12.07.2015 Views

Authentieke versie downloaden (pdf) - Officiële bekendmakingen

Authentieke versie downloaden (pdf) - Officiële bekendmakingen

Authentieke versie downloaden (pdf) - Officiële bekendmakingen

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ict-schoolportrettenNatuurwetenschappelijkevakkenvoorjaar 2002


2ColofonAan ict-schoolportretten werken mee: Jonneke Adolfsen, Marja Blom, Jet ten Brinke,Daniel Bourguignon, Anita Buis, Rikky Dekkers, Peter van den Dool, Inge Drewes, Ben de Goei,Wim van de Grift, Jans Haandrikman, Piet Helmholt, Ad Hermans, Clementine van den Hoek,Pieter Hogenbirk, Nico de Jong, Liesbeth Klaver, Ron van der Kooy, Gerbo Korevaar,Jos de Mulder, Theo Muntingh, Hennie van den Nieuwenhof, Bert Jaap van Oel, Marry Remery,Ferry de Rijcke, Rob Roozenburg, Jac Schreuder, Dieter Steinbusch, Leny Tabak,Marijke ter Veer-Bos, Jacqueline de Veth, Bouke de Vos, Irene Wieling, Jaco Wijsman,Jurrie Zaat, Heim MeijerinkEindredactie: Pauw|Sanders|Zeilstra & van Spaendonck, Den HaagOntwerp: Vorm Vijf Ontwerpteam, Den HaagDruk: Pallas Offset, Den Haag, oktober 2002


3InhoudsopgaveVoorwoord. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6Amstel Instituut in Amsterdam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13Einstein Lyceum in Hoogvliet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21Merletcollege in Cuijk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29Belcampo in Groningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39RSG Magister Alvinus in Sneek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49Scholengroep Cambium in Zaltbommel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56Een goed gesprek… met experts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69Een onthullend gesprek… met educatieve uitgevers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71Bijlage: Voorbeelden van stimulerend ict-gebruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75Suggesties voor meer informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85


4Over de ict-schoolportrettenIn de afgelopen twee jaar zijn door de onderwijsinspectie ruim40 ict-schoolportretten gemaakt in binnen- en buitenland.Daarmee is een goed beeld ontstaan van wat vernieuwende,creatieve scholen met ict in hun onderwijs nastreven.De ict-schoolportretten hebben drie functies. Allereerst kunnenze mensen in andere scholen inspireren. Bovendien bieden zebeleidsmakers interessante informatie over de huidige enwenselijke situatie op scholen. Tot slot helpen de portrettenduidelijker zicht te krijgen op wat met ict in het onderwijsmogelijk is. Op de langere termijn kunnen ze bijdragen aan deformulering van nieuwe kwaliteitsstandaarden in het onderwijs.Op dit moment werkt de inspectie aan thematische portrettendie ict-ontwikkelingen voor een bepaald vak of thema in beeldbrengen. Zij zijn niet gebonden aan één school. Er wordt gekekennaar de praktijk in het primaire proces van een aantal scholen,maar ook naar bijvoorbeeld het werk van gespecialiseerdeexpertisecentra, netwerken van scholen en initiatieven vanuitgevers of schoolbegeleidingsdiensten. Een portret geeft zoeen beeld van innovatieve praktijken in Nederland waar ict eencruciale rol speelt.Verschenen is inmiddels ‘Rekenen en Wiskunde in het primaironderwijs’. In voorbereiding zijn portretten over de modernevreemde talen, beroepsgerichte vakken in de technische sector,de veranderende rollen van personeel in het onderwijs en ict eninternationalisering.Ook wordt gewerkt aan een eerste deel van een drieluik overde experimentele 21e Carmelschool, inmiddels/21 (slash 21)gedoopt, en aan een verzameling van kleinere voorbeelden vanvernieuwingen binnen scholen onder de titel ‘Miniaturen’.Vóór de zomer verscheen een ict-portret over lokale samenwerkingin Enschede dat laat zien hoe scholen profiteren van samenwerkingmet andere scholen, instellingen, bedrijven of lokale overheden.De invalshoek is de betekenis van deze samenwerking voor hetprimaire proces: leren en lesgeven. Onderwerpen die aan de ordekomen zijn: didactische expertise, deskundigheidsbevordering,infrastructuur gemeenschappelijke inkoop en systeembeheer,investerings- en financieringsarrangementen, gebouwen.Het gaat dan vooral om de zeggenschap in samenwerkingsverbanden,om de motieven van betrokkenen en over het oordeelvan scholen over het rendement van samenwerking. Later dit jaarvolgt een soortgelijk portret over Den Haag. Voor het maken vandeze portretten wordt samengewerkt met de stichting Ict opSchool.De ict-schoolportretten vindt u opwww.onderwijsinspectie.nl/ictschoolportretten. Daar vindt ubinnenkort ook van sommige scholen, die nu alweer een tijdgeleden bezocht zijn een zogenaamde up-date. Er kan immersin een paar jaar veel veranderen in het onderwijs, zeker als hetom het gebruik van ict gaat!


Natuurwetenschappelijke vakkenVoorwoord5VoorwoordDit thematische ict-schoolportret over de natuurwetenschappelijke vakken maakt goedevoorbeelden van ict-gebruik zichtbaar (in het onderwijs in de natuurwetenschappelijkevakken) in het voortgezet onderwijs, dat wil zeggen in Biologie, Natuurkunde, Scheikunde,Algemene Natuurwetenschappen en Techniek, alsmede combinaties van deze vakkenzoals Natuuronderwijs of Science.Gebruik van ict lijkt bij de natuurwetenschappelijke vakken van alle schoolvakken hetmeest voor de hand te liggen. Natuurkunde en Techniek spelen immers een cruciale rolbij de ontwikkeling van informatietechnologie. Uit de verkenning die we in Nederlandhebben gedaan blijkt de feitelijke betekenis van ict voor de natuurwetenschappelijkevakken echter daar niet toe beperkt. Juist ook deze vakken blijken te kunnen profiterenvan de didactische mogelijkheden van ict en van de vergroting van de toegankelijkheidvan bronnen. Het gaat niet alleen om leren over ict maar ook, en vooral, om leren metbehulp van ict.Het Expertisecentrum voor ict en de natuurwetenschappelijke vakken, het AmstelInstituut, heeft het maken van deze bundel op een aantal manieren ondersteund.We hebben gebruik gemaakt van de visie van het Amstel Instituut en hen geraadpleegdbij het vinden van goede voorbeeldscholen. Tegelijkertijd is het Amstel Instituutook onderwerp van dit portret. We hebben ook andere experts en educatieve uitgeversbevraagd op hun visie op ict in de natuurwetenschappelijke vakken. Een aantal vanhen heeft deelgenomen aan de schoolbezoeken.De harde kern van deze bundel wordt gevormd door de portretten van vijf scholen,die op verschillende manieren ict inzetten en gebruiken om hun onderwijs nieuw elante geven en hun leerlingen te boeien. Zij zijn inspirerende voorbeelden voor hun vakgenotenen laten zien welke betekenis ict voor kwalitatief goed onderwijs kan hebben.Ferry de Rijcke, coördinerend staf-inspecteurPieter Hogenbirk, inspecteur voortgezet onderwijsAugustus 2002


6InleidingIct in de natuurwetenschappelijke vakken in het voIn deze bundel laten we zien wat de effecten en voordelen zijn van goed gebruik vanict in de natuurwetenschappelijke vakken. We zullen daarbij tevens categorieën vangebruik aangeven, geïllustreerd met een aantal voorbeelden. Aan het einde van dezeinleiding blikken we terug op de opgedane ervaringen en indrukken en kijken we naarde toekomst.Na de inleiding beschrijven we in hoofdstuk 1 het Expertisecentrum voor ict-gebruik inde natuurwetenschappelijke vakken, het Amstel Instituut, eveneens met voorbeeldenvan toepassingen en interessante projecten. De kern van deze publicatie wordt gevormddoor een vijftal portretten van scholen waarin het ict-gebruik in de natuurwetenschappelijkevakken al een bepaalde vorm heeft aangenomen. In de eerste school(het Einstein Lyceum) staat men aan het begin van de ontwikkeling. We woonden ereen scholingsdag over ict-gebruik bij. Voor de andere vier schoolportretten warenvoor ons twee aspecten van groot belang bij het beoordelen van de waarde van degoede praktijken:- het ict-gebruik in de natuurwetenschappelijke vakken is geïntegreerd in het schoolbeleidrond ict;- het ict-gebruik is binnen de natuurwetenschappelijke vakken zo goed mogelijkafgestemd. Er ligt bijvoorbeeld een gezamenlijke visie op vaardigheidsontwikkelingaan ten grondslag, of een gezamenlijk gebruik van een science-lab, of een gezamenlijkeaanpak van het profiel- of sectorwerkstuk, en dergelijke.In deze schoolbeschrijvingen komen uiteraard ook veel toepassingen en voorbeeldenvoor. Na de portretten vindt u een weergave van een gesprek met experts op hetgebied van ict-gebruik in de natuurwetenschappelijke vakken (hoofdstuk 7) en meteducatieve uitgevers (hoofdstuk 8). In de bijlage is nog een aantal verwijzingen naarbronnen en good practices opgenomen.Ict-gebruik een must in de exacte vakkenToegepast leren (in het algemeen, maar vooral ook in het beroepsonderwijs) wordtsinds jaar en dag ondergewaardeerd. Dat ligt voor een belangrijk deel aan het onderwijszelf, dat vaak erg is gericht op het opdoen van kennis. Daarbij komt dat techniekonderwijsnog sterk wordt geassocieerd met saai en relatief moeilijk. Ook het imagovan de techniekvakken (en meer in het algemeen de exacte vakken) is niet sterk:meestal worden de vakken geassocieerd met industriële en maakberoepen, terwijljuist de laatste jaren steeds duidelijker wordt dat het toepassen van technische kennisin veel meer beroepenvelden een rol speelt en ook veel andere competenties vraagt.Dit alles resulteert in een tamelijk dramatische terugloop van het aantal leerlingendat voor technische richtingen kiest in het vmbo en van leerlingen dat de natuurprofielenkiest in het havo/vwo.


Natuurwetenschappelijke vakkenInleiding7Wat kan het onderwijs doen om dit tij te keren? AXIS (www.platform-axis.nl) geeft ineen rapport een aantal oplossingsrichtingen, waarvan we er enkele noemen:- jongeren al vroeg (in het basisonderwijs) met techniek, technologie en natuurwetenschappelijkevakken in aanraking brengen, waarbij de nadruk moet ligt op detoepassingen en de proceskant;- exacte vakken in het voortgezet leuker en aantrekkelijker maken door meer aandachtte geven aan toepassingsmogelijkheden en aan levensechte, contextrijke probleemstellingen;- meer ruimte geven aan andere werkvormen en rijkere leeromgevingen.De rol van ict-gebruikWelke rol kan het gebruik van ict bij deze zeer gewenst verbeteringen van het onderwijsspelen? In deze publicatie beperken we ons tot het ict-gebruik in de natuurwetenschappelijkevakken, te weten Natuurkunde, Scheikunde, Biologie in het gehele vo,Algemene Natuurwetenschappen in de Tweede Fase, alsook het vak Techniek in debasisvorming.Ict kan op een groot aantal manieren op een zinvolle wijze in worden gezet bij denatuurwetenschappen. Die manieren zijn te ordenen naar een drietal hoofdcategorieën.1Vakinhoudelijk curriculumMet ict kan het onderzoekend leren in de natuurwetenschappelijke vakken wordenbevorderd en kunnen onderzoeks- en ontwerpvaardigheden worden aangeleerd.Ict-eindtermen en doelen zijn dan ook opgenomen in de examenprogramma’s vmboen havo/vwo en de kerndoelen van de basisvorming. Ook een aantal specifieke ictonderdelen,bijvoorbeeld fysische informatica in Natuurkunde havo/vwo en TechnischTekenen in het vmbo, hebben in examenprogramma’s een plaats gekregen.Een goed overzicht van deze ict-eindtermen is te vinden op http://ict.slo.nl/doelen/.De complete examenprogramma’s zijn te vinden op http://cfi.kennisnet.nl.2 DidactischEr kan met ict een duidelijkere koppeling naar de realiteit en de actualiteit wordengelegd. Bij sommige onderdelen van de vakken kan met ict het didactisch handelenvan de docent worden versterkt doordat bepaalde concepten beter en meer beeldendkunnen worden benaderd. Ook kan de beeldvorming van de natuurwetenschappelijkevakken vernieuwd en meer bij de tijd worden gemaakt. Zoals ook bij andere vakkenhet geval is kan het gebruik van ict de motivatie van leerlingen vergroten en voor eenbetere aansluiting bij de belevingswereld van de leerlingen zorgdragen.3OrganisatorischDe inzet van ict is onmisbaar bij het meer zelfstandig werken van leerlingen in hetkader van het studiehuis, waaronder praktische opdrachten en profielwerkstuk,en van projecten en vakoverstijgende onderzoeken (sectorwerkstuk) in basisvormingen vmbo. Ook levert het gebruik van ict meer mogelijkheden tot (vormen van)differentiatie, de realisatie van meer individuele leertrajecten of juist het versterkenvan samenwerkend leren.


8De verschijningsvormen van ict binnen de natuurwetenschappelijke vakkenOm deze verschillende categorieën wat meer te laten leven geven we een paarkarakteristieke voorbeelden van ict-gebruik in de natuurwetenschappelijke vakken.Vakinhoudelijk curriculum: meten en verwerken- Data-acquisitie via sensoren en interface met de computer, waarmee bij experimentenin de natuurwetenschappelijke vakken nauwkeuriger, sneller en/of langduriger kanworden gemeten. Voorbeelden zijn het meten van de hartslag, temperatuur, winden luchtdruk bij het weer, de samenstelling van vervuild water bepalen, effecten vanbotsingen onderzoeken, enz. De facto standaard in het Nederlandse onderwijs voormeten via de computer is de hard- en software van het Amstel Instituut: Coach.Zie ook hoofdstuk 1 voor een beschrijving van Coach en de vele voorbeelden vangebruik in de schoolportretten.- Data-acquisitie via dataloggers; kleine handzame apparaatjes waarmee gemakkelijkerveldwerk kan worden gedaan. Een voorbeeld is het materiaal van de firma Pasco,waarin sensoren met een enkele klik aan een interface en aan de computer wordengekoppeld via de USB-aansluiting.- Data-acquisitie via video-opnamen, waar met behulp van real life verschijnselen kanworden gemeten zonder de proef zelf te hoeven uitvoeren (vb. de valbeweging vaneen bal opmeten aan de hand van een korte video; via Coach zijn hiervan al eenbeperkt aantal voorbeelden beschikbaar).- Data-verwerking binnen een meetomgeving, waarmee de gegevens van eenexperiment eenvoudig kunnen worden omgezet in diagrammen en tabellen waaropallerlei analyses kunnen worden gedaan. Zo kun je van grafieken de steilheid bepalen,je kunt een berekende variabele in grafiek zetten, ‘best-fits’ maken, enzovoort.- Het aansturen van en regelen met kleine fysieke modellen binnen Techniek enNatuurkunde. Een voorbeeld is het gebruik van de robot van LEGO, een verkeerspleintjeof de ‘intelligente steen’, of het koppelen van de computer aan het systeembordvan CMA dat speciaal voor het onderwerp fysische informatica is ontwikkeld.- Specifieke digitale leeromgevingen, waarin informatie, leeractiviteiten en somstoetsing is opgenomen. Nederlandstalige voorbeelden zijn het Heelal van het APS,‘biologie buiten het boekje’ en het pakket @NA, beide ontwikkeld door het AmstelInstituut.Didactisch: simulaties en bronnen- Simulaties en beperkte leeromgevingen op cd-rom, waarmee een bepaald onderdeelvan de natuurwetenschappelijke vakken via een interactieve toepassing wordtuitgelegd. Voorbeelden zijn programma’s met titels als elektriciteit en magnetisme,licht en geluid, milieu, materialen.- Simulaties en zogenaamde applets op internet. Dat zijn kleine programma’s die jeeenvoudig door het invoeren van een variabelen of door aanklikken kunt activeren.Soms zijn daar dan weer metingen aan te verrichten. Bekende voorbeelden zijn delenzenwet en de werking van het oog, de momentenwet, radioactief verval, DNAstructuren,de menstruatiecyclus, enz. Veel voorbeelden van applets zijn te vinden


Natuurwetenschappelijke vakkenInleiding9bij de vakwijzers op Kennisnet (http://vakwijzer.kennisnet.nl) of op sommige schoolsites(zie het voorbeeld van de Meergronden in de bijlage).- Open simuleeromgevingen waarmee allerlei virtueel onderzoek kan worden nagebootst.Voorbeelden zijn de programma’s Interactive Physics met ondermeer de High Jumpvan Dick Fosbury, Crocodile Physics, waarin bijvoorbeeld met elektrische schakelingenkan worden geoefend, Crocodile Chemics met reacties, Fable multimedia, metsimulaties van bewegingen, golven e.d..- Modelomgevingen, waarin leerlingen zelf via een wiskundig model een verschijnselsimuleren. Zo kun je in het al genoemde Coach bewegingen met wrijving metmodellen doorrekenen die ‘klassiek’ niet op vo-niveau zijn te berekenen.- Internet als informatiemedium zowel voor passieve informatie als voor actuelegegevens. Uit de vele voorbeelden noemen we er een paar: de site www.euroncap.comwaarop de veiligheidsbeoordeling van allerlei auto’s via botsproeven is te vinden,een woordenboek organische chemie op www.woc.sci.kun.nl, actuele weergegevensop www.knmi.nl, enz..- Encyclopedische toepassingen op cd-rom. Dat varieert van een cd-rom als Thehuman body met een overzicht van alles wat met het menselijk lichaam te makenheeft tot een cd-rom over de uitvindingen van Leonardo da Vinci.Organisatorisch- Standaardtoepassingen zoals tekstverwerker, spreadsheets en presentatieprogramma’szijn bruikbaar bij allerlei opdrachten, zoals het maken van een verslag, het berekenenvan de kostprijs van elektrische apparaten, het maken van een interactieve presentatie.Zie bijvoorbeeld Belcampo in Groningen.- Remote lab, waarin een experiment op een andere plaats (bijv. een universiteit) kanworden uitgevoerd of gevolgd door leerlingen.- Het toepassen van communicatieve programmatuur om gegevens van over de helewereld te verzamelen en te vergelijken. Bekende voorbeelden zijn allerlei milieuprojecten,een project rond het vóórkomen van pissebedden in Engeland, 2003 alshet Jaar van het Water, uitgeroepen door de Unesco, enz..- Generieke digitale leeromgevingen zoals Blackboard, Virtual school, waarin opdrachtenen lessequenties voor leerlingen kunnen worden vastgelegd. Zie bijvoorbeeldMagister Alvinus.- Toetsomgevingen, waarin (meestal) multiple-choise-vragen kunnen worden afgenomenof met oefenmateriaal t.b.v examentraining.Wat hebben we geleerd?Wat zijn de belangrijkste conclusies die wij kunnen trekken over ict-gebruik in debinas-vakken en Techniek? We zijn het schrijven van dit thematische portret begonnenmet een paar (on)uitgesproken gedachtes. Sommigen van ons keken als typische alfamet enig ontzag naar die natuurwetenschappelijke vakken op en vreesden halverwegede draad wel te zullen kwijtraken. Anderen waren wat meer ingevoerd, maar haddener weinig vertrouwen in dat we goede praktijken en voorbeelden op het spoor zouden


10komen. Beide hypotheses hebben we op natuurwetenschappelijke manier, hoewel ookwel wat subjectief, kunnen weerleggen.Na de sprankelende scholingsdag die voor ons was geregeld door het Amstel Instituut(vanaf deze plaats nog onze dank daarvoor) begon het zoeken naar scholen die onsnaar uitdagende en enthousiasmerende portretten zouden kunnen leiden. Eigenlijkhebben we die relatief gemakkelijk kunnen vinden. En als we meer tijd hadden gehadhadden we nog talloze andere voorbeelden en toepassingen van ‘good practices’kunnen beschrijven. Excuses dus aan al die docenten die op een mooie en zinvollemanier ict in de beta-vakken gebruiken, maar die we niet hebben benaderd. Uiteraardzijn we de meeste dank verschuldigd aan al die mensen die ons kijkjes in hun keukenshebben gegeven en bereid waren hun opvattingen en visie met ons te delen. We hebbenmet veel plezier een school in de beginfase op hun studiedag kunnen volgen. We zijnop een paar scholen geweest met een mooie implementatie van schoolvisie in de praktijk,maar ook hebben we vooroplopers ontmoet, kartrekkers, die -met medeneming vananderen- hun idealen over goed onderwijs, soms al jaren, vormgeven. Alle gesprekken,lesbezoeken en informatie op papier en via nieuwe media leiden tot de volgendeconclusies.1Het gebruik van ict kan het onderwijs in de natuurwetenschappelijke vakken eenmotiverende en eigentijdse dimensie geven. Er zijn talloze, heel verschillende,manieren om het beeld van de inhoud van deze vakken door het gebruik van ictactueler te maken. Ook de didactiek kan door het gebruik van ict verrijkt worden.Moeilijke concepten kunnen beter aanschouwelijk worden gemaakt, onuitvoerbareproeven kunnen worden gesimuleerd en voorheen onmogelijke metingen kunnenmet de computer wel worden verricht. En ten slotte kan de organisatie van ensamenhang tussen de natuurwetenschappelijke vakken versterkt worden doordatict tot meer differentiatie leidt, samenwerkend én zelfstandig leren mogelijk maakten kan bijdragen aan een grotere variëteit aan werkvormen. Daarmee kan hetgebruik van ict bijdragen aan een zeker ‘revival’ van deze vakken en deze enigszinsontdoen van hun imago van ‘moeilijk’, ‘saai’ en alleen ‘voor bepaalde types geschikt’.2Het is van belang dat een school een brede visie heeft op ict-gebruik. Die visie kanop verschillende manieren worden geoperationaliseerd. Men kan in de volle breedtenaar commitment streven en proberen de visie vorm te geven. Een andere strategieis vooral te focussen op één groep verwante vakken. Uiteraard hebben wij in ditonderzoek scholen gezien die de natuurwetenschappelijke vakken als speerpunthebben genomen. En er is een strategie om vooral kleine projecten en goedepraktijken te ondersteunen, soms met geld (apparatuur), soms met tijd, maar altijdmet waardering.3Succesvolle scholen hebben meestal enkele voorlopers en kartrekkers. Het is dekunst om deze mensen in hun waarde te laten en de gelegenheid te geven goedonderwijs te ontwikkelen. Anderzijds moeten zij niet geïsoleerd raken. Er moetgewerkt worden aan de overdracht van hun ervaringen en soms moeten anderendan zijzelf hierin leidend zijn.


Natuurwetenschappelijke vakkenInleiding114 Zeer stimulerend en bevorderend voor goed onderwijs is het zoeken naar samenhangen gezamenlijke oplossingen. Een scholingsdag voor docenten binas, Technieken zelfs Lichamelijke Opvoeding is verrijkend. Een gezamenlijke aanpak van vaardigheden,praktische opdrachten en profiel- en sectorwerkstukken is goed voor hetonderwijs én voor de collegialiteit.5 In samenhang hiermee zien we in succesvolle scholen faciliteiten naar elkaartoegroeien. Het ‘science-lab’, of hoe het ook heet, is een broodnodige voorzieningin een tijd waarin variëteit aan werkvormen en nadruk op vaardigheden hoog opde agenda staan. In dat ‘science-lab’ horen goede ict-voorzieningen een plaats tehebben.6 Leraren kunnen niet wachten op de educatieve uitgevers. Hoewel ze meer doendan ze tegen elkaar zeggen, zijn hun belangen niet direct gericht op het integraalgebruiken van ict. Daarvoor is de ontwikkeling vaak te duur. Maar er zijn zo veelandere mogelijkheden. We zijn onder de indruk geraakt van de grote hoeveelheidvoorbeelden van applets, cd-roms, vakinhoudelijke sites, lesbladen, ict-gebruik bijexperimenten en simulaties van de werkelijkheid. Al deze toepassingen zijn somseenvoudig, soms met meer energie, in te voeren in het normale curriculum. En zeleveren steevast de docenten en de leerlingen een goed gevoel op; de vraag naarmeerwaarde wordt daarbij bijna onzindelijk gevonden.Van een aantal goede praktijken die we hebben aangetroffen op de verschillendescholen is door een vertegenwoordiger van de didactobank een zogenaamde ‘didacto’gemaakt. Dat is een beschrijving van de praktijk inclusief verwijzingen naar materialenen goede tips, allen met de auteur/ontwikkelaar als ‘eigenaar’. Naar de betreffende‘didacto’s’ wordt verwezen in de tekst. Ze zijn te vinden ophttp://didactobank.kennisnet.nl/.Wij hopen dat deze publicatie een bijdrage is om de mogelijkheden van ict voor beteronderwijs in de natuurwetenschappelijke vakken ook aan anderen te laten zien.


