12.07.2015 Views

Sovon Nieuws 04-08 lr.pdf - SOVON Vogelonderzoek Nederland

Sovon Nieuws 04-08 lr.pdf - SOVON Vogelonderzoek Nederland

Sovon Nieuws 04-08 lr.pdf - SOVON Vogelonderzoek Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

(a) Are the objectives stated clearly? Can they be accomplished?(b) Is the problem too large? Can it be accomplished within the timeframe?3. Is the methodology feasible?(a) Can data be collected?(b) How will data be analyzed?(c) If the project is a research project, will the analysis be conclusive withregard to the research question?(d) If the project is to develop a work product, can the work be completed?4. What will the final research product or work product look like? Will the analysisuse tables, graphs, etc?5. What will be the consequences if(a) the experiment fails;(b) the data cannot be obtained;(c) the analysis is inconclusive;(d) if the work product cannot be developed?6. Can major project activities be identified?7. Can a time estimate be made for each activity?8. Is the project manageable or is it too large and unwieldy?i Much of the material in this document is an adaptation from Davis, Gordon B. and Clyde A. Parker. Writing theDoctoral Dissertation: A Systematic Approach, Woodbury, New York: Barron's Educational Series, Inc., 1979.


3Zeldzame broedvogels 20<strong>08</strong>:Rode Wouw en Ruigpootuil stelen de show,Grauwe Gors vrijwel uitgestorvenIn het laatste weekend van oktober kwamen de districtscoördinatoren vanhet Landelijk Soortonderzoek Broedvogels (LSB) bij elkaar op de Veluwe.Er werden veel broedvogelnieuwtjes uitgewisseld, waarvan hier een voorlopigoverzicht wordt gepresenteerd. In het broedvoge<strong>lr</strong>apport zal te zijnertijd alles na te lezen zijn.<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4Juveniele Rode Wouw op het nest,Westerwolde, Oost-Groningen, 14 juli 20<strong>08</strong>.Foto: André EykenaarTerug van weggeweest: Rode Wouwen RuigpootuilIn Westerwolde, Oost-Groningen, bracht eenpaartje Rode Wouwen één jong groot, eenprimeur voor Noord-<strong>Nederland</strong>. Vooral in hetoosten en zuidoosten van het land wordenmet enige regelmaat adulte vogels in hetbroedseizoen gezien (deels wellicht broedendin Duitsland, zoals in 20<strong>08</strong> in Limburg),maar geslaagde broedgevallen zijn zeldzaam.Van de 10-11 zekere broedgevallen sinds 1976stammen er maar enkele van na de jarentachtig. Sindsdien waren er gevallen in 1991en mogelijk 1998 (matig gedocumenteerd).Dit loopt in de pas met de aantalsontwikkelingin Duitsland.Het andere hoogtepunt was het succesvolbroeden van Ruigpootuilen (zie ook DutchBirding 20<strong>08</strong> nr. 5). Een speciale zoektochtop 23 februari in enkele Drents-Friese bossenleverde zowaar een roepende vogel opin Boswachterij Schoonloo Dr. Enkele dagenlater werd het bos afgesloten om de vogel(s)rust te gunnen. Op 5 mei verdween een vogelin een Zwarte Spechten-hol in een beuk enop 10 juni werden in dat nest twee bijnavolgroeide jongen, twee eieren en een dodemuis gefotografeerd! Beide jongen vlogenrond 18-20 juni uit, maar werden gepredeerddoor een Havik (plukresten op 21 juni).In een tweede nest, 18 juni ontdekt in eenbeuk ruim 500 m verderop, werden drie jongengeringd op 9 juli (plukresten van éénjong op 19 juli). De broedgevallen zijn deeerste succesvolle sinds 1971 (halfwas doodjong in Boswachterij Gieten). In 1973-79 en1985-87 werden opnieuw roepende uilengevonden met daarbij twee mislukte broedgevallen(1974 en 1979). De laatste (3) territorialevogels werden gemeld in 1999. Ookin Overijssel, de Veluwe en Limburg werd in20<strong>08</strong> gezocht, maar zonder succes. Voorjaar2009 wordt opnieuw gezocht, wie weet watdat oplevert...Andere zeldzame roofvogels en uilenIn de Oostvaardersplassen broedde voor hetderde jaar op rij een paar Zeearenden. Tweejongen kregen rond 1 juli een zilverkleurigekleurring en vlogen kort daarna uit.In het Waddengebied werden slechts 29 territoriavan de Blauwe Kiekendief aangetroffen(2007: 37). Daarbuiten is de soort al jaren zeerzeldzaam, met dit jaar waarschijnlijk alleenin Flevoland nog enkele territoria (2007: 2).Bij Grauwe Kiekendieven was het beeld wisselend,met een topjaar in Flevoland (7 territoria)en Noord-Groningen (7) maar relatieflage aantallen en een zeer matig broedsuccesin het Oldambt Gr. Mogelijk was diteen gevolg van het beëindigen van de braaklegregeling,waardoor nauwelijks muizenbeschikbaar waren.Slechtvalken blijven het goed doen met ditjaar c. 50 territoria (2007: 41).Na jarenlange achteruitgang waren er in 20<strong>08</strong>weer eens positieve Velduil-berichten: minimaal20 territoria in het Waddengebied (2007:15). Opmerkelijk zijn de maximaal drie vogelsin mei-juni in de Mastenbroekerpolder Ov,waarvan er twee baltsten en één een Buizerdaanviel. Zekerheid omtrent broeden ontbrak.Een Dwergooruil riep van 22 mei tot en met19 juni vrijwel iedere avond in Noordwijk ZH.De vorige territoriale vogel dateert van 10 jaargeleden (Ooijpolder Gl).Grauwe Gors en Kuifleeuwerik op randvan uitstervenHet is onthutsend dat we het in 20<strong>08</strong> waarschijnlijkmet één territorium Grauwe Gorsmoeten doen. In de Vughtse Gement NB zonghet gehele voorjaar een vogel die voor zoverbekend ongepaard bleef. In andere gebiedenwaar in 2007 nog langdurig zingende vogelswerden gevonden, bleef het dit keer stil nahalf mei (Zuid Limburg) of was er alleen eeneenmalige waarneming vroeg in het seizoen(Rijnstrangen Gl).Ook de Kuifleeuwerik zit diep in de gevarenzone.Voor zo lang het duurt, houdt hijin ieder geval nog stand in Tilburg (1), DenBosch (1, uitgevlogen jongen), Eindhoven(1?) en Venlo (2-3 waarvan minimaal één metuitgevlogen jongen). Daarnaast was er eenterritorium op de Maasvlakte (o.a. voedseltransport;hier voor het eerst in jaren weereen vogel in het broedseizoen).Nieuwe (onder)soortenEen adulte Grote Aalscholver, de ondersoortvan de Aalscholver die op de Britse Eilandenen in Noord-Europa broedt, werd op 15 meigefotografeerd op een nest in een Aalscholverkolonieop Neeltje Jans Zl. Indien aanvaarddoor de Commissie Dwaalgasten <strong>Nederland</strong>se


<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 44Avifauna (determinatie) en indien er meerinformatie (gedrag, jongen etc.) bekend wordt,zou dit een nieuwe (broedvogel)ondersoortbetekenen. Een opvallende nieuwe exootbetreft het paartje Kokardezaagbek met vijfjongen bij Mijdrecht Ut.(Overige) Drentse specialiteitenHet paartje Wilde Zwanen was opnieuw aanwezigen produceerde dit jaar twee legselsdie beide mislukten, mogelijk door menselijktoedoen!In 20<strong>08</strong> verkaste het paartje Kraanvogels datin 2007 in het Dwingelderveld broedde naarhet Fochteloërveen (Fr/Dr). Hier waren ditjaar drie paar aanwezig, waarvan er tweenestelden en één niet verder kwam dan nestbouw.In de eerste weken na uitkomst stierventwee van de vier jongen en begin juli, vlakvoor het vliegvlug worden, een derde (waarschijnlijkdoor een vos gepakt op de slaapplaats).Het is het achtste achtereenvolgendejaar met broedende Kraanvogels. Elders inde provincie broedde opnieuw een paartjeBijeneters. Het nest mislukte doordat het, netals bij een Drents paar in 2007, waarschijnlijkdoor een vos werd uitgegraven.Zeer zeldzaamEen Koereiger die van 3 tot tenminste 20mei in een kolonie Kleine Zilverreigers enLepelaars in De Braakman Zl verbleef, sleeptemeerdere malen met nestmateriaal maarbleef vermoedelijk ongepaard (nest met tweeeieren in dit gebied in 2006). In Engelandvloog in 20<strong>08</strong>, na een forse influx in 2007/<strong>08</strong>,voor het eerst een jong uit.Hoewel niet voldoende voor een territorium,is de waarneming in het Zwanenwater NHvan een Veldrietzanger op 2 juni (vangst) en 4juni (zingend en terugvangst) frappant, zekerna het waarschijnlijke broedgeval op Vlielandin 2007 (vangst vrouw en drie pas uitgevlogenjongen). Misschien moeten we allemaal maareens de Bosrietzanger-achtige zang van dezesoort gaan leren?En verderKleine Zilverreigers nemen in het Waddengebiedlangzaam toe en bouwden in hetDeltagebied voor het eerst nesten op deMiddelplaten en nabij Hulst. De grootstekolonie, in het Quackjeswater, telde maarliefst 75 nesten (2007: 42). De kolonie in deBraakman ging daarentegen in aantal achteruit(van 40-42 naar 25-30), terwijl die inde Oostvaardersplassen net als in 2007 leegbleef.De Grote Zilverreiger liet in de Oostvaardersplassenmet 78 nesten een mooi herstel zienten opzichte van 2007 (+35), maar het aantalblijft nog ruim onder het niveau van 2005-06(97 resp. 143). Daarbuiten werden opnieuwslechts enkele gevallen bekend: De WiedenOv (4), Veenhuizerstukken Gr (1) en RottigeMeenthe Fr (0-1).Op de Sallandse Heuve<strong>lr</strong>ug werden 12Korhanen (en 12 hennen) geteld. Hiermeedoet de soort een stapje terug (15 resp. 23hanen in 2007 en 2006, 13-15 in 2003-05).Van de 29 Korhoenders die najaar 2007 opde Hoge Veluwe zijn uitgezet waren in april20<strong>08</strong> in ieder geval nog twee hanen en driehennen in leven.De Witvleugelsterns die in 2007 op tweeplaatsen in Zuid-Holland broedden, wisten ergeen succesvol jaar aan vast te plakken. Welwaren er intrigerende waarnemingen op éénvan de broedplaatsen (terugkerende vogel?),terwijl bij Cellemuiden Ov opnieuw een territoriaalmannetje in de kolonie Zwarte Sternsverbleef.Speciale tellingen in de belangrijkste regio’svoor Middelste Bonte Spechten leverdenin Twente 42 territoria op (2007: 47) en inLimburg minstens 60 (2007: 45), waaronderhet eerste in het uiterste noorden. In deZuidoost-Achterhoek werden minimaal 8 territoriagevonden en elders ‘losse’ territoriabij het <strong>SOVON</strong>-kantoor in Beek-Ubbergen(uitgevlogen jongen), nabij Lochem Ov en– voorlopig - slechts één in Noord-Brabant(Liempde). Het is nog wachten op het eerstebroedgeval op de Veluwe, waar deze spechtKuifleeuwerik, Tradeport-West, Venlo, 2003.Foto: Patrick Palmenwel vóór het broedseizoen werd aangetroffen(o.a. De Steeg en Groot Warnsborn).Het is nog te vroeg om een volledig overzichtte presenteren, maar dat zowel Cetti’sZanger (o.a. 21 territoria in de Biesbosch)als Graszanger een recordseizoen achter derug hebben, is wel duidelijk. Graszangersbezetten steeds vaker de noordoever vande Westerschelde evenals het diepe binnenland(succesvol broedgeval in het BosscheBroek NB). Ook de IJsvogel kende een primabroedseizoen, met bijv. wellicht 100 paren inNoord-Holland.In Zuid-Limburg hielden zich 14 zingendeOrpheusspotvogels op, waarvan er 7 de statusvan territorium kregen. Een zeker broedgevalwerd geconstateerd in het Gerendal en nestbouwbij de Vrakelberg.Bij Maarheeze in de Kempen NB zong inmaart-april de eerste Kortsnavelboomkruipervoor Noord-Brabant.Bovenstaand overzicht is nog verre van volledig.Mocht u nog gegevens over zeldzamebroedvogels hebben, dan ontvangen we diegraag zo snel mogelijk. Het rapport over 2007valt komend voorjaar bij alle LSB-tellers in debus als dank voor hun inspanningen.Tot slot wil ik alle DC’s en tellers bedankenvoor hun inspanningen in 20<strong>08</strong>.Arjan BoeleHet LSB is een onderdeel van hetMeetnet Broedvogels dat wordtgeorganiseerd in het kader vanhet Netwerk Ecologische Monitoring.Het LSB-project wordt uitgevoerd in samenwerkingmet het CBS en wordt financieelmogelijk gemaakt door het Ministerie vanLandbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.


