11.07.2015 Views

Het effect van positieve en negatieve factoren op - HOME | Dienst ...

Het effect van positieve en negatieve factoren op - HOME | Dienst ...

Het effect van positieve en negatieve factoren op - HOME | Dienst ...

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Het</strong> <strong>effect</strong> <strong>van</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>op</strong>veiligheidsbelevingE<strong>en</strong> kwantitatieve studie onder inwoners <strong>van</strong> AmsterdamJosca Boers, Ronald <strong>van</strong> Sted<strong>en</strong> & Hans BoutellierVeiligheidsbeleving wordt doorgaans gemet<strong>en</strong> met behulp <strong>van</strong> factor<strong>en</strong> zoals criminaliteit,overlast, verloedering <strong>en</strong> eerdere slachtofferervaring<strong>en</strong>. Hierbij staat e<strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> invalshoekc<strong>en</strong>traal, waarbij onveiligheid in feite verlaagd moet word<strong>en</strong>. De hoofdvraag in dezestudie is of het toevoeg<strong>en</strong> <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de <strong>positieve</strong> (c.q. veiligheidsverhog<strong>en</strong>de) factor<strong>en</strong>de verklaring <strong>van</strong> veiligheidsbeleving verbetert. Hiertoe is e<strong>en</strong> verklaringsmodel ontwikkelddat <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> met elkaar combineert. Om dit model te toets<strong>en</strong>is via internet e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst verspreid onder bewoners <strong>van</strong> Amsterdam. Onderzoeksuitkomst<strong>en</strong>lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat veiligheidsbeleving inderdaad beter wordt verklaard door het <strong>op</strong>nem<strong>en</strong><strong>van</strong> <strong>positieve</strong> factor<strong>en</strong> zoals het vertrouw<strong>en</strong> dat burgers in hun buurt hebb<strong>en</strong>.InleidingDe afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is er veel aandacht voor het thema veiligheid. De media bericht<strong>en</strong>er bijna dagelijks over <strong>en</strong> ook in de politiek staat het hoog <strong>op</strong> de ag<strong>en</strong>da.<strong>Het</strong> gaat hierbij grot<strong>en</strong>deels om sociale veiligheid. Dit betek<strong>en</strong>t dat de bedreiging<strong>van</strong> veiligheid niet ‘<strong>van</strong> buit<strong>en</strong>’ – bijvoorbeeld door toedo<strong>en</strong> <strong>van</strong> natuurramp<strong>en</strong>of technologisch fal<strong>en</strong> – maar ‘<strong>van</strong> binn<strong>en</strong>’ komt. <strong>Het</strong> gaat om m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die moedwillighandel<strong>en</strong> (Bruinsma & Bernasco 2004). Sociale veiligheid houdt derhalvede afwezigheid <strong>van</strong> bedreiging<strong>en</strong> <strong>van</strong> de <strong>en</strong>e burger(groep) jeg<strong>en</strong>s de andereburger(groep) in (Elffers & De Jong 2004). Hoewel de aandacht uitgaat naar veiligheidsgevoel<strong>en</strong>sis de gebruikelijke b<strong>en</strong>adering vaak het teg<strong>en</strong>overgestelde. <strong>Het</strong>gaat niet om hoe veilig, maar om hoe onveilig m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich voel<strong>en</strong> – e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderingdie ook in wet<strong>en</strong>schappelijke studies gebruikelijk is. 1 Onderzoekers stell<strong>en</strong>doorgaans het verlag<strong>en</strong> <strong>van</strong> onveiligheidsgevoel<strong>en</strong>s c<strong>en</strong>traal in plaats <strong>van</strong> het verhog<strong>en</strong><strong>van</strong> veiligheidsgevoel<strong>en</strong>s.Toch houdt veiligheid meer in dan risicobeheersing, voorzorg <strong>en</strong> daaruit voortvloei<strong>en</strong>decontrolemaatregel<strong>en</strong>. Bij veiligheid gaat het ev<strong>en</strong>zeer om de ‘vertrouw<strong>en</strong>seconomie’<strong>van</strong> de sam<strong>en</strong>leving (Boutellier 2007). Of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich veilig voel<strong>en</strong>heeft voor e<strong>en</strong> flink deel met maatschappelijke sam<strong>en</strong>hang te mak<strong>en</strong>. Onderzoeknaar dergelijke mechanism<strong>en</strong> is duidelijk schaarser dan onderzoek naar factor<strong>en</strong>die betrekking hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> criminaliteit, overlast <strong>en</strong> eerdere slachtofferervaring<strong>en</strong>.Wet<strong>en</strong>schappelijke studies legg<strong>en</strong> zich tot nu toe vooral toe <strong>op</strong> omstandighed<strong>en</strong>1 Zie onder andere Garofalo (1981); Taylor & Hale (1986); Manunta (1999); Jackson (2004).34 Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3


<strong>Het</strong> <strong>effect</strong> <strong>van</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbelevingdie inbreuk <strong>op</strong> veiligheidsbeleving mak<strong>en</strong>. Onze hypothese is dat het niet volstaatom alle<strong>en</strong> deze factor<strong>en</strong> mee te nem<strong>en</strong>. We richt<strong>en</strong> ons daarom <strong>op</strong> zowel <strong>negatieve</strong>(veiligheidsverlag<strong>en</strong>de) als <strong>positieve</strong> (veiligheidsverhog<strong>en</strong>de) factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> hunonderlinge relaties (zie ook Zedner 2003). 2 Voor e<strong>en</strong> belangrijk deel baser<strong>en</strong> we onshierbij <strong>op</strong> e<strong>en</strong> theoretische exercitie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kwantitatieve analyse uitgevoerd <strong>op</strong>basis <strong>van</strong> onderzoek in de geme<strong>en</strong>te Amsterdam (Boers 2008).De insteek <strong>van</strong> dit artikel gaat echter verder dan puur wet<strong>en</strong>schappelijke interesse.Theoretisch gezi<strong>en</strong> is het <strong>op</strong>erationaliser<strong>en</strong> <strong>van</strong> concept<strong>en</strong> in ‘positief’ <strong>en</strong>‘negatief’ tot <strong>op</strong> zekere hoogte zelfs <strong>en</strong>igszins arbitrair: ‘vertrouw<strong>en</strong> in de buurt’kan gemakkelijk word<strong>en</strong> omgebog<strong>en</strong> naar ‘wantrouw<strong>en</strong> in de buurt’. Niettemin blijfthet onderscheid tuss<strong>en</strong> ‘positief’ <strong>en</strong> ‘negatief’ <strong>van</strong> fundam<strong>en</strong>teel belang, omdat degebruikelijke verklar<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> zoals overlastervaring <strong>en</strong> criminaliteitsproblematiekverregaande consequ<strong>en</strong>ties hebb<strong>en</strong> voor gevoerd beleid. Onze inhoudelijkemotivatie is daarom dat veiligheidsbeleving veel meer omvat dan criminaliteit <strong>en</strong>slachtofferschap. Opbouw<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de vorm <strong>van</strong> onderling vertrouw<strong>en</strong>,sociale cohesie <strong>en</strong> interindividueel contact moet<strong>en</strong> niet uit het oog word<strong>en</strong> verlor<strong>en</strong>.Dit is e<strong>en</strong> belangrijke les voor beleidsmakers die in de praktijk voornamelijkacter<strong>en</strong> <strong>op</strong> het onder controle krijg<strong>en</strong> <strong>van</strong> criminaliteit, overlast <strong>en</strong> verloedering.Hiermee wordt zeker niet geïmpliceerd dat overhed<strong>en</strong> nog meer veiligheidsbevorder<strong>en</strong>detak<strong>en</strong> <strong>op</strong> zich zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. De druk <strong>op</strong> het <strong>op</strong><strong>en</strong>baarbestuur is al hoog g<strong>en</strong>oeg. Integ<strong>en</strong>deel, door e<strong>en</strong> te e<strong>en</strong>zijdige nadruk <strong>op</strong> <strong>negatieve</strong>factor<strong>en</strong> maakt de overheid zich onnodig kwetsbaar, want het zijn t<strong>en</strong>slottede politie, justitie <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die hier uiteindelijk verantwoordelijk voor word<strong>en</strong>gesteld. Zeker bij de bestrijding <strong>van</strong> criminaliteit <strong>en</strong> overlast kijk<strong>en</strong> burgersals eerste naar het do<strong>en</strong> (<strong>en</strong> vooral lat<strong>en</strong>) <strong>van</strong> de ‘sterke arm’. Zoals de politie stelt:het is ‘de laatste jar<strong>en</strong> niet e<strong>en</strong>voudiger geword<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> heldere <strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidigestrategie te formuler<strong>en</strong> over haar functie’ (Projectgroep Visie <strong>op</strong> de politiefunctie2005: 21). Door <strong>positieve</strong> invloed<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbeleving te b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> will<strong>en</strong>we burgers zelf ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s scherp in beeld br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> zijn t<strong>en</strong>slotte de buurtbewonersdie – indi<strong>en</strong> nodig met behulp <strong>van</strong> overheidssteun in de rug – tot onderlingcontact, vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> leefbare woonomgeving moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.Deze zi<strong>en</strong>swijze past in huidige beleidst<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gericht <strong>op</strong> het ‘responsibiliser<strong>en</strong>’(het meer verantwoordelijk mak<strong>en</strong>) <strong>van</strong> de sam<strong>en</strong>leving (Garland 1996;RMO 2004; WRR 2005). Alhoewel de overheid nadrukkelijk aanwezig blijft, word<strong>en</strong>actief burgerschap <strong>en</strong> het versterk<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale binding<strong>en</strong> toegejuicht alsmogelijkhed<strong>en</strong> om de veiligheid <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>svatbaarheid <strong>van</strong> het publieke domeinte vergrot<strong>en</strong>. Daarom is de vraag in dit artikel of het toevoeg<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>positieve</strong>factor<strong>en</strong> aan <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> de verklaring <strong>van</strong> veiligheidsbeleving daadwerkelijkverbetert. <strong>Het</strong> artikel is als volgt <strong>op</strong>gebouwd. In de eerste paragraaf word<strong>en</strong>diverse onderzoeksb<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> <strong>van</strong> veiligheidsbeleving geschetst. Hierna2 Wellicht kan er e<strong>en</strong> analogie word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> met het onderscheid dat Berlin ([1958] 1996)maakt tuss<strong>en</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> vrijheid. Bij <strong>positieve</strong> vrijheid gaat het om de mate waariniemand zelfstandig, maar sam<strong>en</strong> met deg<strong>en</strong><strong>en</strong> met wie hij e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schap vormt, richting kangev<strong>en</strong> aan zijn lev<strong>en</strong>. Negatieve vrijheid verwijst naar het domein waarbinn<strong>en</strong> iemand zijn lev<strong>en</strong>kan leid<strong>en</strong> zonder door ander<strong>en</strong> gestoord te word<strong>en</strong>.Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3 35


