12.07.2015 Views

Natuuronderzoek 2012 03 - Waternet

Natuuronderzoek 2012 03 - Waternet

Natuuronderzoek 2012 03 - Waternet

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DECEMBER <strong>2012</strong>Jaargang 22nummer 3<strong>Natuuronderzoek</strong>Natuurberichten uit de Amsterdamse WaterleidingduinenVan de redactieU zult het redactieleden van blaadjes misschienwel vaker hebben horen zeggen of zien schrijven.Het is weer gelukt, hier is het volgende nummer!Dit keer was bij mij dat gevoel in ieder gevalméér aanwezig dan bij eerdere nummers.Vandaar dat ik die kreet hier maar even uit.Iets later dan u van ons gewend was, vermoedelijkkunt u het nummer onder de kerstboomlezen…, maar het derde nummer van dit jaar ligter. Dit ondanks alle drukte die het Europeseproject, waarover u in dit nummer ook kunt lezen,met zich meegebracht heeft binnen <strong>Waternet</strong>.Dat het nummer er ligt is niet op zijn minst tedanken aan het feit dat we per 1 novemberweer versterking hebben gekregen. Vincent vander Spek zal het eindredactieschap van dit bladop zich gaan nemen en heeft bij dit nummeralvast aan alle aspecten van deze taak kunnensnuffelen. Het zou mooi zijn als u hem verwentmet veel kopij.Ik hoop dat de artikelen in dit nummer weer bijdragenaan uw verwondering over en bewonderingvan de natuur in de AWD en u misschien ookaanzetten om ervaringen op papier te zetten.Maar in ieder geval wens ik u veel leesplezier.Luc GeelenInhoud:1 Van de redactiePoelen en oevers eiland van Rolvers3 Bron voor natuur4 Fotorubriek: Vogelvlucht5 Invasieve planten6 Grote grazers, kruipwilg en hommels7 Keizersmantels8 Korte berichten- Hangplekken- Witte engbloem- In memoriam Agnes BeckerColofonPOELEN EN OEVERSEILAND VAN ROLVERSWim KuijperIn het kader van het herstelbeheer poelen in de Amsterdamse Waterleidingduinen is een aantalpoelen in het Eiland van Rolvers onderzocht. De aanleiding is het dichtgroeien van poelen en plasjesdie daardoor geleidelijk onaantrekkelijk worden voor waterdieren en -planten. De bedoeling is omde betreffende poelen te schonen (modder en vegetatie in en rond de poel verwijderen). Voor dewerkzaamheden beginnen is met dit onderzoek de huidige situatie voor een deel van de fauna vastgelegd,zodat hier tijdens de werkzaamheden aan de poelen rekening mee gehouden kan worden.Zeef met larven heidelibellen (foto: Wim Kuijper)Geelgerande waterroofkever (foto: Wim Kuijper)Zeven en zoekenDe inventarisatie is in maart en juni <strong>2012</strong> verricht.De aandacht ging vooral uit naar slakken,libellenlarven en amfibieën. Daarnaast zijnaantekeningen gemaakt over de overige faunaen planten. Het onderzoek bestaat uit tweedelen: de waterdieren en -planten in de poelenen de landslakken in de oeverzone. Deze onderzochteoeverzone loopt van de waterlijn totenige meters daar vandaan. In deze zone levenveel landslakken en mogelijk bevindt zichdaartussen de beschermde nauwe korfslak(Vertigo angustior). Belangrijk is te beseffendat dit onderzoek een momentopname is:ongetwijfeld ontbreken in het onderzoek nogsoorten(groepen).Elk water is onderzocht door gedurende eenhalf uur (kleine poelen) tot anderhalf uur(grote poelen) met een ronde handzeef doorde vegetatie te scheppen en bodemmateriaaluit te zeven. In het veld werd de aanwezigemacrofauna (groepen of soorten) genoteerden weer teruggegooid.Langs de poelen werd in een enkele metersbrede zone op diverse plaatsen bodemmateriaal(strooisel) verzameld. Dit was afkomstigvan de zeer natte (waterlijn), vochtige en drogeplekken in zowel open situaties als in lage enhoge vegetaties (onder struiken en bomen).In totaal werd zo circa twee liter strooisel rondelke poel verzameld. Later werd dit thuis infracties gezeefd en uitgezocht onder een


