Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
COACHEN VAN JONG TALENT<br />
Felix deelt zijn ervaring ook om jonge, aankomende radiomakers<br />
te helpen bij het leren van het vak. Vooral mensen van de regionale<br />
omroep, maar ook presentatoren die werken in Hilversum. Meestal<br />
begint hij met het kritisch beluisteren van een recent programma<br />
van zo iemand. Alle interviews worden tot op het bot gefileerd. Bij<br />
elke vraag wil hij weten waarom die gesteld wordt. Hij legt de meest<br />
gemaakte fouten uit.<br />
“Mensen weten soms geen eind aan een vraag te breien, het gaat<br />
maar door. Of ze luisteren niet en stellen een verkeerde vraag, of ze<br />
stellen de vraag die op papier staat en al lang beantwoord is. Wat<br />
ook regelmatig gebeurt, is dat ze twee vragen tegelijkertijd stellen<br />
en dat de geïnterviewde er dan vandoor gaat met de makkelijkste<br />
vraag, terwijl er niet op wordt gelet of de andere vraag ook wordt<br />
beantwoord.“<br />
GOEDE INTERVIEWERS<br />
Felix heeft in het verleden in interviews gezegd dat hij Clairy Polak<br />
een uitstekende interviewer vindt. Wij willen natuurlijk graag weten of<br />
er niet ook jongere mensen zijn die het vak beheersen en misschien<br />
zelfs in zijn voetsporen kunnen treden. Hij moet even nadenken,<br />
maar dan komen er toch een paar, misschien niet al te verrassende,<br />
namen. Zo vindt hij Coen Verbraak (winnaar van onder meer de<br />
Sonja Barend Award) een goede interviewer en Paul Witteman<br />
en Jeroen Pauw. “Jeroen kan briljant zijn als hij op dreef is. Let wel:<br />
als. Maar dat geldt voor iedereen.” Hij grinnikt even. Wij vragen<br />
nog even naar zijn bekende VARA-collega Matthijs van Nieuwkerk.<br />
“Matthijs is ook goed, maar hij is meer van de gesloten vragen. Door<br />
de dynamiek van het programma [De Wereld Draait Door] moet het<br />
kort, zo voorkom je dat mensen alsnog uitgebreide antwoorden<br />
geven. Bij de radio is meer tijd voor een gesprek. Dan ga je ook<br />
makkelijker de diepte in.”<br />
Over Joost Eerdmans is Felix minder te spreken. “Hij is natuurlijk<br />
buitengewoon vooringenomen. Het is inmiddels wat beter, maar je<br />
kon horen dat hij niet gewend was om om te gaan met het medium<br />
radio. Hij wist in het begin soms niet meer wie hij aan de telefoon<br />
had, wie er net iets geroepen had... Ik vind de toon van het<br />
programma [Avondspits] ook niet fijn: de roeptoeter, hij laat iedereen<br />
meninkjes verkondigen en dan laat hij de eigen mening prevaleren,<br />
dat, dat…” Hij probeert het netjes te houden en met moeite lukt<br />
het hem om op een beleefde manier toch duidelijk te maken dat<br />
hij er niets van moet hebben. Felix houdt van radio en wie er niet<br />
respectvol mee omgaat heeft er niets te zoeken. “Eerdmans gaat<br />
gelukkig doen waar hij goed in is. En daarom keert hij vanaf januari<br />
niet meer terug op Radio 1, maar wel in de politiek.”<br />
Toch is het niet zo dat het alleen om het medium gaat, dus ook<br />
Joost Eerdmans doet sommige dingen wel goed. “Er moet natuurlijk<br />
wel een persoonlijkheid achter de microfoon zitten en dat<br />
is hij ontegenzeggelijk, maar zijn manier van doen bevalt me niet zo.”<br />
Wat is de persoonlijkheid van Felix Meurders dan? “Ja, dat ben IK.”<br />
Hij lacht.<br />
RADIO VS. TV<br />
In zijn carrière is Felix niet alleen op de radio geweest. Zo heeft hij<br />
onder andere meer dan twintig jaar het consumentenprogramma<br />
Kassa gepresenteerd. Als er iemand is die de verschillen uit kan<br />
leggen is hij het. “Radio prikkelt meer de fantasie, televisie is tamelijk<br />
plat. Je ziet meteen wat er gebeurt en op televisie moet alles kort,<br />
kort, kort. Ik hou er juist wel van om een beetje met dingen te<br />
spelen. Een kwinkslag of even een zijpad bewandelen waardoor<br />
iemand op het verkeerde been wordt gezet. Die ruimte heb je op<br />
televisie nauwelijks.”<br />
RADIO IS NOG STEEDS BELANGRIJK<br />
Toch is het bereik van televisie veel groter dan van radio en we<br />
vragen ons dan ook af of het medium radio nog wel voldoende<br />
waardering krijgt. Het lijkt in Hilversum een beetje alsof er een<br />
hiërarchie is: tv, radio, internet. Felix is het daar niet mee eens en hij<br />
grijpt de gelegenheid aan om ons te overtuigen dat radio toch echt<br />
een van de snelste media is en betrouwbaarder dan sociale media.<br />
“Op het moment dat er iets gebeurt, zijn er toch nog heel veel<br />
mensen die de radio aanzetten en overschakelen naar Radio 1.”<br />
Over die luisteraar van Radio 1: is hij daar eigenlijk mee bezig?<br />
