AVEA Auto-FIO2 Option - CareFusion
AVEA Auto-FIO2 Option - CareFusion
AVEA Auto-FIO2 Option - CareFusion
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2)<br />
Bijlage bij de bedieningshandleiding
Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2) Bijlage bij de bedieningshandleiding<br />
ii L2814–110 revisie E
Bijlage bij de bedieningshandleiding Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2)<br />
Dit document wordt beschermd door auteursrechtenwetgeving van de Verenigde Staten en internationale<br />
wetgeving.<br />
Dit document mag niet worden gekopieerd, verveelvoudigd, vertaald, opgeslagen in een<br />
geheugensysteem, in welke vorm dan ook worden verzonden, of worden teruggebracht tot een door een<br />
elektronisch medium of machine leesbare vorm, geheel dan wel gedeeltelijk, zonder schriftelijke<br />
toestemming van <strong>CareFusion</strong>. De informatie in dit document is onder voorbehoud van wijzigingen zonder<br />
kennisgeving.<br />
Dit document dient slechts ter informatie en mag niet worden beschouwd als vervanging van of aanvulling<br />
op de voorwaarden van de licentieovereenkomst.<br />
© 2010 <strong>CareFusion</strong> Corporation of een van haar dochterondernemingen. Alle rechten voorbehouden.<br />
Avea is een gedeponeerde handelsmerk van <strong>CareFusion</strong> Corporation of een van haar<br />
dochtermaatschappijen. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van de betreffende merkhouders.<br />
VA<br />
<strong>CareFusion</strong><br />
22745 Savi Ranch Parkway<br />
Yorba Linda, California 92887-4668<br />
USA<br />
800.231.2466 tel<br />
+1.714.283.2228 tel<br />
+1.714.283.8493 fax<br />
carefusion.com<br />
Documentatienummer: L2814–110 revisie E<br />
Erkend vertegenwoordiger voor Europa<br />
<strong>CareFusion</strong> Germany 234 GmbH<br />
Leibnizstrasse 7<br />
97204 Hoechberg, Duitsland<br />
District Court Wuerzburg HRB7004<br />
+49.931.4972.0 tel<br />
+49.931.4972.423 fax<br />
L2814–110 revisie E iii
Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2) Bijlage bij de bedieningshandleiding<br />
Verklaringen<br />
EMC-verklaring<br />
Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie (RF)-energie en kan<br />
deze uitstralen. Als deze apparatuur niet volgens de instructies in deze<br />
handleiding wordt geïnstalleerd en gebruikt, kunnen er elektromagnetische<br />
storingen optreden.<br />
Deze apparatuur voldoet volgens tests aan de aanvaardbare limieten die zijn<br />
vastgelegd in norm EN 60601-1-2 voor medische producten. Deze limieten<br />
worden geacht een redelijke bescherming te bieden tegen<br />
elektromagnetische storingen (EMC) bij toepassing in de beoogde<br />
gebruiksomgevingen zoals in deze handleiding beschreven.<br />
Dit beademingsapparaat voldoet verder aan de veiligheidseisen die zijn<br />
vastgelegd<br />
in EN 60601-1, EN/ISO 9919, IEC 60601-2-12, CAN/CSA-C22.2 nr. 601.1-<br />
M90 en<br />
UL 2601-1.<br />
Dit beademingsapparaat kan worden beïnvloed door draagbare en mobiele<br />
RF-communicatieapparatuur.<br />
Dit beademingsapparaat mag niet worden gestapeld met andere apparatuur.<br />
Bij de beoordeling van dit beademingsapparaat zijn de volgende kabels<br />
gebruikt:<br />
• 15619 – normaal open patiëntoproepkabel (lengte – 1,7 meter)<br />
• 15620 – normaal gesloten patiëntoproepkabel (lengte – 1,7 meter)<br />
• 70600 – kabel, communicatie- (lengte – 1 meter)<br />
• 70693 – kabel, communicatie- (lengte – 3 meter)<br />
• Standaard Centronix-printerkabel (lengte – 2 meter)<br />
• Standaard SVGA-beeldschermkabel (lengte – 2 meter)<br />
Het gebruik van andere kabels kan verhoogde emissies of verminderde<br />
immuniteit<br />
tot gevolg hebben.<br />
Zie tabel 201, 202, 203 en 205 (hieronder) voor meer informatie over het<br />
Avea-beademingsapparaat en EMC.<br />
iv L2814–110 revisie E
Bijlage bij de bedieningshandleiding Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2)<br />
Tabel 201. 60601-1-2 IEC:2001 (E)<br />
Richtlijn en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische emissies<br />
Het Avea-beademingsapparaat is bedoeld voor gebruik in de hieronder beschreven elektromagnetische omgeving.<br />
De klant of gebruiker van het Avea-beademingsapparaat dient ervoor te zorgen dat het systeem in een dergelijke omgeving wordt<br />
gebruikt.<br />
Emissietest Conformiteit Elektromagnetische omgeving - richtlijnen<br />
RF-emissies CISPR 11 Groep 1 Het Avea-beademingsapparaat gebruikt alleen RF-energie voor<br />
de interne werking. De RF-emissies zijn daarom zeer laag en het is<br />
onwaarschijnlijk dat ze storingen veroorzaken in elektrische apparatuur die in<br />
de buurt staat.<br />
RF-emissies CISPR 11 Klasse B Het Avea-beademingsapparaat kan overal worden gebruikt, inclusief in<br />
Harmonische emissies<br />
