BESLUIT ONTHEFFINGEN VERORDENING VARKENSLEVERINGEN

Artikel 6In de verordening is bepaald, dat aanvoer van varkens die afkomstig zijn vanvarkenshouderijbedrijven waarvan de exploitatie wordt gestaakt, niet meetellen bij hetmaximaal aantal aanvoer- en afvoeradressen. Deze bepaling is uitdrukkelijk niet vantoepassing bij het verbreken van de zakelijke relatie tussen twee varkenshouderijbedrijvenom andere redenen dan het staken van de exploitatie van een van devarkenshouderijbedrijven, omdat de doelstelling van de regeling dan niet meer kan wordengerealiseerd.Het staken van zeugenactiviteiten heeft gevolgen voor de VVL-status van eenvarkenshouderijbedrijf. Indien een ondernemer het bedrijf wil voortzetten met een C-, E- of F-status zal hij de ontheffingsaanvraag vergezeld moeten laten gaan van een nieuwestatusaanvraag. In de overige gevallen krijgt het bedrijf automatisch de D-status.Artikel 7Tenslotte kunnen A- en B-bedrijven ontheffing krijgen om in verband met nieuwbouw ofverbouw van hun bedrijf, tijdelijk varkens (bijvoorbeeld dragende zeugen) op een anderelocatie te huisvesten.Dergelijke bedrijven mogen dan eenmalig de zeugen verplaatsen naar een andere locatie envervolgens stapsgewijs terugplaatsen op het oorspronkelijke bedrijf.Artikel 8Een aanvraag voor ontheffing behoort aan de in dit artikel genoemde vereisten te voldoen.Artikel 9Dit artikel regelt de inwerkingtreding en citeertitel.Zoetermeer, 12 december 2007drs. J.J. Ramekers,voorzitter,drs. S.B.M. Jongerius,secretaris.6