Josca Boers, Ronald <strong>van</strong> Sted<strong>en</strong> & Hans Boutellierwordt e<strong>en</strong> conceptueel model ontwikkeld dat is sam<strong>en</strong>gesteld uit factor<strong>en</strong> die inde criminologische literatuur invloed hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbeleving. Dit modelwordt middels kwantitatieve bewerking<strong>en</strong> – dat wil zegg<strong>en</strong>: schaal-, factor- <strong>en</strong>regressieanalyses – getoetst, waarna conclusies word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> over de invloed<strong>van</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>op</strong> de beleving <strong>van</strong> veiligheid.Positieve <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong>Hoewel sinds het einde <strong>van</strong> de jar<strong>en</strong> zestig veel internationaal criminologischonderzoek is gedaan naar veiligheidsbeleving ontbreekt e<strong>en</strong> inhoudelijke <strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidigedefinitie <strong>van</strong> dit begrip. 3 Meest gebruikt wordt de <strong>negatieve</strong> b<strong>en</strong>adering<strong>van</strong> fear of crime (letterlijk: ‘angst voor criminaliteit’), wat e<strong>en</strong> beperkte <strong>op</strong>erationalisatie<strong>van</strong> concept<strong>en</strong> met zich meebr<strong>en</strong>gt. Zoals Jackson (2005, 298) <strong>op</strong>merkt:‘[l]ooking across the quantitative literature, limitations in theory and methodhave t<strong>en</strong>ded to coalesce to produce a series of rather crude repres<strong>en</strong>tation of thisconceptually rich ph<strong>en</strong>om<strong>en</strong>on’. Zo spel<strong>en</strong>, behalve criminaliteit, ook ervaring<strong>en</strong>met overlast <strong>en</strong> hinder, alsmede verandering<strong>en</strong> in de buurtcontext <strong>en</strong> vagere gevoel<strong>en</strong>s<strong>van</strong> onbehag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol. Sterker nog, feitelijke bedreiging<strong>en</strong> door criminaliteitverklar<strong>en</strong> maar voor e<strong>en</strong> gering deel de onveiligheidsgevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>,terwijl ‘niet strafrechtelijk g<strong>en</strong>ormeerde gedraging<strong>en</strong> die wel als bedreig<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>ervar<strong>en</strong>, <strong>van</strong> belang [lijk<strong>en</strong>] te zijn bij het ontstaan <strong>van</strong> gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> angst<strong>en</strong> kwetsbaarheid’ (Vanderve<strong>en</strong>, 1999, 16).Onveiligheidsbeleving kan zodo<strong>en</strong>de word<strong>en</strong> <strong>op</strong>gevat als e<strong>en</strong> ‘semantischsleepnet’ voor problem<strong>en</strong> die variër<strong>en</strong> <strong>van</strong> hond<strong>en</strong>poep tot terrorisme <strong>en</strong> <strong>van</strong>asociaal gedrag tot georganiseerde misdaad (Boutellier 2005). Jackson (2004)gebruikt bijgaand de term ‘geuite’ angst (expressive fear) naast ‘ervar<strong>en</strong>’ angst(experi<strong>en</strong>ced fear). Ervar<strong>en</strong> angst wordt bepaald door de directe omgeving, criminaliteit<strong>en</strong> persoonlijke kwetsbaarheid. Geuite angst staat daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> symboolvoor alle mogelijke sociale problem<strong>en</strong>. Bij geuite angst gaat het dus niet zozeerom de angst zelf slachtoffer <strong>van</strong> criminaliteit te word<strong>en</strong> als wel om zorg<strong>en</strong> overonveiligheid in d<strong>en</strong> brede. Deze b<strong>en</strong>adering impliceert e<strong>en</strong> minder gebruikelijkeverklaringswijze voor veiligheidsbeleving die verwijst naar de mogelijkheid datcontextuele – fysieke <strong>en</strong> sociale – factor<strong>en</strong> <strong>van</strong> grote invloed kunn<strong>en</strong> zijn (zie bijvoorbeeldPerkins & Taylor 1996). Of in de woord<strong>en</strong> <strong>van</strong> Hale (1996, 131):‘there is growing evid<strong>en</strong>ce to relate fear of crime to perceptions of the localand physical <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>t. Ev<strong>en</strong> if crime levels are low, neighborhoods with“brok<strong>en</strong> windows” may have resid<strong>en</strong>ts with high levels of fear as incivilitiesbecome pot<strong>en</strong>t visible symbols of the lack of social control and order. Similarlyresid<strong>en</strong>ts of neighborhoods where social networks are weak, who feelsocially isolated may exhibit high levels of fear.’3 Zie onder andere Hale (1996); Wilcox Rountree & Land (1996); Farrall et al. (2000); Gabriel &Greve (2003); Vanderve<strong>en</strong> (2006); Oppelaar & Wittebrood (2006).36 Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3


<strong>Het</strong> <strong>effect</strong> <strong>van</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbelevingDe onderligg<strong>en</strong>de gedachte is dat veiligheid – <strong>en</strong> met nadruk ook de beleving<strong>van</strong> veiligheid – meer behelst dan het ontbrek<strong>en</strong> <strong>van</strong> gevaar of het met succesteg<strong>en</strong>houd<strong>en</strong> <strong>van</strong> criminel<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>. Veiligheid kan, in deze red<strong>en</strong>ering, word<strong>en</strong>begrep<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tieel <strong>positieve</strong> notie – e<strong>en</strong> notie die bouw<strong>en</strong> aan het ‘sociaalkapitaal’ (Putnam 2000) <strong>van</strong> geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> impliceert <strong>en</strong> zodo<strong>en</strong>de constructiefbijdraagt aan de vormgeving <strong>van</strong> de sam<strong>en</strong>leving. <strong>Het</strong> gaat hierbij niet zozeerover e<strong>en</strong> overheid (met name politie <strong>en</strong> justitie) die ‘ons’ teg<strong>en</strong> duidelijk omlijndekwaadwill<strong>en</strong>de ‘ander<strong>en</strong>’ beschermt, maar over e<strong>en</strong> collectieve zoektocht naarsam<strong>en</strong>bind<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>van</strong> het veiligheidsbegrip. Veiligheid blijkt, kortom,e<strong>en</strong> multidim<strong>en</strong>sionaal <strong>en</strong> dynamisch vraagstuk (Oppelaar & Wittebrood 2006;Vanderve<strong>en</strong> 2006; Roels 2007).Onderzoek naar <strong>positieve</strong> veiligheidsfactor<strong>en</strong> is echter schaars. Alle<strong>en</strong> naarde relatie tuss<strong>en</strong> sociale cohesie in e<strong>en</strong> buurt <strong>en</strong> veiligheidsbeleving zijn de nodigegedetailleerde onderzoek<strong>en</strong> verricht (Sampson & Groves 1989; Bellair 1997,2000). In studies naar sociale cohesie wordt gewoonlijk uitgegaan <strong>van</strong> de veronderstellingdat hoe groter de sociale cohesie in e<strong>en</strong> buurt is, hoe minder criminaliteiter plaatsvindt. Doordat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> elkaar (<strong>op</strong>pervlakkig) k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, groet<strong>en</strong><strong>en</strong> elkaar aansprek<strong>en</strong> <strong>op</strong> zak<strong>en</strong> zoals ongew<strong>en</strong>st gedrag ontstaat er e<strong>en</strong> zekerebinding met de buurt. In sociologische terminologie uitgedrukt: de onderlingesociale cohesie wordt bevorderd. Hierdoor krijg<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> in de sfeer <strong>van</strong> verloedering,overlast <strong>en</strong> criminaliteit minder kans. Tev<strong>en</strong>s wordt verondersteld datsociale cohesie e<strong>en</strong> duidelijke invloed heeft <strong>op</strong> veiligheidsgevoel<strong>en</strong>s. Dit betek<strong>en</strong>tniet per se dat buurtbewoners int<strong>en</strong>sief sam<strong>en</strong> <strong>op</strong>trekk<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> gaat er eerder omof bur<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> dat ze, indi<strong>en</strong> nodig, hulp <strong>van</strong> elkaar krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet zozeerom het daadwerkelijke contact tuss<strong>en</strong> h<strong>en</strong>. De perceptie <strong>van</strong> sociale cohesie isg<strong>en</strong>oeg voor e<strong>en</strong> positief <strong>effect</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbeleving (Lee 2003). Studies waarinmeerdere <strong>positieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong>, kom<strong>en</strong> beperkt voor (zie onder meer Rigeret al. 1981). Daarnaast zijn er publicaties die individuele <strong>positieve</strong> invloed<strong>en</strong> zoalszelfredzaamheid <strong>en</strong> leefbaarheid in verband br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met veiligheid (Bandura1997; Brodsky et al. 1999). Met behulp <strong>van</strong> dergelijke <strong>positieve</strong> factor<strong>en</strong> zijn we,sam<strong>en</strong> met <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong>, tot e<strong>en</strong> conceptueel model gekom<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> conceptueel modelDe invloed <strong>van</strong> zowel <strong>positieve</strong> als <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbelevingwordt met behulp <strong>van</strong> e<strong>en</strong> conceptueel model getoetst. In de literatuur wordt danvaak onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> gedragscompon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, alsook affectieve <strong>en</strong> cognitievecompon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (Hale 1996). Bij gedrag gaat het om handelingswijz<strong>en</strong> dievoortvloei<strong>en</strong> uit veiligheidsbeleving. Iemand kan bijvoorbeeld bepaalde locatiesmijd<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> alarminstallatie installer<strong>en</strong>. Gedrag is dan echter ge<strong>en</strong> verklaringvoor fear of crime, maar eerder e<strong>en</strong> gevolg. Deze compon<strong>en</strong>t wordt derhalve nietmeeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in onze studie. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> zijn affectieve gevoel<strong>en</strong>s (de angst voorslachtofferschap) alsmede cognitieve gevoel<strong>en</strong>s (de inschatting <strong>van</strong> de kans <strong>op</strong>slachtofferschap) wel degelijk <strong>van</strong> belang om gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> onveiligheid te verklar<strong>en</strong>(Ferraro & LaGrange 1987; Wilcox Rountree & Land 1996).Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3 37


