D olandese_02 - Fini compressors

ALGEMENE INFORMATIE
NL
INHOUD
Veiligheidsvoorschriften ..................................................................... 2
Installatie ........................................................................................... 4
Technische gegevens ........................................................................ 5
Bedieningselementen en instellingen ................................................. 6
Controlefuncties ................................................................................. 8
Werking ............................................................................................. 9
Opstarten......................................................................................... 10
Onderhoud....................................................................................... 11
Lokaliseren van storingen ................................................................ 14
Elektrische schema’s ....................................................................... 15
ITALIANO
STANDAARD UITRUSTING
Controleer bij aflevering of de standaard uitrusting aanwezig is, eventuele klachten naderhand vanwege ontbrekende elementen
zullen niet meer aanvaard worden.
Bij de compressor worden de volgende toebehoren geleverd:
1 olieaftapslang van het olieafscheidingsvat
1 sleutel om de schakelkast open te doen
1 gebruiks- en onderhoudshandleiding van de compressor
TOESTAND VAN DE COMPRESSOR BIJ AFLEVERING
Elke compressor wordt gedurende een periode in de fabriek getest en wordt installatie- en bedrijfsklaar afgeleverd. De olie
die toegepast is, is: CORENA D 46.
GARANTIEVOORWAARDEN
De fabrikant verleent gedurende een periode van 12 maanden vanaf de datum van aflevering garantie op de producten
voor alle ontwerp- en fabrieksfouten.
NB: De garantie op alleen de zuigerpompeenheden wordt verlengd tot:
- 18 maanden, als het apparaat een model van het “PROFESSIONAL” assortiment is;
- 24 maanden, als het apparaat een model van het “HEAVY DUTY” assortiment is.
- Als het apparaat daarentegen deel uitmaakt van het “ROTAR” assortiment, wordt er tot 3000 gebruiksuren (wat
afgelezen kan worden van het urentelsysteem) en voor een periode van maximaal 12 maanden vanaf de datum van
aflevering garantie op de hele machine verleend; deze periode wordt eveneens verlengd tot 24 maanden, met een
onbeperkt aantal uren, op de schroefpompeenheid en de elektronische besturing.
d) De onderdelen die door het specifieke gebruik dat ervan gemaakt wordt aan slijtage onderhevig zijn vallen niet
onder de garantie; dit geldt ook voor de elektrische onderdelen.
e) Alle reparaties tijdens de garantieperiode mogen uitsluitend door de fabrikant of door de erkende technische
servicediensten uitgevoerd worden.
f) Voor het verzenden van elk product naar de fabrikant, voor welke reparaties dan ook tijdens de garantieperiode,
moet de fabrikant van tevoren toestemming geven, die volgens zijn eigen onherroepelijke oordeel zal beslissen of hij hier
toestemming voor geeft of een beroep doet op één van zijn erkende technische servicecentra.
In ieder geval moet het product franco fabriek verzonden worden en zullen als het product teruggezonden wordt de
verzendkosten in rekening gebracht worden.
g) De garantie houdt het gratis repareren of vervangen in van onderdelen van de machine die door erkende technici
als defect beschouwd worden.
h) De garantie vervalt in geval van schade die onverhoeds veroorzaakt is en die te wijten is aan nalatigheid, die
ontstaan is doordat de machine op een onjuiste of oneigenlijke manier gebruikt of geïnstalleerd is of doordat de machine
gebruikt of geïnstalleerd is op een manier die niet strookt met de aanwijzingen die in de “gebruiks- en
onderhoudshandleiding” staan; de garantie vervalt eveneens indien er veranderingen aan de machine aangebracht zijn
of reparaties aan de machine uitgevoerd zijn door personeel dat niet bevoegd is. Alle defecte elementen die tijdens de
garantieperiode vervangen zijn worden door de erkende servicedienst teruggenomen.
i) Elke reparatie of vergoeding van schade die tijdens het transport is ontstaan (van of naar de erkende technische
servicedienst) is van de garantie uitgesloten.
k) Elke vergoeding van schade aan personen en/of voorwerpen die te wijten is aan nalatig/onjuist gebruik van het
aangeschafte model is uitgesloten.
l) Service voor machines tijdens de garantieperiode wordt alleen verleend aan de koper die volgens de contractuele
en administratieve normen gehandeld heeft en die specifieke documentatie overlegt waaruit de periode van de aankoop
blijkt.
m) Dit is de enige garantie die door de fabrikant als geldig beschouwd wordt. Niemand mag andere garanties, hetzij
mondeling hetzij schriftelijk, afgeven of de termijnen ervan veranderen.
BEVOEGDE RECHTERLIJKE INSTANTIE
Voor alle geschillen is uitsluitend de Rechtbank te Bologna bevoegd.
BUILDAIR 500/1000 - Cod.197657000 - ed.2 06/2003 1

NL
Lees alvorens elke willekeurige handeling op de compressor uit te voeren eerst deze bladzijde aandachtig
IN DE HANDLEIDING GEBEZIGDE SYMBOLEN
In deze handleiding is gebruik gemaakt van symbolen om de aandacht te vestigen op situaties waarin de grootst mogelijke
voorzichtigheid is geboden, praktische tips of eenvoudige informatie. Genoemde symbolen kunnen naast een tekstgedeelte
staan, naast een afbeelding of bovenaan een pagina (in dat geval hebben zij betrekking op alle onderwerpen die op die pagina
worden behandeld).
Besteed maximale aandacht aan de betekenis van de symbolen.
LET OP!
Vestigt de aandacht op een belangrijke beschrijving
met betrekking tot: technische werkzaamheden,
gevaarlijke situaties, veiligheidsvoorschriften,
waarschuwingen en/of bijzonder belangrijke
informatie.
MACHINE UITGESCHAKELD!
Elke handeling waar dit symbool bij staat mag
absoluut alleen uitgevoerd worden als de
compressor uitgeschakeld is.
OP DE COMPRESSOR AANGEBRACHTE SYMBOLEN
Op de compressor zijn diverse plaatjes aangebracht die vooral dienen om op eventuele latente gevaren te attenderen en om
aan te geven welk gedrag juist is tijdens het gebruik van de machine of tijdens bijzondere situaties.
Het is van essentieel belang dat deze in acht genomen worden.
Attentiesymbolen
Risico van hoge temperaturen
Risico van warme of schadelijke gassen in het
werkgebied
Houder onder druk
Mechanische delen in beweging
Onderhoudswerkzaamheden in uitvoering
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
• De compressoren van de Buildair lijn zijn bestemd voor zwaar en continu industrieel gebruik. De compressoren zijn
bijzonder geschikt voor toepassing in de bouwsector waar een sterk en langdurig luchtverbruik benodigd is.
• De compressor mag uitsluitend gebruikt worden zoals aangegeven in deze handleiding. De handleiding moet op een
bekende en goed toegankelijke plaats bewaard worden omdat deze tijdens de hele levensduur van de machine gebruikt moet
kunnen worden.
• Er moet één persoon aangewezen worden die verantwoordelijk is voor de compressor. Onder zijn verantwoordelijkheid
(of van zijn vervanger) vallen controles, afstellingen en onderhoudswerkzaamheden. Wanneer de verantwoordelijke persoon
tijdelijk of blijvend vervangen moet worden, behoort de vervanger de gebruiks- en onderhoudshandleiding en de eventuele
aantekeningen met betrekking tot technische werkzaamheden en onderhoudswerkzaamheden die tot op dat moment uitgevoerd
zijn, aandachtig te lezen.
Verbodssymbolen
VAKMAN!
Elke ingreep waar dit symbool de aandacht op
vestigt mag uitsluitend door een gespecialiseerde
monteur uitgevoerd worden.
STROOM UITSCHAKELEN!
Elke handeling waar dit symbool bij staat mag
absoluut alleen verricht worden terwijl de machine
stroomloos is.
Gebodssymbolen
De deurtjes niet openen als de machine in
werking is
Indien nodig altijd de noodstop gebruiken en
nooit de lijnschakelaar
Geen water gebruiken om brand op elektrische
apparatuur te blussen
De gebruiksaanwijzing aandachtig lezen
2
BUILDAIR 500/1000 - Cod.197657000 - ed.2 06/2003