Natuurwetenschappelijke vakkenAmstel Instituut13Amstel Instituuthttp://www.science.uva.nl/research/amstel/ec/Een retourtje innovatieIn een nieuw, strak gebouw in Amsterdam-oost is het AmstelInstituut gevestigd. Aan de inrichting van het gebouw is te ziendat hier nagedacht is en wordt over leren: er is een mooi multimedialokaalingericht waarin studenten zelf aan computerskunnen werken en door hun stoel om te draaien een inleiding ofcollege kunnen volgen. Er is een medialab waarin studenten endocenten multimedia presentaties en programma’s kunnen voorbereiden.De ruimte beschikt over diverse ict-werkplekken.Het is ook mogelijk om korte digitale videoclips te maken voorbijvoorbeeld proeven in Coach, het product waarmee het AmstelInstituut het meeste bekendheid heeft gekregen. Vrijwel elkevo-school in Nederland heeft dit programma in gebruik.Hieronder komen we daar nog op terug.1.1 Het ExpertisecentrumHet Amstel Instituut (de letters Amstel staan ook voor: Amsterdam Mathematics Science &Technology Education Laboratory) vormt een onderdeel van de Faculteit der Natuurwetenschappen,Wiskunde en Informatica (FdNWI) van de Universiteit van Amsterdam(UvA).Het heeft als doelen:- het verbeteren van het onderwijs in Wiskunde en Natuurwetenschappen enTechniek in het algemeen;- het verzorgen van de inhoudelijke relatie tussen de b-faculteiten van de UvA enhet vo.Het Amstel Instituut is enige jaren geleden door het ministerie van OCenW gevraagdom als Expertisecentrum innovatieve toepassingen van ict in het onderwijs in denatuurwetenschappelijke vakken te stimuleren.


14De opdracht aan het Expertisecentrum is vierledig:- het opbouwen en organiseren van kennis in het aan het centrum toegewezenkennisgebied;- het uitvoeren van projecten aan de hand van op eigen initiatief in te dienen plannen,dan wel op verzoek van de directie ICT van OCenW;- advisering over projectaanvragen;- betrokkenheid bij de beoordeling van producten op verzoek van de directie ICT.De instroom in de natuurwetenschappelijke vakken aan de universiteiten is zoalsbekend alarmerend laag. In de afgelopen 10 jaar is het aantal eerstejaars studentenin deze vakken aan de Universiteit van Amsterdam met 50% gedaald. De instroom inde universitaire lerarenopleiding is vrijwel nul.Het Amstel Instituut probeert hier verbetering in te brengen. De strategie is om eenaantal zaken in samenhang aan te pakken:1vernieuwing van het curriculum in het vo;2vernieuwing van de didactiek van de natuurwetenschappelijke vakken;3scholing van leraren;4verbindingen naar nieuwe technologieën en inzet daarvan in het onderwijs.1.2 Vernieuwing van het curriculum in het voIn de afgelopen jaren is naar het oordeel van het Amstel Instituut veel ten goedeveranderd. Er is meer samenhang tussen de vakken gebracht (bijvoorbeeld door fysischeinformatica in het eindexamenprogramma onder te brengen). In de basisvormingen in de Tweede Fase havo en vwo zijn nieuwe doelen opgenomen die de vakkenaantrekkelijker maken en beter laten aansluiten bij de ontwikkelingen in de wetenschapen in maatschappelijke toepassingen. Er wordt door het Amstel Instituut samen met CITOgewerkt aan proeven met examens waarbij de computer een geïntegreerd instrument is.De deskundigen van het Amstel Instituut vinden dat er meer samenhang in deprogramma’s moet worden gebracht. In de werkwijze van het Instituut is dat zichtbaar:men richt zich zowel op de natuurwetenschappelijke vakken als op Techniek, Wiskundeen Informatica. Dat geldt overigens voor de faculteit als geheel. Men draagt in discussiesen ontwikkelgroepen bij aan stimulering en vormgeving van deze ontwikkelingen inhet vo. Het Amstel Instituut heeft hiervoor een expertnetwerk gecreëerd dat bestaatuit een groep mensen die ieder door hun expertise een bijdrage leveren aan de opbouwen verspreiding van kennis in het veld. Het expertnetwerk speelt een centrale rol bij deopbouw en organisatie van kennis, expertise en visie. Het gaat om inzichten en visiemet betrekking tot zowel leren en onderwijzen als ontwikkelingen van ict-toepassingen.Door ict-gebruik zal leren anders georganiseerd kunnen en moeten worden en zullenleerlingen vakinhouden op een andere wijze tot zich nemen. Bepaalde aspecten vanhet vak zullen ook anders benadrukt (kunnen) worden en dat betekent dat ict invloed zalhebben op het curriculum. Het accent van het werk van het Amstel Instituut ligt waarhet de vernieuwing in het vo betreft echter op de didactiek en de scholing van leerkrachten.


Natuurwetenschappelijke vakkenAmstel Instituut151.3 Vernieuwing van de didactiek van de natuurwetenschappelijke vakkenHet Amstel Instituut werkt inmiddels twintig jaar aan ict-toepassingen in de didactiekvan het onderwijs in de natuurwetenschappen. Het Amstel Instituut realiseert dit doorvernieuwingsprojecten in het β-onderwijs en door onderzoek naar en ontwikkeling vanhet wiskundig en natuurwetenschappelijk onderwijs van basisschool tot universiteit.Er zijn in de visie van het Amstel Instituut drie redenen om ict een centrale rol te gevenbij de vernieuwing van het onderwijs in de exacte vakken en Techniek.Ten eerste: de veranderingen in de vakinhoud. Science en Techniek zijn volkomen verwevenmet en doortrokken van ict. Dat geldt ook voor de praktische toepassingen van dedisciplines. De derde overweging is didactisch van aard. Niet alleen de ontwikkelingenin de vakken zelf maken het logisch dat de hierbij gebruikte hulpmiddelen voornamelijkafkomstig zijn uit de informatie- en communicatietechnologie, ict biedt ook nieuwemogelijkheden voor leren en lesgeven. Voor het Amstel Instituut is er geen twijfelaan dat ict het gezicht van het onderwijs op korte termijn sterk zal veranderen.De toegankelijkheid van de natuurwetenschappelijke vakken kan daardoor verbeterdworden.Het Amstel Instituut zegt daarover:“De visie op (natuurwetenschappelijk) onderwijs verandert. Er treedt eenverschuiving op van docentgestuurd naar meer leerlinggestuurd onderwijs.De didactiek verandert in de richting van actief lerende (zelfverantwoordelijke)leerlingen; veel verschillende leeractiviteiten moeten ontworpen en ingezet worden.Er komt meer accent te liggen op vaardigheden en permanente toetsing door delerende zelf wordt belangrijk(er).Ict kan in deze context een zeer belangrijk medium zijn voor het leren binnen denatuurwetenschappen. Ict biedt de mogelijkheid:- simulaties en modelomgevingen in te zetten;- de computer als meetinstrument te gebruiken;- het analyseren en interpreteren van grafieken te benadrukken;- databases te raadplegen;- leerlingen met elkaar actief en reflectief te laten communiceren en zogezamenlijk concepten te ontwikkelen;- visualisaties te gebruiken bij het leren van ingewikkelde concepten.”De didactische vernieuwing is geen zaak van de korte termijn. Het Amstel Instituutlegt de nadruk op continuïteit, op volhouden van vernieuwingsprocessen. De kwetsbaarheidvan didactische vernieuwing zit zowel in de gehechtheid aan de gebruiktemethoden zoals die in de gangbare leerboeken zijn opgenomen, als in de tijd dieleraren ontbreekt om actief aan veranderingen te werken. De gekozen aanpak is:via didactische verandering andere werkwijzen in scholen te stimuleren en daarvooraan scholen handreikingen en gereedschappen te bieden om zelf aan het werk tegaan. Probleemloos is dat niet. Er is een zeker risico van uniformiteit in de didactischeaanpak, terwijl verscheidenheid tussen de vakken evenzeer wenselijk blijft als het


16bereiken van meer samenhang. Er is ook spanning tussen de vrijheid van leraren omhun eigen aanpak te kiezen en noodzaak om open in te spelen op specifieke omstandighedenin een school aan de ene kant, en anderzijds gerichte steun bij verandering,die per definitie keuzemogelijkheden beperkt.Binnen het Amstel Instituut is in de loop der jaren een aantal inzichten ontwikkeld inde manieren waarop didactische vernieuwing kan plaatsvinden.Multimedia bieden allereerst mogelijkheden om de ‘mismatch’ tussen het niveau waaropde leraar uitlegt en de niveaus waarop leerlingen zich bevinden op te lossen. Leerlingenkunnen gerichter werken, aansluitend bij de kennis en inzicht die zij al hebben en lerendop een manier die bij hen past. Multimedia bieden ook meer resultaten bij het corrigerenvan ‘misconceptions’, door die zichtbaar te maken.De mogelijkheden van multimedia zijn veelvoudig. In het mechanicaonderwijsbijvoorbeeld:- eenvoudige experimenten zichtbaar maken;- video’s laten zien van bewegingen;- metingen met sensoren;- interactieve video: korte realistische scènes en snelle of langzame experimentendie niet in de klas kunnen;- manipuleren met bestaande modellen.Het Amstel Instituut heeft een aantal onderzoeken gedaan naar leereffecten vangebruik van multimedia en vastgesteld dat voor moeilijke mechanicaconcepten detestscores na leren met multimedia één-vierde tot één-derde hoger uitkwamen danwanneer deze geleerd zijn zonder multimedia. Deze positieve effecten zijn sterker voorlaagscorende leerlingen dan voor goede leerlingen.1.4 Opleiding van lerarenDe missie van het Amstel Instituut op het gebied van onderwijs is: bijdragen aan hetaantrekkelijk maken van β-studies door het aanbieden van educatieve specialisaties,en het vergroten van de aantrekkingskracht voor studenten van de lerarenopleidingdoor de nauwe band met de β-faculteit (waar het Amstel Instituut deel van uitmaakt).Het Amstel Instituut verzorgt een aantal onderwijstaken en neemt initiatief voor nieuwetaken vanuit haar specifieke deskundigheid t.b.v. studenten van de b-faculteiten en inhet kader van de lerarenopleiding (Instituut voor de Lerarenopleiding, ILO). Deze takenbetreffen:- educatieve afstudeerrichtingen binnen Wiskunde, Natuurkunde, Scheikunde enBiologie, op te zetten in samenwerking met het ILO;- afstudeerrichting Educatie & Communicatie in β-vakken (minor, 42 studiepunten);- pré-doctorale lerarenopleiding (samen met het ILO);- bijdragen aan de post-doctorale lerarenopleiding.


Natuurwetenschappelijke vakkenAmstel Instituut17ECV afstudeerrichting Educatie & Communicatie in β-vakkenSteeds vaker wordt van b-wetenschappers verwacht dat zij over onderwerpen uit hunvakgebied kennis en vaardigheden kunnen overdragen en aanwenden in breder verband.In de nieuwe netwerksamenleving gaat de informatievragende (lerende) vooral zelf opzoek naar de inhoud. Organisaties maken gebruik van deze nieuwe manier van lerendoor zich in te richten als zelflerende organisaties. Nieuwe technologieën sturen ditproces. Hierdoor zijn de traditionele educatieve beroepen in beweging en ontstaan ernieuwe. Voorbeelden zijn:- de nieuwe leraar, (het nieuwe leren via ict en digitale leeromgevingen);- educatieve multimedia ontwikkelaar, (ontwikkelen van cursussen via e-learning,educatieve websites);- voorlichter, science museummedewerker of publicist (inzetten van het internet).In deze nieuwe beroepen is een succesvolle carrière voor bèta’s mogelijk, als zij hunvakkennis weten te combineren met moderne vaardigheden op het terrein van educatieen communicatie.In de doctoraalfase van de nieuwe vijfjarige β-richtingen richt de nieuwe afstudeerrichtingEducatie & Communicatie (ECV) zich op dit ‘nieuwe leren’. Het Amstel Instituutverzorgt de opleiding in samenwerking met het ILO. Binnen deze (minor) opleidingvan 42 studiepunten zijn drie profielen te onderscheiden: (1) de nieuwe leraar (2) deeducatieve multimedia ontwerper (3) de voorlichter/museummedewerker/publicist.De ECV bestaat uit een programma van:- vakinhoudelijke verdieping (7 stp);- educatieve- en communicatievaardigheden (7 stp);- keuze-onderdelen (7 stp) (leren en onderwijzen, ict-technieken, vakinhoudelijkeverdieping, wetenschapsjournalistiek, museumdidactiek, e.v.);- ontwerp-/onderzoeksstage (21 stp).Binnen de bacchelor-master-structuur zal binnen elke master de afstudeerrichtingECV te kiezen zijn.De eerste indrukken zijn, dat deze opzet de keuze voor een vervolgopleiding die toteen onderwijsbevoegdheid kan leiden aantrekkelijker maakt, omdat studenten nietexclusief voor een onderwijsloopbaan hoeven te kiezen.1.5 NascholingHet Amstel Instituut biedt nascholing aan op het eigen Instituut, op afstand en opscholen zelf. De laatste vorm is het meest succesvol. In plaats dat leraren naar eencursus gaan, komen de nascholers op school. Ze nemen de noodzakelijke hardwarezoals interfaces en sensoren mee zodat het hele team gelijktijdig vakspecifieke opdrachtenkan uitvoeren. Dit is efficiënt en werkt motiverend voor het hele team. De cursussenworden op maat gesneden voor de school. De cursussen zijn praktisch van aard: lerendoor zelf te doen.Onderwerpen zijn de vele aspecten van ict-toepassingen bij de natuurwetenschappelijkevakken en bij Techniek en ook voor Wiskunde. Hoeksteen van de nascholing is hetprogramma Coach 5. Voor nascholing rond het gebruik van Coach 5 biedt het


18Amstel Instituut een tweedaags basisprogramma. In overleg met de school wordt hetprogramma op specifieke wensen afgestemd, zowel wat inhoud als tijdstippen betreft.Voor een voorbeeld verwijzen wij u naar het portret van het Einstein Lyceum in hoofdstuk2. De nascholing kan ook meer omvatten. Het Amstel Instituut helpt scholen ookbij het maken van een plan van aanpak om ict in de b-vakken en techniek te bevorderen.Het Amstel Instituut heeft inmiddels voor een groot aantal scholen in Nederlandnascholing verzorgd. Binnen het Amstel Instituut wordt gewerkt aan nieuwe vormenvan ondersteuning. Er worden zelfstudiemodulen ontwikkeld voor de natuurwetenschappelijkevakken en er wordt geëxperimenteerd met afstandsleren. Ook is eenRemote Lab in ontwikkeling waar scholen en leraren gebruik van kunnen makenzonder dat zij alle opstellingen zelf in de school beschikbaar hoeven te hebben.1.6 Inzet nieuwe technologieën in het onderwijsDe aanpak van het Amstel Instituut is gericht op leren omgaan met ict door praktischetoepassingen, niet door eerst voorbereidende lessen te geven in basisvaardigheden.Daarmee is inmiddels veel ervaring opgedaan en er zijn veel scholen bereikt. In deonderwijspraktijk ziet het Amstel Instituut nog een aantal belemmeringen die doorondersteuning alleen niet zijn op te lossen, zoals de aantallen computers in vaklokalenen de organisatie van de lessen. Leren van kleine implementatiepilots lijkt de aangewezenweg. Het Amstel Instituut steunt dan ook scholen bij netwerkprojecten en Grass Rootsprojecten.1.7 CoachOp http://www.science.uva.nl/research/amstel/ec/files/Wat.html is te vinden welkeactiviteiten, producten en projecten het Amstel Instituut ontplooit. We beschrijven indit hoofdstuk alleen het standaardpakket Coach. Enkele andere sprekende voorbeeldenstaan in de bijlage.http://www.cma.science.uva.nl/products/Coach5/Coach5.html


Natuurwetenschappelijke vakkenAmstel Instituut19Coach is een leeromgeving die inmiddels aan de vijfde <strong>versie</strong> toe is. Het huidigepakket is voortgekomen uit de integratie van een aantal losse programma’s diein de jaren ’80 zijn ontwikkeld en is inmiddels een leeromgeving geworden meteen groot aantal mogelijkheden. Coach 5 is een Windows-programma en eeninterface met een verzameling sensoren en stuuringangen. Het algemene principeis dat een opstelling met een aantal sensoren het mogelijk maakt verschijnselente meten en de resultaten om te zetten in spanningen die met een computerkunnen worden verwerkt. Vervolgens kunnen daarmee berekeningen, simulatiesen experimenten worden gedaan.Coach 5 heeft uitgebreide mogelijkheden voor:- meten: de opstelling heeft onder meer aansluitingsmogelijkheden voor licht-,geluids-, warmte- en kleurensensoren;- analyseren en verwerken;- sturen en programmeren;- videometen;- modelleren;- dataloggen.Het programma kent vijf niveaus: één voor docenten, één voor studenten endrie niveaus voor leerlingen (Coach junior). Coach biedt leraren mogelijkhedenom hun eigen toepassingen vorm te kunnen geven en is dus ook een auteursomgeving.Het programma wordt geleverd met een groot aantal voorbeeld-activiteiten.Elke activiteit bevat de experimentele set-up voor de uitvoering van leerlingpracticamet uitleg, instructies, plaatjes, filmpjes, tabellen, diagrammen en linksnaar relevante websites.Coach kan gebruikt worden bij meerdere vakken (Natuurkunde, Scheikunde enBiologie) en stimuleert samenwerking tussen docenten.Ruim 80% van de vo-scholen in Nederland heeft een licentie van Coach gekocht.


Natuurwetenschappelijke vakkenEinstein Lyceum21Einstein Lyceum in Hoogvlietwww.einsteinlyceum.nl“Al doende leert men.”Uit het ict-beleidsplan in wording:“25 procent van de leeractiviteiten dient ict-gerelateerd te zijn, te meten metstudiewijzers en studielast schema’s; 25 procent van de cijfers dient met behulpvan ict gerealiseerd te worden, te meten met cijferregistratie.”Dat is nog eens ambitieus!2.1 ContextHet Einstein Lyceum is een brede scholengemeenschap voor vmbo, theoretische leerweg,tot en met gymnasium. De school is in 5 jaar gegroeid van 633 naar bijna 800leerlingen. Er zitten weinig ‘officiële’ cumi-leerlingen op de school, wel heeft zo’n 20%niet in Nederland geboren ouders (Surinaams of Antilliaans). De school heeft eenduidelijke visie op de rol van ict in het onderwijs. Die visie is neergelegd in een ictnota,die drie jaar geleden voor het eerst is gemaakt en waarvan dit schooljaar eenbijgestelde <strong>versie</strong> is ontwikkeld. Dit is op het moment dat wij de school bezoeken nogeen concept dat nog door de diverse geledingen goedgekeurd moet worden. Daarinzijn streefdoelen opgenomen voor het onderwijskundig gebruik van ict. Op termijn iser sprake van nieuwbouw, waarbij de school op een Campus een Open Leer Centrumen digitale trapveldjes wil realiseren. Ook streeft men in die nieuwe situatie naar ééncomputerwerkplek op zes leerlingen. Op dit moment schat de schoolleiding dat ongeveer10% van de lesactiviteiten in de Tweede Fase met behulp van de computer plaatsvindt;streefdoel is om dit te verhogen tot 25%. Voor de onderbouw wordt gewerkt aan eendigitale leeromgeving, waarbij elk vak zijn eigen specifieke inhoud levert. Het blijft debedoeling om Informatiekunde apart aan te bieden, omdat daarmee de basisvaardighedenict volgens de school het beste kunnen worden aangebracht.Dit ict-beleid past weer in een groter beleidsthema van de school: het realiseren vanactiverende didactiek, waarmee de actieve betrokkenheid van de leerlingen bij hetonderwijsleerproces kan worden vergroot.Binnen dit beleidsthema paste de studiedag ‘Activerende didactiek’ die de school op1 februari 2002 voor alle docenten en onderwijsondersteunend personeel hadgeorganiseerd. Er waren vijf workshops opgezet, waarbij ook alle medewerkers actiefbetrokken waren:


22- een programma ‘Goed omgaan met lastige klanten’, vooral gericht op de onderwijsondersteuners,verzorgd door van Hees Advies & Assessment;- een workshop van een hele dag voor de natuurwetenschappelijke vakken over‘Meten en Coach 5’, verzorgd door het Amstel Instituut;- een workshop van een dagdeel over het ‘Stimuleren van zelfstandig werken,zelfstandig leren en variatie van werkvormen door het gebruik van Blackboard’(dat is een digitale leeromgeving die via Kennisnet voor het onderwijs beschikbaaris); deze workshops werden gegeven door ICLON en ze waren bedoeld voor zowelde MVT-docenten als de docenten van de zaakvakken;- een werkgroep over CKV1 als geïntegreerd vak in de Tweede Fase, begeleid doorhet Expertise Centrum Kunsteducatie;- een workshop ‘Vergroting van het didactisch palet’ voor de docenten van de zaakvakkenen Maatschappijleer.In het kader van dit portret hebben wij de workshop ‘Meten en Coach 5’ met dedocenten van de natuurwetenschappelijke vakken meegemaakt.2.2 Visie…Uit het nieuwe beleidsplan van het Einstein Lyceum citeren we:“Het Einstein Lyceum streeft naar optimaal gebruik van ict in het onderwijs. Daarbijis ict een overkoepelend begrip, waaronder niet alleen computergebruik wordt verstaan,maar ook communicatie via kabel of satelliet, videosystemen, internet, radio en tv enz.”Op basis van dit uitgangspunt onderscheidt de school twee soorten toepassingen vanict:- ondersteuning van de administratie en het management, een goed leerlingvolgsysteem,facilitering van interne en externe communicatie. Hierbij wil men aansluitenbij lopende ontwikkelingen en standaards zoals aangegeven door het OpenbaarOnderwijs Rotterdam;- een digitale leeromgeving voor leerlingen en voor leraren. Volgens de school gaathet hierbij om het voorbereiden van leerlingen op het toenemend gebruik van ict invervolgopleiding, werk en privé-leven en om het optimaliseren van de leeromgevingdoor toepassing van ict.Bij de leeromgeving heeft de school een waslijstje van zaken die de leeromgevingmoet opleveren:- ondersteuning bij het ‘leren leren’;- aanbrengen van specifieke ict-vaardigheden (vanuit de kerndoelen Informatiekunde);- realiseren van kerndoelen ict in alle andere vakken;- ict als hulpmiddel voor leerlingen om meer te leren en beter te presteren;- ict om aantrekkelijk onderwijs te realiseren (speels en gevarieerd);- het motiveren van leerlingen;- het realiseren van onderwijs op maat;- leren in eigen tempo;


Natuurwetenschappelijke vakkenEinstein Lyceum23- vergroting van de zelfwerkzaamheid;- vergroting van de sociale vaardigheden: met elkaar communiceren en samenwerken;- verbetering van de interactie tussen leerling en leraar;- verbetering van de werksituatie van leraren.Dat is een hele lijst. Maar gelukkig maakt de school daarbij nog wel onderscheidtussen lange- en korte-termijndoelen. Alhoewel: de lange-termijndoelen bestrijkeneen periode van slechts 2 à 3 jaar. Ze zijn als volgt geformuleerd:- 25 procent van de leeractiviteiten dient ict-gerelateerd te zijn, te meten met studiewijzersen studielastschema’s;- 25 procent van de cijfers dient met behulp van ict gerealiseerd te worden, te metenmet cijferregistratie;- ict dient te resulteren in een reductie van 25 procent op de papieren leermiddelen,te meten aan kosten die leerlingen kwijt zijn aan papieren leermiddelen;- er dient een management omgeving te zijn die staf, leraren, ondersteunend personeel,leerlingen en ouders voldoende informeert, te meten met tevredenheidsonderzoek.Opvallend is dat de school deze doelstellingen koppelt aan duidelijk meetbare resultaten.Bij de korte-termijndoelen zien we voor de (natuurwetenschappelijke) vakken:- per vak dient een ict-deelplan beschikbaar te zijn ten behoeve van leren en toetsenm.b.v. ict;- per vak dienen docenten geschoold te zijn in het deel van ict dat relevant is voorhun vak;- het meten en regelen met de computer dient te zijn geïntegreerd in de practicavoor Natuurkunde, Scheikunde, Biologie en Techniek;- leerlingen dienen in staat te zijn om hun werkstuk te maken in de vorm van eenwebsite die kan worden gepubliceerd op school of op het internet;- leraren dienen in staat te zijn om (indien van toepassing) leerstof te maken in devorm van een website die kan worden gepubliceerd op school of op het internet.Het geheel is uiterst ambitieus en we denken dat de school het innovatief vermogenvan de docenten een beetje overschat. Maar het is duidelijk dat er goed over deintegratie van ict is nagedacht, dat langs verschillende sporen wordt gezocht naarfunctionele toepassingen, die worden geselecteerd vanuit het criterium dat het dekwaliteit van dingen moet verbeteren. Dat is ook nodig want de school scoortbijvoorbeeld voor de examenresultaten op de vakken Wiskunde, Natuur- en Scheikundeen Biologie op de kwaliteitskaart duidelijk onder het landelijk gemiddelde.2.3 De voorzieningenHet Einstein Lyceum beschikt nu al over een behoorlijke ict-infrastructuur. Er is eenmediatheek met twee computereilanden, één computerlokaal, overal netwerkaansluitingenen voor de natuurwetenschappelijke vakken is er één verrijdbare computer per 30leerlingen die tegelijkertijd les hebben. Deze vakken hebben ook de beschikking overtwee vaklokalen met vaste practicumopstellingen en drie kabinetten voor de drie


24afzonderlijke vakken Natuurkunde, Scheikunde en Biologie. Men vindt zelf dat de schooleen stukje ontwikkeling heeft gemist. In een ‘ver’ verleden werd er door docenten weliets gedaan met de eerste <strong>versie</strong>s van IP-Coach als meetomgeving, maar gezien debeperkte resultaten en de gebruiksonvriendelijkheid van de programmatuur is datgebruik weer sterk verwaterd. In overleg met de docenten is daarom op deze studiedagvoor een invulling met Coach gekozen, om de kennismaking te vernieuwen en erdaarna daadwerkelijk mee aan de slag te gaan. In ruil voor de inspanning van dedocenten heeft de schoolleiding extra budget ter beschikking gesteld. Twee wekenvóór de studiedag zijn de karren met twee Coach-lab’s (met geïntegreerde interfacekaarten),software en basissets met sensoren binnengereden. Het is de bedoeling omde bijbehorende computers op te nemen in aparte verrijdbare opstellingen voor hetindividueel of in groepen uitvoeren van praktische opdrachten. Van belang om deaard van de studiedag te begrijpen is verder dat de natuurwetenschappelijke secties(met Wiskunde, maar zonder Techniek) de beschikking hebben over een gezamenlijkbudget, waarover op gemeenschappelijke vergaderingen beslissingen moeten wordengenomen.2.4 De studiedagOp vrijdagmorgen zitten tien docenten, één technisch onderwijsassistent en tweestudenten van de Hogeschool Rotterdam klaar om onder leiding van cursusleidersPiet Geerke en Johan van de Ridder van het Amstel Instituut een dagje te ‘Coach-enen ge-Coacht te worden’. In het programmaboekje staan maar liefst 26 proeven dieop deze dag gekozen kunnen worden. Er zitten experimenten voor Scheikunde bij(reactiewarmte, vlamtemperatuur, oplosbaarheid), voor Natuurkunde (gloeilamp,geluidssnelheid, reactiesnelheid) en voor Biologie (zweten, CO2-productie, kiemendeerwten). Die laatste proeven zijn ook interessant voor de twee lichamelijke opvoedingdocentendie de dag meemaken. Speciaal voor de techniekdocenten is een apartprogramma ontworpen met een aantal toepassingen van stuur- en regelprogramma’smet Coach.9.00 uurDe docenten hebben er duidelijk zin in. Ze verwachten “voorbeelden te zien die in deles te gebruiken zijn” en ze hopen dat de programmatuur “gebruiksvriendelijker isdan vroeger”. De studenten geven aan in hun opleiding nog nooit met deze toepassingvan ict in hun vak in aanraking te zijn geweest.9.20 uurNa een wat late start vanwege de files, wordt gevraagd wat men al van Coach weet.Slechts twee docenten hebben wat recente ervaring, maar zijn daardoor nog niet echtenthousiast geworden.Een jonge natuurkundedocent heeft tijdens zijn lerarenopleiding een website gebouwd.Een biologieleraar werkt met een ander computerprogramma in de vierde klas, maargebruikt ict nog niet in de onderbouw en vindt de gang naar het computerlokaal meteen hele klas een behoorlijk hoge drempel.


