Zilver Magazine - Winter 2021
De wintereditie van Zilver Magazine, het inspiratiemagazine voor de trotse Twentse 60-plusser
De wintereditie van Zilver Magazine, het inspiratiemagazine voor de trotse Twentse 60-plusser
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
JAARGANG 4 NUMMER 4 - WINTER 2021 / 2022
INSPIRATIEMAGAZINE VOOR DE TROTSE TWENTSE 60-PLUSSER
3, 95
Naar mensen kijken
is van alle tijden
BERT HAANSTRA
ISSN 2665-9522
9 772665 952000
49.
ART BRUT KIK
Galerie voor tedere kunst
58.
JET VAN DER SLUIS
Eerbetoon aan Bert Haanstra
65.
NATUURBEHEER
maakt ruimte voor plant en dier
69.
GIGENGACK
Zeven generaties botsauto’s
Design en inspiratie!
De mooiste merken en passend
advies vind je bij Brok Interieur
De ruime winkel van Brok Interieur zit al bijna 90 jaar in hartje centrum Hengelo en
bij deze woonwinkel loop je niet alleen naar binnen voor een passend en smaakvol
advies voor jouw interieur. Want hoewel er een heel team aan adviseurs voor je
klaarstaat om jouw woondroom vorm te geven heeft Brok Interieur meer te bieden…
In de drie verdiepingen tellende woonwinkel vind je namelijk ook een
textielafdeling, èn een slaapafdeling. Zo kun je voor de hele inrichting
van jouw (nieuwe) huis terecht bij Brok Interieur.
Wanneer je vooral op zoek bent naar inspiratie, dan ben je ook bij
Brok Interieur aan het juiste adres. De woonwinkel staat namelijk
vol met de mooiste meubelen, bedden, vloeren en raamdecoratie.
Ideeën in overvloed en altijd een passende oplossing.
Daarbij worden er met grote regelmaat nieuwe items aan de collectie
van Brok toegevoegd en wekelijks wordt de winkel opnieuw gestyled
om te blijven inspireren. Al met al ruim 3000 vierkante meter gevuld
met design om je hart op te halen.
En het merkenaanbod bestaat uit voornamelijk Nederlands fabricaat:
van Leolux tot Pastoe, van Montis tot Gelderland, van Auping tot
Pullman en van Luxaflex tot Tarkett. Een mix die goed op elkaar
aansluit en waarmee mooie ontwerpen te realiseren zijn, passend
bij jouw wensen.
Je bent van harte welkom in de mooie, ruime showroom
En of je nu voor een uitgebreid interieuradvies komt, puur wat inspiratie
op komt doen of op zoek bent naar een nieuw bed of nieuwe gordijnen;
het hele team specialisten van Brok Interieur staat voor je klaar.
Al jaren zijn ze op elkaar ingespeeld en ze zullen er alles aan doen om
jou het beste interieur-, slaap-, of textieladvies te geven.
Brok Interieur Wonen, Slapen & Textiel
Drienerstraat 47, 7551HL Hengelo
074-2913126, info@brokinterieur.nl
www.brokinterieur.nl
Door die enorme hoeveelheid vierkante meters is het bij Brok Interieur
veilig winkelen. We zien je graag voor advies of een inspiratieronde
door de winkel.
Voorwoord
Winter
HET AFGELOPEN HALF JAAR LIEP EEN STUDENTE VAN DE HBO-OPLEIDING
TOEGEPASTE GERONTOLOGIE, DANIEK DE KONING, STAGE BIJ ZILVER MAGAZINE.
HAAR STUDIE LEIDT OP TOT PROFESSIONALS DIE VOOR HET GROEIENDE AANTAL
OUDEREN IN NEDERLAND PRODUCTEN OF DIENSTEN ONTWIKKELEN, BIJVOORBEELD
OM HET MAKKELIJKER, VEILIGER OF AANTREKKELIJKER MAKEN LANGER THUIS TE
WONEN OF OM IN EEN VERPLEEGTEHUIS MINDER AFHANKELIJK TE ZIJN VAN
DE ZORG VAN VERPLEEGKUNDIGEN.
Dat die studie ertoe doet, bleek wel uit de
ontmoeting die Daniek en ik hadden met
Heidi de Bruijn, voorzitter van de Raad
van Bestuur van Carintreggeland. Voor het
artikel in deze editie van Zilver Magazine
praatten we met haar over de veranderingen
die de ouderenzorg de komende decennia te
wachten staat. De verwachte zorgcapaciteit
is niet voldoende om de almaar groter
wordende groep ouderen op dezelfde manier
te bij te staan als we al decennia gewend
zijn. Technologische ontwikkelingen bieden
oplossingen, zoals in het interview met
Heidi de Bruijn te lezen is, maar ook elkaar
wat vaker opzoeken, omzien naar elkaar..
Studenten als Daniek spelen in de toekomst
een belangrijke rol bij het opnieuw inrichten
van de zorg. Bij Zilver Magazine onderzocht
Daniek het project Zilver Maatje, waarmee
we ouderen met elkaar in verbinding brengen
om zo sociale contacten te stimuleren en
achterliggende eenzaamheid te verminderen.
Via brainstormsessies met een aantal lezers,
door enquêtes af te nemen en door bestaande
initiatieven in kaart te brengen probeerde
ze een beter beeld te krijgen hoe dit concept
verder vorm te geven. Maar er zijn ook allerlei
al bestaande initiatieven voor ontmoeting.
Er is voor iedereen wel iemand om het leuk
mee te hebben. Vanuit gemeentes, vanuit
maatschappelijke instellingen, maar u kunt
ook zelf initiatief nemen voor bijvoorbeeld
een wandelclub, samen koken, een wekelijks
koffieuurtje of een leesclub. Meer over
leesclubs leest u in het artikel over Lutterzand
Literair. Misschien voor u aanleiding om met
een groepje een goed boek te lezen en het
naderhand gezamenlijk te bespreken? Wat
u ook graag met iemand of met meerdere
zou willen doen, ik hoop dat u elkaar weet te
vinden en het samen fijn heeft.
.3
ZILVER WINTER 2021 / 2022
INHOUD.
In dit
nummer
34.
Interview
JET VAN DER SLUIS
Groot vermogen tot bewonderen
72.
Twente Light
.4
Interviews
Reportages
10. LUTTERZAND LITERAIR
Noaberschap
24. DE NOORDMOLEN
Draait nog steeds
29. CARNAVAL
Het feest der zotten
58. EERBETOON AAN BERT HAANSTRA
Jet van der Sluis over de bekendste
Nederlandse filmmaker
65. NATUURBEHEER
Maakt ruimte voor plant en dier
72. TWENTE LIGHT
Een betoverend lichtspektakel
86. HUNENBORG IN HET VOLTHERBROEK
John van Zuidam over deze
geheimzinnige plek
92. PIETER GRIMBERGEN
Compassie is mens zijn
06. HEIDI DE BRUIJN
De veranderende zorg
20. JOHNNY LOOHUIS
Drijvende kracht achter cultuur en feest in Oldenzaal
34. BEPPIE KAMPHUIS
De Twentse gitaarlegende stopt ermee
38. PATRICK DRIJVER
De filmmaker over zijn documentaire
49. GALERIE ART BRUT KIK
Tedere kunst met een verhaal
54. CHLOÉ VAN DRIEL
Ziet opruimen als haar passie
60. DE KONING SCHILDERS
Bestaat 115 jaar
69. ZEVEN GENERATIES GIGENGACK
Leven van dakloze auto’s
76. IN DE BAN VAN DE MOTOR
Familie Pol over motorrijden
79. ERVE EFFINK
Met hart en ziel bezig met gezond voedsel
Vierde jaargang, nummer 4, winter 2021/22
79.
Erve Effink
DE BOERDERIJ TOEN EN NU
Een uitgave van Zilver Media BV
Grootestraat 1 B
7571 EJ Oldenzaal
Hoofdredactie en bladmanagement
Carmen Luttikhuis
Aan dit nummer werkten mee:
Paul Abels, Ina Brouwer, Lindy Brouwer,
Henk Boom, Marry Dijkshoorn, Annemarie
Haak, Joan Koenderink, Daniek de Koning,
Gerrit Lansink, Harry Moek, Astrid Olde Olthuis,
Marcel Olde Rikkert, Ton Ouwehand,
Theo de Rooij, Jet van der Sluis, Jan Riesewijk,
Jan Walburg, John van Zuidam en anderen
Fotografie cover
Jill Wellington
Fotografie
Ebo Fraterman, Annina Romita, Sam Warnaar,
Brit Willemsen, Art Wittingen en anderen
Redactie website
Astrid Olde Olthuis
Vormgeving
Ellen Gözel-Niehoff, Enschede
whatellse.nl
Jos Hovestad, Losser
joshovestad.nl
60.
De Koning
schilders
BESTAAT 115 JAAR
Uitgever
Marcel Willemsen
Telefoon: 0541 511162
verkoop@zilvermedia.nl
Druk
Drukkerij Roelofs, Enschede
Oplage: 7.500
Bereik: 30.000 Twentse 60-plussers
.5
Columns
13. MARCEL OLDE RIKKERT
Goed praten met je dokter
‘ Ik maak dagelijks
tijd vrij om onze
mooie en waardevolle
agrarische sector
te promoten. ’
Redactieadres
Postbus 59, 7570 AB Oldenzaal
redactie@zilvermedia.nl
Abonnementen
via verkoop@zilvermedia.nl
of 0541 511162
19. HENK BOOM
Onrust
27. GERRIT LANSINK
n Aander Kerstkeend
Vaste rubrieken
Overig
43. GEDICHT VAN GERRIT LANSINK
Küppersbusch
41. JAN WALBURG
Opa en oma
53. INA BROUWER
Verschillig
63. JOAN KOENDERINK
Aangesproken
82. PAUL ABELS
Milatos
83. THEO DE ROOIJ
Opa’s ambitie
14. BERICHT VAN
Paul Abels
16. 66 EN NU?
Jet van der Sluis
44. OVER DE GRENS
Annie van Osselen in Frankrijk
46. WINTERRECEPT
Bistro Puur Oldenzaal
90. BOEKENTIPS
Van Lutterzand Literair
74. ENQUETE
Wat vinden onze lezers van
Zilver Magazine?
75. GEDICHT VAN AREND LAMM
Liefde voor het Twents
94. PUZZELPAGINA
97. SERVICEPAGINA
98. ZILVER AANBIEDING
ZILVER WINTER 2021 / 2022
INTERVIEW. HEIDI DE BRUIJN
‘Veel ouderen kunnen
tegenwoordig prima
met een iPad overweg.’
.6
// Tekst
CARMEN LUTTIKHUIS
// Foto’s
CARINTREGGELAND
MARJO BAARS
Heidi de Bruijn over
De veranderende zorg
in een veranderende
maatschappij
.7
Het is niet alleen een trend, maar ook een noodzaak dat ouderen in de nabije toekomst
meer voor zichzelf en voor elkaar gaan zorgen. Zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid
voor eigen geluk zijn thema’s die maatschappelijk veel aandacht hebben. Waarom dat is
en hoe de ouderenzorg daarin ondersteunt, vertelt Heidi de Bruijn, sinds 2016 lid van de
Raad van Bestuur en sinds 1 juli jl. bestuursvoorzitter van zorgorganisatie Carintreggeland.
Is het voor senioren prettiger
of lastiger om ouder te worden
in vergelijking met zo’n
30 jaar geleden?
‘Dat vind ik een moeilijke vraag. Ik denk
dat het ouder worden een generatie terug
op een aantal punten makkelijker was. De
kinderen woonden vaak dichtbij en als je
hulp nodig had, was er altijd wel iemand
in de buurt. Er was genoeg zorgpersoneel,
ook in de wijk. Rond je zeventigste ging je
naar het bejaardentehuis, waar altijd wel
een plekje en gezelligheid was. Je woonde
er vaak met bekenden van vroeger. Nu dat
bejaardentehuis er niet meer is, moeten
ouderen langer thuis blijven wonen.
Gezinnen hebben minder kinderen,
die veelal niet meer in de buurt wonen.
Gelukkig zien we in Twente dat er nog
wel voldoende mantelzorg voorhanden
is. In steden in het westen van het land is
dat vaak al een stuk schaarser. Dat maakt
ouder zijn nu lastiger. Aan de andere kant
word je nu ouder omdat je langer gezond
bent. Er is meer preventie, mensen blijven
langer in beweging. Als je ziek bent
kan een ziekenhuis in vergelijking met
vroeger veel meer voor je doen. Mensen
leven daardoor langer, maar of dat altijd
een lang, waardevol leven is? Ik weet niet
of langer leven beter of slechter is, daar
dub ik over.’
Hoe is de ouderenzorg daarin
mee veranderd?
‘Veel meer dan vroeger sturen we aan
op de regie over eigen leven, over je
eigen gezondheid, over je eigen geluk.
Mensen hebben zeggenschap en een
eigen verantwoordelijkheid om zich
zoveel mogelijk zelf te redden, dat geldt
voor oud en jong. Dat wordt van alle
kanten gestimuleerd. Vanuit de zorg
kijken we: wat kun je nog zelf en waar
kun je ondersteuning uit je netwerk bij
krijgen. Vervolgens zoeken we de juiste
hulp of hulpmiddelen daarbij. Er is
tegenwoordig heel veel waardoor je je op
meer momenten zelf kunt redden zoals
medicijndispensers, druppelbrillen, een
kousenaantrekhulp, een toilet die de
persoon schoon en droog maakt. Dat
kunnen we aanreiken, maar nog mooier
is het als mensen zelf gaan zoeken. Veel
ouderen kunnen tegenwoordig prima
met een iPad overweg. De een is er
misschien wat handiger in dan de ander,
maar je kunt ook hulp vragen om ermee
te leren omgaan.’ >>
ZILVER WINTER 2021 / 2022
INTERVIEW. HEIDI DE BRUIJN
.8
Welke rol speelt digitale zorgtechnologie?
‘Handen en fysieke menskracht blijven altijd nodig,
maar door digitalisering wel minder vaak en op minder
plekken. Je kunt digitalisering inzetten voor informatieuitwisseling,
dan hoeft de zorg niet meer per se fysiek
langs te komen. Er zijn allerlei hulpmiddelen voor
contact of controle op afstand. Met sensoren op een
koelkast kun je bijhouden hoe vaak iemand eet. Die
kun je ook op de voordeur plaatsen, zodat je in de
gaten kunt houden of iemand die even weggaat ook
weer terugkomt. Een speciale klok kan structuur geven
aan iemand die in de war is. Een paar jaar geleden zou
je dat niet bedenken. Het zijn allemaal hulpmiddelen
waarmee je langer zelfstandig kunt blijven wonen. Die
ontwikkeling gaat de komende jaren alleen maar verder
en het is belangrijk om hier actief op in te spelen en in
mee te gaan.’
Heb je er in je eigen omgeving ervaring mee?
‘Mijn ouders zijn 87 en 92, ze wonen nog zelfstandig en
helpen elkaar veel. Toen ze 27 jaar geleden verhuisden,
wilden ze, voor later, de mogelijkheid voor een
slaapkamer op de begane grond. Dat ze zo ver vooruit
dachten, daar hebben ze nu profijt van. In de badkamer
hebben ze een infraroodcabine. Hierin droogt mijn
moeder zichzelf na het douchen. Er hoeft daarom niet
wekelijks iemand van de zorg te komen om haar te
helpen douchen. Dat kan ze zelf, ook al kost dat wat tijd.
Mijn moeder kan goed overweg met de computer, dat
vindt ze leuk. Ik kan haar gerust vragen om op internet
te zoeken naar hulpmiddelen die het leven makkelijker
maken. We hoeven haar ook niet veel uit te leggen over
haar iPhone. Daar kan ze van alles mee.’
Wat is de rol van familie en mantelzorgers als
iemand in een verpleeghuis woont?
‘Zij hebben nog steeds een belangrijke rol in het leven van
de cliënt. Dat wat je samen gewend was, hoeft zeker niet te
stoppen. Wandelen, een spelletje, het haar van je moeder
blijven doen, wassen en aankleden. Die hulp blijven bieden
in een verpleeghuis was in het verleden misschien niet zo
gebruikelijk, maar we vinden het inmiddels alleen maar
prettig om samen met de dierbaren of mantelzorgers deze
zorg te delen. Het ontlast de medewerkers, maar veel
belangrijker, het verrijkt het leven van de cliënt. Dat geldt
ook voor mensen met dementie. Daar kun je weliswaar
niet meer altijd even goed een gesprek mee voeren, maar je
kunt wel nagels lakken, muziek luisteren, liedjes zingen, er
zijn. Op die manier heb je toch contact. Ouderen genieten
daar heel erg van. Je draagt bij aan een waardevol leven
van een ander.’
‘Mensen staan op een
andere manier in het
leven dan vroeger.’
Waardoor is die omslag in ouderenzorgverlening
ontstaan?
‘Er zijn drie belangrijke redenen van de veranderende
zorg: geld, arbeidsmarkt en de veranderende
hulpvraag van cliënten. De budgetten waarmee
we werken staan onder druk. We moeten
steeds meer doen met hetzelfde geld. Dat houdt
in dat we de zorg efficiënter moeten inzetten om
te blijven bijdragen aan een waardvol leven van
cliënten. Daarbij zijn technologie en de inzet van
mantelzorgers een belangrijke ondersteuning. Ten
tweede vergrijst de maatschappij. Richting 2030/40
komen er steeds meer ouderen en steeds minder
jongeren. Hoe langer mensen leven, hoe langer
ze gebruik maken van zorg, in welke vorm dan
ook. Rond die tijd zou een op de drie jongeren in
de zorg moeten werken om iedereen te kunnen
ondersteunen. Dat gaat natuurlijk niet gebeuren.