Josca Boers, Ronald <strong>van</strong> Sted<strong>en</strong> & Hans BoutellierT<strong>en</strong>einde niet in e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme berg <strong>van</strong> factor<strong>en</strong> te verzand<strong>en</strong> is het richtsnoer hierbijdat deze ook daadwerkelijk beïnvloedbaar moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn. Dit criteriumis pragmatisch <strong>van</strong> aard. <strong>Het</strong> met<strong>en</strong> <strong>van</strong> veiligheid is ge<strong>en</strong> doel in zichzelf. Resultat<strong>en</strong>word<strong>en</strong> regelmatig gebruikt voor beleidsbepaling <strong>op</strong> landelijk <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>telijkniveau. De subjectieve beleving <strong>van</strong> onveiligheid (e<strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> interpretatie)is dan meestal het richtsnoer. <strong>Het</strong> is derhalve niet verwonderlijk dat het meestrec<strong>en</strong>te model in de Nederlandse literatuur – dat <strong>van</strong> Oppelaar <strong>en</strong> Wittebrood(2006) – zich grot<strong>en</strong>deels toelegt <strong>op</strong> factor<strong>en</strong> die veiligheidsgevoel<strong>en</strong>s verlag<strong>en</strong>.<strong>Het</strong> gaat hier respectievelijk om criminaliteit, overlast, verloedering <strong>en</strong> slachtofferervaring.Hoe groter de impact <strong>van</strong> deze factor<strong>en</strong>, hoe angstiger m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zull<strong>en</strong>zijn. Tegelijkertijd stoelt het onderzoek <strong>van</strong> Oppelaar <strong>en</strong> Wittebrood <strong>op</strong> e<strong>en</strong> bredereschakering <strong>van</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke verklaring<strong>en</strong> voor veiligheidsgevoel<strong>en</strong>s,wat de red<strong>en</strong> is dat hun model het vertrekpunt <strong>van</strong> onze studie vormt.In het model <strong>van</strong> Oppelaar <strong>en</strong> Wittebrood word<strong>en</strong>, naast de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemdefactor<strong>en</strong> ‘criminaliteit, overlast, verloedering <strong>en</strong> slachtofferervaring’, de inrichting<strong>van</strong> de publieke ruimte <strong>en</strong> de (gepercipieerde) sam<strong>en</strong>stelling <strong>van</strong> buurt<strong>en</strong>meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> – twee verklaring<strong>en</strong> waar<strong>van</strong> niet direct helder is of zij de veiligheidsbelevingverhog<strong>en</strong> of verlag<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> gaat om situaties die beangstig<strong>en</strong>dkunn<strong>en</strong> zijn (slecht verlichte strat<strong>en</strong>, anonieme leefomgeving<strong>en</strong>), maar ook omomstandighed<strong>en</strong> die gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> veiligheid kunn<strong>en</strong> vergrot<strong>en</strong> (de aanwezigheid<strong>van</strong> buurtgebond<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, wijk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge sociaaleconomischestatus). Aansluit<strong>en</strong>d wijz<strong>en</strong> Oppelaar <strong>en</strong> Wittebrood <strong>op</strong> één duidelijk <strong>positieve</strong>– veiligheidsverhog<strong>en</strong>de – factor: sociale cohesie. Deze factor wordt gemet<strong>en</strong> aande hand <strong>van</strong> stelling<strong>en</strong> over de sociale verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale omgang tuss<strong>en</strong>m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> buurt<strong>en</strong>. Er geldt dat hoe groter de (beleefde) sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong>buurtbewoners is, des te veiliger m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich zull<strong>en</strong> voel<strong>en</strong>.T<strong>en</strong> slotte bested<strong>en</strong> Oppelaar <strong>en</strong> Wittebrood aandacht aan de persoonlijke<strong>en</strong> sociaal-culturele context <strong>van</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bang aangelegd,verton<strong>en</strong> zij risicovol (uitgaans)gedrag, voel<strong>en</strong> zij zich kwetsbaar <strong>en</strong> in hoeverrewakker<strong>en</strong> mediaberichtgeving alsook abstractere maatschappelijke tr<strong>en</strong>ds zoalsindividualisering, secularisering <strong>en</strong> globalisering angst <strong>en</strong> onrust aan? Onderde gestelde conditie dat resultat<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot aanpassing<strong>en</strong> <strong>en</strong>implem<strong>en</strong>taties in de (beleids)praktijk nem<strong>en</strong> wij dergelijke verklaring<strong>en</strong> nietmee. We richt<strong>en</strong> ons alle<strong>en</strong> <strong>op</strong> beïnvloedbare factor<strong>en</strong>. Dit neemt niet weg datandere factor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tieel grote verklaringskracht hebb<strong>en</strong>. Persoonlijkheidverklaart misschi<strong>en</strong> wel voor het grootste deel of iemand zich wel of niet onveiligvoelt (Oppelaar & Wittebrood 2006). Ook blijkt uit studies dat vrouw<strong>en</strong> zichdoorgaans onveiliger voel<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouder<strong>en</strong> zich meestal minder veiligwan<strong>en</strong> dan jonger<strong>en</strong>. 4 Tev<strong>en</strong>s krijg<strong>en</strong> de media e<strong>en</strong> cruciale rol toegewez<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>veel gehoorde veronderstelling is dat hoe meer <strong>en</strong> s<strong>en</strong>sationeler journalist<strong>en</strong> overoverlast <strong>en</strong> andere vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> onveiligheid bericht<strong>en</strong>, hoe angstiger m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zull<strong>en</strong>zijn. 5 Beeldvorming wordt <strong>van</strong> grote betek<strong>en</strong>is geacht.4 Zie onder andere Hindelang, Gottfredson & Garofalo (1978); Hartnagel (1979); Golant (1984);Taylor & Hale (1986); LaGrange & Ferraro (1987); K<strong>en</strong>nedy & Silvermann (1995); Will & Mc-Grath (1995); Fetch<strong>en</strong>hauer & Buunk (2005).5 Zie onder andere Baumer (1978); Gomme (1986); Hale (1996).38 Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3


<strong>Het</strong> <strong>effect</strong> <strong>van</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbelevingGegev<strong>en</strong> dat individuele factor<strong>en</strong> waarschijnlijk <strong>van</strong> betek<strong>en</strong>is zijn voor (on)-veiligheidsbeleving nem<strong>en</strong> wij deze mee als zog<strong>en</strong>aamde controlevariabel<strong>en</strong>. Opdeze wijze kunn<strong>en</strong> we vaststell<strong>en</strong> wat het <strong>effect</strong> is <strong>van</strong> diverse factor<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbelevingzonder dat persoonlijkheid, geslacht, leeftijd <strong>en</strong> de invloed <strong>van</strong>media daarmee interv<strong>en</strong>iër<strong>en</strong>. 6 Los <strong>van</strong> deze controlevariabel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in hetmodel, naast e<strong>en</strong> intermediaire factor, zev<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>(figuur 1). De intermediaire variabele neemt het idee <strong>van</strong> ‘risic<strong>op</strong>erceptie’ mee(Oppelaar & Wittebrood 2006; Vanderve<strong>en</strong> 2006). Dit houdt in dat het <strong>effect</strong> <strong>van</strong>factor<strong>en</strong> die veiligheidsbeleving beïnvloed<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> deel kan l<strong>op</strong><strong>en</strong> via de eig<strong>en</strong>inschatting <strong>van</strong> kans <strong>op</strong> slachtofferschap. Hoe angstig m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn, wordt medebepaald door de wijze waar<strong>op</strong> zij hun omgevingsfactor<strong>en</strong> cognitief ‘vertal<strong>en</strong>’ naarhet (subjectieve) risico dat zij l<strong>op</strong><strong>en</strong>. Voorts zijn drie <strong>van</strong> de zev<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>negatief <strong>van</strong> aard, de overige vier zijn positief. De <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong>criminaliteit <strong>en</strong> overlast, slachtofferervaring alsmede verloedering. Positievevariant<strong>en</strong> behelz<strong>en</strong> sociale cohesie, zelfredzaamheid, leefbaarheid <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>in de buurt. De <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> de intermediaire factor zijn grot<strong>en</strong>deels – zijhet soms in wat gemodificeerde vorm – <strong>van</strong> Oppelaar <strong>en</strong> Wittebrood overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.De <strong>positieve</strong> factor<strong>en</strong> zijn aan de hand <strong>van</strong> e<strong>en</strong> literatuuronderzoek naarveiligheidsbeleving geformuleerd. Hieronder wordt de <strong>op</strong>erationalisatie <strong>van</strong> allefactor<strong>en</strong> kort besprok<strong>en</strong>.Figuur 1Te toets<strong>en</strong> conceptueel modelcriminaliteit <strong>en</strong> overlastpositief negatiefslachtofferervaringverloederingsociale cohesiezelfredzaamheidleefbaarheidrisic<strong>op</strong>erceptieveiligheidsbelevingvertrouw<strong>en</strong> in de buurt6 Alle respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in de vrag<strong>en</strong>lijst hun leeftijd <strong>en</strong> geslacht ingevuld. Tev<strong>en</strong>s is gevraagdnaar de invloed <strong>van</strong> mediaberichtgeving <strong>op</strong> de eig<strong>en</strong> veiligheidsbeleving. Voor het met<strong>en</strong> <strong>van</strong> depersoonlijkheid <strong>van</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is gebruikgemaakt <strong>van</strong> de zog<strong>en</strong>aamde ‘State-Trait AnxietyInv<strong>en</strong>tory’ (STAI). In totaal bestaat de STAI uit twintig items, waar<strong>van</strong> wij er in de vrag<strong>en</strong>lijstuiteindelijk vijf hebb<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>: zelfvertrouw<strong>en</strong>, pieker<strong>en</strong>, besluitvaardigheid, geluk <strong>en</strong>persoonlijke stabiliteit.Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3 39


