PDF File - Rede H.J. ter Bogt - Rijksuniversiteit Groningen
PDF File - Rede H.J. ter Bogt - Rijksuniversiteit Groningen
PDF File - Rede H.J. ter Bogt - Rijksuniversiteit Groningen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
op basis van een specifiek contract, bijvoorbeeld voor een op voorhand beperkte<br />
duur. Kortom, diverse gemeenten werkten met vormen van prestatiebeloning, maar<br />
de betekenis ervan was vrij bescheiden.<br />
Uit een door mij verricht onderzoek bij enige (in<strong>ter</strong>n) verzelfstandigde provinciale<br />
en gemeentelijke organisatie-onderdelen kwam naar voren dat het financieel<br />
beheer er gemiddeld genomen wat was vers<strong>ter</strong>kt. Bij één verzelfstandigd onderdeel<br />
nam de efficiëntie wellicht ook al licht toename. Voorzover te beoordelen, was in de<br />
andere gevallen veeleer sprake van een gelijkblijvende, of licht dalende efficiëntie<br />
(Ter <strong>Bogt</strong>, 1997, pp. 171-302; zie ook Van Thiel, 2000, pp. 140-144; 2002).<br />
Uit diverse onderzoeken op het gebied van de planning en control, vooral bij<br />
gemeenten, komt naar voren dat ook kritische kanttekeningen zijn te plaatsen bij de<br />
effecten van de vernieuwingen in het financieel management. Zo werd contractmanagement,<br />
na de introductie bij diverse gemeenten rond 1990, in diverse gevallen na<br />
verloop van enige tijd gezien als een ‘papiercircus’ en een ‘tomeloze bureaucratie’<br />
(Jacobs en Jacobs, 2001, pp. 60-61). Dit onder meer vanwege de gedetailleerd op<br />
papier vast te leggen afspraken over doelen en prestatieniveaus en de regelmatige<br />
rapportages erover. Dit leidde ertoe dat diverse gemeenten stopten met het gebruik<br />
van contractmanagement. De afgelopen jaren zou overigens onder politieke bestuurders<br />
en soms ook onder ambtelijke topmanagers de in<strong>ter</strong>esse ervoor wel weer eens<br />
toegenomen kunnen zijn (zie bijvoorbeeld Visch Eijbergen, 2003 en ook de verderop<br />
gepresenteerde uitkomsten van recent praktijkonderzoek).<br />
Beukert (1998) liet zien dat in de vier door hem onderzochte, grote gemeenten<br />
56% van de prestatie-indicatoren in de begroting betrekking had op de outputs.<br />
De overige indicatoren hadden soms betrekking op de te bereiken effecten, de outcomes,<br />
maar beperkten zich in het algemeen tot de inputs en de activiteiten van de<br />
organisatie. Veelal was de begroting dus slechts in beperkte mate outputgericht (zie<br />
voor soortgelijke uitkomsten in twee grote gemeenten Ter <strong>Bogt</strong> en Van Helden,<br />
1999, pp. 14-16). Bovendien was de outputinformatie die in de begrotingen werd<br />
vermeld inhoudelijk gezien beperkt. Zo ontbrak in veel gevallen informatie over de<br />
kwaliteit en kostprijs per eenheid product.<br />
Uit ander onderzoek kwam naar voren dat er ook vraagtekens geplaatst mochten<br />
worden bij de relevantie en beheersbaarheid van de in de begrotingen en andere<br />
planning- en controlstukken vermelde prestatiegegevens (zie bijvoorbeeld Bordewijk<br />
en Klaassen, 2000; Van Helden en Johnson, 2002). Als de vermelde gegevens<br />
geen betrekking hebben op werkelijk belangrijk geachte prestaties, of als de organisatie<br />
ze niet of slechts zeer beperkt kan beïnvloeden via het eigen beleid, hebben ze<br />
slechts beperkte betekenis voor de sturing en beheersing en de besluitvorming.<br />
In 1997 verrichtte Van Helden (1998a) onderzoek naar de aanwezigheid en<br />
het gebruik van BBI-instrumenten in acht Nederlandse gemeenten met tussen de<br />
31