15.12.2012 Views

nog theater in deSingel

nog theater in deSingel

nog theater in deSingel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Romeo Castellucci . Socìetas Raffaello Sanzio<br />

Hey Girl!<br />

di 17, wo 18, do 19, vr 20, za 21 april 2007


© Francesco Raffaelli<br />

redactie programmaboekje deS<strong>in</strong>gel<br />

De voorstell<strong>in</strong>g duurt ongeveer een uur en tien m<strong>in</strong>uten, zonder pauze.<br />

Gelieve uw GSM uit te schakelen!


© Francesco Raffaelli<br />

Foyer deS<strong>in</strong>gel<br />

enkel open bij avondvoorstell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Rode en/of Blauwe Zaal<br />

open vanaf 18.40 uur<br />

kle<strong>in</strong>e koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur<br />

broodjes tot net vóór aanvang van de voorstell<strong>in</strong>gen en tijdens<br />

pauzes<br />

Hotel Cor<strong>in</strong>thia (Desgu<strong>in</strong>lei 94, achterzijde torengebouw ING)<br />

• Restaurant HUGO’s at Cor<strong>in</strong>thia<br />

open van 18.30 tot 22.30 uur<br />

• Gozo-bar<br />

open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur<br />

deS<strong>in</strong>gelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw<br />

toegangsticket van deS<strong>in</strong>gel voor diezelfde dag<br />

Romeo Castellucci . Socìetas Raffaello Sanzio<br />

Hey Girl!<br />

regie, sce<strong>nog</strong>rafie Romeo Castellucci<br />

met Silvia Costa, Sonia Beltran Napoles<br />

muziek Scott Gibbons<br />

dynamische effecten Stefan Duve<br />

techniek Giacomo Gor<strong>in</strong>i<br />

figuranten Vito Adriaensens, Hans Boers, Tim Boers,<br />

Simon Bongers, Dave Brouwers, Sander<br />

Claes, Peter Coen, Jeroen Coppens, Evert<br />

Crols, Erik De Kuyffer, Timmy De Laet,<br />

Michiel Delagrange, Erik Delanghe, Peter De<br />

Roeck, Kris Robbe Deron, Jasper De Rycker,<br />

Pieter De Smet, Marijn Duijveste<strong>in</strong>, Bart<br />

Embrechts, Ronny Franken, Bart Goeteyn,<br />

Daan Goor, Roger Heremans, Ward Joppen,<br />

Mohamed Lamrabat, Jef Leyssens,<br />

Koen Lichert, Kris Maes, Jan Martens, Jorge<br />

Mendes, Roma<strong>in</strong> Menke, Stefan Oorts, Toon<br />

Pepermans, Brenten Pieper, Koen Raes, Thierry<br />

Rogmans, Jan Scheltiens, Luc Seghers,<br />

Marc Seghers, Rob<strong>in</strong> Thiers, Stijn Thomas,<br />

Bart van der Veer, Patrick Van Dyck, Eric Van<br />

Pee, Ryan Vermeulen, Herman Vermeyen,<br />

Paul Viaene, Angelo Vullo, You Wie<br />

coproductie deS<strong>in</strong>gel, Odeon Théâtre de l’Europe,<br />

Festival d’Automne (Parijs), Steirischer<br />

Herbst (Graz), Le Maillon Théâtre<br />

(Straatsburg), Cankarjev dom (Ljubljana),<br />

Trafò House of Contemporary Arts<br />

(Boedapest), Rotterdamse Schouwburg


© Peter Mann<strong>in</strong>ger-Graz<br />

Over Hey Girl!<br />

door Julie Rodeyns<br />

Wie Romeo Castellucci zegt, denkt ‘Tragedia Endogonidia’. Met<br />

deze elfdelige cyclus die hem <strong>in</strong>ternationale erkenn<strong>in</strong>g bracht,<br />

wou de Italiaanse regisseur de mogelijkheid tot een hedendaagse<br />

her<strong>in</strong>terpretatie van de klassieke tragedie onderzoeken. ‘Hey<br />

