25.06.2019 Views

NAV News 98

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

12 publiredactioneel<br />

Wet Peeters en Wet Ducarme: een stand van zaken<br />

Op 25 april ll. is in de federale Kamer een tweede wet goedgekeurd die een verzekeringsplicht oplegt<br />

voor bepaalde bouwpartners. De Wet Ducarme zal vanaf 1 juli 2019 naast architecten ook andere<br />

dienstverleners verplichten om hun burgerlijke beroepsaansprakelijkheid te verzekeren. Het gaat daarbij<br />

om o.a. landmeters-experten, veiligheids- en gezondheidscoördinatoren… Het is een aanvulling op de Wet<br />

Peeters-Borsus, die al sinds 1 juli vorig jaar van kracht is en vooral voor aannemers en stabiliteitsbureaus<br />

geldt. Hierna leest u de visie van verzekeraar AR-CO op deze recente evoluties.<br />

ONTSTAANSGESCHIEDENIS<br />

Tijdens een periode van 11 jaar, van 1 juli 2007<br />

t.e.m. 30 juni 2018, konden architecten hun fantastische<br />

maar ook zo risicovolle beroep uitoefenen<br />

in de zekerheid dat ze voor het overgrote<br />

deel van deze risico’s over een toereikende verzekeringsdekking<br />

beschikten. Met de komst van de<br />

wet Peeters-Borsus werd deze verplichting sedert<br />

1 juli 2018 echter afgeschaft!<br />

De bestaande situatie van alle lopende polissen<br />

voor architecten werd verlengd tot op de volgende<br />

vervaldag, in de praktijk tot eind 2018. Maar<br />

vanwege het uitblijven van een tweede ‘aanvullende’<br />

wet, die de wettelijke verzekeringsplicht<br />

voor (o.a.) architecten opnieuw moest invoeren,<br />

was er sedert 1/1/2019 een echt vacuüm ontstaan.<br />

Zo komt het dat de Orde van Architecten geconfronteerd<br />

werd met situaties waarbij bepaalde<br />

architectenkantoren zonder verzekeringsdekking<br />

kwamen te zitten. Dit botst met de deontologische<br />

verzekeringsplicht, die door de Orde onveranderd<br />

is gelaten. Het in de wet voorziene Tarificatiebureau<br />

is op heden nog niet operationeel,<br />

waardoor hier geen oplossing kan worden aan<br />

gegeven.<br />

WET DUCARME<br />

Goed een jaar later kwam er dan toch de noodzakelijke<br />

aanvullende tweede wet, de zogenaamde<br />

wet Ducarme. Het Federaal parlement stemde op<br />

24 april 2019 de wet betreffende de verplichte<br />

verzekering van de beroepsaansprakelijkheid<br />

voor alle ontwerpers en dienstverleners in de<br />

bouwsector. De Wet moet nog door de Koning<br />

getekend worden en gepubliceerd. Maar vanaf 1<br />

juli 2019 treedt hij in werking.<br />

Waar de Wet Peeters de verzekeringsplicht uitbreidde<br />

tot aannemers van de gesloten ruwbouw<br />

en stabiliteitsbureaus maar die beperkt tot de<br />

tienjarige aansprakelijkheid voor woningbouw,<br />

legt deze tweede wet, de Wet Ducarme, de verplichting<br />

op aan elke professioneel die ‘intellectuele<br />

of hoofdzakelijk immateriële prestaties<br />

verricht’ om zijn burgerlijke beroepsaansprakelijkheid<br />

in het kader van onroerende werken in België<br />

(met uitzondering van de tienjarige aansprakelijkheid)<br />

te verzekeren<br />

Standpunt <strong>NAV</strong>: Belangrijke stap richting<br />

gelijkschakeling verzekeringsplicht voor alle<br />

bouwpartners<br />

<strong>NAV</strong> is tevreden dat deze noodzakelijke aanvulling op de<br />

Wet Peeters-Borsus, die al sinds 1 juli vorig jaar van<br />

kracht is, eindelijk een feit is. Toch dient in de toekomst het<br />

onevenwicht tussen de verzekeringsplicht voor aannemers<br />

enerzijds en die voor dienstverleners (waaronder architecten)<br />

anderzijds verder te worden weggewerkt.<br />

Vanwege de toenemende complexiteit van bouwprojecten en het steeds breder wordend<br />

wetgevende kader, blijkt dat het beroep en de rol van architect steeds meer deel gaan uitmaken<br />

is van een multidisciplinaire aanpak, waardoor architecten almaar vaker omringd worden<br />

door een groeiend aantal adviseurs, al of niet met een erkend statuut.<br />

Hierbij stellen we vast dat sommige raadgevers verzekerd zijn, zij het soms onvoldoende, maar<br />

anderen helemaal niet. Om een einde te maken aan deze situatie en om veel eigenaars te behoeden<br />

voor grote teleurstellingen was een verzekeringsplicht voor alle dienstverleners nodig.<br />

