Installatie- en bedienings- voorschrift Logamatic SC10

Installatie- en bedieningsvoorschriftZonneregeling7747004985.00-1.SDLogamatic SC10Voor de vakman/gebruikerZorgvuldig lezen vóórinstallatie of gebruik.7 747 008 468 04/2007 nl

InhoudsopgaveInhoudsopgave1 Veiligheidsaanwijzingen en toelichting van de symbolen 31.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen 31.2 Verklaring symbolen 42 Gegevens betreffende het apparaat 52.1 EG-conformiteitsverklaring 52.2 Leveringsomvang 52.3 Productbeschrijving 52.3.1 Installatieschema zonne-installatie 62.3.2 Installatieschema retourtemperatuurverhoging 72.3.3 Installatieschema omschakelfunctie 82.4 Technische gegevens 93 Voorschriften 104 Installatie (alleen voor de vakman) 114.1 Wandmontage van de regelaar 114.2 3-wegklep voor retourtemperatuurverhoging installeren (optie) 124.3 Elektrische aansluiting 144.3.1 De kabeldoorvoer voorbereiden. 144.3.2 Leidingen aansluiten 155 Bediening 165.1 Elementen van het zonnestation 165.2 Elementen van de regelaar 185.3 Bedrijfssoorten 185.4 Temperatuurwaarden weergeven 195.5 Serviceniveau (alleen voor de vakman) 206 Inbedrijfstelling (alleen voor de vakman) 217 Storingen 227.1 Storingen met display-weergave 227.2 Storingen zonder display-weergave 238 Aanwijzingen voor de gebruiker 248.1 Waarom is regelmatig onderhoud belangrijk? 248.2 Belangrijke aanwijzingen betreffende de solarvloeistof 248.3 De zonne-installatie controleren 248.4 Bedrijfsdruk controleren, eventueel opnieuw laten instellen 258.5 De collectoren reinigen 259 Protocol voor de gebruiker 262Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden.

Veiligheidsaanwijzingen en toelichting van de symbolen 11 Veiligheidsaanwijzingen en toelichting van desymbolen1.1 Algemene veiligheidsaanwijzingenMet betrekking tot deze handleidingDit voorschrift bevat belangrijke informatie betreffende een veilige en vakkundige montage en bedieningvan de zonneregeling.Deze handleiding is zowel bestemd voor de gebruiker als voor de vakman. Hoofdstukken waarvande inhoud uitsluitend is bestemd voor de vakman, zijn gemarkeerd met de toevoeging „Alleen voorde vakman“.V Deze handleiding zorgvuldig doorlezen en bewaren.V Neem de veiligheidsaanwijzingen in acht, teneinde verwondingen bij personen en materiëleschade te vermijden.Voorgeschreven toepassingDe temperatuurverschilregelaar (hierna regelaar genoemd) mag alleen voor het gebruik van thermischezonne-installaties, verhoging van de retourtemperatuur en omschakelingen binnen de toegestaneomgevingsvoorwaarden worden gebruikt ( hoofdstuk 2.4).De regelaar mag niet in de open lucht, in vochtige ruimten of in ruimten waarin licht ontvlambare gasmengselskunnen ontstaan, worden gebruikt.V De zonne-installatie alleen voor de voorgeschreven toepassing gebruiken. Zorg dat er geendefecten zijn.Elektrische aansluitingAlle werkzaamheden, waarvoor de regelaar moet worden geopend, mogen uitsluitend door gespecialiseerdebedrijven worden uitgevoerd.V De elektrische aansluiting uitsluitend door een elektricien laten uitvoeren.V Er op letten dat een scheidingsvoorziening conform EN 60335-1 voor het over alle polen loskoppelenvan het stroomnet beschikbaar is.V De regelaar voor het open over alle polen stroomloos schakelen.TapwatertemperatuurV Om de taptemperatuur tot max. 60 °C te kunnen begrenzen: tapwatermengkraan inbouwen.Normen en richtlijnenV De plaatselijke normen en richtlijnen voor het monteren en het gebruiken van het apparaat in achtnemen!Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden. 3

