13.07.2015 Views

27 e StAM-congres/ Verslag werkgroep 11 - St.AM-Vlaanderen

27 e StAM-congres/ Verslag werkgroep 11 - St.AM-Vlaanderen

27 e StAM-congres/ Verslag werkgroep 11 - St.AM-Vlaanderen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>27</strong> e Middenscholen<strong>congres</strong>JONG GELEERD …Hoe jonge tieners leren en hoe wij jonge tieners lerenVERSLAG WERKSESSIES PAKKET BWerkgroep <strong>11</strong>Werkgroepbegeleidster: Christel VerheyenDeelnemers: Mieke Beeckman, Lien De Troetsel, Joeri Bouwens, Regine Verhaegen, Rudi Roox, LucBerteloot, Philippe Vercoutere, Ingrid Ramaekers, Ingrid Vrolijkx, Leen <strong>St</strong>ruyf en Ann Verbouw.<strong>Verslag</strong>gever: Kristien MoesenWerksessie 1: Het gestoorde leren, de leraar en de schoolNa deze lezing werd er eerst een kennismakingsspel gespeeld. Iedere persoon moest een vraagtrekken en hierop antwoorden. Vervolgens werd deze vraag aan een andere persoon gesteld diehierop ook moest antwoorden en ook een nieuwe vraag trekken en hierop antwoorden.


1. Wat zijn de gelijkenissen/ verschillen tussen de rol en taakopvatting van lerarenbasisonderwijs en leraren secundair onderwijs/ middenschool? Wat betekent dit in deuitbouw van een zorgbeleid? Extra: wat neem je mee als leerkracht?Een eerste gelijkenis is dat beide groepen het beklagen dat de klassen te groot zijn om intensief meete werken. Een tweede gelijkenis is dat je zowel in het basisonderwijs als in het secundair onderwijseen taalleerkracht moet zijn.Een verschil is dat de leerlingen in het basisonderwijs maar één leerkracht hebben en in hetsecundair onderwijs krijg je verschillende leerkrachten. Dit is een grote verandering voor deleerlingen. Daarom is het misschien aan te raden om één leerkracht voor verschillende vakken tehebben. Zo kunnen de leerlingen zich beter aanpassen en hebben ze een betere vertrouwensbandmet de leerkracht.Wat wil je extra meenemen: de BASO-fiche doorgeven en indien nodig extra informatie vragen aanhet CLB. Sommige scholen organiseren informele contacten tussen de leerkrachten van de lagereschool en de leerkrachten van de middenschool. Ernstige problemen kunnen hier besproken worden.Extra:• Zorgcoördinator studiebegeleiding IN KLAS ZELF• Meer verticale samenwerking (wet op privacy?)2+4 Op welke manier kan het diversiteitsdenken een hefboom zijn voor een zorgbredemiddenschool (met een ruim draagvlak bij leraren)? Welke organisatorische ingrepen zijn –rekening houdend met de middelen van de school - mogelijk om bij een zorgbeleid in demiddenschool zowel de leerling als de leraar te ondersteunen?Het aantal GON-leerlingen neemt toe maar men heeft niet veel keuze wie de GON-begeleider is.Daarom heeft een scholengemeenschap een aantal GON-begeleiders aangeworven om fulltimeaanwezig te zijn in één van hun middenscholen. Hierdoor hebben de leerlingen steeds een vasteGON-begeleider waardoor het contact beter verloopt. De vertrouwensband is veel groter. Ook kan ereen lezing gehouden worden voor alle leerkrachten op school bijvoorbeeld omtrent ASS. Hierdoorkrijgt men als leerkracht meer inzicht in de specifieke noden van de leerlingen.


