Verwarmingskringgegevens 12 - Buderus

Tapwatergegevens 13
13.4 Restwarmtebenutting kiezen
Wanneer de functie "restwarmtebenutting" wordt
gekozen, kan de restwarmte van de ketel gebruikt
worden voor de opwarming van de boiler.
De functie "restwarmtebenutting" kan niet toegepast
worden ingeval van een installatie met meerdere ketels.
Ze is bij wandketels niet zinvol, aangezien er door de
geringe waterinhoud bijna geen restwarmte behouden
blijft. We raden dan ook aan om in dergelijk geval de
restwarmtebenutting uit te schakelen.
"restwarmtebenutting ja"
Wanneer u "restwarmtebenutting ja" ingeeft, berekent
de regeling aan de hand van de restwarmte van de ketel
de uitschakeltemperatuur van de branders en de looptijd
van de laadpomp tot de boiler volledig is opgewarmd.
De brander wordt uitgeschakeld, vooraleer de
streeftemperatuur voor het tapwater bereikt wordt. De
boilerlaadpomp draait verder. Het regeltoestel berekent
de looptijd van de laadpomp (tussen 3 en 30 minuten)
voor de opwarming van de boiler.
"restwarmtebenutting neen"
Wanneer u "restwarmtebenutting neen" ingeeft, gebruikt
u slechts een geringe hoeveelheid restwarmte. De
brander draait tot de streeftemperatuur van het tapwater
bereikt wordt. De boilerlaadpomp heeft een vaste
nadraaitijd van 3 minuten na het uitschakelen van de
brander.
Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Servicevoorschrift Regeltoestellen Logamatic 4121, 4122 en 4126 Uitgave 03/2004
Buderus Verwarming – Chauffage http://www.buderus.be
87