2 <strong>Natuuronderzoek</strong> Jaargang 22, nummer 3, december <strong>2012</strong>microscoop. In de monsters bodemmateriaalwaren naast slakken (mollusken) veel anderedieren aanwezig. Deze zijn hier niet per monstervermeld. Het gaat om allerlei larven en poppen,spinnen, mieren, pseudoschorpioenen, kokerjufferlarven(Enoicyla pusilla), miljoenpoten,pissebedden, mijten, teken, springstaarten,wormen, wantsen, kevers e.d.ResultaatDe aangetroffen soorten (-groepen) kunnen indeze nieuwsbrief niet alle gemeld worden, daarvoorontbreekt de ruimte. Omdat de meestepoelen en plasjes nabij bomen en struikenliggen is in veel gevallen een laag bladresten opde bodem ontstaan. Veelal is een decimetersdikke zwarte modderlaag aanwezig. De maximalediepte is daardoor lastig te bepalen.Alle poelen zijn toegankelijk voor koeien. Dit ismeestal goed te zien door vraat en aanwezigekoeienvlaaien. De tweede inventarisatieronde(in juni) leverde meer dieren op, o.a. bij deamfibieën. In juni zijn larven regelmatig aanwezigen worden bijvoorbeeld jonge watersalamandersgevangen. De andere aangetroffensoorten zijn gewone pad en de bruine enboomkikker. In alle poelen komen amfibieënvoor, de aantallen soorten en individuenwisselen wel sterk.Ook de libellenlarven zijn in juni goed ontwikkelden gemakkelijk aan te tonen. Zij zijn invrij grote getale aanwezig. Herkend werden delarven van vuurjuffer, glassnijder, viervlek,vroege glazenmaker en diverse andere glazenmakers,heidelibellen en pantserjuffers.Een andere groep zijn de waterwantsen. Ze zijnin wisselende aantallen waargenomen. Naastniet gedetermineerde duikerwantsen, bootsmannetjesen schaatsenrijders noteerden we deaanwezigheid van dwergbootsmannetje, plattewaterwants, waterschorpioen en vijverloper.Niet op soort gedetermineerd zijn de waterkeversen hun larven, de wormen (o.a. bloedzuigersen platwormen), waterpissebedden,diverse larven (van wapenvliegen, muggen,eendagsvliegen, schietmotten, e.d.) en wat kleinspul (zoals mijten en watervlooien).De watermolluskenfauna is arm. Er leven in deonderzochte poelen in totaal 12 soorten slakkenen een erwtenmosseltje. De aangetroffensoorten zijn algemeen in Nederland.Onder de 22 soorten landslakken bevondenzich enkele korfslakken. De nauwe korfslak(Vertigo angustior) werd niet aangetoond.Langs enkele poelen komt een wat rijkere faunavoor. Opvallend op het Eiland van Rolvers zijn devondsten van het aardschijfje (Lucilla scintilla)en de stekelslak (Acanthinula aculeata).Per PoelPoel 1. Grote Oostelijke PoelDeze poel ligt in de oostpunt van het gebied.Geleidelijk aan raakt dit water steeds meerbegroeid (o.a. veel rus en struiken) en verdwijnthet open water. De plek is uniek in de AWD doorhet algemeen voorkomen van groot blaasjeskruid(Utricularia vulgaris) - niet gebaat bij eengrondige schoning van de poel. Daarnaast zienwe o.a. veel kransblad in de open stukjes wateren enkele m² veenmos. De fauna bestaat uiteen zestal soorten zoetwatermollusken, waaronderde in de AWD zeldzame