Installatie- en onderhouds- handleiding Logamax plus

Inhoudsopgave7 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 417.1 Menustructuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 418 Installatie buiten werking stellen . . . . . . . . . . . . . . 438.1 Stel de cv-installatie in geval van nood buitenwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .438.2 Stel de cv-installatie buiten werking . . . . . . . . . . 439 Milieubescherming/afvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4412.4 Filter in koudwaterleiding demonteren encontroleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6612.5 Warmtewisselaar demonteren . . . . . . . . . . . . . . 6612.6 3-wegklep controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6713 Conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6813.1 Belgische conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . 68Trefwoordenregister . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6910 Inspectie en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4510.1 Inspecteren installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4510.1.1 Voorbereiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4510.1.2 Visuele controle op algemenecorrosieverschijnselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4510.1.3 Controleer het gasblok op inwendigedichtheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4510.1.4 Controleer het tapwaterdebiet . . . . . . . . . . . . . . 4610.1.5 Meten ionisatiestroom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4610.1.6 Meet de dynamische gasdruk . . . . . . . . . . . . . . . 4610.1.7 Controleren gas-luchtverhouding . . . . . . . . . . . . 4610.1.8 Dichtheidscontrole in bedrijfstoestand . . . . . . . 4610.1.9 Meten CO-waarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4610.1.10Vullen cv-Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4610.1.11Controleren luchttoevoer-rookgasafvoeraansluiting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4610.1.12CV-installatie in bedrijf stellen . . . . . . . . . . . . . . 4610.2 Behoefte-afhankelijk onderhoud . . . . . . . . . . . . . 4610.2.1 Controleer de warmtewisselaar, ontstekingen brander . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4610.2.2 Reinigen sifon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5010.2.3 Reinigen condensbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5010.2.4 Controleren luchttoevoer-rookgasafvoeraansluiting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5110.2.5 Uitvoeren functietest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5110.2.6 Eindcontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5110.3 Inspectie- en onderhoudsprotocol . . . . . . . . . . . 5211 Storingsindicaties en bedrijfsmeldingen . . . . . . . . 5411.1 Displaywaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5411.2 Display-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5411.3 Op display getoonde codes . . . . . . . . . . . . . . . . 5411.3.1 Bedrijfs- en storingscodes . . . . . . . . . . . . . . . . . 5411.3.2 Codes oproepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5411.3.3 Resetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5411.3.4 Aanvullende informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5411.3.5 Storingscodes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5512 Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6312.1 Connectorbezetting van debranderautomaatprintplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . .6312.2 Controleren elektrische weerstandentransformator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6512.3 Gasblok controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 3

1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen1.1 Toelichting van de symbolenWaarschuwingSignaalwoorden voor een waarschuwingsaanwijzing gevende soort en de ernst van de gevolgen aan, wanneerde maatregelen ter voorkoming van het gevaar niet gerespecteerdworden.• OPMERKING betekent dat materiële schade kan ontstaan.• VOORZICHTIG betekent dat licht tot middelzwaarpersoonlijk letsel kan ontstaan.• WAARSCHUWING betekent dat zwaar lichamelijk letselkan ontstaan.• GEVAAR betekent dat er levensgevaarlijk lichamelijkletsel kan ontstaan.Belangrijke informatieAanvullende symbolenSymboolBWaarschuwingsaanwijzingen in de tekstworden aangegeven met een gevarendriehoekmet grijze achtergrond en een kader.Bij gevaren door stroom wordt het uitroeptekenin de gevarendriehoek vervangen dooreen bliksemsymbool.Belangrijke informatie zonder gevaar voormens of materialen wordt met het nevenstaandesymbool gemarkeerd. Deze wordengescheiden van de tekst door een lijnonder en boven de tekst.BetekenisHandelingsstapKruisverwijzing naar andere plaatsen in hetdocument of naar andere documenten• Opsomming/lijstpositie– Opsomming/lijstpositie (2e niveau)Tab. 11.2 VeiligheidsaanwijzingenBij gasgeur:B Sluit de gaskraan.B Ramen openen.B Geen elektrische schakelaars bedienen.B Open vlammen doven.B Van buiten de woning het gasbedrijf en een erkendinstallateur waarschuwen.Gevaar bij rookgasluchtB Condensatieketel uitschakelen ( pagina 43).B Ramen en deuren openen.B Informeer een erkend installateur.Opstelling en ombouwB De condensatieketel mag alleen door een erkendinstallateur worden geïnstalleerd en omgebouwd.B Verander geen delen van de rookgasafvoer.Bij open bedrijf bestaat vergiftigingsgevaar door rookgassenbij ontoereikende verbrandingsluchttoevoer.B Voorkom dat be- en ontluchtingsopeningen in deuren,ramen en muren worden afgesloten of verkleind.B Zorg bij dichte ruimten voor voldoende toevoer vanverbrandingslucht.B Condensatieketel bij onvoldoende verbrandingsluchttoevoerniet in bedrijf stellen.Inspectie en onderhoud• Aanbeveling voor de klant: voor een correcte werkingvan de condensatieketel is een jaarlijkse inspectiedoor een erkend installateur noodzakelijk.• De gebruiker is verantwoordelijk voor de veiligheid enhet voldoen aan de milieu-eisen van de cv-installatie.• Er mogen alleen originele onderdelen worden gemonteerd.Explosieve en licht ontvlambare materialenB Licht ontvlambare materialen (papier, verdunningsmiddelen,verf, enz.) niet in de buurt van de ketel gebruikenof opslaan.Verbrandings-/kamerluchtB De verbrandings-/kamerlucht vrij houden van agressievestoffen (bijv. halogeenkoolwaterstoffen, die chlooroffluorverbindingen bevatten). Corrosie wordt zo vermeden.Gebruiker informerenB Leg aan de gebruiker de werking, de bediening, hetcontroleren van de bedrijfsdruk, het bijvullen en het ontluchtenuit.B Wijs de gebruiker erop dat de bedieningshandleidingzorgvuldig moet worden doorgelezen.B Wijs de gebruiker erop dat hij alleen de handelingenmag verrichten die in de gebruikershandleiding staan.B Wijs de gebruiker op de noodzaak om een onderhouds-en inspectiecontract af te sluiten.4Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

2 Gegevens betreffende de condensatieketel2.2.3 Productoverzicht tapwaterboiler T40 S V335 Debietbegrenzer36 Tapwatertemperatuursensorboiler37 Platenwarmtewisselaar38 Aftapkraan39 Boilerlaadpomp40 Koudwatertemperatuursensor41 Debietsensor353637383940416 720 646 391-039.1TDAfb. 6Tapwaterboiler8Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Gegevens betreffende de condensatieketel22.3 CE-conformiteitsverklaringDit product voldoet qua constructie en werking aan deEuropese richtlijnen evenals aan de bijkomende nationalevereisten. De conformiteit wordt aangetoond door hetCE-kenmerk.U kunt de conformiteitsverklaring van het product op internetonder www.buderus.de/konfo of onder www.buderus.comoproepen of bij uw installateur opvragen.Deze voldoet aan de eisen aan condensatieketels in de zinvan de energiebesparingsverordening.De condensatieketel is conform EN 677 getest.Prod. ID-nr. : CE 0063 CM 37112.6 PomptestWanneer de condensatieketel gedurende langere tijd nietin bedrijf is, wordt automatisch iedere 24 uur gedurende10 seconden de pomp gestart. Deze pomptest vindt voorde eerste keer na 24 uur ononderbroken voedingsspanningplaats.2.7 Service ToolMet de Service Tool kunnen eenvoudig de status en historievan de ketel worden uitgelezen, modules worden gecontroleerden een storing doeltreffend worden opgelost.B Sluit de Service Key [1] aan op de Service Connector.De diagnose met een laptopcomputer [3] uitvoeren.Ketelcategorie(gassoort)II 2E(s)3PB 23P (GA), B 23 (GN),CKetelsoort 13 (WH, WS), C 33 (DO, DO-S),C 43 (LAS-K), C 53 (GAF-K, GAL-K),C 83 (GAL-K) , C 93 (GA-K)Tabel 2 Typeplaatje2.4 Bedoeld gebruikDe ketel mag alleen in gesloten tapwater-cv-systemenconform EN 12828 worden ingebouwd.Een andere toepassing is niet voorgeschreven. Daaruitresulterende schade valt niet onder de fabrieksgarantie.Het bedrijfsmatig en industrieel gebruik van de ketels voorhet opwekken van proceswarmte is uitgesloten.2.5 Benaming van de condensatieketelsDit document heeft betrekking op de volgende condensatieketels:• Logamax plus GB162-15 V3• Logamax plus GB162-25 V3• Logamax plus GB162-35 V3• Logamax plus GB162-45 V3• Logamax plus GB162-25 T10 V3• Logamax plus GB162-30 T10 V3• Logamax plus GB162-25 T40 S V3• Logamax plus GB162-30 T40 S V3De benaming van de condensatieketels is als volgtsamengesteld:• Logamax plus: typenaam• GB: condensatieketel op gas• 162: type• V3: ketelversie• 15, 25, 35, 45: maximaal cv-vermogen [kW]• T10: combiketel met 10 l boiler• T40 S: combiketel met 40 l oplaadboiler16 720 646 391-046.1Afb. 7 Service ToolNeem voor meer informatie over de Service Tool contactop met de fabrikant. Het adres van de fabrikant vindt u opde achterzijde van dit document.2.8 ToebehorenBij de condensatieketel zijn vele toebehoren leverbaar.Exacte informatie over geschikte toebehoren is opgenomenin de algemene catalogus.Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 9

2 Gegevens betreffende de condensatieketel2.9 Afmetingen1>2702 3465 6152A135 10201520315 205A020 7800315A0 520 400 0315A373569511030073090300 300160300 30010001)>2504635B C HI110185260410485D EB C DE F G636711B C HI D E F G6367116 720 649 815-003.1TDAfb. 8Afmetingen en aansluitingen (maten in mm)1) servicematen, ingebouwd in kast, kan 0 mm zijn.1 Logamax plus GB162-15/25/35/45 V32 Logamax plus GB162-25/30 T10 V33 Logamax plus GB162-25/30 T40 S V3A Rookgasadapter – concentrisch Ø 80/125 mmB Gasaansluiting – G½" buitendraadC Uitlaat condensaat – buitendiameter Ø 30 mmD Aanvoer condensatieketel – aansluiting Ø 28 mm (voor aansluiting klemringkoppeling met G1" buitendraad)E Retour condensatieketel – aansluiting Ø 28 mm (voor aansluiting klemringkoppeling met G1" buitendraad)F Tapwater – aansluiting Ø 15 mm (voor aansluiting knelkoppeling met G½" buitendraad)G Koud water – aansluiting Ø 15 mm (voor aansluiting knelkoppeling met G½" buitendraad)H Aanvoer boiler (indien een interne 3-wegklep aanwezig is) – snelkoppeling Ø 28 mm conform G1"I Retour boiler (indien een interne 3-wegklep aanwezig is) – snelkoppeling Ø 28 mm conform G1"10Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Gegevens betreffende de condensatieketel22.10 Aansluitschema12315 1614174533353435G5G6F1F2182021231922G6G5246783433F3F4G1G22526279103936282930313211371213386 720 649 815-004.1TDAfb. 9Aansluitschema1 Branderautomaat2 2e printplaat (indien een interne 3-wegklep aanwezig is)3 Zekering 5 AF4 CV-pomp5 Ventilator6 Transformator7 Gloeiplug8 Gasblok9 3-wegklep10 KIM (Ketel identifikatie module)11 Druksensor12 Aanvoertemperatuursensor13 Veiligheidstemperatuursensor14 Retourtemperatuursensor15 Bewakingselektrode16 Aarde17 Brug18 Wit - connector voor de eerste functiemodule19 Boilerlaadpomp20 Grijs - externe pomp 230 VAC, max 250 W21 Wit - netaansluiting 230 V AC 50...60, max. 10 A22 Netstekker 230 VAC23 Aan/uit-schakelaar24 Wit - voeding voor de eerste functiemodule 230 V AC25 Roze - tapwatercirculatiepomp 230 VAC, max. 250 W26 Groen - externe cv-pomp 230 VAC, max. 250 W27 Turquoise - externe 3-wegklep28 Grijs - tapwatertemperatuursensor29 Blauw - buitentemperatuursensor30 Rood - extern schakelcontact, potentiaalvrij, bijvoorbeeldvoor vloerverwarming31 Oranje - kamerthermostaat (bijv. RC35) en EMS-BUS32 Groen - aan/uit-thermostaat, potentiaalvrij33 Bruin34 Blauw35 Groen/geel36 Debietsensor 1)37 Koudwatertemperatuursensor 1)38 Tapwatertemperatuursensor 1)39 Aansluitconnector oplaadboilersensor 1)1) alleen bij Logamax plus GB162-25/30 T40S V3Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 11

2 Gegevens betreffende de condensatieketel2.11 Technische gegevens2.11.1 Technische gegevens ketelsEenheid 15 25Logamax plus GB162 V325 T1025 T40 S30 T1030 T40 S 35 45Nominale belasting (Qn) G20/G31 Hi kW 2,8–15,0 5,0–24,4 5,0–24,4 5,0–29,4 6,1–33,5 9,7–43,5Nominale belasting (Qn) G25 Hi kW 2,3–12,3 4,1–20,0 4,1–20,0 4,1–24,1 5,0–27,7 8,0–35,7Nominaal vermogen CV (Pn)80/60°C - G20/G31Nominaal vermogen CV (Pn)80/60°C - G25Nominaal vermogen CV (Pn)50/30°C - G20/G31Nominaal vermogen voor tapwaterG20/G31kW 2,7–14,6 4,8–23,8 4,8–23,8 4,8–28,8 5,8–32,7 9,6–42,5kW 2,2–12,0 3,9–19,5 3,9–19,5 3,9–23,6 4,8–26,8 7,9–34,9kW 3,1–15,8 5,3–25,4 5,3–25,4 5,0–33,4 6,5–35,1 10,4–44,9kW 2,7–14,6 4,8–23,8 4,8–32,5 4,8–32,5 5,8–32,7 9,6–42,5Gasdebiet voor G20 m³/h 1,58 2,60 2,60(3,53) 1) 3,10(3,53) 1) 3,53 4,60Gasdebiet voor G31 m³/h 0,61 1,00 1,00(1,36) 1) 1,20(1,36) 1) 1,36 1,77Ketelrendement maximaal vermogen(Pn max) - 80/60°C (Hi)Ketelrendement vermogen 30% deellast(Pn 30%) - Retour 30°C EN 677(Hi)CV-circuit% 97,3 97,3 97,3 98,2 97,6 97,7% 108,3 109,5 109,5 109,7 108,5 109,9Ketelwatertemperatuur °C 30 – 85 op bedieningseenheid Logamatic BC10 instelbaarRestopvoerhoogte bij ΔT = 20 K mbar 210 230 230 230 211 240Weerstand bij ΔT = 20K mbar 45 120 120 170 170 285Maximale bedrijfsdruk ketel bar 3 4Inhoud warmtewisselaar cv-circuit l 2,5 2,5 2,5 2,5 3,5 3,5BoilerMaximale gasverbruik m³/h – – 3,53 3,53 – –Tapwaterhoeveelheid bij ΔT = 50°C 2) l/min – – 9,3 9,3 – –Tapwaterhoeveelheid bij ΔT = 30°C 2)3) l/min – – 15,5 15,5 – –Maximale aansluitdruk sanitairwater bar – – 10 10 – –Drukverschil tapwaterzijde bij7,5 l/minbar (kPa) – – 0,3 (30) 0,3 (30) – –Tapwatertemperatuur °C – – max. 60 max. 60 – –LeidingaansluitingenAansluiting gas Inch R1/2"Aansluiting ketelwater mm Ø 28, klemringkoppeling 28 – R1’’ meegeleverdAansluiting condenswater mm Ø 30Aansluiting tapwaterboiler mm – – Ø 15 4) Ø 15 4) – –Tabel 3 Technische gegevens12Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Gegevens betreffende de condensatieketel2RookgaswaardenMaximale condenshoeveelheid vooraardgas, 40/30°Cl/h 1,5 2,6 2,6 3,2 3,7 4,8Rookgasdebiet vollast 5) g/s 9,2 12,5 12,5 14,4 15,3 20,0Rookgasdebiet deellast 5) g/s 1,7 2,5 2,5 2,5 2,8 4,5Rookgastemperatuur 80/60°C,vollastRookgastemperatuur 80/60°C,deellastRookgastemperatuur 50/30°C,vollastRookgastemperatuur 50/30°C,deellast°C 62 67 67 70 67 74°C 55 56 56 56 56 58°C 45 47 47 50 50 51°C 35 42 42 42 41 36CO 2 -gehalte, vollast, aardgas G20 % 9,0 8,9 8,9 9,0 9,1 9,1Vrije trek van de ventilator Pa 85 60 60 80 95 130RookgasaansluitingRookgaswaardegroep voor LASG61, met gasombouwset G62 (overdruk)Ø Rookgassysteem open systeem mm 80Ø Rookgassysteem gesloten systeem mm 80/125 concentrischElektrische gegevensVoedingsspanning, frequentie V 230/50 HzElektrische veiligheidsklasse IP X4D (X0D; B 23P ; B 23 )Elektrisch opgenomen vermogen metinterne 3-wegklepVollast/deellastKetelafmetingen en gewichtEenheid 15 25Logamax plus GB162 V325 T1025 T40 SW 58/28 70/27 70/27 82/27 96/28 138/22Hoogte x breedte x diepte mm 695×520×465 T10: 695×780×46530 T1030 T40 S 35 45695×520×465T40 S: 695×920×465Gewicht kg 45 70 (47+23) 48Tabel 3 Technische gegevens1) Bij T10/T40 S maximale tapwatervermogen2) Bij tapwater kortstondig gasverbruik 4,1 m³/h3) Bij T40S badvulling (>200 Liter) in ca. 10 minuten4) Klemringkoppeling 15 – G½" meegeleverd5) Conform EN 13384Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 13

