richtlijn aspecifieke Klachten Arm, Nek en/of Schouders - Diliguide

More documents

Recommendations

Info

schouderklachten in 6 maanden follow-up: ≤1 (risico 10%-20%), 2-3 (20%-30%), 4-5 (score 30%- 40%), 6-7 (score 40%-50%), 8 (score 50%-60%), 9-10 (score 60%-70%), 11-12 (score 70%-80%) en 13-15 (score 80%-90%). In de studie van Ekberg (1996) werden factoren vastgesteld die bepalend waren voor langdurig ziekteverzuim bij patiënten met nek en schouderklachten van recente datum (minimaal 50% verzuim van het werk). Mensen met langdurig ziekteverzuim ervoeren een hogere fysieke en mentale werkbelasting. Een groter deel van deze groep was immigrant en ze hadden gemiddeld meer dagen ziekteverzuim in het voorgaande jaar. Langdurig verzuim hing tevens samen met een slechtere beoordeling van de kwaliteit van leven na 1 jaar follow-up waarbij de pijn niet afnam. Langdurig ziekteverzuim hing over het algemeen samen met werkomstandigheden en niet met persoonlijke karakteristieken. In de studie van Grooten (2007) werden over een periode van 5 tot 6 jaar, voorspellende factoren voor het persisteren van nek- en schouderklachten, het zoeken van medische hulp en ziekteverzuim onderzocht. Het hebben van klachten van nek en schouder in het jaar van inclusie in deze studie verhoogde het risico op toekomstig ziekteverzuim met bijna 2,5. Het risico op ziekteverzuim was significant lager indien in het verleden medische hulp werd gezocht voor nek- en schouderklachten. Alipour (2009) deed 4 jaar onderzoek naar ziekteverzuim, risicofactoren en het ontstaan van nek- en schouderklachten bij industriële werkers. Uit het onderzoek bleek dat repeterende werkzaamheden en zittend werk mogelijke fysieke risicofactoren waren voor ziekteverzuim als gevolg van nek- en schouderklachten. Als psychosociale factor bleek alleen onaantrekkelijk werk een potentiële risicofactor te zijn voor ziekteverzuim als gevolg van nek- en schouderklachten. Ariens (2002) verrichtte een onderzoek naar de relatie tussen fysieke en blootstelling op het werk en ziekteverzuim als gevolg van nekpijn. Werkgerelateerde flexie van de nek (>20 graden >40% van de tijd; >45 graden >5% van de tijd), rotatie van de nek (>45 graden gedurende 15% van de tijd), geringe inspraakmogelijkheden op het werk en de inschatting van een gemiddeld niveau van vaardigheden om het werk te doen gaven een significante verhoging van het risico op ziekteverzuim als gevolg van nekklachten. In het onderzoek van Viikari-Juntura (2000) werd de voorspellende waarde bepaald van verschillende symptomen van schouder- en nekklachten op ziekteverzuim bij werknemers die medisch advies inwonnen vanwege nek-, schouder- of lage rug aandoeningen. Er was sprake van een aantal voorspellende factoren op het ontwikkelen van ziekteverzuim, namelijk korte duur van de klachten, hoge pijn intensiteit en continue pijn. Tevens hing pijn in de bovenarmen bij rotatie van de nek en pijn in de schouder bij abductie van de arm ook significant samen met het ontwikkelen van ziekteverzuim vanwege nek- en schouderklachten. Andere prognostische factoren voor verzuim vanwege nek en schouderklachten waren werknemers met fysiek werk en verzuim voorafgaande aan het onderzoek. In de studie van Palsson (1997), met als doel het beoordelen van het risico op ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid bij vrouwelijke productiemedewerkers, bleek dat vrouwen die repeterende werkzaamheden verrichtten meer ziekteverzuimdagen vertoonden dan de controles die meer gevarieerde taken verrichten. Vrouwen die ander werk zochten hadden een hoger ziekteverzuim dan zij die het werk bleven verrichten (healthy worker effect) en nadien een lager ziekteverzuim vertoonden. Het bleek dat ziekteverzuim vooral bestond als gevolg van nek/schouder en arm/hand klachten. Het nadeel in deze case-control studie was dat de deelnemers zelf mochten aangeven op grond van welke diagnose men verzuimde. Multidisciplinaire Richtlijn aspecifieke KANS 109
