13.07.2015 Views

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Verantwoording</strong> <strong>groepsrisico</strong> <strong>Hogedruk</strong><strong>aardgastransportleidingen</strong>Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013'd.d. 14 november 2012


Inhoudsopgave 1


1 AanleidingIn en in de nabijheid van het bestemmingsplangebied "Bedrijventerreinen 2013" bevindenzich vier <strong>aardgastransportleidingen</strong>. In dit geval dient getoetst te worden aan het Besluitexterne veiligheid buisleidingen (hierna Bevb). In het kader van de actualisering van hetbestemmingsplan is in 2012 een kwantitatieve risicoanalyse uitgevoerd door de GemeentePurmerend met betrekking tot de aanwezige <strong>aardgastransportleidingen</strong> zijn. Door deveiligheidsregio Zaanstreek-Waterland is advies uitgebracht met betrekking tot het<strong>groepsrisico</strong>.2 Relevante wetgeving2.1 Besluit externe veiligheid buisleidingen Bevb en de Regeling externeveiligheid buisleidingen (Revb)Het Bevb en de Revb geven de kaders voor de beoordeling van de externeveiligheidsaspecten van buisleidingen. In artikel 2 sub a van de Revb is aangegeven welkebuisleidingen onder de Bevb vallen. De twee <strong>aardgastransportleidingen</strong> in en in de nabijheidvan dit bestemmingsplan vallen hieronder.De criteria in het Bevb zijn gedefinieerd op basis van het plaatsgebonden risico en het<strong>groepsrisico</strong>. De consequenties van de toetsing zijn in het Bevb en in de Revb vastgelegd.2.2 Plaatsgebonden risico (PR)Het plaatsgebonden risico (PR) presenteert de overlijdenskans van een persoon in de vormvan contouren op een plattegrond rondom de beschouwde activiteit. Het risico wordtberekend door te stellen, dat een persoon zich permanent en onbeschermd op een bepaaldeplaats bevindt. Deze afstand moet minimaal worden aangehouden. Het PR kan op de kaartvan het gebied worden weergeven met zogeheten risicocontouren: lijnen die puntenverbinden met eenzelfde PR. De kans om dodelijk getroffen te worden door een ongeluk meteen gevaarlijke stof is vastgesteld op maximaal 1 op de miljoen (10 -6 ) per jaar. Deze wordtde 10 -6 /jaar contour genoemd. Dit is een wettelijk harde norm waarin geen kwetsbareobjecten geprojecteerd mogen worden. Kwetsbare objecten zijn onder andere woningen(met uitzondering van verspreid liggende woningen met een dichtheid van maximaal tweeper hectare en dienst- of bedrijfswoningen).Voor beperkt kwetsbare objecten, zoals kantoren, winkels en sportterreinen, is de 10 -6 perjaar een richtlijn waar zoveel mogelijk rekening mee moet worden gehouden en waargemotiveerd van kan worden afgeweken.2.3 Groepsrisico (GR)Het <strong>groepsrisico</strong> geeft het volgende weer: de kans per jaar per kilometer transportleiding dateen groep van 10 of meer personen in de omgeving van een transportleiding een keer hetdodelijke slachtoffer wordt van een ongeval met die transportleiding. Het GR is daarmee eenmaat voor de maatschappelijke ontwrichting bij een calamiteit. Er is geen harde normwaaraan het <strong>groepsrisico</strong> moet voldoen.Het GR kan niet ‘op de kaart’ worden weergegeven, maar wordt weergegeven in een grafiekwaar de kans (f) afgezet wordt tegen het aantal slachtoffers (N): de fN-curve. Het ijkpunt voorhet <strong>groepsrisico</strong> wordt aangeduid als oriëntatiewaarde.Het Bevb vermeldt, dat het GR moet worden getoetst aan de oriëntatiewaarde en dat doorhet bevoegd gezag een verantwoording ten aanzien van de acceptatie van het berekendeGR moet worden opgesteld. 2