2 Gegevens betreffende de condensatieketel2.11.2 Toepassingsvoorwaarden voor tijdconstantenToepassingsvoorwaarden Eenheid WaardesMax. omgevingstemperatuur °C 40Maximale aanvoertemperatuur °C 82Maximale bedrijfsdruk PMS bar 4Stroomsoort VAC 230 (50 Hz, 10A)Tabel 4 Toepassingsvoorwaarden2.11.3 Brandstoffen en uitrustingBrandstofTypeGascategorie conformEN 437Tabel 5 Brandstoffen en uitrustingAardgas I 2E(s) (G20/25)Vloeibaar gas I 3P propaan (G31)B 23P (GA), B 23 (GN), C 13 (WH, WS), C 33 (DO), C 43 (LAS-K),C 53 (GAF-K, GAL-K), C 83 (GAL-K), C 93 (GA-K)Open en gesloten systeem (voldoen aan de verhoogde dichtheid bij een geslotensysteem)BE I 2E(s) 20/25 mbarBE I 3P 37 mbar14Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Gegevens betreffende de condensatieketel22.12 RestopvoerhoogteDe door de interne cv-pomp gegenereerde restopvoerhoogteis in de volgende grafieken met de betreffendebovenste en onderste grenswaarde weergegeven. Derestopvoerhoogte is afhankelijk van de instelling in dethermostaat RC35 en het type condensatieketel. Instelling0: modulatie tussen maximale en minimale karakteristiekproportioneel met het ketelvermogen(p = vermogensgeregeld). Bij toepassing van eenWM10-module dient de instelling 0 te worden gehanteerd.Bij de overige instellingen is de druk constant.Zie legenda onder de grafieken.Legenda bij de afbeeldingen 8...12:A = maximale modulatieB = minimale modulatiembar = restopvoerhoogtekg/h = debietmbar400300200100Afb. 12 Restopvoerhoogte bij GB162-35 V3,GB162-30 T10 V3 en GB162-30 T40S V31 150 mbar2 200 mbar3 250 mbar4 300 mbar70000 200BA400 600 800 1000 1200 1400 1600kg/h6720646391-22.1300200A600500400Ambar10000 200Afb. 10 Restopvoerhoogte bij GB162-15 V31 100 mbar2 150 mbar3 200 mbar4 Maximaal400B400 600 800 1000 1200 1400 1600kg/h6720646391-20.1mbar30020010000 200Afb. 13 Restopvoerhoogte GB162-45 V31 200 mbar2 250 mbar3 300 mbar4 350 mbarB400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800 2000kg/h6720646391-24.1300A200mbar10000 200B400 600 800 1000 1200 1400 1600kg/hAfb. 11 Restopvoerhoogte bij GB162-25 V3,GB162-25T10 V3 en GB162-25 T40S V31 150 mbar2 200 mbar3 250 mbar4 300 mbar6720646391-21.1Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 15

2 Gegevens betreffende de condensatieketel2.13 Weerstandsgrafiek temperatuursensorenDe grafieken zijn bedoeld om te controleren of bij een bepaaldetemperatuur de juiste weerstand aanwezig is.B Schakel de installatie voor elke meting spanningsloos.B Demonteer de connector van de temperatuursensor.B Meet de weerstand op het kabeluiteinde van de temperatuursensor.B Meet de temperatuur van de temperatuursensor.10090807060504030201000510152025 306 720 641 448-011.1TDAfb. 14 Weerstandsgrafiek temperatuursensor (met uitzonderingvan de buitentemperatuursensoren)4035302520151050-5-10-15-200 10 20 30 40 50 60 70 80 90 1006 720 641 448-010.1TDAfb. 15 Weerstandsgrafiek buitensensor16Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Voorschriften33 Voorschriften3.1 Normen, voorschriften en richtlijnenDe installateur en/of eigenaar van de installatie moeten ervoor zorgen, dat de gehele installatie voldoet aan de geldende(veiligheids-) voorschriften, die zijn opgenomen inde volgende tabel.Normen/voorschriften/richtlijnenEN 437EN 483EN 625EN 677EN 13203-1+2EN 13384EN 60335-1Neem voor de montage en de werking van deinstallatie de plaatselijke normen en richtlijnenin acht!BeschrijvingTestgassen, testdrukken, ketelcategorieenCondensatieketels voor gasvormigebrandstoffen - condensatieketels van hettype C met een nominale warmtebelasting≤ 70 kWCondensatieketel voor gasvormigebrandstoffen – bijzondere eisen aan defunctie m.b.t. het drinkwater van combitoestellenmet een nominale warmtebelasting≤ 70 kWcondensatieketels voor gasvormigebrandstoffen - bijzondere eisen aan condensatieketelsmet een nominale warmtebelasting≤ 70 kWGasgestookte ketels voor de sanitairetapwatervoorziening voor huishoudelijkgebruik - ketels, die een nominale warmtebelastingvan 70 kW en een boilercapaciteitvan 300 liter water nietoverschrijden - deel 1: waardering vanhet vermogen van de tapwatervoorzieningCV-systemen in gebouwen - Ontwerpvan tapwater-verwarmingsinstallatiesDeze ketel is niet bedoeld om door personen(inclusief kinderen) met beperktefysische, sensorische of geestelijk vermogensof gebrekkige ervaring en/ofkennis te worden gebruikt, behalve wanneerzij door een voor de veiligheid verantwoordelijkpersoon onder toezichtstaan of van hem instructies krijgen overhet gebruik van de ketel. Kinderen altijdonder toezicht houden om te waarborgen,dat deze niet met de ketel spelen.Tabel 6 Normen, voorschriften en richtlijnenNormen/voorschriften/richtlijnenNBN B51-006NBN B61-002NBN D51-003BeschrijvingBinnenleidingen voor commercieel butaanof propaan met een werkdruk vanmax. 5 bar en plaatsing van het gebuikstoestel- algemene bepalingenCondensatieketel met een nominaalwarmtevermogen < 70 kWBinnenleidingen voor aardgas en plaatsingvan de ketel - algemene bepalingenTabel 6 Normen, voorschriften en richtlijnen3.2 Goedkeurings- en informatieplichtIndien nodig:• Installatie van een condensatieketel bij de gasmaatschappijaangeven en laten goedkeuren.• Regionaal vereiste goedkeuringen voor het rookgasafvoersysteemen de condenswateraansluiting op hetopenbare rioolnet aanvragen.• Vóór begin van de montagewerkzaamheden contactopnemen met de dienst voor waterlozing.3.3 Installeren en inbedrijfnemenLet bij het installeren en in bedrijf nemen van de condensatieketelop:• De plaatselijke bouwvoorschriften met betrekking totde opstellingsruimte.• De plaatselijke bouwvoorschriften met betrekking totde luchttoevoer- en rookgasafvoerleiding.• De voorschriften met betrekking tot elektrische aansluitingenen netspanning.• De technische voorschriften van het gasbedrijf voor hetaansluiten van de condensatieketel op het openbaregasnetwerk.• De voorschriften en normen over het veilig aansluitenvan de cv-installatie.• De installatiehandleiding voor installateurs van cv-installaties.3.4 Geldigheid van de voorschriftenGewijzigde voorschriften of aanvullingen zijn ook op hettijdstip van de installatie geldig en moeten worden nageleefd.Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 17

4 Installatie4 InstallatieGEVAAR: Explosie!B Sluit de gaskraan voordat werkzaamhedenaan gasvoerende delen worden uitgevoerd.B Dichtheidscontrole uitvoeren na werkzaamhedenaan gasvoerende onderdelen.Montage, gas-, afvoer- en elektrische aansluitingenen inbedrijfneming van de installatiemoeten door een erkend installateur wordenuitgevoerd.4.1 Belangrijke opmerkingenDe condensatieketel is getest in de fabriek.B Controleer bij levering de verpakking op schade.B Controleer de leveringsomvang op volledigheid.B Bij weersafhankelijke regeling met kamerthermostaat:monteer geen thermostatische radiatorkranen in de referentieruimte.B Monteer in cv-installatie met natuurlijke circulatie eendubbele scheiding (bijvoorbeeld een platenwarmtewisselaar)tussen de condensatieketel en de cv-installatie.4.2 Kwaliteit van de leidingenVOORZICHTIG: Schade aan de ketel.Zowel de condensatieketel met natuurlijkewatercirculatie als ook open systemen (hetketelwater staat in contact met de buitenlucht)veroorzaken corrosieschade.B Dubbele scheiding tussen de condensatieketelen de cv-installatie monteren.Bij gebruik van kunststof leidingen in de installatie, bijv.voor vloerverwarmingen, moeten deze leidingen zuurstofdichtzijn conform DIN 4726/4729. Wanneer dekunststof leidingen niet aan deze normen voldoen, moeteen systeemscheiding via een warmtewisselaar wordenuitgevoerd.4.3 WaterkwaliteitNiet geschikt of vervuild water kan storingen in de condensatieketelen schade aan de warmtewisselaar of detapwatervoorziening door o.a. slibvorming, corrosie of verkalkingtot gevolg hebben. Richt u daarvoor tot uw filiaalvan Buderus. Meer instructies vindt u in het geldende Buderuswerkblad K8. Voor adresgegevens zie de achterzijdevan dit document.Installatie (vul- en bijvulwater)B Alvorens de installatie te vullen, deze grondig spoelen.B Onbehandeld leidingwater conform de drinkwaterverordeningof volledig ontzilt vulwater met een geleidbaarheidvan ≤ 10 microSiemens/cm gebruiken( afb. 16). Grondwater is niet toegestaan. Bij gebruikvan wateradditieven, vooraf contact opnemen met uwBuderus-filiaal.B Het is niet toegestaan het water te behandelen bijv.met pH-verhogende/ verlagende middelen (chemischetoevoegmiddelen en/ of inhibitoren), antivriesmiddel ofwaterontharding.B Voor ombouw bij vorstgevaar moet u contact opnemenmet uw Buderus-filiaal.[m³]13,002,802,602,402,2042,001,801,601,401,201,000,800,6030,400,200,000 5 10 15 20 25 302[˚dH]6 720 649 815-006.1TDAfb. 16 Eisen aan het vul- en bijvulwater voor ketels tot50 kW1 Maximaal mogelijke watervolume over de levensduur [ m³]2 Waterhardheid [°Dh]3 Onbehandeld water4 Volledig ontzilt vulwater met een geleidbaarheid van≤ 10 microSiemens/cmTapwaterGebruik als vul- en bijvulwater uitsluitend leidingwater.Grondwater is niet toegestaan.VorstbeveiligingDe condensatieketel is uitgerust met een geïntegreerdevorstbeveiligingsfunctie. De vorstbeveiliging schakelt decondensatieketel bij een ketelwatertemperatuur van 7°Caan en bij een ketelwatertemperatuur van 15°C uit. Derest van de cv-installatie is daarbij echter niet tegen vorstbeveiligd.Wanneer de radiatoren of delen van de leidingdoor omgevingsinvloeden plaatselijkkunnen bevriezen, verdient het aanbeveling,de pompnalooptijd in te stellen op 24 uur( hoofdstuk 7.1, pagina 41) of de condensatieketelte laten ombouwen.18Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Installatie4Voor het gebruik van de condensatieketel met antivriesstaat een ombouwset als toebehoren ter beschikking.Neem contact op met uw Buderus-filiaal voor meer informatie.Voor adresgegevens zie de achterzijde van dit document.4.4 Condensatieketel uitpakkenB Verwijder het verpakkingsmateriaal.Verwijder de piepschuimbodem ( afb. 18,[1]) pas nadat de condensatieketel is opgehangen.Zolang de condensatieketel nog nietis opgehangen, kan de condensatieketel veiligop de vloer worden gezet. Zo wordtbeschadiging en/of vervuiling van deaansluitingen voorkomen.B Dek de rookgasafvoer- en luchttoevoeraansluiting aande bovenzijde van de condensatieketel af.4.5 Condensatieketel monterenVOORZICHTIG: Schade aan de ketel doorbeschadiging!B Til de condensatieketel niet op aan de klepvan de BC10 of de rookgasafvoeradapter.14Afb. 17 Monteren wandhouderB Verwijder de piepschuim bodem [1].326 720 646 391-047.1TDDe condensatieketel mag uitsluitend hangendaan de wand of aan een bevestigingsprofielworden gemonteerd. Bij een lichtewandconstructie kan resonantie optreden.1B Controleer de draagkracht van de wand. De wandmoet het gewicht van de condensatieketel kunnen dragen.B Breng indien nodig een verstevingsconstructie aan.B Bepaal de montagehoogte ( hoofdstuk 2.9 “Afmetingen”,pagina 10).B Teken met behulp van een wandhouder en waterpasde boorgaten af [1].B Boor de gaten overeenkomstig de plugafmetingen [2].B Stop de meegeleverde pluggen in de boorgaten [3].B Monteer de wandhouder met 2 meegeleverde schroevenhorizontaal [4].B Til de condensatieketel op met 2 personen aan de achterzijdeen onderzijde en hang de condensatieketel inde wandhouder.Afb. 18 Piepschuim bodem4.6 Monteren T40 S boiler(alleen bij GB162-25/30 T40 S V3)B Verwijder de verpakking.B Til de boiler aan de voor- en achterzijde op.B Hang de boiler in de wandhouder rechts naast de condensatieketel.Op de wandhouder zitten markering [1].17 746 800 040-05.2TD6 720 615 600-023.1TDAfb. 19 Markering voor positioneren van de boilerLogamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 19

4 InstallatieB Boiler met de stelschroef [1] uitlijnen.B Leg de kliksluiting in de uitsparingen van de condensatieketel[2].B Sluit de kliksluitingen zodat de boiler tegen de condensatieketelwordt vastgetrokken.B Monteer een gaskraan G½" [1] in de gasaanvoerleiding(GAS).2211Afb. 21 Gasaansluiting uitvoeren1 Gaskraan G½”7 746 800 040-155.3DDCB Sluit de gasleiding spanningloos op de gasaansluitingaan.Afb. 20 Boiler uitlijnen1 Stelschroef2 Kliksluitingen (boven- en onderzijde)4.7 Leidingen aansluiten4.7.1 Monteren gasleiding6 720 646 391-049.1TDGEVAAR: Explosie!B Werkzaamheden aan gasvoerende delenmogen uitsluitend door een erkend installateuruitgevoerd worden.4.7.2 Openen mantelCondensatieketelB Bevestigingsschroeven [1] losmaken.B Klik beide kliksluitingen [2] aan de onderzijde van demantel los.B Onderzijde mantel condensatieketel naar voren kantelen[3].B Mantel condensatieketel aan de onderzijde iets optillenen verwijderen [4].4.4.We raden u aan om een gasfilter in de gasleidingin te bouwen.B Respecteer de nationale normen en voorschriftenvoor de gasaansluiting.3.3.B Gasaansluiting conform Belgische norm NBN B61-002, NBN D51-003 en NBN D51-006 aansluiten.B Dicht de gasaansluiting op de condensatieketel af meteen toegestaan afdichtingsmiddel.1.1.1.1.1.2.6 720 615 405-039.1TDAfb. 22 Demonteer de mantel van de condensatieketel20Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Installatie4Oplaadboiler (alleen bij GB162-25/30 T40 S V3)B Mantel naar voren klappen [1].B Mantel van de oplaadboiler iets optillen en wegnemen[2].B Boilerretourleiding [2] spanningsvrij op de aansluitingvan de boiler en op de platenwarmtewisselaar in deboiler monteren.2.1.1 27 746 800 040-10.2TDAfb. 25 Condensatieketel en tapwaterboiler verbinden6 720 648 815-005.1TDAfb. 23 Mantel van de oplaadboiler demonteren4.7.3 Aansluiten van de boiler T40 SB Controleer vóór montage de positie van de clips.1 Aanvoerleiding2 RetourleidingB Controleer, of de klemveren correct zijn vastgeklikt,zodat de leidingen niet kunnen losraken.OPMERKING:B Draai de clips nooit uit positie.B Neem de clips nooit los van de boileraanvoer-en boilerretourleiding.B Vet de dichtingen [1] van de boileraanvoer- en boilerretourleidinglicht in.Afb. 24 Controle van de klemverenB Aanvoerleiding [1] spanningsvrij op de aanvoeraansluitingvan de boiler en op de platenwarmtewisselaar inde boiler monteren.1OK6720646391-048.1Afb. 26 Controle van de leidingkoppelingen4.7.4 Aansluiten cv-leidingen6 720 619 223-006.2TDTer bescherming van de gehele installatie radenwij aan een vuilfilter in de retourleiding inte bouwen. Bij aansluitingen van de condensatieketelop een oudere cv-installatie is deinbouw absoluut noodzakelijk.B Bouw direct vóór en achter de vuilfilter eenservicekraan voor de filterreiniging.Een bypass is niet nodig in de cv-installatie.B Gebruik dan de meegeleverde klemringkoppeling [1],indien een verbinding van Ø 28 mm naar G1" wordt gemaakt.B Advies: monteer in de aanvoer- en retourleiding eenservicekraan [2, 3] (toebehoren cv-circuitaansluiting)voor onderhoud- en servicewerkzaamheden.Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 21