Notenkrakerinvasielaat op zich wachten5<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4Op twee achtereenvolgende dagen in september 20<strong>08</strong> werden voor het eerstsinds 1999 weer eens grotere aantallen trekkende Notenkrakers gezien opFalsterbo, de bekende trektelpost in het uiterste zuidwesten van Zweden.Dit zorgde direct voor enige spanning in ons land: zouden we een invasiekrijgen? Het is echter bekend dat de vogels die wij zien niet altijd vanuitScandinavië komen maar ook een oostelijker herkomst kunnen hebben.Daarom wordt hieronder de trek op Falsterbo vergeleken met de aantallenin ons land. Hierbij zijn o.a. 503 waarnemingen gebruikt uit de databasevan het Bijzondere Soorten Project niet-broedvogels (BSP) en 642 waarnemingenvan Waarneming.nl (gegevens tot en met oktober 20<strong>08</strong>).aantalaantal10<strong>08</strong>06<strong>04</strong>02005<strong>04</strong>03020100Notenkraker, Horst (Lb), 31 oktober 20<strong>08</strong>.Foto: Patrick Palmen1991/1992decadeovertrekkendter plaatsej a s o n d j f m a m j1989 - 20<strong>08</strong> (excl. 91/92)overtrekkendter plaatsej a s o n d j f m a m jdecadeFiguur 1. Aantal per decade waargenomen Notenkrakersin 1991/92 en in de overige jaren in de periode 1989-20<strong>08</strong>.Twee ondersoortenNotenkrakers van de ‘diksnavelige’ Europeseondersoort Nucifraga caryocatactus caryocatactusbroeden in naaldbossen (fijnspar, zilverspar,arven) in Europees-Rusland, Noord-Europa en de midden- en hooggebergten vanCentraal-Europa. De grootste aantallen broedenin Zuid-Zweden en de Baltische Staten(25.000-60.000 paren). De dichtstbijzijndebroedgebieden liggen in de Ardennen (c. 200paren) en Noordrijn-Westfalen (300-600). Denoten van de hazelaar zijn een belangrijkevoedselbron voor deze aansprekende soort.Invasies, in gang gezet doordat naaldbomenin sommige jaren weinig zaad dragen (zoalsin 20<strong>08</strong> in de Alpen), betreffen gewoonlijkvogels van de Siberische ‘dunsnavelige’ondersoortN. c. macrorhynchos, broedvogel inde taiga vanaf de Oeral tot het uiterste oostenvan Siberië. Er zijn in ons land echter ook viervondsten bekend van de Europese ondersoort.Beide ondersoorten zijn in het veld nietof nauwelijks met zekerheid te onderscheiden;de Dunsnavelnotenkraker heeft eenlangere, slanke snavel (lengte vrijwel gelijkaan kop) en een gemiddeld bredere wittestaartband. Tijdens de grootste (beschreven)invasie in ons land, in 1968, werden beideondersoorten aangetroffen. Wellicht sluitenEuropese ‘Diksnavels’ (voornamelijk standvogels)zich aan bij langstrekkende Siberischevogels (invasiegasten).Invasiegast en incidentele broedvogelDe invasie van najaar 1968, die voortduurdetot in 1969, moet zeer indrukwekkend geweestzijn. De vogels arriveerden opvallend vroeg inons land, met in augustus-begin septembermeer dan 2000 ex. per decade (tiendaagseperiode). In totaal werden 6000 waarnemingenbekend en maar liefst 100 ringvangsten(met terugmeldingen uit Frankrijk). Geziende sterke doorstroming moeten er meer dan10.000 vogels bij betrokken zijn geweest.Wat te denken van 92 langstrekkende vogelsop één dag (23 augustus 1968, Vlissingen)!Ondanks c. 65.000 uren trektellen is het inaugustus-november 2000-07 geen enkele telpostgelukt meer dan één vogel te zien op eendag (totaal 8 vogels gemeld). Andere, (veel)kleinere invasies werden in de vorige eeuwvastgesteld in 1900, 1911, 1913, 1954, 1971,1977, 1985 (Dutch Birding 10: 92-93) en 1991(zie figuur 1, 3).Na de invasie van 40 jaar geleden broeddenin ons land in 1969 minimaal 1-4 paren(nestvondst Ulvenhout NB, verdachte waarnemingenDrenthe, Zeeland). Ook na dekleine invasie van 1977/78 waren er wellichtbroedgevallen. De laatste melding vaneen zich territoriaal gedragende Notenkrakerstamt uit 1996 (5 maart en 16 april zingendBoswachterij Appelscha Dr; W. van Manen).Dat de invasie in 1968 al in augustus piekte,is opmerkelijk. Gebruikelijker zijn invasiesdie in de herfst beginnen en in oktober pieken,zoals in het laatste jaar met een kleineinvasie, 1991 (figuur 1). De eerste vogels verschenentoen eind augustus en na de piekin eerste twee decaden van oktober nam hetaantal weer snel af. Alle andere jaren sinds1989 laten een gelijkmatiger voorkomen zienmet een piek in september-oktober en – naeen ‘dip’ in november - iets lagere aantallenin december-februari. Gaat het aanvankelijkdeels om overtrekkende vogels, in de wintermaandenblijven Notenkrakers met enigeregelmaat langere tijd pleisteren. In maartjuliis de Notenkraker zeer zeldzaam. Vanterugtrek in het voorjaar is weinig te merken,ook niet na een grote invasie. Dit komt dooreen andere trekbaan en wellicht grote sterfte(in 1968/69 liefst 887 dode vogels ingeleverdbij preparateurs). In de database vanTrektellen.nl zit dan ook slechts één voorjaarswaarneming(Breskens, 25 maart 1984).Verspreiding 1989-20<strong>08</strong>De afgelopen 20 jaar werd de soort in alleprovincies gezien (figuur 2). De meeste pleisteraarszijn in de oostelijke helft van hetland gezien (zie bijv. Drenthe), overtrekkendevogels naar verhouding het meest in de westelijkehelft van het land (o.a. duinstreek).


6<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4Grotere groene stippen betreffen – vaak bijzondertamme - vogels die langere tijd op éénplaats verbleven. Een voorbeeld is de vogel inVeenendaal van 28 december 1995 tot en met16 maart 1996.Via Falsterbo naar <strong>Nederland</strong>?In 19 recente winters (1989/90 – 2007/<strong>08</strong>)werden in 11 jaren 1-10 vogels gezien en in7 jaren 11-60 exemplaren. Alleen in 1991/92was er een kleine invasie (222) (figuur 3). Nadater in september 1991 door <strong>Nederland</strong>ers veel‘trekkende’ vogels in Falsterbo gezien werden,verbleven er in oktober tientallen inons land (<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> 1992 nr. 1). De‘officiële’ tellers in Falsterbo noteerden echterin augustus-november slechts 13 trekkendeNotenkrakers (20-21 september, www.skof.se;zie ook figuur 3). Notenkrakers staan erombekend dat ze meerdere malen de zee opkunnen vliegen maar weer terugkeren naarhet vasteland. Mogelijk zorgde dit gedrag voorverwarring onder de bezoekers. Anderzijds ishet hoge aantal in <strong>Nederland</strong> een aanwijzingdat er wel flinke verplaatsingen geweest zijnmaar deze vogels hoeven natuurlijk niet viaFalsterbo gevlogen te hebben.Dat blijkt ook uit figuur 3. Forsere aantallenin Falsterbo (zie bijv. 1975, 1986, 1988) staanzeker niet garant voor mooie <strong>Nederland</strong>seaantallen. De vogels zullen in deze jaren nahet bereiken van Denemarken en Duitslandwellicht aldaar zijn blijven pleisteren ofpal zuid zijn gaan vliegen. Daar tegenoverstaat dat er in bijvoorbeeld 1996/97, maarvooral 1991/92, in ons land relatief veelNotenkrakers gezien werden zonder voorafgaandetrek in Falsterbo. Wellicht vlogende (Siberische) vogels toen via de Baltischestaten en Polen-Duitsland. Soms gaat goedetrek in Zuid-Zweden wel degelijk samen metrelatief veel vogels in <strong>Nederland</strong> (1977/78,1985/86, 1994/95 en 1995/96).Notenkrakers in september-oktober 20<strong>08</strong>Op 7 en 8 september werden in Falsterbovoor het eerst sinds 1999 weer eens grotereaantallen trekkende Notenkrakers gemeld(90 resp. 102). Gezien foto’s ging het waarschijnlijkom eerste kalenderjaar vogels (K.M.Olsen). De trek zette echter niet door, wanttot begin november werd nog slechts éénlosse vogel gezien. In de weken na de tweefraaie tellingen werden in ons land enkelekortstondige (al dan niet zekere) waarnemingenbekend nabij Denekamp Ov,Emmen Dr, Boxtel NB en Arnhem Gl. Vanaf 10oktober tot in november werd vrijwel dagelijkswel ergens in het land een Notenkrakergemeld. Waarnemingen stammen o.a. vanNotenkraker, Horst (Lb), 31 oktober 20<strong>08</strong>.Foto: Patrick Palmende Eemshaven Gr, Meijendel ZH (2 samenovervliegend), Dalfsen Ov, HolterbergOv, het Fochteloërveen Fr, Nolderveld Dr,Zwolle Ov, Haarzuilens Ut en VeenendaalUt. Langdurige pleisteraars zaten er in hetDijkwater in de Wieringermeer NH (11-14oktober), Lewenborg-Groningen (14-20 oktober),Delfzijl (vanaf 29 oktober tot in november)en bij Horst Lb (vanaf 23 oktober tot innovember).Dat Notenkrakers, in tegenstelling tot watde naam doet vermoeden, niet alleen notenop het menu hebben staan bleek uit waarnemingenin het Dijkgatsbos (greep eenhoornaar uit de lucht; F. Visscher) en Horst(wespennesten uitgravend, wormen, kevers,veel harige rupsen, hoornaar en zelfs een kikker;A. Ovaa, G. Lamers, E. de Waard e.a.). DeNotenkraker in Delfzijl verstopte een dodemuis tot drie maal toe en zocht hem dan weerop om er verder van te eten (M. Jonker).Elders in Europa werden eveneens Notenkrakersgemeld en Britse vogelaars kekenhoopvol naar het vasteland. In septemberwerden Notenkrakers gezien in Noorwegen(groepen) en Denemarken. Op trektelpostenin Noordwest-Duitsland werden in oktober 4solitaire Notenkrakers geteld. In Vlaanderenwerd een ‘Siberische’ Notenkraker gemeldvanaf 29 oktober bij Leuven. Uit het oostenvan Europa kwamen geen berichten vangrote verplaatsingen, al waren bijvoorbeeldin Hongarije de aantallen tweede helft oktoberwel hoger dan normaal (www.birding.hu). Het blijft voorlopig dus nog wachtenop een echte invasie van deze magnifiekesoort...Arjan Boele & Erik van Winden<strong>Nederland</strong> (najaar en winter)2502001501005016842Figuur 2. Verspreiding van ter plaatse verblijvende(groen) en trekkende (rood) Notenkrakers in 1989-20<strong>08</strong>(som per atlasblok over alle jaren).<strong>Nederland</strong>Falsterbo0 073/74 78/79 83/84 88/89 93/94 98/99 03/<strong>04</strong> <strong>08</strong>/09200015001000500Figuur 3. Aantal waargenomen Notenkrakers in 1973/74-20<strong>08</strong>/09in <strong>Nederland</strong> (bronnen: BSP, Waarneming.nl, Dutch Birding,Limosa, Atlas van de <strong>Nederland</strong>se Vogels, Het Vogeljaar) enhet aantal trekkende vogels in Falsterbo, Zweden (1973-20<strong>08</strong>,bron: www.skof.se). Aantal in <strong>Nederland</strong> in seizoen 20<strong>08</strong>/09 isonvolledig (gegevens tot en met oktober verwerkt).Falsterbo (najaar)


Houtduiven. Foto: Ran Schols7Een Houtduivenwinter.Resultaten PTT winter2007-20<strong>08</strong><strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4De 30e PTT-wintervogeltelling werd vrij onverwachttoch nog een wat winterse aangelegenheid.Half december 2007 waren grote delen van <strong>Nederland</strong>dagenlang gehuld in een witte deken vanbevroren rijp. Dat leverde mooie plaatjes op,maar hoe reageerden de vogels hierop?Figuur 1. Aantal Houtduiven per PTT-route in 2007 engemiddeld in 2000-2006 (meer routes geteld dan in 2007).Geen invasiesDe telinspanning in 2007 kwam nagenoegovereen met die in de winter ervoor: er werdenruim 1,3 miljoen vogels geteld op 420routes. Op basis van de herfsttrek werdenvooraf hoge aantallen mezen voorspeld. Datviel wat tegen, de aantallen Pimpelmezenen Koolmezen weken niet af van wat invoorgaande jaren gebruikelijk was. AlleenZwarte Mezen waren duidelijk ta<strong>lr</strong>ijker. Datwas ook het geval met Houtduiven. (figuur1)In 2007 was er laat in de herfst nog flinketrek, wat uiteindelijk resulteerde in eenrecordaantal overwinteraars: er werden erbijna 100.000 geteld, waarmee de Houtduifna de Smient en de Kolgans de ta<strong>lr</strong>ijkstesoort was. Holenduiven deden het daarentegenopvallend slecht. Sijzen waren weerbehoorlijk ta<strong>lr</strong>ijk, ‘barmsijzen’ (waarschijnlijkmerendeels Grote Barmsijzen) zaten op hetniveau van 2006, dat als normaal kan wordenbeschouwd (in 2005 was er een groteinvasie). Slechts enkele ‘trompetgoudvinken’(noordoostelijke Goudvinken met een afwijkendzeurgeluidje) wisten deze winter deweg naar <strong>Nederland</strong> terug te vinden, en deaantallen gemelde Goudvinken waren danook niet overdreven hoog. Vink en Graspiepervertoonden wat lagere aantallen dan normaal,wat zich tijdens de trektellingen inde herfst al leek aan te kondigen, al speeldenongunstige telomstandigheden daarbijmee. De Ruigpootbuizerd, waarvan we hogeverwachtingen hadden vanwege een kleineinflux eind oktober, was met 9 ex. maar heelgemiddeld vertegenwoordigd.Warmteminnende soortenZou de tijdelijke kou halfbakken overwinteraarsals Tjiftjaf en Witte Kwikstaart partenhebben gespeeld? Beide soorten werden weiniggezien, maar blijkbaar was de vorst nietstreng genoeg voor Roodborsttapuit, IJsvogelen Grote Gele Kwikstaart. Die werden juist inrecordaantallen gezien! Zwarte Roodstaart(5) en Zwartkop (1) werden, als altijd, weinigopgemerkt.Opvallende uitschietersRaven en ‘rietganzen’ (ongetwijfeld merendeelsToendarietganzen) waren wat ta<strong>lr</strong>ijkerdan normaal. Krakeend, Groene Specht enGrote Zilverreiger, allemaal bezig aan eenopmars, waren nog nooit zo ta<strong>lr</strong>ijk. De KleineZilverreiger leek echter wat minder winterhard.Gestage afnames zijn er bij de Rode LijstsoortenRingmus en Matkop. Daarnaast lijktde vorst geleid te hebben tot grootschaligeverplaatsingen bij veel soorten steltlopers,meeuwen, eenden en lijsters.ZeldzaamhedenEr konden weer diverse leuke soorten wordenbijgeschreven. Wederom was PTT-routeNoord-Walcheren met 91 soorten de soortenrijkste,met als bonus twee Kleine Alkenen een Middelste Jager. Enkele zeldzamewintergasten hadden domicilie gekozen opeen PTT-route, zoals het Limburgse vrouwtjeRingsnaveleend en de twee ArnhemseWaterspreeuwen. Een Middelste BonteSpecht, waarschijnlijk een van de broedvogelsbij het <strong>SOVON</strong>-kantoor, waagde eenwinters uitstapje naar een nabijgelegen PTTroutein Berg en Dal. Opvallende watervogelsoortenwaren Flamingo (2), Dwerggans(1), Roodhalsgans (4), Kokardezaagbek (3),IJseend (1) en Grote Zee-eend (1). Vier GroteKruisbekken waren er voor een gelukkigewaarnemer in Drenthe, terwijl een wintersegroep van 130 Kraanvogels werd gezien opeen Limburgse route.Meer lezen over de PTT-resultatenRecent verscheen in Limosa een overzichtsartikelover de resultaten van de PTT-tellingenin 1980-2006 (Boele et al. 20<strong>08</strong>). Een <strong>pdf</strong>is te downloaden via de <strong>SOVON</strong>-site (www.sovon.nl/default.asp?id=274). Verschillen inwintertrends tussen soorten hangen deelssamen met habitatvoorkeur en trekgedrag.Gemiddeld genomen zijn deeltrekkers enstandvogels van bossen toegenomen, en wintergastenen standvogels van andere habitats