IEC 61000-3-3<br />
Klasse A<br />
woningen en instellingen die zijn aangesloten op het openbare<br />
laagspanningsnet dat elektriciteit levert voor huishoudelijk gebruik.<br />
Spanningsschommelingen/<br />
Flikkeringen<br />
IEC 61000-3-3<br />
Voldoet<br />
L2814–110 revisie E v
Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2) Bijlage bij de bedieningshandleiding<br />
Tabel 202. 60601-1-2 IEC:2001 (E)<br />
Richtlijn en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit<br />
Het Avea-beademingsapparaat is bedoeld voor gebruik in de hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De klant of<br />
gebruiker van het Avea-beademingsapparaat dient ervoor te zorgen dat het systeem in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.<br />
Immuniteitstest IEC 60601- testniveau Conformiteitsniveau Elektromagnetische omgeving - richtlijnen<br />
Elektrostatische ontlading<br />
(ESD)<br />
Contact ± 6 kV Contact ± 6 kV De vloer moet van hout, beton of keramische<br />
tegels zijn. Als de vloeren met synthetisch<br />
materiaal zijn bedekt, moet de relatieve<br />
luchtvochtigheid minstens 30% zijn.<br />
IEC 61000-4-2 Lucht ± 8 kV Lucht ± 8 kV<br />
Snelle elektrische<br />
transiënten/lawines<br />
± 6 kV voor<br />
voedingskabels<br />
IEC 61000-4-4 ± 1 kV voor ingangs-/<br />
uitgangskabels<br />
Stootspanningen Differentiaalmodus<br />
± 1 kV<br />
IEC 61000-4-5 Asymmetrisch<br />
± 2 kV<br />
Kortstondige<br />
spanningsdalingen en -<br />
onderbrekingen en<br />
spanningsvariaties in<br />
netspanningsingangsleidingen<br />
95% daling in UT )<br />
gedurende 0,5 cyclus<br />
IEC 61000-4-11 40% UT (60% daling in UT )<br />
gedurende 5 cycli<br />
Magnetisch veld met<br />
netfrequentie (50/60 Hz)<br />
IEC 61000-4-8<br />
70% UT (30% daling in UT )<br />
gedurende 25 cycli<br />
95% daling in UT )<br />
gedurende<br />
5 seconden<br />
± 6 kV voor<br />
voedingskabels<br />
± 1 kV voor<br />
ingangs-/<br />
uitgangskabels<br />
Differentiaalmodus<br />
± 1 kV<br />
Asymmetrisch<br />
± 2 kV<br />
95% daling in UT )<br />
gedurende 0,5 cyclus<br />
40% UT (60% daling in UT )<br />
gedurende 5 cycli<br />
70% UT (30% daling in UT )<br />
gedurende 25 cycli<br />
95% daling in UT )<br />
gedurende<br />
5 seconden<br />
De kwaliteit van de netspanning moet gelijk<br />
zijn aan die van een typische commerciële of<br />
ziekenhuisomgeving.<br />
De kwaliteit van de netspanning moet gelijk<br />
zijn aan die van een typische commerciële of<br />
ziekenhuisomgeving.<br />
De kwaliteit van de netspanning moet gelijk<br />
zijn aan die van een typische commerciële of<br />
ziekenhuisomgeving.<br />
Of er sprake is van conformiteit hangt ervan<br />
af of de gebruiker de aanbevelingen met<br />
betrekking tot opladen en onderhoud van<br />
de geïnstalleerde reservebatterij opvolgt.<br />
3 A/m 3 A/m De stroomfrequentie van magnetische velden<br />
moet kenmerkend zijn voor een gebruikelijke<br />
locatie in een typische commerciële of<br />
ziekenhuisomgeving.<br />
Opmerking: U T is de netwisselspanning vóór toepassing van het testniveau.<br />
vi L2814–110 revisie E
Bijlage bij de bedieningshandleiding Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2)<br />
Tabel 203. 60601-1-2 IEC:2001 (E)<br />
Richtlijn en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit<br />
Het Avea-beademingsapparaat is bedoeld voor gebruik in de hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker<br />
van het Avea-beademingsapparaat dient ervoor te zorgen dat het systeem in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.<br />
Immuniteitstest IEC 60601- testniveau Conformiteitsniveau Elektromagnetische omgeving – richtlijnen<br />
Geleide RF<br />
IEC 61000-4-6<br />
Uitgestraalde RF<br />
IEC 61000-4-3<br />
3 V rms<br />
150 kHz tot 80 MHz<br />
buiten ISM-banden a<br />
10 V rms<br />
150 kHz tot 80 MHz<br />
binnen ISM-banden a<br />
10 V/m<br />
80 MHz tot 2,5 GHz<br />
3 V De afstand tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur<br />
en enig onderdeel van het Aveabeademingsapparaat,<br />
met inbegrip van de kabels, mag niet<br />
kleiner zijn dan de aanbevolen minimumafstand die is<br />
berekend met behulp van de vergelijking die van toepassing<br />
10 V<br />
is op de zenderfrequentie.<br />
10 V/m<br />
Aanbevolen scheidingsafstand:<br />
80 MHz tot 800 MHz<br />
800 MHz tot 2,5 GHz<br />
Waarbij staat voor het nominale maximale uitgangsvermogen<br />
van de zender in watt (W) volgens de<br />
zenderfabrikant en voor de aanbevolen scheidingsafstand<br />
in meter (m). b<br />
Veldsterktes van vaste RF-zenders, zoals vastgesteld<br />
door een elektromagnetische beproeving ter plaatse, c<br />
moeten lager zijn dan het conformiteitsniveau in elk<br />
frequentiebereik. d<br />
Er kunnen storingen optreden in de nabijheid van apparatuur<br />