3 Wat is de verantwoordingsplicht?De verantwoordingsplicht draait kort gezegd om de vraag in hoeverre ontstane risico's, alsgevolg van een omgevingsbesluit, kunnen worden geaccepteerd en indien noodzakelijkwelke veiligheidsverhogende maatregelen daarmee gepaard gaan. De verantwoordingsplichtdwingt alle betrokken partijen ertoe om een goede ruimtelijke afweging te maken waarin deveiligheid voor de maatschappij als geheel voldoende gewaarborgd is. Op deze manier wordtbeoogd een situatie te creëren, waarbij zoveel mogelijk de risico's zijn afgewogen engeanticipeerd is op de mogelijke gevolgen van een incident waarbij gevaarlijke stoffenbetrokken zijn.De invulling van de verantwoordingsplicht is een taak van het bevoegd gezag. Het bevoegdgezag neemt daarmee de verantwoordelijkheid voor het zogenaamde "restrisico" datoverblijft na eventueel benodigde veiligheidsverhogende maatregelen. Het bevoegd gezag iswettelijk verplicht om de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland in de gelegenheid te stellenom advies uit te brengen ten aanzien van de aspecten brandbestrijding en zelfredzaamheid.4 De consequenties voor het plangebiedIn en in de nabijheid van het bestemmingsplan "Bedrijventerreinen 2013" bevinden zich eentweetal <strong>aardgastransportleidingen</strong>.Voor het uitvoeren van de risicoberekeningen zijn de volgende uitgangspuntengehanteerd:Buisleiding Diameter DrukW-570-01 6 inch 40 barW-570-22 8 inch 40 barW-570-23 12 inch 40 barW-570-26 8 inch 40 barHet aantal personen langs de route dat wordt blootgesteld aan de gevolgen van het ongevalis weergegeven in vlakken met bevolkingsdichtheden. De gegevens zijn ontleend aan hetnationaal populatiebestand. Een omgevingsplattegrond is weergegeven in figuur 1. 3


Figuur 1:Plangebied bestemmingsplan "Bedrijventerreinen 2012" en aanwezige<strong>aardgastransportleidingen</strong>4.1 Bepaling van de risico's 1Voor ondergrondse hogedruk<strong>aardgastransportleidingen</strong> wordt één representatief scenariovoorgeschreven: leidingbreuk en daarna fakkelbrand. De richting van de uitstroming voorondergrondse leidingen is standaard verticaal.Hoewel lekken vaker zullen voorkomen dan leidingbreuken, is hun bijdrage aan het risico tenopzichte van de leidingbreuken verwaarloosbaar klein. Daarom worden lekken niet in derisicoberekeningen van ondergrondse <strong>aardgastransportleidingen</strong> meegenomen en wordenalleen leidingbreuken beschouwd.De risicobepalende leidingbreuken zijn voornamelijk het gevolg van graafwerkzaamhedendoor derden. In de risicomethodiek voor <strong>aardgastransportleidingen</strong> wordt hier specifiekrekening mee gehouden. Daarnaast is de bijdrage van het falen van een leiding als gevolgvan corrosie in de risicomethodiek opgenomen.Omdat de kans op een leidingbreuk voornamelijk door graafwerkzaamheden wordt bepaald,is de kans op een beschadiging afhankelijk van de diepteligging van de leiding. Of eenbeschadiging resulteert in een leidingbreuk hangt vervolgens weer af van de diameter,wanddikte, druk, staalsoort en kerfslagwaarde.1Handleiding Risicoberekeningen hogedruk <strong>aardgastransportleidingen</strong>, versie 1.1 25-08-2010, RIVM 4


4.2 Plaatsgebonden risicoVoor beide <strong>aardgastransportleidingen</strong> is het berekende plaatsgebonden risico (PR) per jaarlager dan 10 -6 per jaar. Het berekende PR vormt geen belemmering voor het vaststellen vanhet bestemmingsplan.4.3 GroepsrisicoRisicoberekening W-570-01Risicoberekening W-570-22Risicoberekening W-570-23 5


Risicoberekening W-570-26Uit bovenstaande grafieken blijkt dat het <strong>groepsrisico</strong> onder de orientatiewaarde blijft.5 RampenbestrijdingBij de vaststelling van het bestemmingsplan dient in de toelichting van de verantwoordingrekening te worden gehouden met de volgende onderdelen (Bevb, artikel 12):a) de aanwezige en de op grond van het besluit te verwachten dichtheid vanpersonen in het invloedsgebied van de buisleiding of buisleidingen die het<strong>groepsrisico</strong> mede veroorzaakt of veroorzaken;b) het <strong>groepsrisico</strong> per kilometer buisleiding op het tijdstip waarop het besluit wordtvastgesteld en de bijdrage van de in dat besluit toegelaten kwetsbare en beperktkwetsbare objecten aan de hoogte van het <strong>groepsrisico</strong>, vergeleken met de lijndie de kans weergeeft op een ongeval met 10 of meer dodelijke slachtoffers vanten hoogste 10 -4 per jaar en de kans op een ongeval met 100 of meer dodelijkeslachtoffers van ten hoogste 10 -6 per jaar;c) indien mogelijk, de maatregelen ter beperking van het <strong>groepsrisico</strong> die wordentoegepast door de exploitant van de buisleiding die dat risico mede veroorzaakt;d) andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager <strong>groepsrisico</strong>en de voor- en nadelen daarvan;e) de mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het<strong>groepsrisico</strong> in de nabije toekomst;f) de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvangvan een ramp of zwaar ongeval;g) de mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van debuisleiding of buisleidingen die het <strong>groepsrisico</strong> mede veroorzaakt ofveroorzaken, om zich in veiligheid te brengen indien zich een ramp of zwaarongeval voordoet.5.1 Effectbeperkende maatregelen door middel van brandbestrijdingDe bestrijdbaarheid dient op twee aspecten te worden beoordeeld:I. Bestrijden rampscenarioII. Inrichting van het gebied om bestrijding te faciliterenVoor de bestrijding van een calamiteit is de inrichting van het gebied van belang. Naast hettijdig aanwezig zijn met voldoende materieel is tevens de bereikbaarheid in algemene zin ende specifieke risicolocatie cruciaal. 6


