03.05.2015 Views

stadskronieken in de zeventiende eeuw - theobakker.net

stadskronieken in de zeventiende eeuw - theobakker.net

stadskronieken in de zeventiende eeuw - theobakker.net

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Stadskronieken van <strong>de</strong> 17e <strong>eeuw</strong><br />

Jan Wagenaar<br />

was <strong>de</strong> zoon van<br />

een schoenmaker,<br />

die hem niet kon<br />

laten stu<strong>de</strong>ren.<br />

Klerk gewor<strong>de</strong>n<br />

bij een houthan<strong>de</strong>laar,<br />

wijd<strong>de</strong> hij<br />

zijn vrije tijd aan<br />

<strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

van Latijn, Grieks,<br />

geschie<strong>de</strong>nis en<br />

filosofie. Door<br />

zijn huwelijk met<br />

een rijke vrouw<br />

kon hij een houthan<strong>de</strong>l<br />

beg<strong>in</strong>nen.<br />

Wagenaars eerste<br />

pennenvrucht was<br />

een spectatoriaal<br />

geschrift, dat<br />

<strong>de</strong> veelzeggen<strong>de</strong> titel De Patriot droeg (1747). Op uitnodig<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> uitgever schreef hij De Tegenwoordige Staat van<br />

Utrecht. In 1749 verscheen van hem het eerste <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r Va<strong>de</strong>rlandsche<br />

Historie. In 1759 was hij gevor<strong>de</strong>rd tot het tw<strong>in</strong>tigste<br />

<strong>de</strong>el. Eerst toen beken<strong>de</strong> Wagenaar <strong>de</strong> schrijver te zijn, alhoewel<br />

men allang vermoed<strong>de</strong> dat hij <strong>de</strong> auteur was. Wagenaar<br />

begon zijn historie bij <strong>de</strong> Germanen en e<strong>in</strong>dig<strong>de</strong> met <strong>de</strong> dood<br />

van stadhou<strong>de</strong>r Willem IV <strong>in</strong> 1751. Een Leidse professor zag<br />

het aantal toehoor<strong>de</strong>rs sl<strong>in</strong>ken, omdat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten alles wat<br />

hij vertel<strong>de</strong> bij Wagenaar kon<strong>de</strong>n v<strong>in</strong><strong>de</strong>n.<br />

In 1762 begon <strong>de</strong> uitgave van een reeks geschie<strong>de</strong>niswerken<br />

over Amsterdam van <strong>de</strong> hand van Wagenaar, waar<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze<br />

al het bestaan<strong>de</strong> werk nog eens dun<strong>net</strong>jes over<strong>de</strong>ed en weer<br />

aanvul<strong>de</strong> waar nodig. De reger<strong>in</strong>g van Amsterdam benoem<strong>de</strong><br />

hem <strong>in</strong> 1756 tot stadshistorieschrijver, waarvoor hem toegang<br />

tot <strong>de</strong> archieven werd gegeven. Hij keer<strong>de</strong> <strong>de</strong> houthan<strong>de</strong>l <strong>de</strong><br />

rug toe en wijd<strong>de</strong> zich aan <strong>de</strong> wetenschap. Wagenaar kreeg <strong>in</strong><br />

1762 <strong>in</strong>zage <strong>in</strong> het kerkelijk archief. In 1762 verscheen <strong>de</strong>el 1<br />

en het 13e <strong>de</strong>el werd <strong>in</strong> 1768 gedrukt. Het geheel verscheen on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> naam: AMSTERDAM, IN ZYNE OPKOMST, AANWAS,<br />

GESCHIEDENISSEN, VOORREGTEN, KOOPHANDEL, GE-<br />

BOUWEN, KERKENSTAAT, SCHOOLEN, SCHUTTERYE,<br />

GILDEN EN REGEERINGE, etc. Deze reeks van 13 <strong>de</strong>len verscheen<br />

ook <strong>in</strong> drie folio-<strong>de</strong>len. Een 4 e folio-<strong>de</strong>el werd bewerkt<br />

door Jacobus Kok en Jan Fokke en verscheen 15 jaar na Wagenaar’s<br />

dood <strong>in</strong> 1788. Alle <strong>de</strong>len waren rijkelijk geïllustreerd<br />

met kopergravures. In zijn werken maakt Wagenaar gebruik<br />

van allerlei bronnen, en geeft hij naast politieke geschie<strong>de</strong>nis,<br />

ook kerkgeschie<strong>de</strong>nis en economische geschie<strong>de</strong>nis weer. Hij<br />

schreef geen sociale of cultuurgeschie<strong>de</strong>nis. Het werk is zeker<br />

oorspronkelijk te noemen en hij spaart <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> auteurs<br />

ook niet als hij ze op fouten betrapt.<br />

Marius van Melle schreef over <strong>de</strong>ze stadschroniquers een aantal<br />

artikelen <strong>in</strong> Ons Amsterdam. Allemaal <strong>in</strong> jaargang 49 (1997),<br />

pp.76-79 (over Pontanus), pp.120-123 (over Olfert Dapper),<br />

pp.204-208 (over Philipp von Zesen) en pp.272-276 (over Fokkens,<br />

Van Domselaer en Commel<strong>in</strong>).<br />

9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!