12.07.2015 Views

SN 11-01..pdf - SOVON Vogelonderzoek Nederland

SN 11-01..pdf - SOVON Vogelonderzoek Nederland

SN 11-01..pdf - SOVON Vogelonderzoek Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Doe mee met het Jaarvan de Boerenzwaluw!De eerste Boerenzwaluwen zijn inmiddels terug uit Afrika. Het merendeel isechter nog onderweg naar West-Europa, een ongelofelijke reis voor een vogelvan nog geen 22 gram. <strong>Nederland</strong> staat dit jaar in het teken van deze geweldigevogel. Samen met honderden, zo niet duizenden enthousiaste vogelaars enbewoners van het landelijk gebied gaan we zo veel mogelijk broedgebiedentellen. Uw hulp is daarbij onontbeerlijk!3<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1U kunt op verschillende manieren bijdragen om de kennisover de Boerenzwaluw te vergroten. Foto: Hans Gebuisextra telgebiedentelgebieden 1993agrarisch gebiedFiguur 1. Ligging van telgebieden bij het onderzoek naarnestplaatskeuze van de Boerenzwaluw, met onderscheidtussen reeds eerder getelde gebieden en willekeurig aangewezenextra telgebieden.Relevante literatuur:Bakker M.R., Hagemeijer W. & Tulp I. 1996.Nestplaatskeuze van Boerenzwaluw Hirundorustica en Gierzwaluw Apus apus in <strong>Nederland</strong>.(Techn. Rapport Vogelbescherming <strong>Nederland</strong> 15).<strong>SOVON</strong> onderzoeksrapport 96.<strong>01.</strong>Vogelbescherming <strong>Nederland</strong>, Zeist.Website voor informatie en aanmelding Onderzoek nestplaatskeuze et al. Wat houdt het nestplaatskeuzeonderzoekin? Publiekstelling Monitoring - nieuwe deelnemers nodig E-nieuwsbrief, meldt u aan! Loes van den Bremer (<strong>SOVON</strong>) &Jouke Altenburg (Vogelbescherming)


4Midwintertelling vanwatervogels in januari2010: sneeuw en koude<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1De 44 e midwintertelling vond plaats tussen 15 en 18 januari 2010.Ruim 1500 tellers trotseerden de sneeuw om bij te dragen aan een zovolledig mogelijk beeld van de verspreiding en aantallen van watervogelsin <strong>Nederland</strong>. Dit als onderdeel van een project dat heel Europa beslaaten grote delen van Azië en Afrika. Het was de tweede keer op rij dat de midwintertellingwerd voorafgegaan door een periode met ijzige koude en veelsneeuw. Maar heeft deze echte sneeuwwinter hiermee zijn sporen ook inde vogelaantallen en -soorten nagelaten?Opnieuw sneeuw en ijs Gevlucht voor vorst en sneeuw 100%80%60%40%20%0%100%80%60%40%20%0%RM IJ GR FR FL NH UT ZH WG DR OV NB GL RL LI ZL BRgeen plaatselijk overalFiguur 1. Frequentieverdeling van de sneeuwbedekkingtijdens de midwintertelling van 2010 per telregio, zoalsaangegeven op de telformulieren.RM IJ GR FR FL NH UT ZH WG DR OV NB GL RL LI ZL BRgeen plaatselijk overalFiguur 2. Frequentieverdeling van de ijsbedekkingtijdens de midwintertelling van 2010 per telregio,zoals aangegeven op de telformulieren.


Tabel 1. Getelde aantallen in januari 2010 (voorlopigecijfers) in vergelijking met het gemiddelde vande voorgaande vijf midwintertellingen (afgerond).Weergegeven zijn de soorten met meerdan 1000 ex. in januari 2010.Soort jan 2010 gem. 05-09Dodaars 3.487 3.900Fuut <strong>11</strong>.416 22.000Geoorde Fuut 1.665 860Aalscholver 18.433 25.000Blauwe Reiger 4.230 7.700Knobbelzwaan 20.908 30.000Kleine Zwaan 8.320 10.000Wilde Zwaan 2.277 1.900Taigarietgans 2.226 2.100Toendrarietgans 209.658 160.000Kleine Rietgans 9.423 7.000Kolgans 722.603 770.000Grauwe Gans 343.249 260.000Soepgans 7.439 <strong>11</strong>.000Grote Canadese Gans 19.467 14.000Brandgans 468.324 410.000Rotgans 28.981 38.000Nijlgans 15.033 16.000Bergeend 32.075 44.000Smient 704.015 730.000Krakeend 30.383 26.000Wintertaling 10.091 30.000Wilde Eend 315.161 340.000Soepeend 16.805 13.000Pijlstaart 10.907 19.000Slobeend 2.950 8.000Tafeleend 14.652 32.000Kuifeend 92.605 170.000Topper 66.674 70.000Eider 61.765 82.000Zwarte Zee-eend <strong>11</strong>.747 12.000Brilduiker 7.570 12.000Nonnetje 4.558 2.800Middelste Zaagbek 8.958 7.000Grote Zaagbek 21.599 6.000Waterhoen <strong>11</strong>.755 18.000Meerkoet 223.485 230.000Scholekster 138.387 180.000Zilverplevier 16.776 25.000Kievit 1.722 140.000Kanoet 47.582 56.000Drieteenstrandloper 8.014 10.000Bonte Strandloper <strong>11</strong>7.056 240.000Rosse Grutto 32.995 51.000Wulp 102.655 150.000Tureluur 10.765 12.000Steenloper 4.815 5.200Kokmeeuw 144.245 170.000Stormmeeuw 129.140 190.000Zilvermeeuw 105.603 100.000Grote Mantelmeeuw 5.447 6.900Aantallen tot 20.000 Grote Zaagbekkenwaren op het IJsselmeer sinds 1987 nietmeer voorgekomen. Foto: Hans Gebuis Winterharde soorten Tellers trotseerden sneeuw en koude tijdensde Midwintertelling. Foto: Martin Snaterse Veel afnames 5<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1