Girl!’, zijn eerste voorstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> lange tijd los van die reeks, gaat op<br />

verschillende vlakken een stapje verder, de tragedie voorbij.<br />

Een zompige, vaal-roze brei waaruit zich langzaam een jong,<br />

naakt meisje losweekt: het beg<strong>in</strong>beeld van ‘Hey Girl!’ is zonder<br />

meer hypnotiserend. In wat volgt tekent het meisje zich traag<br />

maar bewust een parcours over het podium uit: ze zoekt een<br />

spiegel op, begeeft zich naar een trom die ze dof doorheen de<br />

ruimte laat resoneren. Het is niet het enige moment waarop<br />

Castellucci de theatrale ruimte auditief uittekent. Eerder al creëert<br />

het verloren gesnik en de <strong>in</strong>tense ademhal<strong>in</strong>g van het meisje een<br />

onbestemde leegte die aan de precisie van haar handel<strong>in</strong>gen een<br />

rituele kracht verleent. In de nauwgezette traagheid van haar<br />

stappen en beweg<strong>in</strong>gen verraadt ze zich een sensitief bewustzijn,<br />

een vastberaden <strong>in</strong>tentionaliteit tot het onvermijdelijke, dat haar<br />

niettem<strong>in</strong> zwaar weegt. Deze tragiek die het personage <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>siek<br />

<strong>in</strong> zich draagt, verb<strong>in</strong>dt Castellucci via visuele referenties met<br />

historische figuren als Mary Stuart of Jeanne D’Arc: archetypes van<br />

vrouwen die hun leven hebben gegeven voor volk en vaderland.<br />

Daarmee legt hij een loden last op de tengere schouders van het<br />

meisje. In een opzicht kan je ‘Hey Girl!’ begrijpen als het uittekenen<br />

van een <strong>in</strong>dividueel leven -van moederkoek tot dood- dat tegelijk<br />

door die verwijz<strong>in</strong>gen een immense universele grandeur en zwaarte<br />

krijgt. Dit werkt dan weer juist door de anonieme onschuld van<br />

het meisje, dat de doorsnee ‘girl next door’ zou kunnen zijn, zo<br />

treffend. Castellucci zelf gebruikt <strong>in</strong> die context graag het woord<br />

‘banaal’. De aanleid<strong>in</strong>g die hem tot de creatie bracht was ook<br />

bijzonder banaal: vanuit de auto zag hij een meisje op straat, een<br />

beeld dat op zijn netvlies bleef branden en een titel werd. ‘Hey<br />

Girl!’ toont, voorbij de tragedie, de grootsheid van het dagelijkse


gevecht, de immense kracht en energie die de banaliteit <strong>in</strong> zich<br />

draagt. Of hoe elke dag, <strong>in</strong> één moment, de eeuwen wegen.<br />

Net <strong>in</strong> die banaliteit bev<strong>in</strong>dt zich ook de toegang tot de<br />

voorstell<strong>in</strong>g. Voor de niet aandachtige toeschouwer is het<br />

aanlokkelijk om ‘Hey Girl!’ vanuit de talrijke verwijz<strong>in</strong>gen te willen<br />

lezen, en de metaforische kracht van de beelden en beweg<strong>in</strong>gen<br />

als een uitnodig<strong>in</strong>g te beschouwen om op zoek te gaan naar een<br />

<strong>in</strong>tellectueel grijpbare betekenis. Castellucci toont zich met ‘Hey<br />

girl!’ echter duidelijk een regisseur die mikt op het hart, niet op het<br />

<strong>in</strong>tellect. Zijn <strong>theater</strong> is een <strong>theater</strong> van het z<strong>in</strong>tuiglijke, waarbij<br />

beelden ook als zo begrepen moeten worden. Het hele ensemble<br />

van de sonore geluidsband, de hypnotiserende belicht<strong>in</strong>g en de<br />

bezwerende traagheid draagt bij tot een dergelijke kijkhoud<strong>in</strong>g.<br />

Daarbij is het precies de frontale directheid van de m<strong>in</strong>ieme acties<br />

en gebaren van het meisje, die voor het publiek de grond vormen<br />

voor dialoog. Ze vormen het antwoord én de aanzet tot de titel,<br />

die je je als toeschouwer toe-eigent. Hey Girl!: een uitroep van<br />

aanmoedig<strong>in</strong>g, verbaz<strong>in</strong>g, mededogen, herkenn<strong>in</strong>g.<br />

Het is bizar dat Castellucci <strong>in</strong> de <strong>theater</strong>wereld vaak het etiket van<br />

‘beeldenstormer’ opgeplakt krijgt, terwijl hij zich <strong>in</strong> die aanpak<br />

eigenlijk (weliswaar <strong>in</strong>derdaad tegen de wielen van een publiek<br />

dat het gewoon is geraakt vooral op het <strong>in</strong>tellect aangesproken<br />

te (willen) worden) een heel klassiek <strong>theater</strong>maker toont. Beter<br />

dan wie ook kent hij de wortels van het <strong>theater</strong>; het is de luciditeit<br />

waarmee hij <strong>in</strong> ‘Hey Girl!’ met die wortels omspr<strong>in</strong>gt, die van hem<br />

een groot hedendaags kunstenaar maakt. In zekere z<strong>in</strong> zet hij de<br />

klassieke tragedie op de tocht. Net als haar illustere voorgangsters<br />

biedt het meisje op een bepaald moment haar hoofd aan het<br />

zwaard aan. Het tragedische ‘lot’? Neen, eerder het ‘tragische’<br />

lot. In de klassieke tragedie is het onvermijdelijke lot bl<strong>in</strong>d, het<br />

