Migraine Contact - Neuro.be

Migraine Contact Nr. 1 mei 2001CMRI), vormen het 2de hoofdstuk. Ze werdenopgesteld om 3 vragen te beantwoorden:1. Bestaan er specifieke elementen in de anamneseof het klinisch onderzoek die nuttig zijn voorde identificatie van patiënten met intracraniëleafwijkingen?2. Welke is de frequentie van de oorzaken vansecundaire, niet acute hoofdpijn, zoals deze dieopgespoord worden met CCT of CMRI, bijpatiënten die lijden aan niet acute hoofdpijn enwaarbij het neurologisch onderzoek normaal is?3. Welk bewijs bestaat er over de relatieve performantievan de CCT of CMRI op het vlak vande opsporing van significante intracraniële letselsbij patiënten die lijden aan niet acutehoofdpijn?Er worden drie algemene principes voorgesteld:1) Paraklinische onderzoeken moeten vermedenworden als ze niet leiden tot een wijzigingvan de aanpak.2) Paraklinische onderzoeken zijn niet aangewezenals de patiënt niet meer risico looptdan de algemene populatie om een significante(intracraniële) anomalie te vertonen.3) De paraklinische onderzoeken die normaalniet aanbevolen zijn bij de aanpak van populatiesvan patiënten, kunnen aangewezen zijnbij een bepaalde patiënt (pathologische vreesvoor een organische aandoening, uitdrukkelijkverzoek van de verwijzende arts).Wat de meer specifieke aanbevelingen betreft,worden 5 voorwaarden in acht genomen:1) Neurologisch onderzoek: het medischbeeldonderzoek kan overwogen worden bijpatiënten die lijden aan niet acute hoofdpijnen onverklaarde stoornissen bij het neurologischonderzoek (aanbeveling graad B).2) Neurologische symptomen: de bewijzen zijnonvoldoende om aanbevelingen te geven ophet vlak van de medische beeldvorming infunctie van de aan- of afwezigheid van neurologischesymptomen (aanbeveling graad C).3) Migraine en een normaal neurologischonderzoek: de medische beeldvorming isgewoonlijk niet verantwoord in geval vanmigraine met een normaal neurologischonderzoek (aanbeveling graad B). Bij patiëntendie lijden aan atypische hoofdpijn of dieniet voldoen aan de strikte definitie vanmigraine of die bijkomende risicofactorenvertonen, kan het beeldonderzoek in ruimeremate toegepast worden (aanbevelinggraad C).4) Spanningshoofdpijn en een normaal neurologischonderzoek: de gegevens zijn onvoldoendeom aanbevelingen te geven in verbandmet het gebruik van medische beeldvormingin geval van spanningshoofdpijn(aanbeveling graad C).5) Efficiëntie van de CCT versus de CMRI: degegevens zijn onvoldoende om aanbevelingente geven over de relatieve gevoeligheidvan de CMRI in vergelijking met de CCT bijmigraineuze hoofdpijn of andere vormen vanniet acute hoofdpijn (aanbeveling graad C).Hoofdstuk III: Volgens het consortium zijn dedoelstellingen van de behandeling van migraine inhet acuut stadium de volgende:– De aanvallen snel en doeltreffend behandelen,zonder recidieven– De patiënt zijn volwaardige functionele capaciteitenteruggeven– Het gebruik van ‘escape medication’ enondersteunende behandelingen minimaliseren– De persoonlijke aanpak van de patiënt optimaliserenen het gebruik van externe middelenbeperken– Rendabel zijn in het kader van de ganse aanpak– Weinig of geen nevenwerkingen hebbenNaast de kwaliteitscriteria van het bewijsmateriaaldie reeds gedefinieerd werden (graad A, B ofC), gebruikt het Consortium ook 3 andere typescriteria:a) de wetenschappelijke evaluatie van het effectb) de klinische indruk van de expertsc) de nevenwerkingenZeven geneesmiddelenklassen werden herzien.Het gaat om de anti-emetica, de barbituraten, demoederkorenderivaten, de niet-steroïdale antiinflammatoiremiddelen, de gecombineerde analgeticaen niet opioïde analgetica, de opioïde analgetica,de triptans en een «diverse» groep.Voor de anti-emetica, kunnen enkel aanbevelingengraad B of C gegeven worden.Metoclopramide IV in monotherapie kan aanzienworden als een behandeling voor de migrainepijnzelf (aanbeveling graad B). Het kan IM of IVgebruikt worden als adjuvans bij de behandelingvan nausea die gepaard gaat met migraine (aanbevelinggraad C). Prochloorprenazine viaparenterale weg kan een preferentiële behandelingvan migraine zijn in sommige specifieke situaties(aanbeveling graad B); het kan beschouwdworden als een adjuverende behandeling vannausea die gepaard gaat met migraine (aanbevelinggraad C). De PO anti-emetica, in het bijzonderdomperidon, kunnen gebruikt worden alsadjuvans bij de behandeling van nausea diegepaard gaat met migraine (aanbeveling graadC). De serotoninerge 5-HT3 antagonisten kunnenook aanzien worden als adjuvans bij debehandeling van nausea die gepaard gaat metmigraine bij sommige geselecteerde patiënten(aanbeveling graad C).Gezien de risico’s op overconsumptie, op hoofdpijndoor misbruik van geneesmiddelen en opgewenning, moet het gebruik van de barbituratenbeperkt en strikt opgevolgd worden (aanbevelinggraad B).Ergotamine (PO, PR) en DHE (SC, IV, IM) kunnenoverwogen worden bij de behandeling van5