<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 16Broedvogels:drie belangrijke nieuweontwikkelingen Iedereen bedankt Menno Hornman & Erik van WindenHet watervogelmeetnet, waar de midwintertellingdeel van uitmaakt, wordt uitgevoerdonder de paraplu van het NetwerkEcologische Monitoring en is een samenwerkingsverbandvan het Ministerie vanEconomische Zaken, Landbouw en Innovatie-Gegevensautoriteit Natuur, Ministerie vanVerkeer en Waterstaat- Waterdienst, hetCentraal Bureau voor de Statistiek en <strong>SOVON</strong><strong>Vogelonderzoek</strong> <strong>Nederland</strong>.Nieuwe handleiding Programma Autoclustering Handleiding<strong>SOVON</strong> BroedvogelonderzoekDigitale aanwijzingen voor broedvogelinventarisatieper soort Arend van Dijk, Arjan Boele& Fred Hustings


Veel animo voor slaapplaatstellingenvanBlauwe Kiekendieven7<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1Rob GoldbachPublicatie Fonds Wat willen we bereiken? Gesteunde projecten en/of activiteiten in 2010 Birding for science and conservation Hoe kunt u bijdragen? Meer informatie Er werden tot 57 Blauwe Kiekendieven perslaapplaats geteld! Foto: Michel Geven Olaf Klaassen


8Lange reeks van zeetrektellingenbeschikbaar: samenvoeging bestandenNZG/Club van Zeetrekwaarnemers enwww.trektellen.nl nu een feit<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1De Club van Zeetrekwaarnemers (NZG/CvZ) begon in het begin van de jarenzeventig met het op systematische wijze organiseren en uitvoeren van tellingenvan langs de kust trekkende zeevogels (‘zeetrektellingen’). De ontwikkelingen toepassing van de zogenaamde ‘uurtotaalkaart’ maakte dat dit al sneleen groot succes werd. Vooral de beginjaren waren bovendien spannend alseen jongensboek: veel vogelaars konden allerlei nieuwe soorten aan hunlijsten toevoegen en verscheidene soorten zeevogels bleken veel talrijker tezijn dan tot dan toe werd verondersteld. Bijna 40 jaar later is een nieuwestap in de historie van zeetrektellingen een feit.telpostenuren4000TrektellenCvZVan uurtotaalkaart naar online invoer personal computer Twee bestanden samengevoegd hoeft Aangepaste invoerroutines vantrektellen.nl Figuur 1. Ligging van zeetrekposten en het aantal getelde uren.getelde uren60005000400030002000100001972 1975 1978 1981 1984 1987 1990 1993 1996 1999 2002CvZTrektellenFiguur 2. Aantal uren zeetrektellingen in de NZG/CvZdatabase aangevuld met de gegevens in trektellen.nl.


92005 2008 Gegevensbestanden gecombineerd Organisatie en afspraken over het gebruikvan de database Relevante literatuur: Camphuysen C.J. & van Dijk J. 1983. Zeeenkustvogels langs de <strong>Nederland</strong>se kust,1974-79. Limosa 56: 87-230. Camphuysen C.J. 2004. The return of theharbour porpoise (Phocoena phocoena) inDutch coastal waters. Lutra 47(2): <strong>11</strong>3-122. Camphuysen C.J. 2009a. Het gebruik vanzeetrektellingen bij de analyse van populatieschommelingenvan duikers Gaviidaelangs de kust. Sula 22: 1-24. Camphuysen C.J. 2009b. Het gebruik vanzeetrektellingen bij de analyse van populatieschommelingen(2), DwergmeeuwenLarus minutus langs de <strong>Nederland</strong>se kust.Sula 22: 49-66. Dijk J. van &. Buurma L.S. 1973. Overzichtvan de passage van zee- en kustvogelsgedurende de herfst 1972. CvZ verslagNr. 1. De Pieper 12(3): 13-25. Platteeuw M., van der Ham N.F. & denOuden J.E. 1994. Zeetrektellingen in<strong>Nederland</strong> in de jaren tachtig. Sula 8: 1-203. Een eerste resultaat Phocoena phocoena Kees Camphuysen & Gerard TroostDeterminatieexotenuitgelicht www.sovon.nl/exotenMaartje Liefting(Maartje.Liefting@sovon.nl)<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1Grote Canadese Gans en Nijlgans behoren tot de meest succesvolle exoten in <strong>Nederland</strong>. Foto: Peter Eekelder


