Ik was inmiddels aanbeland bij de familie van de Processierupsvlinders; logisch dat het Engelsevlinderboek geen oplossing had <strong>voor</strong> mijn probleem, want deze vlinders komen in Engeland (nog) niet<strong>voor</strong>. Inmiddels genieten ze bij ons, met name door de irriterende werking van de brandharen van derupsen, landelijke bekendheid. Maar dan hebben we het over de Eikenprocessie-rupsvlinder(Thaumetopoea processiones), die hier de laatste twintig jaar in steeds grotere aantallen wordtaangetroffen.En hoewel deze vlinder enigszins voldeed aan het profiel, hield ik mijn twijfels. Was het misschienzijn familielid, de Dennenprocessierupsvlinder (Thaumetopoea pinivora). Ook niet zo <strong>voor</strong> de handliggend, want deze vlinder is in ons land slechts eenmaal met zekerheid vastgesteld, namelijk in dezeventiger jaren, maar daarvan is bewezen, dat die met ingevoerde dennen in Nederland terecht isgekomen. Maar goed, misschien toch een tweede exemplaar ??? De laatste tijd maken wel meerzuidelijke soorten hun opwachting in ons doorgaans koude landje.Uiteindelijk maar een e-mail naar Rob de Vos van het Zoologisch Museum in Amsterdam, met devraag of er de laatste tijd exemplaren van de Dennenprocessierups waren aangetroffen in onze regio.Het antwoord kwam per kerende “post”. Nee geen meldingen en een exemplaar van de “Pinivora” waszeer onwaarschijnlijk, zo niet onmogelijk. Waarschijnlijk was het een sterk getekend exemplaar van deEikenprocessierupsvlinder, waarvan de mannetjes aan het einde van de zomer door het hele landzwerven. Deze vlinders komen gemakkelijk op licht. Maar als ik foto’s had, dan deze graag toezenden,zodat met zekerheid kon worden vastgesteld om welke vlinder het ging.Inmiddels, na het opsturen van de foto’s en de reactie van Rob de Vos, is het raadsel opgelost:het gaat om een derde soort Processierupsvlinder, namelijk een mannelijk exemplaar van deThaumetopoea pityocampa, (nog) niet in het bezit van een Nederlandse naam, maar we noemen hemgemakshalve ook maar Dennenprocessierupsvlinder.In Europa, Azie en Afrika komen vier soorten processierupsvlinders <strong>voor</strong> waarvan de rupsen opnaaldbomen leven. Om te beginnen, de Th. Pinivora, een soort die <strong>voor</strong>komt op o.a Grove dennen in hetoostelijk deel van Europa en lokaal in centraal Europa. Vervolgens de Th. Bonjeani een soort die wordtaangetroffen op cederbomen in Afrika en het middenoosten. Voorts de Th. Wilkinsoni in het oostelijk deelvan het Middelandse zeegebied, zoals Turkije, Israël, Jordanië en Syrië. En tenslotte de door mijgevonden Th. pityocampa die <strong>voor</strong>komt in dennenbossen in het Middellandse zeegebied vanaf Marokkoen Spanje tot Griekenland, maar ook vrij noordelijk in Frankrijk en Zwitserland wordt waargenomen.. Afen toe zijn er meldingen uit Oostenrijk en Hongarije. Overigens werden de twee laatstgenoemden tot<strong>voor</strong> kort als een soort beschouwd.Blijft de vraag: Hoe komt zo’n vlinder nu in Nederland terecht. Het kan zijn dat we met eenadventief hebben te maken, dat wil zeggen dat de vlinder hier niet op eigen kracht is gekomen, maarmeegelift met een (vakantie)auto of trein. Of is het een <strong>voor</strong>bode van een groter aantal exemplaren diegeleidelijk aan naar het noorden oprukken. De tijd zal het leren. Ik ben benieuwd of we de komendejaren meer waarnemingen tegemoet mogen zien. Maar <strong>voor</strong>lopig is het een nieuwe soort die inNederland nog nooit is aangetroffen.Henk van Woerden.EN TOEN . . . . . . . VOGELFESTIVAL IN DE OOSTVAARDERSPLASSENSovon vogelonderzoek, Staatsbosbeheer en Vogelbescherming organiserendit jaar weer een VOGELFESTIVAL in het weekend van 28 en 29 augustus<strong>2004</strong>.Deze keer zullen de activiteiten plaatsvinden in de Oostvaardersplassen.De <strong>KNNV</strong> Uitgeverij en de landelijke <strong>KNNV</strong> hebben samen een grote tentgehuurd om acte de presence te geven. Het publiek zal worden geïnformeerd
over beide organisaties en natuurlijk zal er geprobeerd worden nieuwe leden tewerven.Het zou fijn zijn als leden van afdelingen in het Gewest IJsselstreek zoudenhelpen de stand te bemannen. Ook kunnen vogelaars of vogelwerkgroepen ietsover vogels laten zien. Dat maakt de tent nog levendiger. Bovendien maken weer samen een gezellige dag van.Onze ervaringen met het Vroege Vogelfestival vorig jaar in Apeldoornwaren zo positief, dat we ook dit festival van harte bij u kunnen aanbevelen,zowel als bezoeker als stand–medewerker. Het publiek is enthousiast engeïnteresseerd.Zijn er leden die een uurtje in de <strong>KNNV</strong>–tent willen meewerken? Als ermeerdere mensen helpen is het <strong>voor</strong> iedereen mogelijk om ook wat van hetoverige spektakel te zien. Graag!Margriet Maan zal uw naam doorgeven aan het organiserend comité.Vermeldt u er ook bij wanneer u beschikbaar bent? Bij <strong>voor</strong>baat dank.15Amsterdwn, 28 septernber <strong>2004</strong>