27.01.2015 Views

MS-2004-3 GIJSBERTS - Migrantenstudies

MS-2004-3 GIJSBERTS - Migrantenstudies

MS-2004-3 GIJSBERTS - Migrantenstudies

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Specifiek voor allochtonen is een variabele beschikbaar, die rekening houdt met de<br />

migratiegeschiedenis van deze groepen, het migrantentype. Om te beginnen is op grond van de leeftijd<br />

bij migratie een onderscheid gemaakt tussen migranten en nakomelingen. Degenen die bij migratie<br />

jonger waren dan 18 jaar en degenen die in Nederland zijn geboren vormen de nakomelingen. De<br />

migratieleeftijd van 18 jaar is gekozen omdat deze wordt aangehouden bij toelating op titel van<br />

gezinshereniging. De eerste generatie is vervolgens verder opgesplitst in twee categorieën: vroege of<br />

aanvankelijke eerste-generatiemigranten en latere eerste generatiemigranten. Wie vóór of in 1980 op<br />

18-jarige leeftijd of ouder is gemigreerd wordt tot de eerste categorie gerekend. Eerstegeneratiemigranten<br />

die na 1980 naar Nederland zijn gekomen, zijn ingedeeld bij de latere eerstegeneratie<br />

migranten. Bij de nakomelingen zijn eveneens twee categorieën onderscheiden.<br />

Nakomelingen die in Nederland zijn geboren of die vóór hun zesde jaar hier zijn komen wonen<br />

worden aangeduid als nakomelingen van de tweede generatie. Voor nakomelingen die tussen hun<br />

zesde en achttiende jaar zijn gemigreerd wordt de term tussengeneratie aangehouden. De<br />

gezinsvormende migratie levert een vijfde categorie op. Het gaat daarbij om migranten die zich als<br />

partner hebben aangesloten bij een hier verblijvende nakomeling. Volgens de toelatingsregels dient zo<br />

iemand bij migratie achttien jaar of ouder te zijn. Het is dus een specifieke categorie eerstegeneratiemigranten.<br />

Tenslotte is er in de analyses van het BOM bestand een dichotome variabele opgenomen ter<br />

controle van het feit dat een klein deel (16%) van de vragenlijsten binnen is gekomen na de aanslag op<br />

Pim Fortuyn.<br />

Intermediaire kenmerken<br />

Om een uitspraak te kunnen doen over de relatie tussen het wonen in een concentratiebuurt en<br />

wederzijdse beeldvorming is het relevant te bekijken of intermediaire factoren hierbij een rol spelen.<br />

In dit artikel gaat het om de mate van sociale contacten en de ervaren etnische dreiging, die mogelijk<br />

de oorzaak kunnen zijn voor de negatievere beeldvorming tussen autochtonen en allochtonen in<br />

concentratiebuurten.<br />

In zowel het BOM als het SPVA bestand is informatie verzameld over de sociale contacten<br />

tussen autochtonen en allochtonen onderling. Helaas zijn deze metingen niet helemaal identiek, maar<br />

ze lijken toch grotendeels op hetzelfde te duiden. In het SPVA bestand is contact met autochtonen<br />

gemeten door twee items te combineren: de mate van contact met autochtonen in de vrije tijd en de<br />

mate van bezoek van autochtone vrienden of buren. Dit resulteert in een betrouwbare schaal die loopt<br />

van 0 tot 100, waarbij 0 staat voor geen contact en 100 voor intensief contact (Cronbach’s alpha is<br />

indeling in zes categorieën gemaakt: tot 2000 euro, 2000 tot 3000 euro, 3000 tot 4000 euro, 4000 tot 5000 euro,<br />

5000 tot 6000 euro en meer dan 6000 euro.<br />

10

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!