10<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1Symen Deuzeman (Kampen, 1975) is in het dagelijksleven inventarisatiemedewerker bij <strong>SOVON</strong>.Tussen november en april gaat ook veel van zijnvrije tijd zitten in het volgen van vogels: Klapeksters.“Je raakt makkelijk gebiologeerd door deze vogels”,vindt hij. “En we hebben inmiddels ook al een paarmythes kunnen doorprikken.”Als Symen Deuzeman samen met zijn vasteklapekstermaat Peter van den Akker bij devogelkijkhut in de Engbertsdijksvenen komtheeft hij goede hoop. Binnen een mum vantijd ziet hij een Klapekster in de top van eenklein berkje zitten. De vogel is ‘lekker actief’,vinden de mannen. Regelmatig duikt hij evennaar de grond om vervolgens weer in de topvan een ander boompje over het gebied teturen. Van den Akker en Deuzeman kiezendrie karakteristieke eikenbomen binnen eenstraal van een paar honderd meter rond dehut om daar een val bij te zetten. “Ik kom hierregelmatig”, vertelt Van den Akker, “en ik weetdat dit favoriete jachtbomen zijn, dus wehebben een goede kans.”Vlak bij deze drie ‘kansrijke bomen’ komteen gazen kooi met geopende deksel te staan.Onder een dubbele bodem, ook van gaas,wordt een bont gekleurde muis in een tweedekooitje gezet. Als de vogel naar de muis zouvliegen, trapt hij op een hefboompje, hetdeurtje valt dicht, en hebbes. ‘Als’, dus.“We vangen sinds 2001 Klapeksters om zete kleurringen”, vertelt Deuzeman, “maarhet ideale systeem hebben we nog niet.Deze kooien hebben we van de vliegbasisin Twente. Daar vingen ze op deze manierTorenvalken. We hebben het in het begin ookwel geprobeerd met een bal chatri, zo’n kooimet een muis erin en nylon lassootjes aan debuitenkant. Dat was niks. Een klapnet meteen meelworm als lokaas was het ook niet,en ook een mistnet rond een zichtboom, meteen speakertje met geluid erbij werkte niet.Dit is nog het beste systeem tot nu toe. Ik denkdat we gemiddeld één vogel vangen per tweevangdagen.”“Maar we hebben nu echt een goede kans”,herhaalt Van den Akker, als de vogel vlakboven een van de kooien in de top van eenboompje gaat zitten. “Het zijn echt razendslimme beesten. We hebben een keer kunnenzien hoe een Klapekster langs de wand dekooi in klauterde, naar de muis ging zittenpikken zonder het hefboompje aan te raken,en langs de wand er ook weer uit klauterdezonder de veer te laten springen. Dat was duszo’n dag dat we niks vingen. Maar nu …”VersgewichtDe Engbertsdijksvenen is een van de schaarsehoogveengebieden in ons land. Het iseen gebied van zo’n duizend hectare tussenVriezenveen en Kloosterhaar, diep inOverijssel. “In goede jaren kunnen hier welzes Klapeksters overwinteren”, weet Van denAkker. “Dit jaar zitten er in ieder geval twee,misschien drie. We denken dat de aantallenoverwinteraars vooral samenhangen met devoedselbeschikbaarheid. Als er in novembervogels uit het noorden en oosten naar onstoe komen, en er zitten veel muizen en kleinezangvogels, dan is het logisch dat er meerdieren blijven hangen dan in slechte jaren.We hebben geprobeerd dat verband aan tetonen door het ‘versgewicht’ te schatten van deprooidieren die we in de braakballen vinden.Er lijkt inderdaad een trend richting dikkereprooien in de goede jaren, maar echt hard isdat verband statistisch gesproken nog niet.”De vogel bij de kijkhut heeft de eerste uren inieder geval nog geen zichtbare prooi gevangen.Door de telescoop hebben de mannen alwel gezien dat het een ongeringd en waarschijnlijkeerste winter exemplaar betreft.De motivatie om hem te vangen is daarmeeweer een tandje hoger gezet. Maar uiteindelijkkunnen ze weinig anders doen danwachten en koffiedrinken.


Wetenschapjournalist Rob Buiter maakt reportages overvogels en vogelaars. In de rubriek ‘In de Klei’ doet hij voor <strong>SOVON</strong>NIEUWSverslag van zijn ontmoetingen in het veld.<strong>11</strong><strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1Witte armSinds 2001 heeftDeuzeman samenmet Van den Akker enmet Andrea van den Berg,het derde lid van het project ‘winter-RAS-Klapekster’, zoals het officieel te boek staatop het Vogeltrekstation, ruim veertig vogelsgevangen en van een kleurring voorzien.“Na verloop van tijd gingen we rare patronenzien in de witte veren op de arm en de handvan de vogels”, vertelt Deuzeman. “Sinds jaaren dag ging iedereen ervan uit dat vrouwtjesminder of geen wit in de armpennen hadden.Die stelling was ooit door de Duitse onderzoekerSchön in de literatuur gekomen en sindsdienschrijft iedereen dat braaf over. Maartoen wij de zoveelste vogel hadden gevangendie veel wit op de vleugels had, maar die opbasis van de maten volgens ons toch echteen vrouwtje moest zijn, zijn we naar hetZoölogisch museum in Amsterdam gegaan.Cees Roselaar liet ons daar een hele seriebalgen zien van Klapeksters. Toen wij die opbasis van de theorie van Schön rangschiktennaar geslacht, bleek dat voor onze overwinterendevogels niet op te gaan.De geslachten zoals die waterdicht op basisvan sectie waren bepaald hielden zich nietaan de meer-of-minder-wit-regel. Er leek weleen trend dat de vogels die uit oostelijkerstreken kwamen wat meer wit op de vleugelhadden. Ik ga er dus voorlopig van uit datde wittere vogels de exemplaren zijn uitPolen, Hongarije en Rusland, en dat de donkerderexemplaren uit Scandinavië komen.De theorie van Schön zal mogelijk voor zijneigen Duitse broedpopulatie wel opgaan.Voor de Noord-Amerikaanse populatie is doorDNA-onderzoek bijvoorbeeld aangetoond datdaar mannen en vrouwen zijn te onderscheidenop basis van wit-zwart verdeling op debuitenste staartpennen.”Halverwege de dag komt een vrouw meteen loslopende hond roet in het eten gooien.De Klapekster verdwijnt uit het gebied waarde drie kooien staan en gaat aan de overkantvan een plas jagen. En met succes. Door detelescoop zien Deuzeman en Van den Akkerenigszins tot hun frustratie dat de vogel alsnel een muis te pakken heeft. Binnen dekortste keren zit de prooi in de vork vaneen struik geklemd en wordt hij met fermerukken uit elkaar gesloopt. “Nee, subtielzijn ze niet”, beaamt Van den Akker. “Zijnwetenschappelijke naam betekent ook ‘de wachtende slager’. Ik hebverhalen gehoord van een fotograaf die meteen dode muis aan een stuk ijzerdraad eenKlapekster probeerde te lokken. Maar als hijin zijn schuilhut even met zijn ogen knipperdekon het gebeuren dat er al een vogelvoorbij was gekomen die er met de kop vande muis vandoor was gegaan. Dat moet metbehoorlijk efficiënt geweld gepaard gaan!”SlaapboomVan den Akker blijkt weinig zitvlees te hebben.“Nu die vogel even geen honger meerheeft kan ik beter even wat slaapbomengaan opzoeken.” Over de kleine veendijkjesdie de waterhuishouding in het gebiedregelen, struint Van den Akker behendigtussen braamstruiken door. Massa’s Berkjesen Eiken laat hij links liggen om bij eenKrentenboompje ineens halt te houden.“Dit is een perfecte slaapboom! We hebbenontdekt dat ze in 60% van de gevallen in eenGrove Den slapen, 30% in Krentenboompjesen 10% in Wilgjes. Die slaapbomen zijninteressant voor ons omdat je daar de meestebraakballen vindt. Ik heb me hier wel eenssuf gezocht naar een slaapboom, waarvan ikwist dat hij er moest zijn. Pas in het vroegevoorjaar zag ik ineens de bloesem van eenKrentenboompje tussen de struiken oplichtenen inderdaad: tientallen braakballen eronder.”Dit Krentenboompje mag dan nog zo perfectzijn, de Klapekster heeft hem nog nietontdekt. Zonder braakballen keert Van denAkker terug naar zijn wachtende maat in deuitkijkhut. Die kan in ieder geval melden datde vogel weer is teruggekeerd naar de goedekant van het water.(Lees verder op volgende pagina)Foto’s: Rob Buiter, Symen Deuzeman & Peter Eekelder