Conclusies Belemmerende en bevorderende factoren voor werkhervatting Er zijn aanwijzingen dat onder werknemers, een oudere leeftijd, het vrouwelijk geslacht, het hebben van een parttime baan (
Page 1 and 2:
Multidisciplinaire richtlijn aspeci
Page 3 and 4:
Initiatief Koninklijk Nederlands Ge
Page 5 and 6:
INHOUDSOPGAVE Samenstelling werkgro
Page 7 and 8:
SAMENSTELLING WERKGROEP Kerngroep >
Page 9 and 10:
PROGNOSTISCHE FACTOREN De werkgroep
Page 11 and 12:
PATIENTENVOORLICHTING Effectiviteit
Page 13 and 14:
BEHANDELING Algemeen • Inventaris
Page 15 and 16:
werknemers met klachten aan arm, ne
Page 17 and 18:
Bij het samenstellen van de werkgro
Page 19 and 20:
Herziening Uiterlijk in 2016 wordt
Page 21 and 22:
Tabel 1 Indeling van methodologisch
Page 23 and 24:
Patiëntenprofiel aspecifieke arm,
Page 25 and 26:
2.1 Anamnese en inspectie Bij de (a
Page 27 and 28:
Tabel 2: Aanbeveling voor (mogelijk
Page 29 and 30:
2.3 Overzicht Conclusies en Aanbeve
Page 31 and 32:
Cervicale Facetgewricht pijn Het ce
Page 33 and 34:
Niveau 3 Niveau 3 Niveau 3 A1/2 Cal
Page 35 and 36:
Aanvullende diagnositiek Het is aan
Page 37 and 38:
Aanbevelingen De werkgroep is van m
Page 39 and 40:
Aanvullende diagnostiek Uit onderzo
Page 41 and 42:
Overige compressiesyndromen van de
Page 43 and 44:
Trigger finger Een trigger finger o
Page 45 and 46:
uitspraak te komen over het al dan
Page 47 and 48:
Algemeen Lokale monoarticulaire art
Page 49 and 50:
Literatuur Bak K, Sørensen AK, Jø
Page 51 and 52:
Meserve BB, Cleland JA, et al. A Me
Page 53 and 54:
Multidisciplinaire Richtlijn aspeci
Page 55 and 56:
Van den Heuvel (2005) was bij arbei
Page 57 and 58:
Literatuur Andersen JH, Haahr JP, F
Page 59 and 60: gebied, langdurige pijn (> 90 dagen
Page 61 and 62: Aanbevelingen De werkgroep adviseer
Page 63 and 64: HOOFDSTUK 5 BEHANDELING 5.1 Fysioth
Page 65 and 66: Verder is er 1 RCT van goede kwalit
Page 67 and 68: Aspecifieke nekpijn Het is aangetoo
Page 69 and 70: Overige overwegingen Volgens de lit
Page 71 and 72: Gepulseerd elektromagnetisch veld E
Page 73 and 74: Niveau 3 Elektrische spierstimulati
Page 75 and 76: Segura 2006) tot 4 sessies (Bitterl
Page 77 and 78: Thoracale manipulatie Er zijn aanwi
Page 79 and 80: Literatuur Ainsworth R, Dziedzic K,
Page 81 and 82: Ginn KA, Herbert RD, Khouw W, Lee R
Page 83 and 84: Kurtais GY, Ulus Y, Bilgic A, Dince
Page 85 and 86: Wood TG, Colloca CJ, Matthews R. A
Page 87 and 88: Fysische therapie in engere zin Sym
Page 89 and 90: HOOFDSTUK 5.2 OEFENTHERAPIE CESAR E
Page 91 and 92: HOOFDSTUK 5.3 ERGOTHERAPEUTISCHE IN
Page 93 and 94: Overige overwegingen De werkgroep i
Page 95 and 96: Bijwerkingen De beschreven bijwerki
Page 97 and 98: Literatuur Adebajo A, Nash P, Hazle
Page 99 and 100: Hoofdstuk 5.6 ANESTHESIOLOGISCHE IN
Page 101 and 102: HOOFDSTUK 5.7 MULTIDISCIPLINAIRE BE
Page 103 and 104: Literatuur Concensus Rapport Pijnre
Page 105 and 106: Technische of ergonomische interven
Page 107 and 108: Niveau 3 het verminderen van ongema
Page 109: HOOFDSTUK 6 WERKHERVATTING Uitgangs
Page 113 and 114: HOOFDSTUK 7 ORGANISATIE VAN ZORG Ui
Page 115 and 116: Bijvoorbeeld ervaren stress Arbeids
Page 117 and 118: Naast duidelijkheid en overzicht wa
Page 119 and 120: Literatuur Chavannes AW, Mens JMA,
Page 121 and 122: Overige aspecifieke armklachten (el
Page 123 and 124: HOOFDSTUK 8.2 INFORMATIEVOORZIENING
Page 125 and 126: RSI QuickScan ging gepaard met hoge
Page 127 and 128: de 2 interventies waren iets lager
Page 129 and 130: Hieronder volgt een samenvatting va