kapslak(Acroloxus lacustris). Van de waterjuffers warenveel larven aanwezig. De landmolluskenfaunabestaat uit 13 soorten. Opmerkelijk is de vondstvan het aardschijfje (Lucilla scintilla), een ondergrondslevend slakje.Poel 5.Dit kleine water ligt iets ten westen van poel 1in een berkenbosje. De waterfauna is zeer arm:o.a. enkele watermollusken en veel waterpissebedden.De landmolluskenfauna bestaat uit10 algemene soorten. De waarnemingen gevengeen aanleiding om bij het schonen metbepaalde soorten rekening te houden.Poel 7.Een water in de noordoost rand met een matigrijke waterfauna. Onder de watermolluskenbevond zich de bronblaashoren (Physa fontinalis),die zeldzaam is in de AWD. Van de nuonderzochte poelen kwam Jenkins waterhorenalleen hier voor, al kan dit slakje in anderepoelen op het Eiland van Rolvers algemeenvoorkomen.De landmolluskenfauna bestaat uit 16 soorten,wat voor dit gebied vrij rijk is. Opmerkelijk is devondst van het aardschijfje, een ondergrondslevend slakje. Daarnaast vallen op: vale clausilia(Clausilia bidentata), gewone kristalslak(Vitrea crystallina), kleine korfslak (Vertigopusilla), gestreepte korfslak (Vertigo substriata).Het zijn soorten van bos(achtige)-gebieden,het aangrenzende populierenbos zal de oorzaakzijn van hun aanwezigheid. De poel groeit geheeldicht met vooral rus. Bij het schonen vandeze poel moeten delen onaangetast blijven,ook de wat hogere oever (boskant) zou vrij vanwerkzaamheden moeten blijven.Poel 8. Lange HoekplasPoel 8 ligt aan de zuidrand. In het water groeitopvallend veel fijn hoornblad en aarvederkruid.Tientallen jonge dieren van de kleine watersalamander(Trituris vulgaris) werden gevangen.Aan waterslakken konden slechts vijf soortenmet enkele individuen waargenomen worden.Ook zijn er opvallend weinig waterwantsen en–kevers. Libellenlarven waren daarentegenalgemeen aanwezig: van zowel de Echte libellenals van de Waterjuffers honderden larven vanenkele soorten. De landmolluskenfauna is vrijrijk en bestaat uit 17 soorten. Opvallend is deaanwezigheid van de stekelslak naast de poel.Dit dier komt in de AWD voornamelijk in watoudere loofbossen voor. Bij het schonen vandeze poel moeten delen onaangetast blijven(voor behoud van een deel van de libellenlarvenfauna),evenals een deel van de hogereoever waar de stekelslak leeft.Poel 9.Deze poel (twee poeltjes) ligt in het middenvan het Eiland van Rolvers. Er zijn verschillentussen de twee poeltjes. Er komen 7 soortenwatermollusken voor. De kapslak (Acroloxuslacustris) is een zeldzame verschijning in deAWD, slaapslak (Aplexa hypnorum) en leverbotslak(Galba truncatula) zijn kenmerkendvoor droogvallende oevers en poeltjes. Beidesoorten zijn op andere plekken op het Eilandvan Rolvers algemener. Er waren tientallenlibellen en juffers aanwezig. Daarnaast levenhier veel kevertjes, schaatsenrijders en dekleine watersalamander. De landmolluskenfaunabestaat uit 7soorten. Mogelijk is hetschonen van een klein deel van de poeltjes(1 oever) voldoende en kan een naastgelegenvochtig terreindeel uitgediept worden.Overzicht poelenPoel 11.In de zuidwest punt van het gebied. Er werden5 soorten watermollusken aangetroffen.Libellenlarven waren vrij algemeen met tientallenechte libellen en honderden waterjuffers,waaronder de vuurjuffer. De landmolluskenfaunabestaat uit 8 soorten. Bij voorkeurworden delen van de poel niet geschoond.