<strong>NAV</strong> is daarom tevreden met het goedgekeurde wetsvoorstel. De nieuwe wet voorziet in een<br />

verplichting voor alle intellectuele beroepen in de bouwsector om hun burgerlijke aansprakelijkheid<br />

te verzekeren wanneer zij aan de slag gaan in project van onroerende werken.<br />

Bijkomende stappen nodig<br />

Voor <strong>NAV</strong> betekent deze wet een essentiële stap voorwaarts in het nemen van verantwoordelijkheid<br />

voor alle betrokken dienstverleners in de bouw en dus voor de bescherming van<br />

de consument. Deze nieuwe wet moet het complement vormen met de zogenaamde Wet<br />

Peeters, die de discriminatie die architecten ondergingen in het kader van de tienjarige aansprakelijkheid,<br />

gedeeltelijk heeft gecorrigeerd.<br />

Het is echter duidelijk dat er nog steeds een principiële discriminatie bestaat tussen de dienstverleners<br />

in de bouw (waaronder de architecten) en de aannemers die slechts gehouden zijn<br />

hun 10-jarige aansprakelijkheid te verzekeren. <strong>NAV</strong> is van mening dat er bijkomende stappen<br />

nodig zijn om ook de aannemers een gelijke verzekeringsplicht op te leggen.<br />

Daarnaast vindt <strong>NAV</strong> het jammer dat de Wet Peeters beperkt blijft tot de 10-jarige aansprakelijkheid<br />

en dan nog enkel in de woningbouw. Ook de controleplicht voor de architect ten<br />