8<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 48Late aankomst arctischezwanen en ganzenafgenomen. Voor het overgrote deel van desoorten is de trend in Laag-<strong>Nederland</strong> positieverdan in Hoog-<strong>Nederland</strong>. Dit is deelseen gevolg van de ‘verbossing’ van het voorheenopen landschap in Laag-<strong>Nederland</strong>.Een andere recente publicatie waarin PTTtellingeneen prominente rol spelen is hetnieuwe boek over de vogels van deVeluwezoom (Vogelwerkgroep Arnhem e.o.20<strong>08</strong>). Door jarenlange tellingen te verwerkenmet geostatistische technieken kon vanveel soorten de winterverspreiding gemodelleerdworden in fraaie gebiedsdekkendedichtheidskaarten.Zelf meedoenDe 31e editie van de wintervogeltelling vindtplaats in de periode 15 december 20<strong>08</strong> – 1januari 2009. Als u ook een eigen route wiltuitzetten, kijk dan op de website voor meerinformatie of neem contact op met de coördinator.Bram AartsLiteratuurVogelwerkgroep Arnhem e.o. 20<strong>08</strong>.Vogels van de Veluwezoom. VogelwerkgroepArnhem en omstreken, Arnhem.Boele A., Hustings F., Koffijberg K.,van Turnhout C. & Plate C. 20<strong>08</strong>.Populatietrends van terrestrischewintervogels in 1980-2006: habitat,trekgedrag en verschillen tussen HoogenLaag-<strong>Nederland</strong>. Limosa 81: 50-61.In de afgelopen jaren waren we eraangewend geraakt dat met name Kolgans enToendrarietgans al in oktober in grote aantallenin ons land pleisterden (zie <strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> 21[3]: 15-16). Daar was bij de laatstewatervogeltelling in oktober weinig vante merken. Sterker, de aankomst van zowelKleine Zwaan, Toendrarietgans, KleineRietgans, Kolgans, Brandgans als Rotganswas dit najaar sterk vertraagd. Afgaande opde gebieden die zowel in oktober 2007 als inoktober 20<strong>08</strong> geteld werden (vergelijking nual mogelijk dankzij online invoer van gegevens!),was het verschil het grootst bij Kolgans(84% minder), Toendrarietgans (-54%) enBrandgans (-40%). Bij Kleine Rietgans enKleine Zwaan waren de verschillen nog groter,maar bij deze soorten gaat de vergelijkingenigszins mank omdat ze (in oktober) maarin enkele gebieden voorkomen. Dan gaathet wel of niet digitaal doorgeven van eentelling een grote rol spelen. Niettemin wasook de aankomst van deze soorten duidelijkenkele weken verlaat. De aankomst vanKleine Zwanen in Groot-Brittannië was ditnajaar zelfs de laatste sinds 1981. Bij GrauweGans werd pas laat in oktober veel doortrekopgemerkt. Het verschil met 2007 was bijde watervogeltellingen echter niet opvallendgroot, wat een gevolg is van het hoge aandeel(deels plaatsgebonden) <strong>Nederland</strong>se broedvogels.Trektellingen suggeren dat de aankomstvan in eerste instantie Kolgans enToendrarietgans, later ook Kleine Zwaan,pas vanaf 30-31 oktober goed op gangkwam. Precies op dat moment draaide eenvrij hardnekkige (zuid)westelijke stromingin het Oostzeegebied en oostelijker naar(noord)oostelijke richtingen. De tegenwindis vermoedelijk een belangrijke reden achterde vertraagde aankomst, samen met hogetemperaturen (gemiddeld warmer dan bijons in die tijd) en wellicht goede voedselomstandigheden(al weten we van het laatsteweinig). Bewegingen van vier met satellietzendersuitgeruste Kolganzen bevestigen detrage najaarstrek (zie www.blessgans.de). Zevertrokken pas tussen 9 en 14 oktober (eentje2 oktober) uit de Russische toendra enarriveerden voornamelijk begin novemberin de Baltische staten, deels met veel tussenstopsonderweg. Van een vierde gans zijngeen peilingen meer beschikbaar sinds 23oktober, toen de vogel nog steeds in Kareliëverbleef, nabij de Fins-Russische grens. Inhet najaar van 2007 vertrokken 4 van de toen6 actieve zenders rond 30 september uit detoendra (dus 1-2 weken eerder) en kwamenze al begin oktober, na enkele langeafstandsvluchten,in Estland aan (1-4 weken eerderdan 20<strong>08</strong>). Hieruit komt duidelijk naar vorendat de vogels niet alleen later uit de toendravertrokken, maar ook meer tijd nodig haddenhun weg door NW-Rusland te vinden. Op 11november was nog steeds geen van de vogelsgearriveerd in ons land, waar ze gezenderdzijn. Vorig jaar werd de eerste op 20 oktoberin de Noordoostpolder gepeild. Frappant isoverigens dat de vroegste vogel in 2007 ooknu het verst naar het westen is gevlogen.Door de late aankomst is nog weinig te zeggenover eventuele broedresultaten. In iedergeval bij Kleine Zwaan en Kolgans lijkt hetbroedsucces niet erg hoog (


Trekgolvenin herfst 20<strong>08</strong>9<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4Eind juni haalt een enkeling zijn trektelstoeltje al tevoorschijn om af en toehoopvol naar de noordoostelijke lucht te staren. Pas in september en vooraloktober wordt dit de sport van velen. Kijk maar eens in oktober op www.trektellen.nl:tientallen actieve telposten per dag. Al dat turen naar stippen leverteen bonte aaneenschakeling van opvallende verschijnselen op. Massale trek,daar doen veel tellers het voor en inderdaad, niets zo mooi als een dag waarinje het bijna niet kunt bijhouden. De gedrevenheid van de vogels, het geschittervan ondervleugels afgetekend tegen de lucht, de pure massaliteit: niet ietsom snel genoeg van te krijgen. Zulke dagen zijn echter schaars, en bovendienbepalen weersfactoren maar al te vaak of de teller er wat van meekrijgt of niet.Enkele voorbeelden uit de herfst van 20<strong>08</strong> laten dit zien.Bruine Kiekendief. Foto: Arie OuwerkerkGroepje Koperwieken vliegt over de telpostDe Horde, 2 november 20<strong>08</strong>. Foto: Arjan BoeleStortvloed van KoperwiekenDe Koperwiek is de ta<strong>lr</strong>ijkste onder de lijstersdie in enorme hordes Scandinavië verruilenvoor zuidelijker oorden. Vrijwel iedere herfstkent wel een dag waarin woest vliegende,eindeloze slierten Koperwieken te bewonderenzijn. Waar en wanneer zulk spektakelte zien is, kan variëren. Meestal gaat er depassage van een depressie over de zuidelijkeNoordzee aan vooraf. Wanneer de kernvan de depressie oostwaarts langs de Noorsezuidkust schuift, draait de wind aldaar naarnoord tot noordwest. Ideale omstandighedenvoor de daar samenscholende Koperwieken(en andere lijsters) om massaal de Noordzeein te steken. Een fiks aantal uren en ruim 500km vliegen later komen ze dan in <strong>Nederland</strong>(of Engeland) aan.De weersvoorspellingen in de avond van16 oktober gehoord hebbende, zaten veeltrektellers de volgende ochtend ongeduldigte wachten of een lijsterfestijn zou losbarsten.Hans van Gasteren van de KoninklijkeLuchtmacht zag de lijsters inderdaad op zijnradarscherm naderen. Een geweldig front,beginnend 100 km ten westen van DenHelder en reikend tot in Duitsland, deedhet scherm bijna dichtslaan met vogelecho’s.Rond zonsopkomst vlogen de meeste bovenzee en langs de kust, 500-1000 m hoog. Datis wel erg hoog voor een trekteller om op tepikken, en de meeste telposten merkten danook weinig van de massale doorstroming.Toch zagen enkele telposten in Overijssel10.000-18.000 Koperwieken passeren, voorhet binnenland enorm veel. Van de stroomlangs de kust merkte alleen de HondsbosscheZeewering wat (11.500), hoewel een lossemelding op Texel anders deed vermoeden(46.000, in groepen tot 5000).Blijkbaar bleven veel Koperwieken in Noord-<strong>Nederland</strong> slapen, terwijl er ‘s nachts nieuweaanvoer plaatsvond. De volgende dag, 18 oktober,barstte namelijk een ongekend spektakellos, althans plaatselijk. Nadat opklaringeneen regengebied naar het noorden verdrongen,kwam een stroom Koperwieken op gang.Ze vlogen aanvankelijk betrekkelijk laag, tot300 m hoog, onzichtbaar voor de radar maargoed te zien voor de trektellers. Toen de opklaringendoorzetten en de vogels steeds hogergingen vliegen, tot boven de 500-600 m, werdende rollen omgedraaid: veel op de radarzichtbaar, veel minder vanaf de grond. Maartoen waren de trektellers in vooral Midden-<strong>Nederland</strong> al vergast op niet eerder vastgesteldeaantallen. Het best bedeeld was eenstrook vanuit het IJsselmeergebied naar deZuid-Hollandse en Zeeuwse kust. Aantallenvan 263.000 (Ketelbrug/Kamperhoek), ruim100.000 (IJmeerdijk bij Almere, Bloedberg-Monster) en rond 70.000 (Vulkaan-Den Haag,Nolle-Vlissingen) zeggen genoeg. Tellers haddenhet over een ‘tsunami van Koperwieken’.Iets zuidelijker, in een strook van Twente viaUtrecht naar Zeeland, zagen veel trektellers7000-20.000 Koperwieken langskomen,nog alleszins memorabel. Helaas voor detelposten elders strekte het fenomeen zichniet uit tot het uiterste noordwesten en dezuidoostelijke helft van het land, waar deaantallen normaal bleven (figuur 1). In totaalwerden er op de telposten maar liefst 900.000Koperwieken genoteerd. Een dag later wasde situatie in het hele land weer ‘genormaliseerd’.Radarbeelden van de trek op 18oktober zijn te zien op de site van telpostKetelbrug/Kamperhoek (www.ketelbrug.nl,kijk onder ‘Dagboek 20<strong>08</strong>’). En blader danmeteen eens door de mooie collectie vluchtfoto’svan allerlei soorten!Vinken over de hele horizonLangstrekkende Vinken vormen in oktoberdagelijkse kost op de telposten. De trekpiekvalt gewoonlijk rond het midden van demaand, in individuele jaren ook wel vroegerof later. Waren de Vinken er vorig jaar vroegbij (zie <strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> 20, nr. 4), ook in20<strong>08</strong> was dat het geval. De grootste klap-


10<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4per viel op de meeste telposten al op 7 oktobermet in totaal 500.000 exemplaren. Dekoek werd daarbij betrekkelijk ‘eerlijk’ verdeeld.Gewoonlijk zien de telposten langsde Zeeuws-Hollandse kust door stuwingveel meer Vinken dan elders. Het verschilbedraagt niet zelden een factor 10. Ditmaalwaren de aantallen min of meer gelijk. In hetbinnenland, ten zuiden van de lijn Alkmaar-Arnhem, werden op veel telposten 15.000-30.000 Vinken gezien, voor daar een geweldigaantal. Telpost Brobbelbies-Noord bij Uden,waar het jubileum van de lokale vogelwerkgroepwerd gevierd door in augustus-novemberdagelijks de daglichtperiode te tellen,spande de kroon met ruim 44.000 Vinken. Deaantallen langs de Zeeuws-Hollandse kustwaren vergelijkbaar met die in het binnenland,met op de meeste telposten 20.000-30.000 Vinken, naast een enkele uitschieter(60.000 Vulkaan-Den Haag). Ten noorden vande lijn Alkmaar-Arnhem hadden de tellersdikke pech. Daar hing een groot deel van deochtend een partij lage mist waar de Vinkengewoon overheen vlogen: ze werden wel doorde radar opgemerkt maar niet door de tellers.Ten zuiden van de lijn was de mist snelverdwenen en gingen de vogels door de lichtezijwind lager vliegen. De groepen, waarvanbegin en eind soms niet te onderscheidenwaren, hielden vol tot diep in de middag.Mezen op herhaling, roofvogels inseptemberDeze herfst werden opnieuw veel Pimpelmezengezien (met bijvoorbeeld dagtotalenvan ruim 6000 vogels in Vlissingen en DenHaag) en - in mindere mate - Koolmezen enZwarte Mezen. Dat was onverwacht, na desterke trek in 2007, want zulke influxen tekenenzich meestal maar om de paar jaar af.De combinatie van factoren die tot massalewegtrek leidt (hoog populatieniveau, weinigvoedsel) is immers vrij zeldzaam. Dit jaar dustoch weer veel mezen, al kan niet wordenuitgesloten dat ze uit andere herkomstgebiedenkwamen. Opvallend genoeg vlogen ersoms Boomklevers of Boomkruipers met demezen mee, en ook wel eens Kuifmezen enGlanskoppen; soorten die eveneens bepaaldniet bekend staan om hun treklust. Met zekereregelmaat passeerden ook Staartmezen, alis het vaak alleen in open terrein vast te stellenof het geen lokale zwervers zijn.Eind september en begin oktober roeidener vooral in de zuidelijke helft van het landook kleine groepjes Gaaien voorbij, veelal innoordwestelijke richting. Al spoedig maaktende gerichte bewegingen echter plaats voorhet bekende af- en aanvliegen met eikels.Vink. Foto: Arie OuwerkerkEen opvallend verschil met de flinke invasievan 20<strong>04</strong> was dat de vogels toen vanuithet noordoosten ons land binnenkwamenen vooral in het oosten en midden werdengezien. Ook met de Notenkrakers (voorhet eerst sinds jaren weer wat ta<strong>lr</strong>ijker inFalsterbo) wil het tot op dit moment (beginnovember) niet echt vlotten, al zijn er welduidelijk meer dan andere jaren. Hetzelfdegeldt voor Kruisbekken: wel wat meer (vooralin augustus-september), maar niet een echteinvasie.Meestal is oktober dé roofvogelmaand, maarditmaal viel er meer te beleven in september.Zowel de eerste dagen van die maand alshet weekend van 13-14 september leverdenonverwacht sterke trek op van Wespendieven,Bruine Kiekendieven en Visarenden, metin hun kielzog enkele andere soorten. Datleverde nog de nodige krantenkoppen op.In oktober, de maand waarin de Buizerdenlosgaan, was het een stuk minder enerverend.In Falsterbo bleven de aantallen tothet einde van die maand beneden peil, enhet ontbreken van Zweedse aanvoer was opde <strong>Nederland</strong>se trektelposten goed te merken.Half oktober, doorgaans de drukste tijd,vormden dagen met enkele tientallen trekkershet maximum en bleef een hevige explosieuit. Lokaal werden begin november veelhogere aantallen gezien (305 over De Hamertin Noord-Limburg op 2 november). Naarde redenen van dit late vertrek valt alleen tegissen.Meer standaardisatie?De trektellingen in hun huidige vorm leverenal veel informatie op over de soorten en aantallendie passeren, maar kunnen met enkeleaanpassingen nog veelzeggender worden,vooral als het aankomt op het analyseren vanbijv. (veranderingen in) doortrekpatronen.Momenteel is er geen sprake van enige vormvan standaardisatie en telt iedereen op zijn ofhaar eigen manier. Door bijvoorbeeld een minof meer vaste begintijd, een vaste telmethodeen een minimum telperiode aan te houden,en die periode apart in te voeren, zouden deresultaten van de onderlinge telposten al eenstuk beter vergelijkbaar kunnen worden. Erwordt momenteel nagedacht over hoe enigevorm van standaardisatie kan worden bereiktzonder de tellers in een ongewenst corset vanverplichtingen te duwen. Het plezier in het tellenstaat immers voorop, maar we hopen datmet enkele kleine aanpassingen de resultatennog veel spannender worden.Fred Hustings, Arjan Boele & Gerard Troost1.000750500250Koperwiek oktober 2000-200720.00015.00010.0005.000Koperwiek 18 oktober 20<strong>08</strong>Figuur 1. Koperwiek. Uurgemiddelden tijdenstrektellingen in oktober 2000-2007 en op18 oktober 20<strong>08</strong> (let op verschil in legenda).