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
NL
Wat u WEL moet doen:
Controleer of de motor goed functioneert en neem de veiligheidsvoorschriften die in de handleiding van de motor staan in acht.
Controleer of de netspanning overeenstemt met de spanning die op het CE-plaatje staat en of de elektrische aansluiting tot
stand is gebracht met een geschikte aansluiting.
Controleer altijd het oliepeil voordat u de compressor in werking stelt.
U moet weten hoe de compressor onmiddellijk uitgeschakeld kan worden en u moet tevens het gebruik van alle
bedieningselementen kennen.
Vóór alle onderhoudswerkzaamheden is het noodzakelijk om de compressor uit te schakelen, de aansluiting los te koppelen
en de luchttank en/of het olieafscheidingsvat te legen.
Na de onderhoudswerkzaamheden is het zinvol om goed te controleren of alle componenten weer op de juiste manier
gemonteerd zijn.
Houd kinderen en dieren uit de buurt van de machine als de machine in werking is, om letsel door de op de compressor
aangesloten apparatuur te voorkomen.
Lees de gebruiksaanwijzing van het gereedschap dat op de compressor geïnstalleerd is aandachtig door; dit geldt met
name als u de verfapparatuur gebruikt.
Let erop dat de ruimte waarin u verft voldoende luchtverversing heeft.
Verzeker u ervan dat de temperatuur in de werkomgeving tussen de +5 en de +50°C is.
De compressor moet geïnstalleerd en gebruikt worden in een omgeving waar geen explosiegevaar heerst.
Laat minimaal 50 cm ruimte vrij tussen de compressor en elk willekeurig obstakel, zodat de luchtstroom naar de ventilator
niet belemmerd wordt.
De noodknop die op het bedieningspaneel aangebracht is mag alleen gebruikt worden als het echt nodig is om lichamelijk
letsel aan personen of materiële schade aan de machine te voorkomen.
Verstrek bij al uw serviceaanvragen en/of verzoeken om informatie het model en het serienummer dat op het CE-plaatje staat.
Houd u altijd aan het onderhoudsprogramma dat in de handleiding staat.
Wat u NIET moet doen:
Voer geen onderhoudswerkzaamheden bij een draaiende motor uit.
Raak de inwendige componenten of de slangen nooit aan omdat deze tijdens de werking een zeer hoge temperatuur kunnen
bereiken en deze temperatuur ook na het stoppen van de machine nog enige tijd behouden.
Zet geen brandbare voorwerpen, voorwerpen van nylon of stof in de nabijheid van en/of op de compressor.
Verplaats de compressor niet als de tank onder druk staat.
Gebruik de compressor niet als het elektrische snoer defecten vertoont of als de elektrische aansluiting precair is.
Gebruik de compressor niet in een omgeving waar explosiegevaar kan heersen of waar open vuur is.
Gebruik de compressor niet in een vochtige of stoffige omgeving.
Richt de luchtstraal nooit op mensen of op dieren.
Laat de compressor niet door iemand gebruiken die de nodige instructies niet heeft gehad.
Sla niet met scherpe of metalen voorwerpen op de ventilatoren omdat dit tijdens de werking tot plotselinge breuk ervan kan
leiden.
Laat de compressor niet zonder luchtfilter werken.
Kom niet aan de veiligheidsvoorzieningen of aan de afstelsystemen.
Laat de compressor nooit functioneren terwijl de deurtjes / panelen open staan of verwijderd zijn.
Als de machine naar verwachting langdurig buiten stil zal staan moet de machine met een zeil afgedekt worden om de
machine tegen weersinvloeden te beschermen.
HERKENBAARHEID VAN HET PRODUCT
Het door u aangeschafte product is herkenbaar aan het CE-plaatje, waar de volgende gegevens op staan:
1) gegevens van de fabrikant
2) CE-merkteken - bouwjaar
3) TYPE = benaming van de compressor
CODE = code van de compressor
SERIAL N. = serienummer van de door u aangeschafte compressor (altijd te vermelden wanneer er om service gevraagd
wordt)
4) luchtopbrengst van de compressor gemeten in l/min en cfm
5) maximum bedrijfsdruk (bar en PSI) - geluidsniveau van de compressor in dB(A)
6) elektrische gegevens: voedingsspanning (V/ph), frequentie (Hz), stroomopname (A) - vermogen (HP en kW), toeren per
minuut (Rpm)
7) eventuele andere goedkeuringen.
1 2
3
4
5
Lees alvorens elke willekeurige handeling op de compressor uit te voeren eerst deze bladzijde aandachtig
ITALIANO
6
7
BUILDAIR 500/1000 - Cod.197657000 - ed.2 06/2003 3