1Veiligheidsaanwijzingen en toelichting van de symbolenAfvalV Sorteer en recycleer de verpakking op milieuvriendelijke wijze.V Bij vervangen van een component: het oude onderdeel milieuvriendelijk als afval behandelen.1.2 Verklaring symbolenVeiligheidsaanwijzingen in de tekst worden door middel van een grijs vlak en eengevarendriehoek aangeduid.Signaalwoorden geven de ernst aan van het gevaar dat kan optreden als de voorschriften niet wordenopgevolgd.– Voorzichtig betekent dat er mogelijk lichte materiële schade kan optreden.– Waarschuwing betekent dat er licht persoonlijk letsel of ernstige materiële schade kan optreden.– Gevaar betekent dat er ernstig persoonlijk letsel kan optreden. In bijzonder ernstige gevallenbestaat er levensgevaar.Aanwijzingen in de tekst met hiernaast aangegeven symbool worden begrensd meteen lijn boven en onder de tekst.Aanwijzingen: betekent belangrijke informatie welke in die gevallen geen gevaar voor mens of toesteloptreedt.4Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden.

Gegevens betreffende het apparaat 22 Gegevens betreffende het apparaat2.1 EG-conformiteitsverklaringDit product voldoet qua constructie en werkgedrag aan de desbetreffendeEuropese richtlijnen alsmede aan eventueel aanvullende nationale eisen. Deovereenstemming is aangetoond. De conformiteitsverklaring is op internetonder www.heiztechnik.buderus.de beschikbaar of kan bij het verantwoordelijkefiliaal worden aangevraagd.2.2 Leveringsomvang– Regelaar SC10– Collectortemperatuurvoeler NTC 20K (FSK -collector)– Boilertemperatuurvoeler NTC 10K– Bevestigingsmateriaal voor wandmontage– Trekontlastingsklemmen incl. schroeven7747004985.12-1.SDAfb. 1Regelaar SC10 met temperatuurvoelers2.3 ProductbeschrijvingDe regelaar kan voor verschillende toepassingen worden gebruikt. De temperatuurvoelers hebbenafhankelijk van de toepassing verschillende functies en betekenissen.Toepassing van de regelaarTemperatuurvoeler 1 (T1)NTC 20KTemperatuurvoeler 2 (T2)NTC 10KBedrijf van een zonnesysteem Collectortemperatuurvoeler Boilertemperatuurvoeler onderBoilertemperatuurvoelerRetourtemperatuurverhoging(3-wegklep) 1)Temperatuurvoeler verwarmingsretourOmschakeling bij boilerserieschakelingBoilertemperatuurvoeler bron Boilertemperatuurvoeler doelTabel 1 Toepassingen van de regelaar1) Voor de retourtemperatuurverhoging moet het inschakeltemperatuurverschil worden aangepast ( tab. 6,blz. 20).Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden. 5

2Gegevens betreffende het apparaat2.3.1 Installatieschema zonne-installatie41327747004985.01-1.SDAfb. 2Installatieschema1 Collectorveld2 Zonnestation3 Zonneboiler4 RegelaarHoofdcomponenten van de zonne-installatieCollectorveld – bestaat uit vlakke collectoren of vacuümbuiscollectorenZonnestation – bestaat uit een pomp, veiligheids- en afsluitarmaturen voor de zonnekring.Zonneboiler – dient voor het bewaren van de gewonnen zonne-energie– Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:– drinkwateropslag– bufferopslag (voor ondersteuning van de verwarming)– combiboiler (voor verwarmingsondersteuning en tapwater)Regelaar SC10 – incl. twee temperatuurvoelersWerkingsprincipeWanneer het ingestelde temperatuurverschil tussen het collectorveld ( afbeelding 2, pos. 1) ende zonneboiler ( afbeelding 2, pos. 3) wordt overschreden, wordt de pomp in het zonnestationingeschakeld.De pomp transporteert het warmtedragende medium (solarvloeistof) in een circuit door het collectorveldnaar de verbruiker. In de regel is dit een zonneboiler. In de zonneboiler zit een warmtedrager,die de gewonnen zonne-energie van het warmtedragermedium op het verwarmingswater of tapwateroverdraagt.6Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden.