12<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1Terugmelding van een gekleurringde Klapekster.Foto: B. VogtAfname Grutto zet door.Foto: Hans GebuisOnervarenDeuzeman en zijn collega’s volgen de Klapekstersnu al twintig jaar, waarvan tien jaarmet behulp van kleurringen. “Het eigenlijkeonderzoek begon met een vraag van debeheerders van de Veluwezoom. Die vroegenzich af of er in begraasd gebied, dankzij meerdrollen en de bijbehorende kevers ook meerKlapeksters zouden komen. Dat verbandkonden wij tot dusver niet aantonen. Maaronze eigen nieuwsgierigheid was al veeleerder geprikkeld. In november denken veelmensen: ‘hé, de Klapekster is er weer.’ Een vanonze eerste vragen was dan ook of die vogeldie je ieder najaar in de top van diezelfdeboom ziet zitten ook echt dezelfde vogel is.Dat blijkt hier in het gebied vaker niet danwel het geval. De geschikte zichtboom isblijkbaar een heel constante factor, maar dedoorstroom in vogels blijkt erg hoog. Wantook al is dit een project onder de vlag vanRAS, Recapturing Adults for Survival, erg veeladulten hebben we nog niet terug gezien.Het zijn meestal de jonge, onervaren vogelsdie je vangt. Of misschien moet je zeggen:‘die zich laten vangen.’Van de vogels die de onderzoekers hebbengevangen is ongeveer 75% juveniel en 25%adult. “Veel terugmeldingen van gekleurringdevogels uit andere gebieden dan het studiegebiedhebben we niet; het gaat om slechts éénvogel die we ’Witte Staart’ hebben genoemd.Van deze vogels is aangetoond dat deze territoriahad in twee gebieden; namelijk als eerstewinter vogel in de Engbertsdijksvenen envervolgens twee opeenvolgende winters inhet Fochteloërveen, een verplaatsing over63 km. In de Engbertsdijksvenen zien weregelmatig winterplaatstrouwheid. Eén vogelwerd drie opeenvolgende winters op dezelfdeplek terug gezien, drie vogels bleven tweewinters hetzelfde gebied trouw. Op de Veluwevonden we tot nu toe vergelijkbare getallen.”Geduld is hoe dan ook een prettige eigenschapin het klapeksteronderzoek. Tegen het eindvan de middag jaagt een hardloper in eenfel gekleurd trainingspak de Klapekster weernaar de verkeerde kant van het water. Eengroep Wilde Zwanen komt binnenvallen omdaar de nacht door te brengen. Als ook tweeBlauwe Kiekendieven hun slaapplaats inde kern van het hoogveen opzoeken willende mannen er de brui aan geven. Precies opOpnieuw slaapplaatsen vanHalsbandparkieten getelddat moment keert de Klapekster ineens terugin een boom pal boven een van de kooien.Zou het dan toch …?Na nog eens tien minuten trekt Deuzemandefinitief de stekker eruit. “Als we hem nu nogzouden vangen moet je hem nog meten, wegenen ringen. Tegen de tijd dat je hem dan los kanlaten is het donker, dus dat moeten we nietmeer doen. We gaan de kooien ophalen.”Om toch nog wat tastbaars te laten zienaan de licht verkleumde verslaggever, haaltDeuzeman een jampotje met braakballen uitde auto. “De vangst van de afgelopen week opde Veluwe. Dankzij die braakballen hebbenwe de prooikeuze door het winterseizoen alaardig in de smiezen. Het begint met muizenen zangvogeltjes, door de winter vooral muizenen aan het eind komen daar, zeker in ditgebied, veel reptielen bij, zoals LevendbarendeHagedissen. Kijk, deze heeft waarschijnlijkeen vogeltje geslagen. Heb je toch nog iets vaneen Klapekster aangeraakt vandaag”, lachtDeuzeman. Hij lijkt er niet echt mee te zittendat hij een dag voor niets heeft gewacht.Rob Buiter Olaf KlaassenTabel 1. Aantallen van Halsbandparkiettijdens landelijke simultane slaapplaatstellingin januari 2010 en 20<strong>11</strong>.Stad 2010 20<strong>11</strong>Amsterdam 3776 36<strong>11</strong>Den Haag 5007 3897Haarlem 410 440Rotterdam 540 1209Utrecht 69 215totaal 9802 9372Slaapplaats Van Noortwijcksingel,Rotterdam-Overschie, 16 januari 20<strong>11</strong>.Foto: Garry Bakker