4 InstallatieB Monteer de aanvoerleiding met geplaatste rubberendichting spanningsvrij op de aanvoeraansluiting van decondensatieketel [2].B Monteer de retourleiding met geplaatste rubberendichting spanningsvrij op de retouraansluiting van decondensatieketel [3].4.7.8 Aansluiten externe boilerBij een condensatieketel met interne 3-wegklep:OPMERKING: ketelschade.Er mogen geen terugslagkleppen in de boileraansluitleidingenzitten.B Indien gemonteerd: verwijder de terugslagklepuit de boileraansluitleiding.41 1B Vet de afdichtringen in de snelkoppeling [1] in.B Snelkoppelingen op de aansluitingen voor de boileraanvoer[2] en de boilerretour [3] steken.236 720 641 177-005.3TDAfb. 27 Aansluiten cv-leidingen op de condensatieketel1 Klemringkoppeling Ø 28 mm naar G1"2 Servicekraan (aanvoer cv)3 Servicekraan (retour cv)4 CV-circuitaansluitset inclusief vul- en aftapkraan (toebehoren)4.7.5 Expansievat aansluitenB Expansievat [2] conform EN 12828 op de cv-circuitaansluiting(toebehoren) in de retourleiding [5] aansluiten.2 31 1Afb. 29 Leidingen voor externe boiler monteren1 Snelkoppeling Ø 28 mm naar G¾"2 Aanvoer boiler3 Retourleiding boiler9112210334 57 746 800 040-13.2TD1134657Afb. 28 Aansluitingen op aanvoer en retour1 Vul- en aftapkraan2 Expansievat3 Servicekraan (verwarming)4 Aanvoer condensatieketel5 Retour condensatieketel4.7.6 Overstort aansluitenDe inbouw van een bypass is bouwzijdig niet nodig, omdatin de condensatieketel al een bypass is ingebouwd.4.7.7 KetelwatercirculatieEen bypass is niet nodig in de cv-installatie.12Afb. 30 Toepassingsvoorbeeld met weersafhankelijkeregeling en boiler1 Condensatieketel2 Veiligheidsventiel3 Gas4 Elektriciteitsnet5 Expansievat6 Servicekraan7 Thermostaatkraan8 Kamer9 Buitentemperatuursensor10 Regelaar, weersafhankelijk gestuurd11 Boiler12 Tapwatertemperatuursensor boiler686 720 615 600-032.1TD22Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Installatie4Indien er geen tapwaterboiler wordt aangesloten:B Aansluitingen voor de boileraanvoer en de boilerretourmet een verbindingsleiding [1] (toebehoren) verbinden.B Demonteer de stekker van de interne 3-wegklep en zethet tapwaterbedrijf uit.7 746 800 040-11.2TDAfb. 32 Externe 3-wegklep monterenAfb. 31 Bedrijf zonder boiler1 Kortsluitleiding (toebehoren)Bij een condensatieketel zonder interne 3-wegklep:In dit geval kan een externe 3-wegklep [2] worden gebruikt.De 3-wegklep is cv-zijdig als volgt aan te sluiten:• AB : aanvoer• A : boileraanvoer• B: aanvoer cv-installatieDe condensatieketel is standaard voorzien van een ingebouwdeboilervoorrangsregeling.B Sluit de 3-wegklep [2] en de boilertemperatuursensor[1] (toebehoren) aan op de condensatieketel hoofdstuk 5.4, pagina 26 en aansluitschema,hoofdstuk 2.10, pagina 11.11 Boilertemperatuursensor2 3-wegklep (indien geen interne 3-wegklep aanwezig is)3 Expansievat4 Vul- en aftapkraan5 Servicekraan (in de ketelwaterleiding)6 Aanvoer7 Retour8 Tapwater9 Koudwater10 CV-pomp, max. 250 W (230 VAC) (indien de condensatieketelgeen interne cv-pomp heeft)4.7.9 Aansluiten warm- en koudwaterleidingGeldt alleen voor GB162-25/30 T40 S V3:de sanitaire circulatiepomp in het tapwatercircuitkan op de RC35 alleen worden ingesteldop de standen 0, 1 en 2.B Schroef een klemringkoppeling Ø15 mm naar ½" opde tapwateraansluiting [1] van de boiler.B Monteer een inlaatcombinatie (overdrukbeveiliging metingebouwde terugslagklep) in de koudwaterleiding. Demaximale veiligheidsdruk mag niet hoger zijn dan 8 bar.Hiermee is de tapwaterinstallatie beveiligd tegen tehoge drukken.B Schroef een klemringkoppeling Ø15 mm naar ½" opde koudwateraansluiting [2] van de boiler.1 27 746 800 040-14.2DDCAfb. 33 Wateraansluitingen1 Tapwater2 KoudwaterLogamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 23

4 Installatie4.7.10 Montage van de condensafvoerHet condenswater en het eventueel uit de overstort uittredendewater dient veilig afgevoerd te worden.B Monteer een sifon (G-TA trechtersifon, toebehoren)6 720 646 391-041.2DDCAfb. 34 G-TA trechtersifon (toebehoren)B Gebruik voor de afvoer corrosiebestendig materiaal.Daartoe behoren: gresbuizen, hard-PVC buizen, PVCbuizen,PE HD buizen, PP-buizen, ABS/ASA-buizen,gietbuizen met inwendige email of coating, stalen buizenmet kunststof coating, niet roestende stalen buizen,boorsilicaatbuizen.B Monteer de afvoer direct op een aansluiting DN 40.OPMERKING: Waterschade.Door overlopen condenswater.B Afvoeren niet veranderen of sluiten.B Slangen alleen onder afschot leggen.4.8 Aansluiten rookgasafvoerleidingB Schuif de rookgasafvoerleiding tot aan de aanslag inde mof.Zie voor meer informatie, de betreffende installatiehandleidingvan de rookgastoebehoren.6720646391-038.1Afb. 3524Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Elektrische aansluiting55 Elektrische aansluiting5.1 Algemene aanwijzingGEVAAR: Door elektrocutie!B Voor werkzaamheden aan het elektrischedeel de voedingsspanning (230 V AC) onderbreken(zekering, vermogensautomaat)en beveiligen tegen onbedoeldherinschakelen.Alle regel-, besturings- en veiligheidsinrichtingen van deketel zijn bedrijfsklaar bedraad en getest.Veiligheidsmaatregelen conform de algemene reglementeringvoor elektrische installaties (AREI) respecteren.In ruimten met badkuip of douche mag de ketel alleen viaeen aardlekschakelaar worden aangesloten.Op de aansluitkabel mogen geen andere verbruikers wordenaangesloten.In veiligheidszone 1 de kabel verticaal naar boven toe installeren.60 cm2 1 160 cm2225 cm5.2 Ketels met aansluitkabel en netstekkeraansluitenB Netstekker in een wandcontactdoos steken (buitenzone 1 en 2).B Bij niet voldoende kabellengte, kabel demonteren.Gebruik de volgende kabeltypen:– HO5VV-F 3 x 0,75 mm 2 of– HO5VV-F 3 x 1,0 mm 2 .B Wanneer de ketel in zone 1 of 2 wordt aangeslotenkabel uitbouwen en kabeltypen NYM-I 3 x 1,5 mm 2gebruiken.5.3 Regeltoestellen aansluitenOp de condensatieketel kunnen de volgende modulerenderegelingen worden aangesloten:• Kamerthermostaat Logamatic RC20 RF, RC25, RC35• Cascaderegelaar Logamatic 4121, 4122, 4323• Regeling met contact voor potentiaalvrije warmtevraag• Algemene storingsmelding EM10, 0 – 10 V-ingang(toepasbaar, om een 0 – 10 V-signaal in een modulerendsignaal om te vormen)De RC35 kan in het bedieningspaneel van de condensatieketelworden ingebouwd of op de wand worden gemonteerd.RC35 in de condensatieketel monterenB Afdekplaat wegnemen.Afb. 36Zone 1, direct boven de badkuipZone 2, cirkel van 60 cm rondom badkuip/douche6 720 612 659-13.2OZekeringDe zekering van de condensatieketel bevindt zich op deprintplaat in de bedieningseenheid ( afb. 9, pagina 11).De reservezekering bevindt zich in de binnenkantvan de afdekking.Afb. 37 RC35 in de condensatieketel monterenB RC35 op de insteekplaats monteren.7 746 800 040-17.1RSGebruik van de RC35 als kamerthermostaatB Kamerthermostaat in referentieruimte installeren( installatiehandleiding van de thermostaat).B Kamerthermostaat RC20 RF, RC25, RC35 op deoranje aansluitklem aansluiten ( afb. 39, [2]).EMSHiervoor een 2-aderige kabel van 0,4 ... 0,75 mm²gebruiken.Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 25

5 Elektrische aansluiting5.4 Toebehoren aansluitenDe aansluitingen voor externe toebehoren zijn onder éénafdekking verzameld. De klemmenstroken zijn met kleur ensymbolen gecodeerd.B Draai de beide schroeven [1] van de afdekking los.B Afdekking afnemen.EMS24V1 2 4 5 63130V230VOUT230VINNLNLN L N L N L7 8 9 10 11 12Afb. 39 Klemmenstroken6 720 646 391-025.2TD7 746 800 040-16.1RSAfb. 38 Afdekking van de aansluitklemmenB Respecteer bij het aansluiten van de toebehoren ookhet aansluitschema ( hoofdstuk 2.10, pagina 11) ende installatiehandleiding van het product.GEVAAR: door elektrische stroom.De posities 7 – 11 zijn 230 Volt aansluitingen.B Hou er rekening mee dat, wanneer de stekkerin de wandcontactdoos zit, de aansluitklemmen7 – 11 onder spanning (230V)staan.1230VOUT230VINNNNNNEMSLLLLL1 = aan/uit-kamerthermostaat potentiaalvrijaansluiten (groen)2 = kamerthermostaat en EMS-BUS (oranje)3 = extern schakelcontact potentiaalvrij voor bijv.vloerverwarming (rood)4 = buitentemperatuursensor (blauw)5 = tapwatertemperatuursensor (grijs)6 = aansluiting externe 3-wegklep (turkoois)7 = externe CV-pomp 230V (groen). De externecv-pomp 230 V/ max. 250 W wordt op deklemmenstrook aangesloten.8 = circulatiepomp 230 V (lila)9 = netaansluiting module 230 V AC (oranje)10 = netaansluiting 230 V AC (wit)11 = boilerlaadpomp 230 V AC (grijs)12 = 10-polige connector tapwatertemperatuursensorboiler (alleen voor GB162-25/30 T40 S V3)13 =brug5.4.1 Aan/uit-kamerthermostaat (potentiaalvrij)aansluitenAan/uit-kamerthermostaten zijn in bepaalde landen niettoegestaan. Respecteer de nationale bepalingen.B Sluit de aan/uit-kamerthermostaat op demet dit symbool gemarkeerde klemmenaan.26Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

6720646391-004.1Elektrische aansluiting55.4.2 Thermostaat Logamatic RC35 (extern) ofregelsysteem Logamatic 4000 aansluitenHet is niet mogelijk, tegelijkertijd op deRC-aansluiting en op de klemaansluiting"potentiaalvrije warmtevraag" (WA) eentemperatuurregelaar aan te sluiten. Decondensatieketel kan met een contact voorpotentiaalvrije warmtevraag worden aangestuurd,maar daarmee vervalt de modulerendewerking van de ketel. Dit gaat ten koste vanhet comfort en het energieverbruik. Wanneereen aan/uit-contact voor potentiaalvrije warmtevraagwordt geïnstalleerd, dan zal decondensatieketel slechts tot de ingesteldeketelwatertemperatuur moduleren.B Sluit het regeltoestel op de met dit symboolgemarkeerde klemmen aan. Hiervoor een2-aderige kabel van 0,4 ... 0,75 mm²gebruiken.B Controleer, indien er geen communicatie met hetEMSexterne regeltoestel of externe modules aanwezig is, depolariteit van de EMS-busleiding.5.4.3 Aansluiten functiemoduleIn de condensatieketel kan één functiemodule worden gemonteerd.Op de condensatieketel kunnen de volgende functiemodulesworden aangesloten:• Zonnemodule SM10,• Storingsmeldmodule EM10• Module voor evenwichtsfles WM10• Module voor mengklep MM10• Besturingsmodule VM10.B Respecteer de handleiding van het betreffendeproduct.B Respecteer voor de montage en de combineerbaarheidvan de functiemodules de bijbehorende handleidingenvan de functiemodules.Voor montage van de functiemodule in de condensatieketel:B Beide schroeven op het bedieningspaneel losmakenen het bedieningspaneel op de haken [1] hangen.Deze haken bevinden zich aan de achterzijde van debedieningseenheid.Afb. 40 Bedieningsorgaan demonteren1 HaakB Afdekking van de modulebox ( afb. 4, [5]) verwijderen.B Monteer de functiemodule [1] in de interne modulebox[2].12xAfb. 41 Monteren module1 Functiemodule2 Modulebox2B Sluit de aansluitkabel [2] op de oranjeklem ( afb. 39, [2]) aan en breng dezenaar de eerste functiemodule.6 720 646 391-015.2DDCB Steek de (EMS)-stekker van de aansluitkabel [1] in defunctiemodule.1EMSLogamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 27