die het volgende symbool draagt:<br />
Opmerking 1: bij 80 MHz en 800 MHz is het hogere frequentiebereik van toepassing.<br />
Opmerking 2: deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. De voortplanting van elektromagnetische straling wordt<br />
beïnvloed door absorptie en reflectie van gebouwen, voorwerpen en personen.<br />
a. De ISM (industriële, wetenschappelijke en medische) banden tussen 150 kHz en 80 MHz zijn 6,765 MHz tot 6,795 MHz;<br />
13,553 MHz tot 13,567 MHz; 26,957 MHz tot 27,283 MHz en 40,66 MHz tot 40,70 MHz.<br />
b. De conformiteitsniveaus in de ISM-frequentiebanden tussen 150 kHz en 80 MHz en in het frequentiebereik 80 MHz tot 2,5 GHz zijn<br />
bedoeld voor vermindering van de kans dat mobiele/draagbare communicatieapparatuur storingen zou kunnen veroorzaken als deze<br />
per ongeluk in de nabijheid van de patiënt zou worden gebracht. Om deze reden wordt een extra factor van 10/3 gebruikt bij de<br />
berekening van de aanbevolen scheidingsafstand voor zenders in deze frequentiebereiken.<br />
c. Veldsterkten van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefoons (GSM/draadloos) en portofoons, amateurradio’s, AM- en FMradiouitzendingen<br />
en tv-uitzendingen kunnen theoretisch niet nauwkeurig worden voorspeld. Om de elektromagnetische omgeving als<br />
gevolg van vaste RF-zenders vast te stellen, moet een elektromagnetische beproeving ter plaatse worden overwogen. Als de gemeten<br />
veldsterkte op de plaats waar het Avea-beademingsapparaat wordt gebruikt hoger is dan het hierboven vermelde van toepassing zijnde<br />
RF-conformiteitsniveau, moet worden gecontroleerd of het Avea-beademingsapparaat normaal functioneert. Als u abnormaal<br />
functioneren constateert, kan het nodig zijn om extra maatregelen te treffen, zoals anders opstellen of verplaatsen van het Aveabeademingsapparaat.<br />
d. In het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte minder dan 3 V/m bedragen.<br />
L2814–110 revisie E vii
Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2) Bijlage bij de bedieningshandleiding<br />
Tabel 205 60601-1-2 IEC:2001 (E)<br />
Aanbevolen afstand tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en het Aveabeademingsapparaat<br />
Het Avea-beademingsapparaat is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin<br />
uitgestraalde RF-storingen worden geregeld. De klant of gebruiker van het Avea-beademingsapparaat<br />
kan elektromagnetische storingen helpen voorkomen door, zoals geadviseerd, een minimale afstand in<br />
acht te nemen tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) enerzijds en het<br />
Avea-beademingsapparaat anderzijds in overeenstemming met het maximale uitgangsvermogen van<br />
de communicatieapparatuur.<br />
Nominaal maximaal<br />
uitgangsvermogen<br />
van zender (W)<br />
Scheidingsafstand in overeenstemming met de frequentie van de zender (m)<br />
150 kHz tot<br />
80 MHz buiten<br />
ISM-band<br />
150 kHz tot<br />
80 MHz binnen<br />
ISM-band<br />
80 MHz tot<br />
800 MHz<br />
80 MHz tot<br />
800 MHz<br />
0,01 0,12 0,12 0,12 0,23<br />
0,1 0,37 0,38 0,38 0,73<br />
1 1,16 1,20 1,20 2,30<br />
10 3,67 3,79 3,79 7,27<br />
100 11,60 12,00 12,00 23,00<br />
Voor zenders met een nominaal maximaal uitgangsvermogen dat hierboven niet staat vermeld, kan de aanbevolen<br />
scheidingsafstand in meter (m) worden berekend aan de hand van de vergelijking die geldt voor de<br />
zenderfrequentie, waarbij het nominale maximale uitgangsvermogen van de zender in watt (w) is volgens de<br />
fabrikant van de zender.<br />
Opmerking 1. Bij 80 MHz en 800 MHz is de scheidingsafstand van het hogere frequentiebereik van toepassing.<br />
Opmerking 2. De ISM (industriële, wetenschappelijke en medische) -banden tussen 150 kHz en 80 MHz<br />
zijn 6,765 MHz tot 6,795 MHz; 13,553 MHz tot 13,567 MHz; 26,957 MHz tot 27,283 MHz en 40,66 MHz tot 40,70 MHz.<br />
Opmerking 3. Een extra factor 10/3 wordt toegepast bij de berekening van de aanbevolen scheidingsafstand voor<br />
zenders in de ISM-frequentiebanden tussen 150 kHz en 80 MHz en in het frequentiebereik 80 MHz tot 2,5 GHz,<br />
bedoeld voor vermindering van de kans dat mobiele/draagbare communicatieapparatuur storingen zou kunnen<br />
veroorzaken als deze onbedoeld in de nabijheid van de patiënt zou worden gebracht.<br />
Opmerking 4. Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. De voortplanting van<br />
elektromagnetische straling wordt beïnvloed door absorptie en reflectie van gebouwen, voorwerpen en mensen.<br />
viii L2814–110 revisie E
Bijlage bij de bedieningshandleiding Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2)<br />
Mededeling over regelgeving<br />
Krachtens de Amerikaanse federale wetgeving mag dit apparaat uitsluitend<br />
worden verkocht aan of in opdracht van een arts.<br />
