13.07.2015 Views

Risicoanalyse verboden stoffen varkensketen 2009

Risicoanalyse verboden stoffen varkensketen 2009

Risicoanalyse verboden stoffen varkensketen 2009

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Risicoanalyse</strong>kritische <strong>stoffen</strong>in de <strong>varkensketen</strong>Februari <strong>2009</strong>Wetenschappelijke Raad Varkens


pagina 2 | <strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong>Inhoudsopgave• Inhoudsopgave 2• Voorwoord 3• Inleiding 5• Rolverdeling overheid en bedrijfsleven 7- Structuur en omvang bedrijfsleven 7• Kritische Stoffen 9- Indeling van kritische <strong>stoffen</strong> 9- Diergeneesmiddelen 9• Gebruik en toepassing 9• Verkrijgbaarheid 10- Veevoeder en milieu 11• Oorzaak van aanwezigheid vanmilieucontaminanten 11• Dioxine 11• Controle activiteiten 13- EU/NL 13- Toeleveranciers 13- Varkensbedrijf/sector (huidige situatie) 13• Analyse 15- Stof matrix combinatie 15- Analysemethode 15• Aanbevelingen 17Bijlage I Procentueel gebruik van antibiotica 18Bijlage II Antibioticagebruik bij varkens (Maran 2005) 19Bijlage III Residunormen kritische diergeneesmiddelenin diervoeders 20Bijlage IV Aanwezigheid van antibiotica in diervoeders 21Bijlage V De belangrijkste antibioticain de varkenshouderij 22Bijlage VI Aangetroffen residuen van antibiotica 23


<strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong> | pagina 3VoorwoordHierbij treft u de rapportage van de tweederisicoanalyse en het daarop gebaseerde advies van deWetenschappelijke Raad Varkens (WRV) aan.De risicoanalyse is door de Raad, wat betreft de scope,verbreed naar alle chemische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong>.Ik hecht er aan hier te melden dat ook de deelnemers uithet bedrijfsleven in deze Raad zeer gemotiveerd hebbenmeegewerkt aan deze risicoanalyse en zeer overtuigd zijnvan het feit dat het bedrijfsleven er zelf voor moet zorgendat hun producten aan de wettelijke voorschriften voldoenen de consument niet wordt blootgesteld aan ongewensteconcentraties van chemische <strong>stoffen</strong>. Ik ga er van uit datdit rapport en de aanbevelingen zullen bijdragen om dekwaliteit van de <strong>varkensketen</strong> nog een stapje hoger tebrengen.De antibiotica resistentieontwikkeling is geen onderwerpvan deze risicoanalyse geweest, omdat andere groepenzich daarover gebogen hebben. Wel zal een goedgeborgd gebruik van antibiotica bij de varkens ookhaar steentje bijdragen aan de vermindering van dieproblematiek.En tenslotte past een woord van dank aan de secretarisvan de WRV, de heer Bekman, die er voor zorgde dat allesook goed op papier kwam.Ik heb met veel plezier de besprekingen mogenvoorzitten.H. VerburgVoorzitter Wetenschappelijke Raad Varkens


pagina 4 | <strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong>


<strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong> | pagina 5InleidingSamenstelling WetenschappelijkeRaad Varkens (d.d. 01-01-09)Leden:drs. H. Verburgvoorzitterir. V.B.W. Cornelissen namens IKB Varkendr. G.H.M. CounottetoxicoloogM. Logtenberg namens IKB NederlandVarkensdr. R. Schiltapothekerprof. dr. J.H.H.Thijssen endocrinoloogPlaatsvervangende leden:ing. H.J.M. Boelrijknamens IKB VarkenT. Kroes namens IKB NederlandVarkensSecretariaat:ir. H. BekmanPVEDe Wetenschappelijke Raad Varkens is ingesteld opbasis van het Besluit Wetenschappelijke Raad Varkens.Dit besluit vloeit voort uit de Verordening MonitoringKritische Stoffen bij varkens van het Productschap Vee enVlees (PVV). De Raad heeft daarbij als opdracht om eenrisicoanalyse uit te voeren van de mogelijke aanwezigheidvan kritische <strong>stoffen</strong> bij varkens en/of producten daarvan.En tevens een advies te geven over de minimale vereisteinvulling van de controle- en analysestrategie als zijnde demonitoring.Varkenshouders, slachterijen en exportverzamelplaatsenkunnen aan de verplichting tot de monitoring voldoendoor deel te nemen aan een erkend kwaliteitsysteem datde monitoring uitvoert of door zich aan te melden bij hetproductschap voor de monitoring. Het productschap zalin het laatste geval zorgdragen voor het uitvoeren van debasismonitoring op die bedrijven.Onder kritische <strong>stoffen</strong> worden verstaan de <strong>verboden</strong><strong>stoffen</strong> (groep A uit bijlage I van Richtlijn EG/96/23),residuen van overige <strong>stoffen</strong> zoals antibiotica enmilieucontaminanten (groep B uit bijlage I van RichtlijnEG/96/23) en <strong>verboden</strong> toevoegingmiddelen voordiervoeding (art.11, lid 2 van EG/1831/2003). De laatstegroep zal in deze risicoanalyse worden aangeduid alsgroep C.Voor de risicoanalyse van de <strong>verboden</strong> <strong>stoffen</strong> (groep A)wordt verwezen naar het rapport ‘<strong>Risicoanalyse</strong> <strong>verboden</strong><strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong>’ uit 2007 van de WRV. Ditrapport is te vinden op www.pve.nl. De conclusies in datrapport zijn nog steeds actueel. Het huidige rapport isderhalve een aanvulling op voornoemd rapport inzakeeen risicoanalyse voor de residuen van de overige <strong>stoffen</strong>(groep B en C).


<strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong> | pagina 7Rolverdelingoverheid enbedrijfslevenHet bedrijfsleven geeft via de monitoringsactiviteiten binnende IKB-systemen, die o.a. gericht zijn op de afwezigheidvan <strong>verboden</strong> <strong>stoffen</strong> en residuen, en bij de deelnemersaan de basismonitoring, zelf garanties aan de consumentover de voedselveiligheid van haar producten. Hiermeewordt tegelijkertijd invulling gegeven aan de EU-regelgevingop het gebied van voedselveiligheid (AlgemeneLevensmiddelen Verordening en Richtlijn EG/96/23).De overheid heeft daarnaast een eigen verantwoordelijkheidin relatie tot de <strong>verboden</strong> <strong>stoffen</strong> en overige <strong>stoffen</strong>. Zijgeeft hier invulling aan door haar activiteiten in het kadervan de Nationale Plannen Hormonen en Overige Stoffen(VWA) en andere meer gerichte opsporingsactiviteiten (AID).Het bedrijfsleven informeert de overheid over eventueleovertredingen binnen de private kwaliteitssystemen inzake<strong>verboden</strong> <strong>stoffen</strong>. De overheid neemt dan het vervolgtrajectover en gaat over tot opsporing van strafbare feiten. Ditkan aanleiding zijn voor een bezoek van de AID, ondertoezichtplaatsing van het bedrijf e.d.. Tot op heden wordende door de overheid zelf aangetroffen <strong>verboden</strong> <strong>stoffen</strong> nietgemeld aan de IKB-systemen, waardoor ondersteunendeactiviteiten vanuit het bedrijfsleven ter preventie nietmogelijk zijn.Structuur en omvang bedrijfslevenVoor de structuur en omvang van de sector en haartoeleveranciers wordt verwezen naar het WRV-rapport2007. Ten opzichte van die beschrijving hebben zich geenwijzigingen van betekenis voorgedaan, met uitzonderingvan de financiële situatie in de varkenshouderij. Die iseind 2008 ongunstiger dan destijds in 2007.In aanvulling op het overzicht van de keten in hetrapport uit 2007 is het van belang de toeleveranciers vandiergeneesmiddelen te noemen, nl. de dierenartsen danwel dierenartsenpraktijken (samenwerkingsverbandentussen dierenartsen). Nederland kent ca. 500dierenartsen en ca. 400 dierenartspraktijken die zich metvarkensgezondheidszorg bezig houden. De relatie tussende dierenarts en varkenshouder is voor IKB-bedrijven (IKBVarken/IKB Nederland Varkens) vastgelegd in een IKBmodelovereenkomst.Overschrijdingen van maximum residu limieten vantoegelaten diergeneesmiddelen uit de groep B zullen aande overheid gemeld worden. Overschrijdingen zullen tevensdoor het kwaliteitssysteem verder worden opgepakt. Voorgroep C wordt een grenswaarde voor residuen gehanteerd,omdat hierbij bewust <strong>verboden</strong> gebruik dient te wordenopgespoord.