6720646391-016.15 Elektrische aansluitingB Steek de (Netmodule) stekker van de netspanningsaansluiting[2] in de functiemodule.230VOUT5.4.4 Aansluiten meerdere functiemodulesB EMS-busaansluiting van de eerste module voor detweede module gebruiken. Gebruik hiervoor de met demodule meegeleverde kabel ( afb. 1 en 3, [8]).B De 230 V AC netkabelaansluiting van de eerste modulevoor de tweede module gebruiken. Gebruik hiervoorde met de module meegeleverde kabel ( afb. 42,[2]).De BUS-aansluiting kan met “RC” of “EMS”zijn gemarkeerd.2 11 23Afb. 42 Kabelklem monteren1 Aansluitkabel EMS-BUS2 Netaansluitstekker3 KabelzekeringB Schroef de kabel met kabelklemmen ( afb. 42, [3])vast.54Bij de inbouw van de functiemodule in decondensatieketel kan de afdekking van demodulebox pas weer worden ingebouwd,wanneer in de tussenstijl een doorbraak isgemaakt.B Kabeldoorvoer in de afdekking van de modulebox meteen daarvoor geschikte tang doorbreken.3Afb. 44 Aansluiten meerdere functiemodules6 720 646 391-050.1TD1 Functiemodule 1 (in condensatieketel gemonteerd)2 Functiemodule 2 (extern)3 Aansluitklemmen Logamax plus GB1624 EMS-BUS naar volgende functiemodule5 Netkabel naar volgende functiemodule5.4.5 Temperatuurbewaking AT90 van aanvoervan een vloerverwarming aansluitenBij cv-installaties met alleen vloerverwarming en directehydraulische aansluiting op het apparaat.Bij het activeren van de temperatuurbewaking worden hetcv- en tapwaterbedrijf onderbroken.Afb. 43 Kabeldoorvoer uitbrekenB Monteer de afdekking door onderaan insteken enbovenaan vastklikken.B Draai beide schroeven boven in de afdekking vast.OPMERKING: Serieschakeling!B Wanneer meerdere veiligheidsinrichtingenzoals bijv. AT90 en condensaatpompworden aangesloten dan moeten deze inserie geschakeld worden.B Verwijder de brug op de met dit symboolgemarkeerde aansluitklem.B Sluit de temperatuurbewaking aan.28Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Elektrische aansluiting55.4.6 Aansluiting buitentemperatuursensorDe buitentemperatuursensor voor het regelsysteem wordtop de condensatieketel aangesloten.B Sluit de buitentemperatuursensor op demet dit symbool gemarkeerde aansluitklemaan.5.4.7 Aansluiten boilertemperatuursensorB Sluit de boilertemperatuursensor op de metdit symbool gemarkeerde aansluitklem aan.5.4.8 Aansluiten externe 3-wegklepB Sluit de 24 VDC 3-wegklep op de met ditsymbool gemarkeerde aansluitklem aan.5.4.9 230-V aansluitingen (algemeen)5.4.13 Elektrische aansluiting boiler T40 SDe volgende modules in de boiler aansluiten op decondensatieketel:B Grijze stekker [5] van de boilerlaadpompaansluiten op de grijze insteekplaats.B Witte stekker voor de koud- en tapwatertemperatuursensoren de debietsensor [6]op de witte steekplaats aansluiten.B Sluit de circulatiepomp op de lila aansluitklemaan [2].NNLLDe 230-Volt-aansluitingen kunnen wordengebruikt voor elektrische toebehoren in decv-installaties. Iedere aansluiting heeft eenmaximaal toegestaan opgenomen vermogenvan 250 W.B Raadpleeg de ontwerpdocumentatie ende montagehandleiding van het regeltoestel.230VOUT230VIN5.4.10 Aansluiten circulatiepompDe circulatiepomp kan door het regelsysteem (RC35 ofLogamatic 4000) worden aangestuurd.B Sluit de circulatiepomp op de met dit symboolgemarkeerde aansluitklem aan.N L5.4.11 Aansluiten externe cv-pompDe cv-pomp draait altijd bij cv-bedrijf (parallel aan pompintern in ketel).B Sluit de cv-pomp op de met dit symboolgemarkeerde aansluitklem aan.5.4.12 Aansluiting boilerlaadpompB Trek de stekker op interne 3-wegklep los.B Sluit de boilerlaadpomp/externe 3-wegklep(230 V) aan op de met dit symbool gemarkeerdeklem.NNLLNLNAfb. 45 Tapwaterboiler T40 S aansluiten2 Lila aansluitklem5 Witte stekker6 Grijze stekkerL2 5N L N L N L66 720 646 391-053.1TDLogamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 29

6 In bedrijf nemen6 In bedrijf nemen6.1 Condensatieketel inschakelenVoordat u de cv-installatie in bedrijf stelt,moet deze gevuld zijn, omdat de pomp andersdroog kan lopen.Bij Logamax plus GB162-25/30 T40 S V3,de stratificatieboiler vullen vóór het vullen vande cv-installatie.B Steek de netstekker in een contactdoos en zet de condensatieketelaan.1Afb. 46 Inschakelen netspanning6 720 646 391-054.1TD6.2 Vullen cv-InstallatieB Open alle servicekranen.B Draai alle radiatorkranen open.B Sluit alle vul- en aftapkranen.B Open de hoofdafsluitkraan van de waterleiding.B Open een tapwaterkraan.B Wacht tot er geen lucht meer in het water aanwezig is.B Sluit de tapwaterkraan.B Vul de cv-installatie, tot de bedrijfsdruk 1,5 barbedraagt. Tijdens het vullen de beide draaischakelaars(R en S) in de stand “0” zetten.Om de volledige ΔT-functionaliteit van decondensatieketel te gebruiken, moet de vuldrukvan de installatie > 1,5 bar bedragen.De volgende randvoorwaarden gelden voorde maximaal mogelijke ΔT tussen aanvoer enretour bij nominaal vermogen.ΔT = 35 K, vuldruk >1,5 barΔT = 30 K, vuldruk 1,0 –1,5 barΔT = 25 K, vuldruk ≤ 1,0 barDe vuldruk in de installatie moet met het expansievatworden ingeregeld.Minimale vuldruk van de installatie = voordrukexpansievat + 0,3 bar (voorbeeld: expansievatmet 1,5 bar voordruk dan installatie vullenmet 1,8 bar in koude toestand).B De 3-wegklep in de middenpositie stellen. Retourleidingvan de boiler en cv-installatie worden dan gelijktijdiggevuld. Anders de 3-wegklep mechanisch in demiddenstand zetten.B Ontlucht de cv-installatie.B Controleer, of de kap van de automatische ontluchterin de condensatieketel minimaal een slag is geopend.B Controleer de werkdruk opnieuw.6.2.1 Sifon vullenGEVAAR: Door vergiftiging!B Voor de inbedrijfstelling de sifon vullen.B Sifon via de meetnippels voor rookgas met 1 liter watervullen.6720646391-037.1Afb. 47 Sifon met water vullen30Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

In bedrijf nemen66.3 Controleren, testen en meten6.3.1 Controleren keteluitrustingDe condensatieketel dient geschikt te zijn voor de aangeslotengassoort, zie typeplaat.Bij condensatieketel zonder tapwaterbedrijf:B Demonteer de stekker van de interne 3-wegklep en zethet tapwaterbedrijf uit.B Sluit de meetslang aan op de plusaansluiting van demanometer [3] en de meetnippel voor de dynamischegasdruk [2].2 36.3.2 Ontluchten gasleidingGEVAAR: Door explosieve gasmengsels.B Meetnippel controleren op gasdichtheid.1B Open de gaskraan.B Gasleiding op de meetnippel voor de dynamische gasdrukconform de laatste stand der techniek ontluchten.1 2Afb. 48 Ontluchten gasleiding op het gasblok1 Meetnippel voor de dynamische gasdruk2 Gasafvoerslang6 720 646 391-010.2DDC6.3.3 Controleren gasaansluitdrukDe aansluitdruk tijdens bedrijf van de brander bij vollastmeten, daarvoor:B Zet de aan/uit-schakelaar van de condensatieketel op"0".B Open de mantel.B Sluit de gaskraan.B Open minimaal 2 radiatorkraantjes.B Manometer op "0" instellen.B Draai de afsluitschroef op de meetnippel [1] 2 slagenlos.B Zet het drukmeetapparaat [3] op "0".Afb. 49 Meet de dynamische gasdruk1 Meetnippel voor de dynamische gasdruk2 Meetslang3 Manometer6 720 646 391-011.2DDCB Open de gaskraan.B Zet de aan/uit-schakelaar van de condensatieketel op"1".B Schakel het rookgastestbedrijf in door de ,-toets [2]in te schakelen.B De ,-toets 2 seconden ingedrukt houden tot het decimalepunt rechtsonder op het display [5] verschijnt.De condensatieketel is maximaal 30 minuten bij vollastin cv-bedrijf (schoorsteenvegerbedrijf).B Nadat de LED "Brander" [4] gaat branden, dient u dedynamische gasdruk te meten en op het inbedrijfstellingsprotocol( hoofdstuk 6.8, pagina 40) te noteren.De dynamische gasdruk moet bij:• aardgas minimaal 17 mbar, maximaal 25 mbar(G20: nominale aansluitdruk 20 mbar).• vloeibaar gas minimaal 25 mbar, maximaal 45 mbarbedragen (nominale aansluitdruk 37 mbar).Onder of boven deze waarden mag geen inbedrijfnameplaatsvinden. De oorzaak moetworden vastgesteld en de storing wordenverholpen. Als dit niet mogelijk is, gaszijdigafsluiten en contact opnemen met de plaatselijkegasleverancier gasbedrijf.B --toets [3] zo vaak indrukken totdat de temperatuurindicatieop de display verschijnt.B Druk de ,-toets [2] in om de meting te beëindigen.Het decimale punt [5] rechts beneden op het displaygaat uit.Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 31

6 In bedrijf nemenB Zet het drukmeetapparaat [3] op "0".B Sluit de meetslang aan op de plusaansluiting van dedrukmeter [4] en de meetnippel voor de verschildruk[5].-10 Pa-5 Pa21 2 3 5 4Afb. 50 Bedieningspaneel van de bedieningseenheid1 Aan/uit-schakelaar2 ,-toets "Schoorsteenveger”3 --Toets "statusindicatie"4 LED brander (aan of uit)5 Decimale punt op het displayB Sluit de gaskraan.B Meetslang van de meetnippel verwijderen.B Afsluitschroef weer vastschroeven.7 746 800 040-39.1RS31530 PaGEVAAR: Door explosie van ontvlambaregassen.B Controleer de gebruikte meetnippels opdichtheid.B Nationale normen en voorschriften respecteren.6.3.4 Controleren gas-luchtverhoudingVOORZICHTIG:B In België mag de gas-luchtverhouding, ingeval van afwijkende waarden, alleen doorde servicedienst van Bosch Thermotechnologyworden uitgevoerd. Neem voor uitgebreidereinformatie contact op met dedienst na verkoop My Service(www.myservice.be, tel. 078 05 07 80).OPMERKING: Branderschade dooronjuiste gas-luchtverhouding.B Stel de gas-luchtverhouding alleen in:– op laaglast;– op basis van het drukverschil tussengas/lucht en nooit op basis van gemetenrookgaswaarden.B Aan-uitschakelaar op bedieningspaneel op "0" instellen.B Sluit de gaskraan.B Open minimaal 2 radiatorkraantjes.B Draai de sluitschroef op de meetnippel [5] 2 slagenlos.Afb. 51 Gas-luchtverhouding instellen1 Afsluitschroef2 Correct bereik3 Verkeerd bereik4 Manometer5 Meetnippel voor de gas-/luchtverhoudingB Open de gaskraan.6 720 646 391-012.2DDCB Zet de aan/uit-schakelaar van de condensatieketel op"1".B De ,-toets [3] 2 seconden ingedrukt houden tot hetdecimale punt [5] rechtsonder op het display verschijnt.B Toetsen , [3] en - [4] tegelijkertijd 5 seconden ingedrukthouden, tot [l/-/-] (bijv. [l/8/0]) op het displaywordt getoond.B Druk de "reset"-toets [2] in tot het brandervermogenop laaglast staat ingesteld. Weergave op het display:– [l/1/9| (15 kW)– [l/2/1| (25 kW)– [l/1/7| (30 kW)– [l/1/8| (35 kW)– [l/2/2| (45 kW).432Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

In bedrijf nemen66.3.5 Controleren luchttoevoer-rookgasafvoeraansluitingGEVAAR: Door vergiftiging!B Dichtheidscontrole uitvoeren na werkzaamhedenaan rookgasvoerende onderdelen.1 2 3 4 5Afb. 52 Bedieningspaneel van de bedieningseenheid1 Aan/uit-schakelaar2 "reset"-toets3 ,-toets "Schoorsteenveger”4 --Toets "statusindicatie"5 Decimale punt op het display7 746 800 040-40.2TDB Verschildruk aflezen.Het optimale drukverschil is –5 Pa (–0,05 mbar).Het drukverschil moet liggen tussen –10 en 0 Pa.Gelieve bij afwijkende waarden ( afb. 51, [3]) de dienstna verkoop My Service te contacteren.B Zet de aan/uit-schakelaar van de condensatieketel op"0".B Sluit de gaskraan.B Meetslang verwijderenB Afsluitschroef op de meetnippel weer vastschroeven.B Kap weer op de instelschroef steken.GEVAAR: Door explosie van ontvlambaregassen.B Controleer de gebruikte meetnippels opdichtheid!B Nationale normen en voorschriften respecteren.B Open de gaskraan.B Zet de aan/uit-schakelaar van de condensatieketel op"1".B Noteer de meetwaarden in het inbedrijfstellingsprotocol(hoofdstuk 6.8, pagina 40).Controleer de volgende punten:• Is het voorgeschreven verbrandingslucht-rookgassysteemgebruikt ( handleiding Instructies voor de rookgasafvoer)?• Werden de in de betreffende installatiehandleiding vanhet rookgassysteem opgenomen uitvoeringsbepalingengerespecteerd?• Zijn de beide kliksluitingen [1] op de branderkapcorrect gemonteerd [2]) en vergrendeld [3]?• Is er bij inbedrijfstelling een ringspleetmetinguitgevoerd? Eventueel met een dichtheidsmeettoesteltussen rookgasafvoerbuis en rookgasaansluitingtesten.3Afb. 53 Bevestigen en vergrendelen kliksluitingen6.3.6 Dichtheidscontrole in bedrijfstoestand16 720 616 172-029.1TDGEVAAR: door explosie van ontvlambaregassen. Bij de inbedrijfstellingswerkzaamhedenen het onderhoud kunnen lekken ontstaanzijn aan de leidingen en deschroefkoppelingen.B Gebruik voor het zoeken van lekken uitsluitendeen goedgekeurd lekdetectiemiddel.2B Schakel het rookgastestbedrijf in door op de ,-toetste drukken.B De ,-toets ca. 2 seconden ingedrukt houden tot dedecimale punt rechtsonder op het display [5] verschijnt.Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 33

6 In bedrijf nemenB Wanneer de LED "Brander" [4] gaat branden, dient uéén minuut te wachten totdat de condensatieketel metvollast brandt.B Controleer de rookgasafvoerbuis op dichtheid( hoofdstuk 6.3.5).B Los de oorzaak van mogelijke lekkage op.B Sluit de mantel.B Zet de aan/uit-schakelaar van de condensatieketel op"1".B Druk de ,-toets in, om de meting te beëindigen.Het decimale punt rechts beneden op het display gaat uit( afb. 54, [5]).6.3.7 Meten CO-waarden1 2 3 5 4Afb. 54 Bedieningspaneel van de bedieningseenheid1 Aan/uit-schakelaar2 ,-toets "Schoorsteenveger”3 - -Toets "statusindicatie"4 LED brander (aan of uit)5 Decimale punt op het display7 746 800 040-39.1RSB Bij draaiende brander alle afdichtlocaties in de totalegasroute [1] van de condensatieketel op dichtheidcontroleren.B Controleer de rubberen dichting [2] aan de gloeiplugen ionisatie-elektrode op lekdichtheid.OPMERKING: Schade aan de brander doorverkeerd instellen van de gas-luchtverhoudingmogelijk!B Rookgaswaarden, zoals CO/CO 2 /NO x ,nooit als basis voor de instelling van degas-luchtverhouding gebruiken.Voor instelling van de gas-luchtverhouding hoofdstuk 6.3, pagina 31.B Zet de aan/uit-schakelaar van de condensatieketel op"0".B Open minimaal 2 radiatorkraantjes.B Kap op rookgasmeetnippel verwijderen.B Rookgassonde in de rookgasmeetnippel [1] schuiven.21Afb. 55 Gastraject1 Gastraject in condensatieketel2 Rubberen dichting6 720 646 391-005.2DDC7 746 800 040-043.3RSAfb. 56 Rookgassonde (maximaal 8 cm diep insteken)B Zet de aan/uit-schakelaar van de condensatieketel op"1".B Schakel het rookgastestbedrijf in door de ,-toets [2]in te schakelen. De ,-toets ca. 2 seconden ingedrukthouden tot de decimale punt rechtsonder op het display[3] verschijnt.B Wanneer de LED "Brander" [4] gaat branden, dient uéén minuut te wachten totdat de condensatieketel metvollast brandt.B CO-gehalte meten ( afb. 56, [1]).34Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

In bedrijf nemen6De CO-waarden in luchtvrije toestand moeten onder100 mg/kWh liggen. Waarden boven de 100 mg/kWhwijzen op een foutieve branderinstelling, verontreinigingvan de gasbrander of warmtewisselaar of defecten aan degasbrander.B Oorzaak direct bepalen en storing verhelpen. Daarvoormoet de condensatieketel in bedrijf zijn.B Neem contact op met dienst na verkoop My Service(www.myservice.be, tel. 078 05 07 80).B Druk de ,-toets [2] in om de meting te beëindigen.B Zet de aan/uit-schakelaar van de condensatieketel op"0".B Rookgassonde verwijderen en kap weer monteren.B Zet de aan/uit-schakelaar van de condensatieketel op"1".7 746 800 040-045.2TD1 2 3 4Afb. 57 Bedieningspaneel1 Aan/uit-schakelaar2 ,-toets "Schoorsteenveger”3 Decimale punt op het display4 LED brander (aan of uit)6.3.8 Meten ionisatiestroom7 746 800 040-44.1RSIonisatiestroom op RC35 aflezenB Condensatieketel in schoorsteenvegerbedrijf zetten ende ionisatiestroom op de RC35 aflezen.Vermogenswaarde met manometer metenB Zet de aan/uit-schakelaar van de condensatieketel op"0".B Maak de stekkerverbinding van de ionisatie-elektrodelos en sluit het manometer in serie aan. Op de manometerhet μA-gelijkstroombereik kiezen. De manometermoet een resolutie van minimaal 1 μA hebben.Afb. 58 Meten ionisatiestroomB Zet de aan/uit-schakelaar van de condensatieketel op"1".B De ,-toets [3] ca. 2 seconden ingedrukt houden tothet decimale punt rechtsonder op het display [5] verschijnt.B Toetsen , [3] en - [4] ca. 5 seconden tegelijkertijdingedrukt houden, tot [l/-/-] (bijv. [l/8/0]) op het displaywordt getoond.B Noteer de weergegeven vermogenswaarde.B De "reset"-toets [2] indrukken tot de laagste deellastvan de brander op het display verschijnt. Aanwijzing ophet display:– [l/1/9| (15 kW)– [l/2/1| (25 kW)– [l/1/7| (30 kW)– [l/1/8| (35 kW)– [l/2/2| (45 kW).B Ionisatiestroom meten.De gemeten ionisatiestroom moet > 2 μA gelijkstroom bedragen.B Bij te lage ionisatiestroom, de ionisatie-elektrode controleren( hoofdstuk 10.2.1, pagina 48).B Noteer de meetwaarden in het inbedrijfstellingsprotocol( hoofdstuk 6.8, pagina 40).B De genoteerde vermogenswaarde weer instellen.B De ,-toets indrukken, om de meting te beëindigen.Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 35