Josca Boers, Ronald <strong>van</strong> Sted<strong>en</strong> & Hans BoutellierOperationalisatie <strong>van</strong> factor<strong>en</strong>Om te beginn<strong>en</strong> de te verklar<strong>en</strong> factor waar het allemaal om draait: veiligheidsbeleving(de afhankelijke factor in het model). E<strong>en</strong> veel gebruikte methode terverheldering <strong>van</strong> dit moeilijk te definiër<strong>en</strong> begrip is e<strong>en</strong> ontleding in construct<strong>en</strong>.Hierbij gaat het niet alle<strong>en</strong> om criminaliteit, maar ook om andere aspect<strong>en</strong> diekunn<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> voor onveiligheidsgevoel<strong>en</strong>s. De veronderstelling is dat‘the concept of “fear of crime”, and the categorisation, classification and ideasrelated to this concept (e.g. “m<strong>en</strong> have less fear of crime”) are socially constructed,which means that this concept refers to a network of social relationsand that it is employed to serve certain <strong>en</strong>ds’ (Vanderve<strong>en</strong> 2006, 90).In vier <strong>van</strong> de vijf construct<strong>en</strong> die Vanderve<strong>en</strong> bespreekt is ‘slachtofferschap’promin<strong>en</strong>t aanwezig. <strong>Het</strong> gaat hier om de geschatte kans <strong>op</strong> slachtofferschap, deinschatting <strong>van</strong> de gevolg<strong>en</strong> die slachtofferschap met zich meebr<strong>en</strong>gt, angst vooreig<strong>en</strong> slachtofferschap <strong>en</strong> angst dat de directe naaste iets ernstigs overkomt. Bijhet vijfde construct draait het om gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> onveiligheid: voelt m<strong>en</strong> zich <strong>op</strong>zijn gemak alle<strong>en</strong> of sam<strong>en</strong>, ’s avonds thuis of <strong>op</strong> straat? Vanuit e<strong>en</strong> ander perspectiefrafelt Boutellier (2007) het veiligheidsconcept uite<strong>en</strong> in ‘veiligheidslag<strong>en</strong>’.Hij onderscheidt er vier: de angst om daadwerkelijk slachtoffer te word<strong>en</strong><strong>van</strong> criminaliteit, de onrust over criminaliteit als maatschappelijk probleem, deonvrede met allerlei sociale problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> de algem<strong>en</strong>e onzekerhed<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>met de maatschappij waarin wij lev<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> combinatie <strong>van</strong> beide invalshoek<strong>en</strong>vormt de basis <strong>van</strong> hoe wij de te verklar<strong>en</strong> variabele ‘veiligheidsbeleving’<strong>op</strong>erationaliser<strong>en</strong>. 7Deze variabele wordt, zoals eerder besprok<strong>en</strong>, voorafgegaan door de risic<strong>op</strong>erceptie<strong>van</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (de intermediaire factor <strong>van</strong> het model). <strong>Het</strong> gaat indez<strong>en</strong> om de geschatte kans het kom<strong>en</strong>de jaar zelf slachtoffer <strong>van</strong> <strong>en</strong>ig delict teword<strong>en</strong>. Hierbij is gevraagd naar mishandeling, diefstal <strong>op</strong> straat, woninginbraak<strong>en</strong> bedreiging (Vanderve<strong>en</strong> 2006). Voorts zijn de <strong>negatieve</strong> verklar<strong>en</strong>de (of onafhankelijke)factor<strong>en</strong> criminaliteit <strong>en</strong> overlast, verloedering <strong>en</strong> slachtofferervaringzo veel mogelijk ge<strong>op</strong>erationaliseerd als in het onderzoek <strong>van</strong> Oppelaar <strong>en</strong> Wittebrood(2006). Op hun beurt hebb<strong>en</strong> deze auteurs inspiratie <strong>op</strong>gedaan bij de PolitieMonitor Bevolking. 8 Aangezi<strong>en</strong> deviante gedraging<strong>en</strong> <strong>en</strong> criminele delict<strong>en</strong> in velesoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> mat<strong>en</strong> bestaan, hebb<strong>en</strong> we beslot<strong>en</strong> ons te beperk<strong>en</strong> tot hoofdcategorieën<strong>van</strong> criminologisch onderzoek. Bij criminaliteit <strong>en</strong> overlast gaat het dan omhoe vaak voorvall<strong>en</strong> of misdrijv<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> die te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met inbraak,geweld, jonger<strong>en</strong>overlast, drugsoverlast, bedreiging <strong>en</strong> diefstal. Verloederingdraait om de frequ<strong>en</strong>tie waarin respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in hun buurt word<strong>en</strong> geconfronteerdmet rommel <strong>en</strong> hond<strong>en</strong>poep <strong>op</strong> straat alsmede bekladding <strong>van</strong> mur<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebou-7 Zie tabel 1 in de bijlag<strong>en</strong> voor de precieze <strong>op</strong>erationalisatie <strong>van</strong> dit concept.8 Deze monitor werd jaarlijks uitgevoerd door het onderzoeks bureau Intomart.40 Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3


<strong>Het</strong> <strong>effect</strong> <strong>van</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbelevingw<strong>en</strong>. En slachtofferervaring gaat tot slot over de vraag of respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zelf hetlijd<strong>en</strong>d voorwerp zijn geweest <strong>van</strong> inbraak, bedreiging, diefstal <strong>en</strong> geweld.Sociale cohesie is de eerste <strong>positieve</strong> factor die wordt onderzocht <strong>en</strong> kan hetbeste omschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als de binding <strong>van</strong> burgers met hun buurtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong>de buurt. Met andere woord<strong>en</strong>: in hoeverre mak<strong>en</strong> zij deel uit <strong>van</strong> lokale formele<strong>en</strong> informele netwerk<strong>en</strong>? Hechtheid <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> zijn duidelijke indicator<strong>en</strong>,al is het niet nodig dat bur<strong>en</strong> veelvuldig bij elkaar over de vloer kom<strong>en</strong>. Af <strong>en</strong> toecontact hebb<strong>en</strong> zou reeds bijdrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> hogere veiligheidsbeleving (Bellair1997). Subjectieve waarneming<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale cohesie zijn reeds voldo<strong>en</strong>de (Lee2003). De tweede factor zelfredzaamheid is het vermog<strong>en</strong> actie te ondernem<strong>en</strong>om bepaalde doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong> (Bandura 1997). Toegepast <strong>op</strong> veiligheidsbelevingis zelfredzaamheid het geloof in jezelf om e<strong>en</strong> angstige of onprettige situatiede baas te kunn<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> gaat, anders gezegd, om het idee persoonlijke invloed tehebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> het voorkom<strong>en</strong> <strong>van</strong> slachtofferschap.Naast persoonlijke zelfredzaamheid bestaat er ook nog zoiets als ‘situationelezelfredzaamheid’. Dit type zelfredzaamheid bepaalt de leefbaarheid <strong>van</strong> e<strong>en</strong>buurt – de derde <strong>positieve</strong> factor in ons model. Hierbij wordt onder meer gelet<strong>op</strong> de kwaliteit <strong>van</strong> woning<strong>en</strong>, de lokale woonomgeving <strong>en</strong> sociale voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>alsook het toekomstperspectief <strong>van</strong> de buurt (Van Dijk et al. 2000). Doorgaansgaat het in studies naar de verhouding tuss<strong>en</strong> leefbaar <strong>en</strong> veiligheidsgevoel<strong>en</strong>som verloedering, uitgedrukt in de sociale <strong>en</strong> fysieke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> buurtdie word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als zorgwekk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> mogelijk zelfs bedreig<strong>en</strong>d voor bewoners(Jackson, 2004). Bek<strong>en</strong>de voorbeeld<strong>en</strong> zijn dronk<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, hangjonger<strong>en</strong>, graffiti<strong>en</strong> rommel <strong>op</strong> straat. Vervolg<strong>en</strong>s wordt verondersteld dat vergaande verloederinguiteindelijk bijdraagt aan de to<strong>en</strong>ame <strong>van</strong> criminaliteit (Wilson & Kelling1982).De vierde <strong>en</strong> laatste <strong>positieve</strong> factor is vertrouw<strong>en</strong> in de buurt. Deze factorgeeft weer in hoeverre burgers het gevoel hebb<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> groep te hor<strong>en</strong>. In hoeverreherk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> zij zich in hun buurt? Veel vertrouw<strong>en</strong> in de buurt kan ertoeleid<strong>en</strong> dat burgers zich actief inzett<strong>en</strong> voor het sociale klimaat <strong>en</strong> de veiligheid inhun directe woonomgeving. Zo zull<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> overtreders aansprek<strong>en</strong> als dit e<strong>en</strong>gewoonte is geword<strong>en</strong> <strong>en</strong> het vertrouw<strong>en</strong> bestaat dat ze steun krijg<strong>en</strong> <strong>van</strong> ander<strong>en</strong>(Boutellier et al. 2007). Wanneer iemand zich vertrouwd voelt in de buurt draagtdit bij aan wederzijde interactie <strong>en</strong> persoonlijke id<strong>en</strong>titeitsvorming. Brodsky et al.(1999) spreekt aldus <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ‘psychological s<strong>en</strong>se of community’. E<strong>en</strong> dergelijkebetrokk<strong>en</strong>heid kan zich uit<strong>en</strong> in het del<strong>en</strong> <strong>van</strong> gezam<strong>en</strong>lijke norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong>,het ‘prettig omgaan met elkaar’ <strong>en</strong> het verricht<strong>en</strong> <strong>van</strong> vrijwilligerswerk. Hieruitkan word<strong>en</strong> afgeleid dat vertrouw<strong>en</strong> in de buurt is gerelateerd aan sociale cohesie<strong>en</strong> veiligheidsbeleving.Toetsing <strong>van</strong> het modelDe toetsing <strong>van</strong> het model is in verschill<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong> uitgevoerd middels statistischeanalyses (zie Van Knipp<strong>en</strong>berg & Siero 1994). Hierbij hebb<strong>en</strong> we gebruikgemaakt<strong>van</strong> e<strong>en</strong> online panel waarover de geme<strong>en</strong>telijke di<strong>en</strong>st Onderzoek <strong>en</strong>Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3 41


