05.02.2015 Views

PDF File - Rede H.J. ter Bogt - Rijksuniversiteit Groningen

PDF File - Rede H.J. ter Bogt - Rijksuniversiteit Groningen

PDF File - Rede H.J. ter Bogt - Rijksuniversiteit Groningen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

control van gemeenten nog grotendeels was gebaseerd op financiële budgetten, dus<br />

op de inputs (Bordewijk en Klaassen, p. 94).<br />

Van Helden en Johnson (2002) stelden vast, op basis van onderzoek van de<br />

productbegrotingen van negen Nederlandse gemeenten voor 1999, dat het bij ongeveer<br />

70% van de in deze productbegrotingen opgenomen prestatiegegevens in feite<br />

slechts ging om aantallen en hoeveelheden, zoals het aantal openbare basisscholen,<br />

verstrekte paspoorten, bijstandsgerechtigden, of tonnen opgehaald huisvuil. De van<br />

dergelijke producten voortgebrachte hoeveelheid is ech<strong>ter</strong> nauwelijks beheersbaar<br />

voor een gemeente en derhalve zijn gegevens erover van (zeer) beperkte betekenis<br />

voor de sturing en besluitvorming, aldus deze auteurs. Gegevens over de kwaliteit en<br />

de kostprijs van producten, die van belang zouden kunnen zijn voor een beoordeling<br />

van de efficiëntie en effectiviteit, ontbraken weer grotendeels.<br />

Uit een onderzoek van Welschen (1997, pp. 46-49) naar de planning en control<br />

in zestien gemeenten met tussen de 13.000 en 60.000 inwoners, waarvan tweederde<br />

werkte met een productbegroting, bleek dat er in veel gevallen geen duidelijk<br />

geformuleerde doelstellingen per product waren. Voorzover deze toch aanwezig waren,<br />

werd er slechts in beperkte mate echt verantwoording over afgelegd.<br />

Op basis van case-onderzoek bij de sociale diensten van drie grote gemeenten<br />

concludeerde Jansen (2000, pp. 130-137) dat, hoewel er aanzienlijke verschillen waren<br />

tussen organisaties en personen, de ambtelijk managers van deze diensten gemiddeld<br />

geen intensief gebruik maakten van de in rapportages vermelde prestatiegegevens.<br />

Ook de voor deze sociale diensten verantwoordelijke wethouders gebruikten<br />

de in rapporten opgenomen prestatiegegevens niet intensief.<br />

Budding (2004) verrichtte onderzoek onder ambtelijk managers van enkele<br />

Nederlandse gemeenten. Op basis van in<strong>ter</strong>views met de managers constateerde hij<br />

dat de mate waarin een gemeente gebruik maakte van aan het BBI-project ontleende,<br />

bedrijfsmatige principes en de mate waarin de managers werden aangesproken op<br />

resultaten, van slechts beperkte invloed was op de druk die zij voelden om goed te<br />

pres<strong>ter</strong>en en zich te verantwoorden voor bijvoorbeeld budgetoverschrijdingen.<br />

Evenmin kon worden vastgesteld dat BBI-gemeenten hun prestatiebeoordeling wezenlijk<br />

s<strong>ter</strong>ker baseerden op outputgegevens (Budding, 2004, pp. 295-296, 299).<br />

Politieke bestuurders namen in verscheidene gevallen initiatieven voor de introductie<br />

van de op outputsturing en vergroting van de ex<strong>ter</strong>ne oriëntatie gerichte<br />

BBI-instrumenten, of zij gaven forse steun aan ambtelijke initiatieven voor de introductie<br />

ervan. In het verlengde daarvan zou misschien verwacht mogen worden dat<br />

wethouders de in productbegroting en andere planning en control-documenten beschikbare<br />

prestatiegegevens ook vrij intensief gebruikten. Om diverse redenen was<br />

dat ech<strong>ter</strong> nauwelijks het geval, zo stelde ik in 1999 vast op basis van verkennend<br />

case-onderzoek in Den Haag, <strong>Groningen</strong> en Leeuwarden (Ter <strong>Bogt</strong>, 1999; 2001). De<br />

33

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!