<strong>in</strong>dividu de speelbal van hogere krachten, door wiens lotgevallen<br />

het publiek zich <strong>in</strong> een collectieve catharsis kan b<strong>in</strong>den. Met<br />

betrekk<strong>in</strong>g tot de geldende politieke structuur werkt de tragedie<br />

op die manier orde-bevestigend. Het meisje toont zich -zoals reeds<br />

eerder aangestipt- echter heel erg bewust van haar daden. Dat<br />

is niet anders wanneer ze zichzelf snikkend en hortend ten offer<br />

stelt. Bovendien bereikt ze, zoals reeds vermeld, de toeschouwer<br />

© Peter Mann<strong>in</strong>ger-Graz


door de preciesie van haar acties als <strong>in</strong>dividu, niet als collectief. Een<br />

vrijwillige zelfopoffer<strong>in</strong>g, maar ten behoeve waarvan of voor wie?<br />

En vooral: wat is het waard?<br />

Geen grote retoriek hier. Geen termen als oorlog, vrijheid,<br />

vaderland. Enkel de one<strong>in</strong>dige fragiliteit van het slachtoffer, die<br />

<strong>in</strong> de directheid waarmee het getoond wordt behoorlijk pijn<br />

doet. Neem bijvoorbeeld de scène waar een meute mannen het<br />

meisje met kussens neerknuppelt. Je kan dat metaforisch slim gaan<br />

analyseren als een illustratie van het zondebok-pr<strong>in</strong>cipe, waarbij<br />

één <strong>in</strong>dividu beladen wordt met alle schuld: een handigheidje<br />

waardoor de rust, het evenwicht en de orde <strong>in</strong> een maatschappij<br />

of collectief gegarandeerd of hersteld kan worden. De genadeloze<br />

slagen gaan echter zo lang door tot je niet meer kan denken maar<br />

enkel het oeverloze masochisme kan zien, de brute abberatie van<br />

een gemakkelijke meerderheid op de al te kwetsbare onschuld.<br />

Een ander mooi voorbeeld is de scène waar<strong>in</strong> een laserstraal zich <strong>in</strong><br />

het oor van het meisje boort: een beeld dat zich <strong>in</strong>spireert op een<br />

oude, Italiaanse ico<strong>nog</strong>rafie van de annunciatie. Al schiet die l<strong>in</strong>k<br />

pas achteraf te b<strong>in</strong>nen: op het moment zelf verdooft de penetrantie<br />

van de lichtstraal elk denken en doet vooral aan de eigen oren pijn.<br />

Wat Castellucci op die manier toont, is de banaliteit van de offers<br />

die het menselijke samenleven vraagt en die misschien niet altijd<br />

z<strong>in</strong>loos maar wel altijd rede-loos zijn. Dat is heel wat, want op die<br />

manier rehabiliteert de regisseur al die vrouwen wiens schaduw<br />

latent op de voorstell<strong>in</strong>g schijnt. Vrouwen die met een al te grote<br />

vanzelfsprekendheid geofferd zijn op het altaar van de mannelijke<br />

‘redelijkheid’: van een Antigone die de goede orde zou bedreigen,<br />

tot een Maria wiens offer door de katholieke traditie wel heel<br />

gemakkelijk, volledig <strong>in</strong> de schaduw van het offer van haar zoon<br />

overkeken wordt tot een Jeanne d’Arc die meende zich als vrouw <strong>in</strong><br />

de orde te kunnen voegen, maar daar lelijk haar v<strong>in</strong>gers aan heeft<br />

verbrand. Net als het meisje <strong>in</strong> de voorstell<strong>in</strong>g hebben ze zich nooit<br />

bewust als politiek lichaam willen opstellen. Die rol overviel hen, als<br />

een onoverkomelijkheid <strong>in</strong> de banaliteit van één toevallig moment<br />

of gebeuren. Hun offer draagt, net zoals het offer van het meisje<br />

op het podium, een al te grote menselijkheid. Door dit zo treffend<br />

<strong>in</strong> perspectief te plaatsen, zet Castellucci de structuren die tot hun<br />

offer genoopt hebben, <strong>in</strong> de w<strong>in</strong>d. In de voorstell<strong>in</strong>g worden ze<br />