Scholekster blijftaandacht vragenook in 2009Vogelbescherming en <strong>SOVON</strong> hadden 20<strong>08</strong> uitgeroepentot het ‘Jaar van de Scholekster’ om een actueelbeeld te verkrijgen van de <strong>Nederland</strong>se broedpopulatievan deze almaar zeldzamer wordende soort.Maar één jaar is eigenlijk te kort. Afgelopen voorjaarhebben velen al broedparen geïnventariseerd enaan ons door gegeven. Om van nog meer gebiedengegevens te krijgen organiseren we van 2-3 mei eenweekendtelling. We hopen veel ‘witte vlekken’ alsnogte kunnen inkleuren. Daarbij hebben we jouwhulp nodig. Noteer het in je agenda en claim jekilometerhok(ken)!Broedvogelonderzoek gaat ook doorWist je dat Scholeksters 43 jaar kunnen worden? Datis ouder dan Wulp (32 jaar), Kievit (24 jaar), Tureluur(20 jaar), Grutto (19 jaar) en Veldleeuwerik (10 jaar).Langlevende soorten produceren weinig jongen: ‘Lukthet dit jaar niet dan lukt het volgend jaar misschienwel’. Dit betekent wel dat langlevende soorten zichniet snel kunnen herstellen na een populatiecrash endat het moeilijk is om in één jaar voldoende gegevenste krijgen over het broedsucces. Daarom gaat hetonderzoek door. Je helpt ons met twee aanvullendebezoeken - tijdens de jongenfase - aan een gebiedwaar je eerder in het jaar de broedvogeldichtheidinventariseerde.Kijk voor informatie opwww.jaarvandescholekster.nl2009 wordt het Jaarvan de VisdiefInmiddels is het een goede traditie van <strong>SOVON</strong>om in samenwerking met Vogelbescherming<strong>Nederland</strong> een bepaalde vogelsoort een jaarlang extra aandacht te geven. Doel is om informatiein te winnen die bij reguliere inventarisatiesonvoldoende boven tafel komt, en diezowel door veldwerk van ervaren als minderervaren vogelaars verzameld kan worden.Voorgaande jaren stonden o.a. Veldleeuwerik(2005), Tapuit (2006), Nachtzwaluw (2007)en Scholekster (20<strong>08</strong>) in de schijnwerpers.In 2009 valt de eer te beurt aan de Visdief:een leuke en aansprekende soort, die goedbekend is bij veel vogelaars, die in grotedelen van ons land voorkomt en waaraan vanalles te onderzoeken valt. Bovendien past deVisdief goed in de onlangs gestarte kustcampagnevan Vogelbescherming.Eén van de doelstellingen van het Jaar vande Visdief is een volledige inventarisatie vanbroedende Visdieven in ons land. Ofschoonde belangrijke gebieden in de Delta, hetIJsselmeer en Waddenzee elk jaar al met dekolonievogeltellingen goed worden afgedekt,ontbreekt met name uit het binnenland een100% volledig overzicht waar zich koloniesbevinden. In stedelijk gebied gaat het zelfsdeels om vogels die op daken broeden enlang niet altijd door vogelaars worden ontdekt.Hoeveel dakbroeders er zijn, en waarze zitten is niet overal bekend. Het zijn danook vooral deze binnenland-kolonies die wein 2009 extra aandacht willen geven: oplettendus op industrieterreinen, kijk uit naar rondvliegendeVisdieven met vis in de snavel!De tellers van bestaande kolonies willen wevragen beter in de gaten te houden wanneerzich de meeste Visdieven in de koloniebevinden. Een periodiek bezoek (bijv. eens inde 10 of 14 dagen moet opheldering verschaffenover de bezettingsgraad van de koloniegedurende het broedseizoen. Bezoeken laterin het seizoen kunnen we tegelijk gebruikenom het broedsucces vast te stellen; iets datwe nu al plaatselijk in de Waddenzee doenvia het reproductiemeetnet, maar waarvanwe graag een vollediger overzicht willen hebbenzodat we de gegevens van de Waddenzeein een betere context kunnen plaatsen. Er zaleen speciale instructie worden geschrevenom de extra bezoeken aan kolonies zonderverstoring te doen verlopen. Dit onderdeel isvooral voor de wat meer ervaren waarnemersbedoeld die ook nu al meedoen met het tellenvan Visdieven.11waarnemers op te roepen hun eerste en laatstewaarnemingen via internet door te geven.We werken daarbij samen met www.natuurkalender.nl,www.waarneming.nl en www.trektellen.nl, zodat dubbele invoer onnodigis en we een groot aantal geïnteresseerdenbereiken. Via kaartbeelden willen we latenzien hoe de vogels zich in het voorjaar doorhet land verspreiden en hoe ze in het najaarweer het veld ruimen.Naast extra veldwerk gaan we samen metVogelbescherming zoveel mogelijk aandachtvoor deze mooie soort vragen in de diversemedia: waar zitten ze, wat voor eisen stellenze aan hun omgeving, waarom broeden zeop daken, wat moet er gebeuren voor eenoptimale bescherming? Het verhaal van detrekwegen (flyways) laat zich prachtig aande hand van de Visdief illustreren. We onderzoekensamen met het Vogeltrekstation nogmogelijkheden ook ringen en terugmeldingenvan geringde Visdieven in het projectte betrekken. Vogelbescherming zal in haarlopende kustcampagne extra aandacht gevenaan de Visdief.Als centraal infopunt is er een website, nual in de lucht, waar alles over de Visdief bijeenstaat en waar waarnemingen ingevoerdkunnen worden: www.jaarvandevisdief.nlVerspreiding en trends zijn uiteraard ook tebekijken via de soortpagina op www.sovon.nl. Hou voor actuele informatie en specifiekeinstructies www.jaarvandevisdief.nl dekomende maanden in de gaten.Voor het melden van en informatie over hettellen van visdiefkolonies kunt u een mailsturen naar visdief@sovon.nl of naar de DCvan het betreffende district (zie adressenelders in deze <strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong>).<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4Daarnaast willen we de aankomst en vertrekvan Visdieven in voor- en najaar volgen doorJoost van Bruggen & Harvey van Diek


12<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4Mennobart van Eerden (Groningen, 1954)houdt zich nu al meer dan een kwart eeuwintensief bezig met aalscholveronderzoek.En keer op keer vindt hij vissers tegenoverzich. “Ik probeer zo min mogelijk stelling tenemen”, zegt Van Eerden.“De feiten moeten het werk doen; feiten uitdeze braakballen bijvoorbeeld.”Het is een klein kwartiertje stuiteren in despeedboot van Staatsbosbeheer. Maar dankom je ook ergens. Het kunstmatige eiland‘De Kreupel’ ligt een paar kilometer ten noordenvan Andijk in het IJsselmeer. Het eiland– of eigenlijk: de archipel – bestaat nog maarsinds 2003. “De eerste plannen maakten weal aan het begin van de jaren tachtig”, verteltMennobart van Eerden, ecoloog bij deWaterdienst van Rijkswaterstaat. “Wat wezochten was een permanente broedplekvoor met name sterns en andere pioniers.Er zijn her en der wel plekken waar Visdiefjesbroeden, maar dat is altijd maar voor even.Op bouwlocaties bijvoorbeeld, maar ook alsergens een eiland of een vooroever wordtopgespoten, ontstaat een tijdelijk eldoradovoor grondbroeders. Zodra bouwvakkers ofwilgen het dan na een paar jaar overnemen,is het weer over en uit. Wij wilden iets permanents,een soort Griend in het IJsselmeer.”Na vele jaren vergaderen en discussiërenging uiteindelijk de kogel door de kerk. Eenbestaande ondiepte in het IJsselmeer, plaatselijkal bekend als ‘De Kreupel’, werd vanaf2000 met bagger en zand uit de vaargeulAmsterdam-Lemmer boven water getild.“In 2003 kwam er voor het eerst land bovenhet wateroppervlak. Nog datzelfde jaar broeddende eerste Visdiefjes op het nieuwe eiland”,herinnert Van Eerden zich. “We hebben uiteindelijktwee centrale zandeilanden aangelegdtot drie meter hoogte, met daaromheeneen ring van 16 lagere, kleinere eilandjes,ook met een toplaag van klei. Ertussen ligtondiep water met enkele zand- en slikbanken.Die variatie is nodig voor sterns, meeuwenen steltlopers, maar ook voor andere soortenzoals eenden en ganzen. Aan de buitenkantwordt de archipel van 70 hectare beschermddoor stortstenen oevers.”Het effect was, en is nog steeds, overweldigend.Niet alleen de broedende Visdieven – 4800paar in 20<strong>08</strong>! – wisten de eilandjes vanafhet eerste jaar te vinden. Ook een keur aanandere vogelsoorten profiteerde al snel vanhet nieuwe land. Zo is De Kreupel sindsenige tijd ook de nummer één slaapplaatsvan West-Europa voor Zwarte Sterns diezich na de broedtijd verzamelen voor detrek naar Afrika. Sinds 2005 broeden er ookAalscholvers op de eilandjes. “En dat wasdus echt een verrassing”, zegt Van Eerden.“Rond de ‘normale’ kolonies in bomen zie jealtijd wel wat vogels die op de grond of tussenhet riet gaan broeden. Maar hier ontstonduit het niets een nieuwe, honderd procentgrondbroedende kolonie. Dat hadden weoprecht niet verwacht. Er is op het hele eilandgeen boom te vinden!” Leon Kelder, namensStaatsbosbeheer de beheerder van De Kreupel,was even verbaasd als Van Eerden, zegt hij.“En ook blij! Die Aalscholvers helpen mijenorm met het terreinbeheer. We proberende eilanden zo kaal mogelijk te houden.Voor een deel doen we dat met vrijwilligersen taakstraffers. Maar de vogels doen ook hetnodige werk. Ze willen toch een nest bouwenen daarvoor trekken ze alles wat ze aanplanten kunnen vinden uit de grond. En watze niet uit de grond trekken schijten ze welkapot. Dat scheelt mij echt een hoop werk”,zegt Kelder met een vette schaterlach.De verbazing van aalscholveronderzoekerVan Eerden over de broedende vogels is nietgeveinsd, maar de nesten worden hem vandaagde dag wel verweten. “Een van de redenendat De Kreupel destijds op zich liet wach-


Freelance wetenschapsjournalist Rob Buiter baggert voor <strong>SOVON</strong> door de klei.Rob is ondermeer verslaggever voor Vara’s Vroege Vogels en schrijft ook voorbladen als Trouw, Intermediair en Vogelnieuws. ‘Noem me gerust vogelaar.Maar vogelkenner, dat durf ik – zeker in een blad van <strong>SOVON</strong> – niet te beweren.Ik rij vooral graag nieuwsgierig mee op de bagagedrager van de echte cracks’, zegt hij.In ‘IN DE KLEI’ doet Rob verslag van zijn ontmoetingen in het veld.13<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong>jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4ten was de discussie met de visserij. Men wasbang dat we een aalscholverkwekerij zoudencreëren. En tja, Aalscholvers en vissers ... Nuzeggen ze: ‘zie je wel, jullie zeiden toch dat ergeen Aalscholvers zouden gaan broeden? DeKreupel maakt ons brodeloos!’ Het is kolder,maar we worden er wel op aangevallen.”SchijtwaaiersWanneer we van het ene ‘hoofdeiland’, waareen bouwkeet met een koffiezetapparaatstaat, naar het andere hoofdeiland oversteken,wordt al gauw duidelijk dat De Kreupel ookbuiten het broedseizoen een waardevolleplek is voor de ‘Schollevaer’. Een flink stukvan het kale eiland is onder gesproeid metwitte waaiers van uitwerpselen. “We zijn hiergistermiddag al overheen gevlogen, tijdensde reguliere watervogeltelling. Toen zag heter naar uit dat de vogels op deze hoek zoudengaan slapen. Je ziet, dat hebben ze ookgedaan. Er zaten er ongeveer duizend. Doorde regen van de afgelopen dagen zie je alleende schijtwaaiers van de afgelopen nacht nog.Je kunt ook mooi zien dat de wind niet alte veel is gedraaid gedurende de nacht. Devogels staan met de kop in de wind en spuitenop gezette tijden een witte sproeier naarachteren. Aan de sproeirichtingen zie je dat zemaar een heel klein beetje zijn bijgedraaid.”Ook al kan hij er blijkbaar nog het nodigesporenonderzoek op loslaten, het isVan Eerden vandaag niet om hetkunstzinnige palet van witte klodders tedoen. “Dáár gaat het om”, zegt hij, terwijlhij met een boterhamzakje in de aanslagop zijn knieën zakt. Een grote, slijmerigebraakbal verdwijnt tot en met het allerlaatstekleddertje in het zakje. Een braakbal ernaastwil hij nu alvast wel even uit elkaar peuterenvoor een lesje vissenkunde. “Hij is mooiverpakt in een laagje slijm uit de maagwand.Maar als je die verpakking openmaakt zie jemeteen een berg graten, werveltjes, schubbenen otolieten. Dat zijn de enige onderdelen vaneen vis die het maagzuur van de vogels overleven.En dat is voor ons dus mazzel, wantdaarmee kunnen we tot in detail bekijkenwat dit individu heeft gegeten. Het aantal, desoort en zelfs de leeftijdsklasse van de prooienkunnen we in deze braakballen bepalen.Deze heeft alleen maar Pos gegeten”, zegt VanEerden, terwijl hij de helderwitte gehoorsteentjestussen de graatjes uitpulkt. Waar debraakballen van roofvogels doorgaans droogen ‘schoon’ zijn, ogen de slijmerige braakballenvan de Aalscholvers toch net iets minderfris. Maar Van Eerden vindt dat maar kinderachtig.“Natuurlijk ruikt dit naar vis. Maar ikkan je verzekeren dat de visrestjes die je hierin je handen hebt uiteindelijk een stuk verserzijn dan wat je morgen bij de visboer koopt!”Kleine ballen aan de randVan Eerden en zijn collega Stef van Rijn verzamelendeze ochtend een vastgesteld aantalbraakballen op een aantal representatieveplekken in de slaapplaats. “Daar moet je nogerg mee uitkijken”, benadrukt Van Eerden.“Als je in het centrum van de slaapplaatskijkt, dan vind je de grootste braakballen.Meer naar de rand zijn het duidelijk kleinereballen. Het lijkt erop dat de sterkere vogels inhet centrum van de plek mogen pitten, terwijlde ranglagere individuen aan de ‘gevaarlijker’randen van de slaapplaats moeten zitten.Op een eiland als De Kreupel zal dat misschienniet eens relevant zijn. Rovers zul jehier niet snel vinden. Maar je moet met datgedrag wel rekening houden bij het nemenvan je monsters. Want wie weet verschilt hetdieet van de sterkere exemplaren ook wel vandat van de zwakkere dieren.”Van Eerden praat met oprechte fascinatieen bewondering over ‘zijn’ Aalscholvers, hungedrag, hun uiterlijk en hun opportunisme.“Dit is een vogel die kansen pakt. De belangrijkstesturende factor in de populatie vanAalscholvers is zonder twijfel de voedselsituatie.Het is een naïeve gedachte dat jedoor het aanbieden van extra broedgelegenheidzoals op De Kreupel ook extra Aalscholverszou kweken. Als het voedsel er niet is,komen er ook niet meer vogels. En dat voedsel,dat bestaat de laatste jaren voor nietminder dan 70% uit Pos. We hebben dataandeel in de afgelopen jaren langzaam zienopkruipen. Pos is een commercieel voltrektoninteressante vis. Sterker nog: Pos is eenvoedselconcurrent van de Aal, waar het veelvissers wél om te doen is. Beiden vreten muggenlarven.Je zou dus zelfs kunnen stellen datde Aalscholvers de vissers helpen bij het dunnenvan de Pos.”Foto’s: Rob BuiterSnoekbaarsNu de Aal sterk is teruggelopen in het IJsselmeer,is de vangst van Snoekbaars voor de vissersnog belangrijker geworden. En ook daarkrijgen de Aalscholvers de zwartepiet toegespeeld.“Er is onlangs een onderzoek gepre-