2Gegevens betreffende het apparaat2.3.3 Installatieschema omschakelfunctieWanneer een zonneboiler en een boiler zijn geïnstalleerd, dan zorgt de omschakelfunctie ervoor, datde zonneboiler de opgeslagen warmte ook naar de boiler overdraagt, wanneer er geen afnameplaatsvindt. Zo kan op conventionele energie worden bespaard.1265437747004985.03-1.SDAfb. 4Omschakelfunctie1 Circulatieblokkering (terugslagklep)2 Pomp3 Temperatuurvoeler doel (boilertemperatuurvoeler)4 Zonneboiler5 Temperatuurvoeler bron (collectortemperatuurvoeler)6 Regelaar8Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden.

Gegevens betreffende het apparaat 22.4 Technische gegevensRegelaar SC10Eigen verbruik1 WBeveiligingsklasse IP20 / DIN 40050AansluitspanningBedrijfsstroomsterkteMax. stroomverbruik bij pompuitgang230 V AC, 50 HzI max : 1,1 A1,1 A (slechts 1 pomp aansluiten!)Meetbereik - 30 °C t/m + 180 °CToegestane omgevingstemperatuur 0 tot 50 °CCollectortemperatuurvoelerBoilertemperatuurvoelerAfmetingen hxbxdTabel 2 Technische gegevensNTC 20K met 2,5 m lange kabelNTC 10K met 3 m lange kabel140 x 140 x 40 mmTemperatuurvoeler T1 NTC 20KTemperatuurvoeler T2 NTC 10KT (°C) R (kΩ) T (°C) R (kΩ) T (°C) R (kΩ) T (°C) R (kΩ)-20 198,4 60 4,943 60 2,49-10 112,4 70 3,478 70 1,7530 66,05 80 2,492 0 32,56 80 1,25610 40,03 90 1,816 10 19,86 90 0,91520 25,03 100 1,344 20 12,487 100 0,67730 16,09 110 1,009 30 8,060 110 0,50940 10,61 120 0,767 40 5,331 120 0,38750 7,116 130 0,591 50 3,606 125 0,339Tabel 3Weerstandswaarden van de temperatuurvoelersOm de weerstandswaarden te kunnen meten, moeten de temperatuurvoelers zijn losgekoppeldvan de regelaar.Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden. 9

3Voorschriften3 VoorschriftenDit apparaat voldoet aan de desbetreffende EN-voorschriften.V De onderstaande richtlijnen en voorschriften opvolgen:– Plaatselijk bepalingen en voorschriften van de verantwoordelijke stroomleverancier.– Industriële en brandweertechnische bepalingen en voorschriften.10Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden.

Installatie (alleen voor de vakman) 44 Installatie (alleen voor de vakman)4.1 Wandmontage van de regelaarDe regelaar wordt met behulp van drie schroeven op de wand bevestigd.Voorzichtig: Gevaar voor letsel en beschadiging van de behuizing door ondeskundigemontage.V De achterkant van de behuizing mag niet als boorsjabloon worden gebruikt.V Het bovenste bevestigingsgat (afbeelding 5, pos. 1) boren en de meegeleverde schroef 5 mmindraaien. De bout onderaan de regelaar losdraaien en het deksel verwijderen. De regelaar aande uitsparing in de behuizing ophangen. De onderste bevestigingsgaten ( afbeelding 5, pos. 3)aftekenen, de gaten boren en de pluggen plaatsen. De regelaar uitlijnen en in de onderste bevestigingsgatenlinks en rechts vastschroeven.15 mm6 mm116 mm105 mm27747004985.05-1.SD3Afb. 5Wandmontage van de regelaar1 Bovenste bevestigingsgat2 Regelaar SC103 Onderste bevestigingsgatenLogamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden. 11

4Installatie (alleen voor de vakman)4.2 3-wegklep voor retourtemperatuurverhoging installeren (optie)Voor de toepassing "retourtemperatuurverhoging" voor verwarmingsinstallatie in een zonnesysteemis een klep nodig, die afhankelijk van de retourtemperatuur de volumestroom door het buffervatstuurt of direct naar de verwarmingsketel.Technische gegevens 3-wegklepMax. sluitdruk0,55 bar (55 kPa)Max. statische druk8,6 bar (860 kPa)Max. doorstroomtemperatuur 95 °C, kortstondig 110 °CKvs-waarde 8,2Spanning230 V, 50 HzMax. omgevingstemperatuur 50 °CTabel 4 Technische gegevens en drukverliezen van de 3-wegklep1009080706050403020100,1 0,2 0,3 0,4 0,52M1T11M4T1T27747004985.04-1.SDT2Afb. 6Retourtemperatuurverhoging bij bufferboiler (links) en combiboiler (rechts)1 Combiboiler2 BufferboilerRL Retour verwarmingRK Retour ketelT1 BoilertemperatuurvoelerT2 Temperatuurvoeler verwarmingsretour12Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden.