pagina 8 | <strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong>


pagina 10 | <strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong>valt niet onder de scope van de WRV, maar dit onderwerpwordt opgepakt in het kader van het MasterplanVarkenshouderij.Vanuit economisch gewin zou de eigenaar/houder vande dieren in de verleiding kunnen komen om (<strong>verboden</strong>)diergeneesmiddelen preventief toe te passen om daarmeeeen groeibevorderende werking te realiseren.Dat is de reden om naast groep B ook onderzoek naargroep C-<strong>stoffen</strong> 1 (zgn. antimicrobiële groeibevorderaars,AMGB’s) in het analyseprogramma op te nemen.Om vast te stellen of dit verbod in Nederland door devarkenshouders wordt nageleefd stelt de WRV voortenminste 5 van de AMGB’s bij monstername en analysete betrekken.Daarnaast kunnen antibioticaresten in varkensvoerzorgen voor onbewust gebruik van antibiotica bij varkens.Binnen het GMP+-systeem van de diervoedersector zijnmaxima vastgesteld voor een dergelijke contaminatie(zie bijlage III). Ook bij inmenging van medicijnen opde varkensbedrijven (bijv. brijvoedersystemen) bestaatde kans op (langdurige, onbedoelde) verslepingvan antibiotica in het veevoer. Bevindingen vanantibioticaresiduen ruim onder de MRL grens zouden hierwel eens hun bron kunnen vinden.In bijlage IV, uit de rapportage Nationaal Plan ongewenste<strong>stoffen</strong> in diervoeders 2006 van de VWA, is deaanwezigheid van antibiotica en coccidiostatica doorongewenste versleping in diervoeders weergegeven.Residu onderzoek, dat door de WRV wordt voorgesteld inde slachtfase, in combinatie met voedselketeninformatiekan in de toekomst wellicht ook meer duidelijkheid gevenover deze problematiek.In Nederland worden dierenartsen bij de behandelingvan zieke dieren geacht gebruik te maken van hetFormularium varkens. Dit Formularium is opgestelddoor een werkgroep Veterinair Antibioticumbeleidvan de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voorDiergeneeskunde (KNMvD). Als de dierenarts ditFormularium gebruikt, draagt hij/zij bij aan eenadequate behandeling van de ziekte en tevens aanhet zoveel mogelijk voorkomen van het ontstaan vanantibioticaresistentie.Het behandelen volgens een van het Formulariumafgeleid bedrijfsformularium is opgenomen in de IKBmodelovereenkomstentussen varkenshouder endierenarts.De aankoop en toepassing van diergeneesmiddelendient conform de Diergeneesmiddelen-regeling (art.91, lid 3-5) te worden geregistreerd. Circa 90% vande varkenshouders is aangesloten bij één van de tweekwaliteitssystemen die momenteel in de varkenssectoractief zijn. In deze kwaliteitssystemen wordt via de IKBvoorschriftenen de controle daarop aandacht gegevenaan diergeneesmiddelenaankoop en -gebruik en deregistratie daarvan op de varkenshouderij.De positieve lijst diergeneesmiddelen voor IKB-Varkensbedrijven (www.pve.nl) bepaalt welkediergeneesmiddelen op deze IKB-bedrijven mogenworden toegepast en welke (verlengde) wachttermijndaarbij hoort. De extra wachttermijn, boven op dewettelijk voorgeschreven wachttermijn, geeft deconsument extra garantie dat blootstelling aan productenmet een overschrijding van de residutolerantie wordtvoorkomen.VerkrijgbaarheidIn 2008 zijn nieuwe voorschriften voor het verstrekken vanantibiotica van kracht geworden.Daarbij is onderscheid gemaakt tussen medicijnen diealleen op recept mogen worden geleverd (POM) enmedicijnen die niet op recept (non-POM) kunnen wordengeleverd. Deze werkwijze voor het verstrekken vanmedicijnen stelt beperkingen aan het legaal verkrijgen vanmedicijnen.Het merendeel van de medicijnen is tevens verkrijgbaarvia internet, waarmee de verkrijgbaarheid geen beletselhoeft te vormen voor een eventuele (illegale) toepassing.Illegaal verkregen middelen zullen naar verwachting niet inhet logboek verschijnen.De vraag blijft of de prijsverschillen van dediergeneesmiddelen van dien aard zijn dat devarkenshouder zijn relatie met eigen dierenarts resp. hetimago van hemzelf resp. de sector daarvoor op het spelwil zetten.De WRV zal met behulp van de uitkomsten van onderzoekin de slachtfase en ook bij export van levende varkenseen antwoord op deze vraag bewerkstelligen.De verwachting van de WRV is dat gelet op het relatiefmarginale aantal gevonden overschrijdingen van de MRLvoor antibiotica bij slachtvarkens in de nationale plannenvan de overige lidstaten en Nederland dit een nonprobleem zal blijken te zijn.1 Sinds 2006 bestaat een algeheel verbod in de EU voor het gebruik vanzg. antimicrobiële groeibevorderende middelen (AMGB’s) zoals virginiamycine,avoparcine, avilamycine, etc. (EG/2003/1831, artikel 11, lid 2).


<strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong> | pagina 11Veevoeder en milieuOorzaak van aanwezigheid van milieucontaminantenResiduen van milieucontaminanten (groep B, sub3) komen in dieren voor als gevolg van directeverontreiniging van voer en/of grond<strong>stoffen</strong> (bijvmycotoxinen), bodem (PCB’s), water en/of lucht of doorcontaminatie.Voor de meeste toegelaten <strong>stoffen</strong> enmilieucontaminanten blijkt uit een rapportage aan hetPDV-bestuur over 2007 dat voeders op die punten weinigreden tot zorg geven. De rapportage van de VWA inzakehet Nationaal Plan ongewenste <strong>stoffen</strong> in diervoeders2006 geeft eveneens geen aanleiding tot nader onderzoeknaar milieucontaminanten.Wat <strong>verboden</strong> <strong>stoffen</strong> betreft, voorzover die onderwerpzijn van dit rapport, blijkt uit de rapportage van hetProductschap Diervoeder dat er geen onderzoek heeftplaatsgevonden in 2007, met uitzondering van onderzoeknaar chlooramphenicol in enkele melkpoeders.De aanwezigheid van schimmels in grond<strong>stoffen</strong>/voeris een aloud probleem en heeft deels te maken met deweersomstandigheden tijdens het groei- en oogstseizoen.De aanwezigheid van schimmels is met name eenprobleem voor (de gezondheid van) het dier zelf en veelminder voor de volksgezondheid of voedselveiligheid. Vanalle bekende mycotoxinen in veevoeder voor varkens, isalleen ochratoxine A van belang voor de voedselveiligheidvoor mensen (EFSA-Q-2005-154, EFSA Journal 2006,365). Onderzoek naar residuen in veevoer ten behoevevan de gezondheid van varkens is noodzakelijk, maaronderzoek van veevoer ten behoeve van de humanevoedselveiligheid lijkt niet zinvol.DioxineNaast dioxine verontreiniging via veevoeder, zou dezeverontreiniging tevens kunnen voorkomen bij varkens diebuiten gehouden worden. Om een vinger aan de polste houden stelt de WRV voor om zelf een klein projecthiervoor op te stellen van een beperkt aantal vetmonstersvan (biologische/scharrel) varkenskarkassen.