Daar moeten we op vooruit lopen en inzetten
op preventie, het ontwikkelen van hulpmiddelen
en zorgen dat het beroep van zorgmedewerker
aantrekkelijk is. En tenslotte speelt de veranderende
hulpvraag mee. Mensen staan op een andere manier
in het leven dan vroeger. Ze zijn langer actief
en willen ook zo lang mogelijk zelfstandig wonen,
zonder dat er wekelijks allemaal vreemde mensen
over de vloer komen. Dat vraagt wat van zelfredzaamheid.
Daar proberen we handvaten voor aan
te reiken.’
Is er een oplossing voor eenzaamheid als er minder
zorg aan huis komt?
‘Ouder worden en langer thuis wonen heeft ook een keerzijde.
Mensen in de omgeving vallen weg, eenzaamheid kan toenemen.
Ieder mens heeft behoefte aan nabijheid, om sociale verbinding
te ervaren, het gevoel dat als ik iets niet kan, ik bij jou kan
aankloppen voor hulp. We kijken samen met de oudere waar
de behoefte ligt en hoe we dat kunnen organiseren. Wij kunnen
eenzaamheid niet oplossen door vaker te komen, maar we
kunnen wel samen naar een oplossing zoeken. Gaan we een
vrijwilliger zoeken die mee wil om boodschappen te doen of
iemand die af en toe een kopje koffie komt drinken? Misschien
zijn er bij het buurthuis activiteiten die passen? We proberen aan
te sporen op eigen initiatief. Zelf de telefoon pakken als ze iemand
missen of een maatje zoeken voor een gemeenschappelijke
hobby. Sommige ouderen vinden het wel spannend om de deur
uit te gaan of contacten te leggen. We gaan hier voorzichtig mee
om en betrekken de familie daarbij. In overleg met huisartsen
en (welzijns)organisaties in de gemeente is er vaak van alles
mogelijk. Maar uiteindelijk is iedereen wel verantwoordelijk
voor zijn of haar eigen geluk. Het belangrijkste daarbij is de
ondersteuningsbehoefte te uiten om dat geluk vorm te geven. De
zorg kan een stukje bijdragen aan dat geluk, als het past bij wat we
te bieden hebben. En anders putten we uit ons maatschappelijke
netwerk. Zorgen en ondersteunen doen we samen.’
.9
ZILVER WINTER 2021 / 2022
ZILVER. LITERATUUR
Noaberschap thema bij
LUTTERZAND
LITERAIR
// Foto’s
CYRIL WERMERS
DIANNE WEERNINK
.10
In deze tijden van corona en negatieve berichtgeving in
media door rellen en groepen die elkaar bekritiseren,
vergeten we wel eens dat het merendeel van de mensen
‘gewoon normaal’ doet. Sterker, velen van ons hebben
positieve aandacht voor elkaar. We bellen een keer extra op
of we gaan eens vaker langs. Bij buren of alleenstaanden uit
onze omgeving. Oftewel: het noaberschap viert hoogtij. En
daar speelt het literatuurfestival Lutterzand Literair op in.
Op zaterdag 29 en zondag 30 januari 2022 zindert
het Lutterzand in De Lutte van verwachtingsvolle
boekenliefhebbers die schrijvers ontmoeten. En
die bovendien – niet onbelangrijk – ook worden verrast door
andere culturele uitingen zoals locatietheater, muziek, poëzie en
Twentse verhalen. Deze derde editie van het festival Lutterzand
Literair heeft als thema ‘noaberschap’. Bedenker en drijvende
kracht Dorine Holman vertelt waarom zij noaberschap als rode
draad heeft verweven in het festival.
‘De afgelopen twee edities waren in korte tijd uitverkocht,
ondanks dat het festival nog niet erg bekend was. Heel fijn
natuurlijk, kennelijk voldeed het aan een behoefte. Dat ik
in januari 2021 vanwege de lockdown geen festival kon
organiseren was teleurstellend. Maar als rasoptimist bedacht ik
dat we deze tegenslag ook in iets bruikbaars konden omzetten.
Ik zag in mijn omgeving dat veel mensen, met name de wat
oudere, een enorme schraalheid ervoeren. Geen musea, geen
theater of film, geen bezoek. Zelfs bibliotheken en boekhandels
waren dicht. En dat was erg, want boeken bieden troost,
inspireren en verbinden. Ook als je alleen bent. Het idee om
voor 2022 iets te doen met noaberschap binnen literatuurfestival
volgde al snel. Want wat leren romans en non-fictieboeken je
hier over? Of over het ontbreken van noaberschap? Want helaas
is dat er ook. In boeken én in het echte leven.’
De Landelijke Leesclub Dag
‘Praten met een groepje mensen
over een boek dat je allemaal gelezen
hebt, en een andere visie ontwikkelen
doordat een leesclubgenoot andere
dingen uit een boek haalt, is fijn. Het
verruimt je blik. Het was voor mij
daarom zonneklaar dat we de tweede
editie van De Landelijke Leesclub
Dag tijdens Lutterzand Literair ook
het thema noaberschap zouden
meegeven. En dat niet alleen, ook in
de uitvoer passen we noaberschap
toe: in de week voorafgaand en na
het festival gaan we naar zorgcentra om daar samen met
lichtdementerenden te lezen en te praten over boeken.’
‘Maar ook voor nieuwkomers die het Nederlands nog niet
zo machtig zijn organiseren we sessies. Voor mensen die
nog maar net hier zijn of al wat langer. Auteurs die over
het leren van een nieuwe taal geschreven hebben, komen
daarover vertellen. Tijdens het festival, op De Landelijke
Leesclub Dag, zodat deze nieuw- en oudkomers andere
lezers kunnen ontmoeten. En natuurlijk hoop ik dat
iedereen, van doorgewinterde boekenliefhebbers tot
mensen die alleen voor deze gelegenheid een boek hebben
gelezen, zó enthousiast raken dat ze ook lid worden van
een leesclub, of zoals ze hier in Twente zeggen: leeskring.
Van een bibliotheek, bij een boekhandel of gewoon, met
een paar vrienden.’
‘Boeken bieden
troost, inspireren
en verbinden.’
Zaterdag: natuur, literatuur en cultuur
‘Bezoekers schrijven zich vooraf in voor een groep. Met die
groep trekken ze de hele dag op, letterlijk zelfs. Want met jouw
groep loop je door de prachtige natuur van het Lutterzand naar
verschillende schrijvers. Tijdens die wisselingen word je verrast
door locatietheater, Twentse verhalen, muziek en poëzie. En
ondertussen kan je met je groepsgenoten praten over wat je net
gezien en gehoord hebt. Zo ontstaat er een culturele bubbel;
je bent er helemaal uit en beleeft van alles. Voor mensen die
minder mobiel zijn is er bijzonder vervoer, zoals huifkarren
met paarden.’
Zondag: met noaberschap verder in de 21e eeuw in
‘De zondagmorgen was bij Lutterzand Literair de afgelopen
keren een plenaire sessie. Die korte traditie wil ik maar
voortzetten’, aldus Holman. ‘Dit keer met drie bekende nonfictieschrijvers.
Petra Possel, bekend van o.a. Radio Kunststof
op NPO 1, heeft na haar verhuizing van Amsterdam naar
Friesland aan den lijve ondervonden hoe noaberschap werkt
en daar twee leuke boeken over geschreven. Samen met
rijksbouwmeester Floris van Alkemade en Floor Milikowski
gaat zij in gesprek. Milikowski schrijft als sociaal geograaf,
planoloog en journalist veelal over de toenemende ongelijkheid
tussen Nederlandse dorpen, steden en regio’s. Alkemade
pleit er onder meer voor om niet de wereld te laten bepalen
wie we zijn, maar omgekeerd, met onze verhalen de wereld
te vormen. Kortom, stof genoeg voor deze drie om een mooi
programma te brengen!’
Totale programma
Op zaterdag treden de volgende auteurs op:
Volkskrantjournalist en schrijver Fokke Obbema over
‘De zin van het leven’ en ‘Een zinvol leven’
Gevierd auteur Manon Uphoff over ‘Vallen is als vliegen’
Sholeh Rezazadeh die met ‘De hemel is altijd paars’ een
Bronzen Uil voor het beste Nederlandstalige debuut won
En de natuurboekenschrijver Romke van de Kaa, genomineerd
voor de Jan Wolkersprijs, over ‘De onderwereld van
de tuin’ oftewel noaberschap in de natuur
En vinden de finales van de schrijfwedstijd plaats die in
samenwerking met de TC Tubantia wordt georganiseerd.
Op zondagmorgen:
Journaliste en schrijver Petra Possel gaat met rijksbouwmeester
en essayschrijver Floris Alkemade en
Floor Milikowski (planoloog, journalist en schrijver) in
gesprek over noaberschap in Nederland en de toekomst.
Bij De Landelijke Leesclub Dag komen:
Lale Gül met ‘Ik wil leven’
Gerda Blees met ‘Wij zijn licht’
Linda Polman met ‘Niemand wil ze hebben’
Philip Dröge met ‘Moederstad’
Teun Toebes met ‘VerpleegThuis’
Said El Haji met ‘Gemeente zegt ik Nederlands leren’
Mariska Reijmerink en Afeef Al Doubosh met
‘Niet je moerstaal. Anderstaligen in Nederland’.
Wilt u meer weten over het festival, de schrijfwedstrijd en
De Landelijke Leesclub Dag? Kijk dan op www.lutterzandliterair.nl.
Kaartjes zijn online te koop via de website.
.11
ZILVER WINTER 2021 / 2022
Welkom
Ook wij hanteren
de actuele rivm
maatregelen
Zilver Magazine
LEZERSMENU
Voorgerecht
Dessert
Carpaccio van ossenhaas en
truffelcrème met Parmezaanse kaas
of
Grand dessert
.12
Huisgemaakte paddenstoelkroketjes
met pastinaakcrème
Hoofdgerecht
Gegrilde zeebaarsfilet
met kruidenrisotto en wittewijnsaus
of
Zachtgegaarde wildzwijnnek
met truffeljus
Nu voor alle 60 + lezers * van
Zilver Magazine geen €39, 50 maar €29, 50
Op een gezellige plek naast de Sint-Plechelmusbasiliek in Oldenzaal geniet u van klassieke gerechten met een moderne twist. Ook deze
winter leggen chefkok Jan Huiskes en zijn team u weer helemaal in de watten. (H)eerlijk, vers eten om uw vingers bij af te likken. Geniet
van een mals stukje vlees, vis of een truffelrisotto. Wat u ook kiest, u snapt waar het restaurant zijn naam aan te danken heeft. Natuurlijk
staat er dit seizoen ook vis en wild op de kaart en prijst u uzelf gelukkig met een uitgebreide selectie aan mooie wijnen.
* Dit speciale en erg mooie lezersmenu wordt alleen op dinsdag, woensdag en donderdag voor u bereid.
De bijpassende wijnen staan in onze fraaie, maar zeker betaalbare, wijnkaart.
* Wij verzoeken u ons aan te tonen dat u 60 jaar of ouder bent.
Sint Plechelmusplein 18 | Oldenzaal | Tel: 0541 535060 | www.bistropuur.nl
COLUMN. MARCEL OLDE RIKKERT
Marcel
COLUMN
Olde Rikkert
Goed praten met je dokter
Marcel Olde Rikkert is in
zijn woonplaats Nijmegen
hoogleraar geriatrie in het
Radboudumc en hoofd van
het Radboudumc Alzheimer
Centrum. Hij is geboren en
getogen in Hengelo (O).
Zijn missie is om oudere
mensen zo goed mogelijk
te helpen kiezen uit al wat
de geneeskunde te bieden
heeft, passend bij hun eigen
verhaal. Dat heeft hij ook
beschreven in zijn boek
‘Jong blijven en Oud worden’
(2015, Thoeris A’dam).
Heeft u een vraag aan
professor Olde Rikkert,
stuur dan een e-mail naar
redactie@zilvermedia.nl
t.a.v. de heer Olde Rikkert.
Het eind van het jaar is dé tijd voor
goede gesprekken. Maar hoe goed kunt
u praten met uw dokter? En dan bedoel
ik niet gewoon over een pijntje links of
rechts, maar echt praten over de dingen
die er toe doen. In de praktijk blijkt dat
heel lastig. Het gesprek is dan een soort
tango. Een ingewikkelde dans waarbij
de danspartners ogenschijnlijk dicht bij
elkaar zijn, maar toch geheel verschillende
rollen hebben. De een leidt, de ander
volgt, maar de emoties worden zorgvuldig
gekanaliseerd.
Toch is het als je ouder wordt steeds
belangrijker om een goed gesprek te
kunnen aangaan met je huisarts of
specialist. Het is spannend omdat er
steeds meer ziektes op het
spel staan. Maar ook voor
de dokter is het spannend.
Oudere mensen verschillen
immers steeds meer van
elkaar, waardoor je als
dok ter steeds meer moeite
moet doen voor finetuning.
Besteed je daar niet voldoende tijd aan
dan kom je niet goed tot gezamenlijke
besluitvorming, en dat verwacht je tegenwoordig
wel van artsen.
Een oudere dame schreef me er recent
een lange brief over. Haar hartenkreet:
‘Praten met dokters is niet mogelijk!,
Zelfs niet met psychiaters.’ Maar ze had
als 91-jarige wel de moeite genomen om
haar belangrijkste lessen aan mij door te
geven. Ik geef ze met haar toestemming
graag weer door, omdat ik het geheel met
haar eens ben.
Ze raadt op de eerste plaats aan om veel te
investeren in het psychisch gezond blijven,
door zo goed mogelijk de moeilijkheden
die het leven brengt te verwerken. ‘Het
leven wordt alleen daardoor rijk, en niet
door het geld op de bank. En zeker niet
van de rente.’ Verder bepleit ze om niet te
proberen met medicijnen zo lang mogelijk
te blijven leven. ‘Alles moet draaien om
een goed leven. Bovendien werkt alles in
het lichaam met elkaar samen, dus één
ding genezen helpt niet zo veel op de
leeftijd waarop je door de kat of de hond
gebeten wordt.’
‘Van praten
over de dood
ga je niet
dood.’
Wijze woorden, alleen dat niet kunnen
praten met dokters, zit me niet lekker.
Bij haar was het gevoed door allerlei
nare gebeurtenissen in haar jeugd. Dat
onderstreept hoe belangrijk een goed
gesprek met je dokter is. Je kunt er
zomaar een leven lang mee worstelen.
Dus een mooi en belangrijk
voornemen voor komend
jaar is de top drie belangrijkste
zaken over je gezond
heid te bespreken.
Daar hoort praten over je
levenseinde gewoon bij.
Net zoals ieder jaar afloopt,
loopt ieder leven af. We denken al vroeg
na hoe we de kerst willen vieren en wat we
met oudjaar gaan doen. Maar aangeven
hoe we onze laatste levensdagen willen
is een stuk moeilijker. Toch gewoon
doen. En het is nooit te vroeg, want van
dat gesprek ga je niet dood. En dat kun
je ieder jaar opnieuw doen. Net het
kerstgesprek tussen de 90-jarige Engelse
dame en haar butler, dat ieder jaar op de
Duitse televisie is. ‘Zelfde procedure als
vorig jaar, mevrouw?’ Uw knipoog spreekt
boekdelen: ‘Zelfde als vorig jaar!’
Marcel
Olde Rikkert
Klinisch geriater Radboudumc
.13
ZILVER WINTER 2021 / 2022
BERICHT VAN. PAUL ABELS
// Tekst en foto’s
PAUL ABELS
// Tekst en foto
PAUL ABELS
De winter,
de Guzzi
en de heupen
.14
Ik ben erg gek met mijn motorfiets.
Al heel veel jaren. Het is een oude
Moto Guzzi California, 1000 cc,
tweecilinder, 267 kilogram exclusief
het gewicht van 23 liter benzine. Dit
vertel ik er even bij voor de mannen.
Voor de vrouwen vertel ik er meteen
bij dat er maar weinig dingen zo
romantisch zijn als op reis gaan met
je motor, liefst zo ver mogelijk weg.
Ik heb een trekhaak en een klein
aanhangertje: alles wat ik nodig heb,
kan daar in. Veel mannen praten alleen
maar over de techniek van hun
brommer. Met zulke mannen kun
je niet praten.
In 2011 was ik bijna verongelukt met mijn vorige motor, ook een
Moto Guzzi, 850 cc (California III). Een nog ouder model uit
1981. Op de A35, bij hectometerpaaltje 56.4, twaalf kilometer
voor Enschede, kreeg ik een vastloper. Altijd als ik langs die plek
rijd, denk ik eraan.
Bibberen
Een vastloper. Dat klinkt relaxt, bijna als wadloper, maar dat moet
u niet willen, want het is levensgevaarlijk als je 120 kilometer per
uur rijdt. Normaliter blokkeert dan het achterwiel. Ik had de hand
aan de koppeling en trok hem op tijd in. Daardoor niet over de
kop geslagen. Er zat een gat in het motorblok ter grootte van een
ouderwetse rijksdaalder. Eén drijfstang zat vast in de rechtercilinder,
de andere drijfstang verpulverd, krukas aan barrels. Pas toen ik weer
thuis was, begon ik heftig te bibberen.
‘Als ik dan ’s avonds laat terugrijd,
hoor ik de tweecilinder tevreden
tokkelen en zie de maan schijnen
over de A1.’
Chauffeur met hoed op
Die bijna fatale motorpech was heel confronterend.