6 In bedrijf nemenB Aan/uit-schakelaar [1] op bedieningspaneel van debedieningseenheid op "0" instellen.Afb. 59 Bedieningspaneel1 Aan/uit-schakelaar2 "reset"-toets3 ,-toets "Schoorsteenveger”4 --Toets "statusindicatie"5 Decimale punt op het displayB Manometer wegnemen en de stekkerverbinding van debewakingselektrode weer aansluiten.B Monteer de mantel.B Klep sluiten.6.4 Instellingen uitvoerenIn het menu instelling kan de condensatieketel klantspecifiekworden ingesteld.Stap1 2 3 4 5Display7 746 800 040-40.2TD24 Actueel gemeten aanvoertemperatuurin °C.- L-- Ketelvermogen in %B ,-toets indrukken, om 100% vermogente bevestigen (alleen voorrookgastest).B "reset"-toets ingedrukt houden tothet gewenste ketelvermogen.Stap Display- C 1 Aan/uit-uitschakeling tapwatervoorzieningB ,-indrukken voor [c/\/1| = tapwaterbedrijfingeschakeld.B "reset"-toets indrukken voor [c/\/0|= tapwatervoorziening uitgeschakeld.Standaardinstelling voor GB162-25/30 T10 V3 is [c/\/1|, Standaard instellingvoor GB162-25/30 T40 S V3is [c/\/1|,Standaardinstelling voor GB162-15/25/35/45 V3 is [c/\/0|.- 24 Terug naar menu: actueel gemetenaanvoertemperatuur. Verschijnt automatischna 5 minuten wachten.Tabel 7 Instellingen6.4.1 CV-vermogen instellenB Zet de aan/uit-schakelaar van de condensatieketel op"1".B Toetsen , [3] en - [4] ca. 2 seconden tegelijkertijdingedrukt houden, tot [l/-/-] (bijv. [l/8/0]) op het displaywordt getoond.B Wanneer boiler en boilersensor zijn aangesloten, detapwatervoorziening in menu "instellingen" op [c/\/1|instellen ( hoofdstuk 7.1, pagina 41).B De brander met de "reset"-toets [2] op het gewenstevermogen instellen overeenkomstig de tab. 8.B De --toets [4] opnieuw indrukken, om het menu"instelling" te beëindigen.- F 5 Pompnalooptijd in minuten (basisinstelling5 minuten)B ,-toets indrukken voor [f/1/d|(24 uur).B “reset“-toets indrukken tot gewenstepompnalooptijd (minimaal [f/\/0|= 15 seconden)Tabel 7 Instellingen1 2 3 4Afb. 60 Bedieningspaneel1 Aan/uit-schakelaar2 "reset"-toets3 ,-toets "Schoorsteenveger”4 --Toets "statusindicatie"7 746 800 040-46.1RS36Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

In bedrijf nemen6Weergavedisplay[%]Nominaal verwarmingsvermogen bij40/30 °C [kW]Logamax plus GB162 V315 2525 T1025 T40 S–30 T1030 T40 S35 45L17 – – 5,3 – –L18 – – – 6,5 –L19 3,1 – – – –L21 – 5,3 – – –L22 – – – – 10,4L25 3,8 6,3 7,7 8,8 11,3L30 4,5 7,5 9,2 10,5 13,5L35 5,3 8,8 10,7 12,3 15,8L40 6,0 10,0 12,1 14,0 18,0L45 6,8 11,3 13,6 15,8 20,3L50 7,5 12,5 15,1 17,5 22,5L55 8,3 13,8 16,6 19,3 24,8L60 9,0 15,0 18,1 21,0 27,0L65 9,8 16,3 19,6 22,8 29,3L70 10,5 17,5 21,1 24,5 31,5L75 11,3 18,8 22,6 26,3 33,8L80 12,0 20,0 24,0 28,0 36,0L85 12,8 21,3 25,5 29,8 38,3L90 13,5 22,5 27,0 31,5 40,5L95 14,3 23,8 28,5 33,3 42,8L-- 15,0 25,0 30,0 35,0 45,0Tabel 8 CV-vermogen procentueel6.4.2 Maximale ketelwatertemperatuur opgevenB Selecteer met de R-draaiknop voor maximale ketelwatertemperatuur( afb. 61, [1]) de bovenste grenstemperatuurvan het ketelwater voor het cv-bedrijfinstellen ( tab. 9).RegelaarpositieInstellingvoorVerklaring0 CV-bedrijf is uitgeschakeld(evt. alleen tapwaterbedrijf).40 Vloerverwarming75 – 90 Radiatoren90 ConvectorenAutTabel 9VloerverwarmingRadiatorenConvectorenGewenste ketelwatertemperatuurin °C.De temperatuur wordt meteen kamerthermostaat(bijv. RC35) automatischvia de stooklijn bepaald.Wanneer geen kamerthermostaatis aangesloten,geldt 82°C als maximaleketelwatertemperatuur.Instellingen op de draaischakelaar voor"maximale ketelwatertemperatuur"WAARSCHUWING: Schade aan deinstallatie door oververhitting van de vloer bijgebruik van een vloerverwarming.De instelling op het bedieningspaneel kanniet via het menu worden ingesteld, maarmoet met de draaiknop "maximaleketelwatertemperatuur" ( afb. 61, [1])worden ingesteld.B In het menu "Instellingen" de maximaleaanvoertemperatuur begrenzen (meestal45°C).B Let er a.u.b. op, dat de vloerverwarmingbovendien met een veiligheidsbegrenzer,bijv. via het externe schakelcontact( pagina 26) moet zijn uitgerust.De begrenzing geldt niet voor de tapwatervoorziening.Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 37

6 In bedrijf nemen6.4.3 Bij regeling afhankelijk van de kamertemperatuuren vorstgevaarStel de nalooptijd van de pomp op 24 uur in, wanneer ervorstgevaar voor onderdelen van de cv-installatie bestaat,die buiten het bereik van de kamerthermostaat liggen(bijv. radiatoren in de garage).B Druk op de "reset"-toets [2] 2 x tot [f/\/1| in het displaywordt getoond om de pompnalooptijd in het menu"Instellingen" te veranderen.B Druk op de ,-toets [3] tot [f/1/d| (24 uur pompnalooptijd)in het display verschijnt.B Druk op de --toets [4], om het menu "instelling" tebeëindigen.Afb. 61 Bedieningspaneel van de bedieningseenheid1 R-draaiknop "Max". Ketelwatertemperatuur2 "reset"-toets3 ,-toets "Schoorsteenveger”4 --Toets "statusindicatie"6.4.4 Tapwaterbedrijf in/uit-schakelen7 746 800 040-47.2RSWanneer [c/\/0| wordt ingesteld, is de vorstbeveiligingvan een eventueel aanwezige boileruitgeschakeld.6.4.5 Streefwaarde van het tapwater aangevenB Selecteer met de S-draaiknop [1] de gewenstetemperatuur voor het tapwater in de boiler.RegelaarpositieVerklaring0 Geen tapwatervoorziening (alleen cv-bedrijf).ECO30 – 601)De condensatieketel start vertraagd. Daardoorwordt de tapwatervoorraad beter benut.Daardoor wordt het aantal branderstartsgereduceerd en wordt er energie gespaard.Het water kan echter bij hogere tapwaterbehoeftegedurende langere tijd in eerste instantiewat kouder zijn.De streefwaarde voor het tapwater wordt ophet bedieningspaneel van de bedieningseenheidvast ingesteld en kan met eenkamerthermostaat niet worden gewijzigd.Aut 2) De temperatuur wordt ingesteld op dethermostaat, bijvoorbeeld RC35. Indien ergeen thermostaat is aangesloten, bedraagtde maximum tapwatertemperatuur 60°C.Tabel 10 Instellingen op de draaischakelaar "tapwaterstreefwaarde"1) Om een goed tapwatercomfort en een laag energieverbruik tewaarborgen wordt de tapwatertemperatuur bij GB162-25/30T40 S V3 door de branderautomaat UBA 3.5 automatisch met4°C verhoogd.2) Bij GB162-25/30 T40 S V3 is de max. tapwatertemperatuur60ºC.De LED [2] onder de draaischakelaar licht opwanneer tapwater wordt nageladen of detapwatertemperatuur onder de streefwaardeligt (warmtevraag).B Druk op de --toets [4] 3 x tot [c/\/1| in het displaywordt getoond, om het tapwaterbedrijf in het menu"Instellingen" in- of uit te schakelen.B Druk op de ,-toets [3], om [c/\/1| (tapwaterbedrijfingeschakeld) te bevestigen.B Druk op de "reset"-toets [2] voor [c/\/0| (tapwaterbedrijfuitgeschakeld).B Druk op de --toets, om het menu "instelling" tebeëindigen.7 746 800 040-50.2RSAfb. 62 Instellingen op de draaischakelaar "tapwaterstreefwaarde"38Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

In bedrijf nemen6Bij de GB162-25/30 T40 S V3 is geen"Eenmalige opwarming" van het warme watermogelijk (instelling van het regeltoestel, bijv.RC35).In verlagingsbedrijf tapwater wordt decondensatieketel afhankelijk van de vraaggeschakeld.6.4.6 Thermische desinfectieGEVAAR: door legionella.B Voor de bescherming tegen legionellawordt verwezen naar het DVGW werkbladW551 ( hoofdstuk 3.1, pagina 17).De thermische desinfectietemperatuur wordt op de thermostaat,bijv. RC35 tussen 60 °C en 80 °C ingesteld.Bij de GB162-25/30 T40 S V3 ligt de waarde tussen60 ºC en 70 ºC. De basisinstelling is 70 °C.6.5 FunctietestenB Bij de inbedrijfstelling en bij de jaarlijkse inspectie moetenalle regel-, besturings- en veiligheidsinrichtingen ophun goede werking en, voor zover ze ontregeld kunnenworden, op hun correcte instelling gecontroleerd worden.B Controleer de gas- en waterzijdige dichtheid( hoofdstuk 6.3.6).6.7 Gebruiker informeren, technischedocumentatie overhandigenB Informeer de klant over de werking en bediening van decondensatieketel.B De gebruiker is verantwoordelijk voor de veiligheid ende milieuvriendelijke werking van de cv-installatie(plaatselijke bepalingen van het betreffende land).B Wijs de gebruiker erop, dat hijzelf geen wijzigingen ofreparaties mag uitvoeren.B Onderhoud en herstellingen kunnen door uw erkendinstallateur of door de dienst na verkoop (My Service(www.myservice.be, tel. 078 05 07 80) uitgevoerdworden.B Er mogen alleen originele onderdelen worden gemonteerd.B Wanneer andere combinaties, toebehoren en reserveonderdelenkunnen worden gebruikt, mogen dezeenkel dan worden gebruikt, wanneer ze voor de toepassingbestemd zijn en noch prestaties, noch veiligheidseisenbeïnvloeden.B Bevestig de inbedrijfstelling in het protocol(hoofdstuk 6.8, pagina 40).B Overhandig alle technische documentatie aan degebruiker.6.6 Afsluitende werkzaamhedenVoor de montage van de mantel van de condensatieketelen de boiler alle onderdelen in omgekeerde volgorde vanhetgeen beschreven is in hoofdstuk 4.7.2, pagina 20weer monteren.B Vul na het uitvoeren van de werkzaamheden het inbedrijfstellingsprotocolin ( hoofdstuk 6.8, pagina 40).Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 39

6 In bedrijf nemen6.8 InbedrijfstellingsprotocolB Uitgevoerde werkzaamheden ter inbedrijfstelling ondertekenen en datum noteren.Inbedrijfstellingswerkzaamheden Pagina Meetwaarden Opmerkingen1. Installatie vullen en druktest uitvoeren:– Voordruk expansievat (montagehandleiding expansievatrespecteren)22 ____________ bar– Vuldruk installatie. 30 ____________ bar2. Gaskarakteristieken noteren: Wobbe-index _________ kWh/m³Calorische waarde3. Dichtheidsproef uitvoeren. 334. Controleren luchttoevoer-rookgasafvoeraansluiting. 335. Keteluitrusting controleren (bij behoefte gassoortveranderen).31_________ kWh/m³6. Instellingen uitvoeren31• Ketelvermogen in %.• Maximum ketelwatertemperatuur.• Nalooptijd pomp in minuten.• Tapwatervoorziening (aan of uit).• Tapwaterstreefwaarde.(aanvullende werkzaamheden uitvoeren)7. De gasaansluitstroomdruk meten. 46 ___________ mbar8. Controle van de gas-luchtverhouding. 32 ____________ Pa9. Dichtheidscontrole in bedrijfstoestand uitvoeren. 3310. CO-gehalte luchtvrij meten. 34 _________ mg/kWh11. Ionisatiestroom meten. 35 ____________ μA12. Functietesten uitvoeren. 3913. Mantel condensatieketel voor gas monteren.14. Gebruiker informeren, technische documentatieoverhandigen.39Vakkundige inbedrijfstelling bevestigen.Tabel 11Firmastempel / handtekening / datum40Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

7 BedieningSchoorsteenvegerbedrijfGedurende 30 minuten is de condensatieketel bij schoorsteenveger-of servicebedrijf op het ingestelde cv-vermogenin bedrijf. Tijdens deze periode is geentapwatervoorziening mogelijk.StapWeergave24 Actueel gemeten aanvoertemperatuur[°C]., 2 tot 5seconden, > 2seconden24. Servicebedrijf geactiveerd(,-toets 2 tot 5 secondeningedrukt houden). Tijdensservicebedrijf brandtrechtsonder in het display depunt permanent.L--. Ketelvermogen in %B ,-toets indrukken om100% vermogen te bevestigen(alleen voor rookgastest).B “reset”-toets ingedrukt houdentot het gewenste ketelvermogen.Actueel gemeten aanvoertemperatuur[°C].Beëindigen van het schoorsteenveger-/servicebedrijf,rechtsonder in het display isgeen punt meer te zien.Tabel 14 Schoorsteenveger-/servicebedrijf42Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Installatie buiten werking stellen88 Installatie buiten werking stellen8.1 Stel de cv-installatie in geval vannood buiten werkingB Sluit de hoofdgaskraan.B Schakel de cv-installatie alleen in noodgeval via de zekeringvan de opstellingsruimte of de verwarmingsnoodschakelaaruit.8.2 Stel de cv-installatie buiten werkingStel de cv-installatie met behulp van de condensatieketel(bediening in de ketel) buiten bedrijf. Als het regeltoestelbuiten bedrijf wordt gesteld, wordt automatisch ook debrander uitgeschakeld. Meer informatie over de bedieningvan het regeltoestel hoofdstuk 7, pagina 41.B Open de klep voor de bediening in de condensatieketel.B Zet de aan/uit-schakelaar van de condensatieketel op"0".B Sluit de hoofdgaskraan of de gaskraan onder decondensatieketel.7 746 800 040-134.1RSAfb. 66 Installatie bij vorstgevaar aftappenB Daarvoor op het laagste punt van de cv-installatie metbehulp van de vul- en aftapkraan of de radiator hetketelwater aftappen. Daarbij moet de automatischeontluchter op het hoogste punt van de cv-installatiegeopend zijn.B Bij de Logamax plus GB162-25/30 T40 S V3 de oplaadboilervia de aftapkraan in de boiler [1] aftappen.B Tapwaterkraan openen, zodat de boiler beter wordtafgetapt.Afb. 65 Gaskraan in gesloten stand7 746 800 040-51.3DDC1WAARSCHUWING: Schade aan de installatiedoor bevriezing.De installatie kan bijvoorbeeld in geval vanstroomuitval, uitschakelen van de voedingsspanning,foutieve gasvoorziening, ketelstoring,enz. na langere tijd bevriezen.B Zorg ervoor dat de installatie steeds inbedrijf is (met name bij vorstgevaar).Afb. 67 Aftappen T40 S boilerWanneer de installatie gedurende langere tijd buitenbedrijf wordt gesteld tijdens een periode waarinvorstgevaar bestaat, moet de installatie afgetapt worden.Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 43