3. Wat zijn de mogelijkheden binnen een middenschool om een professionaliseringstrajectuit te bouwen gebaseerd op ‘reflectie – in – dialoog’? Extra: wat zijn nieuwe mogelijkheden?Een van de mogelijkheden binnen een middenschool om zo een traject uit te bouwen is door middelvan doelgerichte bijscholing naar coaching. Een tweede mogelijkheid is door een degelijkleerlingenvolgsysteem uit te bouwen. Ook open klasdagen organiseren voor leerkrachten, opvrijwillige basis, biedt zijn voordelen. BUSO-scholen werken al lang met dit systeem en de resultatenzijn zeer positief.Werksessie 2: Leren en het puberbrein1. De hersenontwikkeling heeft nog een hele weg af te leggen op de leeftijd tussen 12 en 25jaar. Op welke (gedrags)vaardigheden liggen daarbij de accenten en welke consequentieskan dit hebben voor onze kijk op de middenschoolleerling? Extra: wat neem je mee alsleerkracht?Als leerkracht moet men steeds een brede waaier aanbieden aan werkvormen zodat dehersenontwikkeling zo veel mogelijk wordt gestimuleerd. Lln laten werken in groepjes alsookleerlingen vooraan de klas lesjes laten geven voor de andere leerlingen. Dit heeft een positieveinvloed op leerlingen met gedragsmoeilijkheden. Leerlingen hebben vaak heel veel respect voorelkaar wanneer ze voor elkaar iets moeten voordragen. Ook het goede voorbeeld geven aanleerlingen en een goede structuur bieden zodat dit gedrag wordt gespiegeld. Probeer steedspositieve accenten te leggen in plaats van de negatieve want tijdens deze periode zijn jongeren zeergevoelig voor affectie en de juiste stimulatie. Concreet houdt dit in dat men op het rapport vooral degroei moet aantonen en de positieve aspecten van een leerling en indien nodig een kort negatiefpuntje. In de klas kan men leerlingen zoveel mogelijk zelf laten denken zodat de hersenen steedsnieuwe uitdagingen krijgen. Nadien kan men de leerlingen een soort van zelfevaluatie laten invullenwat er goed gegaan is of wat anders kon.


2. Het lerend brein benut optimaal de omgeving om te komen tot zijn maximaal kunnen. Hoekunnen we dit vanuit neurobiologisch standpunt begrijpen en … wat kunnen we daaruitleren m.b.t. onze aanpak van zowel het leren als het aansluitende gedrag vanmiddenschoolleerlingen? Wat doen we goed? Wat doen we minder goed? Hoe kunnen wevanuit de inzichten van de neurowetenschap onze aanpak verbeteren? Extra: wat neem jemee?Door het streven naar heterogeniteit kunnen de leerlingen op een positieve manier gestimuleerdworden. Dit kan door leerlingen van de A-stroom samen met leerlingen van de B-stroom iets te latenorganiseren voor andere leerlingen van de school. Op bepaalde scholen wordt er al gewerkt met een‘eurekaproject’. Hierbij worden Latinisten samen met leerlingen uit de B-stroom samen gezet omsamen te knutselen rondom het thema Romeinse Goden. Voor de hoogbegaafde leerlingen bestaathet Pabloproject. Deze leerlingen mogen 2 uur per week uit de klas om bijvoorbeeld mee te gaankoken met de leerlingen van voeding of zelf animatiefilmpjes maken. Buiten de schooluren kunnendeze leerlingen ook 1 uur Spaans volgen.Aangezien leerlingen veel affectie nodig hebben en stimulatie kan er in de toekomst eenpedagogische studiedag rond positief commentariëren gehouden worden. Ook de leerlingenraadheeft effect op de motivatie en het welbevinden van de jongeren.3. Een lerend brein dat zich o.a. voedt met de omgeving is ook een zeer kwetsbaar brein.Welke voorbeelden uit de praktijk kunnen we aanhalen om dit te illustreren en hoekunnen we bij het begeleiden van middenschoolleerlingen hier zorg aan besteden?Jongeren komen vaak in contact met pestgedrag omdat er steeds meer middelen bestaan om tepesten. Als leerkracht ICT kan men de leerlingen informeren over de gevaren die achter websiteszoals facebook, twitter, netlog… schuilen. Er kan een speciale sessie gehouden worden door deouderraad over wat de leerlingen wel of niet mogen. Ook de ouders kunnen betrokken worden zodatook zij de gevaren zien van internet. Niet alleen de ‘social networks’ kunnen gecontroleerd worden.De vele gewelddadige games die de leerlingen spelen moeten ook in het oog gehouden worden. Watde leerlingen daar zien kunnen ze soms moeilijk onderscheiden van de werkelijkheid.


