01.02.2015 Views

27 e StAM-congres/ Verslag werkgroep 1 - St.AM-Vlaanderen

27 e StAM-congres/ Verslag werkgroep 1 - St.AM-Vlaanderen

27 e StAM-congres/ Verslag werkgroep 1 - St.AM-Vlaanderen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>27</strong> e Middenschool<strong>congres</strong><br />

24 & 25 mei 2011<br />

‘Jong geleerd’: Hoe jonge tieners leren en<br />

hoe wij jonge tieners leren.<br />

Werkgroep 1<br />

Werkgroepbegeleider: Hector Foulon<br />

<strong>Verslag</strong>geefster: Charlotte Melis<br />

Groepsleden: Viviane Van Dijck, Diane Van <strong>St</strong>een, Dominique Willems, Sofie<br />

Verbruggen, Luc Pluymers, Ann Van den Heuvel, Karla Vileyn, Marc<br />

Pauwels, Frieda Neys, Lief Van Duffel, Carmen Robbe, Tom<br />

Brusselmans, Bjorn Dillen, Pascale Szalai<br />

<strong>Verslag</strong> werksessies groep 1<br />

1


Inhoudstafel<br />

Informatie over de groepsleden .................................................................................................................................................................................................... 3<br />

1) <strong>Verslag</strong> werksessie: ‘Het gestoorde leren, de leraar en de school.’ ................................................................................................................................. 4<br />

1.1 Tijdstip ........................................................................................................................................................................................................................ 4<br />

1.2 Aanwezig .................................................................................................................................................................................................................... 4<br />

1.3 Inleiding ...................................................................................................................................................................................................................... 4<br />

1.4 <strong>Verslag</strong> ....................................................................................................................................................................................................................... 4<br />

2) <strong>Verslag</strong> werksessie: ‘Leren en het puberbrein.’ ................................................................................................................................................................... 8<br />

2.1 Tijdstip ........................................................................................................................................................................................................................ 8<br />

2.2 Aanwezig .................................................................................................................................................................................................................... 8<br />

2.3 Inleiding ...................................................................................................................................................................................................................... 8<br />

2.4 <strong>Verslag</strong> ....................................................................................................................................................................................................................... 8<br />

3) <strong>Verslag</strong> werksessie: ‘Leren en gender.’ .............................................................................................................................................................................. 11<br />

3.1 Tijdstip ...................................................................................................................................................................................................................... 11<br />

3.2 Aanwezig .................................................................................................................................................................................................................. 11<br />

3.3 Inleiding .................................................................................................................................................................................................................... 11<br />

3.4 <strong>Verslag</strong> ..................................................................................................................................................................................................................... 11<br />

2


o Hector Foulon is lid van de WIVO.<br />

Informatie over de groepsleden<br />

o Charlotte Melis is een studente van de lerarenopleiding van de Karel de Grote-hogeschool te Antwerpen.<br />

o Viviane Van Dijck is de directeur van de Diocesane Middenschool te Diest.<br />

o Diane Van steen is een leerzorgbegeleidster uit het H. Pius X-Instituut MS te Antwerpen.<br />

o Dominique Willems is een leerkracht Frans uit het <strong>St</strong>.-Pieterscollege en de <strong>St</strong>.-Jozefhandelsschool te Blankenberge.<br />

o Sofie Verbruggen is een leerkracht uit de OLVI-Middenschool te Boom.<br />

o Luc Pluymers is de directeur van de Diocesane Middenschool te Diest.<br />

o Ann Van den Heuvel is een coördinatrice uit de Moretus Middenschool te Ekeren.<br />

o Karla Vileyn is een leerkracht uit het Sint-Godelievecollege te Gistel.<br />

o Marc Pauwels is de adjunct-directeur uit de Middenschool Don Bosco te Haacht.<br />

o Frieda Neys is een leerkracht uit de Middenschool Kindsheid Jesu te Hasselt.<br />

o Lief Van Duffel is de coördinatrice uit het Inspirocollege te Houthalen-Helchteren.<br />

o Carmen Robbe is een leerlingenbegeleidster van het Instituut Edelweiss te Ingelmunster.<br />

o Tom Brusselmans is een leerlingenbegeleider uit het Sint-Jan Berschmansinstituut te Puurs.<br />

o Bjorn Dillen is een leerkracht uit de VIIO Humaniora te Tongeren.<br />

o Pascale Szalai is een leerkracht-coördinatrice uit het Virgo Fidelisinstituut te Vilvoorde.<br />

