en per afdeling getest middels deeloefeningen.<br />

Over twee jaar vindt opnieuw<br />

een grote ziekenhuisoefening plaats. n<br />

GB<br />

Cura, jaargang 5, nummer 2 | 17


Patiënten die twee of meer dagen op de Intensive Care<br />

hebben gelegen en beademd zijn, ervaren hun verblijf op<br />

de IC vaak als traumatisch. Een speciaal Jeroen Bosch<br />

Ziekenhuis IC-na<strong>zorg</strong>team helpt mensen bij het verwerken<br />

van deze ervaringen. Onlangs organiseerde het team een<br />

speciale terugkomdag voor ruim 50 IC-patiënten.<br />

Terugkommiddag<br />

IC-patiënten<br />

Patiënten kunnen hun verblijf op de IC als<br />

traumatisch ervaren<br />

[w.v.t.t.k.]<br />

Journal Club<br />

Mensen die hun IC-opname niet goed<br />

verwerken, ontwikkelen later vaak<br />

problemen. Met een goede na<strong>zorg</strong> wordt de<br />

kans op slaapstoornissen, angsten,<br />

hallucinaties, onrust, woede en gevoelens<br />

van somberheid aanzienlijk verkleind.<br />

Gesprekken en begeleiding<br />

De na<strong>zorg</strong> van het IC-team bestaat uit<br />

gesprekken met de patiënt en eventueel de<br />

familie. Er is de mogelijkheid tot begeleiding<br />

<strong>door</strong> pastoraal werker, psycholoog of<br />

maatschappelijk werker. Vlak voor het<br />

ontslag krijgt de patiënt een rondleiding<br />

aangeboden over de IC, met uitleg van een<br />

verpleegkundige of een intensivist. De<br />

terugkommiddag die de afdeling onlangs<br />

Op woensdag 17 september 2008 vond de eerste Journal Club<br />

van het Jeroen Bosch Ziekenhuis plaats. Het doel van deze<br />

Journal Club is om de wetenschappelijke interesse en inbreng<br />

van AIOS/ANIOS binnen het ziekenhuis te vergroten.<br />

Daan Lips, chirurg in opleiding, beet op 17 september het spits af en presenteerde een<br />

landmark artikel van zijn eigen specialisme. Een dergelijk artikel heeft veelal grote impact<br />

op verschillende specialismen en is om die reden interessant voor AIOS en ANIOS. De<br />

Journal Club zal eens in het halfjaar worden gehouden en wordt georganiseerd dóór en<br />

vóór specialisten-in-opleiding van het Jeroen Bosch Ziekenhuis in samenwerking met de<br />