13Weidevogels nog steedsonder druk, nestbeschermingberedeneerd uitvoerenWeidevogels blijven het moeilijk hebben in ons land, en trouwens ookdaarbuiten. Er zijn voorlopig nog geen tekenen die op een kentering vande negatieve trends wijzen. Sterker nog, de aantallen nemen recent nogsterker af dan voorheen. Des te belangrijker om ervoor te zorgen datverstoring tot een minimum beperkt blijft. Ook vrijwillige nestbeschermingis wat dat betreft niet geheel zonder risico’s. Daarover is vorig jaar eenrapport verschenen dat brede aandacht verdient.<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1IndexDagelijkse overleving2001801601401201008060402001960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 20101,00,80,60,40,20,0Scholekster Kievit Grutto TureluurFiguur 1. Aantalsontwikkeling van vier steltlopersoortenin het agrarische gebied van <strong>Nederland</strong> sinds de jarenzestig. De ontwikkeling is gebaseerd op gegevens uithet Oude Tijdreeksenproject en het Weidevogelmeetnet.Ongestoord Begrazing Maaien Mestinjectie KunstmestOnbeschermdBeschermdFiguur 2. Dagelijkse overlevingskansen van gruttolegselsvoor verschillende situaties als die nesten wel ofniet worden beschermd door boeren en/of vrijwilligers.Aanhoudende en versnellende afname Legselbescherming


14<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1 Gele Kwikstaart, de enige soort vanopen agrarisch gebied die zich aanafname onttrekt. Foto: Michel Geven Wolf Teunissen (<strong>SOVON</strong>)& Calijn Plate (CBS)Relevante literatuur:(Goedhart P.W., Teunissen W.A., &Schekkerman H. 2010. Effect van nestbezoeken onderzoek op weidevogels.<strong>SOVON</strong>-Onderzoeksrapport 2010/01,Nijmegen)Tabel 1. Gemiddeld uitkomstsucces van legsels van Gruttoen Kievit in gebieden met een gemiddeld of eentwee maal zo hoog predatieniveau (vergelekenmet de landelijke situatie). Er is aangenomen dat30% van de legsels tijdens het broeden geconfronteerdwordt met een agrarische activiteit ophet perceel. De drie scenario’s gaan ervan uit dat(a) geen van de legsels wordt beschermd, (b) datalle legsels worden beschermd en twee maalworden bezocht tijdens het broeden, en (c) eenoptimale beschermingsaanpak waarin de legselsalleen worden bezocht om een markeerstok ofnestbeschermer te plaatsen als er ook werkelijkeen agrarische activiteit gaat plaatsvinden enverder met rust worden gelaten.Scenario gemiddeld 2 x gemiddeldgrutto kievit grutto kievitOnbeschermd 80% 58% 80% 58%Beschermd 90% 63% 62% 50%Optimaal 92% 67% 88% 65%Promotie Chris van Turnhout ‘Birding for science and conservation.Explaining temporal changes in breeding birddiversity in the Netherlands’


15Opmerkelijke terugmeldingenvan <strong>Nederland</strong>se Grauwe GanzenIn de afgelopen jaren zijn grote aantallen Grauwe Ganzen van halsbandenvoorzien (o.a. <strong>SOVON</strong>-Nieuws 22[3]: 9 en 23[3]: 14). Aflezingen laten zien datde meeste ganzen voornamelijk in de directe omgeving van de ringplek blijven.Over deze vooral plaatselijke bewegingen is onlangs een artikel verschenen inOrnis Svecica (zie ‘Recent geschreven’ op blz. 23 van dit nummer). Er zijn echteropmerkelijke uitzonderingen op deze regel.<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 23 24 (2010) (20<strong>11</strong>) nr 1Niet alle Grauwe Ganzen blijken zo trouwaan de geboortestreek als de regel voorschrijft.Foto’s: Paul Collins & Berend VoslamberNieuwe voorzittervereniging <strong>SOVON</strong> Berend Voslamber


16<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1Let op teken!Vogeltellers brengen in voorjaar enzomer vele uren door in het veld.Afhankelijk van het gebied kunnener veel of weinig teken aanwezig zijn;deze kunnen meeliften op de passerendevogelaar. In de afgelopen jarenis er in toenemende mate aandachtgeweest in de media voor teken en deeventuele gevolgen van een tekenbeet,waaronder de ziekte van Lyme.Een volgezogen nimf van de schapenteek (Ixodes ricinus) achter het oog van een koolmees.Foto: F. Adriaensen en D. Heylen - Universiteit AntwerpenDe meeste teken worden gemeld inde maanden mei-september, meteen piek in de zomer. Daarom is hetbelangrijk om tijdens en na het veldwerkalert te zijn op teken(beten).De gezondheid van onze vrijwilligersgaat ons na aan het hart en doormiddel van deze voorlichting willenwe u informeren.Lyme-Borreliose Borrelia burgdorferi Treponema pallidum Problematiek Preventie Het verwijderen van een teek ticktwister BorreliaMeer informatie Jan Schoppers


17NationaleTuinvogeltelling 20<strong>11</strong>:tuinvogels turven leeftIn het weekend van 22 en 23 januari 20<strong>11</strong> deden weer vele duizendenmensen mee aan de Nationale Tuinvogeltelling. Voor de achtste keer op rijwerd deze door Vogelbescherming <strong>Nederland</strong> en <strong>SOVON</strong> <strong>Vogelonderzoek</strong><strong>Nederland</strong> georganiseerd. Mede door al deze tuintellingen komen we steedsmeer te weten over de stadse vogels.<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1De Merel is de soort die in de meeste tuinen iswaargenomen. Foto: Hans GebuisTabel 1. Top 10 van talrijkste soorten.*1. Huismus 125.5502. Koolmees 92.9353. Merel 62.0804. Pimpelmees 57.7225. Vink 55.8326. Spreeuw 41.8057. Kauw 40.9718. Turkse Tortel 36.9669. Houtduif 30.22210. Ekster 22.569* aantallen gecorrigeerd voor onwaarschijnlijkeen foutieve waarnemingenTabel 2. Top 10 van algemeenste soorten.1. Merel 23.<strong>11</strong>42. Koolmees 23.0403. Pimpelmees 18.1004. Roodborst 17.6705. Vink 15.6326. Huismus 14.3477. Turkse Tortel 14.0248. Houtduif <strong>11</strong>.5339. Ekster <strong>11</strong>.28310. Heggenmus <strong>11</strong>.249Aantal tellingen Huismus weer op één Aantal soorten Eindverslag Harvey van Diek