Fabrikant<br />
<strong>CareFusion</strong><br />
22745 Savi Ranch Parkway<br />
Yorba Linda, California 92887- 4668<br />
USA<br />
Als u vragen hebt over de conformiteitsverklaring voor dit product verzoeken<br />
wij u contact op te nemen met <strong>CareFusion</strong>.<br />
L2814–110 revisie E ix
Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2) Bijlage bij de bedieningshandleiding<br />
Veiligheidsinformatie<br />
Lees de volgende veiligheidsinformatie voordat u het<br />
beademingsapparaat gebruikt. Als u het beademingsapparaat gebruikt<br />
zonder eerst alle onderdelen en functies te begrijpen, kan de veiligheid in<br />
het geding komen.<br />
In dit hoofdstuk vindt u algemene waarschuwingen en aandachtspunten die<br />
in alle omstandigheden van toepassing zijn op het gebruik van het<br />
beademingsapparaat. Bepaalde waarschuwingen en aandachtspunten staan<br />
ook in de handleiding bij het onderwerp waarop ze betrekking hebben.<br />
Opmerkingen bevinden zich overal in de handleiding en bieden aanvullende<br />
informatie over specifieke onderdelen.<br />
Als u vragen hebt over de installatie, de configuratie, het gebruik of het<br />
onderhoud van het beademingsapparaat, wordt u verzocht contact op te<br />
nemen met de klantenservice van <strong>CareFusion</strong>.<br />
Definitie van termen<br />
In onderstaande lijst ziet u waarop de termen Opmerking, Voorzichtig en<br />
Waarschuwing in dit document betrekking hebben.<br />
Waarschuwingen wijzen op een toestand of handeling die een ernstige<br />
complicatie<br />
kan veroorzaken of een potentieel gevaar voor de veiligheid vormt.<br />
Voorzichtig duidt op een situatie of handeling die kan leiden tot schade aan<br />
het beademingsapparaat of andere apparatuur<br />
Opmerkingen geven aanvullende informatie voor inzicht in de manier<br />
waarop het beademingsapparaat werkt.<br />
Waarschuwingen<br />
De onderstaande waarschuwingen en aandachtspunten gelden in het<br />
algemeen altijd tijdens gebruik van het beademingsapparaat.<br />
De waarschuwingen in deze bijlage vormen een aanvulling op de<br />
waarschuwingen in de volledige bedieningshandleiding van de Avea.<br />
Bij gebruik van de automatische FiO2-regeling moeten de hart- en<br />
ademfunctie van de patiënt worden bewaakt door daarvoor bedoelde<br />
monitors en daartoe opgeleid klinisch personeel.<br />
Het algoritme voor automatische besturing maakt gebruik van de baseline-<br />
FiO2-waarde om de opdrachtwaarde voor automatische FiO2 te bepalen. Zorg<br />
voordat u de automatische FiO2-regeling inschakelt (of opnieuw inschakelt)<br />
dat de FiO2-instelling de actuele klinische toestand van de patiënt<br />
x L2814–110 revisie E
Bijlage bij de bedieningshandleiding Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2)<br />
weerspiegelt, zodat het regelalgoritme correct reageert. Als u dit achterwege<br />
laat, kan dat van invloed zijn op de reactietijd van het regelalgoritme.<br />
Aandachtspunten<br />
De volgende aandachtspunten gelden altijd als u met het<br />
beademingsapparaat werkt:<br />
• Gebruik geen beschadigde sensoren of kabels.<br />
• Dompel sensoren en de behuizing van de oxymetermodule niet onder in een<br />
vloeistof.<br />
• Steriliseer sensoren niet door middel van straling, stoom of ethyleenoxide.<br />
• Oefen nooit overmatige kracht uit op een sensorkabel.<br />
• Open de behuizing van de oxymetermodule niet. De behuizing bevat geen<br />
onderdelen waaraan de gebruiker onderhoud kan uitvoeren.<br />
L2814–110 revisie E xi
Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2) Bijlage bij de bedieningshandleiding<br />
Inhoud<br />
Verklaringen .................................................................................. iv<br />
EMC-verklaring ........................................................................... iv<br />
Mededeling over regelgeving ........................................................... ix<br />
Fabrikant .................................................................................. ix<br />
Veiligheidsinformatie .......................................................................... x<br />
Definitie van termen ...................................................................... x<br />
Waarschuwingen .......................................................................... x<br />
Aandachtspunten ........................................................................ xi<br />
Achtergrondinformatie ....................................................................... 1<br />
Werkingsprincipe ............................................................................. 1<br />
<strong>Auto</strong>matische zuurstofregeling starten .................................................... 3<br />