3


1.1 Tijdstip<br />

1) <strong>Verslag</strong> werksessie: ‘Het gestoorde leren, de leraar en de school.’<br />

Dinsdag 24 mei 2011 van 11.55 u. tot 13.00 u.<br />

1.2 Aanwezig<br />

Hector Foulon, Charlotte Melis, Viviane Van Dijck, Diane Van steen, Dominique Willems, Sofie Verbruggen, Ann Van den Heuvel,<br />

Karla Vileyn, Marc Pauwels, Frieda Neys, Lief Van Duffel, Carmen Robbe, Tom Brusselmans, Bjorn Dillen, Pascale Szalai<br />

(Afwezig: Luc Pluymers)<br />

1.3 Inleiding<br />

Als opwarmertje wordt een tijdsdocument gepresenteerd. Daarbij wordt de actualiteit aangehaald: vorige week stond er in een<br />

krant dat een autistische jongen al zes scholen achter zich heeft gelaten en uiteindelijk een brief naar de minister heeft geschreven<br />

met de vraag om zelf een school uit te bouwen. Bij het tweede deel van de inleiding, wordt er document getoond via de projector<br />

waar richtlijnen opstaan voor leerkrachten uit het jaar 1872. Enkele voorbeelden van het document: “De leerkrachten moeten<br />

iedere dag de lampen bijvullen en de schoorsteen vegen.”,“Besteed veel zorg aan het maken van de pennen.” en “Vrouwelijke<br />

leerkrachten die huwen of zich op het slechte pad begeven, dienen ontslagen te worden.” Daarop volgt een kennismakingsrondje<br />

waarbij elke persoon vertelt wat ze hebben meegenomen uit het referaat waar deze werksessie over werd gepraat.<br />

1.4 <strong>Verslag</strong><br />

Voordat de specifieke vragen werden overlopen, werd er even kort over dit onderwerp gediscussieerd. Een vraag die opkwam was<br />

of het wel mogelijk is dat alle leerkrachten diversiteit in de klas aankunnen. Een voorbeeld dat één van de groepsleden aanhaalde,<br />

was dat bij haar op school leerlingen met een bepaalde stoornis geconcentreerd werden in bepaalde klassen. Zo werden de<br />

leerlingen met autisme bijvoorbeeld in één klas gezet en dat maakt de draaglast lichter. Deze draaglast is zwaarder omdat elke<br />

leerling een individuele behandeling nodig heeft. Als leerkracht kan je tips geven aan andere leerkrachten die in jouw eigen<br />

4


klaspraktijk helpen maar die misschien geen nut hebben in de klas van je collega. Uiteraard zit elk kind en ook elke leerkracht<br />

anders in elkaar.<br />

Het is belangrijk dat er onderwijs op maat moet zijn voor elke leerling maar dat is heel veel werk voor alle leerkrachten en dat kost<br />

bijgevolg ook veel tijd. Daarbij komt dat veel mensen in het onderwijs denken dat ze er alleen voor staan qua zorg en coaching en<br />

daardoor zijn ze minder gemotiveerd om eraan te beginnen. Dus mag de draaglast niet te groot zijn voor de leerkrachten, het is het<br />

beste als iedereen zijn of haar eigen steentje (hoe klein ook) bijdraagt. Toch mogen de vooruitzichten van het harde werk niet de<br />

voordelen die eraan verbonden zijn (aan heterogene groepen) vertroebelen: leerkrachten kunnen veel leren van ‘moeilijke’<br />

leerlingen. Door om te gaan met leerlingen die leerstoornissen hebben, zal je (als leerkracht) veel leren over zowel de leerling als<br />

over jezelf. Des te meer meer ervaring je krijgt, des te meer stevig je in je schoenen staat.<br />