18Vier jaar MUS op rij<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1MUS (Meetnet Urbane Soorten) begint dit jaar aan het vijfde jaar en datbetekent dat we nu van vier jaar aantalsveranderingen kunnen laten zien.Doordat de tellingen digitaal worden doorgegeven, kunnen we de resultatenal vóór het nieuwe seizoen presenteren. De populariteit van MUS is grooten dat zien we ook in de toename van het aantal deelnemers. Dankzij deinzet van zo’n 750 MUS-tellers weten we hoe het de stadsvogels is vergaanin de afgelopen vier jaar.Vierde jaar Landelijk: winnaars en verliezers In detail: Gierzwaluw en Huismusin Groningen Tabel 1. Indexen en trends van 50 broedvogels in stedelijkgebied in 2007-10 . ++ sterke (>5%/jaar) toename,+ matige (


Huismus00 - 55 - 1010 - 2525 - 80Gierzwaluw00 - 1010 - 2525 - 5050 -100Figuur 1. Gemiddeld aantal per telpunt vanHuismus (eerste en tweede telronde) en Gierzwaluw(derde telronde) in Groningen-stad in 2007-10.Gierzwaluw. Foto: Ran Schols Vijfde jaar MUS Jan SchoppersMUS wordt mede mogelijk gemaaktdoor Vogelbescherming <strong>Nederland</strong>19EeuwberichtClub van<strong>Nederland</strong>seVogelkundigen(22 mei 19<strong>11</strong> –21 mei 20<strong>11</strong>) ‘Eeuwbericht’. € € € € <strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1


Samenwerking <strong>SOVON</strong> enLandschapsbeheer <strong>Nederland</strong>in Meetnet Nestkaarten<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1 20Scholekster. Foto: Hans Gebuis Regionale verschillen in uitkomstsucces Broedresultaten en populatietrend Chris van Turnhout, Wolf Teunissen(<strong>SOVON</strong>) & Aad van Paassen(Landschapsbeheer <strong>Nederland</strong>)Figuur 2. Relatie tussen de dagelijkse overlevingskansvan legsels van Grutto (groenesymbolen), Kievit (blauw) en Scholekster (rood)en de populatietrend van deze soorten in zesregio’s in <strong>Nederland</strong>. Een populatietrend van0,95 betekent een afname van 5% per jaar,een populatietrend van 1,05 betekent een toenamevan 5% per jaar. Hoe hoger de dagelijkseoverlevingskans, hoe hoger het uitkomstsucces.trend in populatiegrootteuitkomstsucces (%)uitkomstsucces (%)uitkomstsucces (%)1009080706050401009080706050401009080706050401,0510,950,900,850,96GruttoLVHZKNZKZHZG2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008KievitLVHZKNZKZHZG2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008ScholeksterLVHZKNZKZHZG2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008Figuur 1. Uitkomstsucces in 2000-08 (% succesvollenesten, berekend met Mayfield-methode) van weidevogellegselsin vier regio’s (LVH: Laagveen in West-<strong>Nederland</strong>,ZKZ: Zeeklei in Zuidwest-<strong>Nederland</strong>, ZKN: Zeeklei inNoord-<strong>Nederland</strong>, HZG: Hoge Zandgronden van ZuidenOost-<strong>Nederland</strong>).0,970,98 0,99 0,1gemiddelde dagelijkse overlevingskans


Gezocht jongvogeltalent!21<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1 Voor wie is deze dag bedoeld? Wat valt er te beleven? Avondprogramma Wanneer en waar? Gratis, maar geef je wel op! Jeroen.vanZuylen@sovon.nl<strong>Nederland</strong>se Jeugdbondvoor Natuurstudie Foto: Marten Tacoma


22Wad is WaLTER?!<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1Bonte Strandloper.Foto: Arie OuwerkerkBinnenkort gaat het project WaLTER van start. WaLTER staat voor‘Wadden Sea Long-Term Ecosystem Research’ en is een initiatief vaneen aantal instituten die zich met monitoring en onderzoek in deWaddenzee bezighouden. Het wordt gefinancierd door het Waddenfonds.Doel is de ontwikkeling van een geïntegreerd monitoringplan voorde verschillende thema’s die in de Waddenzee spelen, van biologischeprocessen tot sociaal-economische aspecten. Wat het werk preciesinhoudt zullen we hieronder uitleggen.Afstemming van monitoring en onderzoek In vijf stappen naar een monitoringplan De rol van <strong>SOVON</strong> Voor het goed begrijpen van veranderingenin vogelaantallen is het ook nodig mosselbankenin kaart te brengen en te bemonsteren.Foto: Bruno Ens


Relevante literatuur: Ens B.J., Blew J., van Roomen M.W.J. & vanTurnhout C.A.M. 2009. Exploring contrastingtrends of migratory waterbirds in the WaddenSea. Wadden Sea Ecosystem No. 27: 1-50. Eriksson B.K., van der Heide T., van de KoppelJ., Piersma T., van der Veer H.W. & Olff H. 2010.Major Changes in the Ecology of the WaddenSea: Human Impacts, Ecosystem Engineering andSediment Dynamics. Ecosystems 13: 752-764. Philippart C.J.M., Beukema J.J., Cadée G.C.,Dekker R., Goedhart P.W., van Iperen J.M.,Leopold M.F. & Herman P.M.J. 2007.Impacts of nutrient reduction on coastalcommunities. Ecosystems 10: 96-<strong>11</strong>9. Wolff W.J. 1983. Ecology of the Wadden Sea.Rotterdam: A.A. Balkema.Recent geschreven23 Schipper A.M., Koffijberg K., van Weperen M., Atsma G., Ragas A.M.J.,Hendriks A.J. & Leuven R.S.E.W. 20<strong>11</strong>. The distribution of a threatenedmigratory bird species in a patchy landscape: a multi-scale analysis.Landscape Ecology. www.springerlink.com/content/867152xu205ll87p/ <strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1 Bruno Ensvan Kleunen A., Koffijberg K., de Boer P., Nienhuis J., Camphuysen C.J.,Schekkerman H., Oosterbeek K., de Jong M., Ens B. & Smit C. 2010.Broedsucces van kustbroedvogels in de Waddenzee in 2007 en 2008.<strong>SOVON</strong>-monitoringrapport 2010/04, IMARES-rapport C169/10. <strong>SOVON</strong> <strong>Vogelonderzoek</strong><strong>Nederland</strong>, Nijmegen, IMARES, Texel & WOT/Alterra, Wageningen. Voslamber B., Knecht E. & Kleijn D. 2010. Dutch Greylag GeeseAnser anser: migrants or residents? Ornis Svecica 20: 207-214.Pdf aanvragen via Berend.Voslamber@sovon.nl de Boer P., Dijksen L. & Klaassen O. 2010. Blauwe Kiekendievenop de Wadden-eilanden in 2010. <strong>SOVON</strong>-onderzoeksrapport 2010/15.<strong>SOVON</strong> <strong>Vogelonderzoek</strong> <strong>Nederland</strong>, Nijmegen. Geringde Grauwe Gans. Foto: David Wileman


