PARkEt PARQuEt - Bouwmagazines

Uit het leven gegrepen
Schadegevallen die de sector geen eer aan doen:
“De planken waren opgekruld
tot wel 30 cm hoog!”
Kurt De Pestel van het gelijknamige bedrijf Parket De Pestel
uit Oedelem komt als vakman én als expert nogal wat
frappante dingen tegen in de praktijk. Hij is ondervoorzitter
van Dé Parketplaatsers en al meer dan 23 jaar actief in
de sector, maar nog dagelijks wordt hij geconfronteerd met
situaties en schadegevallen die de sector en het parket in
het algemeen geen eer aandoen…
“Als expert wordt je natuurlijk continu en haast uitsluitend geconfronteerd
met schadegevallen en incompetentie, waardoor men haast zou
vergeten dat er ook nog heel wat goede stielmannen rondlopen en dat er
gelukkig voornamelijk goede parketvloeren worden gelegd.”, mijmert
De Pestel. “Maar soms is de situatie toch erg schrijnend en besef ik
telkens weer dat dergelijke situaties niet goed zijn voor de reputatie van
de parketplaatser en de parketsector in het algemeen. Nu…niemand is
onfeilbaar en hout is en blijft een natuurproduct waarbij een betrouwbare
en kwalitatieve plaatsing van heel wat factoren af hangt. Is de chape
in orde Zijn de uitvoeringsomstandigheden OK of is het gebouw nog te
vochtig Is er vloerverwarming aanwezig Hoe dan ook…elke vakman
kan hierop anticiperen, maar de praktijk leert ons dat dat nog maar
al te vaak niet gebeurt. Wij gaan soms 3 à 4 keer op de werf meten en
de plaatsingsvoorwaarden controleren vooraleer aan de slag te gaan,
maar niet iedereen neemt daar de tijd voor. De tijdsdruk ligt dan ook erg
hoog soms. Bewoners willen steeds sneller hun appartement of woning
betrekken en sommige parketplaatsers komen dan in de verleiding om
er meteen in te vliegen…met alle gevolgen vandien. Ooit werd ik bij een
schadegeval bijgeroepen waar de aannemer de plankenvloer al na 3
weken op de nog kletsnatte ondergrond had aangebracht. De planken
waren opgekruld tot wel 30 cm hoog! Nog nooit gezien zoiets! Dat
bewuste schadegeval ligt ondertussen al 4 jaar in proces...om u maar te
zeggen dat de gevolgen vergaand kunnen zijn.”, getuigt Kurt.
“Ergens ligt hier natuurlijk ook een taak weg voor de architect, die de
bouwers voldoende moet informeren dat hun bouw perfect droog moet
zijn, vooraleer de parket mag worden geplaatst. Er moet ook voldoende
aandacht worden besteed aan de aanwezigheid van vloerverwarming.
Indien dit alles in de wind wordt geslagen gaat het hout gegarandeerd
opkrullen, krimpen, barsten, enz…”, benadrukt de heer de Pestel.
“Wij merken aan de reactie van onze klanten overigens ook, dat ze het
enorm waarderen indien de patroon zelf meewerkt. Ze zien dat je het
goed meent en het schept een aparte band. Langs de andere kant is het
natuurlijk ook zo dat je niet alles zelf kunt doen en een aantal zaken
moet overlaten aan je personeel, dat overigens over het algemeen puik
werk aflevert. Er wordt echter heel vaak beroep gedaan op onderaannemers
vanwege de grootschaligheid van een project of de tijdsdruk, en
dat kan best goed lukken, maar dan moet men er wel zeker van zijn dat
die dezelfde kwaliteit en vakkundigheid kunnen bieden en niet snel gaan
werken onder de tijds- en prijsdruk. Sommige parketbedrijven hebben
enkel een toonzaal en laten voor de rest de plaatsing volledig over aan
onderaannemers. In dat geval moet men natuurlijk heel zeker zijn van
zijn stuk. Het kan zelfs nog straffer, want ik constateer vaak dat bij verbouwingen
de algemene aannemer zélf het parket gaat plaatsen om ook
hiervan een graantje mee te kunnen pikken… met alle gevolgen vandien
natuurlijk. Net zoals ze zich vaak zelf wagen aan dakwerken, loodgieterij
en elektriciteitswerken willen ze ook op dit vlak hun activiteiten
uitbreiden, maar dat komt slechts zelden goed. In dat opzicht kan ik niet
anders dan nogmaals te benadrukken, dat zowel de opdrachtgever als de
architect toch over een aantal middelen beschikken om zich te vergewissen
van een zekere kwaliteit van de parketplaatser en zijn werk. Zo
is het werken met een vakman die is aangesloten bij de vereniging
Dé Parketplaatsers vzw, intussen uitgegroeid tot een volwaardige gespecialiseerde
vereniging voor de vakman-parketplaatser, alvast een zekere
kwaliteitsgarantie, aangezien de vereniging tot doel heeft het imago
van de parketbedrijven te verbeteren en het vakmanschap te promoten.
Verder is er natuurlijk ook het
, een écht kwaliteitslabel dat
in het leven werd geroepen om een garantie te bieden aan de bouwheer
en architect over de goede uitvoering van de parketwerken.”, besluit
De Pestel.
18 Parket-Parquet ■ JUNI/JUIN 2009