Felix vertelt dat hij altijd zijn best doet om de luisteraar er zo goed<br />
mogelijk bij te betrekken. Hij vraagt mensen die hij interviewt<br />
moeilijke dingen uit te leggen en het zo toegankelijk te houden. Felix<br />
wil nog heell lang blijven presenteren, als het even kan tot zijn 95ste.<br />
“Misschien is er dan wel MaxPlus,” grinnikt hij. “Of ik daarmee jong<br />
talent in de weg zit? Mensen met net zoveel vakmanschap komen<br />
heus wel bovendrijven. En dan ben ik ook wel in staat om plaats te<br />
maken. Voor zover ik weet hou ik niemand tegen.”<br />
De tijd is inmiddels bijna voorbij, met moeite lijkt Felix de drang te<br />
kunnen onderdrukken om demonstratief op zijn horloge te kijken.<br />
We stellen nog een laatste vraag. Hij zou na al die jaren toch wel<br />
ideeën moeten hebben over hoe zijn ideale programma eruit zou<br />
moeten zien. Hij kijkt ons wat moeilijk aan en denkt lang na. “Het<br />
hangt af van de zender en een heleboel andere dingen,” zegt hij en<br />
hij lijkt toch even van zijn stuk gebracht. Dan weet hij het: “Nou, ik<br />
denk Spijkers!”<br />
Op het moment<br />
dat er iets<br />
gebeurt zijn er<br />
toch nog heel<br />
veel mensen<br />
die de radio<br />
aanzetten en<br />
overschakelen<br />
naar Radio 1<br />
”<br />
GAME<br />
TIJD<br />
Vroeger besteedde ik veel meer tijd aan videogames. Als kind was<br />
ik altijd aan het spelen en vanaf mijn tiende speelde ik vrijwel uitsluitend<br />
videogames. Als puber heb ik zelfs zoveel tijd besteed aan<br />
een Tetrisvariant op de Super Nintendo, dat ik de daaropvolgende<br />
dagen voortdurend mogelijkheden zag voor het plaatsen van Tetrisblokjes<br />
in alledaagse voorwerpen en in de gezichten van mensen<br />
waarmee ik praatte. Dergelijk gedrag staat bekend als het Tetris<br />
syndroom (Goldsmith, 1994), een aandoening waarbij mensen<br />
zoveel tijd en aandacht besteden aan een bepaalde activiteit, dat<br />
deze hun gedachten, verbeelding en dromen gaat overnemen.<br />
Tijdens mijn studietijd was het gebruikelijk om samen met mijn<br />
kamergenoten de nieuwste Tomb Raider dagen achter elkaar in<br />
één keer uit te spelen, of ’s ochtends vroeg een raid in World of<br />
Warcraft (al dan niet succesvol) af te ronden om vervolgens tijdens<br />
de hoorcolleges in slaap te vallen. Vaak was ik in mijn dromen nog<br />
steeds door de levels aan het spoken, op zoek naar een uitgang die<br />
ik maar niet kon vinden. De dreiging van een mislukt studiejaar en<br />
bijbehorende studieschuld heeft me uiteindelijk doen inzien dat ik<br />
wat minder moest gamen en meer moest studeren.<br />
Hoewel ik nog steeds dol ben op videogames, lukt het me tegenwoordig<br />
niet meer om zoveel te spelen als in mijn jeugd. Een vrouw,<br />
een kind en honderden CW-studenten slokken bijna al mijn tijd en<br />
energie op, waardoor ik in mijn vrije tijd doorgaans liever een dutje<br />
doe dan een spelletje. De afgelopen kerstvakantie had ik echter<br />
eindelijk weer eens de tijd gevonden om me onder te dompelen in<br />
een tijdverslindende strategische game. Rome 2 is een historische<br />
empire builder, waarin je tactisch moet oorlogvoeren om uiteindelijk<br />
alle steden in Eurazië te veroveren. Een kleine miscalculatie<br />
bij de verdediging van je grenzen kan ervoor zorgen dat de Kelten<br />
doorstoten en Rome plunderen. Daarom moet je dit spel vaak<br />
saven, zodat je kan teruggaan naar een veilig punt als tijdens een<br />
volgende veldslag een verdwaalde speer de nek van jouw generaal<br />
doorboordt. Sommige mensen vinden dit herladen van een<br />
save als er iets misgaat een vorm van valsspelen, maar ik vind het<br />
netjes en deed het dan ook bij elke tegenslag. Na een kleine week<br />
betrekkelijk ongestoord doorspelen, was de laatste vesting van<br />
een onbeduidend nomadenstammetje op de rand van Afghanistan<br />
gevallen. Hail Caesar invictus! Dat ik daarna de kerstboom bij het<br />
grofvuil moest zetten leek een ongepaste taak voor deze wereldveroveraar,<br />
maar omwille van de vrede in huis deed ik het toch.<br />
De kerstboom stootte tegen de lamp, de lamp viel op de grond en<br />
spatte uit elkaar. Mijn eerste gedachte was kenmerkend voor het<br />
Tetrissyndroom: geen probleem, gewoon even herladen naar het<br />
moment voordat ik de kerstboom optilde. Tijdens het opvegen van<br />
de scherven dacht ik erover dat het stom is dat je niet kan saven in<br />
de werkelijkheid. Dat zou zoveel rommel besparen.<br />
column<br />
jeroen lemmens<br />
Dr. Jeroen Lemmens is docent Jeugd en Media Entertainment en<br />
gameonderzoeker<br />
18 / MEDIUM FEBRUARI <strong>2014</strong> MEDIUM FEBRUARI <strong>2014</strong> / 19