NL
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE (fig. 1)
1) Bedieningspaneel
2) Luchtfilter - aanzuigregelaar
3) Olieafscheidingsfilter
4) Oliefilter
5) Schroefcompressor
6) Olieafscheidingsvat
7) Minimum drukklep
8) Koeler
INSTALLATIE
9) Leidingkranen
10) Klep van de onbelaste werking
11) Elektromotor
12) Handvat om compressor te verplaatsen
13) Oogbouten
14) Elektrische schakelkast - elektronische controller
15) Trillingsdempers
13
3
8
1
14
7
11
10
9
5
6
2
12
15
1
4
DE MACHINE UITPAKKEN EN OPHIJSEN
De machine wordt geleverd aan de bovenkant afgedekt met een kartonnen doos.
Trek ter bescherming van uw handen handschoenen aan, knip de spanbanden rondom de verpakking met een schaar door
en haal het karton van de bovenkant van de machine af. Bewaar de verpakking tenminste voor de duur van de garantie, zodat
de compressor indien nodig veiliger naar de servicedienst verzonden kan worden. Daarna kan het verpakkingsmateriaal
weggegooid worden waarbij u zich aan de voorschriften moet houden die voor het hergebruik van afvalmateriaal gelden.
Bij aflevering:
Monteer de meegeleverde trillingsdempende elementen en/of wielen (indien deze niet reeds gemonteerd zijn).
Controleer of de compressor volledig intact is en of alle toebehoren in de doos zitten alvorens de levering te aanvaarden.
Na aanvaarding van de levering zullen eventuele klachten niet meer in behandeling genomen worden.
DE MACHINE OPHIJSEN
Hijs de compressor van bovenaf op met hijskabels en maak daarbij gebruik van de speciale oogbouten 13 (fig. 3) als
bevestigingspunten. Dit mag uitsluitend gedaan worden met hijswerktuigen die geschikt
zijn voor het gewicht van de compressor (zie het overzicht van de technische gegevens).
Fig. 4
Tijdens het ophijsen van de compressor is het voor niemand toegestaan om in de
werkruimte te blijven staan of erdoor te lopen of te rijden en er moet altijd gecontroleerd
worden of de hijskabels en de hijshaken die gebruikt worden in goede staat zijn en of
de persoon die met het besturen van het hijswerktuig belast is bevoegd is voor deze
functie.
Als zij nog niet gemonteerd zijn moeten de trillingsdempers 15 (fig. 3) gemonteerd A
worden.
4
TRANSPORT
Als het noodzakelijk is om de compressor te verplaatsen moet altijd gecontroleerd
worden of het olieafscheidingsvat en de luchttank niet onder druk staan.
Luchttank: draai de uitlaatkranen A (fig. 4) helemaal open en laat ze open staan
totdat de tank volledig afgetapt is.
Olieafscheidingsvat: draai de aftapkraan B (fig. 5) open en laat hem open staat totdat
het vat volledig afgetapt is.
Als dit gedaan is moet de compressor zoals hiervoor beschreven opgehesen worden
en moet de compressor uiterst zorgvuldig op de vrachtwagen geladen worden en moet
BUILDAIR 500/1000 - Cod.197657000 - ed.2 06/2003
Fig. 5
B

INSTALLATIE
NL
de compressor door middel van kabels en wielblokkeersystemen vastgezet worden
om te voorkomen dat de compressor tijdens het rijden verschuift.
DE MACHINE VERPLAATSEN EN PLAATSEN
Om de machine te verplaatsen moet u het handvat 12 (fig.1) omhoog doen en de
compressor plaatsen.
Om beschadigingen aan de compressor te voorkomen mag de compressor in de
dwars- of lengterichting nooit schuiner dan 15° geplaatst worden (fig. 6)
Om een zo efficiënt mogelijke ventilatie te garanderen moeten de compressoren
met het ventilatierooster aan de achterkant op tenminste 50 cm afstand van andere
voorwerpen, die de luchtstroming zouden kunnen belemmeren, geïnstalleerd
worden.
Fig. 6
15˚
15˚
ITALIANO
TECHNISCHE GEGEVENS
%XLOGDLU %XLOGDLU
$7HFKQLVFKHJHJHYHQV
Druk bar 7 7
Compressor type FS26TFC FS26TFC
Draaisnelheid rotor mannetje rpm 2150 4370
Luchtopbrengst l/min 460 914
Hoeveelheid olie l 3,5 3,5
Hoeveelheid bij te vullen olie l 0,5 0,5
Max. uiteindelijke overtemperatuur lucht °C / /
Afgevoerde warmte kJ/h 13.680 25.600
Ventilatorcapaciteit m³/h 670 670
Olierestanten in de lucht mg/m³ 4 4
Elektromotor type 112 MC/4 112 MC/2
Nominaal vermogen kW 4 7,5
Max. opgenomen vermogen uit het net kW 4 7,5
Voedingsspanning V/Hz
Hulpspanning V/Hz 230/50 230/50
Beschermingsgraad schakelkast IP 54 54
Isolatieklasse F H
Stroomopname in belaste toestand A 8,6 13,1
Stroomopname bij aanloop A 60 35
Max. aantal starts per uur aantal 10 10
Temperatuurgrenzen °C 50 50
Geluidsdruk op 1 m afstand dB(A) 67 72
%%HYHLOLJLQJ
Max. compressietemperatuur °C 110 110
Instelling thermisch relais A 10,5 10,5
Instelling veiligheidsklep bar 14 14
Motorbeveiliging type Thermisch Thermisch
&$IPHWLQJHQHQJHZLFKW
Lengte mm 1030 1030
Breedte mm 650 650
Hoogte mm 880 880
Gewicht kg 153 155
Luchtuitlaat type Bouwaansluiting Bouwaansluiting
BUILDAIR 500/1000 - Cod.197657000 - ed.2 06/2003 5

NL
BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTELLINGEN
BEDIENINGSPANEEL EN BEDIENINGSELEMENTEN (fig. 7)
1) Manometer druk tanks/uitlaatlucht
2) Manometer druk schroefcompressor
3) Werkings-/onderhoudsschema
4) Noodstopschakelaar
5) Elektronische controller
Fig. 7
1 2 3
50h
500h
1000h
3000h
BEDIENINGSPANEEL
• De elektronische besturingseenheid maakt het mogelijk om alle functies te
5 4
besturen die noodzakelijk zijn om de compressor in werking te stellen en uit te
schakelen. De eenheid signaleert bovendien eventuele storingen die in de werking
van de machine opgetreden zijn en verstrekt informatie over de tijd gedurende welke
de machine in werking is geweest en de onderhoudswerkzaamheden die uitgevoerd
moeten worden.
1) Display waarop de informatie weergegeven wordt
2) OK toets: moet gebruikt worden om de instellingen te bevestigen (zie de paragraaf
“Parameters die gewijzigd kunnen worden”).
3) Pijltoetsen: moeten gebruikt worden om de menu’s te doorlopen.
Fig. 8
4) Alarmwaarschuwingslampje: als dit lampje gaat branden, gevolgd door een
eventuele blokkering van de compressor, dan duidt dit erop dat er onderhoud gepleegd
moet worden of dat er een storing in de werking opgetreden is. Zie de paragraaf
“Alarmmeldingen” om vast te stellen welke werkzaamheden er uitgevoerd moeten
worden.
5) Resettoets: moet gebruikt worden om een alarm uit te schakelen (zie de paragraaf
“Alarmmeldingen”).
6) ON/I toets: dient om de machine aan te zetten.
De startcyclus is onderverdeeld in drie fases:
• Wachten op aanloop: de melding STAND-BY wordt weergegeven: als de
compressor uitgeschakeld is, is er een tijd van 15 seconden nodig voordat de cyclus
start, anders blijft de compressor wachten totdat er door de drukverschilschakelaar
om lucht gevraagd wordt.
• Aanloop: aanloop van de compressor op de “sterschakeling” en de melding ONBELAST wordt weergegeven.
• Aanloop op normale bedrijfstoestand: na vijf seconden wordt van “sterschakeling” overgegaan naar “driehoekschakeling”.
Na twee seconden, indien hier door de drukgever om gevraagd wordt, wordt de elektromagnetische vulklep bekrachtigd en
wordt de melding BELAST weergegeven.
7) OFF/0 toets: dient om de machine uit te schakelen.
De werking van de elektromagnetische vulklep wordt onderbroken, de onbelaste cyclus start en de melding ONBELAST
wordt knipperend weergegeven, na afloop van de onbelaste cyclus schakelt de compressor uit en wordt de melding “OFF”
weergegeven.
6
PARAMETERS DIE GEWIJZIGD KUNNEN WORDEN
Door bij uitgeschakelde machine (OFF) op de toets te drukken krijgt u toegang tot het menu van de werkingsparameters;
om toegang te krijgen tot de wijzigingen kan het in bepaalde gevallen vereist zijn om eerst een wachtwoord in te toetsen; maak
voor het doorlopen van het menu gebruik van de toets en .
0) ID besturingseenheid (wachtwoord servicedienst): kiest de identificatie van de besturingseenheid; de mogelijkheid
bestaat om meerdere identificaties te kiezen voor het geval er verschillende compressoren op dezelfde RS-485 lijn aangesloten
worden.
1) Uren vooralarm (wachtwoord servicedienst): de teller telt automatisch elk werkingsuur van de machine af; wanneer hij op
0 staat meldt de besturingseenheid alarm Onderhoud.
De teller geeft, voorafgegaan door het teken (-), het aantal uren aan dat verlopen is vanaf het laatste onderhoudsalarm: met
behulp van de toets en kan de gewenste nieuwe waarde ingesteld worden (waardoor het vorige alarm geannuleerd
wordt).
2) Voorgeschiedenis alarmen (geen wachtwoord vereist): met behulp van dit menu kunnen de laatste 30 alarmen weergegeven
worden.
3) Temperatuur vooralarm (fabrieksmatig wachtwoord): met behulp van dit menu kan de temperatuur “delta” (uitgedrukt in
°C) ten opzichte van de maximum alarmtemperatuur ingesteld worden; de waarde is instelbaar van 1 tot 20.
Voorbeeld: bij een maximum temperatuur van 120 °C en een deltawaarde van 10 °C wordt bij het bereiken van 110 °C het
vooralarm maximum temperatuur geactiveerd.
4) Maximum temperatuur (fabrieksmatig wachtwoord): met behulp van dit menu kan de maximum toegestane temperatuur
ingesteld worden, het regelbereik varieert van 0 tot 150 °C.
5) Minimum temperatuur (fabrieksmatig wachtwoord): met behulp van dit menu kan de minimum temperatuur ingesteld
worden, het regelbereik varieert van 0 tot -14 °C.
6) Temperatuur ventilator (wachtwoord servicedienst): met behulp van dit menu kan de temperatuur ingesteld worden
waarop de koelventilator in werking treedt; het regelbereik ligt tussen de 0 en 150 °C. Op de vastgestelde temperatuur start de
ventilator; de hysteresis is ingesteld op 10 °C.
7) Duur van de onbelaste werkingscyclus (wachtwoord servicedienst): met behulp van dit menu kan de duur van de
BUILDAIR 500/1000 - Cod.197657000 - ed.2 06/2003

BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTELLINGEN
NL
onbelaste werkingscyclus van de machine gewijzigd worden; het regelbereik varieert van 1 tot 250 seconden.
8) Automatische start (wachtwoord servicedienst): deze parameter bewerkstelligt de vrijgave voor de automatische start;
wanneer dit in geval van stroomonderbreking geactiveerd wordt start de compressor automatisch opnieuw.
Onverwachts starten van de compressor kan ongelukken voor personeel dat zich toevallig in de buurt van de machine bevindt
tot gevolg hebben. Daarom wordt het gebruik hiervan afgeraden.
9) Inwendige fasevolgorde (wachtwoord servicedienst): deze parameter activeert de controle van de inwendige fasevolgorde
of annuleert deze door de ingang van de fasevolgorde op het klemmenbord te activeren.
10) Taal (geen wachtwoord vereist): met behulp van deze parameter kan de taal gewijzigd worden waarin de meldingen
afgebeeld worden; er is keuze uit 5 verschillende talen (Italiaans, Engels, Duits, Spaans, Frans).
11) Activering RS-485 (geen wachtwoord vereist): deze parameter dient voor het activeren van de overdracht via RS-485 en
het automatisch annuleren van de overdracht via RS-232.
12) Druksensor (wachtwoord servicedienst): activeert de ingang “4-20 mA” voor het aansluiten van de druksensor; bij het
activeren van deze parameter verschijnt de drukwaarde op de display; druk voor het weergeven van de werkingsduur van de
machine op de toets . Na 20 seconden wordt de drukwaarde automatisch opnieuw weergegeven.
Bij het activeren van deze parameter wordt de functie van het contact van de externe drukverschilschakelaar gewijzigd en
wordt dit de ingang van de drukverschilschakelaar voor de minimum druk van de olieafscheidingsinrichting, waardoor het
opnieuw starten van de compressor verhinderd wordt indien de druk in deze inrichting hoog is.
13) PSI/BAR (geen wachtwoord vereist): om de maateenheid van de druk te kiezen.
14) Instelling belasting/werkingsdruk (geen wachtwoord vereist): met behulp van deze parameter kan de druk ingesteld
worden waarop de compressor dient uit te schakelen; bij geactiveerde frequentieregelaar geeft deze parameter de werkingsdruk
aan waarop de frequentieregelaar dient te beginnen met smoren voor het constant houden van de druk.
15) Instelling onbelast/werkingsdelta (geen wachtwoord vereist): geeft de drukwaarde aan waarop de besturingseenheid
het opnieuw starten van de compressor activeert.
Bij geactiveerde frequentieregelaar wordt deze parameter de werkingsdelta, d.w.z. dat hij het bereik van de druk aangeeft
waarbinnen de compressor dient te werken.
Wanneer de ingestelde waarde bijvoorbeeld 1 bar bedraagt en de maximum werkingsdruk 9 bar betekent dit dat de compressor
uitgeschakeld wordt op 9,5 bar en weer start op 8,5 bar.
16) Maximum druk (wachtwoord servicedienst): deze parameter stelt de waarde in voor de maximaal bereikbare druk
oftewel de maximum instelbare waarde van punt 14.
17) Maximum alarmdruk (fabrieksmatig wachtwoord): deze parameter stelt de maximale drukwaarde in waarop de
besturingseenheid in alarm gaat.
18) Remote druk (wachtwoord servicedienst): bij het activeren van deze parameter blijven de druk en de betreffende alarmen
in beeld, maar vindt de besturing voor het starten van de compressor plaats via het contact van de externe drukverschilschakelaar.
19) Vertraging belasting (fabrieksmatig wachtwoord): met behulp van deze parameter wordt, in seconden, de vertraging
ingesteld vanaf het moment dat de startcyclus voltooid is tot het moment waarop de elektromagnetische klep voor de luchttoevoer
geactiveerd wordt.
ITALIANO
MAAK VOOR HET INSTELLEN VAN DE WAARDE ALTIJD GEBRUIK VAN DE TOETS EN EN BEVESTIG MET DE TOETS
VEILIGHEIDS- EN
CONTROLE-INSTRUMENTEN (fig. 9)
Fig. 9
5
1) Bedrijfsdrukverschilschakelaar (pressostaat) die
in de schakelkast aangebracht is: regelt de start- en
stopdruk.
2) Veiligheidsklep: opent de luchtuitlaat als de
veiligheidsgrens wordt overschreden.
3) Schroeftemperatuurvoeler: stopt de compressor
als de temperatuur boven de +110°C komt en bedient
het inschakelen van de elektrische ventilator van de
koeler.
4) Minimum drukklep: waarborgt dat er een minimum
smeerdruk tijdens de onbelaste werking gehandhaafd
blijft.
5) Olietemperatuurvoeler: stelt de elektrische ventilator
van de koeler in werking als de insteltemperatuur
overschreden wordt.
2
1
4
3
BUILDAIR 500/1000 - Cod.197657000 - ed.2 06/2003 7