Waarom rijd ik motor als het zo gevaarlijk
is, vroeg ik me af. Dit was dan toevallig een
technisch probleem, maar hoe vaak had ik de
afgelopen twintig jaar al niet gehad dat ik als een
gek in de remmen moest omdat automobilisten
me niet gezien hadden? In Engeland hebben veel
motorrijders een speldje op hun motorjas waarin
ze met een afkorting refereren aan de blindheid
van veel autorijders: SPDNSY. Sorry Pal Did
Not See You. Heel vaak lacht de chauffeur er
vrolijk bij in zijn veilige blikken huisje. Ik niet,
omdat ik al wel twintig keer door zo’n gezellige
lachebek invalide gereden zou zijn als ik minder
alert was geweest. Ik heb het gelukkig goed
geleerd: defensief rijden, elke automobilist
wantrouwen als motorrijder, altijd weten hoe je
uit kunt wijken als er weer ’s eentje je niet ziet.
Opletten wanneer voor je een chauffeur met een
hoed op achter het stuur zit. Van die dingen.
Motorrrraria
Die vastloper was zo confronterend dat ik
besloot een boek te maken over motorrijden en
motorrijders. Vrouwen en mannen. Vierenvijftig
mensen deden eraan mee. Ook beroemde
schrijvers: Tommy Wieringa, A.L. Snijders,
Jaap Scholten, Herman Pieter de Boer, Jan
Cremer. De romantiek, de gevaren, de ellende,
de techniek, de cultus, het kwam allemaal aan
de orde. Motorrrraria heet het boek. Ik vind het
het mooiste boek dat ik als uitgever gemaakt heb.
Wieringa schreef over zijn leraar Nederlands,
Jon Verhave, fervent motorrijder. Die moest met
zijn BMW plots uitwijken voor een afslaande
tractor. Het stereotiepe motorfietsongeluk. Hij
raakte een verkeersbord. Niet hard, maar hard
genoeg. Dwarslaesie. Hij bleef lesgeven vanuit
zijn rolstoel, hij bleef fan van de motorfiets. En
ja, zo nog honderd verhalen. Jan Cremer met
zijn Harley Davidson. Sophie Timmer, dochter
van de voormalige baas van de TT, over de
erotiek van het motorrijden. Paultje de Boer
van de Groningse Benzinebar over het in brand
steken van Japanse motorfietsen, ‘die rommel
van pisbakkenstaal’. Albert Bos uit Westerbork
over Moto Guzzi’s: ‘warkmotors’ en Nortons:
‘Die lekken altijd, daarom hebben de Engelsen
allemaal van dat grint om het huis’ en over het
opwindende geluid van Giacomo Agostini op
zijn MV Agusta: ‘Als Agostini voorbij kwam
tijdens de TT, gingen mijn vader en mijn ooms
met de benen wijd staan. Waarom? Gewoon,
omdat het zo’n geil geluid is!’
Heet bad
Heel veel kilometers heb ik gemaakt op de
motor. Toen ik hem pas had wel 20.000 per
jaar. Als je met de auto naar de Randstad rijdt
vanuit Twente, ben je moe en duf na het getuf
op de snelweg en alle files. Dan moet je je auto
nog parkeren. Als je in een Amsterdamse parkeergarage
gaat staan, kost je dat zo veertig euro
per dagdeel. Niets van dat alles als ik met mijn
trouwe Guzzi naar het westen pruttel. De wind
waait om mijn hoofd, ik blijf alert, rijd rustig
tussen de file door en parkeer mijn motor op
de stoep, naast de fietsen. Geen kosten, geen
bekeuring. Als ik dan ’s avonds laat terugrijd,
hoor ik de tweecilinder tevreden tokkelen en
zie de maan schijnen over de A1. Dan daalt er
grote vrede neer. Je komt thuis, misschien nat en
koud, misschien stram en stijf, maar dan laat je je
zakken in een heet bad met een koud biertje op
de rand en je slaapt als een blok daarna....
Heupendokter
Allemaal mooi en aardig, maar nu nog eens
wat. Dit verhaal is voor het winternummer van
Zilver Magazine. Winter: winterbanden voor
de auto, winterstalling voor mijn Moto Guzzi.
De eerste tien jaar reed ik gewoon door in de
winter. IJspegels aan de helm. Kan heel goed,
kon heel goed. De laatste jaren, nu ik bijna
pensioengerechtigd ben, overwintert mijn
motor in de garage. Veilig en warm. Deze keer
heb ik echter voor het eerst onrust en twijfels:
zou het weer lukken, lekker rijden straks in de
lente? Want: artrose in de knieën, artrose in
de heupen, artrose in de schouders. Alleen al
om te kunnen blijven motorrijden zou ik mij
graag verse heupen en knieën laten aanmeten.
De schouders laat ik nog maar even zitten. Het
schijnt een operatie van niks te zijn, een heupje.
Ik ga mij maar eens oriënteren in het Hengelose
ziekenhuis. Daar schijnt een goeie heupendokter
te zitten...
.15
ZILVER WINTER 2021 / 2022
66 EN NU? JET VAN DER SLUIS
Nieuwe Zilvercolumnist
Jet van der Sluis:
groot vermogen
tot bewonderen
.16
‘Daar verdien je geen geld mee, ‘ zegt haar
vader als reactie op de wens van de toen jonge
Jet van der Sluis om kunstgeschiedenis te
studeren. De geboren Lemster kiest voor
veiligheid en rondt in 1973 de opleiding tot
eerstegraads docent Nederlands af aan de
Rijksuniversiteit in Groningen. Ze verhuist na
wat omzwervingen met man en kinderen naar
het Twentse Oldenzaal. Dertig jaar lang staat
ze voor de klas, haar belangstelling voor kunst
blijft. Eind jaren negentig wijdt ze zich fulltime
aan de vierjarige studie Kunstgeschiedenis aan
de Universiteit van Utrecht die ze in 2001 met
als specialisatie Beeldende Kunst cum laude
afrondt. Ze combineert het docentschap met
haar passie voor kunst: de kunst van het woord
en het beeld komen zo mooi samen.
UNST
‘ We hebben
hier heel
leuke jonge
mensen.’
.17
// Tekst
ASTRID OLDE OLTHUIS
// Fotografie
BRIT WILLEMSEN
ZILVER WINTER 2021 / 2022
66 EN NU? JET VAN DER SLUIS
.18
HISTORISCHE
KUNST
Het zaadje wordt geplant wanneer
ze als jong meisje met haar ouders
de kathedralen van Rheims en
Chartres bezoekt, en later ook de grotten
van het Franse Lascaux. Historische kunst.
‘Ik heb een groot vermogen tot bewonderen,’
vertelt ze erover, ‘Die rozetramen maakten
als klein kind een enorme indruk op mij, het
beeldende verhaal dat ik erin zag.’ Ze erft de
interesse voor bouwkunst van haar vader.
Tegelijkertijd beseft ze dat moderne beeldende
kunst het bijna altijd af moet leggen tegen
de stromingen uit het verleden. ‘Dat werkt
verlammend. Jonge kunstenaars moeten altijd
concurreren met oude meesters als Rembrandt
en Van Gogh. Ook in Twente. Het podium
voor Twentse talenten is klein. Er is te weinig
aandacht voor. Iedere regio heeft een culturele
humuslaag nodig waarop getalenteerde
zaadjes kunnen groeien. We hebben hier heel
leuke jonge mensen.’ Jet publiceert erover in
kunsttijdschriften als Beeldenmagazine, Jong
Holland, Museumtijdschrift en het ter ziele
gegane weekblad De Roskam. De gesprekken
die ze ervoor voert, beschouwt ze als een
voorrecht. Ze bewondert Twentse kunstenaars
als Linda Biemans, Elsbeth Cochius en Adrie
Arendsman.
HeArtfund
Ze vindt het prachtig om op haar - naar eigen zeggen
- oude dag in gesprek te gaan met jonge kunstzinnige
mensen over wat hen beweegt om te kiezen voor zo’n
onzeker bestaan: die intrinsieke motivatie, het alleen
maar bezig willen zijn met beeldende kunst. Jet draagt het
Twentse HeArtfund een warm hart toe waarbij jaarlijks
een afgestudeerde kunstschilder de kans krijgt zichzelf
zonder zorgen te ontwikkelen met gebruik van atelier
en materialen. Ze zorgt voor de afsluitende publicatie in
boekvorm en zag winnaars als Remco Dikken, Liesbeth
Piena en Omar Koubâa groeien. Laatstgenoemde ontving
zelfs de Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst en
exposeerde in het Paleis op de Dam.
Escher in 3D
Voor Zilver Magazine beschrijft ze typische beelden
in Twente die wel enige vertaling kunnen gebruiken.
Hierover zegt ze: ‘Het is in werkelijkheid altijd anders
dan hoe er op internet over geschreven wordt. Daarom
bekijk ik de beelden altijd ter plekke en beschrijf ik wat
ik er in zie.’ Zo omschrijft ze elders in dit magazine de
verschillende kanten van het monument voor filmmaker
Bert Haanstra in Goor. Maar ook de werken van kunstenaar
en wiskundige Rinus Roelofs uit Hengelo kunnen
de kunstcriticus bekoren: ‘Die beelden vind ik zo fascinerend.
Hij weet een link tussen kunst en de taal van
wiskunde te leggen. Zijn werk lijkt onbestaanbaar, je
snapt vaak niet hoe het in elkaar zit. Het lijkt wel Escher
in 3D in mooie, stevige tastbare beelden.’
Of ze er zelf ooit over gedacht heeft om kunstenaar te
worden? ‘Ach, ik kon vroeger aardig tekenen, maar als je
echt kunstenaar wilt zijn, moet je niets anders willen dan
dat. Ik noem dit het ‘heilig moeten’. Alleen dat leidt tot
authentieke kunst.’
INTERVIEW. COLUMN. WEDUWE HENK BOOM TIMMERMAN?
column
Henk
Boom
ONRUST
Wanneer begon het? Mijn onrust. ‘Zit toch eens stil’,
zei mijn moeder vroeger als ik aan tafel zat te draaien.
Bovendien probeerde ik altijd haantje de voorste te zijn.
Dat kreeg ik nog lang van haar te horen. Bijna als een
reprimande. Pas veel later vertaalde ik die onrust en
dat voortdurend vooraan willen staan met het op reis
willen gaan. ‘Het was ontsnappen en verdwijnen’, zoals
Paul Theroux, de auteur van mythische reisverhalen, het
heeft verwoord. Op reis gaan werd voor mij zelfs een
bevrijding. Anderen noemden het een vlucht vooruit.
Hoe dan ook, onrust, reizen en nieuwsgierigheid hebben
aan de wieg gestaan van mijn journalistieke bestaan.
Mijn nieuwe levenscredo dank ik zelfs aan het reizen: het
inruilen van de onzekerheid van de zekerheid voor de
zekerheid van de onzekerheid. Dat gaf een intens goed
gevoel, ook al dacht mijn moeder daar anders over.
Meer dan de helft van mijn leven heb ik nu in het
buitenland gewoond. Terug op mijn geboortegrond zeg
ik voortdurend dat ik in Diepenheim-aan-Zee woon. Ik
heb altijd aan zee willen wonen. In mijn verbeelding zie
ik dan aan de horizon de overkant van mijn leven.
Henk Boom (1945), geboren
in Almelo en woonachtig in
Diepenheim. Als journalist
werkte hij bij het dagblad
Tubantia en bij de Haagsche
Courant. Als correspondent
was hij ruim dertig jaar actief
in Mexico en Spanje. Als auteur
wijdt hij zich nu aan boeken
met historische thema’s.
.19
Inmiddels wentel ik mij in herinneringen. ’Wonderlijk is
dat na mijn dood ook mijn herinneringen verdwijnen’,
schreef Karel van het Reve kort voor hij overleed. Dat is
het. Ik moet opschieten voordat Charon zich meldt voor
de overtocht over de Styx. In afwachting daarvan ben ik
deze winter begonnen aan een reis door mijn kamer.
Want de onrust blijft.
Henk Boom
ZILVER WINTER 2021 / 2022
CULTUUR. JOHNNY LOOHUIS
Dan hoor ik:
‘Goed idee
Johnny, regel
jij dat?’
.20
// Tekst & foto’s
HARRY MOEK
Johnny Loohuis
Drijvende kracht
achter cultuur en
feest in Oldenzaal
Oldenzaal is een stad met een prima voedingsbodem
voor cultuur en feesten. Johnny Loohuis heeft door de
jaren heen in die bodem veel vruchtbare ideeën geplant.
.21
De lijst feesten en culturele evenementen
in Oldenzaal waar Johnny Loohuis de
hand in heeft gehad is lang. De 62-jarige
saxofoondocent, een creatief en kleurrijk doener en
netwerker, lijkt onvermoeibaar. Zijn grote uitdaging
op dit moment is het realiseren van stadsbrouwerij
De Bombazijn. Loohuis: ‘Oldenzaal heeft meer
iconen nodig. En de Bombazijn gaat er zeker een
worden!’
Muziek
Johnny Loohuis leeft van en voor de muziek. Toen
hij zich inschreef voor het conservatorium zeiden
zijn ouders: ‘Zou je dat wel doen, jongen? Met
muziek is geen droog brood te verdienen.’ Maar
zinnen als ‘zou je dat wel doen’ werken bij Johnny
als een rode lap op een stier. Het lijkt hem te sterken
in zijn voornemens, tegendraads als hij kan zijn.
Johnny: ‘Tja, ik ben een eigenwijze Twent. Mijn
ouders hadden trouwens wel gelijk hoor. In de
muziek kun je maar weinig verdienen, tenzij je een
heel grote ster wordt.’ Toch blijft het zijn roeping
om mensen op te leiden in de muziek. De jeugd
lijkt helaas echter steeds minder voor muzieklessen
te porren. Johnny: ‘Jongeren zitten liever achter
schermpjes, lekker makkelijk. Muziek maken vraagt
niet alleen talent, maar ook vaardigheid. Inspanning
en doorzettingsvermogen heb je ervoor nodig.’
Stroatensemble
Het Stroatensemble, in en buiten Oldenzaal een bekend
fenomeen, is orkest, vriendenclub en creatieve bubbel
ineen met als ingrediënten: feest, muzikaliteit en een
vleugje chaos. Helemaal passend bij Johnny. Het is ook
de kraamkamer van vele evenementen en acties, zoals
de Kinderwagenoptocht, het eigen carnavalsgala de
Galo, het Stroadl benefietconcert en Graanzak Smiet’n.
Johnny: ‘Ik werkte bij discotheek De Kei en zag dat de
carnavalskapel De Boeskeulkes van de eigenaar gratis
te drinken kreeg als ze muziek kwamen maken in zijn
tent. Ik dacht: dat kan ik ook! Ik trommelde een aantal
vrienden op om ook met regelmaat een deuntje weg te
blazen bij De Kei. Gratis bier, hoe mooi was dat? Maar
nog belangrijker: de basis van het latere Stroatensemble!’
Johnny is groot jazz-liefhebber. Johnny: ‘De vrijheid, de
improvisatie en als iemand een noot verkeerd blaast, is
er geen man overboord.’ Zijn grootste held is saxofonist
Michael Brecker. Met de muziekmaten van Stroat
bezocht hij geregeld het North Sea Jazzfestival. Even leek
het erop dat ze er zelf ook zouden gaan optreden. Johnny
wist met zijn enthousiasme de grote baas, Paul Ackett,
over te halen om het Stroatensemble op het North Sea
te boeken. Johnny: ‘Helaas overleed Ackett voordat dat
daadwerkelijk zover kwam. Zijn opvolgers kozen daarna
helaas voor een andere invulling.’ >>
ZILVER WINTER 2021 / 2022
CULTUUR. JOHNNY LOOHUIS
.22
‘ Ik kwam
begeleid met
zwaailicht en
sirene veilig in
Oldenzaal aan.’
De Stroat-bus
Het Stroatensemble laat zich vervoeren in een zeer
opvallende bus. Een oud exemplaar, die dankzij
tender loving care van Johnny en de zijnen en
de door Herman Bodewes speciaal gebouwde
‘Falderalderal-hal’ nog steeds geschikt is voor
gebruik. Over twee jaar is de bus 50 jaar oud.
Wie Johnny kent weet dat dat maar één ding kan
betekenen: weer een feest! De bus is een jaar of tien
geleden geheel gerenoveerd. De bus werd gestript
en het kunstzinnig beschilderde plaatstaal van
de carrosserie werd geveild om de kosten van de
restauratie te kunnen dekken. De hele operatie
staat Johnny nog goed bij. Johnny: ‘Er was een
geheel nieuw frame aan het onderstel gelast en
de bus had geen dak, geen vloer, geen wanden,
laat staan verlichting. Er was een chauffeursstoel
provisorisch op het frame gelast en ik moest dat
karkas naar Oldenzaal rijden. Een motoragent hield
mij plots staande. Zijn mond viel wagenwijd open
en hij zei: ‘Loohuus, wat bis doe an ’t doon? Wat een
overtredingen! Hier is gin schriew’n an!’ Hij kende
mij blijkbaar, dat was mijn redding. De agent bood
aan om me te escorteren en zo kwam ik begeleid
met zwaailicht en sirene veilig in Oldenzaal aan.’
Bombazijn
Hét grote project waar Johnny zich momenteel
met hart en ziel voor inzet is de bouw van een
stadsbrouwerij in de Bombazijn, een vervallen
pand uit de textielhistorie van Oldenzaal. En
Johnny en de zijnen zijn niet weinig ambitieus. Het
pand gaat helemaal in oude staat teruggebracht
worden, er komt een grote kelder voor een
professionele brouwinstallatie. Een klein gilde van
amateurbrouwers is al jaren actief. Ze brouwen op
kleine schaal een variëteit aan Bombazijn-bieren. De
financiering voor het plan moet nog rond komen,
maar Johnny is optimistisch en vastberaden: ‘Dit
krijgen we voor elkaar, zeker weten!’
