27.01.2015 Views

MS-2004-3 GIJSBERTS - Migrantenstudies

MS-2004-3 GIJSBERTS - Migrantenstudies

MS-2004-3 GIJSBERTS - Migrantenstudies

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Over hoe minderheden over autochtonen denken is echter veel minder bekend. In de<br />

Rapportage minderheden 2003 zijn over deze materie enkele meer beschrijvende gegevens<br />

gepresenteerd (Van Praag 2003b). Maar over de bepalende individuele kenmerken van deze<br />

opvattingen onder allochtonen is nog weinig bekend. Zijn lager opgeleide allochtonen bijvoorbeeld<br />

negatiever over Nederlanders dan hoger opgeleide allochtonen Ook is niet bekend of deze<br />

opvattingen worden beïnvloed door de buurt waarin allochtonen in Nederland wonen. Het zou zo<br />

kunnen zijn dat met name allochtonen die in zogenaamde concentratiebuurten wonen negatiever zijn<br />

over de toestroom en aanwezigheid van migranten dan allochtonen die daar niet wonen. Wellicht<br />

voelen ook juist deze groepen allochtonen zich minder geaccepteerd en denken zij negatiever over de<br />

autochtone bevolking.<br />

In dit artikel worden de opvattingen van autochtonen over minderheden én de opvattingen van<br />

minderheden over autochtonen onderzocht. Welke betekenis de woonbuurt heeft, neemt hier een<br />

belangrijke plaats in. Allereerst gaan we na welke stereotype beelden autochtonen en minderheden<br />

over en weer van elkaar hebben (b.v. gezellig, gastvrij, verdraagzaam). Daarna komen opvattingen aan<br />

de orde over de betekenis en rechten van minderheden in de Nederlandse samenleving (b.v. over<br />

aantal minderheden in Nederland, toelating, recht op sociale zekerheid). Tot slot besteden we aandacht<br />

aan wat we ervaren acceptatie hebben genoemd (onder meer kansen voor minderheden, rechtvaardige<br />

behandeling).<br />

Voor minderheden (i.c. Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen) en voor autochtonen<br />

bekijken we allereerst in hoeverre individuele factoren een rol spelen in hun oordelen over de andere<br />

groep. Daarnaast gaan we in op de buurtcontext: hebben negatieve opvattingen over en weer ook te<br />

maken met de buurt waarin men woont Tevens is er aandacht voor intermediaire factoren, zoals de<br />

mate waarin men met elkaar contacten onderhoudt. Is het zo dat bewoners van een buurt met veel<br />

allochtonen negatiever zijn over elkaar zijn omdat zij minder contacten met elkaar onderhouden<br />

Samenvattend worden de volgende vragen in dit artikel beantwoord:<br />

- Hoe denken autochtonen en allochtonen over elkaar<br />

- Kunnen verschillen in wederzijdse opvattingen worden verklaard door individuele<br />

kenmerken<br />

- Welke relatie is er tussen het aandeel allochtonen in een buurt en opvattingen tussen<br />

autochtonen en allochtonen over en weer<br />

- Als deze relatie er is, hoe zou deze dan verklaard kunnen worden<br />

2. Theoretische veronderstellingen<br />

Individuele verschillen in wederzijdse beeldvorming<br />

In dit artikel staat de vraag centraal hoe autochtonen en allochtonen over elkaar denken. Uit allerlei<br />

sociaal-psychologische experimenten komt naar voren dat mensen geneigd zijn positieve kenmerken<br />

toe te kennen aan de eigen groep (de zogenaamde in-groep) en negatieve kenmerken aan andere<br />

2

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!