MEUBEL 51-52 2017

WAARSCHUWINGEN VAN FABRIKANTENVERENIGING
‘Basisproducten
komen niet op tijd’
achtergrond
Branchevereniging Koninklijke CBM legt tweemaal per jaar een rapport op tafel over de
economische conditie van de georganiseerde interieurbouw en meubelindustrie. Met een
overzicht van de stand van zaken over steeds een periode van zes maanden, valt volgens
de vereniging ‘een goed en betrouwbaar beeld’ van de ontwikkelingen in dit deel van
de maakindustrie in ons land. Zo’n 40 procent van de leden heeft gegevens opgestuurd,
op basis waarvan de conjunctuurmonitor is opgesteld voor de eerste helft van 2017. De
monitor geldt als prestatiemeter voor de branche. En om te worden gebruikt om de eigen
resultaten te kunnen plaatsen in het grotere geheel.
"Met deze monitor kunnen leden de
resultaten van het eigen bedrijf vergelijken
met de ontwikkelingen bij andere CBM-leden,
binnen het eigen segment en in de
betreffende grootteklasse”, beveelt CBM-directeur
Kees Hoogendijk het werkstuk dan
ook aan. Om met de deur in huis te vallen, de
branche kampt met een aantal belangrijke
problemen die de ontwikkeling van bedrijven
kunnen vertragen of zelfs verhinderen.
De grootste belemmeringen, stelt CBM vast,
ontstaan nog steeds door een tekort aan
goed opgeleide en goed geschoolde vaklui.
Behalve met een tekort aan vakbekwaam
personeel, heeft de branche te maken met
een trage aanvoer van grondstoffen en
halffabricaten. CBM stelt daar mee vast dat
fabrikanten niet tijdig hun klanten kunnen
bedienen, omdat basisproducten simpelweg
niet op tijd worden aangeleverd. Volgens de
monitor heeft 13 procent van de fabrikanten
daar nadrukkelijk mee te maken. Naast het
tekort aan geschikte medewerkers, is het
aanvoerprobleem direct aan het begin van
de keten volgens CBM ‘een nieuwe productiebelemmering
waar blijkbaar steeds meer
bedrijven in onze branche tegenaan lopen’.
Cijfers
Het zijn vooral de toeleveringsbedrijf die
met dit probleem zitten. Het aantal toeleveranciers
dat hier tegenaan loopt nam over
de eerste zes maanden van 2017 toe met 19
naar 52 procent. In de interieurbouw steeg
het percentage met 6 naar 44 procent, voor
woonmeubelfabrikanten bleef het percentage
ondernemers dat niet tijdig werd
voorzien van grondstoffen en halffabricaten
stabiel op 19. Vooral bedrijven met 11 tot en
met 35 medewerkers worden met vertragingen
in de aanvoer geconfronteerd. Van
deze categorie staat regelmatig 33 procent
duimen te draaien. Van de grote bedrijven
(vanaf 35 werknemers) kampt 16 procent
met vertragingen in het productieproces
omdat grondstoffen onvoldoende voor
handen zijn.
Meer cijfers
De enquête die ten grondslag ligt aan de
halfjaarlijkse conjunctuurmonitor van CBM
is vooral ingevuld door interieurbouwers
(63 procent). Bijna een kwart van de meubelfabrikanten
(24 procent) ging er eens goed
voor zitten. Bijna een kwart van de meubelfabrikanten
(24 procent) en een klein deel
van de toeleveranciers (13 procent) namen
eveneens de moeite om vragen van de onderzoekers
te beantwoorden. De verhouding
tussen de invullers en de samenstelling van
de bedrijfstak komen volgens CBM ‘redelijk
overeen’. In de verdeling van de deelnemers
naar het aantal personeelsleden per bedrijf
hebben relatief meer grote dan kleine bedrijven
de enquête ingevuld.
Nog meer cijfers
Het percentage bedrijven dat blijk gaf van
een groei van de omzet over de eerste zes
maanden van 2017, daalde in die periode
van 65 procent naar 54 procent ten opzichte
van de vergelijkbare maanden een jaar
eerder. CBM noemt de daling opvallend,
gezien de positieve teneur in de branche
over het aantrekken van het werk. Het aantal
bedrijven waar de orderontvangst steeg,
bleef zo goed als gelijk. Net als het aantal
bedrijven met een stijging van het aantal
aanvragen van een offerte (51 procent).
Van de ondernemingen zag 52 procent het
bedrijfsresultaat verbeteren, vergelijkbaar
(51 procent) met de uitkomsten op dit punt
over de tweede helft van 2016. ‘In vergelijking
met dezelfde periode over 2016 daalde
het percentage bedrijven met toegenomen
bedrijfsresultaat van 57 procent naar 52 procent’.
Het percentage bedrijven waarbij in
de eerste helft van 2017 het bedrijfsresultaat
verslechterde, van met 3 procent naar 16
procent. Afgezet tegen de verwachtingen een
half jaar ervoor (6 procent) is dat 10 procent
hoger dan voorspeld’.
Hoe lastig het is om op basis van gegevens
die door bedrijven zelf worden aangevoerd
tot min of meer realistische verwachtingen
te komen, laten de ontwikkelingen zien
omtrent de bezetting van de productiecapaciteit.
Het percentage bedrijven waar de
productiecapaciteit effectief werd benut,
26 | meubel 51/52 | 2017