Johnny: ‘Gelukkig heeft de gemeente meegedacht
en is men zo moedig geweest om de geplande
hoogbouw op de plek van de omliggende stadstuin
af te blazen. Met de Bombazijn koesteren we erfgoed
en hebben we er een mooie voedingsbodem voor
culturele evenementen bij. Het bier dat we gaan
brouwen is bedoeld voor alle Oldenzalers. De
bezoekers maar ook de horeca moeten daar beter
van gaan worden.’
‘Tja, ik ben
een eigenwijze
Twent.’
Intocht Plechelmusklok
In Zilver Magazine herfst schreven we over de
nieuwe Plechelmusklok. Dat bleek een mooie
aanleiding voor een feestelijke dag. Een echte
intocht en meerdere feesten. En ja hoor: ook daar
was Johnny Loohuis aan verbonden. Johnny: ‘Ik
vond dat het volk zo’n geschenk aan de stad moet
omarmen. Ik opperde om er een grote intocht
van te maken. Met paard en wagen, muziek en
een mooi feest. En, hoe gaat het dan? Dan hoor
ik: ‘Goed idee Johnny, regel jij dat?’ En het is een
mooi feest geworden, of niet?’
De Bond
Johnny’s geboortehuis staat aan de Molenstraat,
tegenover Stadstheater De Bond. Hij woont daar
nog steeds. Het pand, oorspronkelijk ’n Oaln
Bond, met daarin in de jaren zeventig en tachtig
de beroemde discotheek Trio Club, zou gesloopt
worden voor woningen. Johnny: ‘Ik heb toen
met wat strijdmakkers de werkgroep Redbond
opgericht. Dankzij het daarna geïnstalleerde
bestuur en vele andere Oldenzalers hebben de
woningbouwplannen daar geen gevolg gekregen
en hebben we nu een bloeiend Stadstheater.’
In Oldenzaal wordt Johnny gezien als een
onverbeterlijke optimist. Johnny: ‘Ik ben echt geen
Don Quichot, ik denk wel drie keer na voordat ik
een kar ga trekken. Maar ik weet zeker: als er echt
een wens is, en draagvlak, dan is er ook een weg!’
.23
ZILVER WINTER 2021 / 2022
ZILVER. CULTUREEL ERFGOED
Vrijwilligers houden
de 670 jaar oude
NOORDMOLEN
draaiend
.24
De exacte leeftijd van de Noordmolen is onbekend.
Vast staat dat de molen al genoemd wordt in een koopakte
uit 1347, toen Herman van Twicklo Huize Eijsink
kocht, met de Noordmolens, het waren er destijds twee,
aan de Azelerbeek. Waarschijnlijk betrof het een korenen
een oliemolen. De verkoper was Berend van Hulscher,
een edelman en herenboer. Uit Huize Eijsink zou uiteindelijk
ontstond Kasteel Twickel ontstaan. De korenmolen
is rond 1825 gesloopt, de oliemolen bleef bewaard.
// Tekst & foto’s
ANNEMARIE HAAK
De Noordmolen staat verscholen in de bossen
van Twickel, vlak bij de ijsbaan in Delden,
pal naast de brug die de Oelerbeek met de
Azelerbeek verbindt. Het verval is groot en het water
klotst tegen de schoepen van het rad dat hierdoor in
beweging komt. Het piept en het kraakt als de molen
in werking wordt gezet. Een heerlijk geluid voor de
enthousiaste molenaars. Elke zondag zijn ze present.
Ze zetten het waterrad in gang en daarmee ook de
molen. In totaal zijn ze met 25. ‘Eigenlijk is de naam
molenaar niet helemaal goed’, verklaart Jaap Mereboer.
Samen met Jan Leushuis en Jan Roerink maakt hij deel
uit van het bestuur. ‘We zijn olieslagers, olie wordt geslagen
en niet gemalen!’
Een rondleiding door de molen laat dit zien. Grondstof
voor de olie is vlas, dat werd destijds veel verbouwd
op de arme zandgronden van de streek onder meer
voor het weven van linnen. ‘Vlaskorrels worden eerst
gekneusd in de kollergang.’ Mereboer toont de twee
grote stenen wielen die over de korrels walsen. ‘Als ze
voldoende geplet zijn gaan ze in de vuister, dat is een
bodemloze pan, die op een kachel staat. Daar worden
ze gebrand.’ Het meel wordt opgevangen in zakken,
buulen. Het olie slaan vindt plaats op de persbank. De
buulen worden tussen twee planken in de persbank
gelegd. Een vallende slaghei perst olie uit het meel,
lijnzaadolie. Van het overblijfsel worden lijnzaadkoeken
gemaakt voor het vee.
.25
‘Het gaat om
het oude vak, de
oude techniek, het
erfgoed. Dat moet
bewaard blijven.’
Erfgoed
‘Lijnzaadolie heeft een bijzondere werking en bevat
omega 3-, 6- en 9-vetzuren. Dat is erg goed voor de
darmen’, benadrukt Mereboer. ‘Bovendien verlaagt
het bloeddruk en cholesterol en stimuleert het de
gezondheid van hart- en bloedvaten volgens de
geleerden!’ De molenaar is tevens voorzitter van de
pr-groep. Over belangstelling heeft hij overigens niet
te klagen. Zodra de deuren open gaan dienen zich de
eerste bezoekers al aan. De molen is het hele jaar door
iedere zondagmiddag geopend, in de zomer ook op
woensdag. ‘Dat doen we vanaf de laatste week van
juni tot en met de eerste twee weken van september.
Dan komen onze molenaars aan het werk!’, lacht hij.
Elke keer zijn er drie vrijwilligers aanwezig. Om het
vak te leren hebben ze allemaal een cursus gevolgd.
‘Bezoekers hebben altijd vragen, daar moet je antwoord
op kunnen geven. Het grootste deel van de vrijwilligers
loopt echter al jaren mee en heeft daar geen moeite
mee.’ Het gaat om het oude vak, de oude techniek, het
erfgoed, dat moet bewaard blijven. Dat is minstens zo
belangrijk als het product dat er afgeleverd wordt. >>
ZILVER WINTER 2021 / 2022
4000 hectare
.26
Restauraties
De molen is door de jaren heen diverse keren gerestaureerd.
Dat is te zien aan de gedenkstenen in de kademuren. In 1917
werd de molen hersteld, maar omdat er te weinig water door
de beek stroomde, leidde dit tot verval. In de jaren 1976-1978
is het molengebouw opnieuw gerestaureerd in opdracht van
de Stichting Twickel. In 1984 werd er een nieuw molenrad
geïnstalleerd, mogelijk gemaakt door de Rotaryclub Borne-
Delden. In 1989 werd het interieur afgerond. Vrijwilligers
houden sinds 1990 de molen in bedrijf. In 2006 was er
opnieuw een grote reparatie noodzakelijk en werd er een
molenaarshuis bijgebouwd. Dit is zoveel mogelijk volgens
de oude technieken gebeurd, een project dat mede dankzij
Europese subsidie (Leader+) gerealiseerd kon worden. In het
molenaarshuis kunnen de molenaars pauzeren en vergaderen.
Bovendien is er een klein keukentje en een toilet en een plek
voor de administratie. Het complex is ondergebracht in de
Stichting Beheer Noordmolen die weer deel uitmaakt van
de Stichting Twickel. Toen in 1975 de laatste barones van
Twickel overleed werd het 4.000 hectare grote landgoed met
het kasteel ondergebracht in een stichting voor behoud en
beheer met als doel het geheel te behouden en te beheren.
Bovendien moest het kasteel bewoond blijven en dat gebeurt
ook. Daarom is het kasteel slechts beperkt te bezichtigen.
‘Het zou leuk
zijn als de groep
vrijwilligers wat
groter wordt.’
Plezier in het werk
De Noordmolen is het waard om behouden te blijven.
Daarom wordt er veel aan public relations gedaan.
Scholen, families, bedrijven worden uitgenodigd om te
komen kijken. Een rondleiding is altijd te boeken. Maar
toch is het niet allemaal rozengeur, de aanwas van nieuwe
vrijwilligers stagneert en dat baart de heren wel zorgen.
De meeste molenaars lopen al heel wat jaartjes mee en
worden een dagje ouder. ‘We hebben ontzettend veel
plezier in ons werk en zwaar is het niet. Ook de sfeer onderling
is goed. Het zou leuk zijn als de groep vrij willigers wat
groter kan worden!’ Daarom doet de groep een dringend
beroep op iedereen die het leuk lijkt om molenaar te zijn.
Kijk op de website noordmolen-twickel.nl en meld je aan!
COLUMN. GERRIT LANSINK
GERRITS
STUKSKE
n Aander
Kerstkeend
De weejn begonn op Kerstoavnd, vlak vuur n kooldstn dag
van t joar. n Moes-iegel lag a wekn met tien hertslaagn in
de minuut oaver zeute zommernachtn te dreumn. En n
haazn zat in t höfke biej bangig moanlech köpkes moos
kepot te maaln. Huulnd mirreweenterhoorndschaln droog
de zeertestekn van t nearfdroad met de letter van
Depressie. Eenmoal op de weerld wör t keend in witwoln
dekns wikkeld.
Vanachter met steerne van keunstsnee beplakte roetn
keekn de naar jonge oalders o zo greuts noar n noazoat.
Dizzent zag duur n weerschien eankeld uur doonkerte, vaker
as eens kats vortbraand duur t schennharde schiensel van
de koplöchtn van weenterbaandwaagns. Zo tieegn de tied
dat et met kristalkloare vöarmkes ingelegde spöldeuske
vuur de leste keer zien Noordzweedse kerstleedke gung
ofdreain, begonn t kwik zwoar naar daaltn te goan.
‘Min 18!’, zeadn de leu n neechstn moorgn duur griestrechters
oet n moond. Ze keekn derbiej of ze ne wedstried
wonn hadn.
Dat joar bleef n thermometer oonder nul hangn. Et dee t
Kerstkeend gen zeerte.
... n haazn zat in t höfke köpkes moos kepot te maaln ...
Oet Verkade album Winter (1909), pleatke nr. 87
ill. L.W.R. Wenckebach
.27
Ok de eerste daag van jannuari was Könnink Weenter kaant
de baas. Pas op n viefdn völ n doo in, met weendvolle bujn,
et nare van dizn dag nog verzwoarnd. Zeg noe joa zölf,
wat is der slimmer as n hölpeloos weegnd, met völklurig
keersnsmet oavertrokn kerst-engelke op n dag vuur
Dreekönningn, in nen reagn van dannnoaldn?
Et keend haaldn t kerstbeumeverbraandn nog, as n
vuurteekn van de aller-, allergrötste koplaamp. Zachtkes
kwiendn t keend der op vort. Noa n goodbesteed leavn as
sneepop in doonkre daagn.
Cerrit Lansink
Gerrit Lansink (Bokel, 1950) was
zon dertig joar tekstmänneke in de
reklame. Heuld et in t schrievn kort
met gedichtn (beundelkes Pikstrik
en Oaver Stroatn en Weagn) en
stukskes (zooas in Bodbreef, De Nieje
Tied en Twentse Almanak) in t plat,
met doarnöast luk in t Neerlaands
(Onze Taal, Het Land der Letteren
en Verhalen uit het Oosten). Hoold
van meziek, in t biejzeunder de joarn
vieftig, zestig en zeuvntig, sportkiekn
(voetbaln, wielrenn en schaatsn) en
reagnachtige zundage in juli.
ZILVER WINTER 2021 / 2022
Oogcentrum Eibergen
.28
Uw oogspecialisten in de Achterhoek voor
oogheelkundige behandelingen waaronder:
, Grijze staar (cataract)
, Verhoogde oogdruk/glaucoom
, Maculadegeneratie
, Netvliesaandoeningen
, Oogleden: operatief en niet-operatief
, Hoornvliesaandoeningen
, Diabetes gerelateerde aandoeningen
, Glasvochtvertroebelingen (mouches volantes)
, CBR keuringen
ADV
Bel 088 119 82 00
Wij opereren in ons eigen operatie- en lasercentrum
Euregio Vision in Vreden.
OOGCENTRUM
EIBERGEN
Oogcentrum Eibergen, Nijverheidsstraat 8 - 04
7151 HN Eibergen, Telefoon 0545 47 80 80
info@oogcentrum-eibergen.nl
www.oogcentrum-eibergen.nl
dvertentie_102 x 147 print - Euregio.indd 1 25.10.21 15:55
www.indienstvanhetleven.nl
Pedro Swier
Voor uw
gezondheid
en vitaliteit!
Deel je leven
Een betekenisvol leven en uitgaan van wat mensen wél kunnen.
Dat is waar Zorggroep Sint Maarten voor staat. Elke dag
opnieuw gaan wij uit van de kracht van mensen, hun
mogelijkheden en hun talent. En van de kracht van delen.
Kijk op www.zorggroepsintmaarten.nl om te kijken wat we voor
elkaar kunnen betekenen.
088 - 000 52 00
info@zorggroepsintmaarten.nl
deel je leven
Maartje is er voor thuiszorg, kraamzorg, behandeling
én revalidatie. Professioneel en vertrouwd. Voor
jong en oud. Kleinschalig en in de buurt. Met eigen
vestigingen en altijd één vast aanspreekpunt.
Afspraak maken met Maartje bij ú in de buurt?
Bezoek dan één van onze vestigingen in Losser,
Oldenzaal, Ootmarsum, Tubbergen, Geesteren,
Weerselo of Hengelo. Of bel of mail ons!
Thuiszorg
Behandeling
Kraamzorg
Revalidatie
www.maartje.nl
info@maartje.nl
053 - 537 55 55
088 - 000 52 05
088 - 000 52 15
053 - 537 55 55
Maartje is onderdeel van
7 dagen per week,
24 uur per dag
bereikbaar
Uitleen van hulpmiddelen zonder lidmaatschap
CARNAVAL. IN TWENTE
Carnaval,
het feest der
zotten
.29
Als de coronamaatregelen het toelaten en we in 2022 carnaval
mogen vieren, staat het van oorsprong katholieke volksfeest op
de agenda van zaterdag 26 februari t/m dinsdag 1 maart 2022.
Carnaval vindt altijd zeven weken vóór pasen plaats en pasen
is altijd op de zondag na de eerste volle maan in de lente. De
dag na carnaval, aswoensdag, is de eerste dag van 40 dagen vasten,
de periode die aan pasen vooraf gaat. De laatste carnavalsavond,
de dinsdagavond, is de vastenavond. Die vastenavond
is de oorsprong van het latere carnaval zoals wij het nu vieren.
Een van de verklaringen van het woord carnaval is het Italiaanse
‘carna vale’, wat ‘vaarwel vlees’ betekent. In delen van Limburg
heet carnaval echter vasteloavond. Ook in delen van Duits land
en België, noemen ze carnaval zo.
// Met dank aan
JAN RIESEWIJK
// Foto’s
ARCHIEF GAFFEL AÖSKES LOSSER
ARCHIEF DE TWENTSCHE COURANT,
KANTOOR OLDENZAAL
CARNAVAL. IN TWENTE
car
.30
De eerste verenigingen
Aan ons huidige carnaval liggen de
heidense nieuwjaars- en lentefeesten
met veel eten en drinken ten grondslag. Wanneer
vanaf de late oudheid het christendom opkomt,
probeert men in eerste instantie deze heidense
feesten te verbannen, maar dat lukt niet. In 1091
krijgt aswoensdag een plek op de kerkelijke
kalender. Eeuwenlang is het carnaval vooral een
eet- en verkleedfeest dat zich op de dag vóór
aswoensdag vooral op straat afspeelt. In periodes
dat de protestanten meer macht hebben dan de
katholieken, wordt het feest in grote delen van
Europa verbannen. Met de terugkeer van het
katholicisme in de 19 e eeuw, ontstaat er weer
ruimte voor carnaval. In 1823 wordt in Keulen
de eerste carnavalsvereniging van Europa opgericht,
niet lang daarna volgen Maastricht in
1839 en Venlo in 1842. In Twente zijn de vastenavondvieringen
dan nog besloten: in eigen huis
en later ook in café’s.
Het zal nog meer dan honderd jaar duren tot in
Twente carnavalsverenigingen het levenslicht
zien: in Hengelo ‘de Windbuuln’ op 1 januari
1950, gevolgd door ‘de Smoezen’ in Vroomshoop
in april 1951. Een groep Oldenzalers bezoekt in
1954 de carnavalsoptocht in Gronau. Zij keren
naderhand enthousiast huiswaarts en verenigen
zich in de ‘Kadolstermennekes’. Ze weten binnen een paar jaren grote
carnavalsevenementen te organiseren. Van de plaatsen die reeds
carnaval hebben in de jaren ’50 mag zeker ook Losser genoemd worden.
Hier wordt in 1952 het eerste openbare carnavalsfeest georganiseerd
door de Losserse Motor Club. In 1957 volgen de eerste twee officiële
carnavalsverenigingen; de ‘Martini Kerlkes’ en de ‘Daore Trappers’.
Vanaf de jaren ’60 en ’70 krijgt het carnaval overal in Twente voet aan
de grond, van Tubbergen tot Haaksbergen en van Enter tot Glanerbrug;
het feest der zotten doorkruist heel katholiek Twente. En hoewel het
carnaval in Zuid-Nederland nog dieper geworteld is in de cultuur en
de samenleving, doet het Twentse carnaval daar niet voor onder. Zeker
wat betreft de wagenbouw kunnen de Twentse carnavalisten zich meten
aan de carnavalsverenigingen uit het zuiden.