4Installatie (alleen voor de vakman)4.3 Elektrische aansluitingGevaar: Levensgevaar door elektrische stroom.V Voor het openen van het apparaat de voedingsspanning (230 V AC) onderbreken.V Kabel met trekontlasting borgen.4.3.1 De kabeldoorvoer voorbereiden.De kabels kunnen afhankelijk van de montagesituatie aan de achterzijde ( fig. 8, pos. 4) of aan deonderzijde ( fig. 8, pos. 3) de behuizing worden binnengeleid.V Beschermingsklasse IP20 bij de installatie aanhouden:– Alleen noodzakelijke kabeldoorvoeren open maken.– Kabeldoorvoeropeningen slechts zo groot als noodzakelijk maken.V Kabeldoorvoer ( afbeelding 8) met mes open maken, zodat er geen scherpe kanten overblijven.V Kabel met de betreffende trekontlasting (fig. 8, pos. 2) beveiligen. De trekontlasting kan ookgedraaid worden gemonteerd (fig. 8, pos. 1).413 27747004985-08.1 SDAfb. 8Doorvoer en bevestiging van de kabel1 Trekontlasting gedraaid2 Trekontlasting3 Kabeldoorvoer langs onder4 Kabeldoorvoer langs achter14Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden.

Installatie (alleen voor de vakman) 44.3.2 Leidingen aansluitenVoor de aansluiting van de leidingen moet u het volgende in acht nemen:– De plaatselijke voorschriften als aardleidertest enz. opvolgen.– Alleen toebehoren van de fabrikant gebruiken. Andere fabrikaten op aanvraag.– De regelaar tegen overbelasting en kortsluiting beveiligen.– De voedingsspanning moet overeenkomen met de waarden die op het typeplaatje staan vermeld.– Op iedere klem max. 1 ader aansluiten (max. 1,5 mm 2 ).– Bij de temperatuurvoelers is de polariteit van de aders willekeurig. De voelerkabels kunnen wordenverlengd tot 100 m (tot 50 m lengte = 0,75 mm 2 , tot 100 m = 1,5 mm 2 ).– Alle voeleraders gescheiden leggen van de 230 V of 400 V vermogensbekabeling, om inductievebeïnvloeding te voorkomen (min. 100 mm).– Afgeschermde laagspanningskabels gebruiken indien externe inductieve invloeden kunnen wordenverwacht (b.v. door transformatorstations, krachtstroomkabels, microgolven).– Voor de 230 V-aansluiting minimaal kabels van het type H05 VV-... (NYM...) gebruiken.– Brandveiligheidstechnische, bouwkundige maatregelen mogen niet worden beïnvloed.V De aansluiting niet via de noodschakelaar van de verwarming laten lopen.V Kabels conform het aansluitschema ( fig. 9) en de toepassing van de regelaar ( tab. 1,pag. 5) aansluiten.V Snelaansluitklem met behulp van een schroevendraaier indrukken.V Nadat de werkzaamheden zijn beëindigd, de regelaar met deksel en schroef afsluiten.1F1LN R1 NT1T2230V AC47747004985-06.1 SDT1T223Afb. 9Aansluitschema1 Zekering 1,6 AT2 Temperatuurvoeler T23 Temperatuurvoeler T14 Pomp (max. 1,1 A)Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden. 15

5Bediening5 BedieningAanwijzingen voor de gebruikerHet zonnesysteem wordt bij de inbedrijfname door uw vakman volledig ingesteld en werkt volautomatisch.V Het zonnesysteem ook tijdens een langere afwezigheid (b.v. vakantie) niet uitschakelen.Indien de installatie overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant is geïnstalleerd, is het zonnesysteemop zichzelf veilig.V Voer geen veranderingen uit aan de instellingen van de regelaar.V Na een langere stroomuitval of langer ontbreken van de bedrijfsdruk de manometer van het zonnesysteem( hoofdstuk 8.4) controleren.Aanwijzingen voor de vakmanV Alle documenten aan de gebruiker overhandigen.V Geef de gebruiker de nodige uitleg over de werking en de bediening van het apparaat.5.1 Elementen van het zonnestationDe hoofdcomponenten van het zonnestation zijn:– Thermometer ( afbeelding 10, pos. 1 en 3): de ingebouwde thermometers geven de temperaturenaan van de retour (blauw) en de aanvoer (rood) van de zonnekring.– Manometer ( afbeelding 10, pos. 2): de manometer geeft de bedrijfsdruk aan.16Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden.