Natuurwetenschappelijke vakkenEinstein Lyceum259.30 uurEr volgt een korte demonstratie van Coach waarbij de hartslag wordt gemeten:interessant binnen alle aanwezige vakgebieden. De conceptuele vraag, wat er nuprecies wordt gemeten, zorgt voor enige discussie. Men komt er niet helemaal uit.10.00 uurIn groepjes van twee of alleen start men met het uitvoeren van eigen experimenten.Overal staan computers opgesteld en de begeleiders hebben voor voldoende hardwaregezorgd. Een uur lang wordt consciëntieus gezwoegd met de opstellingen enmet het programma. Dat laatste is nog niet zo makkelijk omdat duidelijk is gekozenvoor de aanpak van het zelfontdekkend leren. “Hadden we ook maar een meertheoretisch vak moeten kiezen!”11.15 uurPlenair worden de eerste ervaringen uitgewisseld. Dat varieert van praktischeproblemen “Hoe kun je voorkomen dat oude metingen weer tevoorschijn komen?”“Kun je dat uitzetten?”, “Hoe kun je de ruis in de meetresultaten uitfilteren?”“Met bepaalde bewerkingen in de software of met dure kastjes”, tot opmerkingenover de bruikbaarheid in het onderwijs:“Als docent mag je teksten veranderen in een experimentbeschrijving, leerlingenhebben die bevoegdheid niet in het programma.”“Ook leerlingen kunnen hun meetbestanden opslaan op een diskette en later verderbewerken. Vanaf augustus komt er een leerling<strong>versie</strong> van Coach gratis beschikbaarwaarmee ze die bewerkingen ook thuis kunnen uitvoeren.”“De metingen van de hartslag geven meer informatie dan het tellen van de pols,maar hoe doe je dat met een groep van 30 leerlingen?”11.35 uurEen verrassend proefje: we meten de lichtopbrengst van een lampje dat aan en uitflitst.Eerst wordt een hypothese opgesteld: het zal wel zo verlopen zoals in figuur 1.Dan wordt er gemeten: de werkelijke grafiek is veel grilliger. Het lampje moet blijkbaarsteeds eerst opwarmen, en bij het uitgaan koelt het ook ‘langzaam’ af (figuur 2).Kort wordt deze meetmethode door allen toegepast op het meten van de lichtopbrengstvan een beeldscherm: ook al erg verrassend! Maar dat zullen we hier niet verklappen.aan uit aan uitFiguur 1 Een hypotheseFiguur 2 De werkelijkheid gemetenNa de lunch is de opdracht een eigen proef te ontwerpen.


2612.00 uurAlle docenten die deze scholingsdag meemaken worden verwend met een smakelijkelunch. De stemming zit er goed in en het concept van de dag lijkt te werken.12.45 uurDe groepjes starten met hun eigen activiteit. De begeleiders vragen een beetje te‘browsen’ door de activiteiten en niet te veel op de functies van het programma tefocussen. Dan kun je de toepasbaarheid in het eigen onderwijs beter beoordelen.Wat hebben we allemaal zien gebeuren?- Twee stemvorken die iets “ont”stemd zijn geven een zwevend geluid. Het blijkt nogniet eenvoudig de parameters van Coach zo in te stellen dat zo’n zweving goed ophet scherm komt.- Om een verkeerslichtinstallatie te simuleren moet je een stuurprogrammaschrijven; ook dat is niet eenvoudig: je moet behoorlijk algoritmisch denken. Laterblijkt er toch een tamelijk ingewikkeld programma te zijn gemaakt.- Het meten van de reactietijd is een verdraaid lastig concept. Iemand start met eengeluidssignaal een meting met Coach. De proefpersoon stopt diezelfde meting(na zijn reactietijd) weer. Daarna is die reactietijd af te lezen op het scherm.- Het meten aan een kniepeesreflex is uiteraard leuk, maar de relevantie van de tijdtussen tikken en schoppen is niet helemaal duidelijk.- Een biologisch model met een muizenpopulatie zorgt voor veel inhoudelijke discussies.- Daarentegen zorgt het vallen van een magneet door een spoel voor de biologiedocentennauwelijks voor een verhoogd adrenalinegehalte. Men acht dat voor hetbiologieonderwijs geen zinvolle toepassing.- De volumevergroting in een gasmeetspuit bij een chemische reactie levert zoveelexperimentele problemen op dat de betreffende docenten daar lang mee zoet zijn.Maar het gaat ze lukken!- De uiterst simpele lengtemeting (snel te doen bij veel leerlingen) levert veel ideeënop voor toepassingen.15.00 uurTijd voor evaluatie van de dag.De biologiedocenten zijn het minst enthousiast. Zij zien vooral veel praktische problemenbij toepassing in de onderbouw. Weliswaar staat Coach ook in de gebruikte methode


Natuurwetenschappelijke vakkenEinstein Lyceum27genoemd, maar dat lijkt toch nog een brug te ver. De biologische modellen zijn voorde onderbouw te ingewikkeld of te weinig uitdagend. De lichamelijke opvoedingdocentensluiten zich bij de praktische bezwaren aan. De reactie van de cursusleider is dat hetzinvol is ook nog enkele andere toepassingen zelf te bekijken, voordat de handdoek inde ring wordt gegooid.Bij Scheikunde is men enthousiaster geworden. De proef met de gasmeetspuit maakthet proces goed zichtbaar en is voor leerlingen goed te doorgronden. Maar men heeftmeteen wensen: een eigen ict-hoek, plaats en geld voor spullen. De cursusleider antwoordtdat hij als directeur wel zeker zou willen weten dat die opstellingen dan ook intensiefgebruikt gaan worden. De chemici missen wel het bouwen van molecuulstructuren,maar volgens de cursusleider zijn daar andere programma’s voor op de markt.De natuurkundigen zijn ook opgetogen. Zij zien talloze mogelijkheden. Maar ook zijachten de belemmerende factoren groot: ruimte, tijd, grote klassen. Ze geven aandat ze daarom het liefst in kleine groepen willen gaan beginnen, maar vinden het dantegelijkertijd jammer dat dat waarschijnlijk vooral in de bovenbouw zal gaan gebeuren,terwijl het ook voor de onderbouw zo leuk is.De techniekdocenten vinden de spullen nogal kwetsbaar en zien meer in demonstratieproeven.De reactie van de experts is dat het ‘slopen’ door leerlingen in de praktijkreuze meevalt, die zijn behoorlijk voorzichtig met deze geavanceerde spulletjes.De technisch onderwijsassistent tenslotte is niet meer te houden. Hij was nogal bangdat de sensoren erg kwetsbaar waren, maar dat valt bijzonder mee. Het is robuustmateriaal en hij is helemaal óm.Tenslotte is iedereen het er over eens dat de twee opstellingen die nu gekocht zijn,te weinig zijn voor alle secties. Er zijn er zeker vier per groep leerlingen nodig, dus achtin totaal omdat er meestal twee groepen tegelijk les hebben.Er wordt afgesproken dat de secties snel bij elkaar zullen komen om te overleggenover besteding van geld. Ook lijkt een tweede gezamenlijke cursusdag nodig, waarbijgesuggereerd wordt daar niet te lang mee te wachten om het niet weer allemaal wegte laten zakken. Het logistieke probleem van de ruimte die de computers innemenwordt ter plekke opgelost met het concept van rijdende karretjes met de apparatuur.De conclusie van iedereen is dat men toch met deze vorm van ict in het praktischeonderwijs moet beginnen. De technisch onderwijsassistent vindt het allemaal ‘verdomdetraag’ gaan en suggereert om nu al te beginnen met carrouselpractica, waarbij ermaar een enkel groepje leerlingen met de computer hoeft te werken.2.5 NabeschouwingNa deze geslaagde dag blijven we achter met wat gemengde gevoelens. Enerzijdshebben we een schoolleiding gezien die de ambities van de school helder verwoordt,operationaliseert en faciliteert. Daarbij is een sterk punt dat men de samenhangtussen vakken probeert te versterken en de ontwikkelingen ook inbedt in schoolbreedbeleid.


28Ook probeert men in overleg met de betrokken vakmensen een invoeringsstrategiete ontwikkelen en daarin past deze scholingsdag perfect. Absolute gouden tip is hetom de docenten te prikkelen met extra spullen, als deze maar zicht bieden op nuttiggebruik bij het eigen vak.Het andere gevoel is dat er nog een hele weg is te gaan. De docenten hebben vóórdeze dag weinig eigen initiatief getoond om zich op het gebruik van ict te bekwamen.En als overtuigingsmiddel is deze dag maar ten dele geslaagd. Iedere keer zie je tochweer dat praktische problemen als ruimte, tijd, geld en groepsgrootte mensenbelemmeren om de leuke kanten van nieuwe ontwikkelingen ook echt te kunnenwaarderen. Toch lijkt er een frisse start te zijn gemaakt. En als de school en de docentenmaar volhouden en op korte termijn een vervolg zoeken voor wat er nu is gestart,dan kan het wellicht al snel omslaan in echt enthousiasme voor het gebruik van ict inde les. Misschien zijn daar nog een aantal plezierige en goede ervaringen van en metleerlingen voor nodig, zodat het waslijstje van voordelen van ict-gebruik snel herkendwordt. Van belang lijkt ook dat er minstens een paar echte trekkers in de vakgroepenontstaan. In het geval van het Einstein Lyceum zou de voornaamste daarvan wel eensde technisch onderwijsassistent kunnen zijn. Waarmee maar weer eens bewezen is datook die een belangrijke (en vaak onderschatte) rol bij vernieuwingen kunnen spelen.


Natuurwetenschappelijke vakkenMerletcollege29Merletcollege in Cuijkwww.merletcollege.nlEen school in transitieVia de sites van twee technische universiteiten kwamen de leerlingenop het spoor van werkstukken van soortgelijke proeven.Maar, zeiden ze, je moet wel zelf je proeven blijven doen. Dat isleuk en je begrijpt er dan iets van. Met Coach 5 zou je de praktijkniet goed kunnen simuleren. “Je moet de bal zien en voelen.”3.1 ContextHet Merletcollege is een grote school met ongeveer 2700 leerlingen, ongeveer 315personeelsleden en vier vestigingen in verschillende dorpen. De brede schoolgemeenschapbiedt onderwijs van lwoo tot en met gymnasium. De school wordt bestuurddoor Stichting Ons Middelbaar Onderwijs (OMO).De hoofdvestiging met vmbo-t, havo en vwo staat in Cuijk. Ongeveer 850 leerlingenvolgen hier onderwijs. Gedurende een voorgaand regulier schooltoezicht waren demooie ruimten voor Techniek en de Natuurwetenschappen opgevallen. De demonstratievan een proefopstelling met de computer in de laboratoriumruimte deed vermoedendat het Merletcollege in deze een voorsprong heeft op menige andere school voorvoortgezet onderwijs. Een overduidelijke reden om de school nader te portretteren.3.2 Visie…Het ict-beleidsplan Merletcollege Cuijk 2002-2003 maakt de ambities van de vestigingin Cuijk duidelijk. De school wil het producerend leren bevorderen: “leerlingen moetenkennis verwerven en toepassen met ict-gebruik”. Mocht het ooit tot de mogelijkhedenbehoren dan willen de ict-voortrekkers naar probleemgestuurd onderwijs.Het beleidsplan zet in op een goede infrastructuur, software, scholing van allegeledingen, ict-management en integratie van ict in het curriculum met behulp vaninteractief digitaal lesmateriaal. De situering van de hardware ligt vooralsnog centraalin de computerlokalen en de mediatheek. Vaksecties kunnen alleen beargumenteerdcomputers in de vaklokalen aanschaffen. Klaarblijkelijk zijn de natuurwetenschappelijkesecties en Techniek hier goed in geslaagd.In de afgelopen jaren hebben de secties Natuurkunde, Biologie en Scheikunde hetvoortouw genomen om samen een leerwerkruimte in te richten en de onderwijsconceptenop elkaar af te stemmen. De technisch onderwijsassistenten (technisch onderwijsassistenten)vervulden hier een prominente rol in met uitgewerkte voorstellen voor de


30ruimtelijke indeling en inrichting van een werkruimte, leslokaal en laboratorium/demonstratieruimte. Het idee van een werkplekkenstructuur zat hier al achter.Bovendien zijn de drie technisch onderwijsassistenten, in plaats van vakspecifiek,vakoverstijgend gaan werken. Daarbij introduceerden zij demonstratieopstellingenom de instructie te ondersteunen. De computer gaf hieraan een extra dimensie.Zo konden bijvoorbeeld metingen continu worden weergegeven en kon de presentatiemet een beamer worden verzorgd. Met deze opstelling konden de natuurwetenschappelijkesecties met woord en daad de directie overtuigen van het nut van eenintensievere inzet van ict-middelen.In de ontwikkeling kunnen achtereenvolgens een substitutiefase (deels automatiserenvan de bestaande instructiepraktijk), een transitiefase (geleidelijke verandering vanonderwijsprocessen) en een transformatiefase (nieuwe onderwijsprocessen waarbijleerlingen hun eigen leerproces monitoren, plannen en evalueren) worden onderscheiden.Op het Merletcollege verkeert de bovenbouw nu in de transitiefase.Voor de lange termijn voorziet het ict-beleidsplan een situatie waarin leren en lerenleren in een digitale leeromgeving plaatsvindt. Het onderwijs zal niet langer contentgestuurdzijn, maar probleemgestuurd. Leerlingen werken soms individueel en somsgroepsgewijs. Het digitaal beschikbare lesmateriaal dient veelal interactief gebruiktte worden. Klassikale instructielessen behoren vrijwel geheel tot het verleden.3.3 De voorzieningenHet ict-huis, hard- en softwareVoor de infrastructuur, hard- en software blijft de school binnen de OMO-kaders.De stichting Ons Middelbaar Onderwijs beheert ca. 45 scholen en heeft een kaderaangegeven voor de technische voorzieningen. OMO heeft vier systeembeheerdersin dienst die vooral beleidsmatig ondersteunen en de migratie van besturingssoftware(NT 2000) begeleiden. Zij vormen geen helpdesk of technische ondersteuning voor descholen afzonderlijk.Binnen de OMO-kaders heeft de school de volgende hard- en software:UTP-netwerk (utp-bekabeling cat. 5 stervormig) met minimaal twee aansluitingen perlokaal en één in elke werkkamer. Er is een TCP-IP netwerk protocol, twee patchkasten,glasvezelkabel en een isdn- lijnverbinding met de OMO-hoofdcomputer in Tilburg.Er draaien aparte netwerken voor de administratie en het onderwijs voor leerlingen.Windows 2000 zal binnenkort de ’95 <strong>versie</strong> vervangen op de Dell-computers.De verhouding van het aantal computers op het aantal leerlingen is ongeveer 1: 20.Naast het algemene softwarepakket Office ’97 (Word, Excel, Access en PowerPoint)zijn vakspecifieke programma’s geïnstalleerd en is internet op alle computers beschikbaar.IP-Coach werd, in oudere <strong>versie</strong>s, gebruikt vanaf 1985. Dit schooljaar 2001/2002 isde Windows <strong>versie</strong> van Coach 5 in gebruik genomen. Kennisnet wordt nog nauwelijksgebruikt. De ervaringen van twee jaar geleden waren te negatief om het gebruik vanKennisnet alweer te activeren.


Natuurwetenschappelijke vakkenMerletcollege31De beamers zijn bedoeld voor promotie-activiteiten, scholing en studiedagen maarkunnen desgevraagd ingezet worden bij de verschillende vakken. Op de (wens-)rolstaan touchscreens en notebooks in klassen.Het ict-huis, de formatieMeer ict in het onderwijs betekent niet minder personeel. Er blijkt meer behoefte tezijn aan ict-personeel en ict-ondersteunend personeel (zie onderstaande tabel).Er zijn geen gevolgen voor het aantal en/of de kwaliteit van onderwijspersoneel enonderwijsondersteunend personeel in het algemeen.OrganisatieFunctie 2001-2002 2002-2003 2003-2004 OMOstandaardPortefeuillehouder 0.15 fte 0.15 fte 0.15 fteHoofd centrale administratie 0.15 fte 0.15 fte 0.15 fteIct-coördinator 0.4 fte 0.5 fte 0.5 fte 0.5 fte(2 lk-en met taak) (0.36 fte)Systeembeheerders (2) 2.0 fte 2.3 fte 2.5 fte 2.5 fteBovenschoolssysteembeheerderApplicatiebeheerders (2) 0.75 fte 0.75 fte 0.75 fteMediathecarissen (3) 0.3 fte 0.3 fte 0.3 fteVaksectiespecialistenTotaal 3.7 fte 4.15 fte 4.35 fte 3.0 fteHet ict-huis, de voortgangVoor de implementatie van computergebruik in school zijn er verschillende stappenen maatregelen genomen. Er werd simultaan aandacht besteed aan vier elementendie te maken hebben met scholing, coaching en de infrastructuur. Eerst werd gewerktaan computervaardigheid. Vervolgens werd duidelijk gemaakt dat je in de les iets hebtaan ict-gebruik. Nu deze vruchtbare bodem was ontstaan konden de medewerkersopteren voor een schoolspecifiek ict-rijbewijs. Daarbij koos de school voor een inzetvan computers in het onderwijs in de centrale ruimten. In volgorde kwam dit dus neerop de volgende activiteiten:1scholing basisvaardigheden;2voorbeeldles en vakdidactiek;3 een Merlet digitaal rijbewijs (een ‘M-DRO’);4gebruik vooral in centrale ruimten met begeleiding.Tijdens het implementatieproces constateerde de schoolleiding een toename van hetthuisgebruik van computers door leerlingen. Meer dan 90 procent van de havo/vwoleerlingen heeft internet thuis. Slechts enkele allochtone leerlingen hebben geencomputer thuis. Deze computerdichtheid nam een veelgebruikt argument weg tegenhet gebruik van computers, nl. dat tijd nodig zou zijn voor instructie van basisvaardigheden.


323.4 … en praktijkHet meten van de temperatuur31 Leerlingen van een tweede klas vmbo-t/havo zitten rondom de vier rechthoekigepracticumeilanden. Op de achtergrond hangt het ‘Periodensystem der chemischenElemente’ aan de muur. Vooraf had Jan van Kesteren, één van de drie technischonderwijsassistenten, al verteld over de inrichting van de ‘nieuwe’ ruimte voor vooralNatuurkunde en Scheikunde en deels Biologie. Sinds 2000 maken de natuurwetenschappelijkevakken gebruik van een gezamenlijke voorbereidingsruimte/werkruimtevoor technisch onderwijsassistenten en leraren. Er is een practicumlokaal en daarnaasteen demonstratieruimte, tevens de computerruimte.Jan van Kesteren instrueert, als vervanger van de leraar, de leerlingen. De leerlingengaan in drie groepen de temperatuurveranderingen meten bij kamertemperatuur vangekoeld water in wel en niet geïsoleerde reageerbuizen. Een groep doet dat analoog,een groep doet dat digitaal en een groep doet dat met de computer.Zes leerlingen meten met de fonkelnieuwe computers, de Coach 5 sensoren enprogrammatuur de temperatuurveranderingen. Dit proces wordt minutieus op hetscherm in beeld gebracht. De Windows-besturing maakt handig aanklikken mogelijk.De aanvankelijke daling van de temperatuur wordt nauwkeurig gemeten, maar valtde leerlingen nauwelijks op.De ‘digitale’ groep noteert de getallen die op de display verschijnen. De ‘analoge’groep leest de temperatuur met behulp van thermometers in de reageerbuizen af ennoteert deze.Na deze metingen volgt een vergelijking van de resultaten van de drie groepen en eenkosten-batenanalyse van de gebruikte apparatuur. Al doende blijkt de tijd echter zosnel om te vliegen dat die vergelijking in een volgende les zal plaats vinden.Ook komen de oorzaken voor verschillen tussen geïsoleerde en niet-geïsoleerde reageerbuizenniet aan de orde. Het lijkt er sterk op dat de gevolgde werkwijze beter tot zijnrecht kan komen als er blokuren voor worden gereserveerd.De computerapparatuur en de programmatuur zijn sinds een maand beschikbaar.Het Coach 5 programma blijkt nog niet feilloos te werken. Zo is bijvoorbeeld hetonderdeel instellingen bij het videometen niet altijd even duidelijk.Ondanks de scholing die de drie technisch onderwijsassistenten en een leraar volgdenop het Amstel Instituut is er nog een flinke investering nodig om Coach 5 goed telaten werken. Dat geldt ook voor de technische match tussen Coach 5 en de hardware:Coach 5 vraagt om een bepaalde snelheid van de processor. De leerlingen bleken ooknog wat onwennig te zijn, maar op een voor leerlingen zo eigen wijze probeerden zijwel allerlei knoppen en menu’s uit.In de basisvorming wordt voor Natuurkunde en Scheikunde de methode Pulsar gebruikt.In dit leerboek wordt voor een deel de koppeling gelegd met Coach Junior, waardoorde leraar die de methode letterlijk volgt vanzelf de computer in proefopstellingen gebruikt.Toch blijkt ook hier het enthousiasme van de leraar en de technisch onderwijsassistentdoorslaggevend te zijn voor het daadwerkelijk gebruik.


Natuurwetenschappelijke vakkenMerletcollege33De demonstratie van de luchtkussenbaanDe afgelopen twee jaar is er binnen de natuurwetenschappelijke vakken vooralgeëxperimenteerd met demonstratieopstellingen en ict-gebruik. Deze inzet werdvooral ingegeven door een gebrek aan computers, maar bleek ook zo waardevolte zijn dat de verschillende demonstraties zijn gehandhaafd en verder verbeterd.Zo volgden wij het volgende experiment.De opstelling met de luchtkussenbaanOm de wet van Newton te kunnen demonstreren is een luchtkussenbaan gekoppeldaan Coach via een interface en een laptop. De meetgegevens worden m.b.v. een beamergepresenteerd. Vroeger werd iedere keer de opstelling in een lokaal opnieuw opgebouwd.Nu is er een aparte ruimte voor de Coach-opstellingen en de luchtkussenbaan kandus gewoon blijven staan.“Op de luchtkussenbaan meten we hoe een karretje, vanuit stilstand, versnelt als hetvia een katrol wordt vooruit getrokken door een trekmassa. De wrijving op de luchtkussenbaanis verwaarloosbaar klein. De plaats van het karretje kan met behulp vande ultrasoonsensor worden bepaald met behulp van het programma Coach, kinegraaf.In het programma Verwerking of Rekenvel wordt daarna een diagram gemaakt vande afstand in de loop van de tijd: een x(t),t-diagram en de snelheid in de loop van detijd: een v(t),t-diagram.”Een werkstuk over ‘een leefbare planeet’Bij het vak Algemene natuurwetenschappen volgen we vier vwo-ers bij het maken vaneen werkstuk. In het computerlokaal werken 25 leerlingen aan 16 computers.De opdracht is om met het hoofdstuk uit het boek (methode Solar) als uitgangspunteen onderwerp te zoeken via internet en dan in twee lessen Algemene Natuurwetenschappen,twee zelfstandig-werken-uren en vier uur thuiswerken een werkstuk te maken.De werkstukken worden beoordeeld door de leraar. Tijd voor een presentatie zal er nietzijn. Maar hij geeft een hogere waardering als het werkstuk wordt ingeleverd in eenPowerPoint presentatie en nog weer hoger voor een flash presentatie (<strong>downloaden</strong>via www.macromedia.com). Aldus stimuleert hij bepaalde (algemene)computervaardigheden.


