Koningspinguin met ei - foto: Peter <strong>van</strong> NordeKoningspinguin - foto: Davinia BruggemanIn de dierentuinwereld worden momenteelverschillende strategieën gebruikt omde fok zo succesvol mogelijk te maken. InSeaworld in de Verenigde Staten is het gebruikelijkde eieren door de ouders zelf uitte laten broeden en verzorgen. Maar zodrade jongen zelfstandig moeten gaan etenworden ze bij de ouders weggehaald. Inaparte kinderkamers leren de jongen danhele vis eten. Ook in de Diergaarde wildemen oorspronkelijk deze strategie gaangebruiken. Daarom werd rechts <strong>van</strong> hetgrote verblijf een aparte ruimte gebouwd,die als kinderkamer kon fungeren. Dezeruimte is echter nooit als zodanig gebruikt.Niet dat er geen eieren worden gelegd,maar omdat de groep lange tijd niethelemaal stabiel was, zorgde dit voor onrustwaardoor paringen worden verstoorddoor opdringerige vrijgezelle soortgenotenof een ei sneuvelt of in het water belandt.Daarom heeft <strong>Blijdorp</strong> er voorgekozen de eieren uit te broeden in eenbroedmachine. En dat is niet zo makkelijk,omdat koningspinguïns geen nest makenmaar het ei in een gespierde huidplooitussen te poten uitbroeden. Het ei zal dusdoor de verzorgers uit de plooi moetenworden gepakt en ver<strong>van</strong>gen door eenkunstei. En dat is nog een hele kunst volgensde verzorgers.Met dank aan: Dennis Blomjous (Diergaarde <strong>Blijdorp</strong>)Na het uitkomen <strong>van</strong> het ei in de broedmachinewordt het kuiken bij de oudersteruggeplaatst en het kunstei weggehaald.En tsja, het schijnt dat de pinguïnsdit helemaal niet doorhebben en de verzorging<strong>van</strong> het kuiken zeer enthousiastter vlerk nemen. Als het jong groot genoegis om zelfstandig te leren eten, gaat hetvoor een paar weken achter de schermen.De verzorgers leren het dan hele vis teeten. Zodra het dier dit kan gaat het terugnaar de groep, waar het vervolgens moetleren de vis uit het water te ‘<strong>van</strong>gen’.Ezelspinguïns maken wel een nest <strong>van</strong> kiezeltjesen broeden daar hun eieren uit.Omdat de eieren zo veiliger zijn, mogen deezelspinguïns wel zelf hun eieren uitbroeden.En met resultaat. Afgelopen zomerzijn twee kuikens uit het ei gekropen. Inmiddelsstaan de twee even achter deschermen om hele vis te leren eten, maarbinnenkort mogen ze weer bij de groep.Het zal dan niet makkelijk zijn ze te herkennen,want ze zijn met hun 5,5 kilobijna net zo groot als een volwassen dier.Op de foto kunt u zien dat het wegen <strong>van</strong>een pinguïn niet zo moeilijk is. Met eenvisje is het dier zo te verleiden op eenweegschaal te stappen.FokprogrammaOndanks dat er in <strong>Blijdorp</strong> inmiddels zeskuikens groot zijn gebracht gaat het tochniet goed met de fok <strong>van</strong> koningspinguïns.Indertijd is <strong>Blijdorp</strong> begonnen met 20 koningspinguïnsen op dit moment zijn ernog 19 dieren. Er wordt wel gepaard en erworden eieren gelegd, maar de ervaringleert dat een deel <strong>van</strong> de gelegde eierenonbevrucht is. Ook dit jaar bleken twee<strong>van</strong> de vijf gelegde eieren niet bevrucht.Maar een veel grotere zorg is, dat rond detijd <strong>van</strong> uitkomen veel kuikens in het ei afsterven.Op deze manier zijn dit jaar tweeeieren verloren gegaan. Wat hier de