18.01.2015 Views

Geldtekort voor therapie minderjarige seksuele ... - Weliswaar

Geldtekort voor therapie minderjarige seksuele ... - Weliswaar

Geldtekort voor therapie minderjarige seksuele ... - Weliswaar

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Meer dan de helft van alle<br />

volwassen <strong>seksuele</strong> delinquenten<br />

is zijn ‘carrière’ begonnen op<br />

jonge leeftijd. Het is een cijfer<br />

waarvan men zou verwachten dat<br />

een overheid, zeker in<br />

post-Dutroux tijd, wakker ligt.<br />

Minderjarige plegers worden echter<br />

nauwelijks ontdekt door de<br />

bevoegde instanties, en ons land<br />

heeft er nauwelijks geld <strong>voor</strong> veil.<br />

Jongens als Gino en Pieter (zie hieronder)<br />

hebben behandeling nodig om nefaste<br />

gedragspatronen vroegtijdig te doorbreken.<br />

Dat stellen de weinige behandelaars<br />

in ons land die zich gespecialiseerd hebben<br />

in jonge <strong>seksuele</strong> delinquenten.<br />

Anders dan bij volwassen zedendelinquenten,<br />

bestaat er geen wettelijk kader om<br />

de behandeling van <strong>minderjarige</strong>n te verplichten.<br />

Voor volwassen plegers zijn er<br />

in 1998 daderhulpconvenanten afgesloten<br />

tussen justitie en de gemeenschappen.<br />

De convenanten kwamen met een<br />

flink budget. De deal is duidelijk: de<br />

gemeenschappen krijgen middelen om<br />

daders te behandelen en daders moeten<br />

De dingen<br />

die je niet doet<br />

de behandeling serieus nemen, of ze vliegen<br />

achter de tralies. Voor jongeren<br />

bestaat die stok achter de deur niet.<br />

Iedereen moet mee willen<br />

Het Brusselse centrum ITER is één van de<br />

weinige plaatsen in ons land met een aanbod<br />

<strong>voor</strong> <strong>minderjarige</strong> zedendelinquenten.<br />

De werking met <strong>minderjarige</strong>n doet een<br />

beroep op vrijwilligers omdat er geen<br />

budget is. Elders is het al niet beter: per<br />

provincie is er meestal maar één Centrum<br />

<strong>voor</strong> Algemeen Welzijnswerk (CAW) dat<br />

zich bezighoudt met dit probleem. Minderjarigen<br />

die zedendelicten plegen, zijn geen<br />

prioritaire doelgroep. Ze zijn het evenmin<br />

<strong>voor</strong> de Centra Geestelijke Gezondheidszorg<br />

(CGG). Voorrang gaat naar mishandelde<br />

kinderen, kinderen met hechtingsstoornissen,<br />

jongeren met drugsproblemen,<br />

zelfmoordgevaar, eetstoornissen<br />

of delinquente ontwikkeling. De wachttijd<br />

<strong>Geldtekort</strong> <strong>voor</strong><br />

<strong>therapie</strong> <strong>minderjarige</strong><br />

<strong>seksuele</strong> delinquenten<br />

<strong>voor</strong> een intake bedraagt drie tot acht<br />

maanden. Medewerkers vrijstellen om zich<br />

verder te bekwamen in een specifieke<br />

dader<strong>therapie</strong> is er niet bij. Werken met<br />

Gino (13): “Ze heeft toch niet geprotesteerd.”<br />

Op twaalfjarige leeftijd was Gino op<br />

school al onhandelbaar. De school<br />

vraagt zijn ouders met de jongen in<br />

begeleiding te gaan bij een Centrum<br />

<strong>voor</strong> Geestelijke Gezondheidszorg. Pas<br />

negen maanden later volgen de ouders<br />

dit advies, omdat Gino seks had met<br />

zijn drie jaar jongere buurmeisje. Het<br />

begon met <strong>seksuele</strong> spelletjes en ging<br />

verder met penetratie. Het buurmeisje<br />

vertelde het aan haar moeder en zo<br />

ging de bal aan het rollen. Gino’s moeder<br />

vindt het gedrag van haar enige<br />

zoon vreselijk. Vader ziet het als een<br />

uit de hand gelopen spelletje dat<br />

<strong>voor</strong>tvloeit uit de ADHD-stoornis van<br />

Gino. Daardoor kan zijn jongen zich<br />

niet inhouden als de kans zich <strong>voor</strong>doet.<br />

Een stoere bink, die Gino. Het jongste<br />

lid van een bende die de buurt onveilig<br />

maakt. Over die machoverhalen<br />

wijdt hij graag uit bij het CGG. Wanneer<br />

zijn buurmeisje ter sprake komt, zien<br />

we een andere Gino: kop in kas, geen<br />

woorden. Zijn therapeut laat Gino zelf<br />