Natuurwetenschappelijke vakkenMerletcollege35Caroline en Suzanne werken samen. Zij vertellen hoe je zo’n opdracht aanpakt.Eerst maar eens kijken op http://huiswerken.scholieren.com/werkstukken/ en danverder zoeken met www.google.com. De school weet inmiddels ook dat leerlingen helewerkstukken over kunnen nemen van de eerste site, dus wordt er steekproefsgewijs opgecontroleerd. Leerlingen moeten derhalve verder zoeken. Een probleem met internetis dat je een overvloed aan informatie voorgeschoteld krijgt. Weliswaar kun je deEngelstalige informatie afschermen, maar ook de Nederlandse informatie is breed.Het belangrijkste is daarom dat leerlingen een welbewuste selectie kunnen maken uitdie overvloed. Als ze eenmaal een keuze hebben gemaakt, blijken Caroline en Suzannein enkele minuten pagina’s vol te hebben over ‘El Niñjo’, de temperatuurveranderingin de oceaan die van grote invloed kan zijn op o.a. de atmosfeer van de aarde.Alles wordt via de computer bijeengezet op de eigen leerlingruimte op de server (10 Mbbeschikbaar), geordend en later tot een werkstuk verwerkt. Printen kost de leerlinggeld voor elke pagina. Kennisnet wordt niet gebruikt. De leraren hebben negatieveervaringen uit het verleden met een te beperkte ‘content’ voor Natuurkunde, Scheikundeen Algemene Natuurwetenschappen nog niet kunnen omzetten in succeservaringen.De mogelijkheid om via een proefproject van Kennisnet, bijvoorbeeld voor AlgemeneNatuurwetenschappen, content te gaan gebruiken is nog niet benut. Onbekend blekende mogelijkheden te zijn om via Kennisnet URL-verwijzingen te vinden en ook de vakwijzermet onder meer beoordeelde sites bleek onbekend.Zelfstandig lerenIn de Z-vormige mediatheek zijn bijna alle computers bezet door leerlingen die intussenuren, z-uren of vrije uren zelfstandig komen werken. De meeste leerlingen zijnoverigens met eigen hobby’s bezig. Om vervuiling van de leerlingruimtes op de serverte voorkomen zijn veel mogelijkheden om bestanden te <strong>downloaden</strong> afgeschermd.De school heeft in spitstijden met ongeveer één computer voor 20 leerlingen, te weinigvoor de brede behoefte die de school zelf bij leerlingen heeft gestimuleerd. Zo wordtnu bijvoorbeeld via LiteRom digitaal door leerlingen naar alle bekende schrijvers enhun literatuur gezocht en kunnen leerlingen via het digitale archief III alle artikelenvan het blad Natuur en Techniek opzoeken. Dat laatste is voornamelijk nuttig voor debovenbouw vwo vanwege de moeilijkheidsgraad van de artikelen. Via deze site kunnenleerlingen dan weer doorlinken naar bijvoorbeeld www.natutech.nl. Daarnaast hebbende ict-coördinatoren enkele cd-roms op het net gezet opdat de leerlingen in de onderbouwbijvoorbeeld ‘Het lichaam van de mens’ kunnen bekijken. De mediathecaris volgtde beeldschermen van de leerlingen met behulp van het programma ‘Net supportschool’. Een groep leerlingen is met enige hilariteit bij een computer bezig. De mediathecarisziet dat dit niet de bedoeling is en sluit op afstand de internetpagina.Aansturen van leerlingenInformatiekunde dient als inspiratiebron voor leerlingen om de computer te gaangebruiken. De leraren werken in de basisvorming met vooral gesloten verwerkingsopdrachten.De leerlingen leren werken met het officepakket (internet, Word, Excelen PowerPoint). In het derde leerjaar mogen de gymnasiumleerlingen met meer openopdrachten het net op.


36De methoden geven lang niet allemaal aanleiding tot computergebruik. De methodeSCOOP wordt gebruikt in de bovenbouw voor Natuurkunde. Een goede methode vindtde leraar, maar er zijn nauwelijks verwijzigingen naar computergebruik. Dat moet jezelf inpassen met leerlingen. “Ik vind dat leuk.”, zegt François, die zelf ook al jaren deict-coördinator is: “Maar wat moet je nu doen in de bovenbouw havo 4? De contacttijdis gehalveerd, de stof is nagenoeg gelijk gebleven en onderzoek doen, reëel, gesimuleerdof virtueel, kost veel tijd.”“Wij stimuleren de leerlingen om de computer te gebruiken bij de verslaglegging;ze krijgen hogere cijfers voor handelingsdelen met een goed verzorgd verslag inWord en met computerbewerkingen als grafieken en tabellen.”Een profielwerkstukHamza el Aidi en Maarten Hop vertellen. Het profielwerkstuk ‘De valhoek’ kwam inoverleg met de leraar tot stand. De vraag was in hoeverre massa en hoek van invloedzijn op de afstand die een weggeschoten tennisbal aflegt. Met behulp van een digitalecamera legden zij de verschillende experimenten (hellingshoeken) vast om vervolgensmet software thuis (windows XP en photo de luxe) de verschillende metingen enberekeningen te doen. In Excel en Word werd vervolgens met grafieken, tabellen enfoto’s een verslag gemaakt. Via de sites van de technische universiteiten van Delften Eindhoven kwamen de leerlingen op het spoor van werkstukken van studenten diesoortgelijke proeven hadden gedaan. Maar, zeiden de leerlingen, je moet wel zelf jeproeven doen. Dat is leuk en je begrijpt er dan iets van. Coach 5 zou hier de praktijkniet goed kunnen simuleren. “Je moet de bal zien en voelen.”De valhoek volgens… AristotelesDe valhoek volgens… Hamza en MaartenEigenlijk is de computer volgens Hamza en Maarten niet echt nodig. Hogere examenresultatenhoef je zo niet te verwachten. Alles zou ook met een camera (foto, video) ende rekenmachine gedaan kunnen worden. Mogelijk levert de computer nauwkeurigeremeetmethoden, cijfers en grafieken op. In ieder geval wordt een nette uitvoering hogergewaardeerd. Beiden weten de computer goed te gebruiken. Zij hebben in twee voorgaandeleerjaren ict-lessen gehad, waarin basisvaardigheden werden aangeleerd.En bovendien hebben zij thuis al veel ervaring met de computer opgedaan.


Natuurwetenschappelijke vakkenMerletcollege37Een profielwerkstuk wordt per vak gekozen. Een soort ‘science aanpak’ werkt niet volgensde leraren, omdat de beschikbare vijf uur voor begeleiding van profielwerkstukken teweinig is om ook vakoverstijgend te werken.Techniek en ictHet riante technieklokaal en de werkruimten voor de binas-vakken zijn na elkaar ingericht.De afstand tussen de lokalen is echter zo groot in deze school dat techniek en debinas-vakken niet samenwerken met ict, ook al heeft de techniekleraar Natuurkundegegeven. Juist op het moment dat het Amstel Instituut les geeft aan leraren overCoach (op drie Dell computers: 1 gigahertz en koptelefoon) en robotica met behulpvan technisch lego, krijgen wij in de kleine computer-werkruimte uitleg over het werkenaan de geautomatiseerde draaibank. Met behulp van een leerlinghandleiding ontwerpten draait één van de inspecteurs zijn eerste schaakdame.Tijdens de technieklessen in de onderbouw wordt gewerkt in groepen. De leerlingenvan 2 vmbo-t mogen per toerbeurt een schaakstuk van messing of aluminium ontwerpenen draaien. De leraar heeft een metaaldraaibank geleast voor ca. 725 euro per jaar.Alle leerlingen komen al doende op een vanzelfsprekende manier in contact met decomputer, waarbij de uitgangspunten van techniek ondersteund worden door hetcomputergebruik: ontwerpen, maken en uitvoeren.3.5 NabeschouwingStimulansen voor ict-gebruikIn de verschillende gesprekken maakt de school duidelijk wat zij belangrijk vindt bijde invoering van computergebruik in school. In het onderstaande overzicht wordt datin volgorde van belangrijkheid en chronologisch weergegeven:- enthousiasme van voortrekkers/initiators;- facilitering in materiële en ook wel personele zin door de schoolleiding;- financiering door de overheid;- waarnemen van good practice, een andere goede school als voorbeeld;- bestuurlijke facilitering; in 1998 is er fors geïnvesteerd in een schoolnetwerk,de afschrijving van pc’s stelt men op drie jaar. Beleidsmatig koerst de school naaréén computer per tien leerlingen en indien secties hun computerbehoefte kunnenonderbouwen, dan zal de schoolleiding computers beschikbaar stellen;- inhoudelijke ondersteuning door bijvoorbeeld ict-eindtermen en -kerndoelen.Vertragende factorenEr zijn ook zaken die de ontwikkeling van ict-gebruik afremmen. Ook in het Merletcollegeis dit aan de orde. Al pratend blijken met name de enthousiaste voortrekkersveel belemmerende factoren op te kunnen noemen:- meer wensen dan beschikbaar geld;- tempo van de ontwikkeling van het personeel (scholing en daadwerkelijk gebruikduurt lang);- leraren gebruiken de mogelijkheden bij methoden niet (ten volle); zo blijken leerlingenzelf te bepalen of zij de diagnostische toets van de cd-rom maken;


38- de methoden vragen te weinig om computergebruik;- het eindexamen vraagt om teveel kennisoverdracht door de leraar, waardoor er teweinig tijd over is voor zelfstandig ontdekkend leren;- onderling afstemmen en taken verdelen over met name de ontwikkeling vanalgemene vaardigheden van leerlingen werkt niet goed tussen de verschillendevakken (onderzoek, verslag maken, presentatie);- te weinig handen voor de klas; bij de binas-vakken is dit overigens nog relatief goedgeregeld; hierbij kwamen de thema’s roosterproblemen, periodisering en taak enfunctiedifferentiatie aan de orde;- overheidsfinanciering houdt geen gelijke tred met een afschrijvingsperiode van driejaar; daardoor kan de verhouding één computer op tien leerlingen niet gehaaldworden;- voor vmbo geldt een specifiek probleem: Victo (het project ‘Vmbo en ICT in hetOnderwijs’, http://www.victo.nl) is goed, maar kies je voor een werkplekkenstructuurdan heb je op meer plaatsen computers nodig dan in de overheidsfinancieringwordt berekend;- computergebruik is ongelijk verdeeld over de schoolsoorten: meer in het vwo danin havo en daar vervolgens weer meer dan in het vmbo;- vakverenigingen als de Nederlandse Vereniging voor Onderwijs in de Natuurwetenschappen(NVON) en het Nederlands Instituut voor Biologen (NIBI) doen weinigvoor de (ict-)praktijk van leraren; van de beschikbare vaksites op internet maken deleraren in het Merletcollege nauwelijks gebruik.Op basis van de ervaringen van het enthousiaste team van binas-leraren en technischonderwijsassistenten op deze school zijn er zes leerpunten van belang voor de invoeringvan ict.1Kies vanuit een natuurwetenschappelijke benadering voor de inrichting van lokalenmet minimaal een theorielokaal en een laboratoriumlokaal, waarin langdurige proefopstellingenkunnen staan. Beargumenteer dit vanuit de meerwaarde van ict vooronderzoek, gegevensbeheer en presentatie.2 Combineer de drie natuurwetenschappelijke vakken Biologie, Natuurkunde enScheikunde bij het aanleren van hoe je een onderzoek aanpakt.3 Zorg voor goede scholing in ict-gebruik:- in basisvaardigheden;- om het nut in de les te laten ervaren door voorbeeldlessen;- met een schoolspecifiek ‘rijbewijs’, gebaseerd op de aanwezige programmatuuren hardware;- met het ict-gebruik in het klaslokaal én in een centrale ruimte.4Zet verschillend gekwalificeerd personeel in bij ict-gebruik, met technisch onderwijsassistentenals duidelijk voorbeeld voor het bereiken van meerwaarde.5 Zorg voor een adequate infrastructuur met voldoende multimediale computers meteen minimum van één werkplek op tien leerlingen.6Stimuleer leraren die als voortrekker optreden en zorg voor samenwerking metandere scholen om van te leren en aan te leren.


Natuurwetenschappelijke vakkenBelcampo39Belcampo in Groningenwww.Belcampo.nl“Begint eer ge bezint”Soms denk je nog wel eens even: wat is nu ook al weer de meerwaardevan ict-gebruik in de les? Leerlingen hoeven hierover nietlang na te denken. We vroegen twee derde-klassers wat zij haddengeleerd van een presentatie van een werkstuk over natuurwetenschappenmet PowerPoint. Ze wisten onmiddellijk te overtuigen:“Je moet de inhoud heel goed op een rijtje hebben om een goedepresentatie te kunnen maken en je moet hartstikke goed kunnensamenwerken en taken kunnen verdelen, anders ga je het schip in.”4.1 ContextIedereen die in het Noorden des lands woont kent het fenomeen: de afstand tussenhet westen of zuiden van het land en Groningen is kennelijk veel groter dan omgekeerddie tussen Groningen en de rest van het land. Desondanks hebben twee mensen vande inspectie en twee van verzorgingsinstellingen op 2 april 2002 de reis naar het hogenoorden ondernomen. Doel was kennis te nemen van de ict-ontwikkelingen in deonderbouw van Belcampo, een school voor voortgezet onderwijs in de stad Groningen.Belcampo maakt deel uit van de openbare scholengemeenschap Rölingcollege en biedthavo en vwo en daarnaast van het vmbo de theoretische en een gemengde leerwegaan. De school telt ongeveer 750 leerlingen; dat aantal is de afgelopen paar jaar,na een periode van stagnatie, behoorlijk gegroeid.Het onderwijs op deze school kent een aantal elementen die betrekkelijk uniek zijnen die in deze karakteristiek aandacht verdienen omdat ze betekenis hebben voor deinvoering van ict. Dat betreft zowel de vorm als de inhoud van het programma.De onderbouw op Belcampo duurt voor de meeste leerlingen drie jaar: twee jaar basisvormingvoor iedereen en voor leerlingen die doorstromen naar havo of vwo een derdeleerjaar ter voorbereiding op de tweede fase.Alle vaklessen worden zoveel mogelijk voor 14.10 uur gegeven. Deze vaklessen hebbeneen duur van 60 minuten. De school beoogt daarmee de docent meer tijd te geven vooreen variatie in werkvormen waarin ook de leerling gelegenheid heeft om zelfstandigaan opdrachten te werken. Vervolgens is er, na een pauze tot 14.30 uur, de zogenaamde‘Belcampoband’. Daarin wordt een groot aanbod van steunlessen, remediale lessenen extra lessen verzorgd en bovendien zijn er huiswerkklassen.


40Kenmerkend voor de school zijn ook de rol van de kunstvakken, de integratie van vakken(aardrijkskunde/economie; natuur-/scheikunde en biologie; beeldende vorming) ende integratie van ict in de vakken met daarnaast een modulair keuzeprogramma voorleerlingen die de basisvaardigheden ict onvoldoende beheersen.Uit de schoolgids van Belcampo:BelcampobandIn de onderbouw kennen we de Belcampoband. In het 1e t/m 5e à 6e uur worden de vaklessen gegeven.Daarna van 14.30 uur tot 16.10 uur, vinden de extra activiteiten plaats in de Belcampoband. Leerlingenen ouders krijgen via de Belcampobandcoördinator alle nodige informatie over deze extra activiteiten.Belcampoband: van 14.30 uur tot 16.10 uurHUISWERKKLASSEN REMEDIALE HULP STEUNLESSEN EXTRA LESSENOnder toezicht Huiswerkbegeleiding Nederlands Bijvoorbeeld:van docenten Remedial teaching Frans LatijnReteaching Engels InformatiekundeEngels+DuitsWiskundeDansNatuurwetenschap DramaBeeldende vormingTextielTechniekMuziek4.2 Visie…Ict heeft op het Belcampo al een lange historie. Niet alleen was de school ict-voorhoedeschool,maar ook vóór die tijd was ict al een belangrijk aandachtspunt in het beleid.Dat geldt voor zowel de interne ontwikkeling als voor de samenwerking met anderen.Het, overigens beknopte, ict-beleidsplan voor het Rölingcollege legt een duidelijkverband tussen de onderwijskundige ontwikkeling en de ontwikkeling van ict.Twee zaken worden met nadruk benoemd:- leerlingen actief maken (dus zelfstandiger);- de eigen verantwoordelijkheid van de leerling.De school is daarom ruim vijf jaar geleden gestart met het ALL-project (Alle leerlingenbij de Les). Voor het vmbo is het project ’Werken met een stad’ gekozen. Daarnaastheeft de school deelgenomen aan een aantal projecten voor het Studiehuis en voorde Internationale Schakelklas, nu Eerste Opvang Anderstaligen genoemd. Een van degevolgen van deze aanpak is dat bij een aantal vakken de behoefte aan samenwerkingen integratie toenam. Dat geldt met name voor de natuurwetenschappelijke vakkenen de moderne vreemde talen. En het enthousiasme voor de mogelijkheden die doordeze keuze zijn ontstaan, is nog steeds groot.


Natuurwetenschappelijke vakkenBelcampo41Extern is er een veelheid aan contacten:- samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen, bijvoorbeeld bij het gebruik vanBlackboard en in de ontwikkeling van cursussen daarvoor;- deelname aan ICT-Noord: gericht op scholing en onderlinge afstemming, zowel voorhet management als voor coördinatoren, systeembeheer als docenten. Voor de laatstezijn met name de vaknetwerken van belang. (http://www.ictnoord.nl/scholen.htm);- samenwerking met de Hanzehogeschool in het kader van de aansluitingsproblematiektussen VO en HBO;- internationale contacten: onder andere ter voorbereiding op buitenlandse reizenwaartoe gebruik gemaakt wordt van Internet en e-mail.Opvallend is de uitspraak van de schoolleiding (bij monde van Carel Hegeman sr).Volgens hem – en een aantal collega’s die aan het gesprek deelnemen, beaamt datvolmondig – is er binnen de school geen discussie meer over het nut en doel van ictin de leeractiviteiten. Docenten vinden het volkomen vanzelfsprekend dat de computererbij hoort. De opvatting is dat de ict-component de leeromgeving stimulerend maaktvoor leerlingen, dat het leerlingen motiveert en dat het ook gewoon bij de hedendaagsevakinhouden en modern leermiddelengebruik hoort.De discussie die wordt gevoerd gaat dus niet over de vraag óf, maar hoe. Kernpuntdaarvan is de invulling van de leerlijn: wanneer en hoe introduceer je de ict-componentin het lessenplan en bij welke vakken. Op dit moment ligt de nadruk daarbij op inzetin de onderbouw en betreft met name de natuurwetenschappelijke vakken en deintegratie van ict-vaardigheden door de verkaveling van het vak informatiekunde overde overige vakken van de basisvorming.Voor de bovenbouw wordt een Blackboard-omgeving gebruikt van ICT-Noord die bijde RUG is ontwikkeld. De Blackboard-omgeving van Kennisnet wordt als te beperktervaren en de lage performance daarvan heeft ertoe geleid dat van deze dienst vanKennisnet geen gebruik wordt gemaakt.Een voorbeeld van de aandacht voor zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheidvan leerlingen is de manier waarop de voorlichting over de Tweede Fase is aangepakt.Bij wijze van experiment is dat afgelopen schooljaar niet door leraren of decanenverzorgd, maar door de leerlingen van leerjaar 3 zelf. Ze hebben door gesprekkenmet leerlingen die al in de Tweede Fase zitten en door bestuderen van documentatie,presentaties voorbereid aan ouders van de eigen groep, daarbij o.a. gebruik makendvan PowerPoint. Zowel ouders als leerlingen waren enthousiast. Leerlingen omdat zede idee hadden dat ze nu – misschien zelfs beter dan menig leraar – begrepen waarhet in de Tweede Fase om gaat. Ouders vonden het bovendien spannend om hun kindop deze manier te zien opereren.


424.3 …en praktijkIct in de onderbouwPaul Inklaar, ict-coördinator is er heel duidelijk over. Op Belcampo is het vak informatiekundeniet doelmatig gebleken, het heeft te weinig te bieden voor de leerlingen.Er is een onderzoek geweest onder 200 instromende leerlingen. Slechts 25 leerlingenbleken niet het vereiste aanvangsniveau van de instaptoets van Babbage te bereiken.Men constateerde vervolgens dat de achterstand van deze groep in 3x1,5 uur bijscholingop voldoende niveau gebracht kon worden.Daarom werd na grondige discussie besloten ict-kennis en vaardigheden onder tebrengen bij de verschillende vakken. In het leerplan is precies aangegeven welkevaardigheden bij welk vak op welk moment aan de orde komen en getoetst worden.Dat gebeurt altijd op een moment en manier die functioneel zijn voor het betreffendevak. Het nut van bijvoorbeeld het gebruik van spreadsheets is daardoor veel duidelijkerdan wanneer dat in een aparte les wordt behandeld. Door de doelen duidelijk vast teleggen behoudt men een helder overzicht van de verdeling van kennis en vaardighedenover vakken en jaren.Door de invoering van ict-activiteiten binnen de vakken wordt ook het curriculumbijgesteld: vakinhouden veranderen, andere keuzes worden gemaakt omdat er ruimtemoet worden gecreëerd voor andere vaardigheden dan de gebruikelijke. Dit procesverloopt niet bij elk vak even soepel. Vandaar dat het geplande tempo van invoeringis bijgesteld.Steeds kwam tijdens het bezoek naar voren dat leerlingen, meer nog dan de docenten,het gebruik van de computer als heel vanzelfsprekend ervaren. Opmerkelijk in ditverband is bijvoorbeeld de uitspraak van een van de docenten dat het gebruik van demethode Babbage voor het vak informatiekunde in de onderbouw wellicht meer nodigen nuttig is geweest voor en meer invloed heeft gehad op het computergebruik vandocenten dan op dat van leerlingen. Hij veronderstelde daarmee dat, door gebruikte maken van deze – voor docenten betrekkelijk eenvoudige en inzichtelijke – methode,een aantal docenten de indruk had dat zij de invoering van ict de baas waren en detijd kregen om hun eigen ontwikkeling ook op een redelijk peil te brengen.Een zelfde inzicht spreekt uit de opmerking van een andere docent: “leerlingen zijn enblijven de voortrekkers t.o.v. de docenten. Daar moet je niet bang voor zijn, maar gebruikvan durven maken, aldus dezelfde docent.”


Natuurwetenschappelijke vakkenBelcampo43Vaardighedenlijn ICT-AlgemeenKlas 1 periode A Klas 1 periode B Klas 1 periode C Klas 1 periode D Einde 1e klas- Inloggen - zoeken op Internet - geavanceerd- Belcampo-netwerk - werken met Browser - Windows-gebruik- verkenner - e-mail - (shortkeys,- Zoeken mediatheek - rechtermuisknop)- Systeembeheer - scannen(helpdesk)- printenintroductieweek,mediatheek, SBMletterenstudiebegeleidingKlas 2 periode A Klas 2 periode B Klas 2 periode C Klas 2 periode D Einde 2e klas- geavanceerd zoeken - e-mail (herh.) Toets algemene- op het internet ICT-vaardigheden- (logica)wiskundeletterenDe verkaveling van ict-taken is niet opgezet vanuit een theoretische invalshoek.Er is gekozen voor een pragmatische aanpak. Secties met ervaring op ict-gebied nemenhet voortouw; de andere vakken sluiten zich langzamerhand aan. Daarom is begonnenin de talen en de Natuurwetenschappelijke vakken; de zaakvakken volgen op afstand.Zo zien we bijvoorbeeld in het overzicht van de vaardighedenlijn ict-natuurwetenschappendat in klas 1 in die vakken Excel wordt toegepast. Bij de verkaveling wordtook rekening gehouden met horizontale en verticale afstemming en met de wens omdoorlopende leerlijnen te ontwikkelen.De afspraken zijn op het niveau van secties en docenten gemaakt; de schoolleidingheeft hierin bewust geen sturende rol gespeeld.


44Ict in natuurwetenschappen onderbouwVaardighedenlijn ICT-NatuurwetenschappenKlas 1 periode B Klas 1 periode C Klas 1 periode DMassa en lengte van leerlingen Vergelijken digitale enverwerken in Excelanaloge (thermometer)(gemiddelde, celformule)temperatuurmeting, ijkingmeter in IP-CoachHartslagmeting met IPcoach(opnemen gegevens,grafiek verklaren)Isolatieproef met Excel(gegevensverwerking enomrekenen variabelen)Klas 2 periode B Klas 2 periode C Klas 2 periode DSchakelingen in Crocodile Mechanica in Crocodile Optica in Crocodile(zowel basis als in symbolen)VI-karakteristiek in ExcelVerslagje in WordDemo’s IP-Coach(licht- en geluidsensor)Voor het leergebied natuurwetenschappen in de eerste twee leerjaren zijn tweewekelijkse lesuren van 60 minuten beschikbaar. In ongeveer de helft van de lessenis een praktische oefening geprogrammeerd. Daarvan wordt in ongeveer zes lessengebruik gemaakt van ict-toepassingen.We zagen een aantal lessen en presentaties waarin ict door leerlingen werd toegepast.Een internetles over seksuele voorlichtingVoor het onderwerp voortplanting is door een docent een website gemaakt waarin deleerlingen negen vragen moeten beantwoorden. Voor de beantwoording is een aantalbronnen aangegeven. Ook moeten de leerlingen een SOA-test doorlopen die opwww.soa.nl is te vinden. Een precieze beschrijving van het gebruik van deze les is alsdidacto ‘Biologie: voortplanting’ te vinden op http://didactobank.kennisnet.nl/.De onderwerpen die binnen seksuele voorlichting moeten worden behandeld, lenenzich vaak moeilijk voor klassikale behandeling. Dat leidt soms tot hilarische momentenin de klas die het onderwerp geen goed doen. Dat geldt minder voor de site die door dedocent is ontwikkeld. De ervaring van de docent is dat de leerlingen met dit programmaserieus aan de slag gaan en goed geconcentreerd bezig zijn. Het is een werkvorm dieveilig is voor leerlingen. Ze krijgen bovendien niet alleen nuttige informatie voor ditmoment maar kunnen ook later informatie vinden over onderwerpen die voor hen vanbelang zijn.


