Verwarmingskringgegevens 12 - Buderus

12
Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
56
Verwarmingskringgegevens
12.4 Berekeningstemperatuur instellen
De berekeningstemperatuur moet ten minste 10 °C
hoger ingesteld zijn dan de voetpunttemperatuur. Als de
berekeningstemperatuur veranderd wordt, werkt de
installatie met een vlakkere of steilere stookcurve.
Maatregel Scherm / display Opmerkingen / aanwijzingen
Serviceniveau oproepen.
Draai de draaiknop, tot
zie "Serviceniveau oproepen" op
pagina 29.
"verwarmingskring +
verwarmingskringnr."
SERVICENIVEAU
verschijnt (hier:
verwarmingskr. 2).
verwarmingskr. 2
Toets indrukken en loslaten. De eerste menuoptie
VERW.KR.GEGEV.2
"verwarmingssyst." van de
geselecteerde verwarmingskring
verwarmingssyst.
radiatoren
wordt weergegeven.
Draai de draaiknop, tot
"berekeningstemp."
verschijnt.
VERW.KR.GEGEV.2
berekeningstemp.
Indrukken / ingedrukt houden.
Stel met de draaiknop de
De waarde (hier: 75 °C) knippert.
streefwaarde in, die bepaald
wordt door de minimum
VERW.KR.GEGEV.2
buitentemperatuur.
berekeningstemp.
Loslaten, om de invoer op te
slaan.
65°C
Indrukken. Terug naar het bovenliggende niveau.
Invoerbereik Fabrieksinstelling Eigen invoer
berekeningstemperatuur 30 –90 °C 75 °C voor
radiatoren
45 °C voor
vloerverwarming
75°C
Buderus Verwarming – Chauffage http://www.buderus.be
Servicevoorschrift Regeltoestellen Logamatic 4121, 4122 en 4126 Uitgave 03/2004