Josca Boers, Ronald <strong>van</strong> Sted<strong>en</strong> & Hans BoutellierStatistiek (O+S) te Amsterdam beschikt. In totaal kreg<strong>en</strong> 3.300 Amsterdammershet verzoek e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst <strong>van</strong> ongeveer ti<strong>en</strong> minut<strong>en</strong> in te vull<strong>en</strong>. Ruim 1.400respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> aan dit verzoek voldaan – e<strong>en</strong> respons <strong>van</strong> 42%. Panelled<strong>en</strong>zijn over het algeme<strong>en</strong> hoger geschoold <strong>en</strong> meer geïnteresseerd in maatschappelijkevraagstukk<strong>en</strong> dan de gemiddelde burger. De resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderzoekzijn dan ook niet repres<strong>en</strong>tatief voor alle bewoners <strong>van</strong> Amsterdam. Voor het doel<strong>van</strong> het onderzoek is dit niet bezwaarlijk. We will<strong>en</strong> namelijk de rele<strong>van</strong>tie nagaan<strong>van</strong> factor<strong>en</strong> die (hypothetisch) <strong>van</strong> invloed zijn <strong>op</strong> veiligheidsbeleving. <strong>Het</strong>gaat, met andere woord<strong>en</strong>, om e<strong>en</strong> exploratieve exercitie waarin het niet zozeerdraait om de afzonderlijke uitkomst<strong>en</strong> <strong>van</strong> de vrag<strong>en</strong>, maar om de waarde <strong>van</strong> hetmodel. De uitkomst<strong>en</strong> <strong>van</strong> statistische analyses word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aantal tabell<strong>en</strong> inde bijlag<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>.Factoranalyse <strong>en</strong> schaalanalyseAls uitgangspunt hebb<strong>en</strong> we de bruikbaarheid <strong>van</strong> alle eerder beschrev<strong>en</strong> factor<strong>en</strong>bepaald. Dit is gebeurd met behulp <strong>van</strong> factoranalyses <strong>en</strong> schaalanalyse. Metfactoranalyse toets<strong>en</strong> we of de <strong>op</strong> voorhand bedachte vrag<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> daadwerkelijke<strong>en</strong> factor construer<strong>en</strong>. 9 Vervolg<strong>en</strong>s zijn schaalanalyses uitgevoerd waarbij desam<strong>en</strong>hang <strong>van</strong> items, die gezam<strong>en</strong>lijk de <strong>op</strong>erationalisatie <strong>van</strong> e<strong>en</strong> (nieuwe) factorvorm<strong>en</strong>, wordt berek<strong>en</strong>d door het bepal<strong>en</strong> <strong>van</strong> onderlinge correlaties. 10 Net alsin het onderzoek <strong>van</strong> Oppelaar <strong>en</strong> Wittebrood is er e<strong>en</strong> factoranalyse uitgevoerdover alle gevraagde voorvall<strong>en</strong> of misdrijv<strong>en</strong> in de buurt. De resultat<strong>en</strong> zijn gelijkaan die <strong>van</strong> Oppelaar <strong>en</strong> Wittebrood <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> overe<strong>en</strong> met de <strong>op</strong> voorhand bedachtefactor<strong>en</strong>.Buurtproblem<strong>en</strong> zijn onder te verdel<strong>en</strong> in drie categorieën: geweld <strong>en</strong> overlast,diefstal <strong>en</strong> verloedering. De eerste twee categorieën uit Oppelaar <strong>en</strong> Wittebroodsonderzoek vorm<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> de factor criminaliteit <strong>en</strong> overlast in ons model.De categorie verloedering heeft ook dezelfde naam gekreg<strong>en</strong> als in hun oorspronkelijkestudie. Vervolg<strong>en</strong>s is met de factor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> schaalanalyse uitgevoerd om teanalyser<strong>en</strong> hoe goed iedere sam<strong>en</strong>gestelde factor is. De items <strong>van</strong> de factor criminaliteit<strong>en</strong> overlast vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede schaal. De factor verloedering is zwakker,maar de items bekladding, rommel <strong>en</strong> hond<strong>en</strong>poep voeg<strong>en</strong> alledrie wel iets toeaan de schaal <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> daarom staan. De vier items die naar slachtofferervaringvrag<strong>en</strong> (inbraak, geweld, bedreiging <strong>en</strong> diefstal) zijn door zwakke onderlinge correlatiessam<strong>en</strong>gevoegd tot één vraag, te wet<strong>en</strong> of iemand wel of ge<strong>en</strong> slachtoffer<strong>van</strong> <strong>en</strong>ig delict is geweest in het afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> jaar.De vrag<strong>en</strong> voor de <strong>positieve</strong> factor<strong>en</strong> zijn geformuleerd aan de hand <strong>van</strong>wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur <strong>en</strong> bestaande vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong>. Deze vrag<strong>en</strong> zijn nietnieuw, de bedachte clustering <strong>van</strong> variabel<strong>en</strong> wel. Alle <strong>positieve</strong> factor<strong>en</strong> zijnmeeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in één factoranalyse om te bepal<strong>en</strong> of de bedachte clustering <strong>van</strong>variabel<strong>en</strong> statistisch houdbaar is, of dat we de <strong>op</strong>erationalisaties <strong>van</strong> de factor<strong>en</strong>9 Zie de tabell<strong>en</strong> 2 (<strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong>) <strong>en</strong> 3 (<strong>positieve</strong> factor<strong>en</strong>) in de bijlag<strong>en</strong> voor de statistischeuitkomst<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>de bij de factoranalyse.10 Zie tabel 4 (Cronbach’s alpha <strong>van</strong> de definitieve schaal) in de bijlag<strong>en</strong> voor de statistische uitkomst<strong>en</strong>behor<strong>en</strong>de bij de schaalanalyse.42 Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3


<strong>Het</strong> <strong>effect</strong> <strong>van</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbelevingmoest<strong>en</strong> aanpass<strong>en</strong>.Van de <strong>positieve</strong> factor<strong>en</strong> zijn sociale cohesie, leefbaarheid <strong>en</strong>vertrouw<strong>en</strong> in de buurt aangepast. Omdat de uitkomst<strong>en</strong> <strong>van</strong> de factoranalyseook theoretisch goed te onderbouw<strong>en</strong> zijn, is hiermee verder gewerkt. Alle<strong>en</strong> defactor zelfredzaamheid bleef gelijk aan de oorspronkelijke <strong>op</strong>erationalisatie.De factor sociale cohesie bestond oorspronkelijk uit vijf variabel<strong>en</strong> die zowelde dim<strong>en</strong>sie ‘het contact met de bur<strong>en</strong>’ als de dim<strong>en</strong>sie ‘hechtheid <strong>en</strong> saamhorigheidin de buurt’ met<strong>en</strong>. Deze laatste dim<strong>en</strong>sie is door de factoranalyse verwijderd.Schaalanalyse laat daarnaast zi<strong>en</strong> dat het niets toevoegt aan de factorsociale cohesie of m<strong>en</strong> wel of niet actief is geweest in de buurt in het afgel<strong>op</strong><strong>en</strong>jaar. Dit item wordt daarom weggehaald. Dit betek<strong>en</strong>t dat sociale cohesie in hetmodel alle<strong>en</strong> de (fysieke) relatie met buurtbewoners weergeeft. Hiermee wijkt deinhoud <strong>van</strong> het begrip niet af <strong>van</strong> eerdere onderzoek<strong>en</strong> waarin sociale cohesievooral is ge<strong>op</strong>erationaliseerd door te vrag<strong>en</strong> naar contactmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De factorleefbaarheid duidt in aangepaste vorm <strong>op</strong> hoe goed de <strong>op</strong><strong>en</strong>bare ruimte wordtonderhoud<strong>en</strong>. In onze oorspronkelijke <strong>op</strong>erationalisatie werd ook gevraagd naarde kwaliteit <strong>van</strong> woning<strong>en</strong> plus visies <strong>op</strong> de toekomstige ontwikkeling <strong>van</strong> e<strong>en</strong>buurt. Schaalanalyse wijst uit dat het item dat vraagt naar het onderhoud <strong>van</strong>perk<strong>en</strong>, plantso<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> park<strong>en</strong> niets toevoegt. Omdat e<strong>en</strong> schaal uit t<strong>en</strong> minstedrie items moet bestaan, blijft de vraag in de schaal. Vertrouw<strong>en</strong> in de buurt, alslaatste <strong>positieve</strong> factor, geeft – na aanpassing – de betrokk<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bij hun buurt in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> buurtbewoners in het bijzonder weer.Schaalanalyse maakt duidelijk dat alle zev<strong>en</strong> items iets toevoeg<strong>en</strong>. Wat betreftde intermediaire factor risic<strong>op</strong>erceptie <strong>en</strong> de te verklar<strong>en</strong> factor veiligheidsbelevingwas er in beide gevall<strong>en</strong> sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> goede schaal. Aanpassing<strong>en</strong> war<strong>en</strong>overbodig.RegressieanalyseNa bov<strong>en</strong>beschrev<strong>en</strong> factoranalyse <strong>en</strong> schaalanalyses hebb<strong>en</strong> we het model metbehulp <strong>van</strong> regressieanalyses getoetst. 11 Voordat dit is gedaan, is gekek<strong>en</strong> naar desam<strong>en</strong>hang (onderlinge correlatie) tuss<strong>en</strong> alle factor<strong>en</strong>. Wanneer bepaalde factor<strong>en</strong>sterk sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>, is het beter om er één uit te hal<strong>en</strong> omdat ze allebeihetzelfde construct met<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> veel gehanteerde norm hiervoor is e<strong>en</strong> correlatie<strong>van</strong> .70. Dit bleek bij ge<strong>en</strong> <strong>van</strong> de factor<strong>en</strong> het geval te zijn. De hoogste sam<strong>en</strong>hangis te zi<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> in de buurt <strong>en</strong> sociale cohesie met e<strong>en</strong> correlatie <strong>van</strong>.53. Ook risic<strong>op</strong>erceptie <strong>en</strong> veiligheidsbeleving (-.47), criminaliteit <strong>en</strong> overlast <strong>en</strong>verloedering (.45) <strong>en</strong> criminaliteit, overlast <strong>en</strong> veiligheidsbeleving (-.44) correler<strong>en</strong>relatief hoog.Bij de regressieanalyse is in eerste instantie – los <strong>van</strong> de rol <strong>van</strong> risic<strong>op</strong>erceptie– gekek<strong>en</strong> naar de invloed die afzonderlijke <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong><strong>op</strong> veiligheidsbeleving hebb<strong>en</strong>. Daarbij valt <strong>op</strong> dat niet alle factor<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> rele<strong>van</strong>tzijn. Gecontroleerd voor persoonlijkheid, leeftijd, geslacht <strong>en</strong> invloed <strong>van</strong> demedia (<strong>en</strong> de overige factor<strong>en</strong> in het model) kunn<strong>en</strong> we constater<strong>en</strong> dat verloede-11 Zie de tabell<strong>en</strong> 5 (toetsing) <strong>en</strong> 6 (verklaarde variantie) in de bijlag<strong>en</strong> voor de statistische uitkomst<strong>en</strong>behor<strong>en</strong>de bij de regressieanalyse.Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3 43