9 Milieubescherming/afvoeren9 Milieubescherming/afvoerenMilieubescherming is een ondernemingsprincipe vanBuderus.Kwaliteit van de producten, rendement en milieubeschermingzijn voor ons gelijkwaardige doelstellingen. Wettenen voorschriften op het gebied van de milieubeschermingworden strikt aangehouden.Ter bescherming van het milieu gebruiken wij, rekeninghoudend met bedrijfseconomische gezichtspunten, debest mogelijke techniek en materialen.VerpakkingVoor wat de verpakking betreft, nemen wij deel aan de nationaleverwerkingssystemen, die een optimale recyclagewaarborgen.Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijken kunnen worden hergebruikt.Oud apparaatOude apparaten bevatten materialen die hergebruiktkunnen worden.De modules kunnen gemakkelijk worden gescheiden ende kunststoffen zijn gemarkeerd. Daardoor kunnen deverschillende componenten worden gesorteerd en voorrecyclage of afvoeren worden aangeboden.44Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Inspectie en onderhoud1010 Inspectie en onderhoudAanbeveling voor de gebruiker: sluit een onderhoudseninspectiecontract af voor jaarlijkse inspectie en behoefte-afhankelijkonderhoud met een erkend installateur.Welke werkzaamheden in een jaarlijkse inspectie- enonderhoudsovereenkomst moeten zijn opgenomen, kuntu nalezen in het inspectie- en onderhoudsprotocol( hoofdstuk 10.3, pagina 52).VOORZICHTIG: Schade aan de installatiedoor ontbrekende of onvoldoende reinigingen onderhoud.B Inspecteer en reinig de installatie jaarlijks.B Indien nodig onderhoud uitvoeren. Gebrekenmoeten onmiddellijk verholpen wordenom beschadigingen aan de installatiete vermijden!10.1 Inspecteren installatieWanneer er tijdens de inspectie een situatie wordt geconstateerdwaardoor onderhoudswerkzaamheden nodigzijn, dan dienen deze afhankelijk van de behoeftes te wordenuitgevoerd ( hoofdstuk 10.2, pagina 46).10.1.1 VoorbereidingGEVAAR: door elektrische stroom.B Schakel de installatie met behulp van deverwarmingsnoodschakelaar stroomloosof koppel deze los van het elektriciteitsnetmet behulp van de betreffende huiszekering.10.1.2 Visuele controle op algemene corrosieverschijnselenB Controleer alle gas- en watergeleidende buizen opcorrosieverschijnselen.B Eventueel gecorrodeerde leidingen vervangen.B Voer de visuele controle ook bij de brander, warmtewisselaar,sifon, automatische ontluchter en bij allekoppelingen in de ketel uit.10.1.3 Controleer het gasblok op inwendige dichtheidGasblok aan de ingangszijde (met uitgeschakelde condensatieketel)met een testdruk van 20 mbar (bij aardgas)op inwendige dichtheid controleren.B Sluit de gaskraan.B Afsluitschroef op linker meetnippel (dynamische gasdruk)[1] 2 slagen losdraaien.B Plaats de meetslang [2] van de manometer op demeetnippel. Na een minuut mag de drukval niet groterzijn dan 10 mbar.B Open de gaskraan en 2 tot 3 minuten wachten, tot degasleiding is gevuld.B Sluit de gaskraan.B Controleer de inwendige dichtheid. Bij een groteredrukvermindering op alle dichtingen vóór het gasblokeen lekdetectie uitvoeren met behulp van een schuimvormendmiddel. Wanneer geen lekkage wordt vastgesteld,drukproef herhalen. Wanneer de druk opnieuwmeer dan 10 mbar per minuut daalt, gasblok verwisselen.GEVAAR: door explosie van ontvlambaregassen.B Voer enkel werkzaamheden aan de gasvoerendecomponten uit als u beschiktover een daarvoor geldende erkenning.B Schakel de cv-installatie stroomloos.B Sluit de gaskraan [1].B Sluit de servicekranen [2].12 31Afb. 68 Kranen sluiten227 746 800 040-53.3DDCAfb. 69 Controleren gasdichtheid1 Meetnippel (dynamische gasdruk)2 Meetslang3 Manometer6 720 646 391-011.2DDCLogamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 45

10 Inspectie en onderhoud10.1.4 Controleer het tapwaterdebietControleer bij onvoldoende tapwater de watervoordruk,de veiligheidsklep, de tapwaterkranen (filters), debietsensormet vuilfilter, boiler en/of platenwarmtewisselaar, enzovoort.De debietbegrenzer is af fabriek geheel geopend voormaximaal tapwatercomfort.Tijdens langdurig gebruik van tapwater kan bij deze instellingde tapwatertemperatuur dalen.Wanneer de gebruiker dit als storend ervaart, kan het debietmet de debietbegrenzer worden begrensd.10.2.1 Controleer de warmtewisselaar, ontstekingen branderDe warmtewisselaar is voozien van een zelfreinigendecoating. Wanneer de warmtewisselaar toch moet wordengereinigd, moet als volgt te werk worden gegaan:OPMERKING: Schade aan de installatiedoor verkeerde reiniging!B Gebruik voor het mechanische reinigengeen stalen borstel.B Verwijder de stekker [1] van de netvoeding en detachokabel [2] van de ventilator. Haal hiervoor de vergrendelingop de stekker los door erop te drukken.B Verwijder de houder [3].3Afb. 70 Tapwaterdebiet instellen10.1.5 Meten ionisatiestroom( hoofdstuk 6.3.8, pagina 35).6 720 641 177-015.1TD1210.1.6 Meet de dynamische gasdruk( hoofdstuk 6.3.3, pagina 31).10.1.7 Controleren gas-luchtverhouding( hoofdstuk 6.3.4, pagina 32).10.1.8 Dichtheidscontrole in bedrijfstoestand( hoofdstuk 6.3.6, pagina 33).6720646391.006.1Afb. 71 Stekkerverbindingen van ventilator aftrekkenB Verwijder de luchtaanzuigbuis van de ventilator.10.1.9 Meten CO-waarden( hoofdstuk 6.3.7, pagina 34).10.1.10Vullen cv-Installatie( hoofdstuk 6.2, pagina 30).10.1.11Controleren luchttoevoer-rookgasafvoeraansluiting( hoofdstuk 6.3.5, pagina 33).10.1.12CV-installatie in bedrijf stellen10.2 Behoefte-afhankelijk onderhoudB Voer de voorbereidende werkzaamheden uit zoals bijde inspectie ( hoofdstuk 10.1.1, pagina 45).• Schakel de cv-installatie stroomloos,• sluit de gaskraan,• sluit de servicekranen,• demonteer de mantel van de condensatieketel.6720646391-007.1Afb. 72 Verwijderen luchtaanzuigbuis van de ventilator46Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Inspectie en onderhoud10B Neem de gasslang van de ventilator.6 720 646 391-008.2DDCAfb. 73 Afnemen gasslangB Trek de borgklemmen [1] van de kliksluiting open.B Open de 2 kliksluitingen op de branderkap.7 746 800 040-138.2TDAfb. 75 Verwijder de branderkap met gas-luchteenheidB Vervang de rookgasklep [1] preventief iedere 6 jaar.7 746 800 040-131.4RSAfb. 74 Openen kliksluitingB Verwijder de branderkap met gas-luchteenheid.VOORZICHTIG: Schade aan de installatiedoor verkeerde montage van de gasluchteenheid.B Monteer de gas-luchteenheid horizontaalmet beide handen.B Sluit de beide kliksluitingen gelijktijdig!16 720 646 391-057.1TDAfb. 76 RookgasklepB Verwijder de gas/lucht-verdeelplaat.B Brander demonteren.Warmtewisselaar reinigenDe warmtewisselaar van de Logamax plus GB162 condensatieketelsis speciaal ontwikkeld, zodat onderhoudvan de warmtewisselaar onder normale omstandighedenniet nodig is.Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 47

10 Inspectie en onderhoudBij de inspectie van de warmtewisselaar eenzaklantaarn en een spiegel gebruiken.B Dek de gloeiplug en ionisatie-elektrode af.B Reinig de warmtewisselaar indien nodig met water.VOORZICHTIG: Schade aan de installatiedoor kortsluiting.B Spuit geen water op de gloeiplug, de ionisatie-elektrodeof andere elektronischebouwdelen.GEVAAR: Explosie door ontvlambare gassen!B Sluit de gaskraan voordat werkzaamhedenaan gasvoerende delen worden uitgevoerd.B Dichtheidscontrole uitvoeren na werkzaamhedenaan gasvoerende onderdelen.B Controleer de afzonderlijke onderdelen van de ontsteking( afb. 80) op slijtage, beschadiging of vervuiling( afb. 78 en afb. 79).7 746 800 040-223.2DDCAfb. 77 Warmtewisselaar met water reinigen6 720 641 177-007.2DDCAfb. 78 Controleren ontstekingOPMERKING: Schade aan de installatiedoor verkeerde reiniging.B Gebruik voor het mechanische reinigengeen stalen borstel.B Bij extreme vervuiling de warmtewisselaarmet TAB2 reinigen.VOORZICHTIG: Brand door verkeerdemontage.B Na de montage van de brander en debrandermantel altijd de kliksluitingen metde bijbehorende borgklemmen [3] borgen( afb. 83).Controleren ontstekingOPMERKING: Beschadiging van de gloeiplug.B Handel voorzichtig, de gloeiplug is breekbaar.OPMERKING: Beschadiging van de dichting!Bij lekkage van de afdekplaat kan de dichtingverbranden.B Controleer de afdekplaat op dichtheid.7 746 800 040-128.2TDAfb. 79 Ionisatie-elektrode controlerenB Gloeiplug [1] en ionisatie-elektrode [2] indien nodigvervangen.B Na de controle resp. het vervangen van de ionisatieelektrodeen/of de gloeiplug nieuwe afdekplaat [4] endichting [3] plaatsen.Wij adviseren de dichting elke 4 jaar te vervangen.48Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Inspectie en onderhoud10B Controleer of de beide moeren [5] correct zijn vastgedraaid.2341556720617253-001.1TDAAfb. 80 Ontsteking1 Gloeiplug2 Bewakingselektrode3 Rubberen dichting4 Afdekplaat met dichting5 MoerBrander controlerenB Controleer de gas/lucht-verdeelplaat met dichting [1]en indien nodig vervangen (bijv. scheuren, verkleuringof vervorming).6 720 648 683-002.2TDAfb. 81 BranderpakketB Plaats de gas/lucht-verdeelplaat op de branderplaat terug[1].B Gas/lucht-verdeelplaat met branderplaat heen en weerschuiven, tot de dichting vlak op de warmtewisselaaraanligt.B Controleer, of de dichting van de branderplaat correctop de warmtewisselaar afdicht.Wij adviseren de gas/lucht-verdeelplaat metdichting elke 4 jaar te vervangen.B Gas/lucht-verdeelplaat [1] indien nodig reinigen.B Verwijder de branderplaat [2] en reinig deze aan allekanten met perslucht of een stofzuiger.B Controleer de branderplaat op vervuiling en scheuren.B Gas/lucht-verdeelplaat [1] en branderplaat [2] als1 pakket [A] uitnemen.VOORZICHTIG: Brand door verkeerdemontage.De pakking van de gas-luchtverdeelplaatmag niet dubbel gevouwen zijn.126 720 648 683-001.2TDAfb. 82 Branderpakket plaatsenB Overige onderdelen in omgekeerde volgorde monteren.B Condensatieketel op gasdichtheid controleren.Controleer de volgende punten:• Zijn de beide kliksluitingen op de branderkap correctgemonteerd ( afb. 83, loep, [2]) en vergrendeld [3]?Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 49

10 Inspectie en onderhoud31210.2.3 Reinigen condensbakBij vervuilde sifon de condensbak controleren en evt. reinigen.B Demonteer het bedieningsorgaan en hang het bedieningsorgaanaan de haak op ( afb. 40, pagina 27).B Open de 2 klemmen [1] links en rechts onderaan decondensbakB Verwijder de condensbak.B Condensbakdichting [2] (onder de warmtewisselaar)op beschadiging controleren en indien nodig vervangen.B Controleer of de rookgasdichting [3] niet beschadigdis en vervang deze eventueel.6 720 616 172-029.1TDAfb. 83 Bevestigen en vergrendelen kliksluitingen10.2.2 Reinigen sifonB Demonteer het bedieningsorgaan en hang het bedieningsorgaanaan de haak op ( afb. 40, pagina 27).B Verwijder de sifon van de koppeling [1].B Spoel de sifon.B Controleer of de dichting [2] niet beschadigd is en vervangdeze eventueel.GEVAAR: door vergiftiging.Wanneer de sifon niet met water is gevuld,kan levensgevaar bestaan door uitstromenderookgassen.B Sifon vullen met water alvorens weer temonteren [2].B Controleer de afdichting na montage opgasdichtheid.Afb. 85 Demonteren condensbak1 Klemmen (condensbak)2 Condensbakdichting3 Rookgasdichting7 746 800 040-124.2RSB Reinig de condensbak mechanisch (met perslucht ofzachte borstel) en met schoon water spoelen.12Afb. 84 Reinigen sifon6 720 646 391-009.1TDAfb. 86 Reinigen condensbakB Monteer de condensbak.7 746 800 040-133.1RS50Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Inspectie en onderhoud10GEVAAR: door ongewenste rookgas- ofcondenslekkage.B Controleer tijdens de montage van decondensbak of de beide kliksluitingen gemakkelijkgesloten kunnen worden. Wanneerdit niet het geval is, wijst dit op eenslechte dichting tussen de condensbak ende rookgasbuis aan de achterzijde van dewarmtewisselaar.B Monteer alle onderdelen weer in omgekeerde volgorde.10.2.4 Controleren luchttoevoer-rookgasafvoeraansluitingGEVAAR: Levensgevaar door explosie vanbrandbare gassen.B Alle verbindingen controleren op correctemontage.Controleer de volgende punten:• Werd het voorgeschreven verbrandingslucht-rookgassysteemgebruikt ( hoofdstuk 6.3.5, pagina 33)?• Werden de in de betreffende installatiehandleiding vanhet rookgassysteem opgenomen uitvoeringsbepalingengerespecteerd?10.2.5 Uitvoeren functietestBij het in bedrijf zijn van de condensatieketel, de warmtevraagvan de verwarming en de warmtevraag voor tapwaterop de bediening van de condensatieketel(bedieningseenheid) activeren en controleren.B Open de gaskraan.B Controleer na inspectie en onderhoud, of de condensatieketelgoed functioneert.B Stel met de draaischakelaar voor de maximale ketelwatertemperatuuren de draaischakelaar voor de tapwaterstreefwaardede gewenste temperaturen in.B Activeer een warmtevraag via het regeltoestel en controleerof de condensatieketel het cv-bedrijf start.10.2.6 EindcontroleB Open na afronding van het onderhoud de servicekranen.Indien nodig, water bijvullen en installatie ontluchten.B Open de gaskraan.B Zet de aan/uit-schakelaar van de condensatieketel op"1".B Controleer de dichtheid wanneer de condensatieketelin bedrijf is en stookt voor warmtevraag( hoofdstuk 6.3.6).B Vul het onderhoudsprotocol in en plaats uw handtekening( hoofdstuk 10.3).Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 51