<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 414Leden in Noord-Holland,Wadden en Limburg opgelet!senteerd over het voedsel van Aalscholversrond de Beulaker- en Belterwiede. In dat relatiefeutrofe water bleken de vogels op gezettetijden een redelijk aandeel Snoekbaars inhun dieet te hebben. Dat specifieke onderzoekis vervolgens onterecht geëxtrapoleerd naarhet IJsselmeergebied. ‘Zie je wel’, hoor je devissers dan weer roepen. En meteen wordter ook naar De Kreupel als vermeende aalscholverkwekerijgewezen. Maar dat is echtgrote onzin. We verzamelen al sinds 1980braakballen op verschillende plekken. En er isnog nooit enige aanwijzing uitgekomen datAalscholvers echt een beslissende invloed hebbengehad in de teruggang van ‘hogere’, commercieelinteressante vissoorten. Het hoofdvoedselvan Snoekbaars en Baars bestaatuit Spiering, en die laatste is al jaren op zijnretour. Dat feit is waarschijnlijk belangrijkervoor de slechte overleving van de jonge roofvisdan de predatie door Aalscholvers.”Je zou kunnen denken dat een onderzoeker indit weerbarstige krachtenveld op een gegevenmoment de moed opgeeft. Al die jaren informatievergaren. En al die jaren tegenwindervaren van de visserij. Maar op een zonnigeochtend op De Kreupel lijdt Van Eerdenniet zichtbaar onder het politieke klimaatwaarbinnen hij zijn werk moet doen. “Ik kanmaar één ding doen, en dat is zorgen voorde juiste informatie. En dan moet ik hopendat die feiten hun werk zullen doen tegenbijvoorbeeld de lobby die de Europese verenigingvan sportvissers nu in Brussel voert,om de Aalscholver zijn beschermde status teontnemen. Dat zou de klok echt een halveeeuw terugzetten. Ik denk dat we uiteindelijkgewoon het scheve ecosysteem hebben gekregendat we zelf hebben gecreëerd. Omdat wealle grotere, waardevolle vissen aan de topvan de voedselketens hebben weggevist, ontstaateen systeem waarin kleinere vissen alsde Pos hun kans grijpen. En daar komen dusweer Aalscholvers op af. De aalscholverstandin het IJsselmeergebied is sinds de aanlegvan De Kreupel helemaal niet toegenomen.Er is wel een verschuiving naar het noordenopgetreden, die te maken heeft met de deplorabelestaat waarin het steeds troebeler wordendeMarkermeer verkeert. Nee, uiteindelijkkweekt ‘de visserij’ zelf waarschijnlijk meerAalscholvers dan ze Rijkswaterstaat verwijtenmet de aanleg van de Kreupel.”Rob BuiterIn de vorige <strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> stond eenoproep voor nieuwe ledenraadsleden.Inmiddels zijn er drie nieuwe leden gevonden:Piet van Iersel en Hans van der Sandenvoor Brabant-west en voor District Flevolandis Ton Eggenhuizen toegetreden. Ook vanafdeze plaats van harte welkom!Wegens het volmaken van hun termijnhebben Remco Drewes uit Drenthe en EvaWolters uit Groningen de Ledenraad verlaten.Remco en Eva, hartelijk dank voor julliebijdrage aan de Vereniging <strong>SOVON</strong>!Zij hebben op een haar na hun opvolgerreeds gevonden, dus daar valt gelukkig geenleegte binnen de Ledenraad. Ook binnenhet bestuur vond een wisseling van de wachtplaats: Rob Goldbach is opgevolgd doorFrank Berendse, beide als hoogleraar verbondenaan de Wageningen Universiteit.Het bestuur blijft nog wel op zoek naarbelangstellenden voor de Ledenraad voorde districten in Noord-Holland, Wadden enLimburg. Zij hebben nu geen enkele vertegenwoordigingin de Ledenraad en daar willenwe graag verandering in brengen.We zoeken kritische, opbouwende en betrokkenleden die tweemaal per jaar aan een vergaderingvan het hoogste orgaan van <strong>SOVON</strong>willen deelnemen. Er wordt overigens nietalleen maar vergaderd: aansluitend aan devoorjaarsvergadering is er een excursie naareen bijzonder natuurgebied, vaak met eenbijzondere excursieleider. Ook blijf je alsLedenraadslid goed op de hoogte van en kunje meepraten over nieuwe ontwikkelingen bijen rond <strong>SOVON</strong>.Neem voor meer informatie gerustcontact op met Adrie Hottinga vanhet bestuur (a.hottinga@planet.nl) ofCarolyn Vermanen van het <strong>SOVON</strong>-kantoor(carolyn.vermanen@sovon.nl).Enquête Broedvoge<strong>lr</strong>apportAfgelopen voorjaar werd met hetBroedvoge<strong>lr</strong>apport 2006 een brief meegestuurdmet het verzoek om via de websiteenkele vragen te beantwoorden over deinhoud, vorm en het gebruik van het rapport.De reactie van de 182 respondenten (12%),voornamelijk tellers, komt erop neer dat demeeste lezers het rapport in de huidige vormwaarderen (diverse scores tussen 40 en 85%).De hoeveelheid grafieken, tabellen, bijlagenen (kleuren)foto’s in het rapport blijkt grofwegte voldoen. Eenderde gaf aan het rapportvan A tot Z te lezen (65% gedeeltelijk) en ruimtweederde gebruikt het als naslagwerk. Desoortbesprekingen zijn verreweg het populairsteonderdeel (95%).Samengevat concluderen de tellers dat ze hetNieuwe stem <strong>SOVON</strong>rapport in de huidige vorm waarderen metals wensen:- meer verspreidingskaarten (60% van dereacties)- graag sneller na afloop van het broedseizoen(42%), maar niet als dit ten kostevan de volledigheid en kwaliteit gaat- meer besprekingen van BMP-soorten (25%)- rapport niet dunner dan nu, liefst jaarlijksen niet digitaal maar op papier (alle drieruim 80%).Tellers die de moeite namen de enquêtein te vullen, worden hartelijk bedankt. Bijhet samenstellen van het rapport over 2007wordt rekening gehouden met de uitkomsten.Komend voorjaar kunt u het zelf zien!Sinds begin november kan het gebeuren dat als u <strong>SOVON</strong> belt u een nieuwestem aan de lijn krijgt. Dat betekent niet dat Bianca ons verlaten heeft,maar dat er een verschuiving in haar takenpakket heeft plaatsgevondenen zij zich nu meer met de financiën bezighoudt. Sinds kort heeft Biancaeen vaste opvolger gekregen in de persoon van Kim Bosman.Ransuil. Foto: Patrick Palmen


BMP E: inventarisatievan enkele soorten15<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4Met het BMP (Broedvogel Monitoring Project: voor algemene en schaarsesoorten) en LSB (Landelijk Soortonderzoek Broedvogels: zeldzame soortenen kolonievogels) lukt het al jarenlang om van de meeste vogelsoortende landelijke aantalsontwikkeling vast te leggen, en vaak ook per landschapstypeof regio. Voor enkele soorten en voor afzonderlijke gebieden,zoals de Natura 2000-gebieden (Voge<strong>lr</strong>ichtlijngebieden), lukt dit minder,want daarvoor is de teldekking te gering. Het opvullen van hiaten is nieteenvoudig. Bij LSB is maatwerk mogelijk door de inventarisatie te richtenop één of enkele soorten. Bij BMP is dat lastiger, want dat project richt zich opeen vaste set van tientallen soorten in een relatief klein gebied. Deze aanpakis onpraktisch wanneer in een gebied maar van enkele soorten informatiegewenst is. Hoe kunnen we ook bij het BMP meer maatwerk aanbieden, terwijlwe het goede van dit project, de hoge mate van standaardisatie, niet loslaten? Aantal paren252015105 Bosuil01980 1990 2000 2010Reeksen per vogelsoortDe strakke BMP-aanpak met vaste soortenlijstenheeft zijn vruchten afgeworpen. Bijbepaalde schaarse of lastig te tellen soortendan wel Natura 2000-gebieden, lopen wetegen de grenzen aan. Daarnaast worden insommige gebieden soms al jarenlang één ofenkele BMP-soorten geïnventariseerd, maarpassen die resultaten niet in de <strong>SOVON</strong>projecten.Om aan beide bezwaren tegemoette komen, willen we de mogelijkheid biedenom in een BMP-gebied alleen bepaalde vogelsoortente inventariseren. Hierdoor kunnenwe de steekproef verbeteren, in het bijzonderin Natura 2000-gebieden en voor soorten dienu een beetje tussen wal en schip vallen.Welke soorten en gebieden?Voor 23 BMP-soorten wordt de mogelijkheidgeboden (tabel 1). Het zijn soorten waarvoorNatura 2000-gebieden van vitale betekeniszijn, naast soorten die niet goed in het landelijkemeetnet zitten. Een voorbeeld: in hetNatura 2000-gebied Oostelijke Vechtplassenbestaat behoefte aan proefvlakken in moeras.De BMP-behoefte richt zich op de Natura2000-soorten Rietzanger en Snor. Als het startenvan BMP-proefvlakken hier niet lukt, kande teller ervoor kiezen alleen Rietzanger enSnor te inventariseren. Een ander voorbeeldis de Groene Specht, waarvan we speciaalgegevens uit Zuidwest-<strong>Nederland</strong> ontberen.Het wordt nu mogelijk om een gebied alleenop deze specht te onderzoeken. Voor deBoerenzwaluw is de bij het BMP gebruikelijketerritoriumkartering weinig geschikt; vanafnu bestaat de mogelijkheid om ook nestentellingenin vaste telgebieden door te geven,zoals die al her en der plaatsvinden.Een of enkele soortenIn het BMP gebruiken we korte aanduidingenvoor de onderzochte soortenlijsten, zoalsBMP A voor inventarisatie van Alle soortenen BMP B voor Bijzondere soorten. Voor hetnieuwe onderdeel wordt BMP E (één of enkelesoorten) geïntroduceerd. De opzet hiervankomt in grote lijnen overeen met die van deandere onderdelen.Een nieuw telgebied wordt vooraf aangemeld,met een kaart van het gebied. Het gebiedkrijgt een nummer en gaat dan als proefvlakde boeken in. De werkwijze in het veldkomt het dichtst bij die van BMP B (facultatievesoorten). Per soort vinden bij voorkeurtwee bezoekrondes plaats in de optimaleperiode voor inventarisatie (in jargon:‘tussen de datumgrenzen’; zie bijlage 3 van deBMP-handleiding). Tijdens een bezoekrondeworden alle geschikte biotopen binnen hettelgebied afgewerkt. Tellers houden jaarlijksdezelfde werkwijze (aantal bezoeken,Figuur 1. Enkele voorbeelden van BMP E-reeksen,die tot dusverre niet in het BMP meedraaiden.De Fluiter en Houtsnip zijn sinds 1968 jaarlijks geteld inhet Natura 2000-gebied Havelte Oost in ZW-Drenthe.De Houtsnip verdween eerst en is de laatste 20 jaar langzaammaar zeker in aantal toegenomen. De Fluiter vierdehoogtijdagen in 1988, 1990 en 1993 (23-42 territoria),maar de stand zakte daarna weer in (Arend van Dijk).In het Noordhollands Duinreservaat bij Bergen huisdenaanvankelijk 10-20 paar Bosuilen, maar na 1998 warenhet er niet meer dan 10 (Arend de Jong).Tabel 1. De 23 soorten waarvan reeksen in het kader van BMP E worden verzameld.Negen soorten met speciale aandacht in Natura 2000-gebieden zijn lichtblauw.Blauwborst Fluitet Patrijs WatersnipBoerenzwaluw Gekraagde Roodstaart Ransuil WespendiefBoomleeuwerik Groene Specht Rietzanger WielewaalBoomvalk Houtsnip Roodborsttapuit Zwarte RoodstaartBosuil Kleine Barmsijs Snor Zwarte SpechtDodaars Kwartel Vuurgoudhaan