NL
CONTROLEFUNCTIES
ALARMMELDINGEN
In geval van een storing of bij het overschrijden van de ingestelde veiligheidsgrenzen gaat
het rode alarmlampje branden en wordt het betreffende alarm op de display weergegeven.
1) Controle draairichting
Wordt geactiveerd bij verkeerde fasevolgorde. Het alarm blokkeert de compressor; om de
werking opnieuw in te schakelen moet eerst de fasevolgorde hersteld worden.
NB: Om het alarm op nul te stellen moet eerst de stroom uitgeschakeld worden.
Door middel van de hoofdschakelaar de stroom uitschakelen;
door middel van de speciale omkeerinrichting (fig. 14) de fases op de stekker omkeren: de
stroom uitschakelen en de omkeerinrichting (1) met een platte schroevendraaier 180° draaien;
Status display
(Engels)
30°C h00110 m05
Wrong rotation
Fig.10
1
8
2) Controle temperatuursonde
Wordt geactiveerd in geval van een storing aan de temperatuursonde (sonde open of
kortsluiting). Het alarm blokkeert de compressor; om de werking opnieuw in te schakelen
moet de aansluiting gecontroleerd en/of de sonde vervangen worden. Druk vervolgens op de
toets .
3) Maximum olietemperatuur
Wordt geactiveerd als de maximum olietemperatuur bereikt wordt. Het alarm blokkeert de
compressor; om hem opnieuw te starten moet gewacht worden tot de temperatuur onder de
geprogrammeerde waarde daalt, druk vervolgens op de knop .
4) Minimum olietemperatuur
Wordt geactiveerd als de minimum olietemperatuur bereikt wordt. Het alarm blokkeert de
compressor; om hem opnieuw te starten moet gewacht worden tot de temperatuur boven de
geprogrammeerde waarde stijgt, druk vervolgens op de knop .
5) Vooralarm olietemperatuur
Wordt geactiveerd als de vooralarmolietemperatuur wordt bereikt. Het alarm blokkeert de
compressor niet. Druk om het alarm uit te schakelen op de knop .
6) Thermische motorbeveiliging
Wordt geactiveerd als de thermische motorbeveiliging inschakelt. Het alarm blokkeert de
compressor. Controleer wat de oorzaak hiervan is en schakel het alarm uit door op de knop
te drukken.
7) Noodstop
Wordt geactiveerd als er op de noodstopknop gedrukt is, waardoor de compressor
geblokkeerd wordt. Herstel eerst de status van de noodstopknop en schakel het alarm
vervolgens uit door op de knop te drukken.
8) Vooralarm onderhoud machine
Dit alarm wijst de gebruiker erop dat de machine aan klein onderhoud toe is (olie verversen,
filters vernieuwen e.d.). De onderhoudsmonteur moet het alarm uitschakelen door in het
menu de keuze “Uren vooralarm” te maken en de waarde te herstellen zoals beschreven
staat in het hoofdstuk “Parameters die gewijzigd kunnen worden” - punt 1.
9) Drukverschilschakelaar afscheider
Wordt geactiveerd als het contact van de drukverschilschakelaar van de afscheider geopend
wordt. Het alarm blokkeert de compressor. Herstel eerst de status van de
drukverschilschakelaar van de afscheider en druk vervolgens op de knop om het alarm
uit te schakelen.
10) Storing 4-20 mA (druksensor)
Wordt geactiveerd als de op ingang 4-20mA aangesloten druksensor niet goed functioneert.
Het alarm blokkeert de compressor. Herstel eerst de status van de druksensor en druk
vervolgens op de knop om het alarm uit te schakelen.
11) Maximum druk
Wordt geactiveerd als de ingestelde maximum druk overschreden wordt. Het alarm blokkeert
de compressor. Herstel de juiste druk en druk op de knop om het alarm uit te schakelen.
BUILDAIR 500/1000 - Cod.197657000 - ed.2 06/2003
30°C h00110 m05
Temp sensor faulty
110°C h00110 m05
Max oil temp
-10°C h00110 m05
Min oil temp
105°C h00110 m05
Oil temp pre-alarm
74°C h00110 m05
Motor thermal relay
74°C h00110 m05
Emergency button
74°C h00110 m05
Routine maintenance
75°C h00110 m05
Separator p/switch
74°C h00110 m05
4-20mA fault
74°C h00110 m05
Max pressure

WERKING
WERKINGSCYCLUS (fig. 12)
Tijdens de eerste startfase krijgt de elektromagnetische klep (1) stroom waardoor de aanzuigregelaar (2) open gaat en er via
het filter (3) atmosferische lucht aangezogen wordt.
• De compressor draait nu op volle toeren en begint lucht samen te persen in de druktank (4).
• De perslucht kan niet uit de minimum drukklep (5) die op 3 à 4 bar afgesteld is stromen.
• De perslucht comprimeert de olie in de druktank (4) en perst deze via de leiding (6).
• Als de temperatuur van de olie boven de instelwaarde stijgt dan wordt de elektromagnetische koelklep (10) in werking
gesteld. De afgekoelde olie stroomt vervolgens via de leiding (8) terug naar de compressor (7) en stroomt daarbij door het filter
(9).
De olie stroomt naar de compressor en mengt zich met de aangezogen lucht, waardoor een lucht-/oliemengsel ontstaat en
de afdichting en de smering van de bewegende delen van de compressor gewaarborgd is.
• Het lucht-/oliemengsel keert terug naar de druktank (4) waar de lucht een centrifugale voorscheiding ondergaat en ten slotte
een laatste scheiding door het olieafscheidingsfilter (11).
• Uit de druktank (4) komt dus alleen lucht die via de leiding (12) naar de tank gaat en vervolgens naar het persluchtnet.
NL
ITALIANO
Fig. 12
3
11
1
2
10
5
7
9 8
12
4
6
WERKINGSTIJDEN
Werking op de automatische stand
• De werking van de compressor wordt geregeld door de drukgever die ervoor zorgt dat de machine stopt zodra de max.
druk bereikt wordt en die ervoor zorgt dat de machine weer opnieuw in werking gesteld wordt als de druk weer onder de
minimum ingestelde waarde daalt.
Het stoppen van de machine is echter vertraagd, dat wil zeggen dat dit niet volledig samenvalt met het bereiken van de max.
druk maar na een bepaalde tijd gedurende welke er geen lucht opgenomen wordt (zie punt 7 in de vorige paragraaf).
• De fabrieksinstelling is 20 seconden, het is echter raadzaam om te controleren of het aantal starts per uur NIET hoger
is dan het max. aantal geadviseerde starts van 10. Als dit wel het geval is dan verdient het de voorkeur om de werkingstijd in de
onbelaste toestand te verhogen (zie punt 7 in de paragraaf “Parameters die gewijzigd kunnen worden”).
REGELING VAN DE DRUK
De plaatsing van een afsluit- en regelsysteem na de compressor is zaak van de gebruiker, die de voedingsleiding aan zijn
eigen eisen moet aanpassen.
INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN OP AFSTAND (REMOTE ON/OFF)
• Met behulp van software (optie) bestaat de mogelijkheid om de compressor vanaf een afstand te bedienen (de
afstandsbediening is alleen actief als de besturingseenheid op de machine eerst op “ON” gezet is).
• Deze functie is ook mogelijk met behulp van het “remote” contact op het klemmenbord van de besturingseenheid. In dit
geval wordt de handbediening echter uitgeschakeld en kan het onverwachts starten van de compressor ongelukken voor het
personeel dat zich toevallig in de buurt van de machine bevindt tot gevolg hebben. Daarom wordt HET GEBRUIK VAN DEZE
FUNCTIE STERK AFGERADEN en in ieder geval kan de fabrikant op geen enkele wijze aansprakelijk gesteld worden voor de
schade die hier eventueel uit voortvloeit.
Alle wijzigingen mogen uitsluitend door een vakman uitgevoerd worden.
BUILDAIR 500/1000 - Cod.197657000 - ed.2 06/2003 9