Vraag 1<br />

Wat zijn de gelijkenissen/verschillen tussen de rol en taakopvatting van leraren basisonderwijs en leraren secundair<br />

onderwijs/middenschool Wat betekent dit in de uitbouw van een zorgbeleid<br />

Antwoord 1<br />

Een verschil is bijvoorbeeld het aantal leerkrachten per klas. In de basisschool heb je over het algemeen één leerkracht per klas (en<br />

dan nog de turnleerkracht). Als je moeilijkheden hebt met een leerling uit jouw klas, dan kan je bijna niet anders dan die problemen<br />

oplossen. Terwijl in een secundaire school, sta je als leerkracht maar een aantal lesuren in een bepaalde klas en als je problemen<br />

hebt met een leerling zal je minder geneigd zijn om die problemen aan te pakken. In een secundaire school heb je een<br />

doorspeelsysteem: “Wie wil er dit probleem op zich nemen”. Het gevolg hiervan is, dat leerkrachten in de lagere school meer<br />

worden bekeken als opvoeders, terwijl leerkrachten in de secundaire school meer worden bekeken als ‘leerkracht’.<br />

Er werd even besproken of minder leerkrachten in een eerste leerjaar A gunstig kan zijn voor de band tussen leerkracht en<br />

leerlingen. Want als een leerkracht een band krijgt met zijn of haar leerlingen, zal de sfeer in de klas ook positiever aanvoelen en<br />

wordt er een betere leeromgeving gecreëerd voor de leerlingen.<br />

5


Vraag 2<br />

Op welke manier kan het diversiteitsdenken een hefboom zijn voor een zorgbrede middenschool (met een ruim draagvlak bij<br />

leraren)<br />

Antwoord 2<br />

Het probleem dat werd besproken is of er geen sprake is van overpampering in ons huidige onderwijs. Is het nu beter is om met<br />

een ‘carte blanche’ te beginnen bij nieuwe leerlingen of is het beter om informatie over de schoolloopbaan en/of eventuele<br />

leerstoornissen van de nieuwe leerlingen te bekijken Bij sommige leerlingen kan dit maar dit helpt niet bij leerlingen die<br />

bijvoorbeeld dyslexie hebben. Als leerkrachten weet hebben van de leerstoornis, kunnen ze zich aanpassen aan de noden van de<br />

leerling. Langs de andere kant: als een leerling naar een nieuwe school gaat, wil deze dan niet beginnen met een nieuwe start<br />

Een groepslid bracht het voorbeeld aan over haar eigen kind dat dyscalculie heeft en momenteel in het middelbaar onderwijs zit.<br />

Het meisje mag voor de les boekhouden met haar cursus naar de leerkracht gaan en dan zal de leerkracht haar met de cursus<br />

helpen maar ze moet wel zelf de verantwoordelijkheid dragen van: “Ik ga naar de leerkracht”. In dit geval is er dus sprake van een<br />

zorgbeleid. Het probleem van een zorgbeleid op school is, dat er later op de arbeidsmarkt amper sprake is van extra zorg. Toch<br />

heeft zorg voor leerlingen met een leerstoornis op school, kan nadelige gevolgen hebben voor de toekomstige loopbaan van deze<br />

leerlingen. Toch heeft zorg ook positieve gevolgen, een ander groepslid haalde aan dat bij haar op school er een verbredingsproject<br />

is voor hoogbegaafden. Tijdens deze lessen worden de hoogbegaafde leerlingen geprikkeld met extra vakken.<br />

Vraag 3<br />

Wat zijn de mogelijkheden binnen een middenschool om een professionaliseringstraject uit te bouwen gebaseerd op ‘reflectie-indialoog’<br />

Antwoord 3<br />

Er kan bijvoorbeeld een alternatieve klassenraad gehouden worden (zoals bij één van de groepsleden) waarbij de leerkrachten hun<br />

harten kunnen luchten omtrent de leerlingen. Dat bevordert de teamspirit van het leerkrachtenkorps want het is belangrijk dat de<br />

leerlingen weten dat je als leerkracht niet alleen staat maar in team. Het maakt op de leerlingen indruk als je als leerkracht iets<br />

aanhaalt wat in een andere les is gebeurt. Als leerkracht is het ook belangrijk om aan zelfreflectie te doen. Niet alle leerkrachten<br />

zijn hier even ijverig rond maar door te reflecteren over je eigen ‘kennen’ en ‘kunnen’, kan je je tekortkomingen en problemen<br />