24<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1Limosa 83-4Artikelen: De broedbiologie van Zilver- enKleine Mantelmeeuwen op Texel,2006-2010(K. Camphuysen & A. Gronert) Monitoring van ganzen op slaapplaatsenin het centrale merengebiedvan Friesland, 1998-2010(R. Kleefstra) Waarom vliegen vogels in zwermenen formaties? (A. Streefkerk)83.42010Broedbiologie Zilver- en Kleine MantelmeeuwMonitoring ganzenslaapplaatsen FrieslandFormatievliegen bij vogelsVogelwereld Oost-Brabant midden negentiende eeuw Joseph Baker, een Engelse vogelverzamelaar in <strong>Nederland</strong> inhet midden van de 19e eeuw (J. Jansen & R. Vlek)En: nieuws uit recent onderzoek en van de NOU, en recensies vande nieuwste boekenVerwacht in volgende nummers:Plaatstrouw ruiende Kokmeeuwen, Spreeuwen beroven Grutto’shun prooi, Blauwe Kiekendieven op slaapplaatsen, ruiendeBergeenden op het <strong>Nederland</strong>se wad, Roodborsten in de kou,Dwerguilen in <strong>Nederland</strong> en meer.Redactieadres: Romke Kleefstra, <strong>SOVON</strong>, Posthoornsteeg 1C,89<strong>11</strong> AS Leeuwarden, romke.kleefstra@sovon.nlLeden van de <strong>Nederland</strong>se Ornithologische Unie (NOU) ontvangenLimosa en Ardea automatisch, neem contact op met Erwin de Visser,nou.ledenadmin@gmail.com (www.nou.nu).Leden van <strong>SOVON</strong> kunnen een combi-abonnement afsluitenIN 20<strong>11</strong> ORGANISEERT BIRDINGBREAKS ONDERMEER: 7 SPECIALE FOTOREIZEN, EN… NIEUW IN 20<strong>11</strong>:5 CRUISES NAAR ONDER MEER SPITSBERGEN! KIJK<strong>SN</strong>EL OP ONZE VERNIEUWDE WEBSITE VOOR HETOVERZICHT EN VRAAG ONZE REISGIDS 20<strong>11</strong> AAN.HIERONDER EEN SELECTIE.Individuele én groepsreizenNIEUWE WEBSITE !BESTEMMING DUUR VERTREK PRIJSCRUISESWest-Afrika Pelagic 9 dagen 3 mei 20<strong>11</strong> va 99030% KORTING N-Atlantische cruise 13 dagen 10 jun 20<strong>11</strong> va 1625Spitsbergen cruise 8 dagen 22 jun 20<strong>11</strong> va 2650GROEPSREIZEN BUITENLANDLesbos, vogeleiland 1 8 dagen 22 apr 20<strong>11</strong> 1345Bulgarije 9 dagen 29 apr 20<strong>11</strong> 1495Kazachstan 13/16 dagen 5 mei 20<strong>11</strong> 2945/3745Zuid-Turkije <strong>11</strong> dagen 5 mei 20<strong>11</strong> 1795Georgië <strong>11</strong> dagen 5 mei 20<strong>11</strong> 2195Spanje, Extremadura 8 dagen 7 mei 20<strong>11</strong> 1345China, Beidahe en Happy Island 14 dagen 8 mei 20<strong>11</strong> 2675Roemenië Donaudelta 8 dagen 17 of 31 mei 20<strong>11</strong> 1395Finland, Lapland en Varangerfjord 10 dagen 30 mei 20<strong>11</strong> 2395China, Sichuan en Tibet 16 dagen 10 jun 20<strong>11</strong> 3195IJsland 8 dagen 13 jun 20<strong>11</strong> 1995Brazilië 16 dagen 3 aug 20<strong>11</strong> 3995Amerika, vogels in Arizona <strong>11</strong> dagen 26 aug 20<strong>11</strong> 2495Spanje, vogeltrek langs de straat van Gibraltar 7 dagen <strong>11</strong> sep 20<strong>11</strong> 1345Zweden, vogeltrek bij Falsterbo 8 dagen 8 okt 20<strong>11</strong> 1045Helgoland 6 dagen 8 okt 20<strong>11</strong> 695Azoren 9 dagen 15 okt 20<strong>11</strong> 2175Spanje, Pyreneeën 7 dagen 7 nov 20<strong>11</strong> 1345Zuid-Afrika 15 dagen 14 nov 20<strong>11</strong> 3695Madagascar 16 dagen 19 nov 20<strong>11</strong> 3745Sri Lanka 16 dagen 22 nov 20<strong>11</strong> 2995Meer informatie? Kijk op www.birdingbreaks.nl,info@birdingbreaks.nl of bel met Ed Opperman of Laurens Steijn 020 7792030.Verrekijkers & TelescopenES 80 v3 TelescoopMet z'n verbeterde optischeconstructie die de internereflectie verder vermindert ende kleurweergave en scherpteverbetert, levert de ES 80 GAED het beste in zijn klasseop het gebied vanbeeldweergave enbetrouwbaarheid.Daarnaast is er keuze uit een zeer compleet aanbod inoculairen en accessoires. 30 jaar garantie.ES 80 GA SD €499, ES 80 GA ED €699Oculairen: SDLv2 20-60x €329, HDF T 20-60x €239,HDF T 32xWW €185Nieuw! Verano BGA Oasis100% Made in Japan, de nieuwe Verano BGAlevert onovertroffen prestaties in eenlichtgewicht polycarbonaat enmetaallegering body. Scherp v.a. 1,5m,zeer geschikt voor brildragers envoorzien van prisma's met Oasis-coatingvoor een uiterst neutrale kleurweergave.30 jaar garantie.8x32 €419, 8x42 €429, 10x42 €439Discovery WP PC MgDoor gebruik te maken van een uiterst compacteoptische constructie is de Discovery WP PC serieéén van de meest compacte dakkant kijkers diemomenteel beschikbaar zijn. Enkele van deopvallende kenmerken zijn de groothoekoculairen en de perfecte dichtbijscherpstelling waarmee deze kijkers eenopvallend goede prijs-kwaliteitverhouding kennen in een stijlvol engebruiksvriendelijk ontwerp. 5 jaar garantie.8x32 €189, 8x42 €199, 10x42 €209Verdere informatie vindt je op www.opticron.nl, email nl@opticron.co.uk of neem contact op met je lokale dealer.Ringfoto Focus, Voorburg, 070-3863519 / Ringfoto Focus, Den Haag 070-3638398 / Combi Sipkes, Groningen, 050-3128684Opticron. Unit 21 Titan Court, Laporte Way, Luton, LU4 8EF, UK Tel: +44 1582 726522