Bediening 51327747004985.09-1.SDAfb. 10Zonnestation1 Temperatuuraanduiding solaire retour2 Manometer3 Temperatuuraanduiding aanvoer zonnekringLogamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden. 17

5Bediening5.2 Elementen van de regelaaron123autooff76547747004985.07-1.SDAfb. 11Regelaar en handschakelaar1 „Pijl omhoog“-toets2 SET-toets3 „Pijl omlaag“-toets4 Schroef (voor openen van de regelaar)5 „on“ (werkingtest)6 „auto“ (normaal bedrijf)7 „off“ (handbediening)5.3 BedrijfssoortenAutomatisch bedrijf (handschakelaar „auto“)Indien het inschakeltemperatuurverschil ( tab. 6, pagina 20) tussen de beide aangesloten temperatuurvoelerswordt overschreden, draait de aangesloten pomp. Bij retourtemperatuurverhogingwordt de klep aangestuurd.Het display toont het pompsymbool .Zodra het uitschakeltemperatuurverschil (½ van het inschakeltemperatuurverschil) is bereikt, wordtde pomp uitgeschakeld. Bij retourtemperatuurverhoging wordt de klep gedeactiveerd.Het pompsymboolwordt niet langer getoond.18Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden.

5Bediening5.5 Serviceniveau (alleen voor de vakman)V Om naar het serviceniveau over te gaan: SET-toets SET langdurig indrukken.V Kies met de toetsen / de gewenste instelling of functie.V Houdt om de instelling de wijzigen de SET-toets SET ingedrukt, tot de waarde knippert. Metde toetsen / de waarde veranderen.V Druk op de SET-toets SET om de instelling op te slaan.V Druk op de toets om het serviceniveau te verlaten.FunctieAanduidingInstelbereik[voorafingesteld]ingesteldMaximum boilertemperatuurBij het bereiken van de maximum boilertemperatuur wordt depomp uitgeschakeld. In het display knippert max en de temperatuurvan de boilertemperatuurvoeler wordt weergegeven.20 - 90 °C[60 °C]InschakeltemperatuurverschilWanneer het ingestelde inschakeltemperatuurverschil (∆ T) tussende temperatuurvoelers 1 (T1) en 2 (T2) is bereikt, start depomp/schakelt de klep om. De basisinstelling is gerelateerd aanhet gebruik van een zonnesysteem. Voor de retourtemperatuurverhogingmoet het inschakeltemperatuurverschil worden aangepast( tab. 6).4 - 20 K[10 K]Tabel 5Selecteerbare functies in het serviceniveauToepassingBedrijf van een zonnesysteemRetourtemperatuurverhoging (3-wegklep)Aanbevolen inschakeltemperatuurverschil10 K6 KOmschakeling bij twee boilersTabel 6Aanbevolen inschakeltemperatuurverschil10 KWaarschuwing: Gevaar voor brandwonden door temperaturen van het warme watervan meer dan 60 °C!V Om de taptemperaturen tot max. 60 °C te kunnen begrenzen: tapwatermengkraaninbouwen.20Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden.