3 <strong>Natuuronderzoek</strong> Jaargang 22, nummer 3, december <strong>2012</strong>Amsterdamse Duinenbronvoor natuurLuc GeelenEr wappert een Europese vlag op het kantoor van de natuurbeheerder van <strong>Waternet</strong>. Dit is niet omdat de Nobelprijs voor de vrede aan de EU verleend ismaar omdat <strong>Waternet</strong> een vorstelijke bijdrage van ca 1,2 M€ uit de Europese LIFE+ subsidiepot ontvangen heeft voor het herstel van natuur in deAmsterdamse Waterleidingduinen. Waarom stuurt de EU zovel geld onze kant op? En wat gaat <strong>Waternet</strong> er mee doen? Een korte introductie in projectLIFE 11 NAT/NL/776 oftewel ”Amsterdam Dunes - source for nature, dune habitat restoration project”.Poel1 Eiland van Rolvers vóór schonen(foto: Willem Stuulen)Poel1 Eiland van Rolvers(foto: Luc Geelen)Poel1 Eiland van Rolvers na schonen(foto: Willem Stuulen)De Amsterdamse Waterleidingduinen makendeel uit van het Natura 2000 gebied Kennemerland-zuid.Natura 2000 is in de Europese Uniehet belangrijkste instrument om de biodiversiteitvan Europa te beschermen. Het is eenecologisch netwerk van beschermde gebieden,opgezet om het voortbestaan van de meestwaardevolle soorten en habitats van Europa tegaranderen. Natura 2000 is gebaseerd op deVogelrichtlijn van 1979 en de habitatrichtlijnvan 1992. De groene infrastructuur biedt garantiesvoor tal van ecosysteemdiensten, zoals inons geval een veilige drinkwaterproductie,en zorgt ervoor dat de natuurlijke systemenvan Europa gezond en veerkrachtig blijven.Het areaal van de te beschermen habitattypenis echter in omvang en kwaliteit achteruitgegaanvooral door verdroging, verzuring envermesting door luchtverontreiniging (stikstofdepositie).Dit heeft op grote schaal geleid totverruiging en tot ophoping van stikstofrijkorganisch materiaal in de bovengrond. Daarnaasthebben we te maken met een enormeuitbreiding van de invasieve exoot: AmerikaanseVogelkers, die over alle duinhabitats heengroeideen zo een bedreiging vormt voor degebiedseigen natuurwaarden.Voor de AWD is die trend tussen 1997 en2006 weergegeven in tabel 1.De weg naar herstelDoel van het project is om 350 ha van de kenmerkendehabitattypen in de AWD te herstellenen de kwaliteit te verbeteren. We richten onsmet name op het prioritaire habitattype grijzeduinen (soortenrijke duingraslanden) en dehabitattypen struwelen met duindoorn envochtige duinvalleien (zie tabel 1).In de laatste decennia zijn door (inter)nationaalen regionaal overheidsbeleid de milieuproblemenal flink aangepakt: de wijze van waterwinningin het gebied is aangepast en het grondwaterpeilis weer gestegen; de stikstofdepositieis aanzienlijk verminderd door generieke maatregelenin o.a. industrie en verkeer. Om daad-werkelijk natuurherstel te krijgen en de hierbovengenoemde doelen te bereiken is hetnodig dat de effecten van de verdroging envermesting worden aangepakt door verwijderingvan de stikstofrijke bovenlaag van debodem en het verwijderen van hiermee samenhangendebegroeiing.Maatregelen op maatDe uitvoeringsmaatregelen in het project zijngericht op het verwijderen van begroeiing enorganisch bodemmateriaal en op het opstartenvan opvolgend herstelbeheer. Dit is per locatieafhankelijk van de uitgangssituatie en hetspecifieke doel ter plekke. Struiken of bomenworden verwijderd en er wordt door te plaggeneen meer of minder dikke bovenlaag van debodem verwijderd. Ook worden maatregelengenomen om de kans op terugkeer van invasievesoorten zoals Amerikaanse vogelkers teverkleinen. Brongebieden met doelsoortenworden juist met piketten beschermd.Op de kaart zijn de verschillende deelgebiedenwaar we komende jaren aan de slag willen gaanweergegeven. Na de uitvoering van bovengenoemdemaatregelen is een periode vannabeheer nodig die of aanvullend is op hetreguliere beheer of een tijdelijke intensiveringdaarvan inhoudt.Deze winter zijn we al aan de slag op deTonneblink, Pollenberg-Museumduin, in vogelkersstruweelbij het Groot