Wetboek van Strafrecht
Wetboek van Strafrecht
Wetboek van Strafrecht
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Artikel 197b<br />
Hij die een ander, die zich wederrechtelijk toegang tot of verblijf in Nederland heeft verschaft, krachtens overeenkomst of<br />
aanstelling arbeid doet verrichten, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden dat de toegang of dat verblijf<br />
wederrechtelijk is, wordt gestraft met een ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste een jaar of geldboete <strong>van</strong> de vijfde categorie.<br />
Artikel 197c<br />
Hij die <strong>van</strong> het in artikel 197b omschreven feit een beroep of gewoonte maakt wordt gestraft met een ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten<br />
hoogste drie jaren of geldboete <strong>van</strong> de vijfde categorie.<br />
Artikel 197d<br />
Indien de schuldige de in de artikelen 197b of 197c omschreven feiten begaat in de uitoefening <strong>van</strong> enig ambt of beroep kan<br />
de rechter tevens de ontzetting uitspreken <strong>van</strong> de uitoefening <strong>van</strong> het recht het ambt te bekleden of het beroep uit te<br />
oefenen en de openbaarmaking <strong>van</strong> zijn uitspraak gelasten.<br />
Artikel 198<br />
1. Hij die opzettelijk enig goed aan het krachtens de wet daarop gelegd beslag of aan een gerechtelijke bewaring<br />
onttrekt of, wetende dat het daaraan onttrokken is, verbergt, wordt gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste vier jaren<br />
of geldboete <strong>van</strong> de vierde categorie.<br />
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk enig krachtens de wet in beslag genomen goed vernielt, beschadigt<br />
of onbruikbaar maakt.<br />
3. Met dezelfde straf wordt gestraft de bewaarder die opzettelijk een <strong>van</strong> deze feiten pleegt of toelaat, of de dader als<br />
medeplichtige ter zijde staat.<br />
Artikel 199<br />
1. Hij die opzettelijk zegels waarmede voorwerpen door of <strong>van</strong>wege het bevoegd openbaar gezag verzegeld zijn,<br />
verbreekt, opheft of beschadigt, of de door zodanig zegel bewerkte afsluiting op andere wijze verijdelt, wordt gestraft met<br />
ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste twee jaren of geldboete <strong>van</strong> de vierde categorie.<br />
2. De bewaarder die opzettelijk het feit pleegt of toelaat of de dader als medeplichtige ter zijde staat wordt gestraft met<br />
ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste drie jaren of geldboete <strong>van</strong> de vierde categorie.<br />
3. Indien het feit ten gevolge <strong>van</strong> onachtzaamheid <strong>van</strong> de bewaarder gepleegd is, wordt deze gestraft met hechtenis<br />
<strong>van</strong> ten hoogste een maand of geldboete <strong>van</strong> de tweede categorie.<br />
Artikel 200<br />
1. Hij die opzettelijk zaken, bestemd om voor de bevoegde macht tot overtuiging of bewijs te dienen, akten, bescheiden<br />
of registers die voortdurend of tijdelijk op openbaar gezag bewaard worden, of hetzij aan een ambtenaar, hetzij aan een<br />
ander in het belang <strong>van</strong> de openbare dienst zijn ter hand gesteld, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt,<br />
wordt gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste drie jaren of geldboete <strong>van</strong> de vierde categorie.<br />
2. Onder bevoegde macht wordt mede verstaan: een internationaal gerecht dat zijn rechtsmacht ontleent aan een<br />
verdrag waarbij het Koninkrijk partij is.<br />
Artikel 201<br />
Hij die opzettelijk brieven of andere stukken, aan een post- of telegraafkantoor bezorgd of in een postbus gestoken, aan hun<br />
bestemming onttrekt, opent of beschadigt, wordt gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste een jaar of geldboete <strong>van</strong> de<br />
derde categorie.<br />
Artikel 202<br />
Indien de schuldige aan een der in de artikelen 198-201 omschreven misdrijven zich de toegang tot de plaats <strong>van</strong> het misdrijf<br />
verschaft of het goed onder zijn bereik brengt door middel <strong>van</strong> braak, verbreking of inklimming, <strong>van</strong> valse sleutels, <strong>van</strong> een<br />
valse order of een vals kostuum, kan de straf met ten hoogste een jaar ge<strong>van</strong>genisstraf worden verhoogd.<br />
Artikel 203<br />
Hij die in tijd <strong>van</strong> vrede opzettelijk desertie <strong>van</strong> een krijgsman in dienst <strong>van</strong> het Rijk uitlokt door een der in artikel 47, eerste lid,<br />
onder 2°, vermelde middelen, of bevordert op enige in artikel 48 vermelde wijze, wordt gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten<br />
hoogste zes maanden of geldboete <strong>van</strong> de derde categorie.<br />
Artikel 204<br />
Hij die, in tijd <strong>van</strong> vrede, opzettelijk oproer of muiterij <strong>van</strong> krijgslieden, in dienst <strong>van</strong> het Rijk, uitlokt door een der in artikel 47,<br />
eerste lid, onder 2°, vermelde middelen, of bevordert op enige in artikel 48 vermelde wijze, wordt gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf<br />
<strong>van</strong> ten hoogste zes jaren of geldboete <strong>van</strong> de vierde categorie.<br />
Artikel 205<br />
Hij die, zonder toestemming <strong>van</strong> de Koning, iemand voor vreemde krijgsdienst of gewapende strijd werft, wordt gestraft met<br />
ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste vier jaren of geldboete <strong>van</strong> de vijfde categorie.<br />
Artikel 206<br />
1. Met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste twee jaren of geldboete <strong>van</strong> de vierde categorie wordt gestraft:<br />
1°. hij die zich opzettelijk voor de dienst bij de krijgsmacht dan wel voor enige werkzaamheid uit hoofde <strong>van</strong><br />
burgerdienstplicht ongeschikt maakt of laat maken;<br />
2°. hij die een ander op diens verzoek opzettelijk voor die dienst dan wel voor zodanige werkzaamheid ongeschikt<br />
maakt.