02.03.2015 Views

nummer 4

nummer 4

nummer 4

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

editoriaal<br />

I Georges Spriet I<br />

belgen gaan vechten in afghanistan<br />

Sedert het einde van de Koude Oorlog<br />

is er een aaneenschakeling van gewapende<br />

conflicten waarbij de Verenigde<br />

Staten steevast één van de oorlogspartijen<br />

is. Beginnen we met de Operation<br />

Desert Storm, de Golfoorlog van 1991,<br />

om dan naar Restore Hope te gaan in<br />

Somalië (1992-93), vervolgens hebben<br />

we de oorlog in Bosnië met NAVO-bombardementen in 1995, de<br />

militaire controle op de blokkade van Irak en het afdwingen van de<br />

no-fly-zones, represaillemaatregelen tegen Soedan en Afghanistan<br />

in 1998, de oorlog tegen Joegoslavië in 1999, de oorlog in<br />

Afghanistan van 2001 en sedert 2003 de oorlog tegen Irak.<br />

Met deze permanente oorlog willen de Verenigde Staten zich<br />

als enige supermacht in de wereld handhaven. Oorlog wordt nu de<br />

voortzetting van politiek met andere middelen. Ter meerdere eer en<br />

glorie van de militaire industrie, en met als centrale concrete doelstelling<br />

de VS-controle te verzekeren over grondstoffen en energie.<br />

In Afghanistan komt ook de wereldambitie van het NAVO-bondgenootschap<br />

zeer sterk naar voor. Het westers optreden heeft ook hier<br />

te maken met de ontsluiting van de energiegrondstoffen uit<br />

Centraal-Azië. Er bestaan immers concrete plannen voor een pijpleiding<br />

om het gas uit Turkmenistan door Afghanistan naar<br />

Pakistaanse havens te leiden, vanwaar de wereldmarkt dan kan<br />

bevoorraad worden. Deze regio heeft enorm aan geostrategisch<br />

belang gewonnen en wordt ook extra ‘aangehaald’ door andere<br />

wereldspelers, voornamelijk via de Shanghai Cooperation<br />

Organisation.<br />

De Belgische soldaten zitten al langer in Afghanistan.<br />

Hoofdzakelijk om de luchthaven van Kaboel te beveiligen, maar ze<br />

participeren ook aan bepaalde PRT’s (Provincial Reconstruction<br />

Teams), ofte civiel-militaire samenwerking (CIMIC). Vanaf 1 september<br />

2008 komt er een uitbreiding van de Belgische aanwezigheid<br />

met vier F-16’s en honderd manschappen in Kandahar. Dit gebeurt<br />

officieel in assistentie van de Nederlandse missie daar, en zou volgens<br />

minister De Crem, onder dezelfde spelregels (‘rules of engagement’)<br />

vallen. Indien dit bevestigd wordt, betekent het dat de<br />

Belgische F-16’s ook luchtsteun zullen geven aan de Amerikanen of<br />

Britten van de Operation Enduring Freedom als die erom vragen,<br />

met aanvallen tot in Pakistan. Met andere woorden Belgische militairen<br />

kunnen dan volledig worden opgenomen in directe oorlogsoperaties.<br />

Volgens het Nederlandse Clingendael Instituut hebben de PRT’s<br />

vier belangrijke doelstellingen. De eerste is ‘force protection’, dit wil<br />

zeggen dat de zogenaamde civiele samenwerking met de Afghaanse<br />

overheid in de eerste plaats bedoeld<br />

is om de troepen te beschermen. Ten<br />

tweede gaat het om de stabilisatie van<br />

regio’s die op zich dan helpt om de<br />

derde doelstelling te realiseren, met<br />

name ‘force acceptance’. De buitenlandse<br />

militaire aanwezigheid wordt voor<br />

de lokale bevolking aanvaardbaar<br />

gemaakt door bepaalde ontwikkelingsprojecten, infrastructuur,<br />

wegen, bruggen, school- en dispensariagebouwtjes. Ten slotte is er<br />

de heropbouw zelf, maar die wordt door Clingendael maar op de<br />

vierde plaats gezet qua belangrijkheid. Dat valt in het algemeen<br />

goed af te leiden uit het gebruik van de fondsen door de buitenlandse<br />

regeringen: de militaire operaties slorpen enorm veel meer<br />

budgetten op dan de heropbouw.<br />

Er is wel wat kritiek op deze samenwerking tussen militairen en<br />

ontwikkelingshelpers. Alles draait om de verwarring dat één en<br />

dezelfde instelling oorlog voert en tegelijkertijd opbouwprojecten<br />

realiseert. Hierbij worden de civiele uitvoerders van de hulpprojecten<br />

door een groot deel van de lokale bevolking bij de ‘vijand’ gecatalogeerd.<br />

Bovendien is het gevaar niet denkbeeldig dat de hulp en<br />

alle sociale contacten die daarbij betrokken zijn, geïnstrumentaliseerd<br />

worden voor militaire objectieven.<br />

Deze PRT’s werken daarnaast ook samen met Integrated<br />

Development of Entrepreneurial Activities (IDEA). Het IDEA-project<br />

is opgezet door het Platform Defensie-Bedrijfsleven en zet mensen<br />

uit het bedrijfsleven in als reserve-officier of gemilitariseerd burger.<br />

Met andere woorden dit soort ‘nation building’ staat mede ten<br />

dienste van de ondernemerswereld, en kadert volop in het neoliberalisme.<br />

Francine Mestrum schreef in dit tijdschrift al over deze ongezonde<br />

samenhang tussen oorlog en ontwikkeling. CIMIC is de<br />

negatie van het concept dat ontwikkeling definieert als een nationaal<br />

project van collectieve emancipatie dankzij economische<br />

modernisering, sociale vooruitgang en democratisering. De CIMICwerking<br />

benadert de ontwikkelingssfeer volledig vanuit een veiligheidsbelang.<br />

De vredesbeweging doet er goed aan te protesteren tegen de<br />

oorlogsinzet van de F-16’s maar mag het achtergrondkader van<br />

rekolonisatie en neoliberalisme niet uit het oog verliezen. Werk aan<br />

de sensibiliseringswinkel.<br />

De petitie tegen de inzet van de Belgische F-16’s in Afghanistan<br />

is te vinden via de website van Vrede (www.vrede.be)<br />

■<br />

EDITORIAAL<br />

3<br />

Vrede | nr. 392 | juli - augustus 2008

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!