NL
OPSTARTEN
VOORBEREIDINGEN VOOR HET OPSTARTEN
• Controleer zorgvuldig of het oliepeil zich tussen de maximum en minimum waarde
van de oliepeilstok bevindt (fig. 13); vul indien nodig via de vulopening D olie bij.
De olie van de eerste uitrusting is Shell Corena D, gebruik
dezelfde soort olie om eventueel olie bij te vullen.
MENG NOOIT VERSCHILLENDE OLIESOORTEN MET ELKAAR.
Fig. 13
• Controleer of de netspanning overeenstemt met de spanning die op het CEplaatje
staat vermeld.
D
De compressor is uitgerust met een driepolige EEG stekker 16-6H (+ aarde en
nul) met faseomkering.
Indien nodig moet u de stekker door een vakman laten vervangen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die te wijten is
aan precaire aansluitingen of aan veranderingen die aangebracht zijn door personen
die er geen verstand van hebben.
Fig. 14
MAX MIN
OPSTARTEN
• Het opstarten van de compressor (werkingstest) moet absoluut door een vakman
gedaan worden.
Druk op de toets (I) (Ref.6 Fig.15) op het bedieningspaneel van de elektronische
controller.
• Het opstarten van de compressor (werkingstest) moet absoluut door een
vakman gedaan worden.
Als de machine niet start en op de display de melding “Draairichting fout”
weergegeven wordt:
• door middel van de hoofdschakelaar de stroom uitschakelen;
• door middel van de speciale omkeerinrichting (fig. 14) de fases op de stekker
omkeren: de stroom uitschakelen en de omkeerinrichting (1) met een platte
schroevendraaier 180° draaien;
• de stroom weer inschakelen en de machine weer starten.
Controleer de draairichting van de motor visueel en houd daarbij de pijl die op de
achterste afscherming (ventilator) van de motor aangebracht is aan als referentie.
Indien de elektromotor vervangen wordt is het op het moment dat de machine
opnieuw in werking wordt gesteld absoluut noodzakelijk om de draairichting visueel
te controleren; indien nodig moeten de twee fases (van de motor) op het klemmenblok
in de schakelkast verwisseld worden (zie het elektrische schema).
• Om de compressor te stoppen mag u nooit de stekker uit het stopcontact trekken
of de hoofdschakelaar uitschakelen maar moet u dit altijd doen door de schakelaar,
die zich op het bedieningspaneel van de elektronische controller bevindt, op (0) (Ref.
7 fig.15) te zetten (fig. 15).
1
Fig.15
Status van display bij start (blijft 5 seconden zichtbaar)
Status van display tijdens normale werking
olie temp.
druk
Easy Tronic II
V.0.0.0 GG/MM/AA
datum
100°C 9.5Bar
Status=stand-by
status van
compressor
10
Druk voor het weergeven van de werkingsduur van de machine op de toets
automatisch opnieuw weergegeven.
BUILDAIR 500/1000 - Cod.197657000 - ed.2 06/2003
. Na 20 seconden wordt de drukwaarde

ONDERHOUD
NL
ONDERHOUD
Voordat u welke werkzaamheden dan ook aan de machine gaat uitvoeren:
• Schakel de automatische stop van de motor in, maak geen gebruik van de
noodstopknop.
• Schakel de stroom door middel van de hoofdschakelaar uit.
• Laat alle lucht ontsnappen door de leidingkranen open te draaien.
• Zorg ervoor dat er in het olieafscheidingsvat geen perslucht zit door kraan B tegen
de wijzers van de klok in te draaien (naar links) en de lucht volledig te laten ontsnappen
(fig. 16).
• Maak de bovenste kappen open.
Fig. 16
B
ITALIANO
Na de eerste 100 draaiuren
1) Controleer het oliepeil (zie de volgende paragraaf) en vul indien nodig met
dezelfde soort olie bij.
2) Controleer of alle schroeven goed aangedraaid zijn: dit geldt met name voor de
schroeven van de elektrische vermogenscontacten.
3) Controleer visueel of alle fittingen goed afdichten.
Fig. 17
Elke 100 uur
Controle van het oliepeil
Aangeraden wordt om telkens na 100 draaiuren het oliepeil te controleren.
Ontlucht het olieafscheidingsvat altijd alvorens olie bij te vullen (zie fig. 16).
• Als de tank tijdens deze controle niet HELEMAAL “vol” is (fig. 17) dan is het
verstandig om via de vulopening D olie bij te vullen totdat de olie het maximum peil
heeft bereikt.
• Er is circa 1 liter olie nodig om het oliepeil van het minimum op het maximum
niveau te brengen.
Elke 300 uur
Reiniging van het luchtfilter (fig. 18)
• Reinig het luchtfilter zorgvuldig door perslucht van binnen naar buiten te blazen.
Controleer het filter op beschadigingen, door het filter tegen het licht te houden.
Vervang het filter als er beschadigingen worden geconstateerd.
• Het filterelement en het deksel moeten zorgvuldig gemonteerd worden om te
voorkomen dat er stof in de compressie-eenheid komt.
Het luchtfilter moet na tweemaal reinigen vervangen worden.
LAAT DE COMPRESSOR NOOIT ZONDER AANZUIGFILTER FUNCTIONEREN.
D
Fig. 18
MAX MIN
ELKE 2000 UUR
Verversen van de olie (fig. 19)
• Na elke 2000 draaiuren moet de olie (bij een warmgedraaide compressor) ververst
worden.
• Laat de druk door middel van kraan B in het olieafscheidingsvat af (zie fig.16).
• Sluit de meegeleverde slang aan op kraan C.
• Draai de dop van de vulopening D af, draai kraan C open en laat alle olie in een
opvangbak lopen totdat er niets meer uit komt.
• Als het aftappen voltooid is, moet u kraan C dichtdraaien en de slang verwijderen.
• Giet nieuwe olie in de vulopening D (voor een volledige vulling is circa 5 liter olie
nodig) en doe de dop er weer op.
• Start de machine, laat hem 5 minuten draaien en stop hem dan.
• Laat alle lucht ontsnappen, wacht 3 minuten en controleer het oliepeil; vul indien
nodig olie bij.
Fig. 19
D
C
MAX MIN
MENG GEEN VERSCHILLENDE OLIESOORTEN MET ELKAAR
BUILDAIR 500/1000 - Cod.197657000 - ed.2 06/2003 11