Josca Boers, Ronald <strong>van</strong> Sted<strong>en</strong> & Hans Boutellierring <strong>en</strong> sociale cohesie ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel <strong>effect</strong> meer hebb<strong>en</strong>. Voor sociale cohesie kandit word<strong>en</strong> verklaard door e<strong>en</strong> sterke sam<strong>en</strong>hang met de factor vertrouw<strong>en</strong> in debuurt. Wanneer vertrouw<strong>en</strong> in de buurt niet wordt meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is sociale cohesi<strong>en</strong>amelijk wel <strong>van</strong> invloed <strong>op</strong> veiligheidsbeleving.Dit kan deels word<strong>en</strong> teruggevoerd <strong>op</strong> definitiekwesties: vertrouw<strong>en</strong> in debuurt, onder meer gemet<strong>en</strong> als zich thuis voel<strong>en</strong>, de beleving <strong>van</strong> saamhorigheid<strong>en</strong> hechtheid alsmede prettige omgangsvorm<strong>en</strong>, heeft e<strong>en</strong> sterke verwantschapmet sociale cohesie in de vorm <strong>van</strong> (gepercipieerde) contactmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> wederzijdsvertrouw<strong>en</strong>. Dat verloedering ge<strong>en</strong> <strong>effect</strong> heeft <strong>op</strong> veiligheidsbeleving komtdoor e<strong>en</strong> sterke relatie met de factor criminaliteit <strong>en</strong> overlast. Zonder criminaliteit<strong>en</strong> overlast is verloedering wel <strong>van</strong> invloed. Deze relatie is theoretisch te verklar<strong>en</strong>.Zowel overlast als verloedering spor<strong>en</strong> crimineel gedrag aan als delinqu<strong>en</strong>t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat er in e<strong>en</strong> buurt weinig sociale controle <strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> lage pakkansbestaat. Hierdoor leidt verloedering, zo is de theoretische aanname, uiteindelijktot (e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame <strong>van</strong>) criminaliteit (Wilson & Kelling 1982).De overgeblev<strong>en</strong> vijf factor<strong>en</strong> staan in volgorde <strong>van</strong> beste naar slechtste voorspeller,met tuss<strong>en</strong> haakjes de gestandaardiseerde coëfficiënt<strong>en</strong>:1. Criminaliteit <strong>en</strong> overlast (ß= -.29)2. Vertrouw<strong>en</strong> in de buurt (ß= +.19)3. Slachtofferervaring (ß= -.13)4. Leefbaarheid (ß= +.11)5. Zelfredzaamheid (ß= +.06)Hieruit blijkt dat de perceptie <strong>van</strong> criminaliteit <strong>en</strong> overlast in de buurt het meeste<strong>effect</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbeleving, gevolgd door vertrouw<strong>en</strong> in de buurt. Ditbetek<strong>en</strong>t dat zowel <strong>positieve</strong> als <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> zijn voorveiligheidsbeleving. Vervolg<strong>en</strong>s is het model getoetst aan de hand <strong>van</strong> drie veronderstelling<strong>en</strong>:1. Risic<strong>op</strong>erceptie is e<strong>en</strong> significante voorspeller <strong>van</strong> veiligheidsbeleving;2. De <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> zijn significante voorspellers <strong>van</strong> risic<strong>op</strong>erceptie;3. <strong>Het</strong> <strong>effect</strong> <strong>van</strong> de <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbeleving vermindertsignificant wanneer ook risic<strong>op</strong>erceptie wordt toegevoegd.Alle drie de stapp<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> bevestig<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> beantwoord. Wanneer we deintermediaire factor risic<strong>op</strong>erceptie aan het model toevoeg<strong>en</strong>, speelt deze bij vier<strong>van</strong> de vijf factor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol. Vertrouw<strong>en</strong> in de buurt is hier<strong>op</strong> e<strong>en</strong> uitzondering alsfactor die alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> directe relatie met veiligheidsbeleving heeft. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>geldt voor de factor zelfredzaamheid dat het gehele <strong>effect</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbelevingverlo<strong>op</strong>t via risic<strong>op</strong>erceptie.44 Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3


<strong>Het</strong> <strong>effect</strong> <strong>van</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbelevingFiguur 2Aangepast conceptueel model+.27+.14<strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong>criminaliteit <strong>en</strong> overlastslachtofferervaring-.21-.09risic<strong>op</strong>erceptie-.28veiligheidsbeleving<strong>positieve</strong> factor<strong>en</strong>-.12zelfredzaamheid-.10leefbaarheidvertrouw<strong>en</strong> in de buurt+.08+.19Figuur 2 geeft het nieuwe model <strong>van</strong> veiligheidsbeleving weer na toetsing <strong>van</strong>het oorspronkelijke conceptuele model. In totaal verklaart het model 43% <strong>van</strong>de veiligheidsbeleving, inclusief de intermediair risic<strong>op</strong>erceptie <strong>en</strong> de controlevariabel<strong>en</strong>persoonlijkheid, leeftijd, geslacht <strong>en</strong> invloed <strong>van</strong> de media. Zonder deintermediaire variabele (gecontroleerd voor persoonlijkheid, leeftijd, geslacht<strong>en</strong> de invloed <strong>van</strong> media) verklar<strong>en</strong> de <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> de <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>25% <strong>van</strong> de veiligheidsbeleving. Kijk<strong>en</strong> we alle<strong>en</strong> naar de <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong>, zonderrek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met de <strong>positieve</strong> factor<strong>en</strong>, dan verklaart het model 18%.Wordt er alle<strong>en</strong> naar de <strong>positieve</strong> factor<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong>, dan kom<strong>en</strong> we <strong>op</strong> e<strong>en</strong> totaal<strong>van</strong> 15%. De <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> dus iets meer dan de <strong>positieve</strong> factor<strong>en</strong>,maar het verschil is klein. Dit betek<strong>en</strong>t dat zowel de <strong>positieve</strong> als de <strong>negatieve</strong>factor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> substantiële rol spel<strong>en</strong> bij het verklar<strong>en</strong> <strong>van</strong> veiligheidsbeleving.Als we de 18% <strong>van</strong> de <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> bij de 15% <strong>van</strong> de <strong>positieve</strong> <strong>op</strong>tell<strong>en</strong>wordt gezam<strong>en</strong>lijk 33% <strong>van</strong> de veiligheidsbeleving verklaard – e<strong>en</strong> uitkomst diebeduid<strong>en</strong>d hoger ligt dan de 25% die de factor<strong>en</strong> tezam<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>. Dit houdt indat <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> onderling sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>. Zo is de sam<strong>en</strong>hangtuss<strong>en</strong> de factor criminaliteit <strong>en</strong> overlast <strong>en</strong> de factor vertrouw<strong>en</strong> in de buurt relatiefhoog, net als de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de factor criminaliteit <strong>en</strong> overlast <strong>en</strong> defactor leefbaarheid. Hoewel er dus overlap bestaat tuss<strong>en</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> de <strong>negatieve</strong>factor<strong>en</strong> is deze niet zo groot dat één <strong>van</strong> beide kant<strong>en</strong> de veiligheidsbelevingalle<strong>en</strong> kan beïnvloed<strong>en</strong>. Positieve <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> invloed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> elkaarsbijdrag<strong>en</strong> nodig.Blijft de vraag welke factor<strong>en</strong> het meest <strong>van</strong> invloed zijn <strong>op</strong> veiligheidsbeleving.Dit is de factor criminaliteit <strong>en</strong> overlast in combinatie met vertrouw<strong>en</strong> in de buurt.De mate waarin burgers zich veilig voel<strong>en</strong> wordt voor 22% door deze twee factor<strong>en</strong>bepaald. De overige drie factor<strong>en</strong> – slachtofferervaring, zelfredzaamheid <strong>en</strong> leefbaarheid– voeg<strong>en</strong> tezam<strong>en</strong> slechts 3% verklaring toe, maar zijn wel significant.Voor e<strong>en</strong> deel kan deze uitkomst word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong> aan onderlinge sam<strong>en</strong>hang.Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3 45


Josca Boers, Ronald <strong>van</strong> Sted<strong>en</strong> & Hans BoutellierZo is er e<strong>en</strong> duidelijke relatie tuss<strong>en</strong> slachtofferervaring <strong>en</strong> criminaliteit <strong>en</strong> overlast.Na toevoeging <strong>van</strong> de factor criminaliteit <strong>en</strong> overlast aan het model voorspeltslachtofferervaring nog maar e<strong>en</strong> klein deel <strong>van</strong> de veiligheidsbeleving.Conclusie <strong>en</strong> discussieIn de bestaande wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur is tot nu toe weinig bek<strong>en</strong>d over desam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> invloed<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbeleving. Vooralonveiligheidsbeleving wordt met behulp <strong>van</strong> slachtofferervaring alsook (de subjectievebeleving <strong>van</strong>) criminaliteit, overlast <strong>en</strong> verloedering verklaard. Ook uitdit onderzoek komt naar vor<strong>en</strong> dat deze factor<strong>en</strong> hun impact hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> het verlag<strong>en</strong><strong>van</strong> veiligheidsbeleving. Voor e<strong>en</strong> groot deel is het de perceptie <strong>van</strong> criminaliteit<strong>en</strong> overlast in e<strong>en</strong> buurt die ervoor zorgt dat burgers zich onveilig voel<strong>en</strong>.Daarnaast heeft – weinig verrass<strong>en</strong>d – de factor slachtofferervaring e<strong>en</strong> <strong>negatieve</strong>invloed <strong>op</strong> veiligheidsbeleving. Tegelijkertijd wild<strong>en</strong> we in deze studie nagaan of<strong>positieve</strong> factor<strong>en</strong> veiligheidsbeleving kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>. Criminologische studieslegg<strong>en</strong> immers de nadruk <strong>op</strong> <strong>negatieve</strong> (of veiligheidsverlag<strong>en</strong>de) invloed<strong>en</strong>.Positieve factor<strong>en</strong>, zo lat<strong>en</strong> de analyses zi<strong>en</strong>, lever<strong>en</strong> inderdaad e<strong>en</strong> duidelijkebijdrage. Met name de factor vertrouw<strong>en</strong> in de buurt is in ons model invloedrijk:hoe meer iemand zich thuis voelt in de buurt, hoe veiliger hij of zij zich voelt. Datsociale cohesie, anders dan in eerdere studies (zie Oppelaar & Wittebrood 2006),ge<strong>en</strong> invloed wordt toegek<strong>en</strong>d komt voor e<strong>en</strong> groot deel door de sterke relatiemet vertrouw<strong>en</strong> in de buurt. Sociale cohesie is in dit onderzoek gedefinieerd alsrelaties tuss<strong>en</strong> buurtbewoners <strong>en</strong> hun (gepercipieerde) contactmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, terwijlvertrouw<strong>en</strong> in de eig<strong>en</strong> woonomgeving wordt omschrev<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> <strong>van</strong> saamhorigheid<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid. Dit laatste kan word<strong>en</strong> beschouwd als e<strong>en</strong> vorm <strong>van</strong>sociale cohesie. Daarbij wijz<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> uit dat zich thuis voel<strong>en</strong> in de buurt e<strong>en</strong>grotere rol speelt dan de (gepercipieerde) contactmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bur<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> onderligg<strong>en</strong>de assumptie in het model is dat risic<strong>op</strong>erceptie – de geschattekans <strong>op</strong> slachtofferschap – de functie <strong>van</strong> intermediaire factor vervult. Of andersgezegd: de <strong>effect</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> l<strong>op</strong><strong>en</strong> naar verwachtingvia risic<strong>op</strong>erceptie. Onze analyses wijz<strong>en</strong> uit dat deze verwachting voor vier <strong>van</strong>de vijf factor<strong>en</strong> <strong>op</strong>gaat: risic<strong>op</strong>erceptie interv<strong>en</strong>ieert met criminaliteit <strong>en</strong> overlast,slachtofferervaring, leefbaarheid <strong>en</strong> zelfredzaamheid. Voor de laatste factorgeldt zelfs dat deze alle<strong>en</strong> via risic<strong>op</strong>erceptie <strong>effect</strong> heeft. Vertrouw<strong>en</strong> in debuurt is e<strong>en</strong> duidelijke uitzondering. Deze factor heeft alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> directe relatiemet veiligheidsbeleving. Inclusief de controlevariabel<strong>en</strong> geslacht, leeftijd, persoonlijkheid<strong>en</strong> invloed <strong>van</strong> de media verklaart het model 43% <strong>van</strong> de variantie<strong>van</strong> veiligheidsbeleving. In totaal blijft 57% <strong>van</strong> de variantie dus onverklaard – erzijn k<strong>en</strong>nelijk nog andere, niet onderzochte, factor<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbaar die gewicht in deschaal legg<strong>en</strong> zoals e<strong>en</strong> riskante lev<strong>en</strong>sstijl.Dit laat onverlet dat het onderzoek zijn beperking<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t. In de eerste plaatsis de gemet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> <strong>positieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> veiligheidsbeleving interindividueel:m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die meer vertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in hun sociale omgeving voel<strong>en</strong>zich veiliger. Of dit ook intraindividueel geldt (als dezelfde persoon meer vertrouw<strong>en</strong>krijgt, voelt hij of zij zich veiliger) wet<strong>en</strong> we niet met zekerheid. In de46 Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3