Zwarteveld en bijeen poel op het Eiland van Rolvers.Meten is wetenOm te bepalen of de maatregelen effectief zijnwordt de uitgangssituatie van de terreinen waarde maatregelen plaatsvinden vastgelegd en deeffecten worden gemonitord. Hiertoe is eenmonitoring programma opgesteld. We vindenhet leuk als ook het monitoringwerk van onzevrijwilligers kan worden ingezet bij dit project!Ook gaan we het beheer met een groep internationaleduinexperts bespreken en hopen zo ookgebruik te maken van kennis uit het buitenland.Habitattype1 (ha) achteruitgang (’97-’06) toename areaal verbetering kwaliteit totaalH2130 - 168 77 158 235H2160 - 94 18 80 98H2190 - 19 11 6 17Totaal - 281 106 244 3501 H2130 = grijs duin (duingraslanden); H2160 = duindoornstruweel; H2190 = vochtige duinvallei


4 <strong>Natuuronderzoek</strong> Jaargang 22, nummer 3, december <strong>2012</strong>Samenvattend‘Amsterdamse Waterleidingduinen - bron voornatuur, duinherstelproject’ is een project van<strong>Waternet</strong>. Het project heeft een omvang van€ 2.483.024,- en ontvangt 50% subsie uit deEuropese LIFE+ subsidie. We zijn gestart per1 juni <strong>2012</strong> en de geplande einddatum is31 december 2016. Meer weten? Bezoek onsdan op: https://www.waternet.nl/life/ of bijthema-excursies in het duin!Uitzetten werk Tonneblink met GPS(foto: Luc Geelen)Plaggen Tonneblink(foto: Willem Stuulen)FotorubriekIn Vogelvlucht Gert BaeyensHet vliegtuigje van Harm Botman hangt preciesboven de Pan van de Houtpoort en ’kijkt’ inzuidelijke richting over de lange duinrug van hetRozenwaterveld. Aan het eind van de foto ligthet Museumduin. De bedding van het Van derVlietkanaal doorsnijdt nog net de rechterbovenhoek.Op de lange westhelling, zo bekend omzijn duinroosjes, neemt de hoogte vanaf hetkanaal langzaam toe tot duintoppen van wel34m +NAP, zoals de Pollenberg. De oosthellingis abrupt steil maar in die lijzijde vinden bossen,aangeplant of niet, beschutting tegen wind(en zout?). Het mozaïek van meidoorns, kruiden,mossen en stuivend zand ontwikkelt zich verder.Waar gaat het naartoe? Zijn er inderdaad meermeidoorns gekomen? De groene gloed geeftin ieder geval een beeld van de sterk vergrasteduinroosjesvegetaties. Duinriet lijkt het daarover te nemen. Dit najaar zal er in de verruigdeduinroosjesvegetatie gemaaid en geplagdworden (zie LIFE+ project elders in dit nummer).Het mozaïekpatroon zal hierdoor verder versterken.Wat er op de voorgrond uitspringt,zijn de duindoorns die een langwerpig eilandvormen. Omstreeks 1976 is hier geprobeerdeen bunker op te blazen. Met veel geweldgingen wat stenen en beton de lucht in, maarvooral de enorme bodemverstoring liet eenlitteken in het landschap - tot de dag van vandaag.Langs de weg liggen nog meer bunkersonder zand en struiken verstopt. De duindoorneilandente midden van de duinroosvegetatieduiden op een hoger kalkgehalte in de bodem.Wat wil je? Bij verstuiving kwam zand uit dediepere lagen naar boven met een iets hogerkalkgehalte dan de reeds langer uitgespoeldeomgeving. En zo’n beetje meer kalk, daar zegteen duindoorn geen nee tegen. Helemaal onderaande foto liggen twee stuifvlakken die nietalleen door de wind, maar ook door afspoelendregenwater en betreding open blijven. Vooral inhet meest rechtse vlak houden voeten, hoevenen poten een wissel open.(foto: Harm Botman)


8 <strong>Natuuronderzoek</strong> Jaargang 22, nummer 3, december <strong>2012</strong>Korte berichtenHangplekken geoptimaliseerdBij de aanleg van de Natuurbrug komen tweebunkers onder het zand te liggen. Één daarvanwerd intensief gebruikt door overwinterendevleermuizen. Van deze bunker wordt de invliegmogelijkheidaangepast. Maar omdat het effecthiervan onzeker is worden daarnaast ter compensatievijf van de tien aanwezige bunkers opde Stokmansberg geoptimaliseerd als vleermuisverblijf.Na inrichting van ingang eninterieur zullen deze vijf bunkers hoogst waarschijnlijkintensiever door vleermuizen wordengebruikt. Er zijn verschillende