16<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4Gekraagde Roodstaart.Foto: Patrick Palmengebiedsdekking) en set van soorten aan. Deinterpretatie van de veldwaarnemingen verlooptvia de criteria in de BMP-handleiding.Elk jaar worden de vastgestelde aantallen(online) ingevuld op een telformulier waaropalle BMP E-soorten soorten zijn voorgedrukt.Hierbij wordt aangegeven welke soorten zijngeteld, ook die welke ontbraken (nul paren).In telgebieden voor Zeldzame soorten bestaatde mogelijkheid om de soortenlijst uit te breidenmet enkele BMP E-soorten. Die soortenkunnen (online) op het telformulier wordenTabel 2.Voorbeelden van reeksenbijgeschreven. Ook hierbij is het belangrijk‘harde nullen’ (wel onderzocht, niet aanwezig)door te geven.1991 1992 1993 1994 2001 20<strong>04</strong> 2006Gebied A Zwarte Specht 3 3 2 2Gebied B Roodborsttapuit 5 11 22Gebied C Dodaars 3 3Gebied D Wespendief 0 1Bestaande te<strong>lr</strong>eeksenVan meer dan 100 gebieden zijn reeksen vanéén of meer BMP E-soorten bekend (figuur1). Ongetwijfeld zijn we niet op hoogte vanalle bestaande reeksen (bijv. in rapporten,tijdschriften, opschrijfboekjes) en daaroverworden we graag geïnformeerd. Zeker alshet gaat om reeksen die reeds in een spreadsheetof database staan. Er is sprake van eenreeks wanneer uit minstens twee (niet per seopeenvolgende) jaren volledige en op dezelfdewijze verzamelde teldata bestaan. Dat kanterug in de tijd tot 1980. Al eerder bij <strong>SOVON</strong>ingeleverde gegevens (bijv. actie in 20<strong>04</strong>-2005voor Trends van vogels in het <strong>Nederland</strong>seNatura 2000 netwerk) hoeven niet nogmaalsaangeleverd te worden. Aanvullingen op dezereeksen zijn natuurlijk wel welkom. Enkelevoorbeelden van reeksen staan hieronder.Verdere informatie over het nieuwe onderdeelwordt bekendgemaakt via www.sovon.nl.Te zijner tijd zal het worden opgenomen in de(aangepaste) BMP-handleiding. Voor vragen,opmerkingen en gegevens kunt u terecht bij:Arend van Dijk, Coördinator BMPOproep BMP-ers: werkt klimaatveranderingdoor op territoriale activiteiten?Ons veranderend klimaat beïnvloedt dieren en planten. We weten dat deeerste individuen van veel trekvogelsoorten steeds vroeger in de broedgebiedenaankomen en dat bepaalde broedvogels eerder met de eileg beginnen.Het is echter onbekend of ook de timing van territoriale activiteiten isveranderd en bijv. tot verkorting van de activiteitspiek leidt. Dit kan wordenvastgesteld met het Broedvogel Monitoring Project (BMP). Daarvoor vragenwe een eenmalige extra inspanning van de medewerkers. De uitkomstenkunnen gebruikt worden voor ijking en eventueel aanpassing van de BMPregels.Als de timing van zangactiviteiten inderdaad vervroegd is, zoudenook de soortspecifieke datumgrenzen moeten worden aangepast. Door eenkortere zangpiek neemt de trefkans immers bij een gelijkblijvend aantalbezoekronden af. We zouden hiervan graag een beter beeld hebben.Aantal waarnemingen per bezoekMet het BMP wordt jaarlijks het aantal territoria bepaald op basis van waarnemingentijdens (meestal) 5-10 bezoeken in maart-juni. Per datum wordthet aantal territoriale vogels geregistreerd. In serie geven deze waarnemingeninzicht in het seizoensverloop per vogelsoort. Door dit seizoensverloopin recente jaren te vergelijken met dat uit de beginperiode van het project(start in 1984), is het mogelijk om vervroeging of verkorting van het broedseizoenop te sporen. Tot en met 1995 zijn de waarnemingen per bezoekaltijd ingevuld op het telformulier en in een bestand opgenomen. In laterejaren zijn deze gegevens niet meer opgevraagd. Daarom doen we een beroepop BMP-ers.Tellen en turvenWe vragen BMP-ers om hun soort- of veldkaarten en lijstjes uit recente jarenuit de kast te halen en de aantallen per bezoek te turven.1. Registreer het ‘aantal geldige waarnemingen per bezoek’ van algemenesoorten in uw proefvlak, te beginnen met het meest recente jaar en danterug in de tijd (zo mogelijk terug tot en met de periode 1996-2000).De richtlijn hierbij is: liever van meerdere jaren informatie van een selectievan 30 algemene soorten, dan van één jaar informatie van alle soorten,inclusief de schaarse en zeldzame. Elk uitgewerkt jaar is zinvol engeeft extra informatie.2. Noteer de waarnemingen bij voorkeur in een speciaal door <strong>SOVON</strong>ontworpen Excel-tabel, die de BMP-coördinator u kan mailen. Luktdit niet, dan zijn andere digitale, uitgeprinte, gekopieerde of geschreventabellen eveneens welkom. Lees eerst de tekst in de BMP-handleidingdoor, onder formulier N (pag. 30 rechterkolom en pag. 35).3. Uw registraties ontvangen we graag zo spoedig mogelijk, uiterlijk 28februari 2009. Opsturen naar arend.vandijk@sovon.nl of via <strong>SOVON</strong>,Antwoordnummer 2505, 6573 ZX Beek-Ubbergen. Wacht niet langer metinleveren, want dan is de analyse al aan de gang.Vervroeging, trefkansen en datumgrenzenIngeleverde registraties worden geanalyseerd per jaar en, indien mogelijk,per biotoop of regio. Dit gebeurt in het kader van een afstudeeronderwerpin januari-mei 2009. De uitkomsten worden bekendgemaakt in <strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong>. De analyse levert naar verwachting inzicht in verschuivingen intrefkansen en consequenties daarvan (datumgrenzen!). We rekenen op uwmedewerking. Wie weet kunnen criteria in de BMP-handleiding dankzij uwtel- en turfwerk worden verbeterd.Arend van Dijk, Coördinator BMP


Wat deden de Waddenbroedvogelsin 20<strong>08</strong>?17<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4De Waddenzee is ons grootste aaneengesloten natuurgebied en herbergt veelbijzondere broedvogels. Samen met Duitse en Deense partners worden debroedvogels in de internationale Waddenzee al sinds 1991 jaarlijks geteld.De afgelopen jaren kenmerkten zich door o.a. een afname bij Blauwe Kiekendief,Scholekster, Kluut en Velduil, terwijl broedvogels herhaaldelijk geconfronteerdwerden met stormvloeden. Hoe verliep het afgelopen broedseizoen?Trends bij reigers en EiderHet volgen van trends staat of valt natuurlijkbij het werk van vele tellers. Dankzij de medewerkingvan terreinbeheerders, vogelwachten,individuele tellers en vogelwerkgroepenkunnen de Waddensoorten nauwlettend wordengevolgd. En dat levert vaak verrassenderesultaten op. Zo zien we dat, na het eerstebroedgeval in 1999, de Kleine Zilverreigerinmiddels vaste grond onder de voeten heeft.Op Schiermonnikoog waren er minstens 12paren, met 10 vliegvlugge jongen. Zoals ookbij de Lepelaar het geval was, treedt er nukolonisatie op naar andere eilanden, inclusiefde Duitse Waddenzee. Na een eerste (nietsuccesvol) broedgeval op Rottumeroog in2007 waren er bij één nest 2 vliegvluggejongen. Eén van de vogels was in 2006 alsnestjong gekleurringd op Schiermonnikoog.Ook Ameland is ontdekt; hier vlogen bij 3paren 4 jongen uit. Bij de Eider wordt jaarlijkshet aantal jongen geteld. En dat leverde eenwisselend beeld. Ondanks een hoger aantalvrouwtjes op Vlieland werden hier weinig (72)jongen geteld. Op Schiermonnikoog zwommeneveneens bijna geen pullen, terwijl er opAmeland ruim 300 werden gezien. Op Griendwerd met 90 nesten bijna een evenaring vanhet record van 92 in 2005 behaald. Ook hetuiteindelijke broedsucces was hier goed metéén grootgebracht jong per paar.Meeuwen en sterns: weer, voedselen predatieIn de afgelopen seizoenen werden de lagedelen van de Waddenzee in het broedseizoendiverse malen door stormvloeden geteisterd.Vooral soorten die laat broeden (o.a.Scholekster, sterns) leden jongenverliezen.Extreme waterstanden bleven in 20<strong>08</strong> uit.Uitzonderingen daargelaten, werden beduidendminder verliezen geïncasseerd bij dekwetsbare broeders van stranden en lagekwelders. Het pakte bijvoorbeeld goed uitvoor de Dwergsterns op De Hors (Texel),waar 82 paartjes met meer succes dan voorheennestelden. Het aantal Kokmeeuwen opSchiermonnikoog en langs de vastelandskustblijft almaar afnemen. Op Griend, daarentegen,werd met ruim 35.000 paar een nieuwrecord gevestigd. Ook het broedsucces leekhier goed, hoewel veel jongen een slechteconditie hadden. Regenval en lage temperaturen(voedselgebrek/onderkoeling) alsmedepredatie eisten hun tol. Dit was niet andersin een aantal kokmeeuwenkolonies op Texelen langs de Noord-Hollandse kust, en in de30 paar tellende kolonie Zwartkopmeeuwenbij Wieringen. Ook de Stormmeeuwen opOost-Ameland boekten een matig succes,terwijl die op Vlieland leden onder predatie.Afgekloven veertjes in de kolonie wezen opbezoek van een ter plaatse bekende (verwilderde)kat.De kolonie Grote Sterns op Griend nam delaatste jaren geleidelijk af, maar groeide in20<strong>08</strong> weer naar bijna 8300 paar. Zowel hierals in de kolonies van De Petten (Texel) enhet kweldertje van Hollum (Ameland) werddoor de meerderheid van de paren succesvolgebroed. Zorgelijk is wel dat het kweldertjebij Hollum met elke storm kleinerwordt. Bij het uitblijven van maatregelenis het de vraag of hier in de toekomst noggrote aantallen Kokmeeuwen, Grote Sterns,Visdieven en Noordse Sterns terecht kunnen.Dat maatregelen baat kunnen hebben, blijktop het Wagejot (Texel). De in 2006 aangelegdebroedeilandjes leidden tot een stijging vanhet aantal Visdieven van 78 paren in 2006naar 537 in 20<strong>08</strong>. Een alternatieve broedplaatsvoor de Visdieven op een bedrijventerreinin de haven van Delfzijl is nog steedsniet gevonden. De vogels verplaatsten zichnaar hun oude kolonie op de havenschermpier,maar hebben daar sterk te lijden vanrecreatiedruk.Rode Lijst-soorten in de duinen<strong>Nederland</strong>se Blauwe Kiekendieven enVelduilen broeden vrijwel alleen nog maar inhet Waddengebied. Met 29 territoria BlauweKiekendieven was het seizoen opnieuw slechterdan het vorige. Na 20<strong>04</strong> is het bestandgehalveerd. De laatste jaren hield de soortop Texel nog redelijk stand, maar ook hier– net als eerder op Terschelling en Ameland– tekent zich nu een scherpe teruggang af.Ondanks de afname was het broedsucces in20<strong>08</strong> duidelijk beter dan in de daljaren 2006-07. De Velduil zit eveneens in de rode cijfers,maar kende een verrassend goed seizoen.Op Ameland zaten tenminste 6 broedparen;weliswaar ver beneden het hoogtepunt van42 paar in 1989, maar des te opvallenderomdat het eiland sinds 20<strong>04</strong> verlaten was.Ook op Terschelling (8-9 paar) en Griend(derde jaar op rij) deden de Velduilen hetgoed. Helaas beleefde Texel (3 paar) opnieuween mager jaar (ondanks het ruimere voedselaanbod),en op Schiermonnikoog (1) hieldhet ook niet over. De hervestiging op Amelandgeeft een sprankje hoop voor de toekomst,maar vooralsnog lijkt er sprake te zijn van een– voor muizeneters typische – aantalsfluctuaties.Schijnbaar maakten de woelmuizenvan Ameland en Terschelling een piekjaardoor, waarvan een zwerver als de Velduilprofiteerde.Ook de Tapuit is tegenwoordig grotendeelsbeperkt tot Noord-<strong>Nederland</strong>. Op Oost-Ameland hield de soort nog (relatief) goedstand. Aan de westkant van het eiland gaathet nu echter snel bergafwaarts, met 4 territoriain 20<strong>08</strong> tegenover c. 20 in het ‘Jaar van deTapuit’ 2005. Op Vlieland was het aantal van16 paar ongeveer gelijk aan eerdere jaren.Ander zeldzaamsNatuurlijk is er meer nieuws. Zo had Griendweer Middelste Zaagbekken, ditmaal 5 paar.Verder zat in het Lauwersmeer opnieuw eenbaltsend paar Bonte Strandlopers (na 3 in2007). Grote Mantelmeeuwen broedden voorhet eerst op Rottum en wederom op Griend(van 2 naar 3 paren). Een in 2000 als nestjonggekleurringd vrouwtje van EuropoortRotterdam waagde zich hier (waarschijnlijk)voor het eerst aan een nest, echter zondersucces. Op Vlieland zong begin juni eneind augustus een Grauwe Fitis. Interessant,zeker in verband met de broedgevallen opSchiermonnikoog in 2003 en 20<strong>04</strong>. Ook zat opVlieland (na 2005 en 2006) weer een paartjeGrauwe Klauwieren. De Roodmus is bijnaverdwenen, maar op Ameland werd nog binnen4 territoria gezongen. Tenslotte broeddener op Vlieland en Ameland weer gemengdeparen Bonte x Zwarte Kraai.Jelle Postma, Lieuwe Dijksen,Peter de Boer & Kees KoffijbergHet broedvogelmeetnet in de Waddenzee isonderdeel van het Trilateral Assesment andMonitoring Programme (TMAP) en wordt in<strong>Nederland</strong> mede georganiseerd in het kadervan het Netwerk Ecologische Monitoring,in samenwerking met het Ministerie vanLNV en het CBS en met veldbijdragen vande diverse terreinbeherende organisaties.Tapuit. Terschelling, april 2007. Foto: Harvey van Diek