<strong>Het</strong> <strong>effect</strong> <strong>van</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbelevingtweede plaats is het onderzoek buurtgericht. We hebb<strong>en</strong> niet expliciet gevraagdnaar veiligheidsgevoel<strong>en</strong>s in andere context<strong>en</strong> zoals bijvoorbeeld het werk of het<strong>op</strong><strong>en</strong>baar vervoer. Gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> (on)veiligheid kunn<strong>en</strong>, kortom, vele oorzak<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> die niet allemaal in één theoretisch model te vatt<strong>en</strong> zijn. Uitbreiding <strong>en</strong>verfijning <strong>van</strong> modell<strong>en</strong> blijft dus noodzakelijk. Tot slot k<strong>en</strong>t de uitvoering <strong>van</strong> hetonderzoek <strong>en</strong>ige beperking<strong>en</strong>. Zoals eerder al aangegev<strong>en</strong> bestond<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>over het algeme<strong>en</strong> uit hoger <strong>op</strong>geleide <strong>en</strong> in maatschappelijke vraagstukk<strong>en</strong>geïnteresseerde inwoners <strong>van</strong> Amsterdam. Vervolgonderzoek naar andererespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>p<strong>op</strong>ulaties moet daarom uitwijz<strong>en</strong> of de gevond<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> ookverder g<strong>en</strong>eraliseerbaar zijn.LiteratuurBandura, A. (1997) Self-efficacy: the exercise of control. New York: Freeman.Baumer, T.L. (1978) ‘Research on fear of crime in the United States’. Victimology, 3, 254-264.Bellair, P.E. (1997) ‘Social interaction and the community crime: examining the importanceof neighbour networks’. Criminology, 35 (4), 677-703.Bellair, P.E. (2000) ‘Informal surveillance and street crime: a complex relationship’.Criminology, 31 (1): 137-167.Berlin, I. ([1958] 1996) Twee <strong>op</strong>vatting<strong>en</strong> <strong>van</strong> vrijheid. Amsterdam: Boom.Boers, J. (2008) Angst <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>: het <strong>effect</strong> <strong>van</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbeleving.Amsterdam: Vrije Universiteit.Boutellier, H. (2005) Meer dan veilig; over bestuur, bescherming <strong>en</strong> burgerschap. D<strong>en</strong> Haag:Boom Juridische uitgevers.Boutellier, H. (2007) Nodale orde: veiligheid <strong>en</strong> burgerschap in e<strong>en</strong> netwerk sam<strong>en</strong>leving.Amsterdam: Vrije Universiteit.Boutellier, H., R. <strong>van</strong> Wonder<strong>en</strong>, S. Tan, I. de Groot & S. Nieborg (2007) Sociaal vertrouw<strong>en</strong>in Oud-Zuid, literatuurverk<strong>en</strong>ning <strong>en</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> e<strong>en</strong> meetinstrum<strong>en</strong>t. Utrecht:Verwey-Jonker instituut.Brodsky, A.E., P.J. O’Campo & R.E. Aronson (1999) ‘PSOC in community context: multilevelcorrelates of a measure of psychological s<strong>en</strong>se of community in low-income, urbanneighborhoods’. Journal of Community Psychology, 27(6), 659-679.Bruinsma, G.J.N. & W. Bernasco (2004) De stad <strong>en</strong> sociale onveiligheid. E<strong>en</strong> state of the art<strong>van</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke k<strong>en</strong>nis in Nederland. Leid<strong>en</strong>: NSCR.Dijk, T. <strong>van</strong>, S. Flight & E. Opp<strong>en</strong>huis (2000) Voor het beleid, achter de cijfers, de uitkomst<strong>en</strong><strong>van</strong> de GSB-monitor veiligheid <strong>en</strong> leefbaarheid nader geanalyseerd. Hilversum: Intomart.Elffers, H. & W. de Jong (2004) ‘Nee, ik voel me nooit onveilig’. Determinant<strong>en</strong> <strong>van</strong> socialeonveiligheidsgevoel<strong>en</strong>s. Leid<strong>en</strong>: NSCR.Farrall, S., J. Bannister, J. Ditton & E. Gilchrist (2000) ‘Social psychology and the fearof crime: re-examining a speculative model’. British Journal of Criminology, 40 (3),399-413.Fetch<strong>en</strong>hauer, D. & B.P. Buunk (2005) ‘How to explain g<strong>en</strong>der differ<strong>en</strong>ces in fear of crime:towards an evolutionary approach’. Sexualities, Evolution and G<strong>en</strong>der, 7(2), 95-113.Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3 47


Josca Boers, Ronald <strong>van</strong> Sted<strong>en</strong> & Hans BoutellierGabriel, U. & W. Greve (2003) ‘The psychology of fear of crime: conceptual and methodologicalperspectives’. British Journal of Criminology, 43 (3), 600-614.Garland, D. (1996) ‘The limits of the sovereign state: strategies of crime control in contemporarysociety’. British Journal of Criminology, 36 (4): 445–471.Garofalo, J. (1981) ‘The fear of crime: causes and consequ<strong>en</strong>ces’. The Journal of CriminalLaw & Criminology, 72 (2), 839- 857.Golant, S.M. (1984) ‘Factors influ<strong>en</strong>cing the nighttime activity of old persons in theircommunity’. Journal of Gerontology. 39 (4), 485-491.Gomme, I.A. (1986) ‘Fear of crime among Canadians: a multivariate analysis’. Journal ofCriminal Justice, 14, 249-258.Hale, C. (1996) ‘Fear of crime: a review of the literature’. International Review of Victimology,4 (2), 79-150.Hartnagel, T.F. (1979) ‘The perception and fear of crime: implications for neighborhoodcohesion, social activity, and community affect’. Social Forces, 58 (1): 176-193.Hindelang, M.J., M.R. Gottfredson & J. Garofalo (1978) Victims of personal crime: an empiricalfoundation for a theory of personal victimization. Cambridge, MA: Ballinger.Jackson J.J. (2004) ‘Experi<strong>en</strong>ce and expression’. British Journal of Criminology, 44 (6), 946-966.Jackson, J.J. (2005) ‘Validating new measures of the fear of crime’. International Journal ofSocial Research Methodology, 8 (4), 297-315.K<strong>en</strong>nedy, L.W. & R.A. Silverman (1985) ‘Perceptions of social diversity and fear of crime’.Environm<strong>en</strong>t and Behavior, 17(3), 275-295.Knipp<strong>en</strong>berg, A. <strong>van</strong> & F. Siero (1994) Multivariate analyse: bekn<strong>op</strong>te inleiding <strong>en</strong> toepassing<strong>en</strong>.Hout<strong>en</strong>: Bohn Stafleu Van Loghum.LaGrange, R.L. & K.F. Ferraro (1987) ‘The elderly’s fear of crime: a critical examination ofresearch’. Research on Aging, 9 (3), 372-391.Lee, M.R. & T.L. Earnest (2003) ‘Perceived community cohesion and perceived risk of victimization:a cross-national analysis’. Justice Quarterly, 20(1), 131-157.Manunta, G. (1999) ‘What is security?’ Security Journal, 12 (3), 57–66.Oppelaar, J. & K. Wittebrood (2006) Angstige burgers? De determinant<strong>en</strong> <strong>van</strong> gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong>onveiligheid onderzocht. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.Perkins, D.D. & R.B. Taylor (2004) ‘Ecological assessm<strong>en</strong>ts of community disorder:their relationship to fear of crime and theoretical implications’. American Journal ofCommunity Psychology, 24 (1): 63-107.Projectgroep Visie <strong>op</strong> de Politiefunctie, Raad <strong>van</strong> Hoofdcommissariss<strong>en</strong> (2005) Politie inOntwikkeling: visie <strong>op</strong> de politiefunctie. D<strong>en</strong> Haag: Nederlands Politie Instituut.Putnam, R.D. (2000) Bowling alone: The collapse and revival of the American community. NewYork: Simon & Schuster.Riger, S., R.K. LeBailly & M.T. Gordon (1981) ‘Community ties and urbanites’ fear ofcrime: An ecological investigation’. American Journal of Community Psychology, 9 (6),653-665.RMO (2004) Sociale veiligheid organiser<strong>en</strong>: naar herk<strong>en</strong>baarheid in de publieke ruimte (advies31). D<strong>en</strong> Haag: Sdu uitgevers.Roels, S. (2007). ‘Staat <strong>van</strong> veiligheid: inleiding <strong>op</strong> e<strong>en</strong> allerminst statisch begrip’. In:M. de Keizer <strong>en</strong> S. Roels (red.) Staat <strong>van</strong> veiligheid: de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving sinds1900. Zutph<strong>en</strong>: Walburg Pers, 11-25 (NIOD-uitgave).48 Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3