Page 131 and 132: zorgconsumptie bij andere behandela
Page 133 and 134: Karels CH, Bierma-Zeinstra SM, Burd
Page 135 and 136: 0 Tabel 1. Kernaanbeveling 1 Acute
Page 137 and 138: Tabel 2. Kernaanbevelingen 2 en 3 S
Page 139 and 140: Multidisciplinaire Richtlijn aspeci
Page 141 and 142: ter beschikking gesteld aan de dive
Page 143 and 144: BIJLAGE 1 UITGANGSVRAGEN nr Uitgang
Page 145 and 146: Schouderinstabiliteit Auteur Jaar T
Page 147 and 148: Auteur Jaar Type studie Dessaur 200
Page 149 and 150: Auteur Jaar Type studie Hughes 2008
Page 151 and 152: Auteur Jaar Type studie Dinnes 2003
Page 153 and 154: Auteur Jaar Type studie Hegedus 200
Page 155 and 156: Auteur Jaar Type studie Fodor 2009
Page 157 and 158: Auteur Jaar Type studie Ardic 2006
Page 159 and 160: Elleboog instabiliteit Auteur Jaar
Page 161 and 162:
Hoofdstuk 3: Etiologische factoren
Page 163 and 164:
Auteur, jaartal Descatha 2010 Mate
Page 165 and 166:
Auteur, jaartal Mate van bewijs Stu
Page 167 and 168:
Auteur, jaartal Mate van bewijs Van
Page 169 and 170:
Page 171 and 172:
Hoofdstuk 5.4: Psychologisch interv
Page 173 and 174:
Auteur, Jaartal Mate van bewijs Stu
Page 175 and 176:
Auteur, Jaartal Mate van bewijs Stu
Page 177 and 178:
Page 179 and 180:
Auteur, jaartal Mate van bewijs Gro
Page 181 and 182:
Page 183 and 184:
eed ((((Neck/ OR exp Upper Extremit
Page 185 and 186:
Pubmed: (biceps brachii OR biceps)
Page 187 and 188:
Bursitis van de ellboog Pubmed ((bu
Page 189 and 190:
Trigger finger Embase 'trigger fing
Page 191 and 192:
Complex regionaal pijnsyndroom (CRP
Page 193 and 194:
S studietypen: S zoektermen sysrev
Page 195 and 196:
treat$)).tw. OR ((multimodal or mod
Page 197 and 198:
Uitgangsvraag hoofdstuk 5.6: Anesth
Page 199 and 200:
Uitgangsvraag hoofdstuk 5.8: Werkge
Page 201 and 202:
Reulstaat database bijgewerkt tot a
Page 203 and 204:
Tabel 2 Meetinstrumenten voor aspec
Page 205 and 206:
BIJLAGE 5 OMSCHRIJVING SPECIFIEKE K
Page 207 and 208:
Diagnostische termen zonder consens
Page 209 and 210:
komen zowel bloedvaten en zenuwen o
Page 211 and 212:
In het recente boek van de NVA word
Page 213 and 214:
Osteochondritis dissecans van de el
Page 215 and 216:
Schouder-regio (inclusief bovenarm)
Page 217 and 218:
BIJLAGE 6 ONDERBOUWING DIAGNOSTIEK
Page 219 and 220:
Nek-regio Cervicaal radiculair synd
Page 221 and 222:
Cervicale Facetgewricht pijn Inleid
Page 223 and 224:
Schouderregio (inclusief bovenarm)
Page 225 and 226:
Opvallend is dat er zeer veel versc
Page 227 and 228:
Waar mogelijk, richten we ons hier
Page 229 and 230:
drop-arm test laat een vergelijkbar
Page 231 and 232:
schoudergebied zijn, door middel va
Page 233 and 234:
De n.suprascapularis komt ter hoogt
Page 235 and 236:
Elleboog-onderarm regio Epicondylit
Page 237 and 238:
wordt om bilateraal weerstand te ge
Page 239 and 240:
Aanvullende diagnostiek Geen testen
Page 241 and 242:
Pols-hand regio M. De Quervain Inle
Page 243 and 244:
Zwakte of atrofie in de door de n.
Page 245 and 246:
Het is een familiair voorkomende aa
Page 247 and 248:
Er is geen onderzoek naar de waarde
Page 249 and 250:
Algemeen Lokale monoarticulaire art
Page 251 and 252:
- verminderde kracht. Lichamelijk o
Page 253 and 254:
Coates VH, Turkelson CM, et al. Dia
Page 255 and 256:
Kuijper B, Tans JT, et al. Degenera
Page 257 and 258:
Shahabpour M, Kichouh M, Laridon E,
Page 259 and 260:
BIJLAGE 7 PATIENTENINFORMATIE FOLDE
Page 261 and 262:
Wat kan ik zelf doen? Er zijn versc
Page 263 and 264:
Psychologische hulp Misschien hebt
Page 265 and 266:
In 2012 is een richtlijn aspecifiek
Page 267:
PIP Proximale interfalangeale PPR P
show all

richtlijn aspecifieke Klachten Arm, Nek en/of Schouders - Diliguide

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?