Wetenschapscommissie en het Wetenschapsbureau van het cluster Leerhuis. n<br />

organiseerde is een aanvulling op dit<br />

traject. ‘We wilden graag horen van de<br />

patiënten hoe het hen de afgelopen tijd is<br />

vergaan’, zegt intensivist Peter de Jager. ‘Je<br />

zou die middag dus kunnen typeren als<br />

ons grote spiegelgesprek.’<br />

Terugkommiddag<br />

In kasteel Maurick in Vught waren ruim<br />

100 IC-patiënten uit de periode 2006-<br />

2008, verpleegkundigen, artsen en<br />

managers. Zij zagen onder meer een film<br />

over de IC, gefilmd vanuit het perspectief<br />

van een patiënt. Verder was er veel ruimte<br />

voor het stellen van vragen en het<br />

uitwisselen van ervaringen met mede-expatiënten<br />

en verpleegkundigen en artsen.<br />

‘Heel leerzaam’, vindt De Jager. ‘We weten<br />

nu bijvoorbeeld dat we patiënten meer<br />

uitleg moeten geven over wat een delier is.<br />

Ook kan de overdracht van IC naar de<br />

afdeling nog beter. Als intensivist kijk ik nu<br />

toch anders aan tegen iemand die aan de<br />

beademing ligt. Nog meer dan vroeger ben<br />

ik me ervan bewust dat er tussen al die<br />

techniek een mens ligt.’<br />

Na<strong>zorg</strong>poli<br />

Naast het VU Ziekenhuis is het Jeroen<br />

Bosch Ziekenhuis het tweede Nederlandse<br />

ziekenhuis dat een terugkommiddag voor<br />

IC-patiënten heeft georganiseerd. De IC<br />

van het JBZ wil nu een volgende stap<br />

maken <strong>door</strong> het werk van het Na<strong>zorg</strong>team<br />

uit te bouwen in een Na<strong>zorg</strong>poli.<br />

IC-verpleegkundige Gertrud Klerkx: ‘Een<br />

poli <strong>zorg</strong>t voor meer conti nuïteit. Het geeft<br />

ons onder meer de kans om ook na<strong>zorg</strong> te<br />

bieden aan patiënten die hier maar twee of<br />

drie dagen liggen. We wisten het natuurlijk<br />

al, maar de terugkom middag heeft nog<br />

eens onderstreept hoe belangrijk deze vorm<br />

van <strong>zorg</strong> is voor veel mensen.’ n<br />

GB<br />

18 | Cura, jaargang 5, nummer 2


Nieuwe en vertrekkende specialisten<br />

Uroloog dhr. Kerkhoffs<br />

Kwam in: 1978 in het Groot Ziekengasthuis<br />

Ontwikkelingen op vakgebied: De<br />

laparoscopie, de operatietechniek waarbij je<br />

maar een klein sneetje hoeft te maken,<br />

heeft de laatste jaren een grote vlucht<br />

genomen.<br />

Welke patiënt blijft u bij: Ik herinner mij<br />

nog een jonge vrouw met twee kleine<br />

kindjes waarbij blaaskanker werd<br />

geconstateerd. Ik krijg nog steeds tranen in<br />

mijn ogen als ik aan haar denk. Ik kon haar<br />

niet redden. Toen zij naar huis ging, was<br />

het afscheid zeer emotioneel. Ze zal mij<br />

altijd bijblijven.<br />

JBZ moet letten op: Behulpzaamheid van<br />

de collega’s onderling. Als een collega met<br />

een gerichte vraag komt, moet over allerlei<br />

schijven gaan, nu is dat soms wel het geval.<br />

Dat is overigens wel inherent aan de<br />

uitgebreidheid van de organisatie.<br />

Wat nu: Ik ben niet iemand om achter de<br />

geraniums te gaan zitten. Ik volleybal elke<br />

week, ik golf en ga weer meer fietsen.<br />

Daarnaast liggen er nog super 8 films op<br />

me te wachten die ik wil overzetten op dvd<br />

en een groot aantal lp’s die op cd moeten<br />

worden overgezet.<br />

Oogarts, dhr. drs. W.G. van Wijnen<br />

Kwam in: In 1973 ben ik in het Carolus<br />

Ziekenhuis komen werken. Eerst als<br />

waarnemer, daarna voor vast.<br />

Ontwikkelingen op vakgebied: Mijn collega<br />

Korver en ik hielden ons voornamelijk<br />

bezig met poliklinische verrichtingen, zoals<br />

het aanmeten van brillen en het behandelen<br />

van oogziekten. Daarnaast deden we relatief<br />

veel staaroperaties. De techniek daarvoor is<br />

nu sterk verbeterd..<br />

Welke patiënt blijft u bij: Een jonge vrouw<br />

waarvan alle oogspieren waren verlamd na<br />