© Peter Mann<strong>in</strong>ger-Graz<br />

heel erg agressief op de toeschouwer losgelaten: opzoemende<br />

borden die het meisje verloren van l<strong>in</strong>ks naar rechts doen hollen,<br />

perverse dierlijkheid die verwijst naar de neo-kolonialistische logica<br />

van über- en untermensch, woorden die als loden gewichten uit de<br />

hemel vallen en als nochtans <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke betekenisdragers b<strong>in</strong>nen<br />

het kader van de voorstell<strong>in</strong>g onbegrijpelijk zijn voor ieder die er<br />

structuur of betekenis <strong>in</strong> zoekt.<br />

De ‘tragische’ banaliteit die Castellucci zo uittekent, valt zwaar. Er<br />

is immers geen ontkomen aan. Castellucci kan dan wel de offers<br />

tonen die de structuren vragen, maar geen alternatieve vorm van<br />

menselijk samenleven voorstellen die geen offers zou eisen. Maar<br />

hoe ondraaglijk zwaar dat besef ook mag wegen, hoe ondraaglijk<br />

licht Castellucci het tegelijk ook stelt. In een verrassend e<strong>in</strong>dbeeld<br />

keert hij even alles op zijn kop. Een verloss<strong>in</strong>g - alvast voor één<br />

banaal moment.<br />

Deze tekst verscheen eerder reeds <strong>in</strong> ART, www.kunsthart.org


Over Jeanne d’Arc<br />

Van meisjes verwacht je geen gewelddadigheid. Van meisjes<br />

verwacht je niet dat ze krijgers zijn, want die maken tenslotte<br />

van gewelddadigheid hun beroep. Je verwacht niet dat ze levend<br />

worden verbrand. Het is nu precies de breuk tussen wat we van<br />

meisjes verwachten en Jeanne d’Arcs levenswijze, die al een half<br />

millennium blijft fasc<strong>in</strong>eren.<br />

Je moet je realiseren dat ze een meisje was. Ons <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> haar<br />

wezen moet altijd zijn verpakt <strong>in</strong> de envelop van haar leeftijd en<br />

geslacht. Ze was jong en een vrouw, en het is onvermijdelijk dat de<br />

verklar<strong>in</strong>g van haar daden op elk moment door deze twee feiten<br />

wordt gekleurd.<br />

Ze noemde zichzelf ‘La Pucelle’, De Maagd. In de beschrijv<strong>in</strong>g<br />

van zichzelf, <strong>in</strong> de benam<strong>in</strong>g – bijna verheven tot geslachtsnaam<br />

– waaronder ze bekend wilde zijn, ligt een verklar<strong>in</strong>g omtrent<br />

haar seksuele staat besloten: ze is een jonge maagd. Maar wel<br />

een met een romantisch t<strong>in</strong>tje. Dus voor we naar de feiten kijken<br />

moeten we de associaties die we met meisjes hebben, doorlopen:<br />

begeerlijkheid, charme, onschuld, een soort kloosterachtige<br />

beschermdheid die Yeats oproept <strong>in</strong> ‘Een bede voor mijn dochter’:<br />

Zij worde een boom die <strong>in</strong> ‘t verborgene bloeit,<br />

en met haar denken zij niet meer gemoeid<br />

dan met de kle<strong>in</strong>e v<strong>in</strong>k, die zonder end<br />

grootmoedig lied op lied uitzendt –<br />

Zij jage nooit dan met een lach iets na,<br />

en twiste nooit dan ten pleziere –<br />

Moge zij zijn als de laurieren<br />

die <strong>in</strong> een dierb’re hof geworteld staan.<br />

Maar dit meisje was een soldaat en het woord ‘soldaat’ dw<strong>in</strong>gt<br />

ons een heel andere bril op te zetten dan die waarmee we naar<br />

een meisje kijken. Soldaten moeten midden <strong>in</strong> het leven staan.<br />

Ze beschermen ons; ze worden niet beschermd. Onschuld is een<br />

luxe die ze zich tegenover ons, noch tegenover zichzelf kunnen<br />

© Francesco Raffaelli<br />

veroorloven. God sta ons allen en hen bij als ze alleen voor de grap<br />

een achtervolg<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zetten of ruzie zoeken, of zich op een vaste<br />

plek nestelen.<br />

Jeanne, het meisje dat tevens soldaat was, dw<strong>in</strong>gt ons tot het<br />

baden <strong>in</strong> twee wateren met totaal verschillende eigenschappen en<br />

temperaturen, alsof we tegelijkertijd <strong>in</strong> een woeste oceaan en een<br />

warm, besloten meer zwemmen. Het is een moeilijke opdracht om<br />

zulke tegenstrijdige elementen met elkaar <strong>in</strong> balans te brengen. Dat<br />