10 Inspectie en onderhoud10.3 Inspectie- en onderhoudsprotocolB Na invullen van de uitgevoerde inspectie- en onderhoudswerkzaamheden de datum invullen en ondertekenen.1. Controleer de algemene toestand van de cv-installatie.2. Visuele en functiecontrole van de cv-installatie uitvoeren.3. Gas- en watervoerende installatiecomponenten controleren:– lekdichtheid tijdens bedrijf– zichtbare corrosie– verouderingsverschijnselen4. Brander, warmtewisselaar en sifon reinigen, hiervoor de installatiebuiten bedrijf stellen.5. Brander-, ontstekings- en ionisatie-elektrode controleren, hiervoorde installatie buiten bedrijf stellen.Advies: brander- en ontstekingspakking iedere 4 jaar vervangen.Pagina Datum: ______46Datum: ______6. Ionisatiestroom meten. 35 _______ μA _______ μA7. Sifon en condensbak op vervuiling controleren, daarvoor installatiebuiten bedrijf stellen.8. De gasaansluitstroomdruk meten. 31 _______ mbar _______ mbar9. Controle van de gas-luchtverhouding. 32 _______ Pa _______ Pa10. Dichtheidscontrole in bedrijfstoestand aan de gaszijde uitvoeren. 3311. CO-gehalte luchtvrij meten. 34 ______ mg/kWh ______ mg/kWh12. Controleer de waterdruk van de cv-installatie.– Voordruk van het expansievat (zie ook montagehandleidingexpansievat)_______ bar_______ bar– Vuldruk 30 _______ bar _______ bar13. Luchttoevoer en rookgasafvoer op werking en veiligheid controleren.14. Controleer het regeltoestel op de juiste instelling (zie documentatievan het regeltoestel).15. Eindcontrole van de inspectiewerkzaamheden, hiervoor meet- entestresultaten documenteren.16. Vuilfilter controleren. 48Behoefteafhankelijke onderhoudswerkzaamheden17. Gloeiplug en ionisatie-elektrode vervangen. 4818. Sifon reinigen. 5019. Condensbak reinigen. 5020. Werkingstest uitvoeren. 5121. Na het onderhoud. 5122. Vakkundige inspectie bevestigen.Firmastempel /HandtekeningTabel 153352Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Inspectie en onderhoud101.2.3.Datum: ______ Datum: ______ Datum: ______ Datum: ______ Datum: ______4.5.6. _______ μA _______ μA _______ μA _______ μA _______ μA7.8. _______ mbar _______ mbar _______ mbar _______ mbar _______ mbar9. _______ Pa _______ Pa _______ Pa _______ Pa _______ Pa10.11. _______ mg/kWh _______ mg/kWh _______ mg/kWh _______ mg/kWh _______ mg/kWh12._______ bar _______ bar _______ bar _______ bar _______ bar13._______ bar _______ bar _______ bar _______ bar _______ bar14.15.16.17.18.19.20.21.22.Tabel 16Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 53

11 Storingsindicaties en bedrijfsmeldingen11 Storingsindicaties en bedrijfsmeldingenIn dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u bedrijfs- en storingsmeldingenop de bedieningseenheid kunt uitlezen enwat deze meldingen betekenen.U kunt ook contact opnemen met uwBuderus-vertegenwoordiging of detechnische servicedienst van Buderus.11.1 Displaywaarden11.2 Display-instellingenDisplaywaardenDisplaywaarde Betekenis van de displaywaarden Eenheid Bereik[\/2/4| Actuele ketelwatertemperatuur °C [\/\/0| – [1/3/0|[p/1.5| Actuele bedrijfsdruk bar [p/0.0| – [p/4.0|Tabel 17 DisplaywaardenDisplayinstellingDisplay-instellingenBereikBetekenis van de displayinstellingEenheidBasisinstelling[l/9/9| Ingestelde streefbelasting % [l/2/5| - [l/9/9| / [l/-/-| 100 % [l/-/-|[f/\/5| Ingestelde streefwaarde van de min. [f/0/0| - [f/6/0| / [f/1/d| 24 h [f/\/5|pompnadraaitijd[c/\/0|Ingestelde bedrijfstoestand vande tapwatervoorziening.Opgelet: indien [c/\/0| is ingesteld,dan is ook de vorstbeveiligingvan de warmtewisselaarof externe boiler uitgeschakeld.Tabel 18 Display-instellingenNiet vantoepassing[c/\/0| Uit / [c/\/1| Aan [c/\/0|11.3 Op display getoonde codesEen displaycode duidt de bedrijfstoestand van decondensatieketel aan.11.3.1 Bedrijfs- en storingscodesEr zijn 3 soorten codes:• – bedrijfscode: de condensatieketel werkt normaal,• blokkerende storingscode: de condensatieketelblijft ingeschakeld en probeert zelf de storing op telossen,• vergrendelende storingscode (knipperend):de condensatieketel wordt om veiligheidsredenenvergrendeld en moet handmatig worden geresetom de vergrendeling op te heffen.11.3.2 Codes oproepenBedrijfs- en storingscodes worden direct in het displaygetoond of via het infomenu opgeroepen. Daarvoor moetals volgt te werk worden gegaan:B Druk op de --toets om het menu “normaalbedrijf” teopenen.B Ga in het menu “normaalbedrijf” naar het niveau van decode. Dit kan niveau 2 of 3 zijn.B Storingscode aflezen en de bijbehorende betekenis intab. 1 nalezen.11.3.3 ResettenOm de condensatieketel te ontgrendelen, moet destoringscode worden gereset. Daarvoor moet als volgt tewerk worden gegaan:B Houd de "reset"-toets ingedrukt, totdat “rE” in de displayverschijnt.Indien de foutcode zich herhaalt, eerst de oorzaak opsporen.Indien nodig, contacteer de dienst na verkoop(www.myservice.be, tel. 078 05 07 80).11.3.4 Aanvullende informatieNeem voor aanvullende informatie contact op met defabrikant.54Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Storingsindicaties en bedrijfsmeldingen1111.3.5 StoringscodesCode Codetype Toelichting Maatregel- A 2 0 8 De condensatieketel bevindt zich in schoorsteenvegerbedrijfof in servicebedrijf.- H 2 0 0 De condensatieketel is in cv-bedrijf.= H 2 0 1 De condensatieketel is in tapwaterbedrijf.0 A 2 0 2 Wachtfase van de condensatieketel. Warmtevraagdoor RC-regeltoestel of een ON/OFF-thermostaat volgt met tussenpozen vanminder dan 10 minuten.0 A 3 0 5 Wachtfase van de condensatieketel nabeëindiging van de tapwatervoorziening.0 A 3 5 3 Wachtfase van de condensatieketel.Gedurende de laatste 24 uur was decondensatieketel max. 20 minutenuitgeschakeld.0 C 2 8 3 De condensatieketel bereidt zich op eenbranderstart voor. Ventilator en pompstarten.0 E 2 6 5 Wachtfase van de condensatieketel.De condensatieketel schakelt als reactie opde warmtevraag geregeld in op laaglast.0 H 2 0 3 De condensatieketel staat bedrijfsklaar.0 L 2 8 4 Het gasblok wordt aangestuurd.0 U 2 7 0 De condensatieketel wordt gestart.0 Y 2 0 4 Wachtfase van de condensatieketel.De gemeten aanvoertemperatuur is hogerdan de berekende of ingestelde cv-temperatuur.0 Y 2 7 620 Y 2 7 72Tabel 19 DisplaycodesDe door de aanvoertemperatuursensorgemeten temperatuur is hoger dan 95°C.De door de veiligheidstemperatuursensorgemeten temperatuur is hoger dan 95°C.• Ingestelde cv-temperatuur op de condensatieketelcontroleren. CV-temperatuur eventueelverhogen.• Bij een weersafhankelijke regeling deingestelde stooklijn op de kamerthermostaatcontroleren. Stooklijn eventueel veranderen.• Bekabeling en werking van de boilertemperatuursensorcontroleren. Vervang eventueelhet onderdeel.• Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• Controleer de bekabeling en de werking vande pomp en de aanvoertemperatuursensor.Vervang eventueel het onderdeel.• Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• Controleer de bekabeling en de werking vande pomp en de veiligheidstemperatuursensor.Vervang eventueel het onderdeel.Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 55

11 Storingsindicaties en bedrijfsmeldingenCode Codetype Toelichting Maatregel0 Y 2 8 521 A 3 1 62 + 31 C 2 1 031 P 3 4 621 U 3 1 72 + 31 Y 3 1 82 + 32 E 2 0 722 F 2 6 02Tabel 19 DisplaycodesDe door de retourtemperatuursensorgemeten temperatuur is hoger dan 95°C.Door de rookgastemperatuursensorgemeten temperatuur is te hoog.Door de rookgastemperatuursensorgemeten temperatuur is te hoog endaardoor geopend.Door de rookgastemperatuursensorgemeten temperatuur neemt zeer snel toe.Kortsluiting van de rookgastemperatuursensor.Storing van de rookgastemperatuursensor.De bedrijfsdruk is te laag, minder dan0,2 bar.De aanvoersensor meet na een branderstartgeen temperatuurstijging.• Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• Controleer de bekabeling en de werking vande pomp en de retourtemperatuursensor.Vervang eventueel het onderdeel.• Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• Controleer de bekabeling en de werking vande pomp en de rookgastemperatuursensor.• Condensatieketel op vervuiling controleren.Condensatieketel eventueel onderhouden.• Werking van de rookgastemperatuursensorcontroleren en onderdeel eventueelvervangen.• Condensatieketel op vervuiling controleren.Condensatieketel eventueel onderhouden.• Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• Controleer de bekabeling en de werking vande pomp en de rookgastemperatuursensor.• Condensatieketel op vervuiling controleren.Condensatieketel eventueel onderhouden.• Werking van de rookgastemperatuursensorcontroleren. Vervang eventueel het onderdeel.• CV-installatie tot 2 bar vullen.• Expansievat controleren.• CV-installatie op lekkage controleren.• Bekabeling en werking van de druksensorcontroleren. Vervang eventueel het onderdeel.• Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• Controleer de bekabeling en de werking vande pomp en de aanvoertemperatuursensor.Vervang eventueel het onderdeel.56Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Storingsindicaties en bedrijfsmeldingen11Code Codetype Toelichting Maatregel2 F 2 7 122 F 3 3 832 L 3 2 922 P 2 1 222 P 3 4 122 P 3 4 222 U 2 1 322 U 3 4 92Het verschil tussen de door de aanvoer- enveiligheidstemperatuursensor gemetenketelwatertemperatuur is te hoog.Starttest te vaak afgebroken.• Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• Controleer de bekabeling en de werking vande pomp en de betreffende temperatuursensor.Vervang eventueel het onderdeel.De druksensor meet geen druktoename. • Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• Bekabeling naar de pomp of druksensor controleren.Vervang eventueel het onderdeel.De aanvoer- of veiligheidstemperatuursensormeet een te snelle temperatuurtoename.De aanvoer- of retourtemperatuursensormeet een te snelle temperatuurtoename.De aanvoertemperatuursensor meet een tesnelle temperatuurtoename.De aanvoer- of retourtemperatuursensormeet een te snelle temperatuurtoename.Het bij laaglast gemeten temperatuurverschiltussen de aanvoersensor en deretoursensor is te groot.• Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• Controleer de bekabeling en de werking vande pomp en de betreffende temperatuursensor.Vervang eventueel het onderdeel.• Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• Bekabeling naar de pomp en aanvoertemperatuursensorcontroleren. Vervang eventueelhet onderdeel.• Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• CV-vermogen instellen afhankelijk van degrootte van de cv-installatie.• Bekabeling naar de pomp of de betreffendetemperatuursensor controleren. Vervangeventueel het onderdeel.2 Y 2 8 1 De pomp zit vast of draait in lucht. • Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.2 Y 2 8 22 + 33 A 2 6 42Tabel 19 Displaycodes• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• Werking van de pomp en van de druksensorcontroleren. Vervang eventueel het onderdeel.Geen stuursignaal van de pomp aanwezig. • Bekabeling en werking van de pomp controleren.Vervang eventueel het onderdeel.Ontbrekend stuursignaal of onderbrekingvan de voedingsspanning van de ventilatortijdens bedrijf.• Controleer de bekabeling en de stekkerverbindingenvan de ventilator.• Bedrijfsgedrag van de ventilator controleren.Vervang eventueel het onderdeel.Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 57

11 Storingsindicaties en bedrijfsmeldingenCode Codetype Toelichting Maatregel3 C 2 1 733 F 2 7 323 L 2 1 433 P 2 1 633 Y 2 1 534 A 2 1 834 A 3 3 234 C 2 2 434 E 2 7 83Tabel 19 DisplaycodesDe ventilator draait onregelmatig tijdens destartfase.Gedurende de laatste 24 uur was decondensatieketel max. 2 minuten uitgeschakeld.Veiligheidscontrole uitvoeren.De ventilator draait niet tijdens de voorbereidingsfase[0/c/\|.De ventilator draait te langzaam.De ventilator draait te snel.De door de aanvoertemperatuursensorgemeten temperatuur is hoger dan 105°C.De door de aanvoertemperatuursensorgemeten temperatuur is hoger dan 110°C.De door de veiligheidstemperatuursensorgemeten temperatuur is te hoog en staat geopend.• Controleer de bekabeling en de stekkerverbindingenvan de ventilator.• Bedrijfsgedrag van de condensatieketel doorvervangen van de ventilator controleren.• Controleer de stekkerverbindingen van debranderautomaat.• Branderautomaat vervangen en bedrijfsgedragvan de condensatieketel controleren.• Controleer de bekabeling en de stekkerverbindingenvan de ventilator.• Bedrijfsgedrag van de condensatieketel doorvervangen van de ventilator controleren.• Controleer de stekkerverbindingen van debranderautomaat.• Branderautomaat vervangen en bedrijfsgedragvan de condensatieketel controleren.• Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• Controleer de werking van de pomp en deaanvoertemperatuursensor. Vervang eventueelhet onderdeel.• Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• Controleer de werking van de pomp en deaanvoertemperatuursensor. Vervang eventueelhet onderdeel.• Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• Controleer de werking van de pomp en deveiligheidstemperatuursensor. Vervang eventueelhet onderdeel.De sensortest is mislukt. • Controleer de bekabeling en de stekkerverbindingenvan de betreffende sensor.• Werking van de sensor controleren. Vervangeventueel het onderdeel.58Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Storingsindicaties en bedrijfsmeldingen11Code Codetype Toelichting Maatregel4 E 3 4 724 F 2 1 934 L 2 2 034 P 2 2 13De door de retourtemperatuursensorgemeten temperatuur is hoger dan de doorde aanvoertemperatuursensor gemetentemperatuur. Na 10 minuten volgt eennieuwe start.De veiligheidstemperatuursensor meet eentemperatuur hoger dan 105°C.Kortsluiting van de veiligheidstemperatuursensorof gemeten watertemperatuur is hogerdan 130°C.De contacten van de veiligheidstemperatuursensorzijn onderbroken.4 U 2 2 234 U 3 5 024 Y 2 2 334 Y 3 5 125 C 2 2 6 Diagnosestekker (Service-Tool) isaangesloten.De contacten van de aanvoertemperatuursensorzijn kortgesloten.De contacten van de aanvoertemperatuursensorzijn onderbroken.5 F Diagnosestekker (Service-Tool):servicetest duurt te lang.5 H 2 6 8 Diagnosestekker (Service-Tool):componenttestfase.5 Y Diagnosestekker (Service-Tool):servicetest duurt te lang of een parametervan de condensatieketel is veranderd.6 A 2 2 72 + 3Tabel 19 DisplaycodesOnvoldoende vlamvorming (ionisatiestroom)tijdens de ontstekingspoging van de brander.• Controleer, of de bekabeling van de aanvoerende retourtemperatuursensor niet is verwisseld.• Controleer de bekabeling en de stekkerverbindingenvan de betreffende temperatuursensor.• Controleer de werking van de betreffendetemperatuursensor. Vervang eventueel hetonderdeel.• Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• Controleer de werking van de pomp en deveiligheidstemperatuursensor. Vervang eventueelhet onderdeel.• Controleer de stekker van de veiligheidstemperatuursensor.• Veiligheidstemperatuursensor vervangen enbedrijfsgedrag van de condensatieketelcontroleren.• Controleer de stekkerverbindingen van deaanvoertemperatuursensor.• Veiligheidstemperatuursensor vervangen enbedrijfsgedrag van de condensatieketelcontroleren.• Condensatieketel opnieuw starten (reset).• Condensatieketel opnieuw starten (reset).• Condensatieketel op vervuiling controleren.• Dynamische gasdruk controleren.• Controleer de gas-luchtverhouding.• Stekkerverbindingen met de ontstekingsinrichtingcontroleren.• Ontsteking en ionisatiestroom controleren.• Ontstekingsinrichting op beschadiging controleren.Vervang eventueel het onderdeel.• Rookgasafvoer- en verbrandingsluchttoevoersysteemcontroleren.• Bij aardgas: gasdoorstroombewakingcontroleren evt. vervangen.Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 59