NL
ONDERHOUD
Het is mogelijk om voor het verversen van de olie een andere oliesoort te gebruiken.
Gebruik dezelfde soort olie ook telkens als u de volgende keren olie ververst.
Veiligheidsoliesoorten voor de compressortemperatuur: 70°C - 85°C
SHELL CORENA D 46
AGIP DICREA 46
IP VERETUM OIL 46
BP ENERGOL HLP 46
MOBIL D.T.E. MEDIUM
CASTROL AIRCOL MR46
ESSO UNIVIS 46
FINA EOLAN R046
GEBRUIKTE OLIE IS ZEER MILIEUVERONTREINIGEND! De olie moet volgens de
geldende wettelijke normen met het oog op de bescherming van het milieu geloosd
worden.
Vervanging van het oliefilter (fig. 20)
Telkens als u olie ververst moet het oliefilter ook vervangen worden; dit moet
gedaan worden terwijl de tank niet onder druk staat: laat altijd alle lucht via de
toevoerkranen en de kraan op het olieafscheidingsvat ontsnappen.
Breng altijd een dun laagje olie op de rand van het filter en de betreffende dichting
aan alvorens het filter vast te schroeven.
Fig. 20 Fig. 21
Vervanging van het olieafscheidingsfilter (fig. 21)
Het olieafscheidingsfilter kan niet gereinigd worden en moet telkens als u olie
ververst vervangen worden. Laat het filter echter nooit langer dan 2000 uren in bedrijf.
• Laat alle perslucht ontsnappen via de kraan (B) (zie fig. 16).
• Schroef het filter met de hand los door het filter tegen de wijzers van de klok in
te draaien (naar links).
• Vervang het filter door een nieuw exemplaar, draai het nieuwe filter met de
wijzers van de klok mee (naar rechts) nadat u de dichting en de O-ring in het filter met
een beetje olie ingevet heeft.
Fig. 22
Reiniging van de koeler (fig. 22)
Bij een geringe mate van vervuiling behoudt de koeler een hoog rendement.
Het is in ieder geval verstandig om in geval van abnormale hoge temperaturen of
gebruik op bijzonder stoffige plaatsen om de mate van vervuiling vaker te controleren.
Ga als volgt te werk:
• leg ter bescherming een stuk plastic onder de koelermatrix;
• spuit (met vloeistofspuit + oplosmiddel) van buiten naar binnen;
• controleer of de luchtdoorgang door de koelers optimaal is.
Wekelijks
Minimaal één keer in de week moet de condens uit de luchttank en het
olieafscheidingvat afgetapt worden.
Tijdens de winterperiode en als de compressor vaak buiten staat wordt het
aangeraden om dit vaker te doen.
• Uitwendige luchttank (fig. 23)
Draai de aftapklep A aan de voorkant van de luchttank open door hem tegen de
klok in te draaien, zet er een opvangbak onder en laat de kraan openstaan totdat er
alleen lucht uit komt.
• Olieafscheidingsvat (fig. 24)
Draai kraan B open, zet er een opvangbak onder en draai de kraan weer dicht
zodra er in plaats van water olie uit komt.
Controleer het oliepeil en vul eventueel olie bij.
Fig. 23
A
Fig. 24
CONDENSAAT IS EEN MILIEUVERONTREINIGEND MENGSEL! en mag dan ook
niet zomaar via het rioolstelsel geloosd worden. Voor het lozen ervan moet gehandeld
worden volgens de geldende wettelijke normen met het oog op de bescherming van
het milieu.
fig.17
B
12
BUILDAIR 500/1000 - Cod.197657000 - ed.2 06/2003

ONDERHOUD
Elke 10000 uur
• Vervanging van de flexibele leidingen
Aangeraden wordt om ze na elke 10000 draaiuren te vervangen, als de olie ververst wordt.
Draai de fittingen van de flexibele leidingen los, vervang de leidingen en draai de fittingen weer krachtig aan. Ga vervolgens
verder met de slotfases van het verversen van olie.
NL
ITALIANO
Elke 20000 uur
VERVANGING VAN DE VOLGENDE ONDERDELEN:
• Dichtingsring van de compressor
• Veiligheidsklep op de tank
• Lagers van de elektromotor
Verwijdering van de compressor
Indien de compressor rijp is voor de sloop dan moeten alle materialen met inachtneming van de geldende voorschriften
verwijderd worden, dit geldt met name voor de smeermiddelen.
Wend u zich altijd tot de instanties die gespecialiseerd zijn in verwijdering en hergebruik van afval.
BUILDAIR 500/1000 - Cod.197657000 - ed.2 06/2003 13

NL
LOKALISEREN VAN STORINGEN
STORING OORZAAK REMEDIE
Thermisch relais motor Spanning te laag. Controleer de spanning, druk op reset en stel de
ingeschakeld.
compressor opnieuw in werking.
Temperatuur te hoog.
Controleer de stroomopname van de motor en controleer
de afstelling van de relais, druk indien de stroomopname in
orde is op reset en stel de compressor opnieuw in werking.
Thermostaat ingeschakeld Omgevingstemperatuur te hoog. Verhoog de ventilatie van de omgeving,
met als gevolg blokkering
druk op reset en stel de compressor opnieuw in werking.
van de machine vanwege Koeler verstopt. Maak de koeler met oplosmiddel schoon.
te hoge temperatuur.
Olieverbruik hoog. Oliepeil te laag. Voeg er olie aan toe.
Aftap defect.
Oliepeil te hoog.
Olieafscheidingsfilter kapot.
Pakkingen van het olieafscheidingsfilter
en/of de nippel van de
olieafscheider dichten niet goed af.
Controleer de olieaftapleiding en de terugslagklep.
Controleer het oliepeil en tap eventueel olie af.
Vervang het olieafscheidingsfilter.
Vervang de pakkingen.
Olie lekt uit aanzuigfilter. Aanzuigregelaar gaat niet dicht. Controleer de werking van de regelaar en van de
elektromagnetische klep.
Veiligheidsklep open. Druk te hoog. Controleer de instelling van de drukverschilschakelaar / klep
van de onbelaste werking.
Aanzuigregelaar gaat aan het einde
van de cyclus niet dicht.
Olieafscheidingsfilter verstopt.
Controleer de werking van de regelaar en van de
elektromagnetische klep.
Controleer het drukverschil tussen de persluchtleiding en het
olieafscheidingsvat en vervang het olieafscheidingsfilter indien
nodig.
Compressor levert Luchtfilter vuil of verstopt. Reinig of vervang het filter.
weinig opbrengst.
Compressor is in werking maar Regelaar is gesloten en gaat niet Verwijder het aanzuigfilter en controleer of de
perst geen lucht samen. open omdat hij vuil is. regelaar met de hand opengaat.
Demonteer de regelaar eventueel en maak hem schoon.
Regelaar is open en gaat niet dicht
omdat de besturing ontbreekt.
Controleer of de drukverschilschakelaar stroom levert aan
de elektromagnetische klep en of deze zijn afsluiter sluit.
De compressor blijft lucht Regelaar is open en gaat niet dicht Demonteer de regelaar en maak hem schoon.
samenpersen tot boven de max. omdat hij vuil is.
drukwaarde Regelaar is open en gaat niet dicht Controleer of de drukverschilschakelaar stroom levert aan
omdat de besturing ontbreekt. de elektromagnetische klep en of deze zijn afsluiter sluit.
Vervang de elektromagnetische klep indien nodig.
Drukverschilschakelaar werkt niet
goed.
Controleer de werking en de instelling van de
drukverschilschakelaar. Vervang de drukverschilschakelaar
indien nodig.
Starten gaat moeizaam. Spanning te laag. Controleer de netspanning.
Omgeving te koud.
Verwarm het vertrek of de compressor.
Olie op het onderstel Leidingen lekken. Draai de fittingen aan.
van de schroefcompressor.
Vervang de leidingen die beschadigd zijn.
Lekken uit de voorste flens.
Vervang de pakkingring van de compressor.
Daling van de bedrijfsdruk. Aanzuigfilter verstopt. Reinig het aanzuigfilter of vervang het filter indien nodig.
14
BUILDAIR 500/1000 - Cod.197657000 - ed.2 06/2003