is maar we<strong>in</strong>ig mensen gelukt. Ze maakt het ons niet gemakkelijk,<br />

en de meeste mensen hebben genoegen genomen met een Jeanne<br />

van wie de tegenstrijdigheden zijn verdoezeld, zodat één statisch<br />

portret ontstaat dat vooral een weerspiegel<strong>in</strong>g van hun eigen<br />

verlangens is.<br />

Uit: Mary Gordon, Jeanne d’Arc, Uitgeverij Balans, Amsterdam, 2001,<br />

pp. 15-16


Dit zijn de kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong>nen.<br />

Dit zijn de kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong>nen die hun hoofd verloren zijn ter wille van het<br />

volk.<br />

Messal<strong>in</strong>a<br />

Marie Anto<strong>in</strong>ette<br />

Mary Stuart<br />

Ann Bole<strong>in</strong><br />

Jane Grey<br />

Cathar<strong>in</strong>a II van Rusland<br />

Tsar<strong>in</strong>a Alexandra Feodorovna<br />

Kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> Chiomara<br />

Kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> Boudica<br />

Kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> Divara<br />

Tekstfragment uit ‘Hey Girl!’<br />

© Francesco Raffaelli


Over Hey Girl!<br />

door Joe Kelleher<br />

Deze notitie schreef ik enkele dagen nadat ik <strong>in</strong> Italië, <strong>in</strong> Modena<br />

een preview had gezien van ‘Hey Girl!’. Ik weet niet wat er voor de<br />

officiële première <strong>in</strong> Parijs over een paar weken veranderd zal zijn,<br />

en ik weet ook niet, beste toeschouwer, wanneer u dit onder ogen<br />

krijgt - vòòr de Parijse voorstell<strong>in</strong>g of daarnà. Daarna, mag ik hopen.<br />

Ik wil niet teveel prijs geven. Zoals u reeds gemerkt hebt, is dit een<br />

voorstell<strong>in</strong>g die, ook al geeft ze alles zonder reserve prijs - alsof ze u<br />

voorgehouden wordt op het lemmet van een mes, of gepresenteerd<br />

op de palm van een hand - tijd vergt om duidelijk te worden.<br />

Ik ben geneigd om de centrale figuur te beschrijven als een jonge<br />

vrouw die zich op haar kamer klaarmaakt voor de wereld, zoals dat<br />

heet. Toch vermoed ik dat een deel van de voorstell<strong>in</strong>g - Romeo<br />

Castellucci's eerste avondvullende werk na ‘Tragedia Endogonidia’<br />

- precies dàt zal zijn wat wegglipt tussen het gegeven van een<br />

verschijn<strong>in</strong>g (- Hé meid, jij moet het zijn, het kan niemand anders<br />

wezen) en de redenen waarom dit gepresenteerd wordt. Ons<br />

aandeel <strong>in</strong> dit drama - 'Hey girl!' een begroet<strong>in</strong>g, een uitroep, een<br />

lokroep - zal blijven hangen <strong>in</strong> de nevelen van de ochtendlucht,<br />

niet meteen luidop uitgesproken, of <strong>in</strong>dien wèl uitgesproken, niet<br />

meteen beantwoord.<br />

- Hé meid, ben jij dat echt?<br />

- Hoe kan ik je het ooit aan het verstand brengen?<br />

Er zitten momenten <strong>in</strong> dit werk die mij te snel gaan om te vatten.<br />

Op een bepaald moment worden citaten uit ‘Romeo en Julia’ op<br />

de fond geprojecteerd, goed leesbaar, maar zo snel opeenvolgend,<br />

dat terwijl ik de betekenis 'vat' van deze teksten <strong>in</strong> relatie tot de<br />

adolescente die centraal op het toneel staat (een Julia <strong>in</strong> jeans en<br />

T-shirt, of een Jeanne <strong>in</strong> haar mantel met het kruis erop gebrand,<br />

het zwaard <strong>in</strong> de hand...), er toch iets aanwezig is <strong>in</strong> de betekenis,<br />

dat zich afscheidt van wat ik dan 'bevat'. Betekenis te over <strong>in</strong><br />

deze snelle reeks projecties, ze zit <strong>in</strong>gebed <strong>in</strong> het tafereel waaruit<br />

ik ze niet kan opspitten, ook al zie ik <strong>in</strong> een glimp haar hielen<br />

voorbijsnellen.<br />

Maar dan zijn er ook andere 'scheid<strong>in</strong>gen', bots<strong>in</strong>gen die heel<br />

traag gebeuren. Doorheen de voorstell<strong>in</strong>g druipt een of andere<br />

kleverige massa van een tafel op de grond, door zijn eigen gewicht<br />

<strong>in</strong> stukken getrokken, rekken en trekken, ja wacht, wacht ja, plop.<br />