Eerste resultatenbinnenlandsesteltlopertellingen<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 418In de telweekenden van oktober en november leverden veel tellerseen extra inspanning door niet alleen ganzen en zwanen te tellen,maar tevens steltlopers. Hierbij maakte de telling in oktober onderdeeluit van de internationale Goudpleviertelling van de Wader Study Group.Goudplevieren (10 oktober 2006). Foto: Hans GebuisRuim de helft van de telgebieden is inmiddelsbinnen, zowel van de vaste monitoringgebiedenals van de extra onderzochte terreinen,overwegend agrarisch gebied. De resultatenzijn vergeleken met wat er in 1996 en 2003aan steltlopers zat. Van de drie kernsoorten– Kievit, Goudplevier en Wulp – staat infiguur 1 procentsgewijs weergegeven hoeveeler geteld zijn ten opzichte van 1996. Hetaantal Kieviten lag in oktober 20<strong>08</strong> 15% lagerdan in oktober 1996, toen er bijna 900.000geteld werden. Het was echter veel hoger danin oktober 2003, toen het extreem droog was(amper 410.000). Het aantal in november lijktwat hoger uit te pakken dan tijdens beidevoorgaande tellingen. November 1996 herbergde<strong>Nederland</strong> zo’n 690.000 Kieviten. Opbasis van de eerste resultaten zou 20<strong>08</strong> kunnenuitkomen op ruim 800.000. Echter, dathangt natuurlijk allemaal af van de resultatendie nog ingediend moeten worden.Qua Goudplevieren was het in oktober 20<strong>08</strong>al even mager als in 2003. Toen werden eenkleine 180.000 Goudplevieren geteld en diekant gaat het ook nu weer op. In novemberlag het aantal ongeveer eenderde hoger danin oktober, waarmee het totaal ergens rondde 230.000 uit lijkt te komen, overeenkomstig1996 en 2003. Het aantal Wulpen in beidemaanden komt misschien een kwart hogeruit dan tijdens beide voorgaande tellingen.Ter herinnering: in oktober en november1996 ging het om 75.000-79.000 Wulpen.De algemene indruk van veel tellers in 20<strong>08</strong>was: een magere telling. Dat is vooral gebaseerdop de ervaringen van de extra tellingenin het agrarische gebied. In 1996 zat in beidemaanden bijna 80% van de Goudplevierenen ruim 75% van de Kieviten in het reguliereagrarische gebied buiten de monitoringgebieden.Anno 20<strong>08</strong> zit hier van beide soortennog ‘slechts’ 55-65% en concentrerende vogels zich veel meer in de vaste monitoringgebieden,overwegend natte gebiedenmet aangrenzende graslanden (wetlands).De voorlopige aantallen Goudplevieren inde monitoringgebieden in Noord-, Oost- enWest-<strong>Nederland</strong> pakken dan ook hoog uit invergelijking met de voorgaande seizoenen(figuur 2). De ‘switch’ van het reguliere agrarischegebied naar de wetlands sluit aan op detoename die beide soorten recent vertoondenin de monitoringgebieden.Al met al betekent het voor de Goudplevierdat de totaalaantallen in beide maanden nietveel beter zijn dan die in 1996 en 2003,die vooral tegenvielen ten opzichte vantellingen in 1976 en 1978 (400.000 ex.). In2003 bleek bij de internationale telling datGoudplevieren in oktober vooral te vindenwaren in Denemarken en Zuid-Zweden. InDenemarken ging het om zo’n 400.000, terwijlin Zuid-Zweden een recordaantal van 100.000exemplaren van de ‘Ljungpipare’ werd geteld.Voorlopig zijn de eerste buitenlandse geluidenwisselend. In Groot-Brittannië leken deaantallen in oktober ongeveer gelijk aan diein 2003, terwijl de situatie in Noord-Duitslandmogelijk overeenkomt met die in <strong>Nederland</strong>.In Zuid-Zweden (140.000 ex.) is opnieuw eentoename vastgesteld. In Denemarken is menvoorlopig net zo druk met resultaten verzamelenals in <strong>Nederland</strong>.Romke Kleefstra Wulp nov.Wulp okt. 0 20 40 60 80 100 120 140index (%)Figuur 1. Vergelijking van de aantallen Kieviten,Goudplevieren en Wulpen in oktober en november2003 en 20<strong>08</strong> ten opzichte van tellingen in beidemaanden in 1996 (voorlopige resultaten, stand24 november 20<strong>08</strong>). De aantallen in 1996 zijnvoor zowel oktober als november op 100 gesteld.Ter illustratie: bij de Kievit lag het aantal innovember 2003 10% lager en in november 20<strong>08</strong>ruim 20% hoger dan in november 1996.Figuur 2. Voorlopige aantallen Goudplevierenin 20<strong>08</strong>/09 (balkjes) in monitoringgebiedenin Noord-, Oost- en West-<strong>Nederland</strong> in vergelijkingmet de voorgaande seizoenen (minimale,maximale en gemiddelde aantallen). 1996200320<strong>08</strong>


De kluten van BreebaartBeeldend kunstenaar Erik van Ommen staatbekend om zijn bijzondere boeken op hetgrensvlak van kunst en natuur. Met zijnprachtige schetsen en aquarellen, in het veldgemaakt zittend achter de telescoop, brengthij vogels, landschappen en lokale cultuurtot leven. De meeste olieverven en etsen zijngebaseerd op veldschetsen en ontstaan laterin zijn studio. In dit boek volgt hij met zijnvrouw, schrijfster Wilma Brinkhof, de klutentot in het overwinteringgebied in Portugal.Woord en beeld vullen elkaar goed aan.KNNV Uitgeverij, 112 pag., ISBN 978 90 5011269 7. Prijs: € 29,95Beter één vogel in de hand...Dit boek gaat over de rijke historie van devogelvangst, de huidige rol in wetenschapen natuurbescherming, en de charme vanhet oude ambacht. Ambachtelijke vogelvangersbestaan vandaag de dag nog steeds. Zevangen niet meer (alleen) voor consumptie,maar (vooral) ten behoeve van natuurbeschermingen wetenschap. De gevangenvogels worden gemeten, gewogen, van ringenvoorzien en weer losgelaten. Dit onderzoeklevert nieuwe informatie op over bijvoorbeeldtrekroutes, gezondheid en populatiesamenstelling.Onderwerpen die behandeldworden zijn o.a. valkerij, het vangen vanganzen, eenden, Kwartels, Goudplevieren enHoutsnippen en de relatie mens en vogelsinds de Middeleeuwen. De hoofdstukkenzijn stuk voor stuk door experts geschreven,de redactie was in handen van J.T. Lumeij,D.A. Jonkers & J. Karelse.KNNV Uitgeverij, 224 pag.,ISBN 978 90 5011 263 5. Prijs: € 34,95Vogels en de wet.nlDe bescherming van vogels is in <strong>Nederland</strong>wettelijk geregeld via de Flora- en faunaweten de Natuurbeschermingswet. Niet gemakkelijkom daar wijs uit te worden. Wanneermag je ganzen wel verjagen en wanneer niet?Wat moet je doen als je buren een schuurwillen afbreken waar een Kerkuil in broedt?En zijn tamme Knobbelzwanen eigenlijkbeschermd? Dit heldere boek biedt een praktischeuitwerking van deze wetten, speciaalgericht op vogels. Onmisbaar voor professionals,maar ook handig voor de burgermet hart voor vogels. Hans Peeters en KimWheeler gaan in 39 hoofdstukken in op ondermeer verstoringen, jacht, schadebestrijding,handel en bezit. Elk hoofdstuk eindigt methandige weetjes, tips en een overzicht vanRecentverschenenbelangrijke instanties met websites en literatuurverwijzingen.Vereniging Politie, Dieren- en Milieubeschermingi.s.m. Vogelbescherming <strong>Nederland</strong> enKNNV Uitgeverij, 336 pag.,ISBN 978 90 5011 291 8. Prijs: € 24,95Het penisduel en ander strategischseksueel gedrag van dieren.Het boek, geschreven door Willy van Strien,geeft verbazingwekkende en vaak ongelooflijkevoorbeelden van seksueel gedrag in hetdierenrijk. Een afwisselend boek voor leek enwetenschapper! Het bevat concrete verhalenover recente ontdekkingen en actueel onderzoek.De onderzoekers vertellen o.a. over veroveringsstrategieën,partnerkeus, zorg voorjongen, taakverdeling in sociale groepen enhet gedrag van hermafrodieten. Naast alledaagsesoorten, zoals tuinslakken, wespen enhuismussen, passeren ook exotische soortende revue, bijvoorbeeld blauwpootgenten enreuzenpijlinktvissen.KNNV Uitgeverij, 240 pag.,ISBN 978 90 5011 288 8. Prijs: € 19,95Riviermonden van het platte landDe ondertitel luidt: Trekvogels, liefdes en nesten.De auteur, Philippe de Woot, demonstreertin vele foto’s en poëtische teksten zijnvoorkeur voor de estuaria van de Vlaams-<strong>Nederland</strong>se kust. Het boek is opgedragenaan Leon Lippens, goede vriend en stichtervan natuurreservaat Het Zwin.Editions du Perron, Luik, België, 180 pag. ISBN978-2-87114-229-4. Prijs: € 38,-Grenzen in bewegingDit boek over plantengeografie bevat ondermeer hoofdstukken over Europese en mondialeverspreiding van vaatplanten, plantengeografievan <strong>Nederland</strong>, halfnatuurlijke graslanden,hotspots van plantendiversiteit eneffecten van klimaatverandering. De redactiewas in handen van Joop Schaminée en EddyWeeda (Alterra, Wageningen).KNNV Uitgeverij, 184 pag.,ISBN 978 90 5011 287 1. Prijs: € 19,95De valkKester Freriks was een jaar of 18 toen hijeen gewonde Slechtvalk vond en oplapte. Indit boek beschrijft hij zowel de wilde valk inde ongerepte natuur, als de door valkeniersgehouden valken. Twee werelden, die onverzoenbaarblijken te zijn. Het boek is zowe<strong>lr</strong>oman als biografie.Athenaeum-Polak & Van Gennep, 223 pag.,ISBN: 978 90 2536 3826. Prijs: € 22,5019Limburgse Vogels 20<strong>08</strong>Jaareditie 20<strong>08</strong> van Limburgse Vogels is verschenenen telt liefst 100 pagina’s in fullcolour.Hierin onder meer artikelen overde Kortsnavelboomkruiper (stagnerendeontwikkeling) en Grauwe Klauwier (toenamenaar 38 territoria, vrijwel allemaal indiepe zuiden), bijzondere broedvogels inde zuidoostelijke bossen, ruiconcentratievan Kuifeenden, invasie van Pimpelmezen,wintervogels en muizen op hamsterakkers,effecten van overblijvende granen op overwinteraarsen een overzicht van zeldzamebroedvogels in 2007.Het nummer is te bestellen door overmakingvan € 13,- (incl. verzendkosten) op postgiro1134234 t.n.v. Natuurhistorisch GenootschapLimburg o.v.v. ‘Limburgse Vogels 20<strong>08</strong>’. Ledenvan het Genootschap betalen € 10,50, voorBelgië gelden dezelfde bedragen, over temaken op giro 000-1507143-54.Vogels in Overijssel 20<strong>08</strong>Weer een uitgave die almaar mooier wordt.In 80 pagina’s fullcolour wordt in Vogelsin Overijssel 20<strong>08</strong> o.a. verslag gedaan vangrote aantallen veldmuispredatoren in polderMastenbroek, opkomst en neergang vanScholeksters in agrarisch gebied, natuurontwikkelingen watervogels, ringresultaten vanGroenlingen en bijzondere waarnemingen inOverijssel.Maak voor toezending € 9,55 over op ABN-AMRO rekening 413571203 of Postbankrekening3094594 van Natuur MilieuOverijssel o.v.v. ‘Vogels in Overijssel 20<strong>08</strong>’.<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4


Gratis lespakketvoor vogelvriendelijke scholen!Bent u docent(e) en draagt u vogels een warm hart toe? Kan de school vanuw kinderen wel wat ‘groener’? Deel dat gevoel dan en vraag het gratis lespakket‘Vogels op School’ van de jeugdnatuurclub WILDzoekers aan. Methet pakket maken docenten van klaslokaal én schoolomgeving een vogelparadijs.Het pakket bevat onder andere een nestkastbouwpakket, vogelvoer,raamstickers, een grote vogelposter en zoekkaarten. De lesmaterialen zijngeschikt voor een korte les of zelfs een uitgebreid project en vooral geschiktvoor de bovenbouw van het basisonderwijs.Het pakket is gratis tebestellen via www.wildzoekers.nl/vogelsopschool.Zo lang de voorraad strekt.<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 420IVVhet InternationaleVogelboekenVerzendhuisVOGELBOEKENDe specialist in vogelboeken metméér dan 2500 titels op voorraad.Raadpleeg onze catalogus op internet:site: www.birdbooks.nlDe Oldhorst, Zuiderzeestraatweg 4158091 PA Wezeptel. 0525-631139 fax 0525-633123E-mail: birdbooks@introweb.nl"!"/#% ."&",!!"00,#*,/#,,.0." ",.# !""#$%&'%%((#)*+*%(,(," ", !-#"% .#&!#"!!!12#%00#/1Blue ElephantBirding and Nature Tourswww.blue-elephant.nlEuropaWorldwideOekraïnePanamaGriekenlandSiberië en BaikalExtremaduraSurinameSchotlandGambiaIstanbulIndiaMüritz, Rügen, Falsterbo Sri LankaT +31599565124F +31599564544M +31654261272DUTCH BIRDINGTOONA ANGEVEND TIJDSCHRIFT OVER HERKENNING,VOORKOMEN EN TA XONOMIE VAN PALEARCTISCHE VOGELShet laatstevogelnieuwsdirect op jemobiel !Kijk direct op:www.dutchbirdalerts.nlJaarabonnement EUR 36.00 voor DBA-ledenLimosa 81-3LIMOSA is het tijdschrift van de <strong>Nederland</strong>se Ornithologische Unieen <strong>SOVON</strong> <strong>Vogelonderzoek</strong> <strong>Nederland</strong>Artikelen INHOUD en korte bijdragen:Artikelen81 DE KROON G., M. MOMMERS & H. SLABBEKOORN Vocale variatie bij de• Geluidenrepertoire Waterral: een vergelijking tussen twee ondersoortenvan Waterrallenin <strong>Nederland</strong> en AziëKorte bijdragen en lopend onderzoek92 VAN DER SPEKV., J. DUINDAM &T.VAN SCHIE Grote Gele Kwikstaartnieuwe broedvogel in Zuid-Holland9498 STAAL J. & K. KOFFIJBERG Kwartels met de Spaanse slag: populatiedynamiekvan Kwartels (G. nader geanalyseerd de Kroon, M.vergeleken102 VLEK R. & A. EHRENBURG Een bijzondere collectie vogeleieren uit Zuid-Kennemerland107 TRIERWEILER C., R. H. DRENT (), J. KOMDEUR, K. M. EXO, F. BAIRLEIN &Mommers B. J. KOKS De& jaarcyclus H. van de Grauwe Slabbekoorn);Kiekendief: een leven gedrevendoor woelmuizen en sprinkhanen116 Andermans veren• Grote Gele Kwik nieuwe<strong>Nederland</strong>se Ornithologische Unie119 In memoriam professor Rudi H. Drentbroedvogel 121 Herinneringen aan Hans in Esselink, Zuid-Hollandeen vrijbuiter en vrijdenker met een missie122 In memoriam Jo Erkens (1938-20<strong>08</strong>)Recensies(V. van der Spek, J. Duindam125 Een eersteklas landschap, de teloorgang van natuurmonument De Beer(Buijsman E.)126 Atlas van deWest-Brabantse broedvogels (Bult H.,W.Poelmans,H.Sierdsema en R.M.Teixeira (red.))& T. van Schie);127 The Lapwing (Shrubb M.)Foto omslag:Waterral (Han Bouwmeester)• Populatiedynamiek vanTekeningen: Jos Zwarts81.3 81.3Verschenen december 20<strong>08</strong>Kwartels nader geanalyseerdFor English table of contents see inside back cover 20<strong>08</strong> 20<strong>08</strong>(J. Staal & K. Koffijberg);Geluidenrepertoire WaterrallenBroedende Grote Gele Kwikstaart Zuid-HollandSeksratio broedende Kokmeeuwen op GriendPopulatiedynamiek KwartelCollectie vogeleieren Zuid-KennemerlandGrauwe Kiekendief jaarrond gevolgd• Seksratio van Kokmeeuwenop Griend (K. van Dijk &R. Oosterhuis);• Bijzondere collectie vogeleieren Zuid-Kennemerland(R. Vlek & A. Ehrenburg);• Grauwe Kiekendief gedreven door woelmuizen en sprinkhanen(C. Trierweiler e.a.).En: herinneringen aan een aantal bijzondere vogelonderzoekers,nieuws uit recent gepubliceerd onderzoeken recensies van de nieuwste boekenNIEUW redactieadres: Romke Kleefstra, <strong>SOVON</strong>, Posthoornsteeg 1C,8911 AS Leeuwarden,romke.kleefstra@sovon.nl.Informatie over abonnementen via <strong>SOVON</strong>(info@sovon.nl), indien u al lid bent van <strong>SOVON</strong>of via de <strong>Nederland</strong>se Ornithologische Unie, Jacob de Vries,jacobird@xs4all.nl. Op dit adres is ook informatiebeschikbaar over lidmaatschap van de NOU, incl. de beide tijdschriftenLimosa en Ardea (zie ook www.nou.nu).