een auto-ongeluk. In totaal heb ik vijf à zes<br />

operaties bij haar gedaan. Uiteindelijk is ze<br />

25 jaar lang onder behandeling van mij<br />

geweest en dat schept een band.<br />

Werd ’t meest geraakt <strong>door</strong>: Een patiënt die<br />

ik opereerde aan staar van zijn ene goede<br />

oog. Dat ging helaas niet goed. Dat greep<br />

me erg aan omdat de gezondheid van mijn<br />

patiënten voorop staat. Het heeft mij ook<br />

geraakt dat veel van mijn patiënten bij mijn<br />

afscheid waren.<br />

JBZ moet letten op: Het Jeroen Bosch<br />

Ziekenhuis is een groot ziekenhuis. Elke<br />

fusie brengt problemen met zich mee.<br />

Volgens mij zijn veel problemen opgelost<br />

als medisch specialisten in loondienst gaan<br />

werken.<br />

Wat nu: Mijn vrouw en ik zijn net<br />

teruggegaan naar Rottum (Groningen).<br />

Samen met haar ver<strong>zorg</strong> ik onze dieren en<br />

werk ik in de tuin. Verder verdiep ik mij in<br />

holografie, deze fotografische techniek blijft<br />

me interesseren.<br />

Oogarts dhr. Klein Poelhuis<br />

Kwam in: Ik heb in 1977 een maand<br />

waargenomen voor collega Wijnen in het<br />

Carolusziekenhuis, daarna ben ik voor een<br />

aantal jaar naar Ghana vertrokken. In 1982<br />

weer teruggekeerd.<br />

Ontwikkelingen op vakgebied:<br />

Staaroperaties deden we vroeger vanwege<br />

de complicaties alleen als mensen niet<br />

meer konden lezen. Nu zijn het de meest<br />

uitgevoerde operaties in de hele wereld.<br />

Blindheid onder diabetespatiënten is enorm<br />

afgenomen <strong>door</strong> laserbehandelingen die<br />

tijdens mijn studie nog experimenteel<br />

waren. De laatste vijf jaar zijn er nieuwe<br />

medicijnen op de markt gekomen die het<br />

behandelen van natte maculadegeneratie<br />

mogelijk maken.<br />

Welke patiënt blijft u bij: Een jong meisje<br />

van 9 jaar, met een wisselende visus. We<br />

vonden niks en dachten aan simulatie, wat<br />

bij jonge meisjes regelmatig voorkomt. Het<br />

bleek een zeldzame hersentumor te zijn,<br />

die gelukkig goed te opereren was.<br />

Werd ’t meest geraakt <strong>door</strong>: Door het<br />

enorme verschil in medische voorzieningen<br />

tussen het rijke Nederland en Afrika.<br />

JBZ moet letten op: Mijn collega’s moeten<br />

de lijnen kort houden en het werk in<br />

kleinere units organiseren, zoals b.v.een<br />

glaucoom-poli, een diabetes-poli, etc.<br />

Wat nu: Ik ga bijna iedere vakantie terug<br />

naar Afrika. Nu ga ik voor langere tijd<br />

terug, met name voor het opleiden van<br />

oogverpleegkundigen. n<br />

[w.v.t.t.k.]<br />

Jeroen Bosch Ziekenhuis doet mee aan Week van de Smaak<br />

In het kader van de nationale Week van de Smaak is er aan patiënten van het Jeroen<br />

Bosch Ziekenhuis op woensdag 24 september een speciaal menu geserveerd met<br />

biologische ingrediënten en een bijzonder dessert. De medewerkers van de afdeling<br />

Voeding en Catering van het Jeroen Bosch Ziekenhuis hebben van ‘smaak’ hun<br />

beroep gemaakt. De koks vielen al verscheidene keren in de prijzen met hun<br />

kookkunsten en wilden de nationale Week van de Smaak niet onopgemerkt voorbij<br />

laten gaan. De verschillende gerechten werden met smaak verorberd. Het menu<br />

bestond uit:<br />

- Carpaccio van rode biet met geitenkaas en honing, pijnboompitten en krokant<br />

uitgebakken spek<br />

- Met bospaddenstoelen gevulde landhoenfilet, mosterdsaus, stamppot boerenkool<br />

- Jeroen Bosch Bol (een combinatie van twee streekgerechten: Bossche koek en<br />

Bossche bol). n<br />

Speciaal menu met biologische ingrediënten<br />

Cura, jaargang 5, nummer 2 | 19


Dit jaar bestaat Revalidatiecentrum Tolbrug 50 jaar.<br />

Het gouden jubileum is uitgebreid gevierd met een open dag, een symposium voor<br />

samenwerkingspartners en natuurlijk een medewerkerfeest. Een korte impressie.<br />