Regelfuncties ................................................................................. 3<br />
Controlemetingen ............................................................................ 6<br />
Alarmfuncties ................................................................................. 8<br />
Faalveilig bedrijf ............................................................................. 10<br />
<strong>Auto</strong>matische zuurstofregeling stopzetten ............................................... 10<br />
xii L2814–110 revisie E
Bijlage bij de bedieningshandleiding Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2)<br />
Achtergrondinformatie<br />
Te vroeg geboren baby’s die machinaal worden beademd, hebben vaak<br />
aanvullende zuurstof nodig. De klinische behandeling richt zich doorgaans<br />
onder meer op het bereiken van een specifieke zuurstofverzadiging (SpO2)<br />
aan de hand van het ziektebeeld van de baby. Als de oxymeter een alarm<br />
van een hoge of lage polsslag afgeeft, reageert ziekenhuispersoneel daar<br />
doorgaans op door de toediening van zuurstof (FiO2) bij te stellen. Als te laat<br />
op deze alarmen wordt gereageerd of als de zuurstof incorrect wordt<br />
afgesteld, loopt de baby het risico van slechte weefseloxygenatie of<br />
zuurstofvergiftiging (met als symptomen chronische longaandoening en/of<br />
prematurenretinopathie).<br />
Het systeem voor de automatische FiO2-regeling gebruikt de bij de patiënt<br />
gemeten SpO2 om de toevoer van FiO2 aan de patiënt te regelen. Wanneer<br />
het systeem is ingeschakeld, zorgt het ervoor dat het SpO2-niveau van de<br />
patiënt tussen de streeflimiet voor hoge SpO2 en de streeflimiet voor lage<br />
SpO2 blijft door de toegediende FiO2 constant te titreren op basis van de<br />
gemeten SpO2. Het systeem reageert zowel op kortstondige veranderingen<br />
in de SpO2 en hypoxemische en hyperoxemische episoden als op langdurige<br />
veranderingen in de FiO2-behoefte ten opzichte van de baseline.<br />
Werkingsprincipe<br />
Het systeem voor automatische FiO2-regeling heeft drie basissystemen:<br />
• Pulsoxymetrie<br />
• Regelalgoritme<br />
• Gastoediening<br />
De gegevens worden continu afgelezen van de pulsoxymetermodule op de<br />
Avea en de SpO2 en hartslag worden weergegeven op de<br />
gebruikersinterface. Het regelalgoritme ontvangt bijgewerkte SpO2-waarden<br />
en berekent elke seconde de correcte FiO2. Deze waarde wordt vervolgens<br />
naar de gasmenger verstuurd.<br />
Het regelalgoritme is een terugkoppelluscomponent van het volledige<br />
systeem. Het algoritme vergelijkt de SpO2 van de patiënt met de ingestelde<br />
waarde (het middelpunt tussen de hoge en lage SpO2-streefwaarden). Het<br />
algoritme stelt het FiO2 in aan de hand van dit verschil (of deze “fout”). Het<br />
algoritme wijzigt onmiddellijk het FiO2 om de fout te herstellen, “leert” van<br />
eerdere wijzigingen en anticipeert op kortstondige wijzigingen. Deze drie<br />
taken vormen de zogeheten PID-regelaar (proportioneel integrale afgeleide<br />
regelaar).<br />
L2814–110 revisie E 1
Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2) Bijlage bij de bedieningshandleiding<br />
Er zijn vier factoren waarop het algoritme reageert ter bepaling van de toe<br />
te dienen FiO2:<br />
• het verschil tussen de streefwaarde en de feitelijke SpO2;<br />
• de frequentie waarmee de veranderingen van de SpO2 optreden;<br />
• het bereik waarin de patiënt zich bevindt (hyperoxemisch, normoxemisch of<br />
hypoxemisch) zoals bepaald door de ingestelde hoge en lage streefwaarde<br />
voor SpO2;<br />
• hoe lang de feitelijke SpO2 zich “buiten het bereik” bevindt.<br />
Tijdens een hypoxemische episode (SpO2 lager dan de lage SpO2streefwaarde)<br />
vindt er binnen tien seconden nadat er hypoxemie is<br />
waargenomen een snelle verhoging van FiO2 plaats. Zolang de hypoxemie<br />
aanhoudt blijft de FiO2 toenemen. De snelheid waarmee de FiO2 toeneemt, is<br />
recht evenredig aan de mate van hypoxemie. De veranderingen in de FiO2<br />
zijn recht evenredig met de FiO2 baseline (een lopend gemiddelde van de<br />
FiO2 onder stabiele omstandigheden).<br />
Als tijdens perioden van normoxie (SpO2 tussen hoge en lage SpO2streefwaarden)<br />
de SpO2 stabiel is en boven de ingestelde waarde, maar<br />
binnen het streefbereik blijft, wordt de FiO2 geleidelijk verlaagd. Als de SpO2<br />
zich onder de ingestelde waarde bevindt, maar toch binnen het streefbereik<br />
ligt, vindt er geen verdere verlaging plaats.<br />
Tijdens hyperoxemie (SpO2 hoger dan hoge SpO2-streefwaarde) verlaagt de<br />
regelaar de FiO2. Afhankelijk van de mate van hyperoxemie begint deze<br />
vermindering na 15 tot 90 seconden; zolang de hyperoxemische episode<br />
aanhoudt, houdt ook de vermindering van de FiO2 aan.<br />
2 L2814–110 revisie E