11 Storingsindicaties en bedrijfsmeldingenCode Codetype Toelichting Maatregel6 C 2 2 836 C 3 0 636 L 2 2 92 + 36 P 2 6 937 C 2 3 137 H 3 2 827 L 2 6 137 L 2 8 0Vlamvorming (ionisatiestroom) voor de branderstart.Vlamvorming (ionisatiestroom) na hetuitschakelen van de brander.Onvoldoende vlamvorming (ionisatiestroom)tijdens branderbedrijf.• Stekkerverbinding van de ionisatie-elektrodecontroleren.• Ontstekingsinrichting op beschadiging enslijtage controleren. Vervang eventueel hetonderdeel.• Ionisatiedeel van de ontstekingsinrichtingcontroleren. Vervang eventueel het onderdeel.• Controleer of de gas-luchtverhouding ook nahet uitschakelen van de brander aanwezig is.• Controleer of het gasblok ook na hetuitschakelen van de brander geopend is.• Branderautomaat vervangen en bedrijfsgedragvan de condensatieketel controleren.• Dynamische gasdruk controleren.• Bekabeling en stekkerverbinding van deionisatie-elektrode controleren• Ontstekingsinrichting op beschadiging enslijtage controleren. Vervang eventueel hetonderdeel.Aanstuurtijd voor de ontsteking te lang. • Controleer de bekabeling en de stekkerverbindingenvan de branderautomaat.• Branderautomaat vervangen en bedrijfsgedragvan de condensatieketel controleren.Onderbreking van de netspanning tijdenseen vergrendelende storing.Kortstondige onderbreking van denetspanning.• Condensatieketel opnieuw starten (reset).• Oorzaak van de onderbreking van de netspanningbepalen (aggregaat, windmolen,enz.).• Elektriciteit controleren.De branderautomaat is defect. • Controleer de bekabeling en de stekkerverbindingenvan de branderautomaat.• Branderautomaat vervangen en bedrijfsgedragvan de condensatieketel controleren.8 Y 2 3 2 Het externe schakelcontact is geopend. • Brug op aansluiting van het externe schakelcontactcontroleren.9 A 2 3 539 A 3 6 03Tabel 19 DisplaycodesDe KIM is te nieuw voor de branderautomaten.Verkeerde KIM voor de condensatieketel ende branderautomaat.• Externe schakelcontact controleren.• Vervang de branderautomaat door eenbranderautomaat met de meest recentesoftware. De softwareversie is op de streepjescodevan de branderautomaataangegeven.• Controleer of het KIM-nummer overeenkomtmet de condensatieketel• Controleer, of de condensatieketel met eenandere KIM is omgebouwd. Na een KIMombouwmag de vorige KIM niet meer terugworden gemonteerd.60Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Storingsindicaties en bedrijfsmeldingen11Code Codetype Toelichting Maatregel9 H 2 3 739 H 2 6 79 H 2 7 29 L 2 3 439 L 2 3 839 P 2 3 99 U 2 3 39 Y 3C 0 2 8 93C A 2 8 63C U 2 4 02 + 3C Y 2 4 13E 1 2 4 232 4 32 4 42 4 52 4 72 4 82 4 92 5 52 5 7Tabel 19 DisplaycodesDe branderautomaat of de KIM is defect. • Controleer de bekabeling en de stekkerverbindingenvan de branderautomaat.• Branderautomaat vervangen en bedrijfsgedragvan de condensatieketel controleren.De contacten van het gasblok zijn onderbroken.• Bekabeling en stekkerverbinding van hetgasblok controleren.• Gasblok vervangen en bedrijfsgedrag van decondensatieketel controleren.De branderautomaat of de KIM is defect. • Controleer de bekabeling en de stekkerverbindingenvan de branderautomaat.• Branderautomaat vervangen en bedrijfsgedragvan de condensatieketel controleren.Communicatiefout tussen bedieningseenheidLogamatic BC10 en de branderautomaat.De contacten van de druksensor zijnkortgesloten.De door de retourtemperatuursensorgemeten retourtemperatuur is hoger dan105°C.De contacten van de retourtemperatuursensorzijn kortgesloten.De contacten van de retourtemperatuursensorzijn onderbroken.• Bedrijfsdruk controleren (< 3 bar).• Stekkerverbinding van de druksensorcontroleren.• Druksensor vervangen en bedrijfsgedrag vande condensatieketel controleren.• Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• CV-installatie controleren op voldoendewaterdebiet.• Controleer de bekabeling en de stekkerverbindingvan de retourtemperatuursensor.• Controleer de werking van de retourtemperatuursensor.Vervang eventueel het onderdeel.De branderautomaat of de KIM is defect. • Controleer de bekabeling en de stekkerverbindingenvan de branderautomaat.• Branderautomaat vervangen en bedrijfsgedragvan de condensatieketel controleren.Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 61

11 Storingsindicaties en bedrijfsmeldingenCode Codetype Toelichting MaatregelE A 2 4 632 5 22 5 3E C 2 5 12 5 6E F 2 5 4E H 2 5 02 5 82 6 2De branderautomaat of de KIM is defect. • Controleer de bekabeling en de stekkerverbindingenvan de branderautomaat.• Branderautomaat vervangen en bedrijfsgedragvan de condensatieketel controleren.E L 2 5 92 7 9E L 2 9 02E P 2 8 73E Y 2 6 3H 0 3H 0 7H 0 8H 1 1H 1 2H A HH r Er ETabel 19 DisplaycodesServicemelding: het aantal bedrijfsuren voorde volgende onderhoudsbeurt is verlopen.De bedrijfsdruk (waterdruk van de cv-installatie)is lager dan 1,0 bar tijdens stand-by oflager dan 1,3 bar tijdens bedrijf. Het vermogenwordt zowel voor het cv-bedrijf als ookvoor het tapwaterbedrijf beperkt.Servicemelding: de ingestelde datum voorde onderhoudsbeurt is verstreken.De uitlaattemperatuursensor (T10) / koudwatertemperatuursensor(T40S) is defect.De functie wordt overgenomen door de softwarevan de condensatieketel.De boilertemperatuursensor is defect.De functie wordt overgenomen door de softwarevan de condensatieketel.Bedrijfscode: servicemelding [h/0/3| en/of [h/0/8| zijn geactiveerd.De condensatieketel wordt gereset.De condensatieketel wordt gereset.• Condensatieketel onderhouden.• Bedrijfsdruk controleren. CV-installatie encondensatieketel ontluchten.• Water in de cv-installatie bijvullen, tot eendruk van 2 bar is bereikt.• Condensatieketel onderhouden.• Controleer de bekabeling van de temperatuursensor.Vervang eventueel het onderdeel.• Controleer de bekabeling van de temperatuursensor.Vervang eventueel het onderdeel.• Reset is niet mogelijk, de code kan alleen ophet RC3x regeltoestel worden gereset.62Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Service1212 Service12.1 Connectorbezetting van de branderautomaatprintplaatZie ook aansluitschema ( afb. 9, pagina 11).21Bezetting per connectorAC6720646391-045.1A1 RC kamerthermostaat +, EMS-BUS C1 RetourtemperatuursensorA2 RC kamerthermostaat -, EMS-BUS C2 Retourtemperatuursensor, GNDA3 - C3 Externe tapwatertemperatuursensor boiler (potentiaalvrij) /Buderus zonnetemperatuursensorA4 Aan/uit-temperatuurregelaar (potentiaalvrij, GND) C4 Externe tapwatertemperatuursensor boiler (potentiaalvrij) /Buderus zonnetemperatuursensor, GNDA5 Aan/uit-kamerthermostaat (potentiaalvrij) C5 Koudwatersensor (T40 S) 1)A6 Ventilator, contact 1, +32Vdc C6 Koudwatersensor (T40 S), GND 1)A7 Communicatiebus of brug (Return) C7 BuitentemperatuursensorA8 Communicatiebus of brug (Send) C8 Buitentemperatuursensor, GNDA9 Druksensor en debietsensor, contact 1, +10Vdc 1) C9 Druksensor, contact 3A10 - C10 Druksensor, contact 3, GNDA11 Ventilator, contact 4 C11 -A12 Ventilator, contact 5, GND C12 -A13 KIM, contact 5, GND C13 -A14 KIM, contact 1, +5Vdc C14 BewakingselektrodeA15 KIM, contact 7 C15 230 Vac Trafo, Kontakt 6A16 KIM, contact 3 C16 230 Vac Trafo, Kontakt 7A17 Debietsensor, contact 2 1) C17 GND, in de buurt van de ionisatie-elektrodeBDB1 Debietsensor, contact 3 1) D1 10 Vac Trafo, Kontakt 4B2 Ventilator, contact 2 D2 -B3 Pomp, contact 3 1) D3 10 Vac Trafo, Kontakt 5B4 HW pomp PWM D4 -B5 GND D5 -B6 Pomp, contact 1 D6 24 Vrac gasblok, contact 1 en 5B7 Pomp, contact 2, GND D7 24 Vrac gasblok, contact 4B8 - D8 -B9 - D9 Rookgastemperatuursensor of brug (Return)B10 - D10 Rookgastemperatuursensor of brug (Send)B11 - D11 24 Vac Trafo, Kontakt 3B12 Aanvoertemperatuursensor D12 0 Vac Trafo, Kontakt 2B13 Aanvoertemperatuursensor, GND D13 0 V AC 3-wegklep, contact 2, GNDB14 Rookgastemperatuursensor D14 24 Vac Trafo, Kontakt 3B15 GND D15 -B16 Veiligheidstemperatuursensor D16 24 V AC 3-wegklep, contact 1B17 Veiligheidstemperatuursensor, GND D17 Schakelcontact 3-wegklep, contact 3 2)Tabel 20Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 63

12 ServiceBezetting per connectorEIE1 Display, contact 8 (Powerbus, GND) I1 3-wegklep, contact 3E2 Display, contact 7 (Powerbus) I2 3-wegklep, contact 2E3 Display, contact 6 I3 3-wegklep, contact 4E4 Display, contact 5 I4 3-wegklep, contact 1E5 Display, contact 4 I5 -E6 Display, contact 3 I6 Con4, 17E7 Display, contact 2 (+10 Vdc) I7 Con4, 16E8 Display, contact 1 (GND) I8 Con4, 13FTrafoF1 Boilerlaadpomp (L) 1) INPUTF2 Boilerlaadpomp (N) 1) 1 N (0 Vac)F3 - 2 (L, als 120 Vac)F4 - 3 L (230 Vac)GOUTPUT1 24 VacG1 Extern contact 6: L, boilerlaadpomp 230 Vac 1) 2 0 VacG2 Extern contact 5: N, boilerlaadpomp 0 Vac 1) 3 24 VacG3 L, ventilator 230 Vac 4 10 VacG4 N, ventilator 0 Vac 5 10 VacG5 N, 230 Vac 6 230 VacG6 L, 230 VacHH1 N, transfo 230 VacH2 L, transfo 230 VacH3 Gloeiplug, LH4 Gloeiplug, contactTabel 201) Bij Logamax plus GB162 T40 S V32) Bij Logamax plus GB162 V364Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Service1212.2 Controleren elektrische weerstandentransformatorB Demonteer de transformator.12.3 Gasblok controlerenB Condensatieketel in schoorsteenveger-/servicebedrijfnemen.B Controleer of de gasblok aangestuurd wordt. Tijdensde bedrijfscode [0/l/\] moet zowel tussen het middelsteen het meest rechtse contact [1] als ook tussen hetmiddelste en meest linkse contact [2] 20 – 24 VDC(gelijkspanning) aanwezig zijn. De gelijkspanningswaardevan 21 VDC is een aanduiding van de gelijkgerichtewisselspanning.4 53 4 56 720 646 391-059.1TDAfb. 88B Condensatieketel buiten bedrijf stellen.B Voedingskabel van het gasblok controleren.6 720 616 833-101.1TDAfb. 87 TransformatorB Stel de multimeter in op "weerstand meten".B De weerstandswaarden van de verschillende spoelenvan de transformator (4-6, 4-5, 13-14, 116-17, 18-19)mogen niet bijna 0 Ω of oneindig groot zijn.CD1 17 16 76 720 646 391-060.1TDAfb. 89Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 65

12 ServiceB Controleer de interne elektrische weerstand van debeide spoelen van het gasblok door deze door te meten.De elektrische weerstand tussen het middelste enhet onderste contact en het middelste en het bovenstecontact mag niet praktisch 0 Ω of oneindig groot zijn.12.5 Warmtewisselaar demonterenB Condensatieketel buiten bedrijf stellen.B Gaskraan sluiten.B CV-installatie aftappen.B Stekkerverbindingen losmaken.B Gasslang losmaken.B Demonteer de sifon.B Draai de beide wartels [1] los.B Beide klemveren verwijderen [2].B Beide verbindingsstukken naar boven schuiven [3].6 720 646 391-061.1TDAfb. 9012.4 Filter in koudwaterleiding demonterenen controleren.B Condensatieketel buiten bedrijf stellen.B Watertoevoer sluiten.B Boiler aftappen.B Beide klemveren verwijderen.B Filter op vervuiling controleren.312Afb. 92B Bevestigingsschroeven linksboven [1] en rechtsonder[2] op de warmtewisselaar losmaken.13216 720 646 391-058.1TD6 720 616 833-123.1TD6 720 646 391-052.12Afb. 91 Filter van de debietsensorAfb. 9366Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

1 2 3 4Service12B Verwijder de warmtewisselaar in de pijlrichting.6 720 616 833-089.1TDAfb. 96B Controleer de verbinding tussen de contacten D13-I8,D16-I7 en D17-I6 op de printkaart.6 720 616 833-117.1TDAfb. 94B Dichtingen controleren op veroudering en indien nodigvervangen.B Beide O-ringen [2] vervangen.6781I3C D1 17 11316 176 720 616 833-090.1TDAfb. 97B Controleer de printkaart [1] van de 3-wegklep.126 720 616 833-118.1TD1Afb. 9512.6 3-wegklep controlerenMeetpennen van de multimeter niet te diep inde stekkerverbinding drukken, om beschadigingte voorkomen.B Controleer of tijdens de bedrijfscode [0/c/\| op de stekkercontacten“1” en “4” 24 VAC-spanning aanwezig is.B Tapwaterbedrijf via het menu instellingen op “Off” instellen.B Controleer of tijdens de bedrijfscode [0/h/\| op de stekkercontacten“2” en “3” 24 VAC-spanning aanwezig is.Afb. 986 720 616 833-091.1TDLogamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 67

13 Conformiteitsverklaring13 Conformiteitsverklaring13.1 Belgische conformiteitsverklaring68Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

TrefwoordenregisterTrefwoordenregister3-wegklep controleren - aansturing ......................... 67AAansluiten circulatiepomp...................................... 29Aansluiten externe 3-wegklep (230 V, metveerretour) ....................................................... 29Aansluiting voor verbrandingsluchttoevoer enrookgasafvoer................................................... 51Aanvoertemperatuur, maximaal ............................... 14Afval.................................................................... 44BBedieningseenheid ............................................... 25Bedoeld gebruik ..................................................... 9Bedrijfsdruk, maximaal........................................... 14Bedrijfsmeldingen................................................. 54Boilerlaadpomp aansluiten ..................................... 29Boilertemperatuursensor aansluiten ........................ 29Brander reinigen................................................... 46Brandstoffen ........................................................ 14Buitentemperatuursensor aansluiten........................ 29CCO-gehalte.......................................................... 34DDisplaycodes ....................................................... 54EElektrische aansluiting ........................................... 25Boilerlaadpomp ................................................ 29Boilertemperatuursensor.................................... 29Circulatiepomp ................................................. 29Externe 3-wegklep (230 V, met veerretour)........... 29Ketels met aansluitkabel en netstekker................. 25Regelsysteem Logamatic 4000 .......................... 27Temperatuurbewaking ....................................... 28Elektrische aansluiting bedieningseenheid RC35...... 27Elektrische aansluiting van de buitentemperatuursensor............................................................. 29FFunctietesten ....................................................... 39GGas-/luchteenheid ................................................ 46Gasblok controleren - aansturing ............................ 65Gascategorie ....................................................... 14Gasleiding ........................................................... 31Gegevens betreffende het apparaat .......................... 5Bedoeld gebruik ................................................. 9KKeteluitrusting ...................................................... 31LLED op branderautomaat UBA 3 ............................ 54MMenustructuur ...................................................... 41Milieubescherming................................................ 44NNetzekering.......................................................... 25Noodgeval ........................................................... 43Normaal bedrijf, menu............................................ 41Normen ............................................................... 17OOud apparaat....................................................... 44RRecyclage............................................................ 44Regelsysteem Logamatic 4000 aansluiten ............... 27Richtlijnen............................................................ 17Rookgastoebehoren.............................................. 24SSifon ................................................................... 50Sluit de temperatuurbewaking aan .......................... 28Stroomsoort......................................................... 14TTijdproportioneel programma.................................. 54Toelichting van de symbolen .................................... 4Transformator controleren...................................... 65Trechtersifon ........................................................ 24VVeiligheidsaanwijzingen ........................................... 4Verpakking........................................................... 44Voorschriften........................................................ 17WWarmtewisselaar .................................................. 46Warmtewisselaar reinigen...................................... 46Warmtewisselaar vervangen/reinigen ...................... 66ZZekeringen........................................................... 25IInbedrijfstellingsprotocol........................................ 40Inspectieprotocol.................................................. 52Ionisatiestroom ..................................................... 35Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 69

Notities70Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

NotitiesLogamax plus GB162-15/25/35/45 V3 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 71

Bosch Thermotechnology n.v./s.a.BuderusAmbachtenlaan 42a3001 HeverleeTel.: 0032 70 246 071Fax: 0032 16 400 406www.buderus.beinfo@buderus.be6720649816 0002Belgien: Deutsche Fassung auf Anfrage erhältlich.