Inbedrijfstelling (alleen voor de vakman) 66 Inbedrijfstelling (alleen voor de vakman)Waarschuwing: Beschadiging van de pomp door drooglopenV Waarborg dat de zonnekring met solarvloeistor is gevuld ( montage- en onderhoudshandleidingzonnestation)V Tijdens de inbedrijfstelling van het zonnesysteem moet u de technische documentatie van hetzonnestation, de collectoren en de zonneboiler in acht nemen.V Het zonnesysteem uitsluitend in bedrijf stellen, indien alle pompen en kleppen perfect werken!Waarschuwing: Schade aan de installatie tijdens de inbedrijfstelling door bevrorenwater of door verdamping in de zonnekring.V De collectoren tijdens de inbedrijfstelling tegen de inwerking van de zon beschermen.V Zonnesysteem niet in bedrijf nemen bij vorst.Ten aanzien van het zonnestation onderstaande handelingen in acht nemen:V Controleer of de installatie volledig is ontlucht.V Doorstroomhoeveelheid controleren en instellen.V De instellingen van de regelaar in het inbedrijfstellings- en onderhoudsprotocol vastleggen( Montage- en onderhoudshandleiding van het zonnesysteem).Waarschuwing: Beschadiging van de installatie door een verkeerd ingestelde bedrijfssoortOm het ongewenst opstarten van de pomp na het inschakelen van de voedingsspanningte voorkomen, is de regelaar in de fabriek in de modus handmatige werking „off“ingesteld.V Voor normaal bedrijf de regelaar op „auto“ instellen ( par. 5.2).Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden. 21

7Storingen7 Storingen7.1 Storingen met displayweergaveV Voor de gebruiker: Indien een storing optreedt contact opnemen met een installatiebedrijf.Soort storingAanduidingEffect Mogelijke oorzaken OplossingVoelerbreuk (collector- of boilertemperartuurvoeler)De pomp/klep wordt uitgeschakeld.Temperatuurvoeler niet ofniet correct aangesloten.Temperatuurvoeler of voelerkabeldefect.De voeleraansluiting controleren.Controleer of detemperatuurvoeler misschiengebroken of verkeerdingebouwd is.De temperatuurvoeler vervangen.De voelerleidingcontroleren.Kortsluiting collector of boilertemperatuurvoelerDe pomp/klep wordt uitgeschakeld.Temperatuurvoeler of voelerkabeldefect.De temperatuurvoeler vervangen.De voelerleidingcontroleren.Temperatuurverschil tussen de temperatuurvoelers T1 en T2 is te grootGeen volumestroom.Lucht in de installatie.Pomp blokkeert.De kleppen of afsluitingenzijn gesloten.Verstopte leiding.De installatie ontluchten.De pomp controleren.Kleppen en afsluitingencontroleren.De leiding controleren.Tabel 7Mogelijke storingen met displayweergaveVoelerstoringen worden, nadat de oorzaak is verholpen, niet meer weergegeven.V Bij andere storingen: willekeurige toets indrukken, om de storingsindicatie uit te schakelen.22Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden.

Storingen 77.2 Storingen zonder displayweergaveSoort storingEffect Mogelijke oorzaken OplossingDe aanduiding is uitgegaan. De pomp draait niet, hoewel aan de inschakelvoorwaarden is voldaan.De zonneboiler wordt nietopgewarmd door de zonneenergie.Geen stroomtoevoer, zekering ofvoedingskabel defect.Zekering controleren, evt. vervangen.Elektrische installatie door een elektrotechicuslaten controleren.De pomp draait niet, hoewel aan de inschakelvoorwaarden is voldaan.De zonneboiler wordt nietopgewarmd door de zonneenergie.Pomp via de „handbediening“ uitgeschakeld.De boilertemperatuur „T2“ ligt inde buurt van of boven de ingesteldemaximale boilertemperatuur.De collectortemperatuur „T1“ ligtin de buurt van of boven de ingesteldemaximale collectortemperatuur.Met behulp van de functie „handbediening“overschakelen op automatisch.Indien de temperatuur 3 K onder demaximale boilertemperatuur daalt,wordt de pomp ingeschakeld.Indien de temperatuur 5 K onder demaximale collectortemperatuur daalt,schakelt de pomp in.Temperatuurvoeler geeft verkeerde waarde aan.De pomp wordt te vroeg/telaat ingeschakeld/uitgeschakeld.Te heet tapwater.Gevaar voor brandwondenTemperatuurvoeler niet correctgemonteerd. Verkeerde temperatuurvoelergemonteerd.De begrenzing van de boilertemperatuuren de tapmengkraan is tehoog ingesteld.De positie, montage en soort van devoeler controleren, eventueelwarmte-isolatie aanbrengen.De begrenzing van de boilertemperatuuren de tapmengkraan lagerinstellen.Te koud tapwater (of te geringe hoeveelheid warm tapwater).De temperatuurregelaar voorwarm water op de verwarming, deverwarmingsregelaar of de tapmengkraanis te laag ingesteld.Stel de temperatuur in conform debijbehorende handleiding (max. 60°C).Tabel 8Mogelijk storingen zonder displayweergaveLogamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden. 23

