Insecten vormen de groepmet verreweg het meesteaantal soorten; ruim dehelft van de 1,9 miljoenbekende soorten.vraag 1Waardoor is de mammoetverdwenen?uit tussen de 5 en 12 miljoen. Van de 1,9 miljoenbekende soorten zijn ongeveer 1 miljoen insecten,310.000 planten en bijna 62.000 gewerveldedieren. De werkelijke aantallen kunnen echter veleduizenden tot miljoenen hoger zijn. We denkendat we de meeste gewervelde diersoorten en hetgrootste deel van de planten wel kennen. Vaninsecten en bacteriën kennen we echter nog maareen klein deel.Ongelijkmatige verdwijning van soortenNiet alle groepen hebben een even grote kans omuit te sterven. Uit fossiele gegevens weten we datveel grote dieren, de zogeheten megafauna, hetuitermate moeilijk krijgen in de directe omgevingvan mensen. Deze dieren, die zwaarder zijn dan 40kilogram, zijn goed eetbaar, of ze lopen in de wegwanneer mensen land gaan gebruiken of vee gaanhouden. Zo wordt bijvoorbeeld het uitsterven vande grondluiaard in Noord-Amerika direct toegeschrevenaan de kolonisatie van dit continent doorHomo sapiens, ongeveer 30.000 jaar geleden. InEuropa is het verdwijnen van de wisent (de Europesebizon) direct toe te schrijven aan de uitbreidingvan de menselijke bevolking. Ook dieren diezich slecht uit de voeten kunnen maken, houdenhet niet lang vol in de omgeving van de mens, zoalsde uitgestorven dodo, een loopvogel van het eilandMauritius. Of ook de mammoet door de oermensis verdreven, zoals wel wordt beweerd, is twijfelachtig.Deze dieren waren zo groot dat mensen erwaarschijnlijk maar weinig op hebben gejaagd ener slechts weinig zijn gedood door mensenhanden.Ook vandaag de dag verdwijnt de biodiversiteitniet gelijkmatig. Primaten – halfapen, apen enmensapen – hebben het uitermate moeilijk, omdatze leven in tropisch bos dat door toedoen van demens steeds kleiner wordt. Hetzelfde geldt voortalloze ongewervelde dieren, met name insecten,die specifiek zijn gebonden aan tropisch bos.Tropenonderzoekers verwachten dat met elk bosperceeldat gekapt wordt enkele gespecialiseerdekeversoorten verdwijnen. Andere diergroepen,zoals amfibieën (salamanders, kikkers en padden)hebben het moeilijk, omdat ze slecht bestand zijntegen infecties die door de mens verspreid worden.Zo worden harlekijnkikkers in Midden-Amerikabedreigd door een schimmel die parasiteert op dehuid van de kikker. Die schimmel kwam vroegerniet voor in de koude bergmeertjes waar dezeamfibie leeft. Door de temperatuurstijging in deafgelopen 20 jaar kan de schimmel zich steedshoger in de bergen vestigen, omdat de meertjesdaar inmiddels de voor de schimmel optimaletemperatuur bereiken.<strong>Biodiversiteit</strong> is kwetsbaar. Soorten sterven uiten door evolutie ontstaan nieuwe soorten. Dat isaltijd zo geweest. Maar door toedoen van de mensis het verlies aan soorten wel erg groot geworden.Hoe lang dit kan voortgaan voordat wij mensenzelf ernstig last krijgen van deze biodiversiteitscrisisis een belangrijke vraag.Met dank aan drs. Peter Koomen van NatuurmuseumFryslân en prof. dr. Edi Gittenberger vanNCB Naturalis.10kwartaal 4 december 2012 biodiversiteit