6


oplossen. Wat ook mogelijk is, is om lessen van andere leerkrachten bij te wonen en daarna te reflecteren met die leerkrachten<br />

want zo kun je van elkaar leren.<br />

Vraag 4<br />

Welke organisatorische ingrepen zijn -rekening houdend met de middelen van de school- mogelijk om bij een zorgbeleid in de<br />

middenschool zowel de leerling als de leraar te ondersteunen<br />

Antwoord 4<br />

Het organiseren van Begeleid Zelfstandig Leren wordt veel gebruikt. Op de school van iemand van de groepsleden gaat het als<br />

volgt: er zijn twee groepen leerlingen die elke week drie uren BZL hebben voor de vakken Frans, Nederlands en wiskunde. Elk vak<br />

wordt door een leerkracht begeleid en de leerlingen schuiven elk uur door naar een ander vak. De groepen worden ingedeeld op<br />

gedrag: leerlingen die ruzie hebben met elkaar, die vriendjes zijn en veel babbelen worden bijvoorbeeld in verschillende groepen<br />

gezet. Het niveau van de leerlingen verschilt. Door middel van BZL, worden de leerlingen begeleid op het vlak van ‘leren leren’,<br />

wat een basisdoel is van het <strong>St</strong>.A.M.<br />

Een projectdag uitwerken omtrent één bepaald project met verschillende leerkrachten is ook een idee maar het nadeel eraan, is dat<br />

het dan maar voor één dag is.<br />

Aan het begin van het schooljaar, moet de leerkracht rekening houden met het leefklimaat van de klas om de klasdynamiek te<br />

bevorderen. Bij één van de afwezigen werd dit gedaan voor vier klassen: voor twee klassen is het gelukt en voor de andere twee<br />

klassen is het mislukt. De reden voor de twee klassen waar het mislukt is, kan zijn dat er in die twee klassen jongere leerkrachten<br />

stonden. Dus om goede klasdynamiek te krijgen, is maturiteit wel welkom.<br />

7


2.1 Tijdstip<br />

Dinsdag 24 mei van 16.10 u. tot 17.20 u.<br />

2.2 Aanwezig<br />

2) <strong>Verslag</strong> werksessie: ‘Leren en het puberbrein.’<br />

Hector Foulon, Charlotte Melis, Viviane Van Dijck, Diane Van steen, Dominique Willems, Sofie Verbruggen, Ann Van den Heuvel,<br />

Karla Vileyn, Frieda Neys, Lief Van Duffel, Carmen Robbe, Tom Brusselmans, Pascale Szalai<br />

(Afwezig: Luc Pluymers, Marc Pauwels, Bjorn Dillen)<br />

2.3 Inleiding<br />

De <strong>congres</strong>begeleider gaf een korte samenvatting van het referaat d.m.v. een bord. Daarop werden kort enkele punten vermeld<br />

zoals dat jongeren het moeilijk hebben met lange termijnopbrengsten (“Als je nu goed studeert, heb je later een diploma.”), ze willen<br />

het liefste nu resultaat. De groep werd in twee groepen gesplitst en in de kleinere groep werden de vragen overlopen. Later<br />

werden de antwoorden per groep overlopen.<br />

2.4 <strong>Verslag</strong><br />

Vraag 1<br />

De hersenontwikkeling heeft nog een hele weg af te leggen op de leeftijd tussen 12 en 25 jaar. Op welke (gedrags)vaardigheden<br />

liggen daarbij de accenten en welke consequenties kan dit hebben voor onze kijk op de middenschoolleerling<br />

Antwoord 1<br />

Vaardigheden moet je leren door bijvoorbeeld te structureren en te plannen. Dit gebeurt elke les en ook tijdens lessen Begeleid<br />

Zelfstandig Leren. Ook de OVUR-methode (organiseren-voorbereiden-uitvoeren-reflecteren) is effectief.<br />

8


Vraag 2<br />

Het lerend brein benut optimaal de omgeving om te komen tot zijn maximaal kunnen. Hoe kunnen we dit vanuit neurobiologisch<br />

standpunt begrijpen en… wat kunnen we daaruit leren m.b.t. onze aanpak van zowel het leren als het aansluitende gedrag van<br />

middenschoolleerlingen Wat doen we goed Wat doen we minder goed Hoe kunnen we vanuit de inzichten van de<br />

neurowetenschap onze aanpak verbeteren<br />

Antwoord 2<br />

Het aanbod op taalkundig vlak is te breed vergeleken met de aandacht die geschonken wordt aan beweging en gebarenschat. Door<br />

gebruik te maken van gebarentaal tijdens taal kunnen de leerlingen de taal beter onder de knie krijgen en bijgevolg zal de<br />

spreekvaardigheid bij de leerlingen sprongen vooruit maken. Bijvoorbeeld: als je “je” zegt bij het vak Frans kan je naar jezelf wijzen.<br />