ZIEN IS WETENEL 50 SWAROVISION. MEER DETAILS, MEER LICHTBij natuurwaarneming maken minieme details een beslissendonderscheid. Meer zien is immers waardevol om meer te kunnen weten.Met zijn sterkere detailherkenning is de EL 50 SWAROVISIONdé verrekijker voor professionele vogelwaarnemers.Hij koppelt ervaring en nauwkeurigheid aan zekerheid.25<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1MAXIMALE DETAILSCHERPTE10x50- en 12x50-vergrotingenOPTISCH PERFECT EN BUITENGEWOON HANDZAAMdankzij de SWAROVISION-technologieen de unieke open EL-greepSEE THE UNSEENWWW.SWAROVSKIOPTIK.COMSWAROVSKI OPTIK BENELUXTel. 0800/022 19 63, Fax 0800/022 13 93(<strong>Nederland</strong>se nummers)info@swarovskioptik.befacebook.com/swarovskioptikHELDERDER BEELDdoor een grotere uittredepupil


26<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr <strong>11</strong>. Noord-Holland-Noord 2. Friesland 3. Groningen 4. Drenthe 5. Twente 6. Overijssel-West 7. Flevoland 8. Noord-Holland-Zuid Districtscoördinatoren broedvogeltellingen9. Zuid-Holland-Noord 10. Utrecht <strong>11</strong>. Veluwe12. Achterhoek 13. Grote Rivieren 14. Zeeland 15. Brabant-West 16. Brabant-Oost 17. Limburg-Noord 18. Limburg-Zuid 19. Zuid-Holland-Zuid20. Waddengebied 14 15Regiocoördinatoren watervogeltellingen199812010716132<strong>11</strong>181720612435(ZO) Zoute Delta Alle tellingen (NH) Noord-Holland Alle tellingen (ZH) Zuid-Holland (ZL) Zeeland (FR) Friesland (GR) Groningen (DR) Drenthe (FL) Flevoland (OV) Overijssel (GL) Gelderland (UT) Utrecht (NB) Noord-Brabant (LI) Limburg Alle tellingen (WG) Waddengebied (RG) Grote Rivieren Voor de volgende regio’s geldt: (NZ) Noordzee,(IJ) IJsselmeer,(RM) Randmeren,(BR) Beneden Rivieren Gebied.


EEN BUITENKANSUW INDIVIDUEEL TELESCOOPPAKKETDe natuur wacht niet. Stel uw telescooppakket individueel samenen beleef unieke ogenblikken met de uiterst precieze instrumentenvan SWAROVSKI OPTIK, de beste van hun klasse. Kies uit delichte, robuuste magnesiumtelescopen ATM/STM 65/80 enATM/STM 65/80 HD en de oculairen 20-60x, 25-50x W en 30x W.27<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 22 24 (2009) (20<strong>11</strong>) nr 2 1COMBINERENEN PROFITERENBESPAAR TOT€ 330ENKEL VAN 18-01-20<strong>11</strong> – 30-06-20<strong>11</strong>NAUWKEURIG EN HOOGWAARDIG20-60x 25-50x W 30x WROBUUST EN LICHTSEE THE UNSEENWWW.SWAROVSKIOPTIK.COMSWAROVSKI OPTIK BENELUXVerwelkomingsstraat 17, B-1070 BrusselTel. 0800/022 19 63, Fax 0800/022 13 93 (<strong>Nederland</strong>se nummers)info@swarovskioptik.beOPTISCHE PERFECTIE ZONDER COMPROMISSEN


28Kleine Rietganzen inFriesland in het najaar van 2010:later, minder en sneller<strong>SOVON</strong>-Nieuws jaargang 24 (20<strong>11</strong>) nr 1 Fred Cottaar (<strong>SOVON</strong> GanzenenZwanenwerkgroep)Kleine Rietgans. Foto: Harvey van DiekEerbetoon aan vogelaar Jan Nap Symen Deuzeman(namens Vogelringstation Zwarte Meer)Het kunstwerk op ‘de Jan Nap’ langs het Ketelmeer,2 oktober 2010. Foto: Symen Deuzeman.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!