Hardewiker, april 2021
Het verenigingsblad der N.S.G. is er weer! Geniet van deze late paas editie
Het verenigingsblad der N.S.G. is er weer! Geniet van deze late paas editie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Soms wel. Soms denk ik dat we zo bevangen zijn door de
tijd, dat we niet meer aan het ontijdige toekomen. Wie
durft nog voorbij de horizon van de rivier te kijken? Wie
houdt zijn blik nog gericht op de sterren, in plaats van
op het water? Wie wil er nog plaats maken voor
eeuwigheid? Wanneer we alles in de tijd plaatsen, wordt
alles relativistisch. Het is soms goed om uit de rivier te
stappen, het dolen van de tijd te ontvluchten. Maar hoe
doen we dat?
"Wie durft nog voorbij de
horizon van de rivier te
kijken?"
Mijn antwoord: het geschreven Woord. Het is niet voor
niets dat Job uitschreeuwt: “O, mochten mijn woorden
worden opgeschreven, vastgelegd in een inscriptie, met
een ijzeren stift gegrift, met lood gevuld, voor altijd in
de rotsen uitgehouwen!“ (Job 10:23-24) Job heeft het
door: hoewel zijn leven ooit voorbij zal zijn, zullen zijn
geschreven woorden alle jaren overleven. Het Woord en
haar Wijsheid zijn namelijk de enige duurzame
levensbronnen: “Wat ik je geef is kostbaarder dan het
zuiverste goud, ik bied iets dat meer is dan het fijnste
zilver.” (Spreuken 8:19)
Het is met dit doel dat wij, de
‘Ratio & Geloof’-commissie, dit
jaar een boekenclub in het leven
hebben geroepen. We hebben het
idee dat we het aandachtig lezen
verleerd hebben, dat we niet meer
de tijd nemen om uit de rivier te
stappen, dat we ons niet meer
laten louteren door het
geschreven woord. De boekenclub
is een moment van stilstaan, van
bezinning, van het in aanraking
komen met eeuwenoude
denkbeelden en leefwerelden —
van Augustinus tot Nietzsche, van
Dante tot Kierkegaard. Het is op
deze manier dat wij ons los willen
maken van Eons ketenen, zodat
zijn schaduwen plaats maken voor
het licht van de Eeuwige Wijsheid
— want alleen daar is berusting.
Om met Augustinus te spreken:
“Onrustig blijft ons hart, totdat
het rust vindt in U.”