Of een specifiek gebaar gebruiken om een infinitief aan te duiden (wijsvinger en duim naar elkaar gebogen), later kan je dan zeggen<br />

dat dat gebaar een infinitief betekent.<br />

Als leerkracht moet je zelf ook consequent zijn. Als je van je leerlingen een bepaald gedrag verwacht dan moet je het eerst voor<br />

doen want leerlingen kopiëren onbewust het gedrag van andere mensen (incluis leerkrachten). Dus als je wilt dat leerlingen, niet<br />

eten tijdens de les, ga zelf dan niet een koekje eten. Leerlingen leren ook met vallen en opstaan, daarom is het goed om fouten te<br />

maken en te leren van die fouten. Daarom moet je als leerkracht, voldoende geduld hebben met je leerlingen en je<br />

verwachtingspatroon over de leerlingen aanpassen aan hun eigen kennis, vaardigheden en attitudes.<br />

De leerstof herhalen is zeer nuttig want zo wordt de link tussen bepaalde delen van informatie duidelijker.<br />

Vraag 3<br />

Een lerend brein dat zich o.a. voedt met de omgeving is ook een zeer kwetsbaar brein. Welke voorbeelden uit de praktijk kunnen<br />

we aanhalen om dit te illustreren en hoe kunnen we bij het begeleiden van middenschoolleerlingen hier zorg aan besteden<br />

Antwoord 3<br />

‘Peer pressure’ ofwel groepsdruk kan zeer nadelig zijn voor jongeren omdat het hun persoonlijke groei hindert. De jongeren hebben<br />

een drang om ergens bij te horen maar om bij een groep te horen, moet je meedoen met de groep wat zowel positief als negatief<br />

kan uitpakken. De media en de reclame hebben vandaag de dag een zeer grote invloed op onze jongeren. Ze geven de jongeren<br />

een verkeerd beeld van bepaalde zaken en omdat de jongeren nog niet de leeftijd hebben bereikt van het kritisch denken, nemen ze<br />

vaak wat in de media of in reclame verschijnt, voor waar aan. Daarnaast bereiken de leerlingen van de basisschool en<br />

9


middenschool een leeftijd waarop ze willen exploreren. Ze willen de wereld ontdekken en (vooral de jongens) nemen de risico’s<br />

erbij maar aan elk risico hangt een gevaar vast.<br />

Leerlingen begeleiden kan je het beste doen op spelender wijs. Op deze manier zullen ze er meer aandacht aan schenken en<br />

zullen ze de raad van de leerkracht beter onthouden. Binnen de klas kan je meestal goed met de leerlingen werken maar als de<br />

leerlingen eenmaal buiten de school zijn, weet je niet wat ze doen. Daarom is het belangrijk dat er bepaalde gedachten of taboes in<br />

de klas worden besproken zodat de leerlingen, dit kunnen meenemen naar buiten.<br />

10


3.1 Tijdstip<br />

Woensdag 25 mei van 10.30 u. tot 11.30 u.<br />

3.2 Aanwezig<br />

3) <strong>Verslag</strong> werksessie: ‘Leren en gender.’<br />

Hector Foulon, Charlotte Melis, Viviane Van Dijck, Diane Van steen, Dominique Willems, Sofie Verbruggen, Ann Van den Heuvel,<br />

Karla Vileyn, Marc Pauwels, Frieda Neys, Lief Van Duffel, Carmen Robbe, Tom Brusselmans, Pascale Szalai<br />

(Afwezig: Luc Pluymers, Bjorn Dillen)<br />

3.3 Inleiding<br />

Er worden eerst enkele punten uit het referaat aangehaald zoals het verschillende rijpingsproces tussen meisjes en jongens. Ook<br />

is het niet aangeraden om jongens in de middenscholen veel vrijheid te geven omdat ze op die leeftijd er nog niet mee kunnen<br />

omgaan. Dan wordt de groep in twee kleinere groepjes verdeeld en wordt er in elke groep gediscussieerd over twee verschillende<br />

vragen over het referaat. Achteraf worden de vragen en antwoorden overlopen.<br />