Bijlage bij de bedieningshandleiding Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2)<br />
<strong>Auto</strong>matische zuurstofregeling starten<br />
De instellingen voor het systeem voor automatische FiO2-regeling zijn<br />
geavanceerde instellingen van de FiO2.<br />
Regelfuncties<br />
<strong>Auto</strong>matic Control of FiO2 (<strong>Auto</strong>matis che FiO2-regeling) – E nable (ins chakelen) /<br />
Dis able (uits chakelen) (<strong>Auto</strong> FiO2)<br />
Met deze regelfunctie wordt het systeem voor automatische FiO2 regeling in-<br />
en uitgeschakeld. Als het systeem voor automatische FiO2-regeling<br />
uitgeschakeld is, bepaalt de instelling voor %O2 het zuurstofgehalte in het<br />
toegediende gas. Als de automatische FiO2-regeling is ingeschakeld, dient<br />
het systeem zuurstof toe op basis van een berekende streefwaarde voor de<br />
FiO2 die de gemeten SpO2 gebruikt om de SpO2 van de patiënt tussen de<br />
limieten voor hoge en lage SpO2 te houden.<br />
Als automatische FiO2 is ingeschakeld, wordt de indicator voor automatische<br />
FiO2 weergegeven. Deze indicator geeft de (door de gebruiker ingestelde)<br />
minimale en maximale waarden van het streefbereik voor SpO2 weer (zie<br />
Afbeelding 1).<br />
• Bereik: On (aan) / Off (uit)<br />
• Standaard: Off (uit)<br />
Afbeelding 1 <strong>Auto</strong> FiO2-indicator<br />
Wanneer de automatische FiO2-regeling is uitgeschakeld, wordt de FiO2<br />
bepaald<br />
door de %O2-instelling op dat moment.<br />
Opmerking:<br />
De automatische FiO2-regeling is alleen beschikbaar als voor de<br />
lichaamsgrootte van de patiënt neonaat is geselecteerd en<br />
pulsoxymetrie is ingeschakeld.<br />
L2814–110 revisie E 3
Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2) Bijlage bij de bedieningshandleiding<br />
Opmerking:<br />
Het regelalgoritme streeft naar het middelpunt tussen lage SpO2 en<br />
hoge SpO2. Als de SpO2 van de patiënt stabiel is en binnen het<br />
streefbereik, maar boven het middelpunt ligt, wordt de FiO2 geleidelijk<br />
aan naar beneden bijgesteld. Als de SpO2 van de patiënt binnen het<br />
streefbereik, maar onder het middelpunt ligt, wordt de FiO2 niet<br />
gewijzigd.<br />
Opmerking:<br />
De indicator voor het berekende minuutvolume (Calc Ve) wordt niet<br />
weergegeven als de regelfunctie voor automatische FiO2 is<br />
ingeschakeld.<br />
De FiO2-bewaking en -alarmen moeten ingeschakeld zijn wanneer<br />
automatische<br />
FiO2 is ingeschakeld.<br />
Waarschuwing!<br />
Het algoritme voor automatische besturing maakt gebruik van de<br />
baseline-FiO2-waarde om de opdrachtwaarde voor automatische FiO2<br />
te bepalen. Zorg voordat u de automatische FiO2-regeling inschakelt<br />
(of opnieuw inschakelt) dat de FiO2-instelling de actuele klinische<br />
toestand van de patiënt weerspiegelt, zodat het regelalgoritme correct<br />
reageert. Als u dit achterwege laat, is dat van invloed op de reactietijd<br />
van het regelalgoritme.<br />
Opmerking:<br />
Als de huidige FiO2 hoger is dan de instelling voor het alarm voor lage<br />
<strong>Auto</strong>FiO2 of de alarmdrempel voor hoge <strong>Auto</strong>FiO2 wanneer <strong>Auto</strong>FiO2<br />
voor het eerst wordt ingeschakeld, wordt het desbetreffende alarm<br />
onmiddellijk ingeschakeld. Als de FiO2 lager is dan de instelling voor<br />
het alarm voor lage <strong>Auto</strong>FiO2, wordt de FiO2 tot de waarde van die<br />
alarmlimiet verhoogd. Dit betekent dat de bestaande alarminstellingen<br />
niet geschikt zijn voor de patiënt en moeten worden gewijzigd.<br />
4 L2814–110 revisie E
Bijlage bij de bedieningshandleiding Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2)<br />
Lage S pO2-s treefwaarde (S pO2 Trgt Low)<br />
De lage SpO2-streefwaarde is de ondergrens van het bereik waarbinnen het<br />
systeem voor automatische FiO2-regeling de SpO2 van de patiënt probeert te<br />
houden.<br />
• Bereik: 80 tot 98%<br />
• Resolutie: 1%<br />
• Standaard: 88%<br />
Hoge S pO2 streefwaarde (S pO2 Trgt High)<br />
De hoge SpO2-streefwaarde is de bovengrens van het bereik waarbinnen het<br />
systeem voor automatische FiO2-regeling de SpO2 van de patiënt probeert te<br />
houden.<br />
• Bereik: 82 tot 100%<br />
• Resolutie: 1%<br />
• Standaard: 95%<br />
Opmerking:<br />
De lage SpO2-streefwaarde moet ten minste 2% lager worden<br />
ingesteld dan de hoge SpO2-streefwaarde.<br />
R eserve-FiO2<br />
De FiO2-regelaar wordt nu Reserve-FiO2 genoemd (zie Afbeelding 2).<br />
• Bereik: 21 tot 100%<br />
• Resolutie: 1%<br />
• Standaard: Wanneer de automatische FiO2-regeling is ingeschakeld, wordt<br />
de reserve-FiO2 geïnitialiseerd op de FiO2-instelling op dat moment.<br />
Afbeelding 2 Regelaar Reserve-FiO2<br />
L2814–110 revisie E 5
Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2) Bijlage bij de bedieningshandleiding<br />
B ias flow (als automatis che FiO2 ac tief is )<br />
• Bereik: 2,0 tot 5,0 l/min als automatische FiO2 is ingeschakeld<br />
• Resolutie: 0,1 l/min<br />
• Standaard: 5,0 l/min<br />
Opmerking:<br />
Als automatische FiO2 is ingeschakeld, wordt de Avea-biasflow<br />
aangepast voor een optimale werking van de automatische FiO2. De<br />
ondergrens van het bereik van de biasflow wordt verhoogd van 0,4<br />
naar 2,0 l/min en de standaardinstelling van 2,0 naar 5,0 l/min.<br />
Controlemetingen<br />
B as eline-FiO2<br />
De baseline-FiO2 staat voor de FiO2 die vereist is om normoxemie van de<br />
patiënt te behouden (wanneer de SpO2 binnen de hoge en lage streefwaarde<br />
voor SpO2 valt). Deze waarde verandert slechts zeer langzaam.<br />
De baseline-FiO2 verandert onder de hieronder beschreven omstandigheden.<br />
De snelheid<br />
van de automatische verandering van de baseline-FiO2 is afhankelijk van de<br />
oxygenatiestatus van de patiënt vergeleken met het streefbereik.<br />
• Wanneer <strong>Auto</strong>FiO2 wordt gestart, wordt de huidige FiO2 de baseline-FiO2.<br />
• Als de SPO2 binnen het streefbereik ligt, is de veranderingssnelheid van de<br />
baseline-FiO2 afhankelijk van de SpO2-waarde. Als de SpO2 in de onderste<br />
helft van het streefbereik valt, blijft de baseline-FiO2 ongewijzigd. Als de<br />
SpO2 in de bovenste helft van het streefbereik valt, neemt de baseline<br />
langzaam af met een snelheid die toeneemt naarmate de SpO2-waarde<br />
hoger is. In een extreem geval (SpO2 boven in streefbereik en baseline-FiO2<br />
van 100 procent) neemt de baseline af met ongeveer 16 procent per uur. De<br />
daling is langzamer (mogelijk veel langzamer) als de baseline-FiO2 minder<br />
dan 100 procent bedraagt of de SpO2 niet boven in het streefbereik ligt.<br />
• Als de SpO2 onder het streefbereik ligt en niet verandert, beweegt de<br />
baseline-FiO2 naar de <strong>Auto</strong>FiO2-opdracht toe met een tijdsconstante van<br />
ongeveer 30 minuten. De baseline titreert binnen een uur bijvoorbeeld<br />
omhoog, van 21 procent naar ongeveer 84 procent.<br />
6 L2814–110 revisie E
Bijlage bij de bedieningshandleiding Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2)<br />
• Als de SpO2 boven het streefbereik ligt en niet verandert, beweegt de<br />
baseline-FiO2 naar de <strong>Auto</strong>FiO2-opdracht toe met een tijdsconstante van<br />
ongeveer 30 minuten. De baseline titreert binnen een uur bijvoorbeeld<br />
omlaag van 100 procent naar ongeveer 37 procent.<br />
• Bereik: 21 tot 100%<br />
• Resolutie: 1%<br />
• Standaard: Wanneer de automatische FiO2-regeling is ingeschakeld,<br />
wordt de baseline-FiO2 geïnitialiseerd volgens de FiO2-instelling op dat<br />
moment.<br />
Waarschuwing!<br />
Het algoritme voor automatische besturing maakt gebruik van de<br />
baseline-FiO2-waarde om de opdrachtwaarde voor automatische FiO2<br />
te bepalen. Zorg voordat u de automatische FiO2-regeling inschakelt<br />
(of opnieuw inschakelt) dat de FiO2-instelling de actuele klinische<br />
toestand van de patiënt weerspiegelt, zodat het regelalgoritme correct<br />
reageert. Als u dit achterwege laat, is dat van invloed op de reactietijd<br />
van het regelalgoritme.<br />
<strong>Auto</strong> F iO 2-opdracht (<strong>Auto</strong> FiO2 Cmd)<br />
De opdracht voor automatische FiO2 is het op dat moment actuele<br />
zuurstofgehalte<br />
dat het beademingsapparaat wordt opgedragen toe te dienen.<br />
• Bereik: 21 tot 100%<br />
• Resolutie: 1%<br />
Opmerking:<br />
De opdracht voor automatische FiO2 mag niet lager zijn dan het alarm<br />
voor de ondergrens voor automatische FiO2.<br />
Opmerking:<br />
Als Increase O2 (O2 verhogen) of Suction (Zuigen) is geactiveerd,<br />
wordt het systeem voor automatische FiO2-regeling twee minuten lang<br />
buiten werking gesteld of totdat de betreffende functie door de<br />
gebruiker wordt geannuleerd.<br />
De FiO2 is de hoogste van de twee waarden <strong>Auto</strong> FiO2 opdracht (op het<br />
moment dat er op de knop Increase O2 of Suction is gedrukt) en<br />
reserve-O2-instelling, plus de instelling voor FiO2 verhogen.<br />
L2814–110 revisie E 7
Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2) Bijlage bij de bedieningshandleiding<br />
Alarmfuncties<br />
Lage <strong>Auto</strong> FiO2-limiet<br />
Het alarm Lage automatische FiO2 wordt geactiveerd als de FiO2streefwaarde<br />
ten minste<br />
60 seconden op of onder deze ingestelde waarde ligt. De geslotenlusregelaar<br />
zal geen FiO2 proberen te bereiken onder deze instelling. Dit is<br />
een alarm met hoge prioriteit.<br />
• Bereik: 21 to 100%, uit<br />
• Resolutie: 1%<br />
• Standaard: 21%<br />
Hoge <strong>Auto</strong> FiO2-alarm<br />