Deze blubber, waaruit het meisjes-schepsel bij het beg<strong>in</strong> opduikt,<br />

blijft maar druipen tot het e<strong>in</strong>d, <strong>nog</strong> lang nadat de betekenis ervan<br />

opgebruikt is. En toch ben ik gebiologeerd door dit mechanisch<br />

proces. Ik kan mijn blikken er niet van afhouden.<br />

Toch verandert <strong>in</strong> dit alles niets; er is geen metamorfose, geen<br />

transsubstantiatie.<br />

- Hé meid, jij bent het <strong>nog</strong> altijd, nee? Jij was het, de hele tijd?<br />

Ze slaat op een trommel en de trommel blijft een trommel. Ze valt<br />

uit haar blubber, iets dat geboren wordt, en ze verschijnt weer als<br />

zichzelf.<br />

Substantie wordt hier niet veranderd, doch meer verplaatst,<br />

wellicht zoals de brij die van het ene oppervlak op het andere<br />

druipt, of veeleer zoals het verplaatsen van een idee doorheen<br />

verschillende gedachtenfases. De idee verloopt <strong>in</strong> kanalen die <strong>in</strong><br />

het werk verdwijnen en dan weer opduiken waar de oppervlaktes<br />

strakgespannen of poreus zijn. Ik zou zeggen dat het werk een<br />

waterige kwaliteit bezit, als daar niet de sterkte was van deze<br />

verschijn<strong>in</strong>gen zodra ze uitbarsten. Zelfs het gezicht van het meisje<br />

kan elders verschijnen, opnieuw, naast haar, op het lichaam van een<br />

tegenspeelster, versteend <strong>in</strong> een masker met starre uitdrukk<strong>in</strong>g,<br />

dat dan kan weggesneden worden als een wrat. Het hoofd ligt<br />

op de grond, een opgebruikt d<strong>in</strong>g, terwijl de actrice die het droeg<br />

wegwervelt <strong>in</strong> het duister, als een nieuw lidmaat dat zich gewend<br />

heeft aan de vrijheid van overdadigheid.<br />

Nadat ik de voorstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Modena had gezien, had ik zo het idee<br />

dat de gestiek van de twee speelsters een soort weerwerk waren<br />

tegen de druk hen door de blik van de toeschouwers opgelegd,<br />

een weerwerk tegen deze dwang, deze uitdag<strong>in</strong>g waardoor hun<br />

verschijn<strong>in</strong>g op het toneel werd opgeroepen.


© Peter Mann<strong>in</strong>ger-Graz<br />

- Hé meid, ik roep je, kom je nu?<br />

Nu ben ik er niet zo zeker meer van. Ik weet <strong>nog</strong> dat toen ik de<br />

voorstell<strong>in</strong>g zag, ik een ander idee had. Ik zat me <strong>in</strong> te beelden<br />

hoe dit stuk gemaakt was. Ik beeldde me bijvoorbeeld <strong>in</strong> hoe<br />

deze actrices hun gestes repeteerden (de 'actie' van het stuk<br />

bestaat vooral uit een reeks gewoon fysieke gestes) <strong>in</strong> een ruimte,<br />

een repetitieruimte, waar het 'volume' van het gebeuren niet<br />

geactiveerd werd. Ik bedoel, bijvoorbeeld, waar geen rook hangt,<br />

geen diffuus licht is, geen geluid dat de beklemm<strong>in</strong>g van elk<br />

moment aandikt of <strong>in</strong> de verf zet, en wat wellicht cruciaal is, zonder<br />

toeschouwers die deze beweg<strong>in</strong>gen ervaren als 'gestiek', zonder<br />

de uitdag<strong>in</strong>g om weerwerk te bieden, zonder een drempel voor de<br />

vluchtreflex zich uit de voeten te maken en zich te verstoppen.<br />

Ik denk, om het heel simpel te zeggen, dat aan deze actrices<br />

gevraagd werd een reeks 'po<strong>in</strong>teloze' acties uit te voeren, <strong>in</strong> se<br />

zonder betekenis. En ik denk dat deze actrices deze taak aanvaard<br />

hebben. Het is dit aanvaarden, de <strong>in</strong>telligentie van dit aanvaarden<br />

dus, zo denk ik, die uit dit stuk naar buiten sijpelt. Het denkwerk zit,<br />

zo vermoed ik, totaal vervat <strong>in</strong> de uitvoer<strong>in</strong>g van beweg<strong>in</strong>gen die<br />

ontdaan zijn van bedoel<strong>in</strong>gen. Deze beweg<strong>in</strong>gen zijn opgebruikt.<br />

