MS-2004-3 GIJSBERTS - Migrantenstudies
MS-2004-3 GIJSBERTS - Migrantenstudies
MS-2004-3 GIJSBERTS - Migrantenstudies
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Houding ten opzichte van minderheden<br />
In tabel 7 is te zien welke kenmerken bepalend zijn voor een negatieve houding onder autochtonen ten<br />
aanzien van etnische minderheden in de Nederlandse samenleving. Er blijken geen verschillen tussen<br />
buurten te bestaan. Dit betekent dat het geen zin heeft om buurtkenmerken op te nemen (dat is<br />
namelijk het zelfde als verschillen die er niet zijn proberen te verklaren). Wel komen dezelfde<br />
individuele verschillen als in de voorgaande analyse naar voren. Mannen en lager opgeleiden hebben<br />
een negatievere houding ten opzichte van minderheden, maar ook jongeren en ouderen zijn negatiever,<br />
terwijl vrouwen, hoger opgeleiden en mensen van middelbare leeftijd juist positiever staan tegenover<br />
minderheden.<br />
Gevoelens van etnische dreiging verklaren de verschillen tussen leeftijdsgroepen en tussen<br />
mannen en vrouwen in negatieve attituden volledig weg, terwijl het ervaren van dreiging door<br />
minderheden verschillen tussen hoger en lager opgeleiden gedeeltelijk ‘wegverklaren’. Dit betekent<br />
dat mannen, lager opgeleiden en jongeren zowel als ouderen, negatiever staan ten opzichte van<br />
minderheden, omdat zij zich in hogere mate bedreigd voelen door hun aanwezigheid.<br />
Tabel 7. Multilevel regressie analyse van de houding ten opzichte van minderheden (0-100, 100=extreem negatief) op relevante individuele en<br />
buurtkenmerken, autochtonen (multilevel regressiecoëfficiënten met standaardfouten tussen haakjes en variantiecomponenten) a<br />
Model 1 Model 2 Model 3 Model 4 Model 5<br />
Constante 55,12(0,31) 72,69(2,53) 73,79(2,51) 29,03(1,90)<br />
Geslacht (vrouw=ref. cat.) - - -<br />
Man 2,17(0,62) 1,98(0,62) n.s.<br />
Leeftijd -0,37(0,15) -0,35(0,11) n.s.<br />
Leeftijd 2 0,01(0,00) 0,01(0,00) n.s.<br />
Opleidingsniveau -2,44(0,20) -2,37(0,20) -0,78(0,14)<br />
Werkend (niet werkend=ref. cat.) - - -<br />
Werkend n.s. n.s. n.s.<br />
Huishoudinkomen n.s. n.s. n.s.<br />
% allochtonen in de buurt - - -<br />
in percentage allochtonen - - -<br />
Contacten met allochtonen -0,10(0,01) -0,03(0,01)<br />
Ervaren etnische dreiging 0,59(0,01)<br />
Variantiecomponenten<br />
tussen buurten 0,00 0,00 0,00 0,00<br />
(% verklaard t.o.v. interceptmodel) (0%) (0%) (0%)<br />
tussen individuen 236,66 218,62 213,73 98,53<br />
(% verklaard t.o.v. interceptmodel) (8%) (10%) (58%)<br />
a<br />
Significant als p < 0,05; n.s. = niet significant; N=2.417; alle modellen zijn gecontroleerd voor het tijdstip van binnenkomen (Voor of na de aanslag op<br />
Fortuyn).<br />
Bron: SCP (BOM’02)<br />
16