aanzien van de attesten van de aannemer blijft een pijnpunt.<br />

Algemeen gejuich op de parlementaire banken,<br />

maar is dat gejuich terecht?<br />

DOEL VAN DEZE WETTEN?<br />

Met deze tweede wet wordt een aanvulling gerealiseerd<br />

op de Wet Peeters. Zij is het sluitstuk<br />

van de hervorming waarmee ministers Peeters<br />

en Ducarme een oplossing hebben willen geven<br />

aan de in 2007 uitgesproken ‘discriminatie’ door<br />

het Grondwettelijk Hof, die vooral het ontbreken<br />

van een gelijkaardige verzekeringsplicht voor de<br />

andere bouwactoren betrof. Daarenboven stellen<br />

de ministers dat de hoofdreden de verbetering<br />

van de bescherming van de consument-bouwheer<br />

is.<br />

De verzekeringsplicht werd uitgebreid naar alle<br />

dienstverleners in het bouwgebeuren: op zich<br />

een goede zaak. Dit valt samen met de tendens<br />

waarbij de opdracht van de architect dikwijls beperkt<br />

is tot de gesloten ruwbouwopdracht. Een<br />

gegeven dat met de uitspraak van het Hof van<br />

Cassatie van 9 januari 2017 m.b.t. deze verplichte<br />

tussenkomst van de architect er niet minder zal<br />

op worden. Dit zogenaamde ‘tegelarrest’ stelt dat<br />

de wettelijke tussenkomst van de architect zich<br />

mag beperken tot de gesloten ruwbouwwerken.<br />

Daarom leggen heel wat andere beroepen zich<br />

op deze afwerkingsmarkt toe. Een verplichte verzekering<br />

voor deze actoren is dan ook een terechte<br />

beslissing in het belang van de consument.<br />

TOENEMENDE COMPLEXITEIT<br />

In deze ogenschijnlijk eenvoudige wetten zit een<br />

enorme complexiteit. Het gevaar bestaat hierin<br />

dat men er te snel zou in berusten. Twee wetten<br />

kunnen nu eenmaal de indruk wekken dat alles<br />

nu beter geregeld is dan in 1 wet, maar niets is<br />

minder waar.<br />

De opdeling van de risico’s in tienjarige aansprakelijkheid<br />

voor woningbouw enerzijds en de<br />

burgerlijke beroepsaansprakelijk anderzijds zorgt<br />

voor veel complexiteit. We zullen steeds meer<br />

worden geconfronteerd met situaties waarbij<br />

meer partijen aantreden, omringd door verschillende<br />

verzekeraars en bovendien met wisselende<br />

dekkingsbedragen en uitsluitingen. Deze toenemende<br />

complexiteit wordt de grote uitdaging<br />

voor de toekomst. Niet enkel voor de totaalverzekeraars,<br />

maar vooral voor de architecten. Zij<br />

worden in bepaalde gevallen al snel met verschillende<br />

verzekeraars geconfronteerd, met een<br />

toenemend risico op een niet gedekte schade<br />

waarvoor ze de eigen verdediging zullen moeten<br />

organiseren.<br />

Een tweede opmerking is dat de te verzekeren<br />

bedragen in beide wetten ogenschijnlijk werden<br />

gelijkgesteld aan de bedragen die reeds lang golden<br />

in de zogenaamde Wet Laruelle. Maar is dat<br />

ook zo in werkelijkheid?<br />

WORDT DE CONSUMENT ER BETER VAN?<br />

Neen, we stellen vast dat de verzekeraar zich voor<br />

de tienjarige aansprakelijkheidsdekking tevreden<br />

heeft gesteld met de dekking van de heropbouwwaarde<br />

van het goed voor gebouwen met een<br />

waarde lager dan 500.000 euro. Deze uitgeholde<br />

dekking tot de heropbouwwaarde zorgt ervoor<br />

dat de consument-bouwheer sneller zal moeten<br />

gaan aankloppen bij de aansprakelijke actor zelf,<br />

met het risico op insolvabiliteit. Iedereen weet dat<br />

bij een ernstige schade (vb. instorting) de schade<br />

aangericht aan de buurpanden en derden niet<br />

meer binnen het verzekerde bedrag zullen vallen.<br />

De omschrijving van het bouwwerk is evenmin<br />

erg duidelijk: in hoofdzaak dienstig voor bewoning<br />

in België. Partieel beroeps en bewoning is<br />

al af te wegen. Studentenkoten, kloosters en assistentiewoningen<br />

bij een woonzorgcentrum zijn<br />

uitgesloten, net zoals alle andere bouwwerken.<br />

De Wetgever heeft dus blijkbaar de bescherming<br />

van de consument wel in gedachten gehad, maar<br />

bij de uitwerking ervan is deze consument nu<br />

veel minder beschermd dan voorheen.<br />

EN DE ARCHITECT?<br />

De wetgever heeft helemaal niet stilgestaan bij<br />

de situatie van de architect. Deze is immers bij de<br />

strikte toepassing van de wet heel wat slechter af<br />

dan voorheen. Het is dus uitermate belangrijk dat<br />

u zich hier als architect bewust van bent. Bij relatief<br />

kleine opdrachten (denk aan rijwoningen in<br />

oude stadskernen) schuilt immers een groot gevaar<br />

op schade die de gewaarborgde bedragen<br />

al snel overstijgt. Om die reden ook stelt AR-CO al<br />

jarenlang als standaard een veel hogere dekking<br />

voor dan wettelijk is opgelegd.<br />

Niet alleen het gewaarborgde bedrag kan sterk<br />

ontoereikend zijn. Daarnaast heeft de wetgever in<br />

tal van uitsluitingen voorzien. Een belangrijk deel<br />

van de vroegere dekking, namelijk de tienjarige<br />

aansprakelijkheid voor niet-woongebouwen, is<br />

niet meer opgenomen! Als uw verzekeraar deze<br />

wetten strikt toepast, dan weet u zich in veel van<br />

deze gevallen nauwelijks verzekerd. De bouwheer<br />

zal het graag horen.<br />

De huidige evolutie beschermt uw patrimonium<br />

als architect onvoldoende. Laat ons dus even stilstaan<br />

bij de in de wetten voorziene uitsluitingen.<br />

Enkele wettelijke<br />

uitsluitingsmogelijkheden<br />

• De vijfde uitsluiting in de tienjarige aansprakelijkheidswet<br />

Peeters is onthutsend! Als er zich<br />

een schade aandient m.b.t. een onderdeel<br />

waarvan tijdens de werf of oplevering al sprake<br />

was geweest dan kan deze simpelweg worden<br />

uitgesloten van dekking. M.a.w. als u als professioneel<br />

handelend architect uw job goed uitoefent<br />

en in uw werfverslagen of de oplevering<br />

reeds melding maakte van een probleem dat<br />

finaal tot een schadegeval zou leiden tijdens de<br />

tienjarige aansprakelijkheidsperiode, dan staat<br />

u in de kou en mag u zelf opdraaien voor de<br />

schade, meer zelfs, dan mag u ook voorzien in<br />

uw eigen verdediging. Verzekeraars die dergelijke<br />

uitsluitingen quasi ‘achteloos’ mee in hun<br />

voorwaarden opnemen, hebben niet direct de<br />

bescherming van de verzekerden voor ogen.<br />

• Bij de tienjarige aansprakelijkheid is er ook<br />

geen tussenkomst meer voor lichamelijke<br />

schade, noch voor zuiver immateriële of esthetische<br />

schade noch voor schades onder 2.500<br />

euro (geïndexeerd loopt dit bedrag nu al op tot<br />

ruim 3.150 euro).<br />

• Als u tijdens de ontwerpfase of bij uitvoering<br />

geconfronteerd wordt met een budgetoverschrijding,<br />

dan zal u zich ook niet meer verzekerd<br />

weten voor deze schade!

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!