Wagenbouw
Naast de opkomstfeesten van de hoogheden, de gala’s en het sociale
carnaval bij en met bewoners in zorginstellingen, zijn vooral de
optochten de hoogtepunten van het Twentse carnaval. Het zijn de
uithangborden van de verenigingen. Bij redelijke weersomstandig -
heden trekken de plaatselijke optochten duizenden bezoekers. Met de
Grote Twentse Carnavalsoptocht in Oldenzaal als uitschieter met vaak
ruim 100.000 bezoekers. Vanuit heel Twente doen duizenden mensen
mee op carnavalswagens, in loopgroepen en als een- en tweelingen.
Carnavalsverenigingen zijn maanden bezig met de wagenbouw en in
de loodsen wordt samenhorig gewerkt aan een prachtig resultaat. Het
maatschappelijke en sociale aspect van de wagenbouw mag dan ook
zeker niet vergeten worden, ook voor veel jongeren is het een zinvolle
naval
invulling van de vrije tijd. Wanneer in het carnavalsweekend de
fraaie creaties aan het publiek voorbij trekken, vallen bezoekers
van de ene verbazing in de andere.
In de jaren ’70 en ’80 zijn de Losserse carnavalsverenigingen (op
het hoogte punt zijn er 17 verenigingen in de gemeente Losser én
aangesloten bij de overkoepelende Gaffel Aöskes) grootleveranciers
in de optochten in de regio. In de jaren negentig neemt Dinkelland
die functie over. Oldenzaal is altijd al prominent aanwezig in de
optochten. In de top van de meest creatieve wagens eindigen naast
Oldenzaal steevast de wagenbouwers uit de gemeente Dinkelland
zoals Denekamp, Rossum en Ootmarsum.
Het gewone volk aan de macht
Carnaval is het feest van de omkering, het gewone volk aan de
macht. De macht wordt geparodieerd in de vorm van een prins
carnaval (of een graaf, vorst of baron). Deze prins heeft alle
uiterlijkheden van een echte vorst; kleding, onderscheidingen,
scepter, adellijke titels, proclamatie, et cetera. Alles gaat volgens
een strak protocol en er zijn, verschillend per vereniging en plaats,
tal van ongeschreven wetten en regels die bij het prinsenschap
horen. Het spel moet serieus gespeeld worden, anders verliest
het zijn kracht en waarde. Prins te mogen zijn van een plaats en/
of vereniging is een grote eer en menigeen hoopt hiervoor ooit
uitverkoren te worden. Is dit hooghedenschap van vroeger uit
vooral bestemd voor de man, tegenwoordig zien we ook steeds
meer ‘Prinsessen Carnaval’. Hoewel op dit gebied menig plaats
meegaat in de tijdsgeest, is in andere plaatsen een vrouwelijke
hoogheid nog (lang ) niet aan de orde.
.31
Immaterieel erfgoed
Ondertussen mogen we, na zo’n 70 jaar carnaval in
Twente, voorzichtig zeggen dat het carnaval hier
misschien wel volksfeest nummer één is. En dan
vooral in Noord-Oost Twente. Het carnaval hier
is zelfs zo eigen, dat het in Noord-Oost Twente
(Tubbergen, Dinkelland, Oldenzaal en Losser) van
de Unesco het predicaat ‘Immaterieel Erfgoed’ heeft
gekregen.
Hoewel er natuurlijk ook mensen zijn die niets met
het feest der zotten hebben, of er zelfs regelrecht
een hekel aan hebben. In 1984 zei de heer Jansen,
directeur van het carnavalsmuseum in Echt daar
treffend over: ‘Carnaval is een feest voor iedereen,
maar niemand is verplicht om mee te doen. In zijn
ware karakter gaat het om een zuiver volksfeest,
waarin de bandbreedte zich beweegt tussen totale
onderdompeling en geamuseerd toekijken.’
ZILVER WINTER 2021 / 2022
ZILVER ZAKELIJK. ERVAAR HET OV
OV-ambassadeurs helpen senioren met praktische zaken in het openbaar vervoer
Wilt u reizen met de bus
.32
Reizen met het openbaar vervoer kan even geleden zijn
of misschien is het nieuw voor u. Kan ik nog ergens een
treinkaartje kopen? Hoe kom ik aan een OV-chipkaart?
En in- en uitchecken, hoe werkt dat eigenlijk? Voor de OVambassadeurs
is het gesneden koek. Zij helpen u graag met
al die praktische zaken, zodat u met een gerust hart met het
openbaar vervoer kunnen reizen. ‘Je wereld wordt groter als
je er weer op uit gaat. En bijna elke keer hoor ik: Dat gaat een
stuk makkelijker dan ik dacht’, zegt OV-ambassadeur Rob Bos.
Spreekuren voor vragen over het openbaar vervoer
Rob Bos (82) uit Dronten is een ware ambassadeur voor bus en trein.
‘Ik ben 20 jaar geleden als vrijwilliger begonnen bij de invoering
van de OV-chipkaart. Ik heb heel wat vrouwenverenigingen,
buurtverenigingen en dergelijke bezocht om uitleg te geven. Nu
verzorg ik als OV-ambassadeur nog steeds informatiebijeenkomsten
en houden we met een groep van zo’n 35 OV-ambassadeurs eens
per maand inloopspreekuren in veel gemeenten in Gelderland,
Flevoland en Overijssel. Daarnaast zijn we dagelijks op verschillende
dagdelen bereikbaar tijdens de telefonische spreekuren. Zo kunnen
we ook vanuit huis vragen over het OV beantwoorden en dat is een
prettige bijkomstigheid in deze tijd.’
// HET PROJECT OV-AMBASSADEURS IS EEN GEZAMENLIJK PROJECT VAN DE PROVINCIES GELDERLAND, OVERIJSSEL EN FLEVOLAND.
en de trein?
Hulp bij digitaal aanvragen van een reisproduct
Rob en de andere OV-ambassadeurs geven tijdens inloopspreekuren
en telefonische spreekuren ook tips over gunstige
abonnementen en samenreiskortingen. En helpen bij het digitaal
aanvragen van een reisproduct. ‘Dat vinden senioren soms lastig,
bijvoorbeeld het digitaal aanleveren van een foto. Maar bij de
inloopspreekuren hebben we ook nog gewoon de papieren
aanvraagformulieren hoor.’ Hij vindt het prachtig als een 80-er
dankzij zijn inzet na zestig jaar weer de trein pakt. ‘Die man had
een leven lang bij de koeien moeten blijven en zat nu voor het
eerst sinds zijn diensttijd weer in de trein.’ Of als een weduwe
zonder auto toch weer op pad kan. ‘Zo moeilijk is het allemaal
niet, probeer het gewoon met onze hulp. Je wereld wordt er
groter van’, roept hij op.
Proefreisjes halen de drempel weg
‘Om senioren over de drempel te helpen bieden we in Overijssel,
Gelderland en Flevoland proefreisjes aan. Op die proefreisjes
gaan we samen met de senioren echt op pad om alle praktische
zaken uit te proberen. Met de buurtbus naar het station, en dan
een tripje met de trein. Dat kan naar iedere stad, ook in Twente.
Ik koos bewust voor Zwolle, een wat groter treinstation. En we
maken een ritje waarbij ze ook een keer moeten overstappen
naar een andere maatschap pij. Lijkt allemaal ingewikkeld, maar
je moet het gewoon een keer gedaan hebben. We maken er wat
gezelligs van, met een kop koffie. En bijna altijd hoor ik: het viel
me reuze mee. Je moet het gewoon een keer doen.’ Als Rob op het
perron enthousiast zijn verhaal doet, haken vaak spontaan andere
senioren aan. ‘Prima toch?’ Anita (58) is twee keer met de ervaren
Rob mee geweest en is inmiddels gestart als OV-ambassadeur.
‘Ik heb veel gereisd, onder andere naar India en Suriname, en
koos altijd voor bus en trein. Het is in Nederland allemaal zo goed
geregeld met het OV. Maar ik snap dat op pad gaan met het OV
niet voor iedereen vanzelfsprekend is en daarom help ik graag.’
Volgens haar is een belangrijk misverstand dat reizen met OV
zoveel tijd kost. ‘Vaak gaat het met een auto wel sneller, maar
onderweg kan je niks. Met bus of trein word je bijna voor de deur
afgezet en je kan lekker om je heen kijken of een boek lezen. Ik
vind het heel ontspannend en laat anderen dat ook graag ervaren.’
.33
Provincies Gelderland, Flevoland en Overijssel vinden
het belangrijk dat iedereen met het open baar
vervoer veilig en gemakkelijk kan reizen. Daarom
geven OV-ambassadeurs, vrijwilligers en zelf ook 55 + ,
uitleg over reizen met trein en bus.
Kunt u hulp gebruiken bij het reizen met het openbaar
vervoer? Neem dan contact op via telefoonnummer
038- 30 37 010. Meer informatie en bereikbaar
heidstijden vindt u op: www.ervaarhetov.nl/
ov-ambassadeur
ZILVER WINTER 2021 / 2022
INTERVIEW. BEPPIE KAMPHUIS
.34
‘Het is weinigen
gegeven: zonder
ego spelen waar de
muziek om vraagt.’
// Tekst
TON OUWEHAND
// Fotografie
ANNINA ROMITA
Twentse gitaarlegende
Beppie Kamphuis
stopt ermee
Gitarist Beppie Kamphuis heeft een stevig stempel op het Twentse muziekleven
gezet. Een van de drijvende krachten achter onder andere First Move, Faghm, Jeep
en Block. Maar nu is het afgelopen. Door gehoorproblemen moet hij stoppen. Op
het festival Textielbeat in januari zou hij worden geëerd, maar dat festival is afgelast.
Het gebeurde een maand of vier geleden in
Enschede, de stad waar hij 73 jaar geleden
is geboren en waar hij altijd bleef wonen.
Hij was aan het repeteren met Bouke’s Bee Boys, een
bandje waarbij je van de groepsnaam al kunt afleiden
dat Beppie Kamphuis er vanaf het begin bij zit. Want
alle namen van de bandleden beginnen met een ‘B’.
Naast bandleider Bouke zijn die Bee Boys natuurlijk
Beppie op gitaar en Bert op bas.
Maar deze avond wordt voor Bee Boy Beppie pijnlijk
duidelijk dat zijn gehoorproblemen dusdanige vormen
hebben aangenomen dat verder gaan met in groepsverband
musiceren niet meer verantwoord is. Hij kan
zijn eigen oren niet meer vertrouwen. ‘Ik had een
stemvork. Als ik hem bij mijn linkeroor hield hoorde
ik een ‘c’, maar bij mijn rechter klonk hij als een ‘g’.
Dat gaf voor mij de doorslag dat ik niet verder kon.
Het was menens. Ik moest stoppen met spelen. Ik heb
de jongens gezegd dat ze René Merbis maar moesten
vragen.’
Beppie fietst diezelfde avond nog naar Wouter Muller
om hem van het dramatische feit op de hoogte te
stellen. Na twintig jaar moet er ook een einde aan de
samenwerking met Wouter komen. Beppie is vanaf het
begin betrokken bij activiteiten van Wouter Muller
over diens Indische roots die hij na zijn eerste bezoek
aan zijn moederland was gaan ondernemen. Beppie
speelt op Mullers eerste drie cd’s, hij deed mee in
nagenoeg al zijn voorstellingen, maar ook die
samenwerking zou hij nu moeten beëindigen.
Gehoor is voor een muzikant van essentieel belang.
Zeker in het geval van Beppie Kamphuis. Beethoven
en Jimmy Raney hebben in respectievelijk klassieke
muziek en jazz nog iets tot stand kunnen brengen
ondanks doofheid. Maar Beppie is een gitarist
die het moet hebben van zijn gehoor. Een vel
bladmuziek voor z’n neus zetten heeft geen zin.
Kamphuis is een gitarist die luistert. Hij baseert
zijn spel op wat hij om zich heen hoort. Hij was
altijd een muzikant die feilloos aanvoelde wat hij
op zijn gitaar aan de muziek om zich heen moest
toevoegen. Het is weinigen gegeven: zonder ego
spelen waar de muziek om vraagt. In de band Jeep
trof hij ineens gitaarbeul Adje van den Berg naast
zich. Beppie werd er niet warm of koud van: hij had
daarvoor in First Move gitaargigant Eef Albers al
naast hem gehad.
Beppie bleef altijd op zijn eigen bescheiden wijze
zijn aandeel leveren en de muziek knapte er altijd
alleen maar van op. >>
.35
ZILVER WINTER 2021 / 2022
INTERVIEW. BEPPIE KAMPHUIS
Clapton is bove
Vanaf de jaren zestig toen hij zich aandiende in zijn eerste bandje
Centurions staat hij bekend als de gitarist met de goede smaak. Hij werd
in de jaren zestig wel vergeleken met Eric Clapton. Al vond hij het zelf
rijkelijk overdreven. Maar inderdaad, net als Clapton gebruikte Beppie
nooit te veel noten. En net als zijn Britse collega ging zijn spel in feite
altijd over de blues vanuit een lichte jazzy timing.
Maar terwijl ze in Engeland ‘Clapton is God’ op een muur kalkten,
kwamen ze in Enschede niet verder dan op een muur ‘God is Love’
te schilderen. Goed, dat muurtje bevond zich wel schuin tegenover
poppodium De Kokerjuffer (het latere Atak), waar in de jaren zeventig
onder andere Beppie’s bands Jeep en Block werden gepresenteerd. En op
een gegeven moment had een humorist met witte verf de ‘L’ in een ‘B’
veranderd. Daar kon je met een beetje fantasie een eerbetoon aan Beppie
in zien, terwijl er letterlijk alleen ‘God is Bove’ stond.
K
.36
‘Daar kon je met
een beetje fantasie
een eerbetoon aan
Beppie in zien.’
Ondanks zijn faam is Beppie Kamphuis nooit beroepsmusicus geweest.
Hij werkte de eerste helft van zijn leven als graficus, de tweede helft werkte
hij bij de fameuze restaurateur van historische piano’s Edwin Beunk. ‘Ik
weet nog wel dat de jongens van de First Move beroeps wilden worden.
We vergaderden in gebouw Irene daarover. Er speelde op dat moment
een schoolbandje uit Wageningen. De toen nog onbekende piepjonge Eef
Albers was daar de sologitarist. Ik zei tegen de jongens dat ik in de grafische
industrie zou blijven werken. Ik wees op Eef: ‘dat wordt mijn opvolger.’
Het gevolg was dat Eef Albers in Enschede in de kost ging, hij was de
gitarist van de First Move geworden. De band viel na een paar maanden
al uit elkaar, terwijl Beppie gewoon zijn grafische werkzaamheden bleef
verrichten. Er waren meer momenten dat Beppie Kamphuis een stap had
kunnen zetten om beroepsmuzikant te worden. Hij heeft het nooit willen
doen. Waarom niet? Hij is een en al bescheidenheid. Daar vond zichzelf
nooit goed genoeg voor. Hij had de ambitie niet. Die naam, die hij had?
Dat gaat vanzelf, relativeert hij als iemand roept dat Beppie Kamphuis
een goede gitarist is. Een ander kent hem niet of nauwelijks, maar heeft
geen reden daaraan te twijfelen en gaat het vervolgens ook roepen. Zo
verspreidt het misverstand zich vanzelf.
Maar deze ochtend komt hij ook met een andere verklaring. ‘Eigenlijk
hou ik er niet zo van om op een podium te staan. Ik sta het liefste met
een voet ernaast. Ik hou niet zo van die aandacht. Misschien wel omdat
ik als kind ben gepest met mijn hazenlip. Aandacht van de meisjes, die
ging vooral naar de zangers. En dan kwamen ze alleen maar bij mij om te
vragen of ik een goed woordje voor ze kon doen.’
Fossielen
Beppie Kamphuis wekt deze ochtend niet bepaald de indruk dat hij
ernstig gebukt gaat onder zijn terugtreding uit de muziekwereld. Er staat
een gitaar in de woonkamer klaar die hij af en toe pakt. Een oude Höfner
uit de eerste helft van de jaren zestig. Hij heeft ‘m zelf gerestaureerd. Hij
heeft het instrument aangesloten op een object dat zestigplussers zich
mogelijk herinneren als de geluidsbox die in ieder gezin aan de wand
hing voor de distributieradio. Beppie heeft er een versterker in gebouwd.
Maar uit de hele woonkamer blijkt wel dat er buiten muziek nog zoveel
is dat het leven de moeite waard maakt. Een vitrine met een flinke
hoeveelheid door hem zelf gevonden fossielen. Het is maar een klein
gedeelte van zijn verzameling, zegt hij. Boven in zijn werkkamer bevindt
zich een enorme collectie. Hij is ook lid van een geologische vereniging.
Alles zelf gevonden in de omgeving. En bij een bouwproject in Gronau
vond hij laatst iets wat een leek wellicht versleten had voor een slordig
stuk beton. Maar Beppie legt uit dat het miljoenen jaren oud is. Aan de
schelpen kun je zien dat op die plek de zee is geweest.
unst.
Hij toont een paar recent gemaakte beeldhouwwerken:
koppen die hij uit speksteen heeft gehouwen. Nooit
eerder gedaan. Maar wel goed gelukt. Vindt hij zelf
ook. Hij heeft wel meer aan beeldende kunst gedaan.
Vaak geëxposeerd. Hij heeft door de jaren heen zo’n
zestig kunstwerken verkocht, zegt hij. Objecten voor
aan de muur. Schilderijen waarin hij onderdelen van
muziekinstrumenten had verwerkt: oude pianotoetsen,
pianosnaren, gitaarhalzen. Geef Beppie Kamphuis
een kapot instrument en dan kunnen er twee dingen
gebeuren: hij restaureert het instrument tot het er
weer puik uitziet en het weer goed functioneert. Of hij
integreert de onderdelen in een kunstwerk.
Dat laatste heeft hij al een paar jaar niet meer gedaan.