Wie jarig is, trakteert!<br />

Ruim 1000 bezoekers kregen tijdens de<br />

open dag op 13 april inzicht in het<br />

revalidatieproces in al zijn facetten. Wat<br />

gebeurt er achter de gevels aan de Tolbrugstraat<br />

Wat maken onze revalidanten hier<br />

mee Hoe ondersteunen we het proces van<br />

onze revalidanten Zelf beleven dat<br />

‘Oefenen, oefenen en nog eens oefenen’ het<br />

sleutelwoord is bij alle behandelingen die<br />

we bieden!<br />

Ter gelegenheid van het jubileum is er een<br />

film gemaakt met de titel ‘Verleden, heden<br />

en toekomst’. In deze film beleeft de kijker<br />

het revalidatieproces <strong>door</strong> de ogen van de<br />

revalidant. Een groot verschil met het<br />

verleden is dat de revalidant nu veel meer<br />

dan vroeger naast de behandelaar staat.<br />

Samen kiezen ze een optimaal revalidatieproces<br />

uit en brengen dit in praktijk.<br />

Een jubileum is bij uitstek een moment om<br />

het verleden te koesteren. Wat is er in al die<br />

jaren veel veranderd! Het verleden leverde<br />

ook kennis op, die nu de basis vormt voor<br />

veel nieuwe plannen waarin de visie van<br />

Revalidatiecentrum Tolbrug nog beter tot<br />

zijn recht gaat komen. De nieuwbouwlocatie<br />

van het revalidatiecentrum op de<br />

locatie ’s-Hertogenbosch is hiervan een<br />

bijzonder staaltje. De inrichting van de<br />

gebouwen volgt de geleidelijke weg van de<br />

revalidant naar reïntegratie in het dagelijks<br />

leven. De nieuwbouw sluit ook aan op de<br />

behoefte naar steeds meer variatie in<br />

behandelvorm en intensiviteit van<br />

revalidatieprogramma’s.<br />

Op 18 april kwamen verwijzers, samenwerkingspartners<br />

en medewerkers van<br />

Revalidatiecentrum Tolbrug samen in het<br />

Theater aan de Parade voor het Symposium<br />

‘Revalidatiecentrum Tolbrug; lerend in<br />

ontwikkeling’. Toonaangevende sprekers<br />

vanuit het hele land en betrokken<br />

deskundigen uit onze eigen organisatie<br />

spraken over de diverse aspecten van leren<br />

in de revalidatie. Revalideren is leren. De<br />

gehele dag <strong>door</strong> wordt er in het revalidatiecentrum<br />

intensief geleerd om vaardigheden<br />

te herwinnen. Iedereen heeft zijn eigen<br />

leerstijl. Het is goed om daarmee als<br />

professional rekening te houden bij de<br />

begeleiding van de revalidanten.<br />

Behandelaar en revalidant leren van elkaar<br />

waar<strong>door</strong> we onze behandeling voortdurend<br />

kunnen verbeteren. Een optimaal<br />

leerklimaat is voor onze organisatie dan ook<br />

van groot belang. We zijn kritisch op ons<br />

eigen functioneren en bieden medewerkers<br />

en revalidanten een veilige omgeving om te<br />

leren. Met onze samenwerkingspartners<br />

hebben we een dag over deze onderwerpen<br />

kunnen spreken, onder fantastisch<br />

voorzitterschap van Tom van ’t Hek.<br />

Afgewisseld met prachtige speciaal<br />

geschreven muziek van de Koningstheater<br />

academie.<br />

‘Swingend joh!’ Het galafeest voor<br />

medewerkers vond plaats in een zeer<br />

ver<strong>zorg</strong>de en sfeervolle ambiance. Alle<br />

medewerkers hebben hun best gedaan om<br />

er feestelijk uitgedost uit te zien en de<br />

stemming zat er meteen al goed in, na de<br />

spetterende opening van een percussiegroep.<br />

Swingend op de dansvloer of – wat<br />

rustiger - met een hapje en praatje in de<br />

gezellige ruimten van het voormalige<br />

klooster Bethlehem kon het jubileum met<br />

een tevreden terugblik op de activiteiten<br />

worden afgesloten. n<br />

Door Jan Verbaal, directeur Revalidatie centrum<br />

Tolbrug, Jan Willem Meijer, specialistmanager en<br />

Katinka van Boxtel, <strong>zorg</strong>manager van Revalidatiecentrum<br />

Tolbrug.<br />

20 | Cura, jaargang 5, nummer 2


Eind 2007 heeft de Nederlandse Vereniging van<br />

Revalidatieartsen (VRA) de vakgroep revalidatiegeneeskunde<br />

van RC Tolbrug gevisiteerd. Het was de eerste visitatie die in<br />

Nederland gedaan werd volgens een vernieuwd systeem.<br />

Succesvolle visitatie revalidatieartsen<br />

Revalidatiecentrum Tolbrug<br />

De nieuwe <strong>kwaliteit</strong>svisitatie legt veel<br />

nadruk op zelfevaluatie. De visitatiecommissie<br />

spreekt haar oordeel primair uit<br />

over de <strong>zorg</strong> voor <strong>kwaliteit</strong>: in welke mate is<br />