doseren hoeveel tijd hij in elke sessie<br />

wil praten over thuis, over zijn gedrag<br />

en over dat andere, lastige thema. De<br />

woorden komen heel langzaam. Een<br />

grote interesse in pornoboekjes had hij<br />

al langer, maar na enkele seksspelletjes<br />

wilde hij ook wel eens alles doen wat<br />

hij op seksvideo’s gezien had. Gino was<br />

gewend het buurmeisje zijn wil op te<br />

leggen. De seks vond ze volgens hem<br />

tof want ‘ze heeft toch niet geprotesteerd’.<br />

Schoorvoetend kwam Gino<br />

tot het inzicht dat het meisje seks misschien<br />

niet zo tof vond. Dit riep vragen<br />

bij hem op: wanneer kan ik dan wel<br />

seks hebben Seks als iets waar<strong>voor</strong> je<br />

samen kiest in een gelijkwaardige relatie<br />

is bepaald niet vanzelfsprekend<br />

<strong>voor</strong> Gino. Thuis heeft hij regelmatig<br />

ruzie met zijn vader. Die ondermijnt<br />

zijn zoon met cynische opmerkingen of<br />

negeert hem. ‘Hij moet op internaat,’<br />

hebben Gino’s ouders beslist. De jongen<br />

is woedend en ontmoedigd: “Of ik<br />

nu mijn best doe of niet, ik vlieg toch<br />

buiten”. Het CGG heeft <strong>voor</strong>gesteld de<br />

jongen op de wachtlijst te zetten <strong>voor</strong><br />

opname in een Observatie- en Behandelingscentrum<br />

en bepleit de<br />

ouders hun zoon alsnog een kans te<br />

geven. Het kan alle kanten op met<br />

Gino: herstel in het gezin of, wanneer<br />

de ouders echt afhaken, een escalatie<br />

van de problemen en een mogelijke<br />

carrière in Mol of Ruiselede.<br />

(RG)<br />

24 weliswaar


eportage<br />

Pieter (15): “Ik ben van niks of niemand bang.”<br />

<strong>minderjarige</strong>n is zo mogelijk nog intensiever<br />

dan werken met meerderjarige daders.<br />

Peter De Wannemaeker, verantwoordelijke<br />

van de kinderteams van de CGG Ahasverus<br />

in Asse, Halle en Vil<strong>voor</strong>de: “Het verhaal<br />

van Gino illustreert hoe belangrijk het is<br />

om tegelijkertijd te werken met de jongeren,<br />

de ouders en met de instelling waar de<br />

jongere eventueel verblijft. Heel het systeem<br />

moet mee willen of de aanpak faalt.”<br />

Naast enkele CAW’s en de CGG’s heeft onder<br />

andere de kinderpsychiatrie in Antwerpen<br />

een beperkt residentieel (acht bedden) en<br />

ambulant aanbod <strong>voor</strong> deze groep. Maar<br />

ook hier zijn de wachtlijsten lang, de werkingsmiddelen<br />

gering en<br />

worden projecten<br />

wegens besparingen<br />

in vraag<br />

gesteld in<br />

plaats van<br />

structureel<br />

verankerd.<br />

Stok achter<br />

de deur<br />

nodig<br />

Iedereen zit met<br />

dezelfde verzuchting:<br />

eens jongeren zeventien<br />

zijn, voelt blijkbaar niemand<br />

zich meer geroepen of bevoegd om op te<br />

treden. De jeugdrechtbank moet hen laten<br />

gaan. De werking met volwassen daders<br />

Het zit Pieter als kind niet mee: veel ruzie<br />

tussen ma en pa. Als pa drinkt, begint hij<br />

te slaan. Zowel ma als Pieter delen dan in<br />

de klappen. Het huwelijk houdt niet<br />

stand. Pieter is het vaakst bij ma, waar hij<br />

op zijn elfde in het weekend al mee zorgt<br />

<strong>voor</strong> de kindjes van de nieuwe partner van<br />

ma. Soms is hij ook een weekend bij pa,<br />

waar hij stiekem pornofilms bekijkt. Op<br />

school is de jongen ronduit balorig. Het<br />

slaan heeft hij van jongs af geleerd, dat<br />

gaat vanzelf. Zich masturberen bij pa’s<br />

pornofilms is ook een uitlaatklep <strong>voor</strong><br />

spanningen. Seks intrigeert Pieter steeds<br />

meer.<br />

Op een dag zorgt hij <strong>voor</strong> stiefzusje Elke<br />

(8) en het jongere stiefbroertje. Pieter is<br />

nu veertien. Elke heeft op haar broekje<br />

gemorst, Pieter wil haar schone kleren<br />

aandoen. Hij neemt haar mee naar boven,<br />

kleedt haar uit en betast haar. Elke moet<br />

Pieter’s penis ook aanraken. Hij bedreigt<br />

haar. Het scenario herhaalt zich meermaals.<br />

Een poging tot penetratie mislukt.<br />

Elke houdt haar mond niet meer en vertelt<br />

