You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Les2<br />
Woordenschat Schrijven Luisteren en spreken<br />
Kijk <strong>op</strong> taal<br />
Je oefent<br />
• woorden bij het thema sport.<br />
• een woord omschrijven met een synoniem.<br />
Weet je nog<br />
Sommige woorden betekenen hetzelfde.<br />
Het zijn synoniemen.<br />
Met een synoniem kun je een woord omschrijven.<br />
Het doelpunt is een synoniem van de goal.<br />
St<strong>op</strong>pen is hetzelfde als <strong>op</strong>houden.<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Lees de zinnen.<br />
Welke zinnen betekenen hetzelfde<br />
Zet achter elke zin de letter van de zin met dezelfde<br />
betekenis.<br />
1 Ik heb geen kracht meer.<br />
2 De doelman hield de bal tegen.<br />
3 Uitgeput haalde hij de eindstreep.<br />
4 Ik verlies mijn evenwicht.<br />
5 Dit is de leukste activiteit.<br />
a Ik kan mijn balans niet houden.<br />
b Doodmoe kwam hij over de finish.<br />
c De keeper kon een doelpunt voorkomen.<br />
d Deze bezigheid doe ik het liefst.<br />
e Mijn energie is <strong>op</strong>.<br />
Kijk naar <strong>op</strong>dracht 1.<br />
Welke woorden zijn synoniemen<br />
Onderstreep de synoniemen, elk paar in een eigen kleur.<br />
Welk woord is het goede synoniem<br />
Streep het foute woord door.<br />
1 de activiteit: de wedstrijd<br />
de bezigheid<br />
2 het startsein: het beginteken de begintijd<br />
3 bungelen: hangen stuntelen<br />
4 het interview: het verhaal<br />
het vraaggesprek<br />
Åefl<br />
cfl<br />
◊b·<br />
a<br />
dŸ<br />
28<br />
Groep 5 – Thema 2 Gezond – Week 1