Het alarm Hoge automatische FiO2 wordt geactiveerd als de FiO2streefwaarde<br />
ten minste<br />
60 seconden op of boven deze ingestelde waarde ligt. De geslotenlusregelaar<br />
zal een FiO2 boven deze instelling proberen te bereiken als dit<br />
nodig is. Dit is een alarm met hoge prioriteit.<br />
• Bereik: 21 to 100%, uit<br />
• Resolutie: 1%<br />
• Standaard: 70%<br />
Opmerking:<br />
De alarmen voor hoge en lage <strong>Auto</strong> FiO2 kunnen alleen worden<br />
uitgeschakeld als de alarmen voor hoge en lage SpO2 zijn ingesteld<br />
(niet zijn uitgeschakeld).<br />
Opmerking:<br />
Het alarm voor hoge <strong>Auto</strong>FiO2 en het alarm voor lage <strong>Auto</strong>FiO2 worden<br />
beide onmiddellijk ingeschakeld als u de alarminstelling zo wijzigt dat<br />
de alarmlimiet wordt overschreden. Als u de limiet voor lage <strong>Auto</strong>FiO2limiet<br />
hoger instelt dan de <strong>Auto</strong>FiO2-opdracht, wordt het alarm<br />
ingeschakeld en wordt de <strong>Auto</strong>FiO2-opdracht verhoogd tot de nieuwe<br />
instelling voor de lage <strong>Auto</strong>FiO2-limiet. Als u de hoge <strong>Auto</strong>FiO2-limiet<br />
lager instelt dan de <strong>Auto</strong>FiO2-opdracht, wordt het alarm ingeschakeld<br />
en blijft de <strong>Auto</strong>FiO2-opdracht ongewijzigd.<br />
8 L2814–110 revisie E
Bijlage bij de bedieningshandleiding Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2)<br />
L ow S pO2 Alarm (alarm lage SpO2)<br />
Het alarm voor lage SpO2 wordt ingeschakeld als de gemeten SpO2 gelijk is<br />
aan of lager<br />
is dan deze instelling gedurende een periode langer dan de instelling voor de<br />
vertraging<br />
van SpO2-alarmen. Dit is een alarm met hoge prioriteit.<br />
• Bereik: 60 to 97%, uit<br />
• Resolutie: 1%<br />
• Standaard: 87%<br />
High S pO 2 Alarm (alarm hoge SpO2)<br />
Het alarm voor hoge SpO2 wordt ingeschakeld als de gemeten SpO2 gelijk is<br />
aan of hoger is dan deze instelling gedurende een periode langer dan de<br />
instelling voor de vertraging van SpO2-alarmen. Dit is een alarm met hoge<br />
prioriteit.<br />
• Bereik: 70 to 100%, uit<br />
• Resolutie: 1%<br />
• Standaard: 96%<br />
Opmerking:<br />
Als de optie <strong>Auto</strong>FiO2 is ingeschakeld, kunnen de alarmen voor hoge<br />
en lage SpO2 alleen worden uitgeschakeld als de alarmen voor hoge en<br />
lage <strong>Auto</strong> FiO2 zijn ingesteld (niet zijn uitgeschakeld).<br />
Alarm hoge basis-FiO2<br />
Het alarm Hoge-basis-FiO2 wordt geactiveerd als de baseline-FiO2 op of<br />
boven deze instelling ligt. Dit is een alarm met lage prioriteit.<br />
• Bereik: 21 tot 100%<br />
• Resolutie: 1%<br />
• Standaard: 60%<br />
Vertraging S pO2-alarm<br />
De vertragingsperiode voor de alarmen voor SpO2-limiet, SpO2 ongeldig en<br />
slechte signaalkwaliteit:<br />
• Vertragingsbereik: 10 t/m 120 seconden<br />
• Resolutie: 5 seconden<br />
• Standaard: 60 seconden<br />
L2814–110 revisie E 9
Avea ® <strong>Auto</strong>-FiO2 optie (CLiO2) Bijlage bij de bedieningshandleiding<br />
Faalveilig bedrijf<br />
Wanneer de oxymeter een toestand waarneemt waardoor de SpO2-meting<br />
ongeldig of onbetrouwbaar wordt, wordt er een hoorbaar en zichtbaar alarm<br />
afgegeven en wordt de FiO2 ingesteld op de hoogste van de hieronder<br />
vermelde instellingen:<br />
• De instelling Reserve-FiO2 (inclusief de knoppen Inc FiO2 en Suction)<br />
• De baseline-FiO2<br />
• De 15 seconden durende mediaan van de opdracht voor automatische FiO2<br />
(voorafgaand aan signaalstoring).<br />
Alleen in het geval van lage SIQ en wanneer een SpO2-waarde beschikbaar<br />
blijft, wordt de zuurstof nog altijd geregeld aan de hand van de gemeten<br />
SpO2, totdat de alarmtoestand 120 seconden lang actief is. Na 120 seconden<br />
wordt de zuurstof geregeld aan de hand van de hierboven genoemde<br />
criteria.<br />
<strong>Auto</strong>matische zuurstofregeling stopzetten<br />
Ga als volgt te werk als de automatische zuurstofregeling niet langer<br />
gewenst is:<br />
1. Ga naar de geavanceerde regelfuncties voor FiO2.<br />
2. Stel de automatische FiO2-regeling in op Off (uit).<br />
Er verschijnt een dialoogvenster dat u eraan herinnert dat u de FiO2-regeling<br />
moet instellen op het vereiste zuurstofgehalte net zoals bij normale<br />
zuurstofregeling. De functies voor pulsoxymetrie blijven actief, maar de<br />
zuurstof wordt niet langer automatisch geregeld.<br />
Waarschuwing!<br />
Wanneer de automatische FiO2-regeling is uitgeschakeld, wordt de FiO2<br />
ingesteld op de huidige FiO2-instelling (<strong>FIO2</strong> regeling). Na de<br />
automatische zuurstofregeling te hebben verlaten, dient u de FiO2regeling<br />
handmatig op het gewenste zuurstofgehalte in te stellen,<br />
aangezien dit niet langer automatisch wordt geregeld.<br />
10 L2814–110 revisie E