GemiNieuws, jaargang 4 - nummer 1, zomer 2011 - Gemini Ziekenhuis
GemiNieuws, jaargang 4 - nummer 1, zomer 2011 - Gemini Ziekenhuis
GemiNieuws, jaargang 4 - nummer 1, zomer 2011 - Gemini Ziekenhuis
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Interne geneeskunde<br />
Verpleegkundig specialisten<br />
Om de internisten te ondersteunen bij hun dagelijkse zorg voor de patiënten, zijn verpleegkundig specialisten (voorheen ‘nurse<br />
practitioners’) verbonden aan het specialisme Interne Geneeskunde.<br />
Onder supervisie van de internisten nemen de<br />
verpleegkundig specialisten een deel van de<br />
taken van de internisten over. De verpleegkundig<br />
specialisten, Ben van den Brand,<br />
Ellen Beer, Martine Heijblok, Sandra Moree<br />
(in opleiding) en Eline Bravenboer (in opleiding)<br />
verrichten hun werk veelal op de verpleegafdelingen<br />
voor interne patiënten. Enkele<br />
aspecten van hun uitgebreide functie<br />
Schildklierspreekuur<br />
De schildklier ligt aan de voorzijde van<br />
de hals, voor het strottenhoofd, tegen de<br />
luchtpijp aan. De schildklier maakt schildklierhormonen<br />
aan, die van belang zijn voor<br />
de stofwisselingsprocessen in het hele lichaam.<br />
Door verschillende oorzaken kan<br />
een goede schildklierwerking verstoord<br />
worden. Zo kan de schildklier vergroot zijn,<br />
te snel werken of juist te langzaam. Lichamelijke<br />
klachten zijn hiervan het gevolg.<br />
Regelmatige controle<br />
Voor het stellen van een diagnose is onderzoek<br />
nodig. Veelal is dit bloedonderzoek,<br />
soms ook een echo of een scan. Als blijkt dat<br />
inderdaad de schildklier de klachten veroorzaakt,<br />
krijgt de patiënt meestal medicatie om<br />
de werking van de schildklier zo goed mogelijk<br />
in balans te brengen. Als de schildklierfunctie<br />
van de patiënt stabiel is, kan de patiënt verwezen<br />
worden naar verpleegkundig specialist<br />
Martine Heijblok voor de verdere controles. ‘De<br />
patiënt komt dan regelmatig voor controle bij<br />
mij op het schildklierspreekuur’, vertelt Martine<br />
Heijblok. ‘Vooraf heeft de patiënt al bloed laten<br />
afnemen, zodat tijdens de controle-afspraak<br />
Sandra Moree (l) en Ellen Beer<br />
Als verpleegkundig specialist oncologie is<br />
Ellen Beer nauw betrokken bij de zorg voor<br />
en de behandeling van oncologie-patiënten<br />
(patiënten met kanker). ‘Dit houdt veel in’,<br />
licht Ellen toe, ‘en is eigenlijk niet kort uit<br />
zijn het afnemen van een anamnese (een inventarisatie<br />
van de klachten) bij een patiënt,<br />
het verrichten van lichamelijk onderzoek, het<br />
aanvragen van aanvullend onderzoek en het<br />
zorgen voor een goede uitvoering van het<br />
behandelplan van de patiënt. De verpleegkundig<br />
specialisten zijn eigenlijk de schakel<br />
tussen arts en patiënt en aanspreekpunt voor<br />
patiënt, diens familie en verpleegkundigen<br />
Martine Heijblok (l) en Eline Bravenboer maken kennis met een patiënt<br />
de bloedwaarden bekend zijn. Als een patiënt<br />
al langere tijd stabiel is, neemt de huisarts<br />
vaak de controles weer over. Bij sommige patiënten<br />
is een aanvullende behandeling nodig,<br />
Oncologie-spreekuur<br />
te leggen. Zoals mijn collega verpleegkundig<br />
specialisten de zorg voor de patiënten op de<br />
verpleegafdelingen hebben, heb ik dat voor<br />
de oncologische patiënten. Dat houdt in dat<br />
ik dagelijks op de dagbehandeling oncologie<br />
www.gemini-ziekenhuis.nl<br />
op de afdeling. Verpleegkundig specialisten<br />
hebben eigen bevoegdheden, maar hun medisch<br />
handelen is altijd onder supervisie van<br />
de medisch specialist. Naast de zorg voor de<br />
patiënten op de verpleegafdelingen, behandelen<br />
verpleegkundig specialisten ook patiënten<br />
tijdens hun eigen spreekuren op de<br />
poli interne geneeskunde.<br />