ELEKTRISCHE SCHEMA’S - BUILDAIR 500
NL
FU1
FU2
FU5
FU6
L11
L31
L22
L32
TC1 (0)
(230)
(24)
(0)
TC2 (6) 060
(0)
3
230 FU3 2
24 FU4 1
024
14
SB
06
15
3
4
KM1
5 9
8
4
3
YV
ITALIANO
18
(**)
3 8 U3 V3 W3 L1 L2 L3
(FU1)
(FU2)
(FU3)
(FU4)
(FU5)
(FU6)
(FU7)
(YV)
MOTORE VENTOLA RADIATORE
COOLER POWER FAN MOTOR
LINEA
LINE
V
V
V
V
R
S
T
A
A
= Inom x 1,5
L1
L2
L3
FU7
KM4
P
08
SP1
PE
KM1
KM4
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
4-20mA
in out(+)
28 29 30
D
A
B
Rs485
Rs232
12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
FR1
FR2
(**)
(**)
(**)
20
19
17
FR2
21
PE
u1 v1 w1
MC
3
u3 v3
MV
3
w3
15
ST
FR1
P
SP2
14
06
1 024
motore compressore
compressor motor
motore ventilatore
fan motor
Ref. Benaming V230 400V
TC1
Transformator prim. 0/230/400 sec.0/230/0/24
TC2 Transformator prim. 0/230/400 sec. 0/6
SB Noodknop + 2 NC 230 V 10°
FU1.FU2
Keramische zekeringen 6.3 x 32 4A 500V
FU3,FU4,FU5,FU6 Keramische zekeringen 6.3 x 32 1A 500V
FU7
Keramische zekeringen 6.3 x 32 500mA 500V
KM1 Contact compressormotor 230V 50/60 Hz 11 kW(*) 5,5 kW(*)
KM4 Contact ventilator koeler 230V 50/60 Hz 3 kW(*) 3 kW(*)
FR1 Thermisch relais - MAN/AUT reset (17-22) (9-12)
FR2 Thermisch relais - MAN/AUT reset (0,22-0,32) (0,14-0,20)
YV
Elektromagnetische klep 220/230VAC 50/60Hz
SP1
Bedrijfsdrukverschilschakelaar
SP2
Drukverschilschakelaar olieafscheider
D
Elektronische controller
ST
Thermische voeler voor controller
MV Motor elektrische ventilator koeler 230/400V 68/70W 68/70W
Doorsnede motorkabel (mm 2 ) 4G4 4G1,5
NB:
1) Doorsnede hulpkabels = 1mm 2
2) (*) = 400VAC3
3) (**) = 400V
VOEDING ZWART-BLAUW-BRUIN
BRUG GEEL-GROEN-WIT
230 V
VOEDING (BRUIN-WIT)/(BLAUW-GROEN)/(ZWART-GEEL)
BUILDAIR 500/1000 - Cod.197657000 - ed.2 06/2003 15

V
NL
ELEKTRISCHE SCHEMA’S - BUILDAIR 1000
FU1
FU2
FU5
FU6
L11
L31
L22
L32
TC1 (0)
(230)
(24)
(0)
TC2 (6) 060
(0)
3
230 FU3 2
24 FU4 1
024
14
SB
06
15
3
4
KM1
5 6 7
9
8
4
3
YV
18
15
20
ST
19
FR1
SP2
14
1 024
(**)
3 8 U3 V3 W3 L1 L2 L3
(FU1)
(FU2)
(FU3)
(FU4)
(FU5)
(FU6)
(FU7)
(YV)
MOTORE VENTOLA RADIATORE
COOLER POWER FAN MOTOR
LINEA
LINE
V
V
V
R
S
T
A
A
= Inom x 1,5
PE
L1
L2
L3
FU7
KM2
KM3
KM3
KM2
11 12
KM4
P
08
SP1
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 A B
4-20mA
D
Rs485 Rs232
in out(+)
28 29 30 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
KM1
KM2
KM3
KM4
FR1
w1
MC
w2
v1 3 u2
u1 v2
motore compressore
compressor motor
FR2
(**)
(**)
(**)
v3
u3 w3
MV
3
motore ventilatore
fan motor
17
FR2
P
21
06
Ref. Benaming V230 400V
TC1
Transformator prim.0/230/400 sec.0/230/0/24
TC2 Transformator prim. 0/230/400 sec. 0/6
SB
Noodknop + 2 NC 230V 10A
FU1.FU2
Keramische zekeringen 6.3 x 32 4A 500V
FU3,FU4,FU5,FU6 Keramische zekeringen 6.3 x 32 1A 500V
FU7
Keramische zekeringen 6.3 x 32 500mA 500V
KM1 Lijncontact m. spoel 230V 50/60 Hz 11 kW(*) 5 kW(*)
KM2 Driehoekcontact m. spoel 230V 50/60 Hz 11 kW(*) 5,5 kW(*)
KM3 Stercontact m. spoel 230V 50/60 Hz 7,5 kW(*) 4 kW(*)
KM4 Contact ventilator koeler 230V 50/60 Hz 3 kW(*) 3 kW(*)
FR1 Thermisch relais - MAN/AUT reset (14-20) (9-12)
FR2 Thermisch relais - MAN/AUT reset (0,22-0,32)(0,14-0,20)
YV
Elektromagnetische klep 220/230VAC 50/60Hz
SP1
Bedrijfsdrukverschilschakelaar
SP2
Drukverschilschakelaar olieafscheider
D
Elektronische controller
ST
Thermische voeler voor controller
MV Motor elektrische ventilator koeler 230/400V 68/70W 68/70W
NB:
1) Doorsnede hulpkabels = 1mm 2
2) (*) = 400VAC3
3) (**) = 400V
VOEDING ZWART-BLAUW-BRUIN
BRUG GEEL-GROEN-WIT
=230V
VOEDING (BRUIN-WIT) /(BLAUW-GROEN)/(ZWART-GEEL)
16
BUILDAIR 500/1000 - Cod.197657000 - ed.2 06/2003