Net als het idee dat er iets zou kunnen van gemaakt worden. Net als<br />

de roep die hen uitdaagt om weer te verschijnen, telkens opnieuw.<br />

We zijn het moe, moe van te roepen, moe van geroepen te worden.<br />

Het zaakje druipt van de tafel. Het masker ligt op de grond. En dan<br />

<strong>nog</strong> kunnen deze beweg<strong>in</strong>gen een wereld openen, en een meisje is<br />

klaar om die <strong>in</strong> te trekken.<br />

- Hé meid, waar heb jij al die tijd gezeten?<br />

- Ik was hier, ik was de hele tijd hier, op deze allereerste dag.<br />

Joe Kelleher is professor aan Surrey Roehampton University, Londen.<br />

(vertal<strong>in</strong>g Frans Redant)


Zeg mij, hoe kom je hier, en met welk doel? De muur is hoog en<br />

moeilijk te beklimmen, en deze plek – bedenk toch wie je bent! –<br />

Betekent dood, als één van mijn verwanten je hier zou v<strong>in</strong>den.<br />

Op lichte vleugels der liefde zweefde ik over deze muur; geen<br />

stenen bolwerk kan de liefde weren,<br />

wat liefde kan, durft liefde ook beproeven; en daarom ducht ik je<br />

verwanten niet.<br />

Als ze je zien, zullen ze je vermoorden.<br />

Ach, méér gevaar schuilt <strong>in</strong> jouw ogen dan <strong>in</strong> tw<strong>in</strong>tig van hun<br />

zwaarden.<br />

Kijk je vriendelijk, dan ben ‘k tegen hun vijandschap gepantserd.<br />

Om niets ter wereld wou ‘k dat ze je vonden.<br />

De mantel van de nacht omhult me. En hou je niet van mij, dan<br />

mogen zij mij v<strong>in</strong>den.<br />

Veel liever sterf ik door hun haat, dan dat ik kwijnend leven moet<br />

zonder jouw liefde.<br />

Wie toonde je de weg naar deze plaats?<br />

De liefde, die mij aandreef jou te zoeken, die gaf mij raad. Ik leende<br />

haar mijn ogen.<br />

Ik ben geen stuurman, maar je was zo ver als de oever, door de<br />

verste zee bespoeld,<br />

ik waagde om zo een schat, de verre tocht.<br />

Je weet, de nacht omsluiert mijn gezicht;<br />

Mijn wang was anders door een blos gekleurd, om wat je mij<br />

vannacht hebt horen zeggen.<br />

Alleen je naam moet ik mijn vijand noemen. Jij bent jezelf, je bent<br />

dus geen Montecchi.<br />

Wat is Montecchi?<br />

Het is noch aangezicht, noch arm, noch voet, noch hand, noch enig<br />

ander deel dat tot een mens behoort. O, wees een andere naam!<br />

Wat ligt er <strong>in</strong> een naam? Het d<strong>in</strong>g dat roos genoemd wordt, zou – al<br />

droeg ‘t een andere naam, toch even lieflijk geuren.<br />

Zonder titel, Romeo, leg je naam af; en voor die naam, die van<br />

jezelf geen deel is, neem heel mezelf.<br />

Hou je van mij? ‘K Weet dat je “ja” zult zeggen; en ik vertrouw je<br />

woord.<br />

Wie bent u, vreemde, die, met nacht omhuld, mijn hartsgeheim<br />

afluistert?<br />

Met een naam kan ik je niet verklaren wie ik ben. Mijn naam, mijn<br />

lieve heilige, is je vijand en daarom haat ik hem. Indien ik hem<br />

geschreven had, scheurde ik het woord aan flarden.<br />

Fragmenten uit: Romeo and Juliet, van William Shakespeare<br />

(vertal<strong>in</strong>g Willy Courteaux)


Jan Van Eyck, man met de rode tulband (zelfportret?)<br />

Uitv<strong>in</strong>der of vernieuwer<br />

Eeuwenlang is Jan van Eyck beschouwd als de uitv<strong>in</strong>der van<br />

het schilderen met olieverf. Hij zou als eerste oliën gekozen<br />

hebben als b<strong>in</strong>dmiddel voor de pigmenten, daar waar anderen<br />

ei gebruikten. Giorgio Vasari maakte hier vanaf 1550 meld<strong>in</strong>g<br />

van <strong>in</strong> zijn kunstenaarsbiografieën ‘Le Vite de’ più eccelenti<br />

architetti, pittori et scultori Italiani…’ Daar<strong>in</strong> schrijft hij: “De<br />

ontdekk<strong>in</strong>g van olieverf was een prachtige uitv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g en een<br />

groot gerief voor de schilderkunst; de uitv<strong>in</strong>der was Giovanni<br />

da Bruggia (Jan van Brugge) <strong>in</strong> Vlaanderen, die een paneel voor<br />

kon<strong>in</strong>g Alfonso <strong>in</strong> Napels en voor de hertog van Urb<strong>in</strong>o, Federico<br />