Natuurwetenschappelijke vakkenBelcampo45Men heeft een bewuste keuze gemaakt om ongewenste sites niet te filteren. De vraagis dan of internetgebruik rond dit thema tot ’misbruik’ zou kunnen leiden en/of hoeouders over deze aanpak denken. De keuze om niet te filteren is gemaakt omdatervaring leert dat enerzijds filteren niet werkt en anderzijds omdat leerlingen elkaarwel corrigeren. Er is in klassenverband altijd sprake van een vorm van sociale controle,een ‘sociaal filter’. En buiten de klas (thuis of elders) werkt een filter sowieso niet.Enkele andere voorbeelden:- een practicum over het meten van je hartslag voor en na inspanning. Deze proevenmaken zichtbaar wat het gebruik van Coach kan betekenen door directe verwerkingvan gegevens in grafiek. Een precieze beschrijving van het gebruik van dit practicumis als ‘didacto’ ‘Hartslag en conditie (m.b.v. Coach)’ te vinden ophttp://didactobank.kennisnet.nl/;- een practicum verwarmen en afkoelen. Het meten met de computer vervangt niethet klassieke meten met thermometer, maar beide methodes worden naast elkaargebruikt en vergeleken. Leerlingen leren beide technieken en kunnen voor- en nadelenafwegen: bijvoorbeeld een grafiek zelf tekenen of zien ontstaan op het scherm.Een precieze beschrijving van het gebruik van dit practicum is als ‘didacto’‘Temperatuurmeting’ te vinden op http://didactobank.kennisnet.nl/;- het gebruik van het spreadsheet Excel bij het vergelijken van de isolerende eigenschappenvan een bekertje. Er wordt geleerd te werken met een spreadsheet in eenconcrete en nuttige (vak)context: het verwerken van meetresultaten tot diagrammenmet grafieken en daaruit de terugkoppeling naar de verschijnselen en fenomenen(afkoeling en isolatie);- een PowerPoint-presentatie waarbij de presentatie als middel is gebruikt om deleerling daadwerkelijk zelfstandig te laten nadenken over natuurkundige inhoudenin een concrete toepassing;- leerlingen maken incidenteel ook gebruik van e-mail om hun leraren producten tezenden. Ze krijgen dan eventueel ook commentaar terug.Deze voorbeelden zijn om meerdere redenen bijzonder. Het registreren van de hartslagkan ook zonder de computer in de klas plaatsvinden. Bij gebruik van de computeris het echter mogelijk de gegevens op verschillende manieren weer te geven en erberwerkingen mee uit te voeren, bijvoorbeeld in grafieken het verschil zichtbaar temaken tussen hartslag gemeten voor en na inspanning. Dit levert dus duidelijk meerwaardeop voor didactiek. Ook stimuleert het de betrokkenheid van de leerlingen,omdat de zin van metingen veel duidelijker wordt. Zo worden de afleesvaardighedenen het gewone ’handwerk’ niet uit het oog verloren en komen tegelijkertijd de voordelenvan elektronisch meten aan bod.In de drie laatste voorbeelden worden op een heel natuurlijke manier de informatiekundigevaardigheden in het omgaan met een rekenblad en met een presentatiepakketgekoppeld aan inzicht in een natuurwetenschappelijk verschijnsel.


46Een regelmatig terugkerend thema is de vraag in hoeverre het gebruik van icttoepassingenals zodanig de effectiviteit van het leerproces verhoogt. Heeft de leerlingniet te veel aandacht voor de vorm in plaats van voor de inhoud?Het is een gegeven dat leerlingen een werkstuk goed verzorgd willen presenteren endaaraan relatief veel tijd besteden. En dat geldt nog meer als leerlingen een Power-Point-presentatie moeten verzorgen.Leerlingen zelf waren hierover heel duidelijk. Op de vraag aan twee leerlingen in leerjaardrie wat zij hadden geleerd van een presentatie van een werkstuk (over natuurwetenschappen)in groepsverband met behulp van PowerPoint kwamen zij met een aantalovertuigende uitspraken over de leereffecten:- je moet de inhoud heel goed op een rijtje hebben om een goed verzorgde presentatiete kunnen maken;- de taakverdeling en samenwerking moet goed zijn;- je moet een goede planning hebben en duidelijke afspraken waar iedereen zich aanhoudt;- de techniek van een PowerPoint-presentatie als zodanig is ook erg leerzaam.4.4 Vak- en teamontwikkeling: nabeschouwingAffiniteit met ict (in de onderbouw) is binnen Belcampo vooral te vinden bij de natuurwetenschappelijkevakken en de talen. Het team voor de natuurwetenschappelijke vakkenis een hecht en gemotiveerd team dat veel overlegt over de invulling en afstemmingvan het programma. Men ziet de leerlingen als trekkers van het veranderingsprocesen streeft er dus naar het aanbod en de voorzieningen op hen af te stemmen.Men maakt voor de onderbouw geen gebruik van een bestaande methode, maar maaktal het materiaal zelf. In feite ontwikkelt men een eigen methode. Dat is een enorm karwei,dat – naar eigen zeggen – alleen vol te houden is door het gezamenlijk enthousiasmeen steun van de school. Het team ervaart de eigen onderwijsorganisatie als eenheldere en eenvoudige structuur waarbinnen de schoolleiding vooral ondersteunendopereert, bijvoorbeeld door het team natuurwetenschappen in de gelegenheid testellen periodiek een interne studiedag te organiseren, voor de helft in eigen tijd envoor de helft in schooltijd.De ontwikkelingen worden sterk ondersteund door enthousiaste en deskundige toa’s.De toa is volwaardig lid van de sectie en ontwikkelt en discussieert met de groep mee.Tijdens de lessen vervult de toa een centrale rol, naast die van de docent.Binnen het team is sprake van een diversiteit van expertise. Deze expertise wordt gedeelden er worden lesprogramma’s ontwikkeld die door alle docenten kunnen wordenbegeleid.Er valt naast betrokkenheid van de docenten natuurwetenschappen ook op dat zij eengrote inbreng hebben in de invulling en afstemming van de ict binnen het totale beleid.Er is dus sprake van een ontwikkeling, die zowel op het niveau van de te onderscheidenvak- en leergebied (science) als in een groter verband op schoolniveau (tussen de leergebiedenscience, letteren, maatschappijvakken, kunstvakken) wordt getild.


Natuurwetenschappelijke vakkenBelcampo47Noodzakelijke ontwikkeltijd voor docenten wordt geschat op 10% van de normtaak.Belangrijk is ook de aanwezigheid van een goed systeembeheer naast de noodzakelijkerandvoorwaarden zoals goed ingerichte infrastructuur (computers en werkplekken inlokalen) en aanwezigheid van goede software (algemene programma’s en vakspecifieke).Volgens de docenten Natuurwetenschappen bevindt de verdeling van ict-vaardighedenbinnen vakken zich nog in een beginstadium en wordt nu ervaring opgedaan. Het zijnnu nog ‘de krenten in de pap’ en de leerlijnen moet verder worden ontwikkeld. Ook delink naar de bovenbouw moeten worden gelegd en de samenhang binnen én tussende vakken (zowel binnen de Natuurwetenschappen als daarbuiten) moet groeien.Men kiest voor een kleinschalige aanpak via kleine pilots waarin ideeën wordenuitgeprobeerd en ontwikkeld. Men wil niet eerst een hele leerlijn op papier zetten endan gaan invullen; werkendeweg wordt er ontwikkeld! “Begint eer ge bezint” is hetmotto; niet vooraf alles plannen en uitdenken, maar beginnen en oplossingen zoekenvoor de problemen die zich voordoen.4.5 Aanbevelingen voor anderenDit enthousiaste team heeft een paar duidelijke aanbevelingen voor anderen.- Samenvoegen van de natuurwetenschappelijke vakken tot één vakgebied is voorwaardevoor vernieuwing zoals Belcampo die nastreeft. Ict is geen middel totintegratie, maar je hebt er wel veel meer aan als natuurwetenschappen één vakgebiedis. Dat lukt overigens in de Tweede Fase niet, omdat daar veel meer specifiekevakinhoudelijke kennis nodig is. Wel kan ook in de hogere leerjaren winst geboektworden door afstemming, combineren van onderzoeksvaardigheden en doorintegreren van een aantal modules of thema’s, zoals bijvoorbeeld biochemischeonderwerpen.- Uitgevers kunnen een betere bijdrage leveren dan ze op dit moment doen, maarniet door zomaar modules te maken. Modules zijn nooit onderwijskundig neutraal.Er is te weinig ruimte voor eigen uitwerking door docenten. Wat uitgevers zoudenmoeten overwegen is om een aantal didactische stramienen uit te werken en daarbinnenmodules te ontwerpen.- Ict heeft volgens deze leraren aantoonbaar positief effect als je de volgendeelementen uitbuit:- verbetering van de aansluiting bij kennis en belangstelling van leerlingen;- verbetering van uitleg van processen en concepten;- verhogen van motivatie;- aanvulling op de traditionele practica en geen vervanging daarvan.- De schoolleiding moet zorgen voor:- tijd;- toerusting;- eigen ruimte voor toepassingen van Coach.


48- Meer in het algemeen:- niets alleen doen, samenwerken;- selectief zijn in wat je aanpakt;- goede randvoorwaarden eisen en waarborgen;- niet dwingen;- evalueren met leerlingen;- niet te lang nadenken: “Begint eer ge bezint”.


Natuurwetenschappelijke vakkenRSG Magister Alvinus49RSG Magister Alvinus in Sneekwww.rsg-sneek.nl“Goed voorbeeld doet goed volgen.”Een paar enthousiaste leraren kunnen een hele school overtuigenvan de waarde die goed ict-gebruik voor het onderwijs kan hebben.Op de RSG Magister Alvinus inspireren een biologie- en eenscheikundeleraar hun collega’s al sinds de jaren tachtig op ditgebied.5.1 ContextDe regionale scholengemeenschap Magister Alvinus is een openbare school in Sneek.RSG Magister Alvinus telt ongeveer 2.000 leerlingen, verdeeld over vwo, havo en vmbo.De school kent nu nog enkele dependances. Volgend schooljaar, als de nieuwbouwbij het hoofdgebouw is gerealiseerd, zullen twee van de drie dependances vervallen.Alleen de Internationale Schakelklas, de nieuwe naam hiervoor is Eerste OpvangAnderstaligen (EOA), is dan nog in een apart gebouw gehuisvest.Met het aanwijzen van de school als ict-voorhoedeschool ontstonden nieuwe kansen.In de hoofdlocatie aan de rand van het Sneekse centrum, zijn twee nieuwe computerlokaleningericht en ook in de nieuwbouw zijn uitgebreide ict-voorzieningen gepland.De school ging participeren in netwerken (ICT-Noord) en gericht werken aan deskundigheidsbevorderingvan de docenten.Teams vormen binnen de school de belangrijkste organisatorische eenheden. Dezeteams zijn met soms meer dan veertig personeelsleden vrij groot. Volgend schooljaarzal met teams van rond de 15 personen worden gewerkt.5.2 Visie…De RSG Magister Alvinus heeft als aanvulling op het schoolplan de onderwijskundigevormgeving beschreven. Dit document (maart 2002) beoogt een schoolbrede visieop leren te bewerkstelligen. Centraal in deze visie staan leerlingenzorg, toegepastevaardigheden, een uitdagende leeromgeving, samenhang en leerlingen die actief enzelfstandig leren. Wat ict betreft ligt de prioriteit bij het automatiseren van docententaken:bij het samenstellen, afnemen en nakijken van toetsen, het analyseren vanresultaten en de interne en externe communicatie. Rond dit onderwerp vermeldde desite http://www.vosabb.nl/openbaar/vb1408.htm de RSG Magister Alvinus alsvoorbeeld van good practice. Alle cijfers van leerlingen uit de onderbouw worden nuregelrecht in de database van de school ingevoerd, leerlingen uit de onderbouw


Natuurwetenschappelijke vakkenRSG Magister Alvinus51krijgen een weekrapport en kunnen (met een vertraging van een tiental dagen) precieszien hoe ze er voor staan. In de bovenbouw worden de toetsgegevens per periodevermeld.Meer onderwijsinhoudelijk zijn de ict-doelen:- de teams zorgen ervoor dat alle docenten kennis hebben van de werkvormen dieworden gebruikt in relatie tot de behandelen stof;- het gebruik van ict als middel binnen de vakken wordt in kaart gebracht en dientals basis voor het maken van afspraken over het gebruik van de computerlokalen;- er wordt systematisch gewerkt aan een gezamenlijke didactiek binnen de sectie enaan gevarieerde (elkaar aanvullende) didactieken binnen een team.Voor het schooljaar 2002/2003 wil men het gebruik van ict bij de vakken inventariseren,de gewenste situatie (per vak of cluster van vakken) omschrijven en een plan vanaanpak opstellen.In maart 2002 heeft RSG Magister Alvinus deze doelstellingen uitgewerkt in eenconcept Beleidsplan ICT voor de periode 2002-2006. Er wordt een overgang geschetstvan computergebruik bij het primair proces en automatisering van administratieveprocessen naar ict van met behulp van computers en netwerken informatie raadplegen,bewerken en verplaatsen. Het plan bevat een sterkte-zwakte analyse met als sterkepunten: voortvarende aanpak in de onder- en bovenbouw, breed gedragen enthousiasmebinnen de school, deskundigheid op diverse gebieden, flexibiliteit, infrastructuur ophet vlak van randvoorwaarden, gerealiseerd pc-privé project, Kennisnet gerealiseerdevenals een vergoeding per leerling. Zwakke punten zijn onder meer: een deel van hetpersoneel beheerst de basisvaardigheden nog niet of nog onvoldoende, de visie rondict-gebruik is nog niet schoolbreed verspreid, de structurele financiering is onduidelijken onvoldoende, onduidelijkheid over de verplichting van ict-gebruik bij de kerndoelenen de eindexameneisen en comissies in de lerarenopleidingen ten aanzien van ictvaardigheden.5.3 Ict-ontwikkelingenEen aantal ontwikkelingen heeft op de RSG Magister Alvinus het gebruik van ictversneld. Allereerst de inrichting van een compleet computerlokaal voor 32 leerlingen,later gevolgd door de verbouwing van de zolder tot een complete computerruimte.Ook de invoering van Informatiekunde leverde een bijdrage aan deze versnelling.Daarnaast boden de aanwijzing tot voorhoedeschool en de invoering van de lumpsumbekostigingextra mogelijkheden voor algemene ict-opleidingen en vakdidactischescholing en kon formatieruimte voor ict-coördinatoren worden gecreëerd.Aan de andere kant waren er ook factoren die het ontwikkelingstempo remden:de voorziene nieuwbouw van de school, de invoering van de Tweede Fase en het vmbo,de organisatie van de school in teams en de inspanningen die nodig waren om hetaantal aangeboden vakken te beperken.Van eindtermen, de kwaliteitskaart en de invoering van het studiehuis gingen op dezeschool geen belangrijke impulsen naar versterking van het ict-beleid uit. Wat de TweedeFase betreft, moet een uitzondering gemaakt worden voor het project praktischeopdrachten van ICT-Noord. De samenwerking van leraren in dit kader leidde tot het


52ontstaan van een serie praktische opdrachten (met gebruik van ict) voor de TweedeFase. Via Stepnet (http://www.stepnet.nl) is een vervolg gegeven aan deze pioniersarbeid.De school voorziet, als straks (bijna) alle leerlingen ook thuis kunnen communicerenvia de computer, in de toekomst meer mogelijkheden tot leren op afstand. Nu beschiktongeveer 80 procent van de leerlingen thuis over een toegang tot internet.In het concept Beleidsplan ICT 2002-2006 heeft de RSG Magister Alvinus ook de in2012 gewenste situatie beschreven. Daarmee zijn ijkpunten voor toekomstigeontwikkelingen geformuleerd. Over tien jaar dient de situatie als volgt te zijn:- ict als doel: algemene computervaardigheden worden in de onderbouw afgerond;met de basisscholen zijn afspraken gemaakt over hun bijdragen op dit gebied;de vaardigheden op ict-gebied staan vermeld in de kerndoelen en exameneisen enzijn verwerkt in de vakplannen; leerlingen werken bij beroepsgerichte vakken dehelft van de tijd met computersimulaties;- ict als middel: er zijn bij het leren mogelijkheden om een deel van de tijd een individueleleerweg te volgen; er is aandacht voor afwisseling van en verschillen in leerstijlenen verwerkingsmethoden; leerlingen hebben 60 procent van hun tijd een computertot hun beschikking; ook bij de begeleiding van leerlingen wordt stelselmatig aande zelfstandigheid van leerlingen gewerkt;- ict als hulpmiddel: de docent heeft op diverse werkplekken toegang tot de elektronischeleeromgeving en het informatiesysteem; lesvoorbereidingen zijn voor een belangrijkdeel web-based;- ict bij de bedrijfsvoering: bij de beleidsontwikkeling wordt gebruik gemaakt van degegevens uit de opgebouwde database; deze database vormt ook de bron voor hetManagement Informatie Systeem; ict wordt gehanteerd bij het plannen en controleren.5.4 … en praktijkIct en natuurwetenschappelijke vakkenOp de RSG Magister Alvinus zijn de ict-ontwikkelingen in sterke mate afhankelijk geweestvan pioniersarbeid van individuele docenten. Vooral bij Biologie en Scheikunde is zichtbaarwelke mogelijkheden hierdoor ontstaan. Het zwaartepunt bij ict en Natuurwetenschappenligt nadrukkelijk in de bovenbouw. Sommige docenten zijn van oordeel datin de onderbouw gebrek aan geschikte materialen en personele ondersteuning en hetklassikale onderwijs een werkelijk geïntegreerd gebruik van ict nog in de weg staan.Immers, ict-gebruik vereist een speciale inrichting van het lokaal en voortdurendeaandacht voor elke individuele leerling. Er bestaat in dit opzicht behoefte aan meerscholing, de inzet van technische onderwijsassistenten en zelfsturende programma’s.Leerlingen nemen een duidelijke hiërarchie waar tussen het ict-gebruik bij de verschillendevakken. Bij Natuurkunde blijft de rol beperkt, in Scheikunde stelt het meer voor, maaralleen bij Biologie herkennen zij de centrale plaats van ict in het vak. Over de waardevan ict verschillen de leerlingen van mening. De ene leerling ziet nauwelijks meerwaarde,anderen benadrukken de extra waarde bij het doen van metingen en het uitvoerenvan proeven etc. die zonder de computer op school niet mogelijk zouden zijn.


Natuurwetenschappelijke vakkenRSG Magister Alvinus53BiologieHet biologielokaal bestaat uit een les/werkgedeelte en een half afgescheidenlaboratoriumruimte. Tijdens de practicumles voor havo 5 zijn de meeste van deongeveer 20 leerlingen alleen of in kleine groepjes bezig met het doen van proeven.Een vijftal leerlingen is in het andere deel van het lokaal aan het werk. De leerlingenwerken hoofdzakelijk zelfstandig. Ze worden begeleid en zo nodig ondersteund dooreen leraar en een technisch onderwijsassistent.Een van de biologieleraren, de heer Elmallah, onderkende al vroeg, rond 1984,het belang van ict-gebruik in de biologielessen. Hij ontwikkelde proeven waarbij metbehulp van de computer metingen konden worden uitgevoerd en maakte modules dieals aanvulling en ondersteuning van het leerboek functioneren. Een voorbeeld hiervanis de module over voortplanting die leerlingen ook via internet kunnen raadplegen.Voor biologie hebben de bovenbouwleerlingen van de RSG Magister Alvinus viahttp://kringen.kennisnet.nl toegang tot hun eigen Blackboard van de ElektronischeLeeromgeving (ELO).In 1987 nam men Coach in gebruik. Niet alleen metingen, maar ook computersimulatiesdroegen bij aan de mogelijkheden ict in het biologieonderwijs te integreren.Leerlingen beginnen nu met het uitvoeren van duidelijk omschreven opdrachten – dezogenoemde ‘kookboekproeven’ – maar leren in de hogere klassen ook zelf proevente ontwerpen met behulp van Coach. De werkwijze hierbij is dat zij opdrachten krijgen,waarbij ze zelf laboratoriumsituaties simuleren en proeven bedenken en uitvoeren.Een aardig detail is dat de leraar de cijfers van leerlingen direct digitaal invoert,zodat iedereen via internet de eigen resultaten voor biologie kan raadplegen.De betekenis van ict voor het onderwijs in Biologie blijkt onder meer uit de jaarplanningvoor de verschillende bovenbouwgroepen. De planner voor havo 5 is opgezet langsde lijnen thema/basisstof, vaardigheden, toetsen, lesmateriaal/hulpmiddelen, studielasten ict. Uit de laatstgenoemde kolom blijkt dat leerlingen Blackboard gebruiken bijhet thema stofwissseling, Coach 5 speelt een rol bij de blokpractica en (diagnostische)toetsen, de medische encyclopedie is bruikbaar bij de thema’s mens en milieu en gaswisselingen uitscheiding, terwijl het programma Hart wordt ingezet bij het themaTransport (bloedsomloop).Een voorbeeld van een product van de gevolgde werkwijze bij Biologie is te vinden ineen werkstuk van twee leerlingen (profiel Natuur en Gezondheid) over het looizuurgehaltein thee. Het werkstuk begint met de vraagstelling, gevolgd door een onderzoekshypothesevan de leerlingen. Vervolgens is (met behulp van internet) een inleidingopgesteld over de geschiedenis, de productie, de samenstelling en de bewerkingvan thee. De kern van het werkstuk wordt gevormd door zelf gekozen en uitgevoerdemeetproeven bij vijf theesoorten, de grafische weergave van deze metingen en deconclusie.In het biologielokaal staan 14 multimediacomputers opgesteld, is aansluiting op hetinterne netwerk geregeld en kunnen leerlingen (in de bovenbouw) ook internet raadplegen.Leerlingen kunnen voor Biologie gebruik maken van een vijftigtal programma’s(deze lijst vindt u achterin bij de bijlage) en er zijn 40 ict-meetproeven (inclusief sensoren,meetpanelen en dataloggers) beschikbaar.


54De pionier bij Biologie is ook als docent verbonden aan de lerarenopleiding. Binnende vaksectie Biologie van de RSG Magister Alvinus en het vaknetwerk van ICT-Noordverzorgt hij ook vakdidactische ict-scholing.ScheikundeOok bij Scheikunde is al jaren geleden een begin gemaakt met ict-gebruik. In 1988 isin het kader van het eerste PRINT-project een leergang ‘meten bij Scheikunde’ metbehulp van de computer ontwikkeld. Bij Scheikunde valt, net als bij Biologie, de opbouwvan ‘kookboekproeven’ naar open opdrachten waar te nemen. Sterker dan bij Biologieligt bij Scheikunde de nadruk op metingen met behulp van de computer. Ongeveer dehelft van de proeven wordt uitgevoerd met behulp van de computer.Centraal staat de doelstelling om bij leerlingen praktische- en onderzoeksvaardighedente ontwikkelen. Hoewel er mogelijkheden bestaan om de computer te gebruiken alsalternatief voor of aanvulling op de methode, wordt daar vanwege de extra kosten bijScheikunde geen gebruik van gemaakt.Eén van de scheikundedocenten, Pieter van Zandbergen, is duidelijk als pionier ophet gebied van ict-gebruik te beschouwen. Hij is tevens docent op de lerarenopleidingvan de Rijks Universiteit Groningen en heeft, samen met een collega, Chemnet(http://www.chemnet.nl) opgezet.In het scheikundelokaal is een tiental leerlingen uit vwo 6 bezig met een practicumtoets.Deze toets maakt deel uit van het schoolexamen. De leerlingen voeren, ondertoezicht en begeleiding van enkele leraren en technisch onderwijsassistenten meetproevenuit. De leerlingen werken individueel, geconcentreerd en stevig door.NatuurkundeDe leraar Natuurkunde laat de verschillende mogelijkheden van ict-gebruik bij Natuurkundezien. Er zijn op dat moment geen leerlingen die duidelijk kunnen maken hoedat in de praktijk gebeurt. Bij Natuurkunde neemt ict een minder grote plaats in danbij Biologie en Scheikunde. Vooral in de onderbouw is de impact ervan beperkt. In debovenbouw speelt de computer een rol bij metingen, simulaties en bij het maken vanprofielwerkstukken. Leerlingen maken duidelijk dat ict in Natuurkunde pas motiverendis als er een duidelijke meerwaarde aanwezig is.Voor Natuurkunde beschikken de leraren over een aantal beschrijvingen van probleemsituatiesdie met behulp van een geautomatiseerd systeem kunnen worden opgelost.Enkele voorbeelden zijn: etalageverlichting, inbraakbeveiliging, verkeerslichtinstallatieop een T-kruising, babyfoon, meting van het dagelijks aantal uren zonneschijn en ijsdetector.Een aardig voorbeeld hiervan is het model voor de bouw van alarmsystemen.Dit model is zowel in de vorm van een schakelbord als in de vorm van een computersimulatieaanwezig. De meerwaarde van de computersimulatie bestaat uit het feit datleerlingen dit via een diskette ook thuis of elders binnen de school kunnen gebruiken.