pagina 12 | <strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong>


<strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong> | pagina 13ControleactiviteitenEU/NLOp grond van Richtlijn EG/96/23 worden in alleEU-landen door de overheid residucontrole-programma’s(Nationaal Plan Residuen in dieren en dierlijke producten)uitgevoerd. In de bijlage van de richtlijn zijn minimalebemonsteringsfrequenties voor de lidstaten bepaald.De controleprogramma’s kunnen naar boven wordenbijgesteld als daar aanleiding toe is. De uitvoering vanhet Nationaal Plan Residuen bevindt zich op het minimaalvereiste niveau. Dit betekent voor de varkenssectordat op slachthuisniveau circa 3000 monsters wordengenomen voor onderzoek op residuen van antibiotica enmilieucontaminanten.Een overzicht van de bevindingen binnen de EU in 2006staat in bijlage VI (Bron: EU-rapportage over 2006).ToeleveranciersIn het kader van GMP+ en het sectoralemonitoringsprogramma van het Productschap Diervoederworden analyses verricht op de aanwezigheid vansalmonella, aflatoxine B1 en overige mycotoxinen, dierlijkeiwit, zware metalen en dioxinen, clostridia, gisten enschimmels, PCB’s en pesticiden.Met het oog op deze risicoanalyse is verder deaanbeveling van de Europese Commissie d.d. 14december 2005 van belang inzake het gecoördineerdecontroleprogramma op het gebied van de diervoedingvoor het jaar 2006 krachtens Richtlijn 95/53/EG van deRaad (2005/925/EG). Hierin adviseert de Commissie delidstaten een gecoördineerd programma uit te voeren opmycotoxinen (waaronder ook zearalenon uit groep A4). DeVWA heeft deze aanbevelingen allemaal overgenomen.Het Nationaal Plan ongewenste <strong>stoffen</strong> en <strong>verboden</strong>materialen in diervoeders 2008 van de VWA staat op deVWA-website.Varkensbedrijf/sector (huidige situatie)Bij de huidige vleeskeuring door de overheid (VWA)wordt de controle op toegelaten diergeneesmiddelenuitgevoerd door monsters te nemen en te onderzoekenop het voorkomen van residuen, o.a antibiotica enchemotherapeutica. Deze monsters worden genomenvolgens een vraagprogramma van het VWA laboratoriumconform de door de EU voorgeschreven NationalePlannen.Daarnaast worden geslachte varkens waarvan deVWA-medewerker de indruk heeft dat het dier mogelijkrecent behandeld is, ook bemonsterd en onderzocht opoverschrijding van de MRL.Zo’n verdenking kan voortkomen uit de meegezonden VKI(voedselketeninformatie) waarop ziekte of behandeling isgemeld door de varkenshouder.De controle door het bedrijfsleven zelf op het gebruik vanantibiotica beperkt zich momenteel tot de deelnemersvan de kwaliteitssystemen. De controle op hetvarkensbedrijf bestaat uit een aanwezigheidscontrolevan diergeneesmiddelen conform de positieve lijst, deaanwezigheid van een behandelplan en de registratievan het gebruik van diergeneesmiddelen in demedicijnadministratie.Varkenshouders die buiten de kwaliteitssystemenopereren ondervinden vooralsnog geen enkele controlevanuit de sector zelf. Met de invoering van de Verordening


pagina 14 | <strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong>Monitoring Kritische Stoffen bij varkens in <strong>2009</strong> komt hiereen einde aan.Een aantal vleesverwerkingsbedrijven heeft eensteekproefsgewijze monitoring van residuen van debelangrijkste antibiotica aan de slachtlijn. De resultatendaarvan worden teruggekoppeld aan de leverancier, maarniet altijd aan derden (bijv. kwaliteitssystemen). IngevalMaximum Residu Limieten (MRL’s) worden overschreden,stelt het (VWA-)lab de AID daarvan op de hoogte. Hetverdient aanbeveling deze terugkoppeling van MRLoverschrijdingenin de toekomst in ieder geval ook tedoen binnen de kwaliteitssystemen ter verdere versterkingvan de controle op de naleving van de wachttermijnen.Daarnaast zal deze vorm van residu-controle ook wordengestart bij de export van levende varkens.Met de inwerkingtreding van de autonome PVVverordeningMonitoring Kritische Stoffen is het voornemende controle op <strong>verboden</strong> <strong>stoffen</strong>, op residuen vanantibiotica en milieucontaminanten vanuit de sector zelfop te pakken voor de gehele varkenssector in Nederland.


<strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong> | pagina 15AnalyseStof matrix combinatieDe monitoring op residuen van antibiotica in het kader vanvoedselveiligheid is het meest effectief na aanvoer op deslachterij en vindt normaliter plaats bij geslachte dieren.Dit geldt niet voor middelen uit groep C. Deze middelendienen juist in de houderijfase te worden gemonitord.Deze <strong>stoffen</strong> zijn bedoeld voor de beïnvloeding van dedarmflora, maar worden niet of zeer beperkt opgenomendoor het lichaam en geven daardoor geen tot weinigresiduen in bijvoorbeeld vlees. Sommige middelen zijnnog op recept als gemedicineerd voeder beschikbaarvoor de varkenshouderij, namelijk die antibiotica die voortherapeutisch gebruik nog zijn toegelaten. De overigemiddelen mogen niet worden aangetroffen in varkensvoeren/of varkens(producten).methoden beschikbaar. Dit betreft microbiologischescreeningmethoden en instrumentele screening- enbevestigingsmethoden. De microbiologische methodenzijn slechts in beperkte mate in staat tot kwantificering,hiervoor is een instrumentele (bv. LC-MS/MS) methodenoodzakelijk.Voor het onderzoek van AMGB’s zijn enkelescreeningsmethoden (zowel microbiologisch als immunoassays)beschikbaar. Voorts zijn er instrumentelemethoden (LC-MS/MS) operationeel waarmee debelangrijkste <strong>stoffen</strong> in één analyserun bepaald kunnenworden.In bijlage V zijn de belangrijkste antibiotica (naarwerkzame <strong>stoffen</strong>) opgenomen voor zowel levende dierenten behoeve van administratieve verificatiecontroles alsbij geslachte dieren ten behoeve van de residu controle.De te bemonsteren matrix in de slachterij is de nier ofspierweefsel uit de nek (of schouder). De WRV komt meteen nader advies voor de monitoring op residuen bij deexport van levende varkens.AnalysemethodeVoor de analyse op residuen bij geslachte varkensvoldoen gevalideerde en geaccrediteerde methoden dieMRL-overschrijdingen aantoonbaar maken.Voor het onderzoek van antibiotica (niet zijnde AMGB’s)in spierweefsel en uier (MRL controle) zijn er verschillende