De Nederlandse biodiversiteitó jinze noordijkó nico van straalenIn Nederland komen ongeveer 25.000 diersoortenvoor en meer dan 10.000 plantensoorten. Insectenvormen, zoals we hiervoor hebben gezien, degrootste groep diersoorten, met vooral veel soortenkevers, vliegen, muggen, bijen, wespen en mieren.Andere soortenrijke diergroepen zijn nematoden,mijten en kreeftachtigen. Opvallende soortgroepenals vogels en zoogdieren kennen veel minderdiversiteit. De schimmels: paddestoelen en microfungizijn weer wel zeer rijk aan soorten. Daarnaastzijn er zeer veel soorten groenwieren en zaadplanten.Behalve inheemse soorten zijn er bij diversesoortgroepen ook heel wat exoten bekend die inNederland voorkomen. De biodiversiteit in Nederlandwordt weergegeven in de tabellen op blz. 11en 12. Daarbij wordt een nieuwe indeling gebruikt,die is gebaseerd op de evolutionaire hoofdlijnen,anders dan veel mensen ooit op school leerden. Zovallen de schimmels en dieren nu allebei onderde Unikonta en behoren de planten, samen met degroenwieren, roodwieren, en nog enkele anderegroepen, tot de Archaeplastida. De organismen die ineenzelfde groep vallen hebben (genetische) eigenschappendie erop wijzen dat ze een gemeenschappelijkevoorouder hebben gehad.SupergroepAantal bekendeNederlandse soortenBacteriën – Bacteria & Archaea 1.100Planten – Archaeplastida 3.894Hacrobia 185Stramenopila (waterschimmels, algen, (kiezel)wieren) 1.996Alveolata (trilhaardiertje, pantserwieren) 670Rhizaria (radiolariën en foraminiferen) 165Excavata (oogwieren en amoeben) 52Unikonta (slijmzwammen, amoeben, schimmels, dieren) 37.877Overzicht van de grotegroepen organismen(planten, dieren en andere)en het aantal soortendat daarvan bekend is inNederland. De nieuwstewetenschappelijke indelingis hierbij aangehouden.Daarbij vallen de dierenonder de Unikonta endaarvan zijn in Nederland27.150 verschillende soorten.De getallen zijn schattingenen van elke groep komener zeker tientallen totduizenden soorten meervoor dan nu bekend is.Eencellige organismenZe zijn niet het eerste waaraan mensen denken bijbiodiversiteit, maar Nederland is rijk aan verschillendesoorten eencellige organismen. Aan de kernlozebacteriën bijvoorbeeld. Maar hoeveel soortener van deze groep zijn, is niet goed bekend. Het isheel goed mogelijk dat de nu bekende bacteriënslechts ongeveer 10 procent van het werkelijkeaantal bacteriesoorten vormen. Veel van die soortenkunnen zelf koolstof vastleggen, zoals algen enplanten dat doen met CO 2uit de lucht. Cyanobacteriën,die vroeger blauwalgen werden genoemd,doen dat bijvoorbeeld. Bacteriën zijn echter vooralbekend als afbrekers van allerlei afval – van organischmateriaal tot chemicaliën en olie. Door dieeigenschap zijn ze onmisbaar bij het sluiten vannatuurlijke kringlopen in ecosystemen.Eencelligen treffen we ook aan in alle hoofdgroepenvan eukaryoten – die anders dan bacteriën eencelkern bezitten. Groepen met prachtige namen alsHacrobia, Stramenopila en Excavata. In het bijzonderde Stramenopila, waartoe waterschimmels enveel algen en wieren behoren, zijn in Nederlandrijk aan soorten. Vooral doordat in Nederland wel1.700 soorten kiezelwieren (diatomeeën) bekendzijn. Ook kennen we duizenden eencellige soortenschimmels: de gisten. We weten nu dat die eencelligesoorten in elk geval 15 procent van het totaalaantal soorten in Nederland beslaan, maar waarschijnlijkveel meer. In deze zeer diverse miniwereldkomen alle ecologische rollen voor die we vangrotere organismen gewend zijn, zoals planteneters,roofdieren, parasieten en afvaleters. Diegrote diversiteit van de eencelligen blijft meestalverborgen voor het grote publiek.Meercellige soortenrijkdomHet meercellige leven laat een nog veel groterediversiteit in uiterlijk toe dan de eencelligen. Datkwartaal 4 december 2012 biodiversiteit 11