oorzaak<strong>van</strong> is, is niet duidelijk. Maar dat debroedresultaten hierdoor niet zo goed zijn,zal niemand verbazen. Ook in andere Europesedierentuinen die deel nemen aanhet pinguïnstamboek gaat de fok moeizaam.De enige tuin met goede fokresultatenis de dierentuin <strong>van</strong> Basel.Groot struikelblok bij de slechte fokresultatenblijkt een scheve sexe-ratio. Er is eenmannenoverschot en de vrijgezelle mannenhebben de naam de paarvorming enbevruchtingen <strong>van</strong> de eieren te verstoren.Ook <strong>Blijdorp</strong> heeft meer mannen danvrouwen (elf tegen acht). Zoals eerder vermeldkiezen de vrouwtjes elk jaar eennieuwe partner, alhoewel één <strong>van</strong> devrouwtjes al een paar jaar de voorkeurgeeft aan hetzelfde mannetje. De verzorgershouden uiteraard bij welke stelletjesgevormd worden en of dit succesvol is.Leuk detail is dat één <strong>van</strong> de vrouwtjes(Hestia, te herkennen aan een blauworanjetag) die in <strong>Blijdorp</strong> uit het ei is gekropen,dit jaar zelf een ei heeft gelegd,dat helaas niet uit gekomen is. Wie weetkomt volgend jaar wel een tweede generatiekoningspinguïns uit het ei. Dat zoueen mooi resultaat zijn <strong>van</strong> tien jaar koningspinguïnsin <strong>Blijdorp</strong>.16 | <strong>Vrienden</strong>nieuws 4 | <strong>2011</strong>
DE KLOK LUIDT VOOR DESUMATRAANSE NEUSHOORNMet drie tegenvallers in twee jaar zit het degenen die pogen hetuitsterven <strong>van</strong> de Sumatraanse neushoorn te voorkomen niet mee.De toekomst voor deze neushoornsoort is somber, somberder nog dandie voor de Javaanse neushoorn, was het oordeel <strong>van</strong> de deelnemersaan een congres dat in februari 2010 werd gehouden in het IndischeNeushoornreservaat Kaziranga in Assam, India. Een congres dat wasgewijd aan de drie Aziatische neushoornsoorten.Najaar 2009 stierf Emi, het SumatraanseNeushoornwijfje dat in de Cincinnati Zootussen 2001 en 2007 driemaal een kalf opde wereld zette. Dat was in ge<strong>van</strong>genschapin ruim een eeuw niet gebeurd. OpEmi was de hoop gevestigd om tot eenfokprogramma te komen. Haar eerste kalf,het mannetje Andalas, ging naar een bijWay Kambas gesticht fokcentrum in ZuidSumatra. Daar<strong>van</strong>daan kwam in februari<strong>2011</strong> het verheugende bericht dat Andalaservoor had gezorgd dat het daar aanwezigewijfje Ratu drachtig was. Dat gingmis. De derde tegenvaller was het sterven<strong>van</strong> Torgamba, het tweede in Way Kambasaanwezige projectmannetje, zodat hetfokcentrum nu slechts beschikt over driewijfjes en een mannetje.Het verhaal <strong>van</strong> de Sumatraanse neushoornis <strong>van</strong> dezelfde droefenis als <strong>van</strong> deandere vier soorten neushoorns op dezewereld. Tot het eind <strong>van</strong> de negentiendeeeuw kwam hij in het grootste deel <strong>van</strong>Zuidoost-Azië voor, <strong>van</strong> Assam en Bangladeshover Birma, Thailand, Vietnam enMaleisië tot op Sumatra en Borneo. Plaatselijkwaren ze zo gewoon dat de dieren intuinen kwamen. Tomeloze vervolging omde hoorn en andere organen waaraan Chinezenmedische kwaliteiten toeschrijven,leidde ertoe dat het dier op het Aziatischevasteland verdween. Recent waarschijnlijkook uit Maleisië, want de congresgangersin Kaziranga kregen te horen dat, ondanksruim