8Aanwijzingen voor de gebruiker8 Aanwijzingen voor de gebruiker8.1 Waarom is regelmatig onderhoud belangrijk?Uw zonnesysteem voor drinkwateropwarming of een combinatie van drinkwateropwarming en verwarmingsondersteuningis vrijwel onderhoudsvrij.Desondanks adviseren wij om de installatie iedere 2 jaar door een installatiebedrijf te laten onderhouden.Zo wordt een foutloze en efficiënte werking gegarandeerd en kan mogelijke schade vroegtijdigherkend en hersteld worden.8.2 Belangrijke aanwijzingen betreffende de solarvloeistofWaarschuwing: Gevaar voor letsel door contact met solarvloeistof (water-propyleenglycolmengsel)V Wanneer er solarvloeistof in uw ogen komt, moet u uw ogen, met opengesperdeoogleden, meteen grondig onder stromend water uitspoelen.V De solarvloeistof onbereikbaar voor kinderen opbergen.De solarvloeistof is biologisch afbreekbaar.Tijdens de inbedrijfstelling van de zonne-installatie werd de vakman erop gewezen, dat voor de solarvloeistofeen minimale vorstbescherming van -25°C moet worden gegarandeerd.8.3 De zonne-installatie controlerenU kunt aan een foutloze werking van uw zonne-installatie bijdragen door:– het temperatuurverschil tussen aanvoer en retour, alsmede de collector- en de boilertemperatuurongeveer tweemaal per jaar te controleren,– bij zonnestation de bedrijfsdruk te controleren,– de warmtehoeveelheid controleert (wanneer er een warmtehoeveelheidsteller geïnstalleerd is).Voer de waarden in het protocol op pagina 26 in (ook als kopieervoorbeeld).Het ingevulde protocol kan de vakman helpen om de zonne-installatie te controlerenen te onderhouden.24Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden.

Aanwijzingen voor de gebruiker 88.4 Bedrijfsdruk controleren, eventueel opnieuw laten instellenDrukschommelingen binnen de zonnekring op grond van temperatuurveranderingenzijn normaal en leiden niet tot storingen in het zonnesysteem.V De bedrijfsdruk op de manometer ( afbeelding 10, pag. 17) controleren terwijl de installatiekoud is (ca. 20 °C).Bij het wegvallen van de drukEen drukdaling kan de volgende oorzaken hebben:– Er is lekkage in de zonnekring.– Een automatische ontluchter heeft lucht of stoom uitgeblazen.Wanneer de druk in het zonnesysteem is weggevallen:V Controleer of er solarvloeistof in de opvangbak onder het zonnestation is gelekt.V Een installatiebedrijf inschakelen wanneer de bedrijfsdruk tot 0,5 bar onder de in het inbedrijfstellingprotocolingevoerde waarde is gedaald ( Montage- en onderhoudshandleiding van het zonnesysteem).8.5 De collectoren reinigenGevaar: Levensgevaar, omdat u van het dak kunt vallen!V Laat de inspectie-, onderhouds- of reinigingswerkzaamheden op het dak alleendoor een installatiebedrijf uitvoeren.Op grond van het zelfreinigende effect bij regen, hoeven de collectoren normaal gesproken niet teworden gereinigd.Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden. 25

9Protocol voor de gebruiker9 Protocol voor de gebruikerGebruiker van de installatie: Datum inbedrijfstelling:Aantal collectoren: Collectortype:Boilertype: Dakhelling:Windstreek: Zonne-energiestation:Thermometer op zonnestationTemperatuuraanduidingop regelaarManometer opzonnestationDatumAanvoer zonnecircuit(rood)in°CRetour zonnecircuit(blauw) in °CCollector(°C)Boileronder (°C)Installatiedruk inbarTabel 9 Protocolvoorbeeld voor waarden zonne-installatieBedrijfsuren en/of warmtehoeveelheidin kWhWeerssituatie1=wolkeloos2=onbewolkt3=bewolkt4=bedekt26Logamatic SC10 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden.

Notities7 747 008 468 (2007/04)27