Werksessie 3: Leren en gender1. Hoe verschillend gaan leraars (m./v.) om met de uitschuivers en overdrijvingen vanjongens? Kan je voorbeelden aanreiken uit je eigen klas- en schoolpraktijk? Wat kan jedaaruit ook leren m.b.t. kwaliteiten die achter het gedrag van jongens kunnen schuilgaan?Overal wordt er op de speelplaats wel eens ruzie gemaakt, gevochten. Maar elke school reageert hieranders op. Een eerste mogelijkheid is om de andere leerlingen te waarschuwen dat ze uit de buurtvan een vechtpartij moeten blijven en vervolgens zal men moeten ingrijpen. Ten tweede kan meneerst even afwachten. Nadat de eerste klappen zijn gevallen, is er meestal een rustpauze. Nu kanmen als leerkracht makkelijker tussen beide komen zodat men zelf geen hinder ondervindt. Eenderde mogelijkheid bestaat erin om de leerlingen een fiche te laten invullen waarom ze dit hebbengedaan. Op deze fiche moeten de leerlingen ook antwoorden welke straf ze verdienen. Daarna kan ereen gesprek met een begeleider of leerkracht plaatsvinden. Tenslotte kan men een gesprek hebbenmet de leerling in kwestie zonder de leerling te straffen. Probeer de leerling zelf te laten verklarenwaarom het is gebeurd, zelfreflectie. Er wordt gekeken naar het gedrag in plaats van het gedrag testraffen.2. In welke leersituaties en/of bij welke werkvormen zie je de nieuwsgierigheid, deondernemingszin en betrokkenheid van jongens groeien? Hoe kunnen we daarmeerekening houden in de klaspraktijk?Tijdens praktijklessen ziet men sommige leerlingen open bloeien. Om jongeren nog meer testimuleren kan men leerkrachten algemene vorming een kijkje laten nemen tijdens de praktijklessen.Zo kunnen ook deze leerkrachten de leerlingen op een andere manier zien. Men kan tijdens detheorielessen ook oefeningen laten maken die bij hun interesse aansluiten. Tijdens de les wiskundekunnen er bijvoorbeeld oefeningen gemaakt worden op het berekenen van de hoeveelheid materiaaldie nodig is om een bepaalde constructie te maken.Wanneer leerlingen zelf iets voor elkaar moeten brengen vooraan in de klas merkt men dat er heelveel respect getoond wordt. Dit is ook een mogelijkheid om jongeren te stimuleren en nieuwsgierigte maken aangezien leerlingen veel van elkaar leren.


Tijdens de lessen kan men als leerkracht ook variëren in verschillende werkvormen bijvoorbeeldgroepswerk, ICT-opdracht, carrousel… Zo een groepswerk of carrousel biedt veel mogelijkhedenaangezien jongeren zeer moeilijk kunnen stilzitten en beter kunnen leren als ze bewegen. Opvoorhand moet men de leerlingen op de hoogte houden over waar de accenten worden gelegd.Achteraf moeten ze ook een zelfevaluatieformulier invullen.3. In welke mate is je eigen school een voldoende uitdagende en inspirerende plek voorjongens? Welke suggesties heb je om dit te bevorderen?De meeste scholen beschikken over een ruime speelplaats waar verschillende sporten beoefendkunnen worden zoals voetbal en basketbal. Ook tijdens de middagactiviteiten worden er activiteitengeorganiseerd. Zowel actieve als rustigere activiteiten komen aan bod. Een van de actieveactiviteiten is een voetbaltoernooi tussen de verschillende klassen waaraan ook leraren kunnendeelnemen. Knutselen, gezelschapsspellen, lezen… zijn enkele van de vele rustigere activiteiten. Demeeste jongeren die voor een praktijkgerichte opleiding kiezen, leven zich hier dan ook volledig inuit.Ook steeds het blijven motiveren en aanmoedigen van jongeren is heel belangrijk. Leerkrachtenmoeten ook afstappen van het idee dat het stil moet zijn in de klas en dat de leerlingen moetenstilzitten. Men moet leerlingen wat marge geven zodat ze zelf kunnen bepalen hoe ze het probleemgaan aanpakken. Maar hierbij moet men in het achterhoofd houden dat niet alle leerkrachten overeen leiderschapsstijl beschikken die goed genoeg is om hun eigen klas onder controle te houden.4. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de wijze waarop meisjes meestal leren en waarop zegemotiveerd raken en die van jongens elkaar verrijken en niet hinderen?Door het bewust samen zetten van jongens en meisjes voor groepswerk, worden beiden verrijkt.Meisjes zorgen eerder voor stiptheid en ordelijkheid terwijl jongens voor creativiteit en ideeënzorgen.Een probleem dat werd aangehaald, was of men in één klas 4 jongens tussen 20 meisjes zou zettenof de jongens 2 per 2 in een andere klas. Afhankelijk van het soort jongens en meisjes kan men bestde 4 jongens samen zetten of juist apart. Een lichte voorkeur ging uit naar het samen zetten van dejongens, omdat indelingen vaak persoonsgebonden zijn.


BEMERKINGEN• Te weinig achtergrondinformatie om de antwoorden te kunnen beantwoorden. Nood aanvorming. Wie kan ons vorming geven omtrent dit idee?• ET meer beschreven naar meisjes toe?• Planning:oooooozelf agenda’s gemaakt,geen lesonderwerpen alleen de opdracht/taken op het lesuur schrijvenofficiële karakter: alleen lkr heeft de lesonderwerpen in de agenda,klastitularis kijkt de planning na,bewijsmateriaal voor leren leren,lkr houden agenda bij op smartschool lln kunnen dit nakijken.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!