pagina 16 | <strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong>


<strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong> | pagina 17AanbevelingenAanbevelingen aan de voorzitter van het ProductschapVee en Vlees:1. Voor de controle op <strong>verboden</strong> <strong>stoffen</strong> (groep A)wordt, gelet op het feit dat geen <strong>verboden</strong> <strong>stoffen</strong> zijnaangetoond in de periode 2004 tot en met december2008, voorgesteld de frequentie van de monitoring vandeze <strong>stoffen</strong> te verlagen. De daardoor vrijgemaaktemiddelen kunnen worden ingezet voor onderzoek naar<strong>stoffen</strong> uit de groepen B en C;2. Voor wat betreft de overige <strong>stoffen</strong> wordt voorgesteldde middelen in te zetten op het gebruik van AMGB’sin de boerderijfase (groep C) en op de aanwezigheidvan residuen (groep B) in de slachthuisfase. Deresultaten uit de monitoring op de slachterijen kunnentegelijkertijd dienen als extra verificatie op de verplichtevoedselketeninformatie;3. In de boerderij fase onderzoek te verrichten vantenminste 5 <strong>stoffen</strong> van groep C (AMGB’s), waarbijrekening wordt gehouden met eventueel aanwezigeattesten voor gemedicineerde voeders;4. De Raad adviseert alle MRL-overschrijdingen actiefaan de overheid te melden;5. De overheid heeft meegedeeld dat er geen nieuwe<strong>verboden</strong> <strong>stoffen</strong> of analysemethoden voor <strong>verboden</strong><strong>stoffen</strong> zijn te melden, die aan het programmatoegevoegd kunnen worden. Voorgesteld wordt dehuidige <strong>verboden</strong> <strong>stoffen</strong>lijst ook te hanteren voor<strong>2009</strong>;6. Voor de monitoring MKS <strong>stoffen</strong> bij niet-deelnemersaan IKB-systemen een controle op ieder bedrijf te latenuitvoeren om na te gaan in welke mate extra garantiesaanwezig zijn met betrekking tot aangeleverde voedersen diergeneesmiddelen. De controle kan zich toespitsen op aanwezigheid van niet-GMP+ voedersen diergeneesmiddelen, welke niet afkomstig zijnvan de bedrijfseigen dierenarts. Gelet op het risicovan een overschrijding van de MRL, omdat mogelijkniet de ‘Positieve lijst diergeneesmiddelen voorvarkensbedrijven’ met verlengde wachttermijnenwordt gebruikt, wordt geadviseerd bij slachterijen diedeelnemen aan de basismonitoring het dubbele aantalmonsters te nemen als bij slachterijen die deelnemenaan een IKB-systeem. Van deze laatste is immersbekend dat zij overwegend varkens afkomstig van deIKB-bedrijven aanvoeren;Als de bedrijven die deelnemen aan de basismonitoringbeter in beeld zijn gebracht, kan een verdiependerisico-analyse worden uitgevoerd;7. Aangezien het GMP+-programma van het PDVnagenoeg geen <strong>verboden</strong> <strong>stoffen</strong> (groep A) in haarprogramma heeft opgenomen, zal de monitoring op deprimaire bedrijven een blijvend aandachtspunt moetenzijn;8. De Raad heeft een bemonsterings- en analysestrategie voor de totale monitoring in <strong>2009</strong> opgesteld,welke separaat aan het PVV-bestuur zal wordenaangeboden.


pagina 18 | <strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong>Bijlage IProcentueel gebruik van antibiotica voor alle diersoorten in Nederland in 2007.(Uit: FIDIN antibioticarapportage 2007 opgesteld door de FIDIN werkgroep Antibioticumbeleid september 2008)Groepen antibiotica% van het totale gebruikPenicillinen/cefalosporinen 11%Tetracyclinen 57%Macroliden 10%Aminoglycosiden 2%Fluoroquinolonen 2%Trimethoprim/sulfa’s 17%Andere 1%Totaal diergeneesmiddelen 100%


<strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong> | pagina 19Bijlage IIAverage number of daily dosages per animal year (dd/ay) administered as group medication or individual (ind.)medication in fattening pigs and in sows inclusive piglets in 2006, continuous monitoring programme (only farmssampled in 2004 and in 2005 are included)(uit: Maran 2005)Therapeutic group Active substance Fattening pigs Sows and piglets2004 2005 2004 2005Penicillines Benzylpenicillin 0,29 0,30 0,93 0,77Ampcillin 0,12 0,12 0,85 0,80Amoxicillin 0,04 0,01 1,63 3,27Total 0,45 0,43 3,41 4,84Cephalosporines Cefquinome 0 0 0,01 0,02Ceftiofur 0 0 0,01 0,02Total 0 0 0,02 0,04Macrolides Tilmicosin 0,09 0,03 0,27 0,56Tylosin 0,55 1,12 0,25 0,17Tulathromycine - 0,01 - 0,05Total 0,64 1,16 0,52 0,78Quinolones Flumequine 0 0 0,19 0,28Enrofloxacin 0,01 0,01 0,02 0,04Total 0,01 0,01 0,21 0,32Sulphonamides Tmp-sulfadiazine 0,63 1,09 4,77 2,13and trimethoprim Tmp-sulfadoxine 0 0 0,16 0,07Tmp-sulfamethoxazole 0,38 0,56 3,97 4,38Total 1,01 1,65 8,90 6,58Tetracyclines Doxycycline 5,33 5,00 2,32 3,72Oxytetracycline 4,92 5,34 5,77 5,73Total 10,25 10,34 8,09 9,45Aminoglycosides Gentamicin 0,02 0,03 0,08 0,11Neomycin 0 0 0 0,02Total 0,02 0,03 0,08 0,13Combinations Lincomycin-spectinomycin 0,02 0,01 0,52 0,58Amoxicillin-colistin 0,06 0,01 0,16 0,15Neomycin-benzylpenicillin 0,01 0,02 0,07 0,07Dihydrostreptomycin-nezylpen-nafcilline 0 0,21 0 0,11Dihydrostreptomycin-benzylpenicillin 0,33 0,20 0,99 0,62Total 0,42 0,24 1,74 1,42Others Tiamulin 0 0 0,02 0,00Colistin 0,05 0,08 1,48 2,33Florfenicol 0,02 0,01 0,02 0,01Total 0,07 0,09 1,52 2,34Total 12,87 14,39 24,48 26,01


pagina 20 | <strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong>Bijlage IIIResidunormen Kritische Diergeneesmiddelen in diervoederssamenvatting residunormen kritische diergeneesmiddelenUit GMP+ -certificatieschema diervoedersector 2006. Productnormen (inclusief residunormen),bijlage 1 (versie 24 oktober 2008).Diergeneesmiddel Vastgestelde maximum residunormen in diervoeders 1 in ppm Vastgesteldevoorzorgsmaatregelvoor melkveeLeghennen 2 Vleeskuikens 3Vleeskalkoenen 3Sulfadiazine-natrium 5 8 1 1*Sulfamethoxazol 5 8 1 1*Doxycycline 8 8 10 -* 1 charge*Oxytetracycline 1** 10 10 -* 1 charge*Ivermectine 0.1 0.1 0.1 -* 1 charge*Tiamuline 1 8 10 -* 1 charge*Tilmicosine 1 4 10 -* 1 charge*Trimethoprim16 Gekoppeld aan sulfadiazine en daarmee voldoende geborgdVoor export (niet inNL voor diervoedergeregistreerdemiddelen) en vooreventuele nieuweregistraties in NL1 1 1 1* 1 charge**1 De max. residunormen voor voormengsels bedragen max. 25% van aangegeven residunormen voor diervoeders, berekend op diervoederbasis2 Voeders die verstrekt worden aan leggende dieren3 Voeders die verstrekt worden vanaf 5 dagen voor het slachten4 Voeders die verstrekt worden vanaf 28 dagen voor het slachten5 Voeders die verstrekt worden aan melkgevende koeien, geiten en schapen* Melkveevoeders mogen niet direct nadat voeders met deze toevoegings- en diergeneesmiddelen zijn bereid, op dezelfde productielijnen wordengeproduceerd.** Op dit moment is er onvoldoende kennis beschikbaar, om voor deze categorieën een residunorm voor deze diergeneesmiddelen vast te leggen.


<strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong> | pagina 21Bijlage IVAanwezigheid van antibiotica, ionoforen en coccidiostatica in diervoerders (Uit: Nationaal Plan ongewenste <strong>stoffen</strong> indiervoeders van de overheid, resultaten 2006)Antibiotica, Ionoforen medicinaal versleping Coccidiostatica verslepingAmoxicilline 1 3 Nicarbazin 22Avilamycine 1 Robenidine 6Sulfadiazine 1 2Tetracyclines 18Tilmicosine 1Trimethoprim 1Tylosine 3Narasin 8 9Monensin-NA 2 2Salinomycine-NA 12 16Onbekend 6Totaal 403 26 60 137 28Toelichting: In totaal zijn in 2006 540 monsters onderzocht, 403 op antibiotica en 137 op coccidiostatica.


pagina 22 | <strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong>Bijlage VDe belangrijkste antibiotica welke worden gebruikt in de varkenshouderij(Bron: Positieve lijst diergeneesmiddelen IKB-varkensbedrijven 2008)Antibiotica (werkzame stof)AmoxicilineApramycineCefquinomeCeftiofurChloortetracyclineColistineDihydrostreptomycineDoxycyclineEnrofloxacineFlorfenicolFluméquineGentamycineLincomycineMarbofloxacineNeomycineOxolinezuurOxytetracyclinePenicilline GSpectinomycineSulfachloorpyridazineSulfadiazineSulfadimethoxineSulfadimidineSulfadoxineSulfamethoxazoleTiamulineTilmicosineTrimethoprimTulathromycineTylosineValnemulin


<strong>Risicoanalyse</strong> voor kritische <strong>stoffen</strong> in de <strong>varkensketen</strong> | pagina 23Bijlage VIAangetroffen residuen van antibiotica (Groep B, sub 1) in het kader van de uitvoering van nationale plannen in delidstaten over 2006 (Uit: http://ec.europa.eu/food/food/chemicalsafety/residues/workdoc_2006_en.pdf)PIGS Antibacterials IE (6); PL (6) 12Target Benzylpenicillin, DE (1); DK (3); ES (1) 5Chlortetracyclin ES (12); UK (3); GR (2); IE (2); IT (1) 20Ciprofloxacin IT 2Danofloxacin AT 1Dihydrostreptomycin CZ (1); FR (1) 2Doxycyclin BE (4); ES (9); NL (7) 20Enrofloxacin DE (1); ES (4); IT (2) 7Epi-Chlortetracycline UK 3Inhibitors DE 308Lincomycin CY (1); DK (1) 2Marbofloxacin DE 1Oxytetracyclin DE (1); EE (1); ES (28); FR (3); HU (1); IT (1); NL (10) 45Penicillins (group) IE 1Sulfadiazine BE (4); CY (2); DE (2); ES (7); FR (1); UK (2); GR (2); IE (1); NL (2) 23Sulfadimethoxin BE (2); GR (1); IT (5) 8Sulfamethazine BE (1); ES (5); PT (2) 8Sulfamethoxazol NL 1Sulphadimidine CY (2); DE (1) 3Tetracyclin DE 4Total target pigs 476Toelichting: Bovengenoemde resultaten zijn het gevolg van gerichte monstername, waarbij rekening is gehouden metminimaal de volgende criteria: sexe, leeftijd, soort, voersystemen, beschikbare achtergrond informatie eneventuele bewijs van misbruik van <strong>stoffen</strong>. De resultaten van NL zijn tot stand gekomen met de NieuweNederlandse Nier Test (NNNT), waarvan bekend is dat deze een hoog aandeel vals positieven geeft te zien.De resultaten zijn niet ter bevestiging geanalyseerd.N.B.Met betrekking tot <strong>verboden</strong> <strong>stoffen</strong> (groep A) zijn in de EU in het kader van de uitvoering van de nationaleplannen 26 overtredingen gevonden voor subgroep A3 (voornl. nandrolon), 10 voor A5 (clenbuterol) en 15voor A6 (voornl chlooramfenicol), waarvan 1 in NL voor chlooramfenicol.


Wetenschappelijke Raad VarkensPostbus 4602700 AL ZoetermeerT 079 368 71 00F 079 368 70 87www.pve.nlpve@pve.nlWetenschappelijke Raad Varkens

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!