de vakgroep aantoonbaar systematisch en<br />

gestructureerd bezig met het bewaken en<br />

bevorderen van de <strong>kwaliteit</strong> van de<br />

patiënten <strong>zorg</strong> in haar praktijk<br />

De visitatie richt zich op vier professionele<br />

<strong>kwaliteit</strong>sdomeinen, te weten: de evaluatie<br />

van <strong>zorg</strong>, het patiëntenperspectief, het<br />

vakgroep functioneren en de professionele<br />

ontwikkeling.<br />

Evalueren eigen functioneren<br />

De kern van de visitatie betreft het<br />

evalueren van het eigen functioneren<br />

vanuit deze domeinen. Normaliter wordt<br />

een vakgroep een half jaar van tevoren op<br />

de hoogte gebracht van de visitatiedatum,<br />

bij de visitatie van Tolbrug was dit slechts 3<br />

maanden. In een zeer kort tijdsbestek<br />

werden allerlei evaluaties verricht en instrumenten<br />

ingevuld <strong>door</strong> de vakgroep,<br />

manage mentgegevens verzameld en<br />

enquêtes verricht onder huisartsen en<br />

patiënten. Ter voorbereiding op de<br />

visitatie dag werden verbeter en implementeerplannen<br />

geschreven. Tevens werden<br />

gesprekken gepland met de Raad van<br />

Bestuur en leden van de Vereniging<br />

Medische Staf van het Jeroen Bosch<br />

Ziekenhuis, medewerkers van RC Tolbrug<br />

en uiteraard de vakgroep zelf.<br />

Doordachte visie<br />

De visitatie verliep zeer goed. De<br />

commissie concludeert dat er sprake was<br />

van een uitstekend voorbereide visitatie.<br />

De praktijk heeft de laatste jaren een<br />

snelle groei <strong>door</strong>gemaakt, waarbij er<br />

sprake is van ambitieuze plannen en een<br />

duidelijke visie in samenhang met het<br />

management van het revalidatiecentrum.<br />

De vele publicaties, (poster)presentaties<br />

en een promotie getuigen van een stevige<br />

professionele ontwikkeling. Tevens was er<br />

lof voor het <strong>zorg</strong>concept in de nieuwbouw,<br />

vanuit een inhoudelijk goed <strong>door</strong>dachte<br />

visie.<br />

De geënquêteerde huisartsen gaven aan<br />

zeer tevreden te zijn met de geleverde<br />

<strong>zorg</strong> en de onderlinge communicatie. Wel<br />

vroegen zij aandacht voor het verder<br />

terugbrengen van wachttijden en zouden<br />

ze het erg waarderen als de revalidatieartsen<br />

meer betrokken zouden kunnen<br />

zijn bij hun bij- en nascholings activiteiten.<br />

De patiënten gaven ook aan<br />

tevreden te zijn over de geleverde <strong>zorg</strong> en<br />

bejegening. De leden van de medische<br />

staf van het Jeroen Bosch Ziekenhuis<br />

waarderen de geboden samenwerking en<br />

<strong>kwaliteit</strong> van <strong>zorg</strong>.<br />

Met de als zeer goed beoordeelde<br />

uitkomst van de visitatie is de vakgroep<br />

revalidatiegeneeskunde verder aan het<br />

werken aan een systeem van voortdurende<br />

evaluatie en verbetering van de <strong>kwaliteit</strong><br />

van <strong>zorg</strong>. Tevens wordt er gewerkt aan een<br />

stevige positionering van de vakgroep<br />

binnen het revalidatiecentrum waarbij de<br />

vakgroep de status krijgt van een officieel<br />

adviesorgaan binnen de organisatie.<br />

Gedeelde 6e plaats<br />

De vakgroep revalidatiegeneeskunde heeft<br />

deze visitatie als zeer positief ervaren. De<br />

voorbereiding was erg intensief, tijdrovend<br />

en vond plaats onder grote tijdsdruk.<br />

De onderlinge discussie, opstelling<br />

van plannen en evaluatie van de verschillende<br />

aspecten van de praktijk voering<br />

waren echter zeer waardevol. De<br />

uiteindelijke uitkomst van de visitatie<br />

vormt de kroon op het werk en werd nog<br />

eens bevestigd in de uitkomst van de<br />

Elsevier enquête, waar de vakgroep met<br />

een gedeelde 6e plaats bij de beste 10<br />

eindigde voor het specialisme revalidatiegeneeskunde.<br />

n<br />

Jan-Willem Meijer<br />

Cura, jaargang 5, nummer 2 | 21


Het Jeroen Bosch Ziekenhuis is gestart met een nieuwe consultvorm:<br />

het gezamenlijk medisch consult, waarbij patiënten groepsgewijs de<br />

arts bezoeken. Kindergeneeskunde is in juni begonnen voor kinderen<br />

met diabetes. Eind augustus volgde de polikliniek Neurologie voor<br />

patiënten met Multiple Sclerose (MS).<br />

Ervaringen delen<br />

in gezamenlijk<br />

medisch consult<br />

Een gezamenlijk medisch consult duurt 90<br />

minuten en wordt bezocht <strong>door</strong> ongeveer<br />

acht patiënten, eventueel met familielid.<br />

Het consult wordt gedaan <strong>door</strong> een team,<br />

dat naast de arts bestaat uit een gespreksleider<br />

(maatschappelijk werker) en een<br />

specialistisch verpleegkundige. Deelname<br />

is vrijwillig en deelnemers hebben geheimhoudingsplicht.<br />

‘Als arts geef je een<br />

medische behandeling en informatie aan<br />

de patiënt, net als bij een individueel<br />

consult’, zegt neuroloog Dr. Van Munster.<br />

‘Informatie die voor meerdere patiënten<br />

relevant is, hoef je zo maar één keer te<br />

vertellen. Soms is lichamelijk onderzoek<br />

nodig. Dan wijken we uit naar een naastgelegen<br />

onderzoekskamer. Meerwaarde is<br />

de inbreng van medepatiënten. Ze wisselen<br />

ervaringen uit, geven elkaar tips, herkennen<br />

elkaars klachten en leren van elkaar. Door<br />

de duur van het consult kun je dieper op<br />

een onderwerp ingaan.’<br />

Open sfeer<br />

De eerste ervaringen zijn positief. Elle<br />

Geurts nam deel aan een gezamenlijk<br />

medisch consult voor MS-patiënten. ‘De<br />

sfeer was open en er was genoeg tijd om je<br />

verhaal te doen. Het was prettig om<br />

ervaringen te delen en op elkaars verhalen<br />

in te haken. Zelf heb ik een milde vorm van<br />

MS. Sommige deelnemers zaten in een<br />

rolstoel. Iemand vroeg me: ‘Schrik je daar<br />

niet van’ Maar het deed me juist goed om<br />

te zien dat deze mensen zo positief zijn en<br />

volop in het leven staan. Een klein jaar<br />

geleden kreeg ik de diagnose MS. Alles is<br />

nog nieuw voor me. Andere deelnemers<br />

brachten onderwerpen naar voren waar ik<br />

niet eens aan gedacht had. Soms denk ik dat<br />

ik een domme vraag heb. Dan is het een<br />

opluchting als iemand anders die vraag stelt.<br />

Het was dus helemaal geen domme vraag!’<br />

Landelijk onderzoek<br />

Het gezamenlijk medisch consult komt<br />

voort uit het project ‘Samen naar de dokter’<br />

van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheids<strong>zorg</strong><br />