gebruik <strong>van</strong> automatische camera’s,daar sinds 2007 geen bewijs <strong>van</strong> aanwezigheidmeer was vastgesteld, wèl <strong>van</strong>veel stropersactiviteiten.Een inventarisatie kwam uit op 153-205exemplaren, verdeeld over vijf terreinen,waar<strong>van</strong> twee in Sabah, het Maleisischedeel <strong>van</strong> Borneo, en drie in Sumatra. Daarbijinbegrepen het rond het fokcentrumWay Kambas liggende reservaat <strong>van</strong> dienaam, waarin 25-27 exemplaren huizen.Over het soms oprispende gerucht dat ernog dieren zijn in Zuid-Myanmar werd inKaziranga niet gerept.Wilt u een Sumatraanse Neushoorn ziendan moet u dus naar Cincinnati, waar nogsteeds een fokpaartje huist, naar WayKambas of naar het Yulee fokcentrum inFlorida, waar een <strong>van</strong> de nakomelingen<strong>van</strong> wijlen Emi terechtkwam. Of het metdit handjevol exemplaren gaat lukken omtot een perspectiefrijk fokprogramma tekomen, is de vraag. Met de 40 exemplarenTekst & foto’s: Gerard Ouweneeldie met dit doel tussen 1984 en 1996 uithun natuurlijke habitat werden weggenomen,liep het teleurstellend af. Deze werdenverspreid over zoo’s en fokcentra inwestelijke en Aziatische zoo’s. Nadat naeen virusuitbraak in 2004 alle in eenMaleisisch fokcentrum aanwezige dierenomkwamen en op drie na de in zoo’sondergebrachte neushoorns eveneenswaren gestorven, gingen die bewuste driein 1997 naar Cincinnati. Het debacle <strong>van</strong>de 40 ge<strong>van</strong>gen dieren heeft veel kritiekgekregen. Een deskundige schreef overhet project dat 2 ½ miljoen US dollarskostte ‘Helping a Species To Go Extinct’.Algemeen wordt de soort nu als hetmeest bedreigde grote zoogdier op dezewereld beschouwd.Toch kunnen in zoo’s levende SumatraanseNeushoorns erg oud worden.Het wijfje Subur leefde in Kopenhagen<strong>van</strong> 1959 tot en met 1972 en de LondenZoo bood er eind negentiende eeuw eentje28 jaar onderdak. Het was in 1965 inKopenhagen dat schrijver zich vergaapteaan het vreemde wezen dat een SumatraanseNeushoorn in feite is, een dier datuiterlijk uitstraalt <strong>van</strong> een voorbije wereldte zijn. Ook een dier dat aanspreekt doorzijn habitat, de Zuidoost-Aziatische jungle,het leefgebied <strong>van</strong> veel boeiende schepsels.En tenslotte staat de SumatraanseNeushoorn ook in de lange rij <strong>van</strong> dierendat zoveel noodlottig kwaad ondervonden ondervindt <strong>van</strong> de mens, dat deze datnooit meer kan goedmaken.Wilt u meer weten over de SumatraanseNeushoorn, dan kunt u terecht op eenaantal websites, waaronder het verslag<strong>van</strong> de IUCN SSC bijeenkomst <strong>van</strong> deAsian Rhino Specialist Group <strong>van</strong> 10-12Februari 2010, en <strong>van</strong> de Asian RhinoFoundation. Veel over het dier is te lezenen te zien (via schitterende foto’s) in hetin september jl. verschenen tweede deel<strong>van</strong> het ‘Handbook of the Mammals ofthe World’, dat de hoefdieren behandelt.Dit boek kan en mag eigenlijk geen enkele(<strong>Blijdorp</strong>)liefhebber missen.Met dank aan: Maaike Leenen <strong>van</strong> deAsian Rhino Foundation en Martin <strong>van</strong>Wees, conservator <strong>van</strong> <strong>Blijdorp</strong> Zoo.17 | <strong>Vrienden</strong>nieuws 4 | <strong>2011</strong>