zoals jodiumtherapie of chirurgie. Wij werken<br />
onder supervisie van de internisten en hebben<br />
over elke patiënt overleg met hen. De patiënt<br />
blijft altijd goed onder controle.’<br />
ben. Patiënten krijgen daar een infuusbehandeling<br />
met chemotherapie, eventueel in<br />
combinatie met immuuntherapie. Daarnaast<br />
word ik indien nodig geconsulteerd voor oncologie-patiënten<br />
die op verpleegafdelingen<br />
zijn opgenomen. Op de polikliniek interne geneeskunde<br />
zie ik patiënten die voor controle<br />
komen. We spreken dan de onderzoeksuitslagen<br />
door en passen eventueel de medicatie<br />
aan. Ook nieuwe oncologie-patiënten,<br />
die na een borst- of darmoperatie een aanvullende<br />
hormoontherapie of chemotherapie<br />
nodig hebben, worden eerst door mij gezien.<br />
Na de anamnese afgenomen te hebben stel<br />
ik het behandelvoorstel op. De keuze van<br />
behandeling wordt voor elke patiënt afzonderlijk<br />
gemaakt en is afhankelijk van vele<br />
factoren. De internist-oncoloog komt vervolgens<br />
bij elke nieuwe patiënt om het behandelvoorstel<br />
vast te stellen. Bij de behandeling<br />
van de patiënt ben ik nauw betrokken.<br />
Ook als de behandeling is afgerond blijf ik<br />
de patiënt zien. Uit medisch oogpunt blijft<br />
de patiënt immers nog een lange periode<br />
onder controle. Nazorg is ook vanuit emotioneel<br />
oogpunt belangrijk, want bij het herstel<br />
van de ziekte en de behandeling heeft een<br />
patiënt vaak veel vragen. Uiteraard werk ik<br />
onder supervisie van de internist-oncologen.<br />
Met hen heb ik contact en overleg over alle<br />
patiënten.’<br />
Ben van den Brand<br />
���<br />
Osteoporose-poli<br />
‘Met het ouder worden nemen de botdichtheid<br />
en de structuur van de bot af. Dit heet<br />
osteoporose, ook wel botontkalking genoemd’,<br />
legt verpleegkundig specialist Ben<br />
van den Brand uit. ‘Osteoporose geeft geen<br />
klachten, maar de kans op het inzakken van<br />
de wervels of een botbreuk neemt wel toe.<br />
Dit geldt met name voor vrouwen én mannen<br />
ouder dan 50 jaar. Patiënten in deze<br />
leeftijdsgroep die op de Spoedeisende Hulp<br />
zijn geweest met een wervelinzakking of een<br />
botbreuk na een gering ongeval, nodig ik<br />
daarom uit voor onderzoek. Osteoporose is<br />
goed vast te stellen met een röntgenfoto van<br />
de rug, een botdichtheidsmeting van de lage<br />
rugwervels en beide heupen en met bloedonderzoek<br />
naar de werking van schildklier<br />
en nieren. Als er sprake is van osteoporose,<br />
kan een behandeling met medicijnen worden<br />
ingezet om het bot weer sterker te maken.<br />
Hierdoor wordt de kans op een nieuwe<br />
botbreuk verminderd.’<br />
Vaatpreventiepoli<br />
Om hart- en vaatziekten zo vroeg mogelijk<br />
op te sporen en te behandelen, is er<br />
de vaatpreventiepoli. ‘Zoals de naam al<br />
zegt, preventie is hierbij het doel’, vertelt<br />
verpleegkundig specialist Ben van den<br />
Brand. ‘Op één dagdeel krijgt een patiënt<br />
alle benodigde onderzoeken. Er wordt<br />
bloed afgenomen, de lengte, het gewicht<br />
en het vetpercentage van de patiënt worden<br />
gemeten, een hartfilmpje gemaakt, de<br />
bloeddruk wordt diverse keren gemeten en<br />
de bloedvaten worden uitgebreid onderzocht,<br />
met ultrasonore geluiden. Daarnaast<br />
wordt de patiënt gevraagd een vragenlijst<br />
in te vullen. Aansluitend komt de patiënt<br />
bij mij voor de uitslag. Na het afnemen van<br />
de anamnese en het doornemen van de<br />
leefstijl bespreken we de vragenlijst en de<br />
uitslagen van de onderzoeken. Deze geven<br />
een beeld van de lichamelijke risicofactoren<br />
op hart- en vaatziekten. Dit resulteert in een<br />
advies dat ik opstel voor de behandelend<br />
huisarts of medisch specialist. Indien nodig<br />
krijgt de patiënt een vervolgafspraak bij de<br />
internist voor behandeling.’