21<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4De ultieme visuele belevingAfstanden Optisch worden genieten kleinerImporteur TECHNOLYT BVImporteurIndustriewegTECHNOLYT35 · 1521BVNE Wormerveer · HollandIndustrieweg T: 0031 756474547 35 1521 · NE F: 0031 Wormerveer 756213663 HollandT: 0031 info@technolyt.nl 75 6474547 · F: www.technolyt.nl0031 756213663info@technolyt.nl www.zeissverrekijkers.nlDe rijkdom van de natuur in al haar fi nesse. Victory FL verrekijkershebben een briljante beeldscherpte voor de meest veelei- sende natuurwaarnemer. Zeiss FL teleoptiek heeft een nieuwestandaardgedefinïeerdmet uitstekende objectiefconstructies voorzien van fluoridehoudend hoogprestatie glas.10076_ZEI_ANZ_FH_VictoryFL_190x21 122.05.2007 16:53:24 Uhr


<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 422Districtscoördinatoren broedvogeltellingen1. Noord-Holland-NoordPatrick Bergkamp, Havikshorst 121<strong>08</strong>3 TT Amsterdam (020-6423928)Lsb.Noordhollandnoord@sovon.nl2. FrieslandJelle Postma, Sumatrastraat 398921 JC Leeuwarden (06-48966710)Lsb.Fryslan@sovon.nl3. GroningenVacantLsb.Groningen@sovon.nl4. DrentheHarold Steendam, Ronkelskamp 219468 EM AnnenLsb.Drenthe@sovon.nl5. TwenteBen Hulsebos, Houtstraat 47581 BH Losser (053-4353790)Lsb.Twente@sovon.nl6. Overijssel-WestMartijn Bunskoek, Rijnlaan 225,8032 MZ Zwolle (06 461 56 707)Lsb.Overijsselwest@sovon.nl7. FlevolandRia Heemskerk, Rock & Rollstraat 181326 PX Almere (036-5230933)Lsb.Flevoland@sovon.nl8. Noord-Holland-Zuid (zie 1.)Lsb.Noordhollandzuid@sovon.nl9. Zuid-Holland-NoordRudi Terlouw en Diny Buisman,Boezemsingel 58,2831 XS Gouderak (0182-374346)Lsb.Zuidhollandnoord@sovon.nl10. UtrechtWilco Stoopendaal, J. Lievenshage 423437 NE Nieuwegein (030-6039479)Lsb.Utrecht@sovon.nl11. VeluweVacantLsb.Veluwe@sovon.nl12. AchterhoekHenk-Jan Hof, Ida Gerhardtsingel 65,7207 CK Zutphen (0575 571054)Lsb.Achterhoek@sovon.nl13. Grote RivierenJan van Diermen, Bonendaal 67231 GG Warnsveld (0571-528177)Lsb.Groterivieren@sovon.nl14. ZeelandJaco Walhout, Verweystraat 254331 TA Middelburg (0118-634717)Lsb.Zeeland@sovon.nl15. Brabant-WestWiel Poelmans, Schout Bakstraat 95037 MJ Tilburg (013-4688568)Lsb.Brabantwest@sovon.nl16. Brabant-OostGertrude van den Elzen,Dr. Schaepmanlaan 355463 CA Veghel (<strong>04</strong>13-340094)Lsb.Brabantoost@sovon.nl17. Limburg-NoordHans Peter Uebelgünn en GeertLamers, p/a Dorperweiden 275975 BA Sevenum (077) 4673<strong>04</strong>9Lsb.Limburgnoord@sovon.nl18. Limburg-ZuidJan Joost Bakhuizen,Sint Servaasbolwerk 26,6211 NB Maastricht (<strong>04</strong>3-3257523)Lsb.Limburgzuid@sovon.nl19. Zuid-Holland-ZuidRogier Verbeek, Tweede Reedwarsstraat 12,3312VM Dordrecht. (06-12091615)Lsb.Zuidhollandzuid@sovon.nl20. WaddengebiedLieuwe Dijksen, Fonteinsweg 9,1797 RK Den Hoorn (0222-312303)Lsb.Waddengebied@sovon.nlRegiocoördinatoren watervogeltellingen(ZO) Zoute Delta• Alle tellingenBas van den Boogaard(Rijkswaterstaat Waterdienst),Postbus 17, 8200 AA Lelystad06-29382197bas.vanden.boogaard@rws.nl(NH) Noord-Holland• Alle tellingenRoy Slaterus (p/a <strong>SOVON</strong>)06-4939<strong>04</strong>96roy.slaterus@sovon.nl(ZH) Zuid-Holland• Alle tellingenJan-Willem Vergeer (p/a <strong>SOVON</strong>)024-6848137jan-willem.vergeer@sovon.nl(ZL) Zeeland• Alle tellingenJan-Willem Vergeer (p/a <strong>SOVON</strong>)024-6848137jan-willem.vergeer@sovon.nl(FR) Friesland• Maandelijkse tellingenRomke Kleefstra (p/a <strong>SOVON</strong>)06-10646640romke.kleefstra@sovon.nl• MidwintertellingMarten Wesselius, Provincie FrieslandPostbus 20120, 8900 HM Leeuwarden058-2925166m.wesselius@fryslan.nl(GR) Groningen• Maandelijkse tellingenKees Koffijberg (p/a <strong>SOVON</strong>)024-6848111kees.koffijberg@t-online.de• MidwintertellingJelle Postma (p/a<strong>SOVON</strong>)06-49390506JellePostma@sovon.nl(DR) Drenthe• Maandelijkse tellingenJaap RuiterKwekebosweg 2, 7849 TA De Kiel0591-382070jaap-ruiter@planet.nl• MidwintertellingRené OosterhuisNijenoertweg 131, 9351 HR Leek0594-510102reneoosterhuis@hetnet.nl(FL) Flevoland• Alle tellingenJan Schoppers (p/a <strong>SOVON</strong>)024-6848111jan.schoppers@sovon.nl(OV) Overijssel• Alle tellingenGerrit Gerritsen, Provincie OverijsselPostbus 10078, 8000 GB Zwolle038-4998584gj.gerritsen@overijssel.nl(GL) Gelderland• Maandelijkse tellingenJan Schoppers (p/a <strong>SOVON</strong>)024-6848111jan.schoppers@sovon.nl• MidwintertellingHenk Hubers, Zonegge 06-196903 EN Zevenaar0316-331522hjg.hubers@telfort.nl(UT) Utrecht• Maandelijkse tellingenRoy Slaterus (p/a <strong>SOVON</strong>)06-4939<strong>04</strong>96roy.slaterus@sovon.nl• MidwintertellingMichel Klemann (p/a <strong>SOVON</strong>)024-6848111michel.klemann@sovon.nl(NB) Noord-Brabant• Maandelijkse tellingenVincent de Boer (p/a <strong>SOVON</strong>)(024) 68 48 136vincent.deboer@sovon.nl• MidwintertellingMark van der Zijden, Landeweel 34,4724 CW Wouw 0165-3<strong>04</strong>564mvdzijden@home.nl(LI) Limburg• Alle tellingenTon Cuijpers, Wilhelminalaan 266107 AK Stevensweert<strong>04</strong>75-551579a_cuijpers@hetnet.nl(WG) WaddengebiedRomke Kleefstra (p/a <strong>SOVON</strong>)06-10646640romke.kleefstra@sovon.nl(RG) Grote RivierenMarc van Roomen(p/a <strong>SOVON</strong>) 024-6848143marc.vanroomen@sovon.nlVoor de volgende regio’s geldt:informatie over coördinatie via<strong>SOVON</strong>, Rijksstraatweg 1786573 DG Beek-Ubbergen.(NZ) Noordzee,(IJ) IJsselmeer,(RM) Randmeren,(BR) Beneden Rivieren Gebied.


BETER DAN HET BLOTE OOGSNAP SHOT ADAPTER – VERDER FOTOGRAFERENMet de Snap Shot Adapter lukken ook op grote afstanden snapshotsvan opmerkelijke kwaliteit. De geraffineerde ring verbindt uw SWAROVSKI OPTIKverrekijker van de EL- of SLC-serie direct met uw digitale cameraen verandert de kijker zo in een foto-objectief.Leg nooit meer terugkerende ogenblikken eenvoudig vast!23<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4STANDAARD TOEBEHORENBehoort tot de leveromvang vanelke EL- en SLC-verrekijkerONGECOMPLICEERDEenvoudig op uw EL of SLCsteken en fotograferenZonder EL-/SLC-verrekijkerSEE THE UNSEENWWW.SWAROVSKIOPTIK.COMSWAROVSKI OPTIK BENELUXVerwelkomingsstraat 17, B-1070 BrusselTel. <strong>08</strong>00/022 19 63, Fax <strong>08</strong>00/022 13 93 (<strong>Nederland</strong>se nummers)info@swarovskioptik.beMet EL-/SLC-verrekijker enSnap Shot Adapter12_SSAB_<strong>SOVON</strong>_185x250+3_NL.indd 121.10.20<strong>08</strong> 7:55:02 Uhr


24Oproep Klapekster<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4WintertellingNet als vorig jaar wordt deze winter een landelijketelling van overwinterende Klapekstersgeorganiseerd. Hiertoe slaan Waarneming.nl en <strong>SOVON</strong> de handen ineen. De tellingvindt plaats gedurende twee weekends: 20/21december en 24/25 januari. Waarnemingenbuiten deze data om worden gebruikt alsaanvulling. ‘Nulwaarnemingen’ (gezochtnaar de soort, maar niet aangetroffen) zijneveneens waardevol; graag doorgeven dus!Meer informatie over de manier van tellenen doorgeven van waarnemingen is te vindenin de handleiding. Deze is te raadplegenvia de website van <strong>SOVON</strong> (www.sovon.nl) of Waarneming.nl (www.waarneming.nl). Eventuele correspondentie richten aan:klapekster@waarneming.nlMatthijs Broere (waarneming.nl)& Fred Hustings (<strong>SOVON</strong>)KleurringenOok dit najaar is het weer spannend: waarduiken gekleurringde Klapeksters op, enhoe ver verwijderd van de ringplaats? Vanaf2002 worden in drie gebieden overwinteraarsvoorzien van een unieke kleurringcombinatie:Veluwezoom, Centrale Veluwerondom Kootwijk en Engbertsdijksvenen Ov.Tot en met april 20<strong>08</strong> zijn in totaal bijna 40Klapeksters gekleurringd. Hoofddoel is omvast te stellen in hoeverre overwinteraarstrouw zijn aan hun winterterritorium en ofze zich ‘s winters verplaatsen binnen de terreinen;dit alles in relatie tot de voedselecologie.Meldingen zijn bekend tot uit Drenthe. Ook inFlevoland zouden Klapeksters met kleurringenkunnen opduiken (o.a. Oostvaardersplassen,Stille Kern), net als langs de Randmeren innatuurontwikkelingsgebieden (Vossemeer).Waarnemingen van gekleurringde Klapeksterszijn zeer welkom, in het bijzonder buiten devaste onderzoeksgebieden.Voor het onderzoek krijgen de vogels tweekleurringen per onderpoot (kleuren: aluminium,oranje, rood, mint, blauw, donkergroen,geel en wit; géén inscriptie). Een overzichtvan combinaties is te vinden op www.cr-birding.be. Noteer de positie van de ringen:linksboven/linksonder, rechtsboven/rechtsonder(met telescoop op 200 m zichtbaar).Vaak zullen de ringen niet goed zichtbaarzijn omdat de Klapekster ‘ineengedoken’ zit,waardoor lichaamsveren de poten verhullen.Echter, ook meldingen van deels ontcijferdecodes zijn welkom! Verder is natuurlijk dewaarneemdatum en de plek (zo nauwkeurigmogelijk) van belang. We hopen dat u bij hetzien van een Klapekster nu extra let op ringen,zodat we meer te weten kunnen komenover deze soort.De Klapeksteronderzoekers:Peter van den Akker, Andrea van den Bergen Symen Deuzeman.Meldingen doorgeven aan:Symen Deuzeman, Turfbergweg 8,7348 BD Radio Kootwijk (024-6848134of 06-51580059) of per email:symen.deuzeman@sovon.nl.U ontvangt dan een overzicht van alle waarnemingendie van de vogel bekend zijn.Klapekster, Oud Alblas, Oude Zuidebrug,24 december 20<strong>04</strong>. Foto: Arie OuwerkerkZondag 29 maart 2009 - specialeZONDAGSOPENINGexclusief voor <strong>SOVON</strong>-leden inde winkel van Vogelbescherming te Zeist.Op zondag 29 maart 2009 organiseert <strong>SOVON</strong> in samenwerking metVogelbescherming <strong>Nederland</strong> en Zeiss/Technolyt in de winkel vanVogelbescherming een speciale koopzondag voor <strong>SOVON</strong>-leden.Tijdens deze dag staan genoemde organisaties volledig tot uw beschikking.Wilt u uw Zeiss-kijker ter plekke laten schoonmaken of repareren,kom dan deze zondag naar de winkel van Vogelbescherming aande Boulevard 12 in Zeist en neem uw kijker mee. U kunt uiteraard ookallerhande vogelvragen stellen aan deskundige vogelaars, maar ookhet uitgebreide assortiment boeken, nestkasten en alles op het gebiedvan vogels bekijken. Daarnaast zijn er diverse spectaculaire acties enkortingen op onder andere verrekijkers en telescopen. Kijk te zijner tijdvoor meer informatie en kortingen op de <strong>SOVON</strong>-site.Vergeet uw <strong>SOVON</strong>-ledenpas niet!

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!