(CBO) en het Nederlands<br />

Instituut voor onderzoek van de gezondheids<br />

<strong>zorg</strong> (NIVEL). Van Munster:<br />

‘Verondersteld wordt dat vooral patiënten<br />

met chronische klachten baat hebben bij<br />

deze consultvorm. Samen met een aantal<br />

andere ziekenhuizen nemen wij deel aan<br />

een landelijk onderzoek. We hebben<br />

training gehad om dit consult op te zetten<br />

en uit te voeren. Onderzoekers vergelijken<br />

het gezamenlijk medisch consult met<br />

reguliere individuele consulten bij dezelfde<br />

arts. Ze maken video-opnames en nemen<br />

vragenlijsten af.’<br />

Impuls<br />

Van Munster is van plan om ook na het<br />

onderzoek <strong>door</strong> te gaan met de nieuwe<br />

consultvorm. ‘Zo kunnen we weer wat<br />

extra’s doen voor MS-patiënten. We zijn<br />

sinds 1998 bezig om MS op de kaart te<br />

zetten. Op de locatie Groot Ziekengasthuis<br />

is bijvoorbeeld een gecertificeerd MS<br />

behandel- en informatiecentrum. Vijf<br />

dagen per week is er een MS-verpleegkundige<br />

aanwezig, we nemen deel aan<br />

internationaal wetenschappelijk onderzoek<br />

en voeren iedere maand multidisciplinair<br />

overleg. Het gezamenlijk medisch consult<br />

is een nieuwe impuls in de <strong>kwaliteit</strong> van<br />

<strong>zorg</strong> voor MS-patiënten.’ n<br />

LP<br />

22 | Cura, jaargang 5, nummer 2


Agenda<br />

In deze agenda worden bijeenkomsten vermeld, die interessant<br />

zijn voor lezers van Cura. Heeft u een bijdrage voor de agenda<br />

E-mail: communicatie@jbz.nl.<br />

Voorlichtingsbijeenkomsten voor patiënten<br />

Onderstaand vindt u een overzicht van de voorlichtings bijeenkomsten<br />

die zijn gepland in het vierde kwartaal van 2007. Voor<br />

actuele informatie over voorlichtings bijeenkomsten kunt u<br />

terecht op onze website www.jeroenboschziekenhuis.nl/agenda.<br />

Daar vindt u ook meer informatie over de bijeen komsten die<br />

hieronder staan vermeld. U kunt bovendien contact opnemen<br />

met het bureau Patiënten voorlichting, telefoon nummer (073)<br />

699 85 96. Voor sommige bijeenkomsten dient u zich vooraf<br />

aan te melden.<br />

28 oktober 2008 Wat is dementie<br />

Op locatie Carolus van het Jeroen Bosch Ziekenhuis bevindt<br />

zich een Centrum voor Geheugenproblematiek. Dit centrum is<br />

het resultaat van een samenwerkings verband tussen het Jeroen<br />

Bosch Ziekenhuis en de Reinier van Arkel Groep in<br />

’s-Hertogen bosch. De voorlichtingsavond is bedoeld voor<br />

patiënten bij wie in het Centrum voor Geheugenproblematiek<br />

de diagnose ‘dementie’ is gesteld, en hun familieleden. Ook<br />

andere belangstellenden zijn van harte welkom. Na de pauze is<br />

er ruim gelegenheid tot het stellen van vragen. Aanvang: 19.30<br />

- 21.30 uur, plaats: aula, locatie Carolus, toegang is gratis en<br />

vooraf aanmelden is niet nodig<br />

29 oktober 2008 - Bevallen op de locatie Groot Ziekengasthuis<br />

Voor zwangeren en hun partners die mogelijk willen bevallen<br />

op locatie Groot Ziekengasthuis wordt een paar keer per jaar<br />

In deze rubriek schrijven patiëntenvoorlichters van het ziekenhuis om de beurt een stukje over hun dagelijks werk.<br />