Bestrijden rampscenarioUit het advies van de brandweer Zaanstreek-Waterland blijkt dat het aspect bluswater in hetgehele plangebied toereikend is.Inrichting van het gebied om bestrijding te faciliterenUit het advies van de brandweer Zaanstreek-Waterland blijkt dat het aspect bereikbaarheidin het gehele plangebied toereikend is.5.2 Effectbeperkende maatregelen op het gebied van zelfredzaamheidZelfredzaamheid is het zichzelf kunnen onttrekken aan een dreigend gevaar, zonderdaadwerkelijke hulp van hulpverleningsdiensten. De mogelijkheden voor zelfredzaamheidbestaan globaal uit schuilen en ontvluchting. Het zelfredzame vermogen van personen in debuurt van een risicovolle bron is een belangrijke voorwaarde om grote effecten bij eenincident te voorkomen.Het maatgevende scenario voor ongevallen met <strong>aardgastransportleidingen</strong> is verticaleuitstroming. Slachtoffers kunnen vallen door de warmtestraling en een drukgolf.Hiernaast kunnen rondvliegende brokstukken en glasscherven plaatselijk zware schadeaanbrengen aan personen en gebouwen.De mogelijkheden van zelfredzaamheid om slachtoffers te voorkomenBinnen het invloedsgebied van de <strong>aardgastransportleidingen</strong> naast bedrijfsgebouwen ookhet volkstuincomplex De Fenix en het ROC Horizoncollege.Binnen het invloedsgebied is vluchten de beste optie. Het effect van van het scenariofakkelbrand is zichtbaar en hoorbaar. Er kan verondersteld worden dat de aanwezigen hetrisico juist inschatten en dat zij van de risicobron af vluchten. Om snel en veilig te kunnenvluchten zijn er (nood)uitgangen nodig die van die risicobron, de hogedrukaardgastransportleiding, af zijn gericht.Het bevoegd gezag kan de zelfredzaamheid bevorderen door risicocommunicatie. Door tecommuniceren over de risico's weten de bewoners en aanwezigen wat de mogelijkecalamiteiten zijn bij buisleidingen en welke acties zij moeten ondernemen om zichzelf inveiligheid of naar een veilig gebied te brengen.Voor objecten waar verminderd zelfredzame personen verblijven of onderwijs wordtgegeven, kan een intern noodplan bijdragen aan het vergroten van de zelfredzaamheid.Door in het interne noodplan rekening te houden met externe calamiteiten en hier ook mee teoefenen, weet de leiding welke effecten kunnen optreden bij een ongeval met gevaarlijkestoffen.Tevens zijn zij op de hoogte welke acties zij moeten ondernemen om zichzelf en deverminderd zelfredzame personen in veiligheid of naar een veilige gebied te brengen.Inrichting om de zelfredzaamheid te kunnen faciliterenBehalve de vraag of zelfredding mogelijk is gezien de verschillende effectscenario's, zijn defysieke eigenschappen van bewoners, bezoekers, gebouwen en omgeving van invloed op devraag of die zelfredding optimaal kan plaatsvinden.VluchtwegenVoor het gehele plangebied geldt dat er voldoende vluchtwegen aanwezig zijn om hetplangebied in geval van calamiteit te ontvluchten. Geconcludeerd kan worden dat devluchtwegen een goede ontvluchting mogelijk maken. 7


6 ConclusieUit het voorgaande blijkt dat de aanwezigheid van <strong>aardgastransportleidingen</strong> in hetplangebied geen belemmering is voor de vaststelling van het bestemmingsplan"Bedrijventerreinen 2013" vanwege de volgende redenen: Het <strong>groepsrisico</strong> neemt niet toe als gevolg van het vaststellen van dit bestemmingsplan;De oriëntatiewaarde voor het <strong>groepsrisico</strong> wordt niet overschreden;Voor het plangebied binnen het invloedsgebied van de <strong>aardgastransportleidingen</strong> geldtdat er voldoende vluchtwegen aanwezig zijn om het plangebied in geval van calamiteit teontvluchten;Er zijn voldoende bluswatervoorzieningen en opstelplaatsen voor de brandweeraanwezig om een eventuele calamiteit te bestrijden.Het bevoegd gezag, de gemeenteraad van de gemeente Purmerend, acht het <strong>groepsrisico</strong>aanvaardbaar en accepteert het restrisico. 8

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!