Natuurwetenschappelijke vakkenRSG Magister Alvinus555.5 NabeschouwingOp de RSG Magister Alvinus wordt zichtbaar wat in de Natuurwetenschappen mogelijkis met ict. Het zijn vooral pioniers geweest die – overigens niet alleen bij de Natuurwetenschappen,maar bijvoorbeeld ook bij Aardrijkskunde, Economie en talen – voordeze ontwikkeling hebben gezorgd. Pioniers zijn belangrijk omdat zij andere lerarenduidelijk maken wat de mogelijkheden van ict in de praktijk zijn. Voor de school isnu de tijd aangebroken om de bereikte resultaten te verankeren. Die borging zal zich opverschillende terreinen afspelen: financieel, beheersmatig, afstemming binnen secties,teams en de school als geheel vanuit een gemeenschappelijke visie op onderwijs enict-gebruik en verdere scholing in basisvaardigheden en op vakdidactisch gebied.Voor de Natuurwetenschappen ligt ook een verdergaande integratie in de rede,eerst in de vorm van gemeenschappelijke lokalen, later wellicht ook meer inhoudelijk.De RSG Magister Alvinus beschikt voor deze verankering, maar ook voor verdereontwikkelingen over sterke uitgangspunten: enthousiasme, deskundigheid en eengoede infrastructuur.


56Scholengroep Cambium inZaltbommelwww.Cambium.orgVisie met profileringVier leerlingen van de afdeling metaal offerden een deel vanhun vrije middag op om met ons te praten over hun ervaringen:“We hebben dat er graag voor over, omdat we hier ontzettendleuk les krijgen en werken.”Aline (6 vwo) heeft een profielwerkstuk voor Biologie gemaaktomdat dit het enige leuke vak is voor een profielwerkstuk.Ze heeft informatie gezocht op internet, een proefopstellinggemaakt en proeven uitgevoerd aan de hand van een probleemkaart.Tenslotte heeft ze de gegevens verwerkt met Excel engepresenteerd in PowerPoint.6.1 ContextCambium is de laag in de boom tussen bast en hout, waar de boom groeit. ScholengroepCambium wil als openbare school met een regiofunctie de ‘groeilaag’ zijntussen het primair onderwijs en het vervolgonderwijs. De school heeft twee locaties,die ze wil profileren. De locatie Courtine wordt ingericht als Studiehuis en de locatieVan Heemstraweg als leerhuis in het vmbo. In totaal heeft de school 1.700 leerlingenen ruim 190 medewerkers. Men verwacht in de komende jaren te groeien naar 2.200leerlingen. De school streeft naar individuele aandacht voor elke leerling en heeft eenduidelijk geheel van rechten en plichten opgesteld: voor leerlingen, ouders en leraren.De school heeft reeds geruime tijd een actief beleid om gebruik van ict in de schoolmogelijk te maken. In 1997 is het Cambium ict-voorhoedeschool geworden. Tot nu toeheeft de schoolleiding vooral geprobeerd op wensen van leraren in te spelen.Leraren hebben het DRO gehaald. De wisselingen in het personeel hebben er overigenstoe geleid dat op dit moment niet iedereen meer geschoold is in ict-basisvaardigheden.De school is goed toegerust: de computer-leerling ratio is voor havo/vwo 1:11, voorhet vmbo 1:7. De doelstelling: beperkingen voor ict-gebruik wegnemen, is daarmeegoeddeels bereikt. De school heeft gemerkt dat de computer-leerlingratio op zich ookminder belangrijk wordt. Wat nodig is wordt bepaald door de onderwijsvisie en dooreffectief en efficiënt gebruik.


Natuurwetenschappelijke vakkenScholengroep Cambium57De school heeft ongeveer 60 toeleverende basisscholen, waarvan een deel maarmondjesmaat met ict aan de slag is. Daarom worden elk jaar zo’n 300 leerlingen uitgroep 8 uitgenodigd om met de school en ict kennis te komen maken. Hiervoor is eenspeciale ‘Workshop Informatiekunde voor groep 8 van de basisschool’ ontworpen.Tijdens ons bezoek aan de vestiging Courtine was een groep 8 aan het werk. Het iseen marketinginstrument, maar ook een eerste voorbereiding van nieuwe leerlingenop de manier waarop Cambium steeds meer denkt te gaan werken. Het plan is in detoekomst basisscholen te gaan helpen met drie systeembeheerders. De financieringzou deels uit bijdragen van die scholen moeten komen, deels betaald moeten wordenuit het ‘marketingbudget’ van het Cambium.Opvallend is dat de schoolleiding van mening is dat geld op dit moment voor vo-scholengeen belemmering vormt, mits de beschikbare budgetten structureel zijn. Voor goedetoepassingen van ict is vooral tijd nodig, tijd voor leraren en tijd om zaken uit te proberen.Er is nog geen door alle docenten gedeeld brede visie op ict. Volgens sommigen is dateen belemmering, volgens anderen is het een voordeel als er ruimte blijft voor verschillenper vak. In elk geval komen, nu men een aantal jaren ervaring heeft opgedaan,de werkelijke vragen duidelijker aan de orde: wat willen we met ons onderwijs en welkemogelijkheden zijn er om daarbij ict in te zetten? De faciliteiten zijn er nu, de slag naarhet onderwijs is de uitdaging van dit moment.Omdat de beide locaties tot nu toe hun eigen weg gaan, worden ze in dit portret naastelkaar getoond.6.2.1 Locatie CourtineIn de Courtine zijn de schooltypes atheneum (met Latijn), havo en de theoretischeleerweg van het vmbo gevestigd. De locatie is gehuisvest in een modern gebouw.Er werken ongeveer 1.100 leerlingen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar onder begeleidingvan zo’n 80 docenten en een onderwijsondersteunend team van tien personen.De locatie wordt geleid door een locatiedirecteur en twee conrectoren. Veel docentenhebben naast hun werk als leraar taken op zich genomen. Vijf docenten zijn coördinatorvan een afdeling, er zijn ongeveer 35 mentoren, drie decanen, één counselor, een ictcoördinator,een kunstcoördinator, een remedial teacher en tal van mensen met eenaparte taak die geen officiële titel heeft.De inrichting van het gebouw is ruim en modern, met efficiënt ingerichte lokalen, eengrote aula die ook wordt gebruikt als theater- of feestzaal, een prachtige mediatheeken goed ingerichte studiehallen met werkplekken en multimedia-apparatuur voor deleerlingen. De school richt zich op leerlingen met een theoretische leerstijl, die het leukvinden om te leren en die er geen probleem mee hebben om ook op hun theoretischekunnen aangesproken te worden.


586.2.2 Visie…De ontwikkelingen in de locatie Courtine werden gedragen door een kleine groepleraren, vooral de biologieleraren, die vanuit een visie op hun vak ict-toepassingenhebben ontwikkeld. Zij hebben daarin navolging gekregen van hun collega’s van deandere Natuurwetenschappelijke vakken, bij Natuurkunde wat sneller dan bij Scheikunde.De andere vakken (Aardrijkskunde, Geschiedenis, Nederlands, Culturele KunstzinnigeVorming) zijn wel in beweging, maar de ontwikkelingen zijn daar nog pril. Bij AlgemeneNatuurwetenschappen gebruiken leerlingen ict als informatiebron (vooral internet)en PowerPoint om werk te presenteren. Dat laatste gebeurt overigens bij steeds meervakken.De schoolleiding en ict-coördinator brengen duidelijk onder woorden wat ict voor deontwikkeling van de school betekent. Toepassingen van ict zijn aanvankelijk een anderemanier van werken. Maar zodra men daarmee bezig is blijken de nieuwe mogelijkhedenaanleiding te zijn opnieuw na te denken over onderwijs, leren en organisatie.Aanvankelijk waren de computers van de school geconcentreerd in het informaticalokaal,met de computers in boxen. Het team wil dat de school gaat ‘leven’, meer isdan alleen maar een gebouw. Daarbij past het streven overal computers beschikbaarte hebben. Men heeft studiehallen ingericht: werkplekken in de school die door leerlingengebruikt kunnen worden om zelfstandig te werken. Daarvan wordt ook gebruik gemaaktdoor leraren die met een groep leerlingen aan de slag willen. Het effect is dat de schoolinderdaad een levendige indruk maakt: overal zijn leerlingen en leraren samen aanhet werk.6.2.3 …en praktijk‘Bioplek’ en twee docentenHet grootste deel van het gebruik van de werkplekken op de school betreft MS-office,internet en specifieke toepassingen zoals Coach. Een bijzondere plaats neemt ‘Bioplek’in, de site voor Biologie die is ontwikkeld door twee biologieleraren van de school,Ineke Marree en Gerard Scholte. Zij hebben in 1999 Bioplek gelanceerd. Voor hen wasdat een logische stap in een ruim twintigjarige actieve betrokkenheid bij de ontwikkelingvan hun vak. Uitgangspunt was dat het biologie-onderwijs zoveel mogelijk practicummoet kennen. De theorie moet zo compact mogelijk worden gebracht. Ook het profielwerkstukis altijd heel praktisch. Het streven is een verhouding twee uur practicum,één uur theorie. Voor practica zijn rust en tijd nodig. De mogelijkheden hiervoor inhet nieuwe opzet van de Tweede Fase zijn eigenlijk te beperkt, vooral in de havo.Marree en Scholte hebben bestaande technieken en mogelijkheden voor practicumop kaarten gezet. Deze informatie is gebruikt voor bijscholingscursussen (aan de VrijeUniversiteit), maar uitgevers waren niet geïnteresseerd. Verspreiding van het materiaalwas wel mogelijk via internet, vandaar Bioplek.In hun eigen onderwijs gebruiken Marree en Scholte nu drie verschillende tekstboekenals hulpmiddel voor de teksten, zonder de daarbij horende werkboeken. Werkboekenen studiewijzers (bovenbouw) hebben ze, met alle praktische opdrachten, zelf ontwikkeld.


Natuurwetenschappelijke vakkenScholengroep Cambium59Materiaal voor de onderbouw is aan de betreffende uitgever toegestuurd om problemente voorkomen, maar deze heeft daar niet op gereageerd.Internet wordt nu op twee manieren gebruikt. Alle materiaal is algemeen toegankelijkvia http://www.bioplek.org/. Volgend schooljaar komen onderdelen die voor de schoolzelf zijn bestemd op de schoolsite (http://www.cambium.org/borders/vakken-frames.htm).Voor elk leerjaar zijn daar dan te vinden: leerstof, planningen en studiewijzers,aanwijzingen voor practicum. De leraren hebben daar vanaf huis toegang toe.Een precieze beschrijving van het gebruik van Bioplek is als ‘didacto Bioplek’ te vindenop http://didactobank.kennisnet.nl/.Voorbeeld van een pagina van de biologiesite van Cambium, ook via internet bereikbaar.Practica voor de onderscheiden natuurwetenschappelijke vakken verschillen aanzienlijkvan elkaar. Er zijn nauwelijks vaardigheden aan te merken zonder onderwerp, er isaltijd een functie voor het eigen maken van een vak. Biologie heeft bijvoorbeeld temaken met een veel grotere verscheidenheid aan variabelen. Het is daarom nietmogelijk practica voor de vakken samen te voegen of voor elkaar vervangend te latenzijn. Het is wel zaak tussen de verschillende vakken goed af te stemmen, bijvoorbeeldom te zorgen dat bij Wiskunde de kansberekening is behandeld voordat bij Biologiede erfelijkheid aan de orde komt.Een practicum beslaat ± zes weken. Leerlingen kiezen één of twee onderwerpen metbehulp van probleemkaarten. Er zijn per periode tussen de 10 en 20 probleemkaartendie toegankelijk zijn op de site en ‘gedrukt’ in de klas. Technieken om de problemenop te lossen staan op de probleemkaarten. Zelf een onderwerp verzinnen mag ook,mits de leraar met het voorstel akkoord gaat. Ze kunnen in de planner vinden wat vanhen in de practicumperiode wordt verwacht. Vervolgens gaan ze aan de slag met allehulpmiddelen die ze nodig hebben: computer, boek, leraar. Ze houden een labjournaalbij. De verslagen zijn onderdeel van het examen (25%) en ook het mondeling onder-


60deel van het schoolonderzoek gaat over het practicum (eveneens 25%). Tijdens depracticumweken zijn er buiten het wekelijkse theorie-uur geen klassikale momenten.Ict speelt bij het practicum een grote rol. Leerlingen gebruiken de computer voor hunplanning, als informatiebron, voor hun rapportages en soms om metingen te verrichten.Om dit goed te laten verlopen is een goede technisch onderwijsassistent onmisbaar.http://www.bioplek.org/ heeft op schooldagen ongeveer 500 bezoekers per dag,waarvan 400 van buiten de school. De site is begonnen als verzameling links naarsites die bruikbaar zijn voor Biologie. Daar zijn steeds meer onderwerpen bijgekomen:de probleemkaarten, de techniekkaarten, antwoorden op vragen en steeds meertheorie, later ook animaties. Links zijn op steeds meer plaatsen te vinden (onder meerop sites van enkele universiteiten: Wageningen en Groningen), zodat men zich is gaanconcentreren op eigen materiaal. Dat wordt ook door leerlingen van andere scholengebruikt, onder andere voor het profielwerkstuk. De site is gegroeid tot 25 gigabyteen genereert op dit moment 4 gigabyte dataverkeer per maand. Bioplek wordt langzamerhandeen complete methode op internet, zij het dat een boek naast de onlineinformatie en diensten nog niet gemist kan worden.De makers zouden de technische en financiële verantwoordelijkheid (de site kost ongeveer1.400 Euro per jaar, de school betaalt 60 Euro per maand) voor de site graag willenoverdragen, maar zijn er tot nu toe niet in geslaagd een oplossing te vinden die ookhenzelf bevalt. De site leidt tot een stroom e-mails, waaronder veel uit Vlaanderen.Naast complimenten komen talloze vragen binnen, van collega’s maar vooral vanleerlingen van andere scholen. Scholte en Marree proberen daar zoveel mogelijkantwoord op te geven. Dat doen ze door informatie te geven, vooral tips om zelfverder te zoeken. Dit is een duidelijke aanwijzing dat daar veel behoefte aan bestaat(er zijn inmiddels al meerdere sites waar vragen beantwoord worden) en er zou duseen duurzame voorziening voor moeten komen.


Natuurwetenschappelijke vakkenScholengroep Cambium61Biologie en de leerlingenIn een gesprek met een aantal leerlingen stralen deze hetzelfde enthousiasme uit alshun leraren. Allen gebruiken ze Bioplek en de materialen die op de website van deschool te vinden zijn.Voor het werken aan proeven gebruiken leerlingen de probleemkaarten en de theoriekaarten.Ze halen informatie over het maken van verslagen en de manier waarop dieworden beoordeeld van het net, gebruiken de computer bij het uitwerken van opdrachtenen verslagen en dienen deze soms online in bij de leraar.Voor de theorie noemen de leerlingen als voordelen van gebruik van ict:- verduidelijking via informatie op internet;- tekeningen en animaties;- toetsen;- sneller leren;- stof die eerder is behandeld kun je makkelijk weer opzoeken.Bij het maken van opdrachten hebben ze altijd de studiewijzer en planner bij de hand.Thema’s voor het practicum zijn voor een bepaald leerjaar op verschillende niveausbeschikbaar zodat leerlingen een eenvoudiger of complexere opdracht kunnen kiezen.Biologie bevalt hen omdat ze daar zelfstandiger kunnen werken en niet 50 minutennaar een pratende leraar hoeven te luisteren. Overigens vinden leerlingen het klassenverbanden de aanwezigheid op school wel belangrijk: om samen te kunnen werken,voor de discipline en omdat hulp en uitleg daar beschikbaar zijn.Het ideaal van de leerlingen is dat ieder een eigen laptop heeft voor al het schoolwerk.In afwachting daarvan willen ze graag meer apparaten op school.Wat is de rol van ict bij de natuurwetenschappelijke vakken op het Cambium volgens leerlingen?Scheikunde: docent volgt een goed boek, leerlingen krijgen opdrachten en docentgeeft alleen uitleg als het niet anders kan. Veel theorie, ict wordt alleen gebruiktvoor verslagen.Natuurkunde: ict (internet) wordt gebruikt bij literatuuronderzoek. Coach bijmetingen, gebruik van Excel voor gegevensbewerking.Biologie: ict bij practikum en maken van het verslag. Heel veel info op Bioplek– animaties. Heel handig dat alles op internet staat, vooral als je wat bentvergeten.Thuisgebruik van ict: Animaties op Bioplek voor het leren van het proefwerk:computer is makkelijk voor het zien van processen en snel vinden van informatie.De verwerking van gegevens doen leerlingen liever thuis.In teleleren zien de leerlingen niet veel: motivatie en discipline zijn beter als jeelke dag samen op school komt.Andere toepassingenIn één van de studiehallen zien we hoe een groep leerlingen video-metingen vanbewegingen doet met Coach. Ze moeten metingen uitvoeren en de gegevens opverschillende manieren verwerken en bewerken.


62De leraar ziet in de toepassing van Coach vooral het voordeel dat er veel meer mogelijkhedenzijn om simulaties en metingen te doen dan zonder de computer. Hij vindt dathet begrip van leerlingen van natuurkundige verschijnselen, in dit geval uit de mechanica,veel beter wordt door deze vorm van probleemgericht onderwijs. Hun inzicht groeit,is minder oppervlakkig en ze maken zich de vaardigheden echt eigen. Ze wordencreatiever, komen zelf met oplossingen. Het enthousiasme maakt dat ze meer enmakkelijker leren. Ze maken er uitstekende verslagen over. Het is jammer is dat deexamens nog sterk gericht zijn op ‘sommen maken’ en niet op de meer begrijpendeen actieve kennis en vaardigheden die leerlingen nu opdoen.Bij Natuurkunde is één van de grote voordelen van gebruik van ict dat een leraar veelmeer zichtbaar kan maken. Op internet zijn applets te vinden (over het algemeenEngelstalig) waarmee een abstract begrip een concreet waarneembaar verschijnselwordt.Een precieze beschrijving van het gebruik van applets bij Natuurkunde is als didactoNatuurkundige java applets te vinden op http://didactobank.kennisnet.nl/.Wie dat wil kan zich via de site van Cambium door zelfstudie het vak Informaticavolledig eigen maken. De site bevat een serie PowerPoint-presentaties die stapsgewijsen aanschouwelijk de stof presenteren. Ook voor een aantal andere vakken is op desite veel te vinden.Applet met de Lorentz Force:http://home.a-city.de/walter.fendt/physengl/lorentzforce.htmProfielwerkstukken van leerlingen 6 VWO (profiel NG/NTG)Aline heeft een profielwerkstuk voor Biologie gemaakt omdat dit het enige leukevak is voor een profielwerkstuk. Het is een vervolg op vorig werkstuk.Ze heeft informatie gezocht op internet: andere werkstukken over haar onderwerp,informatie op de site van de Universiteit Wageningen, steunpunten op desite van de Universiteit Groningen. Daarna heeft ze een proefopstelling gemaakten proeven uitgevoerd aan de hand van een probleemkaart en haar vorige werkstuk.Tenslotte heeft ze de gegevens verwerkt m.b.v. Excel en gepresenteerd metPowerPoint.


Natuurwetenschappelijke vakkenScholengroep Cambium63Ook Johan en Thijs hebben Biologie gekozen voor hun profielwerkstuk. Het onderwerpis Pekelkreeftjes omdat daar nog niet zoveel proeven mee zijn gedaan enomdat proeven met dieren leuk zijn. Via Bioplek hebben ze informatie gevonden.Onderzoeksvraag: Wat is invloed van licht op gedrag? Ze hebben Word en Excelgebruikt voor hun verslag en voor de verwerking van gegevens en PowerPointvoor hun presentatie.De lerarenZoals reeds vermeld hebben ooit de meeste leraren het DRO gehaald. Dat is eigenlijkde enige zachte dwang die de schoolleiding heeft uitgeoefend. Men heeft vooralaangesloten bij wensen van leraren: “leraren veranderen niet op commando.”Die wensen worden overigens wel steeds duidelijker naarmate leraren meer mogelijkhedenzien. De drempel bij leraren is op het eerste oog vooral onzekerheid omdat zijhun vaardigheden onvoldoende vinden. Echte veranderingsbereidheid blijkt afhankelijkvan de mate waarin zij voordelen zien voor hun onderwijs. Als een leraar ergens echthet nut of de noodzaak van inziet ontwikkelt men de vaardigheden heel snel.De schoolleiding overweegt een aantal zaken voor de toekomst. Het zou nuttig kunnenzijn bepaalde vaardigheden te definiëren die elke leraar in een bepaalde sectie zoumoeten beheersen. In elk geval wordt gebruik van ict steeds minder vrijblijvend ensteeds meer een geïntegreerd onderdeel van het beleid van de school, met als absolutevoorwaarde dat het iets moet toevoegen.6.3.1 Locatie HeemstrawegAan de Van Heemstraweg volgen ongeveer 600 leerlingen de basis- en kaderberoepsgerichteleerweg binnen het vmbo. Deze locatie heeft met andere leerlingen te makendan de locatie Courtine. Ongeveer 15% van de leerlingen heeft geen computer thuis.De school peilt met de instaptoets van ‘Babbage’ hoe het staat met de ict-vaardighedenvan nieuwe leerlingen en besteedt nadrukkelijk aandacht aan het wegwerken vantekorten. Na de onderbouw vervolgen de leerlingen hun opleiding binnen één van dezes afdelingen. De afdelingen, waaruit gekozen kan worden, zijn de sectoren economie(administratie), techniek (bouwtechniek met differentiaties schilderen en timmeren,elektrotechniek en metaaltechniek) en zorg en welzijn (verzorging).6.3.2 Visie….Het gebouw van Cambium aan de Heemstraweg is langgerekt en smal. Ruimte voorstudiehallen zoals in Courtine is hier niet, dus heeft men andere oplossingen gevonden.De locatie heeft vanaf 1997 de ict-voorzieningen fors uitgebreid. Sinds 2001 is er eenmediatheek met 14 computers. Er zijn twee computerlokalen met respectievelijk 24 en26 computers. In de aula kunnen leerlingen spelletjes doen. In de vaklokalen wordensteeds meer computers geplaatst. Alle apparaten geven toegang tot internet. Een grootdeel van de computers is in 2001 aangeschaft en dus nieuw.


64Zeker zo belangrijk voor deze school zijn machines met ‘embedded ict’ die in het bedrijfslevenworden gebruikt voor ontwerp en productie, zoals een computergestuurde draaibank.Ook daarmee is de school goed voorzien, mede door banden met het bedrijfslevenin de omgeving. De ict-coördinator, Harry Kolman, is tevreden over de toerustingzowel wat aantallen als wat kwaliteit betreft. De schoolleiding geeft prioriteit aan icten zorgt voor voldoende geld voor de benodigde investeringen. Het gaat er nu omonderwijsinhoudelijke keuzen te maken en afstemming en integratie tussen deverschillende vakken en afdeling te bereiken. Er is een systeembeheerder, die wordtbijgestaan door een mbo-stagiair en een applicatiebeheerder.De beroepsgerichte vakken kunnen niet meer zonder geïntegreerde ict-toepassingenen hebben daarmee ook de meeste vorderingen gemaakt. Het VICTO-project(http://www.victo.nl/) is daarbij belangrijk als bron van inspiratie en materiaal. Metaalen Administratie maken daar volop gebruik van, Elektro is ermee begonnen, Verzorgingnog niet. Door recente personeelswisselingen zijn de voorwaarden voor gebruik vanict in die afdeling nog niet optimaal. Steeds duidelijker wordt dat ict-gebruik zoalsaangereikt in het VICTO-project ingrijpend is. Een incidenteel uurtje computeren zetgeen zoden aan de dijk. Met de AVO-vakken gaat het een stuk langzamer. Tot nu toezijn daar voornamelijk individuele initiatieven te zien.Kolman heeft dit voorjaar een notitie gemaakt om zijn collega’s te helpen. Daarin wordtaangegeven welke eisen op ict-gebied per vak in de basisvorming worden gesteld enworden suggesties en ideeën aan de hand gedaan. Inmiddels zijn alle vaksectiesverkenningen begonnen, met hulp en advies van de ict-coördinator. Per vakgroep iséén uur per week beschikbaar om ict-inzet te bevorderen. De inzet is te beginnen metde verplichte onderdelen en via kleinschalige acties ict een normaal instrument temaken. Stimuleren van gebruik van Kennisnet is daarvoor belangrijk, omdat lerarengebruik moeten gaan maken van de informatie en materialen die daar voorhandenzijn. Bij de verdere ontwikkeling wordt er rekening mee gehouden dat rust en structuurvoor de leerlingen in deze school erg belangrijk zijn. Alle leraren zijn overtuigd vanhet belang en de mogelijkheden van ict. Dagelijkse drukte en onrust door veranderingenin de organisatie lijken de belangrijkste belemmeringen om daar ook echt werk van temaken.6.3.3 …en praktijkMetaalDe leraar Metaal, Theo de Haas, is de echte pionier in deze Cambium-vestiging.Hij werkt inmiddels al tien jaar aan geïntegreerd gebruik van ict voor zijn vak, in hetbijzonder metaalbewerking met CAD-CAM machines. Het resultaat is bijzonder.Drie lokalen zijn samengevoegd tot één werkruimte, verdeeld door glazen afscheidingen.Achterliggend idee is een geïntegreerde leer/werkplekkenstructuur: theorie en praktijkkunnen er in verschillende fasen en door verschillende klassen worden gedaan.Het model is dat leerlingen een taak of opdracht krijgen waaraan ze zelfstandig werken,zelf toetsen wat de behaalde resultaten zijn en bepalen hoe ze verder moeten.