Spiegelgesprek<br />

een voorlichtingsbijeenkomst georgani seerd. Tijdens de<br />

bijeenkomst spreken een gynaecoloog en een verpleegkundige.<br />

U bent welkom op een van deze bijeen komsten vanaf de 27e<br />

week van uw zwangerschap. Aanmelden is niet nodig. De<br />

bijeenkomsten vinden plaats op woensdag 29 oktober 2008,<br />

aanvang: 19.30 - 21.00 uur, plaats: aula locatie Groot<br />

Ziekengasthuis.<br />

11 november 2008 - Botontkalking… daar kunt u iets aan doen!<br />

Tijdens de bijeenkomst geven verschillende sprekers uitleg over<br />

botontkalking. Er is gelegenheid om een risicotest af te laten<br />

nemen. De middag vindt plaats van 15.00 tot 17.30 uur in de<br />

aula van de locatie Groot Ziekengasthuis. De toegang is gratis.<br />

U wordt wel verzocht zich vóór 1 november aan te melden bij<br />

bureau Patiënten communicatie, telefoonnummer (073) 699 85<br />

96 (op werkdagen bij voorkeur tussen 10.00 en 11.00 uur).<br />

30 en 31 oktober en 6 en 7 november Bossche<br />

nascholingsdagen<br />

Hot thema is dit jaar ‘De oudere patiënt’. De organisatie ligt in<br />

handen van de huisartsen van onze regio en medisch<br />

specialisten van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Het doel is<br />

gezamenlijk bijscholen, elkaar beter leren kennen en hiermee<br />

samenwerking bevorderen. Voor onze patiënten belangrijk en<br />

voor ons bovendien gezellig. Locatie: Hotel De Bilderberg<br />

Utrechtseweg 261 in Oosterbeek. Per deelnemer wordt een<br />

bijdrage gevraagd van € 275,-. Voor meer informatie kunt u<br />

contact opnemen met Corrie Jacobs, kinderarts, (073) 699 24<br />

55, e-mail: c.jacobs@jbz.nl of Marian ’s-Gravemade,<br />

relatiemanager huisartsen, (073) 699 89 30, e-mail:<br />

m.sgravemade@jbz.nl. n<br />

Een simpel alleszeggend woord! Een gesprek waarbij er een ‘spiegel’ wordt voorgehouden aan de medewerkers<br />

van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Wat doen we goed en wat kan beter Degenen die daar het beste een antwoord<br />

op kunnen geven, zijn natuurlijk de patiënten en/of hun naasten.<br />

Het eerste spiegelgesprek waarbij ik aanwezig was, werd gehouden met de ouders van kinderen waarbij de neusen<br />

of keelamandelen zijn verwijderd. De ouders die uitgenodigd waren voor het gesprek zagen er heel<br />

ontspannen uit. Het leek hen niet te deren dat er ook nog toehoorders waren. Ik kreeg de indruk dat zij het heel<br />

prettig vonden om over hun ervaringen in het ziekenhuis met andere ouders te praten.<br />

Mijn nieuwsgierigheid ging het meest uit naar hoe de kinderen en hun ouders de patiëntenvoorlichting hadden<br />

ervaren. Kregen ze voldoende informatie of misten ze hierin nog iets<br />

COLOFON<br />

Cura is een uitgave van het<br />

Jeroen Bosch Ziekenhuis.<br />

Oplage: 2.500<br />

Tekstbijdragen<br />

Geert Braam (GB)<br />

Suzanne Bruijstens (SU)<br />

Saskia Byvanck (SB)<br />

Paul Dautzenberg<br />

Anne Esselink<br />

Marcel Garssen<br />

Floor Hamwijk (FH)<br />

Onno Hoes<br />

Peter de Jager<br />

Annet van Kuijk<br />

Celia Noordegraaf (CN)<br />

Lindy Popma (LP)<br />

Sarah Robben<br />

Willy Spaan<br />

Hoofdredacteur<br />

Celia Noordegraaf<br />

Eindredacteur<br />

Saskia Byvanck<br />

Foto’s<br />

Suzanne Bruijstens<br />

Ruud van Genugten<br />

Yvonne Lemmens<br />

Science Photo Library<br />

Opmaak en drukwerk<br />

Drukkerij BibloVanGerwen<br />

’s-Hertogenbosch<br />

Redactieleden:<br />

Corrie Baars<br />

Koop Bosscha<br />

Suzanne Bruijstens<br />

Saskia Byvanck<br />

Arla Heins<br />

Lianne van Iersel<br />

Jacqueline van der Krabben<br />

Christien Reinhard<br />

Olaf Tan<br />

Jan Verbaal<br />

Wetenschapsredactie<br />

Koop Bosscha, chirurg<br />

Saskia Byvanck,<br />

communicatieadviseur<br />

Marcel Garssen, neuroloog<br />

Annet van Kuijk, revalidatiearts<br />

Harm Sinnige, internist<br />

Esther de Vries, kinderarts<br />

Peter Wever, arts-microbioloog<br />

Tijdens het gesprek kwam naar voren dat <strong>door</strong> de ouders de schriftelijke informatie als heel duidelijk werd<br />

ervaren. Dat is voor ons voorlichters goed en prettig om te weten. Daarnaast ervoeren ouders en kinderen het<br />