‘Ik heb nog tien kunstwerken op zolder liggen. Als ik
meer maak, weet ik niet waar ik het moet laten.’ Zo
ging het altijd. Het meeste wat hij maakte verkocht hij
wel. En de opbrengst kon hij weer wat investeren in
zijn muziekpassie.
In zijn werkkamer tref je naast een wand fossielen
een enorme collectie gitaren. Zijn Fender Stratocaster
waarvoor hij in 1969 met de trein naar Den Haag
reisde omdat die gitaar daar een paar honderd gulden
goedkoper was. Het instrument oogt alsof het veel
geleden heeft. Beppie heeft er het nodige aan verbouwd.
Daarom is het lang zoveel niet waard als wanneer hij
het in originele staat had gelaten. Maar er hangen
wel twintig andere gitaren omheen. Opknappertjes,
gekke instrumenten. Een ukelele, een viool. Met
ukelele begon het allemaal op de Alphonsusschool.
En ja, in Block in de jaren zeventig heeft Beppie ook
viool gespeeld. Hij heeft er nog een foto van, dat ze in
De Doelen in Rotterdam optraden.
Voor mij is het onbekend dat Beppie Kamphuis ook
viool heeft gespeeld. Maar wat hij vervolgens over
zijn vioolspel opmerkt, dat had ik weer wel kunnen
raden: het stelde niet veel voor, het waren maar een
paar loopjes. Zo heeft hij ook wel eens wat dwarsfluit
gespeeld en zingende zaag. Ook niets opzienbarends.
Typisch Beppie. Hij heeft altijd gespeeld waar de
muziek om vroeg. Als er een vioolloopje moest
komen, kwam dat er. En als het op fluit beter zou
klinken, werd het fluit. Het enige wat Beppie in dat
opzicht nooit onder de knie heeft gekregen, is daar
gewichtig over doen. Naast z’n schoenen lopen, hij
krijgt het niet voor elkaar. En dat is de eigenschap
waar bescheiden genieën nu eenmaal patent op
hebben.
.37
‘Net als Clapton
gebruikte
Beppie nooit
te veel noten.’
ZILVER WINTER 2021 / 2022
INTERVIEW. PATRICK DRIJVER
LEVE
// Tekst
TON OUWEHAND
// Foto’s
ARCHIEF PATRICK DRIJVER
.38
Patrick Drijver is filmmaker. Hij maakte
twee jaar geleden een documentaire over
het bombardement op de Enschedese
wijk Horstlanden Veldkamp. En hij voltooide
recentelijk een drieluik over de
wederopbouw van diezelfde wijk, waar
hij zelf al een jaar of veertig, vijfenveertig
woont.
‘Een driedelige documentaire over
de wederopbouw van de Enschedese
wijk Horstlanden - Veldkamp na
het bombardement in de Tweede
Wereldoorlog. ’
Hij had wel voet aan de grond willen krijgen in Hilversum.
Met zijn eindexamenproductie De Split Quiz bijvoorbeeld.
Een met vier camera’s opgenomen show van een uur
waarin een getrouwd stel hun boedel inclusief kinderen ging
scheiden door middel van een televisiequiz. Iets waar we in deze
tijd niet van zouden opkijken, maar begin jaren tachtig was het
behoorlijk controversieel. Gemaakt in de VPRO-traditie. Maar toen
Patrick Drijver de productie waarmee hij zijn studie aan de AKI in
1982 afsloot aan Roelof Kiers, directeur van de VPRO toonde, vroeg
die na één minuut of het allemaal zo doorging. En vervolgens ging
de omroepbaas met zijn rug naar het beeld zitten telefoneren. Nee,
dat was ongeschikt voor uitzending bij de VPRO, wilde Kiers later nog
wel kwijt. Het leek hem teveel op echte televisie. De voortekenen
van eventuele belangstelling uit het westen van het land voor
Patricks werk waren al weinig veelbelovend geweest.
Toen hij acteur Dimitri Frenkel Frank (maker van de
satirische televisieprogramma’s Zo is het toevallig
ook nog eens een keer en Hadimassa) vroeg om
zijn rijksgecommitteerde te zijn, antwoordde
die denigrerend: ‘Enschede, weet je wel waar
dat ligt?’ Aan de andere kant, theatermakerregisseur
Berend Boudewijn wilde als gecommitteerde
de reis naar Enschede wel maken.
Hij was enthousiast over het examen van Drijver
en beoordeelde positief. Zowel de TROS als de
VARA liet weten de show erg leuk te vinden, maar het
onderwerp vonden ze te gewaagd. De Telegraaf besteedde
ook enige aandacht aan zijn eindexamen. Het dagblad wijdde er een
kolom aan waarin ze schande spraken van het project. Schandalig
vonden ze het, een satirische show met als thema echtscheiding.
Ook zonder de aandacht van Hilversum is Patrick Drijver er wel
gekomen. Naast opdrachtfilms voor bedrijfsleven en overheid
produceert hij documentaires. Zijn documentaire over Menthol,
de eerste zwarte inwoner van Hengelo, leidde later nog tot een
theaterproductie (van The Young Ones) en een boek (Frank Krake).
De film die hij met Peter Scholten produceerde over Jan Cremer
kwam wél op de landelijke televisie bij AVRO Close-Up en de
documentaire ‘De verborgen klank’ over de forte-piano bracht hem
in Japan. Zo kunnen we nog wel enige tijd doorgaan. Maar nu heeft
de filmer met Peter van Roosmalen voor stichting Cultuurgoed een
driedelige documentaire voltooid over de wederopbouw van de
Enschedese wijk Horstlanden - Veldkamp na het bombardement in
de Tweede Wereldoorlog.
In den beginne
Dat hij überhaupt filmer zou worden? Het was geen vooropgezet
plan. Toen de decaan van de middelbare school in Oegstgeest
vroeg wat Patrick Drijver eigenlijk zou gaan doen als hij zijn diploma
had, voelde hij zich enigszins overvallen. Daar had hij in het
eindexamenjaar nog niet echt over nagedacht. ‘Iets met mensen’,
wilde hij, maar hij moest wel resultaat kunnen zien. Dat wordt
‘ Kleine
16-mm-films
met grote
speelfilmthema’s
als oorlog of
thriller.‘
dan fysiotherapie, concludeerde de decaan. Patrick stelde
eenmaal toegelaten tot die studie binnen een maand al vast
dat het niets voor hem was. Hij besloot een tussenjaar te
nemen waarin hij zich de inspirerende lessen van filmmaker
Frans Zwartjes bij hun op school herinnerde. Hij meldde zich
aan bij de filmacademie in Londen. Daar werd hij toegelaten,
maar het werd om financiële redenen de AKI in Enschede, de
kunstacademie waar je je toen ook al met film en video bezig
kon houden omdat ‘audiovisueel’ een specialisatie was van
de studierichting Grafische Vormgeving.
Hij richtte samen met medestudent Robert van Alphen
met bescheiden knipoog naar het vermaarde filmbedrijf
Paramount Pictures, een Hollandse equivalent op:
Parahill. Humor was een belangrijk wapen. Ze
maakten diverse kleine 16-mm-films met grote
speelfilmthema’s als oorlog of thriller. Ze
presenteerden zich als de Oost-Neder landse
Pim & Wim. Oftewel Pim de la Parra en Wim
Verstappen, destijds zeer spraakmakende
filmmakers. Zoiets kan iedereen natuurlijk
wel beweren, maar Drijver en Van Alphen
maakten publiciteitsfoto’s waarop ze
samen met Pim & Wim als broeders in de
cinematografie te zien zijn. Een mooi verslag
over die twee staat in het boek uit 2002 waarmee
de AKI het vijftigjarig bestaan vierde. Een boek vol
foto’s en verhalen van en over AKI-studenten en -docenten.
Studente Henriëtte Groot Breteler schetst daarin uitgebreid
waarheidsgetrouw en humoristisch hoe zich in 1976 ineens
de nieuwe studenten Patrick Drijver en Robert van Alphen
aandienden. Geen van de redacteuren van het jubileumboek
had de moeite genomen om te checken wie Henriëtte Groot
Breteler eigenlijk was. Gelukkig maar, want dan hadden
ze vastgesteld dat deze studente nooit heeft bestaan.
Onder die naam had Patrick het verhaal zelf geschreven.
Het bombardement
Op 22 februari 1944 werd de Enschedese wijk Horstlanden -
Veldkamp gebombardeerd. Veertig doden, er was weinig over
van de woningen en bedrijven. Foutje van de geallieerden,
die meenden boven Münster te vliegen. De documentaire
Het Bombardement, die Patrick Drijver en Peter van
Roosmalen in 2019 daarover maakten met ooggetuigen van
destijds, brengt aan het licht dat het bombardement ook
wel eens een doelbewuste actie geweest kan zijn. Dit om de
midden in de wijk gevestigde machinefabriek Sanders uit
te schakelen omdat daar onderdelen voor V1- en V2-vliegtuigen
werden gefabriceerd. De documentaire neemt verder
geen stelling, signaleert beide opvattingen en richt zich
vooral op de enorme impact van het bombardement op de
bewoners van de wijk, toen nog kinderen. >>
.39
ZILVER WINTER 2021 / 2022
INTERVIEW. PATRICK DRIJVER
De documentaire die nu onder andere te vinden is op de site
horstlandenveldkamp.nl sloeg in als een bom. De midden
in de wijk gelegen Bethelkerk zat stampvol bij de première.
En buiten stond er zo’n lange rij dat ze de film direct na
afloop opnieuw voor een volle zaal nogmaals vertoonden.
En daarmee was een belangrijk doel bereikt: oorspronkelijke
verhalen boven water krijgen. Waarbij mensen met elkaar in
gesprek gaan over wat ze hebben meegemaakt en na het zien
van de film met een andere blik naar de wijk kijken.
‘En daarmee was een
belangrijk doel bereikt:
oorspronkelijke verhalen
boven water krijgen.’
.40
En nu is er een vervolg. Een documentaire die in drie delen de
wederopbouw van de wijk laat zien. Ook gemaakt door Patrick,
die al zo’n 40, 45 jaar in de wijk woont, in samenwerking met
Peter van Roosmalen, die in deze wijk is geboren en getogen.
Het was de bedoeling om de documentaire vorig jaar zomer
midden in de wijk in de openlucht op het grote grasveld bij
De Bogen in première te laten gaan. De makers zagen het
voor zich. Alle wijkbewoners op een eigen meegebrachte stoel
op het gras en praten over ‘toen en nu’. Maar een Chinees
virus stak er een stokje voor. Nu werd de film begin oktober
voor alle medewerkers vertoond in de ook in de wijk gelegen
synagoge. Er is daarna nog een weekeinde geweest waarop
de documentaire twee dagen non-stop te zien was in de
voormalige pyjamafabriek Robson aan de Blekerstraat in de
wijk. Ook voor mensen buiten de wijk zijn de persoonlijke
en vaak humoristische anekdotes over de 50-er en 60-er
jaren heel herkenbaar. Op 9 januari is er een vertoning in
Theater Concordia en daarna staan ook deze delen op de site
horstlandenveldkamp.nl.
Corona had invloed op de manier waarop de persoonlijke
verhalen in het drieluik zijn gefilmd. ‘We hebben weinig
binnenopnames gemaakt. De meeste mensen vertellen de
verhalen buiten. Op straat, voor hun huis of in de tuin. Dat
geeft een bijzonder beeld van de wijk.’
Addy Scheele
De kracht van Patrick Drijver als filmer is dat hij een creatief denker
is. Dat hij het toestaat als sommige verhalen een andere kant
opgaan dan hij vooraf had ingeschat. Neem de geportretteerde
Addy Scheele. Momenteel muzikant in ruste te Groningen. Zijn
ouders hadden een textielzaakje midden in de wijk aan de
Zwedeweg. Drijver laat Scheele smakelijk vertellen over hoe zijn
ouders het bedrijfje runden. Scheele leest de koddige advertenties
voor die zijn vader bedacht en in Dagblad Tubantia liet plaatsen.
Tot zover wat was gepland. Maar dan blijkt dat Scheele in de
vroege jaren zestig als gitarist een belangrijke rol speelde in het
Enschedese muziekleven als sologitarist van de Ronal Four. Hij was
een van de bepalende figuren van de Textielbeat. Toen de bijdrage
van Addy Scheele was opgenomen vroeg de muzikant hoe het
eigenlijk met de muziek zat voor de documentaire. Daar zouden
stockmuziekjes voor worden gebruikt, was het antwoord. Dat kon
beter, vond Scheele en hij kwam op de aftiteling als componist van
de soundtrack, die hij overigens ook grotendeels zelf inspeelde.
En Addy Scheele heeft op zijn beurt ook iets geleerd van zijn
medewerking aan de documentaire. ‘De Zwedeweg loopt van de
Emmastraat naar de Pathmossingel. Ik ben er daarom altijd vanuit
gegaan dat ik mijn jeugd heb doorgebracht in de wijk Pathmos.
Ik voelde me een Pathmosjongen. Kom ik er na mijn zeventigste
achter dat die wijk Horstlanden – Veldkamp heet...’
Het Bombardement is te zien op
www.horstlandenveldkamp.nl. Daarop staat
ook het eerste deel van de driedelige serie:
De Wederopbouw. De drie delen Bouwen & Wonen,
Werken & Winkels en Jeugdherinneringen worden
op zondagmiddag 9 januari vertoond in Theater
Concordia in Enschede. Na die datum zijn ze ook te
vinden op bovengenoemde site.
COLUMN. JAN WALBURG
OPA EN OMA
COLUMN
JAN WALBURG
‘Hé opa en oma!’, klonk het van achter een hek rond een speelplaats bij een school. Ik keek even
naar het meisje dat dit riep en keek toen om me heen waar die opa en oma waren. Niemand te zien.
‘Opa en oma, er is een tas buiten het hek gevallen!’ Ik zag de tas liggen waarbij tegelijkertijd het besef
tot me doordrong dat wij die opa en oma waren. Mijn vrouw en ik. Terwijl mijn vrouw adequaat in
actie kwam en de tas aan het meisje gaf, was ik aan het bekomen van de schok. Mijn vrouw en ik,
als we over straat lopen, zien eruit als een opa en oma! Nu heb ik kleinkinderen, maar die zeggen,
ter onderscheiding van de andere opa en oma, gropa en groma tegen ons. Op zich ook weer niet
zonder complicaties want ik hoorde mijn kleinzoon een keer geduldig uitleggen aan zijn vriendje,
die een beetje moest lachen om het woord ‘gropa’, dat deze opa nu eenmaal gropa heet. ‘Begrijp je?’
Maar goed, ik loop over straat en ben dus te herkennen als opa. Als een ouwe opa. ‘Kijk, daar loopt
een opa op straat’. Dat is toch even wennen. Mijn vrouw doet dat niets en vindt het raar dat ik daar
drukte over maak. Maar mijn zelfbeeld kan ik niet meteen overeenstemmen met het beeld van een
ouwe opa. Die loopt een beetje krom met een stok en zegt steeds: ‘Ja ja, in mijn tijd was het allemaal
helemaal anders jongens’ en ‘Tjonge jonge, wat wij allemaal hebben uitgehaald!’
Ik ben ervan overtuigd dat het beeld dat je van jezelf hebt ook bepaalt hoe je je gedraagt. Dat is
een overtuiging die gesteund wordt door de wetenschap. Dat heet ‘zelf attributie’ (dat even voor
degenen die mijn stukjes lezen als cursus psychologie). Dus dat als je jezelf ziet als ouwe oma of
opa, daar dan ook het gedrag van een ouwe opa of oma bij hoort. Bijvoorbeeld, om te beginnen,
een bloemetjesjurk voor oma en een geruit overhemd voor opa. Voorzichtig lopen. Steeds de
trapleuning vasthouden.
Voor veel ouderen vormt dat zelfbeeld een belemmering. Zo sprak ik een niet eens zo heel oude
dame die dacht dat ze als ouder iemand niet meer zo goed zou kunnen leren en daarom dus maar
niet begon aan een cursus Spaans waar ze eigenlijk best zin in had. Terwijl het juist heel verstandig
is om als je ouder bent een taal te leren of om een cursus te doen. Dat stimuleert je hersenen. En
ook om, als het kan, stevige wandelingen te maken. En om culturele instellingen te bezoeken zoals
musea of concerten. Toegeven aan het zelfbeeld van een voorzichtige, wat hulpbehoevende oudere
kan voorbarig zijn. Maar je kunt ook overdrijven zoals in mijn geval, waarbij je denkt dat je eruitziet
als pakweg een vijftigjarige. Dan kan je ineens tegen een zesjarig meisje aanlopen dat je blij als opa
begroet. En vervolgens gaan zitten mokken dat je je helemaal geen opa voelt. Nee, maar ik ben het
wel, wat geen enkel probleem is zolang ik kansen blijf aangrijpen om te leren en me te ontwikkelen.
Zeg ik dan maar tegen mezelf.
.41
Jan Auke Walburg
Jan Auke Walburg is emeritus hoogleraar op het gebied van de positieve psychologie, die condities
bestudeert waaronder mensen tot bloei komen. Daarvoor werkte hij als directeur in verschillende
organisaties op het gebied van de gezondheidszorg. Thans schrijft hij over diverse onderwerpen,
helpt hij mee aan de organisatie van een klassiek muziek festival in Twente, werkt hij in zijn tuin en
heeft hij plezier met zijn vrouw, vrienden, kinderen en vooral kleinkinderen. Hij woont in Losser.
ZILVER WINTER 2021 / 2022
Wel héle wakkere
actieweken op de
slaapafdeling bij
Brok Interieur in
Hengelo.
Korting!
Op de luxe boxsprings
van Carpe Diem*
alleen bij Brok Interieur
Carpe Diem Droomweken
Je krijgt momenteel korting
op verschillende luxe
boxsprings van Carpe Diem.