Natuurwetenschappelijke vakkenScholengroep Cambium65De leraar is altijd beschikbaar voor hulp. Door de open ruimte heeft hij zicht op water gebeurt. Tussendoor worden theorielessen gegeven, bijvoorbeeld in gebruik vanExcel. Alle activiteiten en resultaten zijn zichtbaar op een groot planbord, waardoorleerlingen weten hoe ze ervoor staan, ook van elkaar. Dat levert gezonde onderlingewedijver op in tempo en in kwaliteit. Door de manier van werken en door de inrichtingvan de ruimte wordt teamgeest gestimuleerd, maar evenzeer individuele betrokkenheid.Alle stof is gemoduleerd, waardoor leerlingen in hun eigen tempo kunnen werken:ontwerpen, meten, uitvoeren, zelf beoordelen, presenteren.De Haas maakt gebruik van producten en materiaal ontwikkeld in het VICTO-project.Hij is positief over de bruikbaarheid daarvan voor de kaderberoepsgerichte leerweg.De aankoop van schakelpanelen, andere apparatuur en programmatuur is mede(voor ongeveer 45.000 Euro) gefinancierd door een regionaal fonds ‘De Waard’.Voor metaalbewerking worden voor alle onderdelen ict-toepassingen gebruikt:geautomatiseerd tabellenboek, databank met werkplaatsgegevens, tekenprogramma’svoor het ontwerp (Harrison, Teach-in), Excel voor planning van de productie en kostenberekening,computergestuurde machines voor de uitvoering. Voor de toetsing logt eenleerling met naam en code in in de toetsenbank. Het programma stelt vervolgens atrandom een toets samen. De eindtoets is schriftelijk.Leerlingen leren alle onderdelen van een productieproces, van ontwerp, planning enkostenberekening tot uitvoering en afwerking. Voor bedrijven is zelfstandigheid vanhun werknemers steeds belangrijker. Leerlingen zelf laten toetsen wat ze bereikt hebbenheeft ook het doel hen daarop voor te bereiden. Even belangrijk is intensieve kennismakingmet de praktijk. Leerlingen gaan steeds meer voor stages naar bedrijven inde omgeving. Modulair werken bereidt leerlingen ook voor op het mbo, waarin metportfolio’s wordt gewerkt.Om alle leerlinggegevens te kunnen bijhouden en verwerken (per leerling zijn er zo’n50 cijfers per jaar) heeft De Haas zelf een gegevensbank gemaakt in Excel.Elke leerling maakt in het laatste jaar een meesterproef: een miniatuur-shovel. Daarinkomen alle technieken van ontwerpen, metaalbewerken, lassen en constructie bij elkaar.Aan het eind van het jaar worden de werkstukken tentoongesteld. Ook hier is eencompetetie-element ingebracht dat positief werkt op de kwaliteit.Theo de Haas somt de voordelen op van deze manier van werken. De voorbereidingop de beroepspraktijk is beter, omdat ook daar van leerlingen een brede voorbereidingwordt gevraagd. Leerlingen zijn eigenwijzer geworden en willen ook meer verantwoordelijkheid.Tegelijkertijd hebben ze een duidelijke structuur nodig en meetbare doelen.De manier van werken slaat aan, ook bij leerlingen. De instroom in de afdeling is tegende landelijke trend in gegroeid. Ict is bij Metaal volledig geïntegreerd. Het is noodzakelijkonderdeel van de praktijkopdracht (meten, positioneren, ontwerpen, tekenen),onmisbaar als informatiebron (internet) en bij modulair werken onontbeerlijk alsdiagnostisch hulpmiddel (testen en toetsen).Hij ziet wel een aantal lastige punten. Op dit moment draait deze vorm van onderwijsop één persoon. Inbedding in de schoolorganisatie is nog niet gelukt. Voor de continuïteitzou een opvolger een vol jaar moeten mee draaien. Ook nu al zou hulp van een klassenassistentvoor materiaalbeheer en planning bijzonder welkom zijn. Vanuit Metaal wordtwel een bijdrage geleverd aan de scholing van collega’s.


66Een probleem is dat de verschillen tussen leerlingen op dit moment te groot zijn omgoed te kunnen differentiëren. De selectie en indeling van leerlingen moeten preciezerworden. Veel materiaal en softwareprogramma’s zijn te complex voor vmbo of voordat niveau geheel niet beschikbaar. Leraren moeten daarom zelf aanpassingen makenof toepassingen ontwikkelen.Wat vinden leerlingen van ict bij Metaal?Vier leerlingen offerden een deel van hun vrije middag op om met ons te pratenover hun ervaringen: “We hebben dat er graag voor over, omdat we hier ontzettendleuk les krijgen en werken.”In de laatste zes weken van de 2de klas hebben ze met alle afdelingen kennisgemaakt.Metaal beviel hen het best omdat je daar zelf actief aan de slag kan.Je moet echt heel goed snappen hoe de computerprogramma’s werken en datgaat bij de een nu eenmaal sneller dan bij de ander. Het werken in de grote ruimtebevalt prima. Er is veel vrijheid maar ook veel discipline en je wordt goed geholpen.Bij hun stages in bedrijven hebben ze gemerkt dat je wat je voor je werk straksmoet kunnen hier heel goed kunt leren. De school heeft goede machines encomputers. Metaal springt er wat dat betreft echt uit.Geen van de vier gaat door naar het mbo. Ze popelen allemaal om aan het werkte gaan. Ze zullen de school wel missen. Je bent niet meer de hele dag met jevrienden samen en in een bedrijf vallen nooit lessen uit.Andere toepassingenElektro gebruikt de EPN-methode Elektro vmbo. Een onderdeel daarvan is een oefenentoetsprogramma op de computer. Er wordt modulair gewerkt. Leerlingen doendrie opdrachten van elk ongeveer 12 uur. De opdracht omvat kennis van materiaalen gereedschappen. Aan het eind van elke module wordt een toets gemaakt over dehele module. Dit geeft een goede aansluiting op het modulair systeem in het mbo.De leerlingen doorlopen 8 tot 12 modulen per jaar. Voor het overzicht van de cijfersgebruikt men net als de afdeling Metaal een zelf gemaakt Excel-programma.De docenten willen graag een CAD-programma gebruiken voor het ontwerpen vanopdrachten, dat is tot nu toe niet gelukt door licentieproblemen en administratieverompslomp.De lerarenZoals gezegd is de school vroeg begonnen met leraren het DRO te laten halen. Men staatop dit moment voor de vraag: hoe mensen vaardig te houden? De ict-coördinatoren ende schoolleiding spreken nu over scholing op maat en over de wenselijkheid bepaaldescholing voor alle personeelsleden verplicht te stellen.In de gesprekken komt als constant element naar voren dat men klassenassistenteneen belangrijke plaats wil geven in de school om zo leraren meer tijd en ruimte tegeven voor vernieuwing. Assistenten kunnen zorgen voor materiaalbeheer, technischehulp bieden tijdens lessen en praktijkperioden, de outillage van de school op peilbrengen en operationeel houden. Ideaal zou een verhouding zijn van één assistentper twee docenten. Er wordt gewerkt aan een overzicht van de taken die assistentenzouden kunnen overnemen.


Natuurwetenschappelijke vakkenScholengroep Cambium676.4 Ambities van het Cambium: nabeschouwingDe schoolleiding van het Cambium werkt op dit moment aan een vernieuwing van deonderwijsvisie. Trefwoorden daarbij zijn: vraaggericht onderwijs op maat, uitgaandvan zelfstandige leerlingen die door de school geholpen worden die zelfstandigheidaan te kunnen. Deze visie geldt ook voor de vmbo-vestiging. De toekomst is volgensonze gesprekspartners daar: Probleemgestuurd Onderwijs, modulair opgebouwd,met individuele toetsing en afsluiting met portfolio’s. Aansluiting op het basisonderwijs,op het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt en tussen de vakken in afdelingen binnende school moeten steeds meer aandacht krijgen. Klassikaal onderwijs zal mindervoorkomen. Leerlingen zullen in eigen tempo werken. Alle leerstof is gemoduleerd.Leerlingen verlaten de school met een diploma of een aantal certificaten. De leerlinggaat steeds meer echt het centrum van de school worden. Ict is een belangrijk hulpmiddelom dat te realiseren. Ict moet een plaats krijgen in de diactische aanpak vanelke leraar.De school realiseert zich dat deze aanpak niet voor alle leerlingen geschikt is.Ook die leerlingen moeten op Cambium terecht kunnen in meer gestructureerde en‘schoolse’ trajecten.In november wil men de consequenties van dit toekomstbeeld voor het personeel,het gebouw en de voorzieningen in vizier hebben. Elementen: lokalen zullen blijven,maar er komen ook kleinere en grotere ruimtes waar groepen kunnen werken.Waarborgen van overzichtelijkheid en veiligheid zijn belangrijk. Men wil, om kleinschaligheidin een grote school te bereiken, naar eenheden van tussen 200 en 350leerlingen. Leerlingen moeten in de toekomst vanaf huis kunnen inloggen, vormen vanteleleren zullen worden ontwikkeld en toegepast.Er wordt ook over gedacht algemene vaardigheden op ict-gebied te verkavelen overde verschillende vakken, zodat leerlingen deze verwerven door ze praktisch in een vaktoe te passen. Zo kan ook een begin worden gemaakt met vakkenoverstijgend gebruikvan ict.Wat de hardware betreft denkt men over een opzet met thin clients om kosten tebesparen en beheer te vergemakkelijken. Er zal een grotere verscheidenheid aanapparatuur komen om in specifieke behoeften te voorzien. Een vraag is of laptopsvoor alle personeelsleden en mogelijk ook de leerlingen een goed idee zou zijn.Men wil enkele ruimten inrichten met beamers om presentaties op elk moment mogelijkte maken. Beschikbaarheid van hardware en software mag geen enkele belemmeringmeer vormen. Het is tijd om de slag naar alle vakken te maken en structuur aan tebrengen die leraren en leerlingen stimuleert creatief en doeltreffend ict te gebruiken.Het bezoek aan het Cambium laat zien, dat er binnen één scholengroep verschillendeuitwerkingen van één visie van ict op onderwijs mogelijk zijn. Daarbij kan optimaalrekening worden gehouden met de betreffende leerlinggroep, met de knowhow,het enthousiasme en de onderwijsvisie van docenten en met de beschikbare hulpmiddelenen gebouwelijke omstandigheden.


Natuurwetenschappelijke vakkenEen goed gesprek…69Een goed gesprek… met expertsOp 2 april 2002 hebben we een gesprek gevoerd met een aantalexperts rond het gebruik van ict in de natuurwetenschappelijkevakken over kansen en bedreigingen. We hadden aan tafel:Bert Klompmaker (Johan de Wittcollege), Frits Gravenberch(NVON), Maria Cornelissen (APS), Leen van den Oever(Ned. Instituut Biologie), Lida Schoen (project Science Acrossthe World), Rob Knoppert (DBK-vereniging), Piet Molenaar(Amstel Instituut), Ad Mooldijk (Univ. Utrecht).7.1 Ontwikkelingen in de toekomstDe meeste experts zien in de toekomst de traditionele setting van leerlingen in klassenverdwijnen. Leerlingen krijgen ruimte om binnen helder omschreven leerlijnen zelfkeuzes te maken. Zij kunnen zelf hun locatie kiezen – thuis inloggen op netwerken ofop school met behulp van ‘netbooks’ draadloos verbonden worden met het netwerk –en zelf hun leermiddelen selecteren. Leraren kunnen hun leerlingen op afstand sturenen leerlingen kunnen digitaal met elkaar overleggen. Leerboeken zullen verdwijnen ofonderdeel gaan uitmaken van een geheel van rijk, uitdagend, gevarieerd en open lesmateriaal.Bestaande scheidslijnen tussen vakken en zelfs tussen onderwijssectorenzullen vervagen. Het idee is dat leerlingen beschikken over digitale portfolio’s waarinhun vorderingen en ontwikkelingen van basisonderwijs tot en met hoger onderwijsworden bijgehouden. Hierdoor kan modulair onderwijs op maat worden geboden.Niet alleen Natuurkunde, Scheikunde en Biologie zullen naar elkaar toegroeien, maarook zal integratie met bij voorbeeld Moderne Vreemde Talen zal tot de mogelijkhedenbehoren. Zo kan een leerling voor een profielwerkstuk Natuurkunde gebruik maken vanEngelstalige bronnen (of zelfs het werkstuk in een andere taal schrijven) en daarmeetegelijkertijd ‘credits’ voor Engels verdienen.De experts zijn het niet geheel met elkaar eens over de didactische betekenis van dezeontwikkelingen. Aan de ene kant voorzien zij toenemend enthousiasme, begrip ensysteemdenken, aan de andere kant is er ook zorg over de ontwikkeling van basalepraktische vaardigheden bij leerlingen door het verminderen van practica met gewone‘echte’ stoffen, instrumenten en opstellingen en van het veldwerk bij Biologie.Ook vragen de experts zich af wat in de toekomst de functie van klassikale demonstratieprojectenzal zijn. Weer anderen wijzen op de (magere) huidige praktijk bij practica,de nieuwe mogelijkheden interactieve simulaties te gebruiken, gesloten en open proevenuit te voeren en applets te gebruiken. Ook noemen zij als voordeel dat lerarenexperimenten via ict beter zullen kunnen voorbereiden dan nu in de klassikale situatievaak het geval is.


707.2 Stimulerende en remmende factorenDe gedetailleerdheid van de huidige eindtermen dwingen leraren strak vast te houdenaan de methoden en staan meer open en modelmatige werkwijzen in de weg. Lerarenzoeken in de eerste plaats naar zekerheden zolang zij de eindtermen als overladenervaren. Een omslag bij de eindtermen van kennis- naar competentiegerichtheid biedtruimte voor functioneel ict-gebruik in de Natuurwetenschappen. Ook de rol van deuitgevers is hierbij van belang, juist omdat zij richting zouden kunnen en moeten gevenbinnen de overdaad aan beschikbare informatie. De ontwikkeling van digitale leergangenis echter duur (schatting 4 miljoen Euro per vak), terwijl de financiële bronnenversnipperd zijn over vele projecten.Een groot voordeel van ict is dat onderwerpen die anders niet aan de orde kunnenkomen, hierdoor onderwijs-, leer- en toetsbaar gemaakt kunnen worden. Ook leidende ict-mogelijkheden tot een hernieuwde discussie over de inhouden van vakken endaarbij behorende leerlijnen en (vak)didactische aanpakken. Een risico is dat inhoudenen resultaten van het onderwijs onbedoeld zullen veranderen. Om dit te voorkomenzijn heldere (tussen)doelen en leerlijnen noodzakelijk.Geen van de experts voorziet leraaronafhankelijk onderwijs. Integendeel, de leraar isbepalend bij het antwoord op de vraag of – en in welk tempo – de hierboven beschrevenontwikkelingen gerealiseerd zullen zijn.7.3 Conclusies1 Ict zal leiden tot integratie van vakken en tot een toenemende betekenis van actualiteiten toepassingsgerichtheid binnen vakken of clusters van vakken.2 De verhouding tussen begrip en vaardigheden en tussen competenties en kenniszal onder de toenemende invloed van ict veranderen.3Het risico bestaat dat meer ict-gebruik in de natuurwetenschappelijke vakken tenkoste zal gaan wel het fysiek uitvoeren van proeven. Dit gaat dan ten koste van depraktische vaardigheden van leerlingen.4Het onderwijs zal zich moeten voorbereiden op veranderingen in de fysieke leeromgevingen op andere vormen van communicatie en interactie tussen leraar enleerlingen en tussen leerlingen onderling.5Aan de deskundigheid en ict-kennis van leraren zullen hogere eisen worden gestelden ook de inbreng van leerlingen zal groter worden.6Van belang is bij gebruik en ontwikkeling van ict in het onderwijs expliciet aandachtte besteden aan de ontwikkelingsfase waarin leerlingen zich bevinden.7Het is gewenst te profiteren van de ervaringen in het hoger onderwijs, onderzoek tedoen naar goed web-based materiaal en ook rekening te houden met de voortgaandeontwikkeling van de techniek en de nieuwe mogelijkheden die daardoor ontstaan.


Natuurwetenschappelijke vakkenEen onthullend gesprek…71Een onthullend gesprek…met educatieve uitgeversOp 26 april 2002 hebben we een gesprek gevoerd met vier uitgeversvan methoden voor de natuurwetenschappelijke vakken over demogelijkheden en onmogelijkheden van het gebruik van ict in enbij de methodes. Het waren Riepke Procée, (Wolters Noordhoff),Paul Verhagen (Educatieve Partners Nederland), Johan Gademan(Thieme Meulenhof en afdeling elektronische media GEU) enJesús de la Torre y Rivas (NijghVersluis).8.1 De huidige situatieDe methodes die op dit moment op de markt zijn, worden gekenmerkt door eentraditionele opzet aangevuld met (facultatief te gebruiken) ict-elementen, zowel voorleerlingen als voor docenten. Een enkele uitzondering is Stepnet, dat op ict gebaseerdlesmateriaal aanbiedt, overigens niet alleen voor de natuurwetenschappelijke vakken.In een brochure ‘ict in het funderend onderwijs’ geven uitgevers zelf aan dat de softwarebij de zaakvakken een open karakter heeft en gericht is op de verwerking vanbruikbare, op Kennisnet of op internet beschikbare informatie.Er zijn veel redenen voor het ontbreken van methodes waarbinnen een geïntegreerdeaanpak van ict is gerealiseerd. De belangrijkste daarvan is het gegeven dat de methodeszijn ontwikkeld in de jaren negentig toen het nog onduidelijk was welke plaats ict inde leerstof van de natuurwetenschappelijke vakken en techniek zou krijgen.Bovendien waren de voorzieningen en randvoorwaarden binnen de scholen nog minimaalvervuld. De vraag naar ict-lesmateriaal was in de jaren negentig marginaal en duscommercieel onaantrekkelijk.In de huidige situatie dwingt de methode dus geen ict-gebruik af. De rol van de docentnatuurwetenschappen is daarom cruciaal voor de mate waarin en de manier waaropict binnen deze vakken een plaats krijgt.Een enkele methode (bijvoorbeeld voor Techniek, T-Kit) heeft veel ruimte gegeven aanict, maar dit heeft het ict-gebruik volgens de uitgevers nauwelijks vergroot. De les diemen daar vanuit de uitgeverij uit trekt is dat een ict-geïntegreerde opzet pas kan slagenals er effectieve training voor docenten wordt bijgeleverd.Algemene Natuurwetenschappen is het vak waarvoor de beste aansluiting op ict isgerealiseerd omdat dit vak nieuw is en zich goed leent voor een benadering vanuithet gebruik van ict. (Hetzelfde geldt voor het vak Culturele Kunstzinnige Vorming).Opvallend is dat juist de nieuwe vakken waarbinnen ict vanaf het begin een duidelijkeplaats heeft gekregen, nu weer ter discussie staan.


728.2 De toekomstige ontwikkelingSinds de eerste generatie nieuwe methodes voor basisvorming, Tweede Fase en vmbois er veel veranderd. De condities voor ict zijn aanzienlijk verbeterd. De scholen zijnzich bewust van de mogelijkheden van ict, docenten zijn en worden bijgeschoold enmet name het niveau van de voorzieningen is aanzienlijk verbeterd. Een belangrijkefactor daarbij is het feit dat bijvoorbeeld in examenprogramma’s expliciet aandachtgevraagd wordt voor ict.Nog steeds echter is het uitgangspunt voor uitgevers dat een methode ook zonder ictals leermiddel compleet moet zijn. Een leerlijn moet altijd door kunnen gaan onafhankelijkvan het voorzieningenniveau en het gebruik van ict. Het boek blijft de basis voor hetleerstofaanbod. Ict is of een onderwerp waarover kennis wordt aangeboden of is eenhulpmiddel waardoor de effectiviteit van het leren kan worden vergroot. Opmerkelijkvindt men dat er nog nauwelijks onderzoek is gedaan naar de wijze waarop ict deeffectiviteit van het leren beïnvloedt. Duidelijk is wel dat het de motivatie van leerlingenvergroot (onder meer als uitbreiding van het repertoire van werkvormen) en het gemakvan de leraar (soms) dient. Maar vooralsnog is ict zeker geen wondermiddel en zalhet niet aan de soms hooggespannen verwachtingen van leraren voldoen.Een oorzaak hiervoor ligt ook in de schoolorganisatie. Het is ondoenlijk om altijd op hetgewenste moment over de gewenste voorzieningen te beschikken. Niet alleen vanwegehet hoge voorzieningenniveau dat daarvoor noodzakelijk is, maar ook omdat hetafbreukrisico altijd groot zal blijven.Er is nog steeds een discussie gaande over de mate waarin een docent zich moet kunnenbaseren op een methode. Enerzijds is er de opvatting dat een professionele docentzijn eigen lesprogramma moet kunnen ontwikkelen. Anderzijds bestaat er het besefdat methodegestuurd onderwijs onontkoombaar is, zeker gezien het toenemendlerarentekort (in de Natuurwetenschappen) waardoor leraren op een andere maniermoeten worden ingezet. Uitgevers beschouwen hun klanten als kopers van ‘zekerheid’,met een garantie voor een adequaat lesprogramma. De consequentie zou kunnen zijndat er meer differentiatie in de methodelijn wordt ontwikkeld, specifiek voor gebruikdoor leraren of door bijvoorbeeld de technisch onderwijsassistenten. Het verschil tussenscholen wordt in dat geval steeds groter; scholen waarin ict binnen Natuurwetenschappeneen hoofdrol zal spelen, maar ook scholen waarin ict slechts een marginale rol speelt.8.3 Problemen en kansenDe ontwikkelkosten van uitgaven waarin ict een overwegende rol spelen zijn zeer hoog.De uitgevers noemen een factor vier ten opzichte van traditionele uitgaven. Dat wordtnog eens versterkt door het feit dat een methode ook zonder ict gebruikt moet kunnenworden. Daarbij komt de complexe en tijdrovende organisatie van een dergelijkeontwikkelproces waartoe in feite de deskundigheid van de auteur/schrijver en de auteur/ict-ontwikkelaar aan elkaar gekoppeld en op elkaar afgestemd moet worden. Voor deuitgevers is het dan de kunst de goede auteurs aan te trekken. Leraren/auteurs zijn


Natuurwetenschappelijke vakkenEen onthullend gesprek…73niet zonder meer ook voldoende deskundig op alle terreinen die van belang zijn.Niet alleen op het gebied van natuurwetenschappen, maar daarnaast ook onderwijskundig,taalkundig en ict-vaardig. Het ontwikkelen van een methode is derhalve voorweinigen weggelegd, hetgeen de ontwikkelmogelijkheden daadwerkelijk beperkt.Samenwerking met ontwikkelingsinstituten als bijvoorbeeld het Amstel Instituut lopenin de praktijk vast op de uiteenlopende belangen. De uitgever heeft belang bij eenuitgave die gedurende – zeg maar – 5 jaar onveranderd kan blijven. Een wetenschappelijkinstituut, zonder winstoogmerk, zoekt voortdurend naar verandering en heeft belangbij een frequente verbeter- en aanpassingsmogelijkheden van te ontwikkelen materiaal.Duidelijk is wel dat leraren bij de praktische uitvoering van hun taak veel ondersteuningnodig hebben. Dat geldt voor begeleiding bij de lessen en ook voor feitelijke informatie.Er is geen ‘helpdesk’ waar ze concrete vakinhoudelijke informatie kunnen krijgen overbijvoorbeeld de mogelijkheden van ict-toepassing in hun vak, over de exacte in’s enout’s van examenprogramma’s, examens enzovoort. De gedachte is dat hier een taakligt voor de verzorgingsinstellingen, eerder dan voor de uitgevers. Als voorbeeld werdgenoemd een vraag van een gebruiker aan de uitgever naar de meest recente vastgesteldeexameneisen in het vmbo.Een belangrijke aspect van het ict-gebruik is de wijze waarop de betaling voor hetgebruik van software kan worden geregeld. Daarvoor moeten nieuwe betalingssystemenworden ontwikkeld. Bijvoorbeeld in de geest van lease-contracten, betaling voor feitelijkgebruik op basis van tijd en/of omvang en dergelijke.De uitgevers verwachten niet dat er een substantiële vraag komt naar leraaronafhankelijkemethoden. Leren op afstand op basis van een digitale leergang zal uitzondering blijven.Er zal altijd behoefte blijven aan contactmomenten tussen leraren en leerlingen.Leerlingen blijven tijd- en plaatsgebonden. De samenleving verwacht van de schooldat zij leerlingen op een bepaalde plaats en tijd onderwijs zal aanbieden.Op onderdelen zal ict wel een goede aanvullende mogelijkheid bieden op zelfstandigleren. Dat wordt nog duidelijker als het groeiende lerarentekort onder ogen wordt gezien.Dat stelt grote eisen aan de te ontwikkelen materialen. In die zin worden leraren nogmeer methode-afhankelijk dan op dit moment al het geval is. Ook anderen dan leraren(technisch onderwijsassistenten, poa’s, boa’s en hoe klassenassistenten nog meergenoemd worden) zullen leerlingen moeten kunnen begeleiden. Methoden die rekeninghouden met verschillende gebruikers als leraren en technisch onderwijsassistenten zijnmeer geschikt voor havo en vwo dan voor het vmbo.8.4 ConclusieUitgevers zien ict nog steeds als hulpmiddel en niet als drager voor een completemethode. Het gebruik van ict zal nauwelijks toenemen tenzij er van ‘bovenaf’ dwingendmaatregelen worden genomen. Het examenprogramma is daarvoor een belangrijkebasis evenals bijvoorbeeld het afnemen van digitale examens.


