12.07.2015 Views

kleuters - Kleutergroep

kleuters - Kleutergroep

kleuters - Kleutergroep

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

WereldoriëntatieWat is ijs?IJs is hard water. Zo hard geworden dat je op het ijs kan staan. Vraag de <strong>kleuters</strong>of iemand weet hoe water in ijs kan veranderen. Maak samen met de <strong>kleuters</strong> ijsdoor water in een beker buiten te zetten indien het vriest of door de beker in hetvriesvak te zetten.(Wanneer je waterijsjes maakt, kan de activiteit ook nog “lekker” zijn)Olympisme en Jeugd - winter 2006 - BOICWarm/koud:Kleur de 'warme' dingen rood, zoals de kleertjes van Gliz. Kleur de koude dingenblauw, zoals de kleertjes van Neve.Proeven met ijs en sneeuw.Sneeuw en zout: Waarom strooit men in de winter zout op de wegen?Schep sneeuw op twee borden.Strooi over één bord een beetje zout.Wat gebeurt er?Nu weet je waarom mensen zout strooien.Smeltende sneeuw:Waarom maakt sneeuw je vingers nat?Vul een halve plastic fles met sneeuw.Druk de sneeuw goed aan.Laat alles een uurtje rusten.Wat is er gebeurd?Belevingen rond smelten- Verschillende potjes vullen met sneeuw en dicht bij of ver van een warmtebronplaatsen. Eén potje buiten zetten. Waar smelt de sneeuw het eerst?- Een glas vullen met sneeuw en markeren tot waar het gevuld is. De sneeuwlaten smelten. Komt het water hoger of lager?WeerkalenderGedurende de themaweek, kan iedere kleuter zijn eigen weerkalender invullen.Voor iedere kleuter is een weekblad (of 2) voorzien en een blad met allerleiweerfiguurtjes: o.a. de zon, wolkje, mist, ijs, sneeuw, regen, wind, hagel. De'weerkalender' bestaat uit een doe-opdrachtje die de <strong>kleuters</strong> op een speelsewijze informatie geven over de weeromstandigheden. Op het einde van de week ofvan de 14-daagse, kunnen de <strong>kleuters</strong> aflezen welk weertype het meestvoorkwam.ONTWIKKELINGSDOELENMUZISCHE VORMINGbeeld: 1.1, 1.2NEDERLANDSluisteren: 1.1, 1.2, 1.3, 1.4spreken: 2.1, 2.2, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7, 2.8, 2.9, 2.11lezen: 3.1, 3.2, 3.3, 3.4schrijven: 4.1, 4.2taalbeschouwing: 5.2, 5.3, 5.4WERELDORIËNTATIEnatuur: 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.8tijd: 5.1, 5.2WISKUNDIGE ORIËNTATIEmeten: 2.1, 2.2, 2.3, 2.7, 2.8tijd: 5.1, 5.29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!