En naast dit prachtige merk
hebben we nog veel meer
mooie designbedden in
onze winkel staan.
Kom gerust langs voor een
uitgebreid slaapadvies of
een rondje proefliggen!
Ons team staat voor je klaar.
*vraag naar de voorwaarden
Brok Interieur Wonen, Slapen & Textiel
Drienerstraat 47, 7551HL Hengelo
074-2913126, info@brokinterieur.nl
www.brokinterieur.nl
Je bent van harte welkom
Je kunt in onze ruime showroom veilig winkelen.
Een afspraak maken voor slaapadvies? Dat doe je via:
074-2913126 / info@brokinterieur.nl
.42
// Foto
ART WITTINGEN
// Gedicht
GERRIT LANSINK
ZILVER. GEDICHT
Küppersbusch
Noa t schaatsn
met half ofgeboondn veute
t oavnvak in
van t fornuus
met de sneeplaatn.
De fantoomzeerte van -15 o C
hef gen schrik van
wöarmte
oet briketn
met kruusheamerkes.
.43
In broengeschreuide sökn
röatelt de teen
nen zet later
dat ze der wier bint.
// Foto
ART WITTINGEN
// Gedicht
GERRIT LANSINK ZILVER WINTER 2021 / 2022
OVER DE GRENS. FRANKRIJK
Tussen de rozen
in de Anjou
.44
‘Ik ben een
natuurmens.
Mooier dan
hier kan ik
niet wonen.’
Annie van Osselen (70) vertrok vijftien jaar geleden met haar man
Wim vanuit Diepenheim naar Frankrijk. Op een schitterende
locatie kochten ze een oude boerderij die ze na een verbouwing
konden verhuren aan gasten. Voor zichzelf bouwden ze een
nieuw huis achter de boerderij, waar Annie nu nog woont.
Je neemt de telefoon op in het Frans, maar eigenlijk ben je een rasechte Tukker?
‘Ik ben opgegroeid in Hengelo en heb daar mijn man Wim ontmoet. Hij was toen eigenaar
van de door hem opgerichte platenzaak Popeye in de Kasbah. Samen begonnen we Emma’s
Eetcafé aan de Emmastraat. Dat werd een groot succes. Na vier jaar hard werken verkochten
we het en begonnen we de trendy woonwinkel World of Wonders, ook in Hengelo.’
Was jullie ondernemerszin daarmee bevredigd?
‘Nee, toen we boerderij De Relker in Diepenheim konden huren zijn we daarheen verhuisd
en begonnen we De Tafel van Van Osselen, ons traiteursbedrijf. We onderscheidden
ons al snel door onze originele gerechten, verfijnde kookkunst en sfeervolle aankleding.
We verzorgden de vaste catering bij trouwerijen, openingen en recepties op landgoed
Singraven. We caterden ook bij mensen thuis diners, aangeklede borrels of partijen. In
onze boerderij hielden we één keer per maand op de deel een table, waar veel animo voor
was. Dat waren prachtige avonden.’
// Tekst
MARRY DIJKSHOORN
// Foto’s
ARCHIEF ANNIE VAN OSSSELEN
Was er tussen jullie een vaste rolverdeling?
‘Wim hield van koken en kon het ook erg goed. Ik verzorgde de
aankleding, maakte fleurige boeketten, dekte de tafels met veel
mooie brocante die we verzameld hadden. Ik houd zelf niet van
koken, maar ik hielp Wim wel altijd.’
Waarom zijn jullie naar Frankrijk verhuisd?
‘De eigenaren van de De Relker wilden er zelf gaan wonen, dus
moesten wij op zoek naar een ander huis. Een vriendin van ons
woonde in een oude boerderij bij het dorp Brissac in de Anjou, ook
bekend als de rozenstreek. Oorspronkelijk was het een smederij, dat
kon je nog aan een van de kelders zien en aan de naam: La Forge.
Wij kwamen er veel en kregen de kans om de boerderij van haar te
kopen. Helemaal in de originele stijl van die streek. Een woonkamer
met open haard, een grote eetkeuken en drie slaapkamers boven,
door ons eclectisch ingericht met brocante, antiek, modern en
mooie kunst. Een schuur in de tuin hebben we onder architectuur
omgebouwd tot een heel modern tiny house, waar Wim en ik zelf
zijn gaan wonen. Op de fundering van de oude schuurmuren is
een houten doos gezet. De bovenverdieping heeft een prachtig
uitzicht rondom over de heuvels met wijngaarden en de velden
met zonnebloemen en graan. Samen met de grote ommuurde tuin,
overdadig begroeid met de rozen waar ik zo dol op ben, is het een
prachtig geheel. De Anjou heeft een zacht microklimaat, het weer
is hier meestal heel aangenaam en de grond vruchtbaar. Ze maken
hier een befaamde wijn. Het grote huis maakten we geschikt voor
de verhuur als gîte, wat het tot op de dag van vandaag nog steeds is.’
En toen sloeg het noodlot toe.
‘Wim overleed vijf jaar geleden aan een hersentumor. Hij is lang
ziek geweest, een zware en verdrietige tijd. Vrienden in Nederland
raadden mij aan terug te komen, maar ik wilde hier niet weg, ben
zo gehecht geraakt aan dit huis en mijn leven hier. Als ik in mei op
mijn terras zit hoor ik nachtegalen fluiten, waar hoor je dat nog?
Het is hier heel rustig, maar ik heb lieve, behulpzame Franse buren.
Tuinieren is mijn grootste hobby en ik wandel graag. Ik heb geen
spijt van mijn vertrek naar Frankrijk, ik ben een natuurmens en
mooier dan hier kan ik niet wonen.’
‘Samen met Wim, hij speelde tuba en ik dwarsfluit,
en nog wat mensen hebben we indertijd een orkest
opgericht, de Fanfare Bancale, dat zoiets als ‘uit de
toon’ betekent. Iedere vrijdagavond repeteren we bij
een van ons thuis, met als standaardafsluiting een
viergangendiner. We zijn twaalf amateurs en hebben
heel veel plezier samen. Af en toe treden we op, in
weilanden bij een dorpsfeest of bij een wijnproeverij.
Als het bij mij is, dek ik een mooie tafel en koken er
anderen. Want zelf koken, dat doe ik nog steeds niet.’
Twee jaar geleden barstte ook in Frankrijk de
pandemie los. Wat betekende dat voor jou?
‘Ik ben er zwaar ziek van geweest. Ik ben er niet voor
opgenomen, maar leefde thuis wel heel erg geïsoleerd.
Franse vrienden kwamen mij dagelijks boodschappen
brengen en ik kreeg thuiszorg. Een moeilijke tijd, maar
ik ben inmiddels grotendeels opgeknapt.
Voordat ik hier kwam wonen sprak ik nauwelijks Frans,
nu spreek ik het altijd. Samen met Wim en nu alleen
heb ik hier veel vrienden gemaakt, ik voel mij hier
niet eenzaam. Naast huurders krijg ik ook regelmatig
bezoek van vrienden en familie uit Nederland.’
.45
Voor informatie en boekingen van de gîte La Forge in
Brissac: hallohermanna@gmail.com
ZILVER WINTER 2021 / 2022
CULINAIR. WINTERRECEPTEN
.46
Winterrecept
Bistro Puur
om thuis te bereiden
met wijnadvies van Vindom Wijn Boutique
Van het lezersmenu dat Bistro Puur deze editie van Zilver Magazine voor
een speciale prijs aanbiedt (zie pagina 12) deelt chefkok Jan Huiskes het
recept met u. Vindom Wijn Boutique adviseert u er passende wijnen bij. Of
u thuis of in het sfeervolle restaurant Puur onder de Plechelmustoren van
dit menu geniet, wij wensen u en uw gast(en) veel smaakplezier.
Voor 4 personen
Paddenstoelkroketjes
Ingrediënten
Bereiding
Wijnadvies
50 gram gesmolten roomboter
60 gram bloem
350 ml bio-groentebouillon
een halve gesnipperde ui
100 gram fijngesneden paddenstoelen
een halve eetlepel truffeltapenade
5 ml zoute kikoman
5 gram fijngesneden verse kruiden
een scheutje olijfolie
een geklutst ei
een beetje extra bloem
500 gram panko broodkruim
extra nodig: frituurpan
- maak een roux door de roomboter langzaam te smelten,
hier de bloem aan toe te voegen en deze op een laag
vuur te laten garen, totdat het zanderig wordt
- zet een bakpan op het vuur met scheutje olijfolie en
voeg de gesneden ui, de kruiden en de paddenstoelen
toe. Laat dit enkele minuten zachtjes garen.
- blus de paddenstoelen af met de bouillon en voeg de
truffel-tapenade en kikoman toe
- meng de roux door het warme paddenstoelenmengsel
en roer goed door met een garde
- laat het even koken en stort het mengsel dan op een
plaat of in een ovenschaal en laat het afkoelen
- vorm kroketten van het mengsel, rol deze door de
bloem en daarna door een geklutst ei en dan door de
panko zodat de hele kroket bedekt is
- bak de kroketten 2 minuten in een frituurpan op
170 graden
Château Fontenille,
Entre-Deux-Mers,
2020
Stuivende aroma’s van
citrusfruit en witte
perziken, een aangenaam
vetgehalte en een licht
gepeperde finale, met
een mooie aanhoudende
afdronk.
.47
Zacht gegaarde zwijnsnek
Ingrediënten
800 gram scharrelvarkensnek
(procureur )
3 liter bio-groentebouilllon
6 grote tenen verse knoflook, in plakjes
2 uien, gesnipperd
50 ml zoete sojasaus
Tip: het lekkerste is het om dit gerecht
een dag van tevoren te bereiden
Bereiding
- zet een grote pan met de bouillon op een laag vuur
- voeg de scharrelvarkensnek, de knoflook en de ui toe
en laat het geheel heel rustig (plm. 2,5 uur) koken
- laat het vlees in de bouillon afkoelen
- snijd in plakken, besprenkel met sojasaus en warm
5 minuten op in een oven op 200 gr.
Wijnadvies
Ernst Loosen, Villa Wolf,
Pinot Noir /
Spätburgunder
In de smaak rijp rood
fruit, zoals bosaardbei en
rode bessen. De tannines
zijn lekker zacht en de
wijn heeft een mooie
lange afdronk.
ZILVER WINTER 2021 / 2022
CULINAIR. WINTERRECEPTEN
Tarte Tatin van appel
Ingrediënten
Bereiding
Wijnadvies
.48
3 jonagoldappels
100 gram suiker
4 plakjes bladerdeeg
4 cocottes van 9 cm
slagroom en ijs naar keuze
- schil de appels en verwijder het klokhuis met
een appelboor
- snijd de appels van steel naar kruin
door midden
- smelt de suiker in een kleine pan tot karamel
- verdeel de karamel in de vier kookrondjes
- snijd de halve appels in plakken (niet te dun,
ongeveer 5 á 6 plakken uit een halve appel )
- leg de plakjes appel netjes naast elkaar en
dakpansgewijs in de kookrondjes. De appels
mogen iets boven de rand uitkomen.
- steek rondjes uit het bladerdeeg en leg deze op
de appel
- zet de kookrondjes op een bakplaat en bak ca
45 minuten op 180 graden
- stort de appelrondjes op de kop op een bord
- serveer met ijs en slagroom naar keuze
Bodegas Málaga
Virgen, Pedro Ximénez
Reserva de Familia
De stroperige en zalvende Pedro Ximénez
Reserva de Familia is gemaakt van
gedroogde druiven en 24 maanden gerijpt
op eiken; het druipt van pure chocolade,
kastanjebruine glacé, toffee, stroop, dadels,
vijgen, toast en daarnaast ook wat houtrook.
Voor deze Bodegas Málaga Virgen, Pedro
Ximénez Reserva de Familia wil je deze
heerlijke, warme Tarte Tartin wel op tafel
zetten! Maar het is net zo heerlijk over
vanille-ijs en bij krachtige kazen.
KUNST. GALERIE ART BRUT KIK
Galerie
Art Brut Kik
Tedere kunst
met een verhaal
.49
// Tekst
CARMEN LUTTIKHUIS
// Foto’s
BRIT WILLEMSEN
ZILVER WINTER 2021 / 2022
KUNST. GALERIE ART BRUT KIK
Zeg Ootmarsum en je zegt leuke
winkeltjes, gezellige terrassen,
smalle klinkersteegjes én kunst.
Voor veel mensen maakt kunst
kijken, kunst bewonderen en
kunst kopen een bezoek aan het
.50
pittoreske stadscentrum extra
bijzonder. Tussen de tientallen
galeries en ateliers neemt
Galerie Art Brut Kik een aparte
plaats in.
Kunst doet iets met je. Neem je even
de tijd voor kunst, dan laat het je
op een andere manier, buiten de
lijntjes, naar de wereld kijken, ongeacht of je
het mooi vindt waar je naar kijkt of dat het werk
je wat minder aanspreekt. Sta je open voor de
creativiteit achter een kunstwerk, dan verbreedt
dat je eigen blik en verbeelding. Sta je open voor
het verhaal van de maker, dan loop je een stukje
mee in het leven van de maker. In Galerie Art
Brut Kik aan de Oostwal/Kloosterstraat vindt
u kunst met een verhaal. De kunst in de galerie
is gemaakt door mensen met een verstandelijke
beperking of psychische aandoening. Verdeeld
over drie verdiepingen staan er van ruim
honderd kunstenaars werken. In de winkel bij
de entree servies, sieraden, tassen, sjaals en
hebbedingetjes. Alles is gemaakt door mensen
met een beperking.
Gezien worden
Toen initiatiefnemer Jan Wegdam (77) in
2006 met pensioen ging, nam hij niet alleen
afscheid van zijn werk in het onderwijs, maar
ook van zijn maatschappelijke nevenfuncties.
Hij besloot de tijd die hij ervoor terugkreeg te
besteden aan een goed doel. Als vader van zoon
Rogier met het syndroom van Down, al jong
woonachtig op de Losserhof, en als jarenlange
voorzitter van de cliëntenraad van Losserhof
en De Twentse Zorg Centra, kende Jan de ins
en outs, de mogelijkheden en beperkingen,
de kansen en uitdagingen van de geestelijke
gezondheidszorg. ‘Bij mijn afscheid van het
onderwijs mocht ik twee schilderijen van een
cliënten laten veilen. Een van hen had zijn hele
leven in bed gelegen, was niet aanspreekbaar
en werkte op een speciaal voor hem aangepaste
schildersezel. Ik was erg geraakt door hoe hij
zijn leven in zijn beelden, landschappen, had
verwerkt. Ik moest denken aan Goethes ‘In de
beperking toont zich de meester’. Die uitspraak
klopte hier helemaal. Als je dat kunt, dan ben je
een ware kunstenaar. Ook de begeleider die dit
talent uit de beperking haalt is een kunstenaar.
Ik dacht, met de kunst van deze mensen moeten
we naar buiten, dit mag niet alleen maar binnen
de zorginstellingen te blijven. We gaan deze
kunstenaars een plek bieden waar ze breed
gezien worden. Daarmee geven we ze wat ieder
mens wil, gezien worden.’
‘Hopelijk gaan
we gezamenlijk
een hele mooie
toekomst
tegemoet’
Eigenwaarde
Er kwam een artikel over het initiatief in de krant
en Jans grote netwerk bood spontaan hulp. Binnen
twee maanden was de Stichting Kwaliteit Investeren
in Kwetsbaarheid (KIK) een feit. De doelstelling:
door middel van kunst welzijn en ontspanning
financieren voor verstandelijk beperkten in de
hele wereld, op aanvraag, op projectbasis. Jan verzamelde
kunstwerken en ging er met zijn echtgenote
en bestuurders mee op pad naar kunstmarkten, ze
organiseerden exposities, ze brachten kunst in bij
benefietavonden. Ze waren met de kunst aanwezig
op evenementen die er in de kunstwereld toe doen,
zoals in Diepenheim en in Ootmarsum, soms
eenmalig, soms meerdere jaren na elkaar. Totdat een
Ootmarsumse wethouder zei: ‘Jullie verdienen een
plek in ons kunststadje’. Vijf jaar lang mochten ze
tegen een geringe vergoeding van een pop-up-locatie
aan de Oostwal 2 gebruik maken. De afspraak was
dat ze bij verkoop of eigen gebruik van het pand een
andere plek zouden zoeken. Dat gebeurde twee jaar
geleden en een verhuizing naar het huidige pand aan
de Oostwal/Kloosterstraat volgde. Hettie Scheper-
Hulshof, al jaren betrokken bij de stichting, werd er
galeriehouder. Hettie: ‘Dit is een aa-locatie, tussen
Annemiek Punt en Ton Schulten. Hier passen we.
Onderscheidend, kwalitatief en eigenzinnig. Deze
plek verdienen onze kunstenaars omdat ze gewoon
fantastisch werk maken. Dit zouden ze zelf nooit
kunnen organiseren.’ Sponsoren hielpen financieel en
praktisch om de galerie te kunnen starten. Dat helpen
doen ze nog steeds, anders zou de stichting het niet
redden. De kunstwerken en kunstgerelateerde
producten die in de galerie te koop zijn, hebben
een laagdrempelige verkoopprijs. Jan: ‘Voor ons
is het belangrijk om de kunstenaar blij te maken.
Hoeveel een koper ervoor betaald heeft, dat maakt
niet zoveel uit. Het gevoel van trots dat een verkocht
kunstwerk een kwetsbare kunstenaar bezorgt, is niet
in geld uit te drukken. Het is zo’n mooi moment om
een verkoop door te appen. Gelukkig komt dat best
regelmatig voor.’ >>
.51
ZILVER WINTER 2021 / 2022
.52
Hettie: ‘De galerie kan niet zonder spons
oren en giften, maar ook niet zonder
vrijwilligers. Allen zijn enorm betrokken
en weten de verhalen van de kunstenaars
over te dragen, maar ook in alle rust naar
de ervaringen van bezoekers te luisteren.