haar moeder over het misbruik. De<br />

vrouw dient klacht in. Eerst na een parcours<br />

in een gesloten gemeenschapsinstelling<br />

komt Pieter bij ITER terecht, dik<br />

tegen zijn zin. “Ik heb geen hulp nodig.<br />

Laat me allemaal met rust. Het is toch al<br />

naar de kloten!” Hij weigert een tijdlang<br />

alle medewerking. “Je zal nooit te weten<br />

komen wie ik echt ben, dus doe geen<br />

moeite. Niemand kent me en dat wil ik zo<br />

houden.” Pieter heeft het vertrouwen in<br />

volwassenen verloren. Ook zijn eigen<br />

moeder heeft hem na de feiten laten vallen.<br />

Hij gaat nog wel naar zijn vader, die<br />

nog steeds probeert het drinken te laten.<br />

Omwille van de torenhoge weerstand van<br />

Pieter, lukt het Jessica Opsteyn pas na<br />

enkele maanden met hem over het misbruik<br />

te praten, nadat er langzaam een<br />

zeker vertrouwen gegroeid is. Hoe is<br />

Pieter ertoe gekomen een meisje van acht<br />

heeft sinds jaar en dag uitgewezen dat een<br />

stok achter de deur een <strong>voor</strong>waarde is om<br />

mensen in <strong>therapie</strong> te krijgen en te houden.<br />

Jongeren, op die leeftijd niet<br />

gespaard van stemmingsschommelingen,<br />

worden echter verondersteld zelf voldoende<br />

gemotiveerd te zijn om te blijven<br />

komen. Geen wonder dat velen afhaken,<br />

stelt criminologe Jessica Opsteyn van ITER.<br />

Ook <strong>voor</strong> wie jonger dan zeventien is,<br />

bestaat er vaak geen behandelingsverplichting.<br />

Als de<br />

ouders niet<br />

akkoord<br />

gaan<br />

te misbruiken “Gewoon, gevraagd.”<br />

Jessica: “Ik kan me <strong>voor</strong>stellen dat ze het<br />

misschien vreemd vond. Hoe reageerde ze<br />

op die vraag” Pieter: “Ze heeft het<br />

gewoon gedaan. Ik had ook gezegd dat<br />

het iets speciaals was. En dat ze het tegen<br />

niemand mocht zeggen.” Jessica: “Ben je<br />

dan niet boos op haar omdat ze je heeft<br />

verklikt” Pieter: “Neen, het was mijn<br />

schuld. Zo’n dingen doe je niet. Ik weet<br />

niet hoe ik dat heb kunnen doen. Wat<br />

moet ze nu wel van me denken (stilte) Ik<br />

had mezelf toen beter de polsen overgesneden.”<br />

Pieter komt nog steeds, al heeft<br />

hij het moeilijk om met de schaamte te<br />

leven. “Als ik kinderen zie van Elke’s leeftijd,<br />

krimpt mijn maag ineen. Kon ik maar<br />

iets doen om het goed te maken.” In de<br />

instelling waar hij zit, maakt hij het geregeld<br />

bont. Hij slaat soms op de muur,<br />

soms op anderen. “Als je genoeg slaag<br />

hebt gehad, word je hard. Ik ben van niks<br />

of niemand bang.”<br />

(RG)<br />

met het oordeel van het parket, dan moeten<br />

jongens als Pieter of Gino al verdraaid<br />

dapper zijn om hun vrije tijd op te offeren<br />

aan gesprekken over netelige kwesties die<br />

ze willen ontvluchten. Zoals de zaken er<br />

nu <strong>voor</strong>staan, is het opmerkelijk dat langdurige<br />

begeleidingen in een aantal gevallen<br />

slagen. Jessica Opsteyn kan niet veel<br />

tijd doorbrengen met <strong>minderjarige</strong>n. Haar<br />

werk met volwassen daders moet eigenlijk<br />

<strong>voor</strong>gaan, want daar<strong>voor</strong> wordt ITER betaald.<br />

Bovendien is ze geen kinderpsychologe,<br />

wat van de omgang met vaak erg<br />

jonge plegers geen sinecure maakt. In het<br />

team van Peter De Wannemaeker zitten<br />

wel ervaren kindertherapeuten, maar die<br />

zijn daarom niet gespecialiseerd in jonge<br />

daders. ITER en het Kinderequipe van het<br />

CGG Ahasverus proberen hun krachten te<br />

bundelen om een beter aanbod uit te werken<br />

<strong>voor</strong> jeugdige plegers. Of hun opzet<br />

zal slagen, hangt zowel af van werkingsmiddelen<br />

– wie wil dit subsidiëren – als<br />

van het uitbouwen van voldoende netwerken<br />

rond de jonge plegers. Die kunnen hen<br />

aanmoedigen én zo nodig een beroep doen<br />

op een pressiemiddel om de begeleiding<br />

lang genoeg vol te houden.<br />

tekst | Ria Goris<br />

tekening | Ief Claessen<br />

weliswaar 25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!