Verwarmingskringgegevens 12 - Buderus

Voeler- en stookcurven 22
22.2 Stookcurven
Aanwijzingen voor de instelling van de stookcurve:
De helling van de stookcurve kan ingesteld worden aan
de hand van het berekeningspunt. Het berekeningspunt
wordt gevormd door de minimum buitentemperatuur van
de regio en de berekeningstemperatuur van het
gekozen verwarmingssysteem (bv. radiator).
Door de instelling van de nagestreefde
kamertemperatuur wordt de stookcurve parallel
verschoven. Als u de nagestreefde kamertemperatuur
met 1 K wijzigt, verandert de aanvoertemperatuur met
ca. 3 K.
De afbeelding 21 geeft aan hoe de stookcurve (1) voor
het berekeningspunt –10 °C/75 °C parallel verschoven
wordt door verschillende nagestreefde
kamertemperaturen (2, 3 en 4). De stookcurven (5 en 6)
geven de gewijzigde helling voor andere
berekeningspunten aan.
Aanvoertemperatuur (°C)
Afb. 21 Stookcurve voor een verwarmingssysteem "radiator"
Pos. 1: nagestreefde kamertemperatuur 17 °C, min. buitentemperatuur –10 °C, berekeningstemperatuur 75 °C
Pos. 2: nagestreefde kamertemperatuur 21 °C, min. buitentemperatuur –10 °C, berekeningstemperatuur 75 °C
Pos. 3: nagestreefde kamertemperatuur 23 °C, min. buitentemperatuur –10 °C, berekeningstemperatuur 75 °C
Pos. 4: nagestreefde kamertemperatuur 25 °C, min. buitentemperatuur –10 °C, berekeningstemperatuur 75 °C
Pos. 5: nagestreefde kamertemperatuur 21 °C, min. buitentemperatuur –15 °C, berekeningstemperatuur 75 °C
Pos. 6: nagestreefde kamertemperatuur 21 °C, min. buitentemperatuur –10 °C, berekeningstemperatuur 60 °C
Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
4
3
2
1
Instelbare max. temperatuur van de verwarmingskring
Buitentemperatuur (°C)
Servicevoorschrift Regeltoestellen Logamatic 4121, 4122 en 4126 Uitgave 03/2004
6
5
Buderus Verwarming – Chauffage http://www.buderus.be
135