kennismakingsgesprek op de afdeling voor de opname als positief. Hun kind was goed voorgelicht en de ouders<br />

waren op de hoogte van wat er ging gebeuren. Ook gaven de ouders nog enkele aandachtspunten aan waarmee<br />

wij de patiëntenvoorlichting kunnen verbeteren.<br />

Medewerkers en medisch specialisten van het Jeroen Bosch Ziekenhuis polsen op verschillende manieren hoe<br />

hun dienstverlening wordt ervaren. Het spiegelgesprek is daarbij een waardevol instrument. Het is zeer leerzaam<br />

en zinnig. De uitkomsten van het spiegelgesprek worden meegenomen in het verbeteren van de<br />

dienstverlening. n<br />

Henriëtte Kosterman, medewerker bureau Patiëntencommunicatie<br />

Redactieadres<br />

Jeroen Bosch Ziekenhuis<br />

locatie Willem-Alexander<br />

Afdeling Communicatie<br />

T: (073) 699 84 48/84 49<br />

F: (073) 699 89 29<br />

E: communicatie@jbz.nl<br />

Cura is ook op de website van<br />

het ziekenhuis te vinden:<br />

www.jeroenboschziekenhuis.nl.<br />

Cura, jaargang 5, nummer 2 | 23


Nieuwe toekomst in<br />

Jeroen Bosch Ziekenhuis<br />

voor glas-in-loodkunstwerk<br />

Op 13 september 2008 is tijdens de Open Monumentendag een symposium<br />

georganiseerd over de herbestemming van een schitterend glas-in-loodkunstwerk van<br />

de bekende Bossche kunstenaar Marius de Leeuw. ‘De Schepping van de Aarde’ is<br />

afkomstig uit de voormalige kapel van het Carolus Ziekenhuis en wordt na een reeks<br />

omzwervingen opnieuw gebruikt in de nieuwbouw van het Jeroen Bosch Ziekenhuis.<br />

Met het symposium speelde het ziekenhuis<br />

in op het thema van de Open Monumentendag<br />

van dit jaar: sporen. Sporen uit het<br />

verleden gaan een nieuwe toekomst<br />

tegemoet in de moderne kapel van het<br />

nieuwe Jeroen Bosch Ziekenhuis.<br />

Vondst<br />

Bij toeval kwam het bestuur van de<br />

Stichting Vrienden van de Kapel op het<br />

spoor van een schitterend glas-inloodkunstwerk<br />

van de bekende Bossche<br />

kunstenaar Marius de Leeuw (1915-2000).<br />

De glas-in-loodpanelen maakten eerder deel<br />

uit van de kapel in het voormalige Carolus<br />

Ziekenhuis in Den Bosch en de Maria<br />

Reginakerk in Boxtel. De 180 panelen<br />

bevonden zich bij een sloper, die op het<br />

punt stond ze aan verschillende cafés te<br />

verkopen. Het bestuur, dat zich inspant<br />

voor de bouw van een nieuwe kapel bij het<br />

Jeroen Bosch Ziekenhuis, besloot de<br />

panelen aan te kopen en te <strong>zorg</strong>en voor een<br />

waardige herbestemming.<br />

Na aankoop heeft Agnes Bomers, werkend<br />

voor het projectbureau Nieuwbouw van het<br />

ziekenhuis en beeldend kunstenares alle<br />

panelen digitaal gefotografeerd en<br />

geïnventariseerd. Vervolgens is zij op zoek<br />

gegaan naar de historie van het kunstwerk.<br />

Aan de hand van summier zwart/wit<br />

beeldmateriaal uit de jaren zestig en<br />

vergeelde kleurenfoto’s uit de jaren tachtig<br />

heeft zij alle panelen als losse puzzelstukjes<br />

bijeen gelegd (en teruggebracht) tot de<br />

oorspronkelijke twee ontwerpen die Marius<br />

de Leeuw in 1965 heeft gemaakt voor de<br />

glasinloodramen van de Carolus kapel in<br />

de Bossche binnenstad.<br />

Stichting Vrienden van de Kapel<br />

De bouwkosten van de nieuwe kapel bij<br />

het ziekenhuis in ‘s-Hertogenbosch<br />

worden geraamd op € 2 miljoen. Daar<br />

komen de inrichtingskosten nog eens bij.<br />

Omdat het van rechtswege niet mogelijk<br />

is om de kapel vanuit het nieuwbouwbudget<br />

te financieren, zal het benodigde<br />

geld via sponsoring bijeengebracht<br />

moeten worden. Om die reden is de<br />

Stichting Vrienden van de Kapel<br />

opgericht. Het symposium vormt de start<br />

van een publiekswervingsactie. n<br />

CN<br />

De Schepping van de Aarde<br />

De coverfoto en deze foto zijn beide fragmenten van het Oude en Nieuwe Jeruzalem.<br />

24 | Cura, jaargang 5, nummer 2

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!