Riesling und Sauermagen - Verenigde Vinologen Nederland

4
Echt bevlogen wordt Karl-Heinz als het
gaat om “terroir”. De proeverij die na
de bezichtiging van de kelder volgt,
biedt ruimschoots de gelegenheid op
dat onderwerp in te gaan. Centraal in
de proeverij staat het verschil tussen
twee bodemsoorten die (op geringe
afstand van elkaar, vaak binnen één
Erste Lage) hier de boventoon voeren:
Bundsandtein en Rotliegenden.
Eerst twee keer de Riesling Trocken,
van beide bodemtypes, voorbeelden
van de zgn. “Terroirweine” (een niveau
tussen de “instapwijnen”, hier Gutsweine
geheten) en de Grosse Gewachse. Beide zeer goede en aangename rieslings (met steeds
ca. 13% alcohol, 7,8 gram zuren en 4,6 gram restsuiker), waarbij de Buntsandstein het wint als
het gaat om wit en zelfs wat exotisch fruit, maar de Rotliegendes ondanks het wat strakkere en
meer minerale karakter meer spanning en complexiteit biedt.
Vervolgens ook van beide bodems een Grosses Gewachs riesling, beide GG Birkweiler Kastanienbusch,
dus van de zelfde Erste Lage, met voor de Rotliegendes als extra aanduiding Koppel.
Dit zijn natuurlijk veel krachtiger en vollere wijnen, met opnieuw een markant verschil. Ook hier
ont-lopen alcohol, zuur en restsuiker elkaar nauwelijks (13.9%, 7,6 -7,9 gram zuren en ca. 6
gram suiker). De GG Kastanienbusch biedt naast mineraliteit en kracht (zowel in de neus al in de
mond) prachtige citrustonen en wit fruit. De GG Kastanienbusch Koppel is opnieuw nog net iets
strakker en mineraler. Alles zit op zijn plaats, een prachtig evenwicht en een even prachtige
afdronk.
De serie riesling-wijnen wordt afgesloten met de Riesling Spatlese Spontaneous, een wijn waarbij
de gisting spontaan is opgehouden bij een restsuikergehalte van 46 gram en (daardoor) 10,6%
alcohol. Zoals verwacht mag worden biedt dat bij riesling een zeer fraaie spanning tussen zoet en
zuur, met zowel in de neus als in mond intense tonen van citrus en exotisch fruit.
Dan twee weissburgunders: De eerste, een Muschelkalk
Weisser Burgunder Spätlese, De tweede, een
grosses Gewachs, GG Birkweiler Mandelberg, komt
ook van een Musschelkalk-bodem. Net als de Grosse
Gewachse van riesling is dit een uitstekende wijn (zei
daar iemand dat van pinot Blanc alleen
slobberwijntjes worden gemaakt . . .). Een opvallende
krachtige neus met mineraliteit en wit fruit, alles
prachtig voortgezet in de smaak met aangename,
frisse zuren en een verrassend lange afdronk waar de
mooie zuren een goede rol spelen.
We ronden af met twee jaargangen van Wehrheims spatburgunder Grosses Gewachs van de
Birkweiler Kastanienbusch. Die wordt gemaakt op Bundsandstein en voor ons staan 2005 en
2006. Ook dit zijn uitstekende wijnen. De 2005 is duidelijk getypeerd door het warmere weer van
dat jaar, zowel in de neus als in de smaak is er behoorlijk intens en typisch pinot noir-fruit met
ook voldoende (en even typische) aardse tonen. 2006 is veel frisser en levendiger en dat kan niet
alleen liggen aan de hoeveelheid zuur (5,3 gram tegen 4,3 gram in de 2005; het fruit is ook
frisser. Verder is opvallend dat het hout in de 2005 meer opvalt. Een levendig debat dreigt zich te
ontspinnen over welke van de twee nu het fraaist is, of in 2006 bewust minder nieuw hout is
gebruikt, etc., maar Anne roept ons tot de orde omdat we achter dreigen te gaan lopen. Als ook