3.4 <strong>Verslag</strong><br />

Vraag 1<br />

Hoe verschillend gaan leraars (m./v.) om met de uitschuivers en overdrijvingen van jongens Kan je voorbeelden aanreiken uit je<br />

eigen klas- en schoolpraktijk Wat kan je daaruit ook leren m.b.t. kwaliteiten die achter het gedrag van jongens kunnen schuilgaan<br />

Antwoord 1<br />

De eigen ervaring is zeer belangrijk voor de manier hoe je omgaat met jongens. Leerkrachten die het niet gewoon zijn, voelen zich<br />

heel onwennig in de nabijheid van jongens en omgekeerd. Jongens kunnen veel minder goed stil zitten, laten gemakkelijker hun<br />

emoties zien (kwaadheid). Doordat ze graag experimenteren, leren ze heel veel van creatieve werkvormen maar kan dit altijd Het<br />

kan in kleine zaken bijvoorbeeld: een stellingenspel waarbij ze zich kunnen bewegen of in keuzepakketten of bij wiskunde op de<br />

speelplaats hoeken tekenen en dan moeten ze daarbij springen. Een ander voorbeeld voor het vak godsdienst: Bijbel-drama<br />

11


waarbij de leerlingen kleine stukken uit de Bijbel moeten naspelen. Of bij biologie, als het gaat over het ademritme, kunnen ze<br />

oefeningen doen en tegelijkertijd op hun ademritme letten.<br />

Vraag 2<br />

In welke leersituaties en/of bij welke werkvormen zie je de nieuwsgierigheid, de ondernemingszin en betrokkenheid van jongens<br />

groeien Hoe kunnen we daarmee rekening houden in de klaspraktijk<br />

Antwoord 2<br />

Bij competities zullen jongens meestal gemotiveerder zijn en zich meer betrokken voelen. Bijvoorbeeld: als je bij een herhalingsles<br />

een quiz houdt, zullen de jongens zich extra inzetten. Voor jongens kan het misschien ook wel aangewezen zijn om de studiekeuze<br />

uit te stellen omdat het voor sommige jongens te vroeg is om specifieke keuzes te maken op het einde van het basisonderwijs, dit is<br />

één van de basisdoelen van <strong>St</strong>.A.M.: “kansen bieden tot uitstel van studiekeuze en een geleidelijke en positieve oriëntering mogelijk<br />

maken”.<br />

Vraag 3<br />

In welke mate is je eigen school een voldoende uitdagende en inspirerende plek voor jongens Welke suggesties heb je om dit te<br />

bevorderen<br />

Antwoord 3<br />

Door verschillende extra activiteiten aan te bieden aan de leerlingen: middagcompetities zoals sport voor de jongens omdat zij<br />

meestal tijdens de middagpauze iets beweeglijks willen doen. Andere voorbeelden zijn talentenshows en jongerentoneels maar<br />

deze zijn dan wel niet specifiek op jongens gericht. Wat wel op jongens specifiek gericht kan zijn, is jongens(of meisjes)-competities<br />

tussen verschillende scholen met bijhorende trainingen. Sport is natuurlijk het sleutelwoord voor jongens, terwijl jongens heel<br />

competitief zijn ingesteld, is dat minder het geval bij meisjes. Daarom kan het wel een goed idee zijn om jongens en meisjes te<br />

splitsen bij lichamelijke opvoeding en hen een verschillende les aan te bieden (meisjes bijvoorbeeld turnen, jongens bijvoorbeeld<br />

voetbal).<br />

12


Vraag 4<br />

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de wijze waarop meisjes meestal leren en waarop ze gemotiveerd raken en die van jongens<br />

elkaar verrijken en niet hinderen<br />

Antwoord 4<br />

Door meisjes en jongens naast elkaar te zetten in de klas, zo hebben ze meer contact met elkaar en leren ze van elkaar. Zo kunnen<br />

jongens bijvoorbeeld de drang van de meisjes om steeds goed te presteren gedeeltelijk overnemen en meisjes kunnen van jongens<br />

hun openheid overnemen. Op die manier nemen ze elkaars goede kwaliteiten over.<br />

13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!