II heeft vervaardigd. Hij heeft ook een voorstell<strong>in</strong>g van de heilige<br />

Hiëronymus voor Lorenzo de Medici gemaakt en <strong>nog</strong> vele andere<br />

lofwaardige werken.” S<strong>in</strong>dsdien heeft menig schrijver over kunst<br />

Vasari’s uitspraak klakkeloos overgenomen. Immers, iemand die<br />

zo kunstig weet om te gaan met deze techniek, moet hem wel<br />

zelf hebben uitgevonden. Inmiddels is bekend dat lang voor Van<br />

Eyck al ruimschoots met olieverf werd geëxperimenteerd. Jan van<br />

Eyck is dus niet de grondlegger van deze schildertechniek, en dat<br />

wist Vasari <strong>in</strong> zijn tijd ook al. Waarom heeft hij Van Eyck dan toch<br />

bestempeld als de uitv<strong>in</strong>der?<br />

Jan Van Eycks uitv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g zit hem <strong>in</strong> de ideale comb<strong>in</strong>atie van de<br />

verschillende stoffen, waaronder olie, waardoor hij zijn artistieke<br />

doelstell<strong>in</strong>gen geheel kon realiseren. Hij verkreeg als eerste het<br />

optimale recept. Hij maakte gebruik van een olieverf die niet zo<br />

heel lang hoefde te drogen – dat was een van de grote nadelen<br />

van olieverf – en die toch niet vergeelde of craqueleerde. Hij kon<br />

prachtige egale overgangen schilderen, door kleuren geleidelijk <strong>in</strong><br />

elkaar te laten vervloeien. En hij gebruikte glacislagen, transparante<br />

lagen. Jan van Eyck benutte zo alle mogelijkheden van de olieverf<br />

volledig. Daarom zal Vasari hem hebben uitgeroepen tot uitv<strong>in</strong>der.<br />

En niet geheel ten onrechte.<br />

Uit: Kijken naar schilders uit de lage landen, Ludion, Gent, 2006, p. 12


Romeo Castellucci richtte <strong>in</strong> 1981 samen met Chiara Guidi en<br />

Claudia Castellucci het gezelschap Socìetas Raffaello Sanzio op <strong>in</strong><br />

Cezena. Voor elke creatie verzamelt hij beelden, neemt kleuren <strong>in</strong><br />

zich op en experimenteert met stemmen en geluiden. Resultaat<br />

zijn voorstell<strong>in</strong>gen die de kracht van een ritueel bezitten, met een<br />

radicale beeldspraak en een vernuftig gebruik van technologie. De<br />

nadruk ligt niet op de tekst, maar op de betekenis van het lichaam,<br />

als een metafoor voor het onbewuste. Tot de creaties van Socìetas<br />

Raffaello Sanzio behoren ‘Amleto’ (1992), ‘Oresteia’ (1995), ‘Giulio<br />

Cesare’ (1997), ‘Genesi, from the museum of sleep’ (1999), ‘Voyage<br />

au bout de la nuit’ (1999) en ‘Il Combattimento’ (2000). In deS<strong>in</strong>gel<br />

werden reeds meerdere voorstell<strong>in</strong>gen van Romeo Castellucci en<br />

Socìetas Raffaello Sanzio getoond. Van 2001 tot 2004 werkten ze<br />

aan de <strong>theater</strong>cyclus ‘Tragedia Endogonidia’, waarvan de elf delen<br />

het licht zagen <strong>in</strong> tien verschillende Europese steden. Episodes<br />

‘B.#03 Berl<strong>in</strong>’ en ‘P.#06 Paris’ waren <strong>in</strong> deS<strong>in</strong>gel te zien.


<strong>nog</strong><br />

<strong>theater</strong><br />

<strong>in</strong> deS<strong>in</strong>gel<br />

do 3 mei, vr 4 mei 2007 . 20 uur . Rode Zaal<br />

Johan Simons<br />

Münchner Kammerspiele<br />

Elementarteilchen naar Michel Houellebecq<br />

Belgische première<br />

€ 20 (-25/65+ € 15 / -19 jaar € 8)<br />

Inleid<strong>in</strong>g Koen Tachelet . do 3 mei . 19.15 uur

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!