maatregelengetroffen. Zo is er een lekgat in het plafondmet pilaar aangebracht, is er een staandeafsluiting van de ingang, zijn per bunker twintigboorgaten in de wanden aangebracht alshangplekken, zijn raamgaten met plaatstaalafgedicht en is zand uit de ingang verwijderd.Ook aan andere dieren werd gedacht. Zo zijner opstaande randen en drempels gemaaktzodat padden niet naar binnen kunnen vallen.Zelfs aan de vrijwillige onderzoekers is gedacht:er zijn drie ijzeren traptreden onder deingang geplaatst, zodat het in- en uitklimmenmakkelijker is.De ecologische begeleiding vond plaats doorAnne-Jifke Haarsma. Op 3 oktober <strong>2012</strong> vondeen keuring plaats van de verrichte werkzaamheden.Het microklimaat van de geoptimaliseerdebunkers lijkt ruimschoots te voldoenaan de eisen die vleermuizen aan hun paar -enoverwinteringsverblijfplaats stellen. Het lekwatervan de regenperiode in week 38 en 39kwam op meerdere plekken al naar binnen.De regen later dit najaar zal het binnenklimaatalleen nog maar meer bevorderen. Het is nuafwachten hoeveel vleermuizen gebruik zullenmaken van het ruime aanbod aan hangplekken.Het gebruik van de bunkers zal komende jarendoor leden van de vleermuiswerkgroep wordengemonitoord. Hierbij zal worden bijgehoudenwelke hangplekken gebruikt worden.De ver zamelde gegevens worden gebruikt bijeventuele vergelijkbare projecten.Het eindoordeel van Anne-Jifke: zeer tevreden!We zijn benieuwd of de vleermuizen er ook zoover denken en deze winter hun nieuwe hangplekkenweten te vinden!Witte engbloemWitte engbloem (Vincetoxicum hirundinaria )is een niet alledaagse verschijning in Nederland,uiterst zeldzaam in Limburg en pas recent inde duinen waargenomen. Engbloem is eenoverblijvende plant met een korte wortelstok.De bladeren, die kruisgewijs tegenover elkaarstaan, zijn 8 tot 12 cm lang en donkergroentot blauwgroen. De bloeitijd is van mei totaugustus en de bloemen zijn (geel)wit en totcirca 1 cm groot. Zijn latijnse naam dankt hijaan de braakverwekkende eigenschappenvan de wortel, vroeger werd engbloemwortelgebruik als ’tegengif’ (=Vincetoxicum).De soortsnaam hirundinaria houdt verbandmet de zwaluwstaartachtige vorm van deopenbarstende vruchten.In memoriam Agnes Becker (1918-<strong>2012</strong>)Op 27 juli namen familie en vrienden afscheid van Agnes, natuuronderzoekster die tot voorkort nog actief was in de AWD. Velen wisten Agnes te vinden voor de determinaties vanpaddenstoelen, maar ook planten hadden haar belangstelling. Hoe moeilijk of onooglijk ook,met haar scherpe oog en grote ervaring wist Agnes bijna elke paddenstoel op naam te brengen.Tot in de winter van <strong>2012</strong> ging ze nog geregeld met haar groepje de AWD in voor de monitoringvan grasland paddestoelen en het opsporen van nieuwe soorten. Dat we in de AWD één vande soortenrijkste kilometerhokken op het gebied van paddenstoelen hebben is mede te dankenaan haar jarenlange onderzoek. Tijdens de uitvaartdienst werd een door haarzelf gekozen liedvan Gezang 479 gezongen dat een mooi beeld schets van haar bewondering voor de natuur:Gij hebt de bloemen op de velden met koninklijke pracht bekleed.De zorgeloze vogels melden, dat Gij uw schepping niet vergeet.’t Is alles een gelijkenis van meer dan aards geheimnis.Belangstellend, onderwijzend, kritisch maar altijd vrolijk , zo herinneren we ons Agnes.Joop MourikColofonRedactie:Luc Geelen (hoofdredacteur)Mark van Til (redacteur)Martin Jonker (redacteur)Vincent van der Spek (redacteur)Paul van der StapReacties op artikelen zijn altijd welkom.Stuur deze naar:<strong>Waternet</strong>, afdeling Bron & NatuurbeheerVogelenzangseweg 21, 2114 BA Vogelenzange-mail: annelies.botschuijver@waternet.nlOvername en bewerking van artikelen,gegevens en illustraties uit deze uitgaveis alléén toegestaan met bronvermeldingen uitsluitend na verkregen toestemmingvan de redactie en - indien ondertekend -van de auteur(s).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!