74Leraren moeten veel ondersteuning aangeboden krijgen bij het realiseren van de basisinformatie(in methoden en via diverse ict-bronnen) in de dagelijkse lespraktijk, aangepastaan de eigen situatie en mogelijkheden.Ten slotte hebben wij de indruk dat de verschillende uitgevers in het gesprek niet helemaalhet achterste van hun tong hebben laten zien. Men is immers ook bezig met de opzetvan de digitale methodensites via Kennisnet en er verschijnt geen boek meer zonderdat er een cd-rom ingeseald zit. Het blijft dus zaak de volgende generatie methodesgoed op de beschikbaarheid van ict te beoordelen.


Natuurwetenschappelijke vakkenBijlage75Bijlage: Voorbeelden vanstimulerend ict-gebruikEr is een groot aantal internetsites waarop informatie over ictgebruikin de natuurwetenschappelijke vakken is te vinden.Het gaat de ambitie van dit portret te buiten om hier een volledigeopsomming te geven. We zijn in ons onderzoek tegen voorbeeldenvan sites, van educatieve software en tegen andere ‘good practices’aangelopen die de moeite van het vermelden waard zijn, al is hetalleen maar om de lezer de indruk te ontnemen ‘dat er toch nietveel te vinden is’.Kennisnetwww.kennisnet.nl en http://vakwijzer.kennisnet.nlOp Kennisnet zijn de vakwijzers te vinden. Daarop zijn erg veel goed beschreven enbeoordeelde links te vinden met informatie, maar vaak ook met kant en klaar lesmateriaal.Een voorbeeld van een vakwijzerscherm ziet u hieronder.


76In vakkeninhoud vinden we bijvoorbeeld:NaturalisDeze site van Naturalis in Leiden (museum van natuurlijke historie en Biologie) biedteen schat aan informatiebronnen. Behalve de natuurdatabase is er informatie tevinden per thema en staan er handige tips voor werkstukken.http://naturalis.kennisnet.nlAlgemene Natuurwetenschappen science labScholieren kunnen hier leren hoe verschillende natuurwetenschappelijke verschijnselenwerken, hoe je dat onderzoekt en hoe je daar een digitaal verslag van maakt. Docentenvinden er (onder een log-in die per mail verkrijgbaar is) door docenten gemaakt lesmateriaaldat bruikbaar is in de lessen Algemene Natuurwetenschappen.http://tumult.kennisnet.nl/anw/frameset.html


Natuurwetenschappelijke vakkenBijlage77De Nationale Wetenschapsquiz JuniorEen spelletje met wetenschappelijke vragen van kinderen, met toelichtingen op deantwoorden. Kinderen kunnen ook vragen indienen voor de quiz van dit jaar bij deVPRO op TV.http://www.wetenschapquiz.kennisnet.nl/In de programmamatrix vo vonden we voor de natuurwetenschappelijke vakken noggeen treffers.De Meergronden in AlmereEen voorbeeld van een school met een educatie site in opbouw is De Meergronden inAlmere. De school biedt een breed scala van opleidingen aan: gymnasium, atheneum,tto (tweetalig onderwijs), vmbo en lwoo (leerwegondersteund onderwijs). De brugperiodeis tweejarig en heterogeen, een kenmerkend onderdeel van de school. Er is eenmediatheek en er is ongeveer één computer op elke zes leerlingen aanwezig. De vaklokalenin de praktijkvakken zijn of worden voorbereid op de werkplekkenstructuur.De invoeringsstrategie die men tot nu toe volgt voor ict-gebruik, bestaat uit drie fasen.Allereerst vindt men dat alle docenten basisvaardigheden ict moeten beheersen.In een tweede fase wordt de inhoudelijke scholing vooral vorm gegeven door kleineprojecten te faciliteren, waarbij docenten opdrachten maken waarbij ict gebruikt wordt.Dat zijn opdrachten met internet, maar ook toepassingen van programma’s bijvoorbeeldvoor remediërend gebruik. De internetopdrachten worden op de website van de schoolgeplaatst in de zogenaamde vaklokalen. De school ziet deze internetopdrachten ookals dé trend voor de nabije toekomst. De schoolsite is voor leerlingen en docenten vanhuis uit te bereiken en ook de lezers van dit portret kunnen er dus een kijkje nemen:www.meergronden.nl. Een aantal vaklokalen is al behoorlijk gevuld. Bijvoorbeeldnatuurkunde met verwijzing naar talrijke applets, Filosofie, Aardrijkskunde en Geschiedenis,Kantoorpraktijk, Culturele Kunstzinnige Vorming en Nederlands.In een derde fase wil men de ervaringen verspreiden. Collega’s kunnen meekijken,goede voorbeelden worden getoond. Ict-opdrachten via de eigen website zullenopgenomen worden in de studiewijzers. Het merendeel van het (niet-vertrouwelijke)berichtenverkeer in de school zal via e-mail moeten gaan verlopen.Projecten van het Amstel InstituutHet Amstel Instituut is initiatiefnemer van, resp. deelnemer aan, projecten op hetgebied van innovatie in het onderwijs op alle niveaus van basisschool tot universiteit.Op de site van het instituut is informatie over deze projecten te vinden(http://www.science.uva.nl/research/amstel/projecten/).Het gaat om: Conect. Computer Algebra, Bicycle Project, Virtueel Laboratorium,Studio Classroom, Techniek 15+, Tempus project Skopje, AfstandslerenOp de site van het Amstel Instituut is een rapportage van het in hoofdstuk 1 genoemdeexpertnetwerk opgenomen:Verslag van een expertmeeting; advies m.b.t. ontwikkelingen ict in de natuurwetenschappelijkevakken en techniek. 12 april 2001.http://www.science.uva.nl/research/amstel/ec/files/Wat.html


Natuurwetenschappelijke vakkenBijlage79Het Virtueel practicum (http://www.atna.nl/vp/index.html)Na het project @NA (zie hieronder), wordt nu gewerkt aan het Virtueel Practicum (VP).Hierbij worden voor zowel biologie, scheikunde als natuurkunde voor vier onderwerpenmateriaal gemaakt. Het is een door de overheid gesubsidieerd project dat wordtuitgevoerd door het Amstel Instituut. In het Virtueel Practicum project wordt digitaallesmateriaal gemaakt voor de vakken Natuurkunde, Scheikunde en Biologie in hetStudiehuis. Het lesmateriaal bestaat uit virtuele practica, proeven die in simulatie ofmet behulp van videofilm uitgevoerd kunnen worden. Daarnaast zijn voor de leerlingentheorie en velerlei opgaven beschikbaar. Aan het project wordt gewerkt in de jaren2001 en 2002.Het Virtueel Practicum borduurt voort op de kennis die is opgedaan met het @NA project.Er zijn inmiddels modules klaar voor Biologie (Fotosynthese, Bloedsomloop), voor Scheikunde(Reactiekinetiek) en voor Natuurkunde (Krachtmoment, Mechanische energie).De voorbereidingen voor ‘Trillingen’ en ‘Golven’ zijn gestart.Kenmerkend voor het materiaal is dat voor een beperkt aantal studielasturen vele urenmateriaal beschikbaar is, zodat iedere leerling zijn eigen leerweg kan vinden.Daardoor is het goed in het studiehuis of thuis te gebruiken.Het materiaal bevat theorie, practicum activiteiten (zowel kleinere als grotere opdrachten),opgaven op verschillende niveaus (al dan niet met hulp) en toetsen. In alle onderdelenwordt veel met interactieve video, modelling en ook wel geluid gewerkt. Daarbij wordtgebruik gemaakt van Coach en het pakket Interactieve Natuurkunde (zie ookhttp://www.wxs.nl/~r2).ScheikundeVoor Scheikunde is al geruime tijd de virtuele ontmoetingsplaats Chemnet in gebruik.Misschien was dit wel de eerste grote en volwassen onderwijssite in Nederland.Tegenwoordig te vinden op www.chemnet.nl.Er is veel te vinden zowel voor leerlingen als voor docenten. Deze laatsten moeteninloggen op een afgeschermd deel van de site, waarvoor abonnementsgeld is verschuldigd.Er bestaat een schoolabonnement waarbij de bijdrage afhankelijk is van de groottevan de school, en een privé-abonnement (130 Euro per jaar).


80Op Chemnet zijn te vinden: zelfstudiemodules bij het gehele scheikundecurriculum,lesbrieven voor projectonderwijs, zelftoetsen voor leerlingen, voorbeelden van en tipsvoor profielwerkstukken, uitleg over chemische begrippen en chemicaliën.Verder is er een nieuwsrubriek, een agenda en een vraag- en antwoordforum.Voor de docenten zijn er nog een bibliotheek, practicumtips, weblinks enz.Natuurkunde@NA (http://www.atna.nl/atna/index.html)@NA is een digitale leeromgeving op cd-rom, door het Amstel Instituut ontwikkeld.Het doel is voor de leerlingen dat zij in ongeveer 15 lesuren de wetten van Newtonleren begrijpen. Deze wetten zijn een vast onderdeel uit het mechanica-onderwijs.De leeromgeving @NA maakt het de leerlingen mogelijk op school en thuis te werkenaan het onderwerp en te leren op een wijze die ze zelf verkiezen. Er zijn flexibele routes.De leerlingen hebben de beschikking over een planner en kunnen verschillendeactiviteiten uitvoeren in willekeurige volgorde:- experimenteren;- simulaties uitvoeren en bestuderen;- sommen maken;- problemen oplossen;- teksten lezen;- achtergrondinformatie raadplegen.Bij het experimenteren wordt veel gebruik gemaakt van mbl (microcomputer basedlabwork); de software stelt leerlingen in staat metingen te verrichten met behulp vanop de computer aangesloten sensoren. Ook kunnen (zelf opgenomen) filmpjes wordengeanalyseerd. De meetresultaten kunnen worden gepresenteerd op verschillendemanieren en vervolgens worden geanalyseerd. Leerlingen kunnen snel variabelenveranderen en het resultaat daarvan zien. Er is sprake van een enigszins geslotenomgeving waarbinnen veel mogelijkheden aanwezig zijn. De route van de leerling doorde leeromgeving, en de resultaten van de verschillende activiteiten worden vastgelegd.


Natuurwetenschappelijke vakkenBijlage81Physics unlimited (www.phun.nl)Als een sombere voorspelling waar wordt mogen de Nederlandse natuurkundefaculteitenover vijf jaar de laatste student inschrijven. Om het imagoprobleem bij de jongeren tebestrijden is een stichting opgericht die activiteiten ontplooit om jonge mensen weervoor natuurkunde te interesseren.Het heelal (http://heelaldemo.aps.nl)‘Het heelal’ is een krachtige leeromgeving ontwikkeld door het APS. Door de ogen vande kunstenaar, de onderzoeker, de econoom, de filosoof, de medicus of de ‘eigenwijze’kunnen leerlingen actief bezig zijn met het thema Heelal. Het is bestemd voor leerlingenin de Tweede Fase.TechniekAXISVoorbeelden van computergebruik in het vak Techniek voor de basisvorming, maar vooralook voor de 3de en 4de klassen vmbo, zijn te vinden op www.platvorm-axis.nl. Zo wordtop het Van Maertlantcollege in Eindhoven een nieuwe vormgeving voor het vak in debasisvorming uitgeprobeerd via een internetsite, waarbij ouders een financiële bijdrageleveren voor de instandhouding van de site. Leerlingen en ouders zijn enthousiast,de houding van de docenten is bepalend voor de continuïteit.Ervaringen zijn dat opdrachten altijd een vrij gedeelte ‘ontwerpen’ moeten bevatten,dat zowel jongens als meisjes zich aangesproken voelen, dat het vooral een praktischvak moet zijn en elektronica blijkt een stimulerend onderdeel.In het landelijke project Techniek 15+ wordt lesmateriaal ontwikkeld rond het onderwerpAutomatische Systemen bij het havo/vwo-examen natuurkunde. Het onderwerpblijkt leerlingen erg te motiveren, met name ook als er een tastbaar resultaat uitkomt.Technika 10 (www.technika10.nl)Speciaal om meisjes meer te interesseren voor techniek zijn allerlei projecten op hetgebied van techniek ontwikkeld. Ze zijn op deze site te vinden.Robotica: de Intelligente Steen(http://www.cma.science.uva.nl/Lego/RCX.htm enhttp://www.lego.com/dacta/robolab/default.htm)


82Ook in het techniekonderwijs komt meer aandacht voor ontwerpend leren.Aansluitend op de kerndoelen techniek is robotica een uitdagend onderdeel voorleerlingen. Als ontwerper kunnen zij een product maken dat ook werkelijk functioneert.De ‘intelligente steen’ RCX is een door Lego ontworpen module die is te programmerenen waarop sensoren en actuatoren zijn aan te sluiten. Deze kan in apparaten wordeningebouwd en deze apparaten laten kijken, denken en doen.Techniek krijgt zo een ict-rijke component. Het leren van de leerlingen geschiedt infasen: oefenen, ontwerpen, uitvoeren. Ze maken in teams een werkende robot diebepaalde opdrachten moet kunnen uitvoeren.BiologieBiologie buiten het boekjeHet Amstel Instituut ontwikkelt een reeks cd-roms over thema’s in Biologie,als aanvulling op in havo en vwo gebruikte methodes en bedoeld als introductie opde propedeuse. De programma's zijn ook beschikbaar via Kennisnet. Er zijn modulesgereed over onderwerpen als biodiversiteit en genetica. Alle cd-roms zijn tweetalig,hebben verschillende niveaus en bevatten toetsen met uitleg van het goede antwoord.Er zijn zes cd-roms gepland die voor de behandelde onderwerpen vervangend zijnvoor publicaties op papier.Educatieve software voor BiologieOp het Magister Alvinus is een lijst van programma’s gemaakt die voor Biologiebruikbaar zijn. Die lijst is hier integraal overgenomen.Applicaties:Vakgroep BiologieWindowsMS-dosNetwerkCD-romDisketteNaslagwerkSimulatieMetenOnderbouwBovenbouwAlgemeen Encyclopedia, Encarta 98 X X X X X XBloed Rijkdom van het bloed (natuur en techniek) X X X X XBloemen Bloemen, vruchten en zaden, thema 6 1 MHV X X X X XBodyworks Bodyworks 6.0, het menselijk lichaam X X X X X X XCellen Levenscyclus van de cel X X X X Xchromo’s Chromosomen, meiose en mitose X X X X Xchrotest 40 oefenvragen, chromosoom, mitose en meiose X X X X Xcoach 5 X X X X Xcoach junior X X X X XCum laude Examentraining vwo 98/99 X X X X Xcum laude Examentraining havo 99 X X X XDe mens De mens 3D X X X X X Xdieren De honingbij X X X XDigitaal archief Het digitale archief III, natuur en techniek X X X X X X


Natuurwetenschappelijke vakkenBijlage83Applicaties:Vakgroep BiologieWindowsMS-dosNetwerkCD-romDisketteNaslagwerkSimulatieMetenOnderbouwBovenbouwdissimilatie Dissimilatie van bonen, bouw van zetmeel, X X X X Xdissimilatie in schema, dissimilatie van waterpest,opdrachten voor verslageetmeter Eetmeter extra X X X X X X Xenzym Enzym kinetiek, onderzoek naar de X X X Xreactiesnelheid van 6enzymenExamentraining Programma mavo/vbo, pakket 1 X X X XExamentraining Programma mavo/vbo, pakket 2 X X X XExamentraining Programma mavo/vbo, pakket 3 X X X XFlora Interactieve flora (heukels) X X X X Xfotosynthese Dissimilatie < = > fotosynthese X X X X Xgencode Genetische code en eiwitsynthese, translatie, X X X X Xverband tussen genen en eiwitten,uitscheiden eiwittengenetika Erfelijkheid, practikum, vragen X X X X X Xhartslag Bloedsomloop, anatomie, hartslag, X X X X X Ximpulsvorming, ecg, prestatie hart, grafiekenHeelal Leven in het heelal X X X XHonden De wereld van de honden X X X X Xipc4 X X X X XKatten De wereld van de katten X X X X XLichaam Het lichaam van de mens 2.0, interactieve X X X X X Xvan de mens enceclopedieMedicijnen Medicijnen, natuur en techniek X X X X XMedische De medische vraagbaak X X X X X X Xenceclopediemicrobiologie Van microscopie tot biotechnologie X X X X X(natuur en techniek)Mitose Mitose X X X Xnatuur 500 jaar strijd met het water, een interactief X X X X Xprogramma over landschappen,mensen en hun sporenNatuur Encyclopedia of nature X X X X Xnucleine Structuur en synthese van nucleinezuren, X X X X Xdna replicatieOgen Zien der ogen X X X X X X Xplanten Ordening, thema 3 l MHV X X X X X Xplanten Wortels, stengels en bladeren,thema 2 1 MHV X X X X X XSkelet Het skelet, stevigheid en beweging,thema 4 1 MHV X X X X X X


84Applicaties:Vakgroep BiologieWindowsMS-dosNetwerkCD-romDisketteNaslagwerkSimulatieMetenOnderbouwBovenbouwstudie Kamer in het studiehuis, onderzoekend X X X Xleren bij denatuurwetenschappenvijver Simulatie van het leven van planten en X X X X X X Xdieren in een vijverVogels Vogels in europa X X X X X XVoortplanting Voortplanting X X X X XWetenschap Encyclopedia of science X X X X XWetenschap Natuur en techniek X X X XYakult Een boekje open over Yakhult X X Xzetmeel Zetmeelvorming in het blad, betekenis van X X X Xlicht, co2 en bladgroen, moleculaire opbouwziekenhuis Het onderwijsziekenhuis 1.0 X X X XBezoek aan de BETT van 9-11 januari 2002 in LondenDe BETT is een van de grootste beurzen van educatieve software in Europa. Hij wordtjaarlijks gehouden in Londen en geeft een mooi overzicht van in het Engels taalgebiedbeschikbare programmatuur en van de nieuwste trend op hardwaregebied (gerelateerdaan onderwijs). Parallel aan de beurs loopt een programma van seminars, waarinveelal enthousiaste docenten en soms warrige experts hun verhalen kunnen houden.Op het gebied van Science was op de BETT veel te zien. Allereerst is het duidelijk datdit leergebied in Engeland op de basisschool een duidelijker karakter heeft dan inNederland. Er zijn dan ook talloze educatieve pakketten met voorbeelden van sciencetoepassingenvoor po op de markt. (Zo maar een voorbeeld: Arcade met Sciencevoor zeven-elf jaar behandelt levensprocessen, milieu, het zonnestelsel, mensen alsorganismen, elektriciteit, planten, krachten en beweging, licht en geluid, materialen).Ook veel simpele meetapparaatjes maken het mogelijk om op het niveau van hetbasisonderwijs met kinderen eenvoudige onderzoekjes te doen.Voor het vo zijn er drie soorten toepassingen:1meten met sensoren, dataloggers, gekoppeld aan mooie verwerkingsprogramma’s;2 geavanceerde simulatieomgevingen, waarvan we nog kunnen noemen (naast anderedie in dit portret al aan bod zijn geweest): Fable multimedia, physics, software metprachtige simulaties van bewegingen, golven (heeft prijs gekregen) e.d.(www.physics-online.com);3gerichte en meer gesloten educatieve software.Dit schooljaar is in Groot-Brittannië het ScienceYear. Er is een groot aantal activiteitenwaarvan het doel is jongeren te interesseren voor science en techniek en vervolgstudiesdaarin (www.scienceyear.com).


Natuurwetenschappelijke vakkenInformatie85Suggesties voor meer informatiewww.techna.nlGaat over de integratie van Techniek en Natuurkunde in de basisvorminghttp://www.eun.org/eun.org2/goto.cfm?did=10575A Different Way of Learning. Hologrammen, het verhaal van Newton,reizende tentoonstellingen en web surfen. Leraren stellen nieuwemanieren voor om de natuurwetenschappelijke vakken vorm te geven.www.scienceonline.co.ukEen internet service speciaal voor de science teacher; in het Engels.www.internetcollege.nlEen site boordevol informatie. Voor Natuurkunde bijvoorbeeld vonden wede volgende lijst met onderwerpen:Examenstof Algemeen Elektriciteit en MagnetismeGolven en trillingen Licht, Optica MechanicaModerne fysica Warmteleer Internet ‘leerboeken’150 Natuurkunde Applets Algemene Applets(Engels)Allerlei instructieve Convert it Learn Physics Todayapplets(Engels)Natuurkundelokaal Natuurkundige constantesAlles over licht en Antwoorden Cursus fotografielichtbreking en spectra SystematischeNatuurkundeElektrotechniek Exploratorium Ioniserende StralenEncyclopediePracticumNatDoc National Inventors ProfielwerkstukkenHall of FameAstronomie Ideeën en onderwerpen RuimtevaartSteunpunten Tijdschriften Wetenschappelijke centrawww.digischool.nlMisschien wel de bekendste site voor docenten en leerlingen. Ga er maargewoon eens kijken!


Natuurwetenschappelijke vakkenInformatie87Schoolgegevens en gesprekspartnersAmstel InstituutKruislaan 4041098 SM AmsterdamTelefoon 020 525 58 86Fax 020 525 58 66E-mail amstel@wins.uva.nlwww.science.uva.nl/research/amstel/Bezocht door:Marijke ter VeerJaco WijsmanPieter HogenbirkGerbo KorevaarFerry de RijckeGesproken met:Piet MolenaarTon EllermeijerVincent DorenbosPiet GeerkeMaarten PietersCees van BartJoost TermeerEinstein LyceumMiddenbaan Zuid 71-733191 AH HoogvlietTelefoon 010 295 72 12Fax 010 295 72 09E-mail einsteinlyceum@rotan.eur.nlwww.einsteinlyceum.nlBezocht door:Pieter HogenbirkFerry de RijckeGesproken met:Maja Röder, rectorJan de Kreuk, conrectorHarry van Herwijnen, technisch onderwijsassistentTon van Teunenbroek, natuurkundedocentJan Melein, natuurkundedocentElwin de Beer, natuurkundedocent


88Leo Matthijssen, scheikundedocentHuug van Dijkman, scheikundedocentNico van Roon, biologiedocentPeer Altenborg, biologiedocentNanouk Jansen, biologiedocentGerrit Guttenberg, techniekdocentFrans Jansen, techniekdocent (assistent)Jeroen van de Ruit, lichamelijke opvoedingdocentRein Troost, lichamelijke opvoedingdocentMerletcollege CuijkGrotestraat 1445431 DM CuijkTelefoon 0485 336 336Fax 0485 336 333E-mail mlc@merletcollege.nlwww.merletcollege.nlBezocht door:V.G. KorevaarJ.P.M. WijsmanM. van der Mark (CPS didactobank)Gesproken met:P. Smit, rectorK. Janssen, plv. rector (portefeuille onderwijszaken)H. Vullings, adj. directeur (portefeuillehouder ict)F. Booij, lk nk, ict-coördinator en begeleider van de dagM. Hanneman, lk sk., Algemene Natuurwetenschappenen ict-coördinatorJ. van Kessel, lk techniekJ. van Kesteren, technisch onderwijsassistentJ. Pennings, technisch onderwijsassistentdrs. P. Ermers, technisch onderwijsassistentMaarten Hop, ll 6 vwoHamza el Aidi, ll 6 vwo.BelcampoMelisseweg 29731 BX GroningenTelefoon 050 547 41 41Fax 050 547 4142E-mail admin@belcampo.nlwww.Belcampo.nl


Natuurwetenschappelijke vakkenInformatie89Bezocht door:Marijke ter VeerFerry de RijckeMax van der Mark (CPS didactobank)Willem Bustraan (Amstel Instituut)Gesproken met:Carel Hegeman sr, schoolleidingPaul Inklaar. ict-coördinatorMaurits Dijkstra, lid sectie natuurwetenschappenMartje Blom, lid sectie natuurwetenschappenHenk Peters, lid sectie natuurwetenschappenRené van der Veen, lid sectie natuurwetenschappenLeerlingenRegionale Scholengemeenschap Magister AlvinusAlmastraat 58601 EW SneekTelefoon 0515 429 760Fax 0515 424 297E-mail info@rsg-sneek.nlwww.rsg-sneek.nlBezocht door:Gerbo KorevaarMarijke ter VeerGesproken met:Mevrouw Dijksterhuis, directeurVan der Haar, ict-portefeuillehouderKnol, sectie BiologieElmallah, sectie BiologieLuxwolda, sectie ScheikundeVan Zandbergen, sectie ScheikundeCnossen, sectie ScheikundeBecker, sectie NatuurkundeHuitema, sectie NatuurkundeVeenhoven, CD-lid onderwijsLeerlingen


90Scholengroep CambiumCourtine 25301 DH ZaltbommelTelefoon 0418 512 500Fax 0418 512 543E-mail info@cambium.orgwww.cambium.orgBezocht door:Jaco WijsmanFerry de RijckeMax van der Mark, (CPS didactobank)Gesproken met:Rein ten HaveJan van WijkAaldert van EssenIneke MarreeGerard ScholteWillem de WinterWim v.d. VeerHerman OverwegHarry KolmanTheo de HaasH. CruijssenH. ScheermanMarilou DubbeldRosan van ZoestNora VaalEls van der VlietPetra BaijenseJeffrey MöhringerArie VerwersLorni van der KoppelNando Elfring

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!