Rotterdam Airport Toegang tot het landingsterrein L2

More documents

Recommendations

Info

Toegang tot het landingsterrein L2 Versie 4.3 – 1 september 2011OPERATIONEEL VOERTUIGGEBRUIK:ALTIJD:• Uw snelheid zodanig aanpassen, dat een succesvolle noodstop kan worden gemaakt.• Rekening houden met, plaatselijk, verminderde stroefheid op baan, taxibaan of platform• In gedachten houden dat luchtvaartuigen op een donker platform grote, slecht zichtbare obstakelsvormen,• Bedenken dat vliegtuigafhandeling bij drukte tot hectische taferelen kan leiden en daardoor hetplatformpersoneel sterk onder druk kan zetten,• Uw voertuig zodanig parkeren, dat U in geval van snelle actie ongestoord en vooruit kunt wegrijden.• De brandstofvoorraad van uw voertuig zodanig op peil houden, dat uw voertuig onverwacht enigeuren continue kan worden gebruikt, bijvoorbeeld bij uitwijkend verkeer, calamiteiten e.d.• Duidelijk en defensief rijden: er mag nooit verwarring ontstaan over uw voornemen te stoppen,voorrang te verlenen, uit te wijken e.d.• Tenminste gedimd (normaal) licht voeren.• Rekening houden met de “dode hoek” van zowel voer- als luchtvaartuigen, waarbij eenluchtvaartuigbestuurder niets kan waarnemen in de sector tussen 3 en 9 uur. Geen oogcontact metdegene die het luchtvaartuig bestuurt betekent niet gezien worden. Door de z.g. “Fixed seat policy”van veel maatschappijen kan de machine vanuit de linker of rechter stoel bestuurd worden (ooktijdens het taxiën).LET OP: Houdt altijd in gedachten dat UW rijgedrag een voorbeeldfunctie vervult op het platform, de taxibanen en derunway.Het is onmogelijk anderen op hun rijgedrag aan te spreken als er iets op uw eigen gedrag valt aan te merken.7.2 Airside Regelingen Rotterdam Airport7.2.1 Regeling toegang tot airside Rotterdam Airport: ARRA 01-2002Artikel 4: Toegang personen en voertuigen tot het landingsterreina) Personen die toegang wensen tot het landingsterrein dienen in het bezit te zijn van een geldige enjuiste autorisatie op hun Rotterdam Airportpas, zoals aangegeven in bijlage ARRA-01-01“Toegangsbewijzen Airside” en dienen in persoon voor iedere daadwerkelijke betreding van hetlandingsterrein de uitdrukkelijke toestemming te verkrijgen van de Shiftleader Operations.b) Personen aan wie toestemming is verleend voor toegang tot het landingsterrein melden zich inpersoon af bij de Shiftleader Operations, nadat zij het landingsterrein hebben verlaten.c) Een gegeven toestemming kan zonder opgaaf van redenen per direct door de ShiftleaderOperations worden ingetrokken (alarmering, etc.)Artikel 5: Toegang personen en voertuigen tot het werkterrein op airsidea) Personen die toegang wensen tot een werkterrein op airside dienen:• of in bezit te zijn van een geldige Rotterdam Airport pas met de juiste airside bevoegdheid;• of te worden begeleid door een persoon met begeleidingsbevoegdheid;Rotterdam Airport BV – Airport Authority 30
Toegang tot het landingsterrein L2 Versie 4.3 – 1 september 2011• en toestemming te hebben van de betreffende projectleider van Rotterdam Airport.b) Tot een werkterrein aan airside hebben slechts voertuigen toegang die:herkenbaar zijn als bedrijfsvoertuig van een bij een project aan airside betrokken partij d.m.v. een vastebestickering van minimaal 30 * 50 cm aan beide zijden van het voertuig.c) Voertuigen van een bij het betreffende project aan airside betrokken partij, hebben alleen toegang totbouwterreinen en bouwwegen aan airside indien ze voorzien zijn van een voertuigairside-vignet, welkegekoppeld is aan het kenteken. Rotterdam Airport bezoekerspassen, Rotterdam Airport activiteitenpassenRotterdam Airportperspassen en voertuigairside vignetten, dienen te worden aangevraagd volgens dedaartoe geldende procedure.7.2.2 Toegangsbewijzen Airside: ARRA 01-01Artikel 5: Autorisatie landingsterreinEen aanvraag tot bevoegdheid (autorisatie) aangaande het landingsterrein dient te geschieden via de daartoegemachtigde Shiftleader Operations en Hoofd Veiligheid / Beveiliging.De houder van een L1 Rotterdam Airportpas met autorisatie voor bevoegdheid in het landingsterrein is alleenbevoegd zich in het landingsterrein te verplaatsen via de dienst- en randwegen.De houder van een L2 Rotterdam Airportpas met autorisatie voor bevoegdheid in het landingsterrein. Na eersteaanwijzing / aanzegging door daartoe bevoegd personeel / luchtverkeersleiding (Toren) c.q Shiftleader Operationsdienen zij zich (bevoegdheid L1/L2) zich onmiddellijk uit het landingsterrein te verwijderen.Men mag nimmer het landingsterrein betreden alvorens aanmelding bij de Shiftleader Operations heeftplaatsgevonden. Bij constatering dat dit niet is geschied kan dit leiden tot intrekking van de autorisatie landingsterrein.7.2.3 Gedragsregels op de Airside: ARRA 01-03Artikel 3: Algemene verboden3.1 Het is verboden:a. buiten gebouwen te roken of brandend materiaal bij zich te hebben (ook niet in de auto);b. branddetectie-, brandbeveiligings- en brandblusapparatuur zonder noodzaak in werking te stellen,dan wel de werking daarvan te verminderen of de bereikbaarheid van deze apparatuur tebemoeilijken;c. zonder toestemming van de Shiftleader Operations open vuren te ontsteken of aan te houden, danwel enig vuurwerk te ontsteken;d. vogels te voederen of iets te doen dan wel na te laten waardoor vogels, wild of ander gediertewordt aangetrokken;e. in het algemeen iets te doen of na te laten, waardoor de orde of veiligheid op airside wordtverstoord of waardoor lichamelijk letsel van personen of schade aan eigendommen zou kunnenRotterdam Airport BV – Airport Authority 31
Page 1 and 2: Toegang tot het landingsterrein L2
Page 29: Toegang tot het landingsterrein L2

Rotterdam Airport Toegang tot het landingsterrein L2

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?