Wetboek van Strafrecht
Wetboek van Strafrecht
Wetboek van Strafrecht
- No tags were found...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Artikel 280<br />
1. Hij die opzettelijk een minderjarige die onttrokken is of zich onttrokken heeft aan het wettig over hem gesteld gezag of<br />
aan het opzicht <strong>van</strong> degene die dit desbevoegd over hem uitoefent, verbergt of aan de nasporing <strong>van</strong> de ambtenaren <strong>van</strong><br />
de justitie of politie onttrekt, wordt gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste drie jaren of geldboete <strong>van</strong> de vierde<br />
categorie of, indien de minderjarige beneden de twaalf jaren oud is, met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste zes jaren of<br />
geldboete <strong>van</strong> de vierde categorie.<br />
2. Het voorgaande is niet <strong>van</strong> toepassing op<br />
a. hem die de raad voor de kinderbescherming onverwijld de verblijfplaats <strong>van</strong> de minderjarige meedeelt; of<br />
b. de zorgaanbieder, bedoeld in artikel 1, onder g, <strong>van</strong> de Wet op de jeugdzorg, die op grond <strong>van</strong> artikel 41 <strong>van</strong> die wet<br />
<strong>van</strong> de provincie subsidie ont<strong>van</strong>gt en handelt overeenkomstig de krachtens artikel 3, vijfde lid gestelde regels;<br />
c. hem die handelt in het kader <strong>van</strong> zorgvuldige hulpverlening aan de minderjarige.<br />
3. Van zorgvuldige hulpverlening vormen de onverwijlde melding dat hulp wordt verleend alsmede de onverwijlde<br />
bekendmaking <strong>van</strong> de identiteit <strong>van</strong> de hulpverlener en zijn plaats <strong>van</strong> verblijf of vestiging aan degene die het gezag over<br />
de minderjarige uitoefent, bestanddelen.<br />
Artikel 281<br />
1. Als schuldig aan schaking wordt gestraft:<br />
1°. met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste zes jaren of geldboete <strong>van</strong> de vierde categorie, hij die een minderjarige<br />
vrouw, zonder de wil <strong>van</strong> haar ouders of voogden doch met haar toestemming, wegvoert, met het oogmerk om zich<br />
haar bezit in of buiten echt te verzekeren;<br />
2°. met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste negen jaren of geldboete <strong>van</strong> de vijfde categorie, hij die een vrouw door<br />
list, geweld of bedreiging met geweld wegvoert, met het oogmerk om zich haar bezit in of buiten echt te verzekeren.<br />
2. Geen vervolging heeft plaats dan op klacht.<br />
3. De klacht geschiedt:<br />
a. indien de vrouw tijdens de wegvoering minderjarig is, hetzij door haarzelf, hetzij door iemand wiens toestemming zij tot<br />
het aangaan <strong>van</strong> een huwelijk behoeft;<br />
b. indien zij tijdens de wegvoering meerderjarig is, hetzij door haarzelf, hetzij door haar echtgenoot.<br />
4. Indien de schaker met de weggevoerde een huwelijk heeft gesloten, heeft geen veroordeling plaats, dan nadat de<br />
nietigheid <strong>van</strong> het huwelijk is uitgesproken.<br />
Artikel 282<br />
1. Hij die opzettelijk iemand wederrechtelijk <strong>van</strong> de vrijheid berooft of beroofd houdt, wordt gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf<br />
<strong>van</strong> ten hoogste acht jaren of geldboete <strong>van</strong> de vijfde categorie.<br />
2. Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten<br />
hoogste negen jaren of geldboete <strong>van</strong> de vijfde categorie.<br />
3. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste twaalf jaren of<br />
geldboete <strong>van</strong> de vijfde categorie.<br />
4. De in dit artikel bepaalde straffen zijn ook <strong>van</strong> toepassing op hem die opzettelijk tot de wederrechtelijke<br />
vrijheidsberoving een plaats verschaft.<br />
Artikel 282a<br />
1. Hij die opzettelijk iemand wederrechtelijk <strong>van</strong> de vrijheid berooft of beroofd houdt met het oogmerk een ander te<br />
dwingen iets te doen of niet te doen wordt als schuldig aan gijzeling gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste vijftien<br />
jaren of geldboete <strong>van</strong> de vijfde categorie.<br />
2. Indien het feit de dood ten gevolge heeft wordt hij gestraft met levenslange ge<strong>van</strong>genisstraf of tijdelijke <strong>van</strong> ten<br />
hoogste dertig jaren of geldboete <strong>van</strong> de vijfde categorie.<br />
3. Het vierde lid <strong>van</strong> artikel 282 is toepasselijk.<br />
Artikel 282b<br />
1. Hij die opzettelijk iemand wederrechtelijk <strong>van</strong> de vrijheid berooft of beroofd houdt met een terroristisch oogmerk, wordt<br />
gestraft met levenslange ge<strong>van</strong>genisstraf of tijdelijke <strong>van</strong> ten hoogste dertig jaren of geldboete <strong>van</strong> de vijfde categorie.<br />
2. Artikel 282, vierde lid, is <strong>van</strong> overeenkomstige toepassing.<br />
Artikel 282c<br />
1. De samenspanning tot het in artikel 282b omschreven misdrijf wordt gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste tien<br />
jaren of geldboete <strong>van</strong> de vijfde categorie.<br />
2. Artikel 96, tweede lid, is <strong>van</strong> overeenkomstige toepassing.<br />
Artikel 283<br />
1. Hij aan wiens schuld te wijten is dat iemand wederrechtelijk <strong>van</strong> de vrijheid beroofd wordt of beroofd blijft, wordt<br />
gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste zes maanden of geldboete <strong>van</strong> de tweede categorie.<br />
2. Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten<br />
hoogste een jaar of geldboete <strong>van</strong> de derde categorie.<br />
3. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste twee jaren of