<strong>Het</strong> <strong>effect</strong> <strong>van</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbelevingSampson, R.J. & W.B. Groves (1989) ‘Community structure and crime: testing social-disorganizationtheory’. American Journal of Sociology, 94 (4): 774-802.Taylor, R.B. & M. Hale (1986) ‘Testing alternative models of fear of crime’. The Journal ofCriminal Law & Criminology, 77(1), 151-189.Vanderve<strong>en</strong>, G. (1999) ‘Stoere mann<strong>en</strong>, bange vrouw<strong>en</strong>? Over het sprookje <strong>van</strong> de fearvictimizationparadox’. Tijdschrift voor Criminologie, 41(1), 2-20.Vanderve<strong>en</strong>, G (2006) Interpreting fear, crime, risk and unsafety. D<strong>en</strong> Haag: Boom Juridischeuitgevers.Will, J.A. & J.H. McGrath (1995) ‘Crime, neighbourhood perceptions and the underclass:the relationship betwe<strong>en</strong> fear of crime and class position’. Journal of Criminal Justice,23(2), 163-176.WRR (2005) Vertrouw<strong>en</strong> in de buurt. Amsterdam: Amsterdam University Press.Wilson, J.Q. & G.E. Kelling (1982) ‘Brok<strong>en</strong> windows: the police and neighbourhood safety’.The Atlantic Monthly, 249 (3), 29-38.Wilcox Rountree, P. & K.C. Land (1996) ‘Perceived risk versus fear of crime: empiricalevid<strong>en</strong>ce of conceptually distinct reactions in survey data’. Social Forces, 74 (4):1353-1376.Zedner, L. (2003) The concept of security: an ag<strong>en</strong>da for comparative analysis. Legal Studies,23 (1), 153-176.Josca Boers is onderzoeker bij de Di<strong>en</strong>st Onderzoek <strong>en</strong> Statistiek <strong>van</strong> de geme<strong>en</strong>teAmsterdam. Ronald <strong>van</strong> Sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> Hans Boutellier zijn werkzaam bij de onderzoeksgroepVeiligheid <strong>en</strong> Burgerschap bij de Faculteit Sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> aan de Vrije Universiteitte Amsterdam. Contactadres: Di<strong>en</strong>st Onderzoek <strong>en</strong> Statistiek, Postbus 658,1000 AR Amsterdam. E-mail: j.boers@os.amsterdam.nl, of Vrije Universiteit Amsterdam,De Boelelaan 1081, 1081 HV Amsterdam. E-mail: r.<strong>van</strong>.sted<strong>en</strong>@fsw.vu.nlTijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3 49


Josca Boers, Ronald <strong>van</strong> Sted<strong>en</strong> & Hans BoutellierBijlag<strong>en</strong>Tabel 1Operationalisatie afhankelijke variabele ‘veiligheidsbeleving’VraagHoe vaak voelt u zich onveilig?Hoe vaak voelt u zich overdag onveilig wanneeru alle<strong>en</strong> over straat lo<strong>op</strong>t?Hoe vaak voelt u zich ’s avonds of ’s nachtsonveilig wanneer u alle<strong>en</strong> over straat lo<strong>op</strong>t?Hoe vaak voelt u zich onveilig in uw eig<strong>en</strong> buurt?Hoe vaak maakt u zich zorg<strong>en</strong> over criminaliteitin onze maatschappij?Is naar uw gevoel de criminaliteit in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong>jar<strong>en</strong> gedaald, gesteg<strong>en</strong> of gelijk geblev<strong>en</strong>?Als u moet kiez<strong>en</strong> vindt u dan dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> inhet algeme<strong>en</strong> te vertrouw<strong>en</strong> zijn of dat je nooitvoorzichtig g<strong>en</strong>oeg kunt zijn in de omgang metander<strong>en</strong>?In hoeverre b<strong>en</strong>t u het e<strong>en</strong>s met de stelling‘We lev<strong>en</strong> in onzekere tijd<strong>en</strong>’?Antwoordcategorieënvaak, soms, zeld<strong>en</strong>, nooit, weet nietvaak, soms, zeld<strong>en</strong>, nooit, weet nietvaak, soms, zeld<strong>en</strong>, nooit, weet nietvaak, soms, zeld<strong>en</strong>, nooit, weet nietvaak, soms, zeld<strong>en</strong>, nooit, weet nietgedaald, gelijk geblev<strong>en</strong>, gesteg<strong>en</strong>m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn over het algeme<strong>en</strong> te vertrouw<strong>en</strong>, jekunt niet voorzichtig g<strong>en</strong>oeg zijn, weet niet5-puntschaal helemaal mee e<strong>en</strong>s – helemaal meeone<strong>en</strong>s + weet nietTabel 2Factoranalyse <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> (toewijzing oorspronkelijke <strong>en</strong> uiteindelijkefactor<strong>en</strong> <strong>en</strong> de factorlading<strong>en</strong>, met uitzondering <strong>van</strong> slachtofferschap)oorspronkelijkefactor *uiteindelijkefactor *compon<strong>en</strong>t1compon<strong>en</strong>t2compon<strong>en</strong>t31 1 bedreiging .73 .351 1 overlast <strong>van</strong> groep<strong>en</strong> .73jonger<strong>en</strong>1 1 geweldsdelict<strong>en</strong> .74 .351 1 drugsoverlast .65 .311 1 fiets<strong>en</strong>diefstal .78 .331 1 diefstal uit auto’s .741 1 inbraak in woning<strong>en</strong> .642 2 bekladding <strong>van</strong> mur<strong>en</strong> .37 .51<strong>en</strong>/of gebouw<strong>en</strong>2 2 rommel <strong>op</strong> straat .34 .702 2 hond<strong>en</strong>poep <strong>op</strong> straat .79*1 = factor criminaliteit <strong>en</strong> overlast, 2= factor verloedering50 Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3


<strong>Het</strong> <strong>effect</strong> <strong>van</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong> <strong>op</strong> veiligheidsbelevingTabel 3Factoranalyse <strong>positieve</strong> factor<strong>en</strong> (toewijzing oorspronkelijke <strong>en</strong> uiteindelijkefactor<strong>en</strong> <strong>en</strong> de factorlading<strong>en</strong>)oorspronkelijkefactor *uiteindelijkefactor *6 - actief geweest in de buurtcompon<strong>en</strong>t1compon<strong>en</strong>t2compon<strong>en</strong>t3.61compon<strong>en</strong>t4compon<strong>en</strong>t56 3 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de buurtk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> me nauwelijks3 3 contact met de bur<strong>en</strong>3 3 geschatte kans <strong>op</strong> hulp<strong>van</strong> de bur<strong>en</strong>4 4 verhinder<strong>en</strong> slachtoffermishandeling4 4 verhinder<strong>en</strong> slachtofferdiefstal <strong>op</strong> straat4 4 verhinder<strong>en</strong> slachtofferinbraak eig<strong>en</strong> woning4 4 verhinder<strong>en</strong> slachtofferbedreiging5 5 onderhoud weg<strong>en</strong>, pad<strong>en</strong><strong>en</strong> pleintjes5 5 onderhoud perk<strong>en</strong>,plantso<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> park<strong>en</strong>5 5 verlichting <strong>op</strong> straat6 6 thuis voel<strong>en</strong> in de buurt.45 .64.75.32 .58.92.90.76.91.79.87.84.603 6 gezellige buurt met veelsaamhorigheid6 6 in hoeverre is uw buurte<strong>en</strong> prettige buurt?3 6 ik woon in e<strong>en</strong> hechtebuurt6 6 ik ga <strong>op</strong> e<strong>en</strong> prettigemanier met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in debuurt om6 6 bewoners hebb<strong>en</strong> zelfd<strong>en</strong>orm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong>3 6 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de buurt zijn tevertrouw<strong>en</strong>5 - buurt kom<strong>en</strong>d jaarvooruit of achteruit5 - tevred<strong>en</strong>heid kwaliteitwoning6 - kan me niet schel<strong>en</strong> hoebuurtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> over med<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.77.74.72 .34.65.77.73.68.55.37 .44*3 = factor sociale cohesie, 4 = factor zelfredzaamheid, 5 = factor leefbaarheid, 6 = factor vertrouw<strong>en</strong> in de buurtTijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3 51


Josca Boers, Ronald <strong>van</strong> Sted<strong>en</strong> & Hans BoutellierTabel 4Schaalanalyses (Cronbach’s alpha <strong>van</strong> de definitieve schaal)Cronbach’s alphafactor veiligheidsbeleving .82factor risic<strong>op</strong>erceptie .90factor criminaliteit <strong>en</strong> overlast .80factor verloedering .56factor slachtofferschap .39factor sociale cohesie .70factor zelfredzaamheid .92factor leefbaarheid .74factor vertrouw<strong>en</strong> in de buurt .89Tabel 5Toets<strong>en</strong> <strong>van</strong> het model (regressieanalyse gecontroleerd voor persoonlijkheid,leeftijd, geslacht <strong>en</strong> invloed <strong>van</strong> media)stap 1veiligheidsbelevingstap 2veiligheidsbelevingstap 3risic<strong>op</strong>erceptiestap 4veiligheidsbelevingcriminaliteit <strong>en</strong> overlast -.29 ** +.27 ** -.21 **slachtofferervaring-.13 ** +.14 ** -.09 **(ja = 1, nee = 0)zelfredzaamheid +.06 ** -.12 ** .00 **leefbaarheid +.11 ** -.10 ** +.08 **vertrouw<strong>en</strong> in de buurt +.19 * .00 +.19 **risic<strong>op</strong>erceptie -.47** -.28 **R ² zonder controle variabel<strong>en</strong> .25 - .16 .31R ² met controle variabel<strong>en</strong> .37 - .20 .43* = significant bij e<strong>en</strong> alpha <strong>van</strong> .05.** = significant bij e<strong>en</strong> alpha <strong>van</strong> .001.Tabel 6Verklaarde varianties per modelmodel met controle variabel<strong>en</strong>, intermediair <strong>en</strong><strong>positieve</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong>model met controle variabel<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>positieve</strong> <strong>en</strong><strong>negatieve</strong> factor<strong>en</strong>model met controle variabel<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>positieve</strong>factor<strong>en</strong>model met controle variabel<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>negatieve</strong>factor<strong>en</strong>R² zondercontrole variabel<strong>en</strong>R² metcontrole variabel<strong>en</strong>.31 .43.25 .37.15 .27.18 .3152 Tijdschrift voor Veiligheid 2008 (7) 3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!