De tederheid in de galerie raakt iedereen.
Met name kunstenaars met een psychische
beperking krijgen hun eigenwaarde terug
en leven helemaal op. Hun zelfvertrouwen
neemt toe, wij bieden hen verbinding en
perspectief.’ Jan: ‘Een Duitse bezoeker
zei onlangs “Das gibt ja nur bei euch. In
Freiwilliger, da sind sie Weltmeister.” Een
Franse bezoeker was helemaal ontroerd:
“Wat jullie verstandelijk gehandicapten
bieden, is uitzonderlijk. Zover zijn wij
nog lang niet.” Een Zweedse gast was
verrukt over de kwaliteit van de werken.
Een Amerikaan zei dat hij nog nooit zo’n
mooie collectie gezien had. Wij maken
echt wat los. Zoveel mensen maken thuis,
in de familie of in de vriendenkring mee
dat iemand geestelijk ziek of verstandelijk
beperkt is of werken zelf in de geestelijke
gezondheidszorg. Zij kun nen hier hun
verhaal kwijt. Wij bieden altijd een
luisterend oor. Maar het belangrijkste zijn
onze kunstenaars, zij zijn het goud dat we
hier een volwaardig podium bieden.’
Toekomst
Ootmarsum en de galerie hebben elkaar de
liefde verklaard. Voor de toekomst hopen
Jan Wegdam en Hettie Scheper op een
lange, bestendige relatie. Corona bracht ook
hier flinke schade aan. De galerie is geen
onderneming en ze moesten het zonder
ondersteuning doen. Na de lockdown
organiseerden ze begin 2021 de kunstroute
‘Ootmarsum omarmt kwetsbaarheid’, met
door alle straatjes bij 46 ondernemers
kunstwerken in winkels en etalages. Het
eerste evenement op de toen lege agenda. Een
succes voor de ondernemers, de bezoekers, de
inwoners en de VVV Ootmarsum. In 2022
staat de tweede editie gepland en iedereen
doet weer mee. De boodschap van stichting
Art Brut Kik aan Ootmarsum: kom met jullie
energie, kom met jullie talenten, welkom
bestuurders, welkom donateurs. Gelukkig
kwam aan het eind van de Elephant parade
een flink deel van de opbrengst van de veiling
in het museum van Ton Schulten ten goede
aan de stichting om tijdelijk kosten te dekken
voor de galerie. Hettie: ‘Kwetsbare kunst
verdient een blijvende plek tussen de andere
kunst in Ootmarsum, maar daar kunnen
we niet alleen voor zorgen, daar hebben we
de gemeenschap voor nodig. Hopelijk gaan
we gezamenlijk een hele mooie toekomst
tegemoet.’ Jan: ‘Ootmarsum verdient ons.’
OOTMARSUM
OMARMT
KWETSBAARHEID
Stichting Kik heeft sinds de oprichting al voor meer dan € 150.000
over de hele wereld projecten gefinancierd, zoals de ondersteuning
van een crisishuis in Hongarije, ondersteuning van een werkplaats
voor verstandelijk beperkten in Suriname, ondersteuning van
projecten in Vietnam, Cambodja, India, Ghana en Sri Lanka. Bij deze
projecten zijn altijd Nederlanders betrokken, zoals zorgmedewerkers
die hun ervaring een periode in het buitenland delen. Financiering
van projecten gaat op aanvraag.
COLUMN. INA BROUWER
column
Ina
Brouwer
Ina Brouwer-Snippe is journalist bij RTV Oost, met speciale belangstelling voor levens-
beschouwing. Ze maakt wekelijks op zondagochtend het radioprogramma Hoogtij.
Wilt u reageren op haar column? Dat kan via een e-mail naar i.brouwer@rtvoost.nl
Verschillig
De herfst en de winter zijn bij uitstek de seizoenen
om de mountainbike uit de schuur te halen. Meestal
rijden we een rit vanuit ons huis. Vandaag pakken we
de auto en rijden met de fietsen achterop richting
Ommen. We verkennen een voor ons nieuwe route.
Hij is niet al te moeilijk, dus ik heb volop de tijd om te
genieten van de mooie omgeving.
Niet verder vertellen, maar Overijssel is zo mooi! De
Vecht met zijn bochten, de boerderijen bij Beerze, de
stuw bij Junne, de indrukwekkende bossen bij kasteel
Eerde... Ineens daagt het me: blijft dit zo? Kunnen mijn
kleinkinderen hier straks ook nog van genieten? Ach,
Oost-Nederland ligt hoger dan de rest van ons land,
dus het zal hier wel meevallen met de gevolgen van
klimaatverandering. Toch? Ik stort mezelf van een
heuveltje af en mis een bordje. Ai, verkeerde afslag.
We zijn laat vertrokken. Het wordt al vroeg donker en
met de zon zakt ook de temperatuur. Eenmaal thuis
wacht de warme chocolademelk en een hete douche.
Of andersom, ook lekker. Ik zet een tandje bij om warm
te blijven. In de auto kan de stoelverwarming aan. Ik
besef ineens hoe decadent dat is. Stoelverwarming. En
welja, stuurverwarming kan ook. Ook thuis is er niets
te klagen: vloerverwarming! Dankzij de zonnepanelen
op het dak zijn we redelijk zelfvoorzienend. Nee, ik
ben niet bang voor een koude winter en ik vrees ook
niet voor een hoge energierekening.
Het zweet breekt me uit: niet iedereen heeft het zo
goed. Bij veel mensen zal de energierekening in 2022
een groot gat in het budget slaan. Ik ontwijk nog net
een groot gat in de singletrack voor me. Als een nat
pak mijn grootste zorg is...
.53
Eenmaal terug op de route vraag ik me af, of je
in de bossen van Ommen ook kunt verdwalen.
Echt verdwalen, uren lopen zonder dat je iemand
tegenkomt. Geen mens, geen boerderij in de verste
verte te zien. Gelukkig ook geen beren of wolven...
wat zouden de vluchtelingen die door Wit-Rusland
zijn gedumpt aan de grens bij Polen ervaren? Zouden
ze bang zijn het niet te overleven? Voelen ze zich
bedrogen, kwetsbare pionnen in een internationaal
schaakspel? En hoe staat het met onze solidariteit?
Ben ik stiekem niet blij dat dit drama zich niet aan de
Nederlandse buitengrens afspeelt? Ik spring met mijn
mtb behendig over een slootje en kom gelukkig goed
terecht. Ik wel.
Eenmaal terug op de parkeerplaats laat ik mijn
gedachten gaan over de route die achter me ligt. De
pijltjes hebben de weg gewezen dus je komt altijd weer
bij het beginpunt uit. Was het altijd maar zo eenvoudig.
Corona, 2G of 3G, en hoe zit het met stikstof en CO2?
Het duizelt me. Voor de grote problemen van onze
tijd heb ik geen oplossing. Ik heb ook niet overal een
mening over. Maar dat betekent niet dat het me koud
laat. Als het me maar niet onverschillig laat. Ergens je
schouders over ophalen omdat je er niet direct mee
te maken hebt maakt onverschillig. Laten we in 2022
vooral verschillig zijn. Proberen het verschil te maken.
En dat zit m in kleine dingen. Denk ik. Hoe en wat, dat
mag u zelf invullen. Goodgoan!
Ina Brouwer
ZILVER WINTER 2021 / 2022
PRAKTISCH. CHLOÉ VAN DRIEL
.54
Laat kinderen
niet met
een huis vol
spullen achter
In een wereld van overconsumptie en materialisme
worden onze huizen steeds voller met spullen.
Door de jaren heen verzamelen we van alles bij
elkaar. Verhuizen naar een (vaak) kleinere seniorenwoning
kan dan best eens wat problemen opleveren.
Opruimcoach Chloé van Driel helpt
mensen te ordenen en daar mee een frisse start
te maken in de nieuwe woning. ‘Ontspullen,’
noemt ze het, ‘Niet alleen in je huis, maar vooral
ook in je hoofd. Vaak hebben we niet eens in
de gaten hoeveel ballast te veel rommel, zoals
ik het maar noem, met zich mee brengt. Iedereen
kent het wel: ach, morgen ga ik dat laatje of die
kast opruimen. Maar vaak komt het er niet van
of je weet simpelweg niet hoe te beginnen. Vooral
bij verhuizen levert dat nog wel eens stress op.
Dan komt er sowieso al veel op je af. Ik zeg altijd:
begin nu, ongeacht wanneer je gaat verhuizen, met
opruimen. Dat geldt vooral voor ouderen want
soms is er sprake van een gedwongen verhuizing en
blijven kinderen met een huis vol spullen achter.’
// Tekst
ASTRID OLDE OLTHUIS
// Foto’s
CHLOÉ VAN DRIEL
Spullen met een lach en een traan
De goedlachse Hengelose ziet opruimen als haar
passie. Het helpt haar om de rust te bewaren en in
balans te blijven. Ze heeft er haar beroep van gemaakt. ‘Zo
moeilijk is het niet,’ vertelt ze, ‘Als je altijd een vaste plek voor
je spullen hebt en ze op de plek bewaart waar je ze gebruikt,
dan raak je ze nooit meer kwijt. Als je dan verhuist, weet je alles
ook beter te ordenen. Mijn kracht is dat we het samen doen.
Over elk artikel wordt meteen een beslissing genomen: kan het
weg of moet het bewaard worden? En als het bewaard wordt,
dan krijgt het meteen een logische plek. Soms hebben spullen
een eigen verhaal met een lach of een traan. Daar hebben we
het dan over, maar besluiten wel: zitten de kinderen hier ook
op te wachten? Als je zelf verzamelaar bent van boeken over
tuinieren, wil het niet zeggen dat de kinderen dat ook zijn.
In zo’n geval bundelen we alles zodat het niet meteen weg
hoeft, maar wel zo dat het overzichtelijk blijft. Zo kunnen de
kinderen er later makkelijker over beslissen. Bij een verhuizing
gaan de spullen die mee moeten naar de nieuwe woning in
een doos met een groene sticker.’ Regie houden over je eigen
huisraad is de leidraad waarbij de kinderen het vaak ook fijn
vinden dat Van Driel als coördinator in de familie meedraait.
Hoofdbrekens over digitaal tijdperk
Opruimen en structuur brengen in huis beperkt zich niet
tot alleen maar spullen. Van Driel helpt ook bij het ordenen
van het papierwerk. Nu zaken van verzekeraars, banken,
belastingdienst en verschillende overheidsinstellingen bijna
alleen maar digitaal plaatsvinden, veroorzaakt dat bij senioren
nogal eens hoofdbrekens. ‘Ik hoor regelmatig: oh, mijn man
doet de administratie,’ zegt ze erover. ‘Maar wat als je man er
niet meer is, vraag ik dan. Dan merk je wel die angst voor het
digitale. En dat is ook logisch, want vaak weet je niet in de
wirwar waar je wat moet vinden. Inlogcode hier, wachtwoord
daar en wat is de gebruikersnaam. Ik ga samen met de klant
ervoor zitten en loop stapje voor stapje door het proces, laat
de mensen het zelf doen. Zo weten zij na verloop van tijd
precies waar ze wat kunnen vinden op hun computer. Onlangs
hielp ik nog een vrouw op leeftijd wiens man overleden was.
We maakten samen een stappenplan en nu doet ze zelf de
administratie, zonder problemen.’
‘Kan het weg
of moet het
bewaard
worden?’
Rondje huis
Van Driel plant altijd een vrijblijvend kennismakingsgesprek.
‘Dat duurt ongeveer een uurtje. We bespreken
eerst waar behoefte aan is en hoe ik kan helpen met het
overzichtelijk maken van spullen of administratie,’ legt ze
uit, ‘Daarna doen we een rondje huis. Ieder huis is anders
en ieder mens is anders. Daarom is mijn opruimmethode
maatwerk. Ik stem het af op de bewoner, waar hij of zij
zich prettig bij voelt. Hoe het vervolgtraject eruit ziet en
hoe lang dat duurt, is afhankelijk van de wens van de
klant.’
Lezers van Zilver Magazine krijgen 10% korting
op het ‘Opruim kickstartpakket’ voor een 2 x 3 uur
durende opruimsessie inclusief gratis E-book met
99 opruimtips. www.happyinorganising.nl
TIPS BIJ VERHUIZEN:
• Begin op tijd met je planning ook al duurt de
verhuizing nog een hele tijd.
• Zet een doos neer voor spullen die weg kunnen
en sorteer direct: naar de kringloop of
weggooien.
• Maak een boodschappenlijstje: stevige
dozen, tape, etiketten, inpakmateriaal, stiften,
huishoudfolie, touw.
• Plan op tijd mensen in die kunnen helpen en
maak voor ieder een takenlijstje zodat ze weten
wat ze moeten doen om chaos te voorkomen.
Te veel hulp is niet goed, te weinig ook niet.
.55
ZILVER WINTER 2021 / 2022
CULINAIR. WINTERRECEPT
Ontspannen
EVEN LEKKER
.56
Met De Ledenservice van Carintreggeland
Het uitgebreide aanbod van De Ledenservice maakt voor jong en oud het
leven makkelijker, veiliger en leuker. En hoe leuk wordt het om te gaan
naar één van de theaters met 25% korting!? Speciaal voor onze leden is er
een gevarieerd aanbod geselecteerd, voor een gezellige avond uit.
Theaterhotel
Almelo
Midden in het centrum van Almelo vindt
u dit prachtige Theaterhotel. Speciaal
voor onze leden vindt u hier mooie
voorstellingen met korting:
www.theaterhotel.nl/crleden
Schouwburg
Hengelo
Vlak bij het station is de Schouwburg
Hengelo te vinden. Kijk voor het
programma van voorstellingen en
concerten op:
www.schouwburghengelo.nl/crleden
Stadstheater
De Bond in Oldenzaal
Stadstheater De Bond is dé culturele
voorziening voor Oldenzaal en
omgeving. Kijk op deze pagina
voor het gevarieerde aanbod:
www.stadstheaterdebond.nl/crleden
€22, 50
per huishouden per
kalenderjaar (2022)
Digitale ledenpas
Nieuws! Vanaf 2022 ontvangt u geen fysieke ledenpas. Wij vinden duurzaamheid belangrijk,
daarom is besloten om geen fysieke pas meer aan te bieden. Op onze nieuwe website
staat uw digitale ledenpas klaar in uw eigen account. Bent u al lid, maar heeft u nog geen
account? Ga naar de website* en klik op inloggen om uw inloggegevens aan te vragen.
Lid worden
Lid worden van De Ledenservice voor slechts €22,50 per huishouden, per kalenderjaar
(2022) gaat eenvoudig via de website*. Klik op de knop ‘Word lid’ en vul uw gegevens in.
Liever persoonlijk contact dat kan via 088 3672373 of leden@carintreggeland.nl.
*www.carintreggeland.nl/ledenservice
Eet smakelijk!
Ervaar het gemak van maaltijden
aan huis. Komt het even niet uit om
te koken, maak dan gebruik van het
aanbod van apetito of Food Connect.
Met de maaltijdservice is het net of u
thuis uit eten gaat. Eenvoudig aan te
vragen via onze website*.
THUIS
lekker eten!
apetito
Ledenvoordeel Bestel 5 maaltijden
voor slechts €19,95 en ontvang gratis
een ijsassortiment t.w.v. €12,99. Geef
daarvoor actiecode 108 CARE 1221
door. Bestel zonder bezorgkosten en
verplichtingen.
Food Connect
Ledenvoordeel Stel nu een proefpakket
samen: kies drie gerechten voor €15,- of
vijf gerechten voor €20,-. En ontvang
een gratis puzzelboek bij de bestelling.
U betaalt geen bezorgkosten.
ZO ZIT U ER
warmpjes bij
.57
Of het nu gaat om lekker warm ondergoed of de rits vervangen van uw
favoriete winterjas. Deze voordeelpartners regelen het voor u. Eenvoudig aan
te vragen via onze website*.
Quincy Naaistudio (Hengelo e.o.)
Past uw kleding niet meer zoals u
gewend bent? Zij maken uw kleding
weer passend. Ook voor een nieuwe
rits of ander herstelwerk bent u aan het
juiste adres.
Ledenvoordeel 10% korting op het
totaalbedrag.
Otten Textiel
Ruim assortiment onder- en nachtmode voor het hele gezin. Op de markt in Denekamp,
Losser, Goor en Hengelo, bent u van harte welkom. Thuisbezoek is ook mogelijk!
Ledenvoordeel 10% korting op het hele assortiment.
ZILVER WINTER 2021 / 2022
CULTUUR. MONUMENT
Eerbetoon
aan
BERT
HAANSTRA
.58
In Goor zijn ze trots op Bert Haanstra,
de bekendste Nederlandse filmmaker
van de twintigste eeuw. Sinds 1999 staat
vlakbij het oude gemeentehuis aan
de Diepenheimseweg een monument
gemaakt door Nicolas Dings, als eerbetoon
aan deze beroemde inwoner van
de stad.
// Tekst en foto’s
JET VAN DER SLUIS
Jeugd in Goor
Haanstra werd in Espelo geboren, maar groeide op in
Goor. Hij was de tweede zoon uit een artistiek en warm
onderwijzersgezin. De jonge Bert was met veel talenten
gezegend: hij kon goed fotograferen, maar ook tekenen en schilderen.
Alhoewel hij uiteindelijk voor de film koos, heeft hij eerst
op de kunstacademie in Amsterdam gezeten. Hij was een zeer
ver dienstelijk schilder, net als zijn vader Folkert en twee van zijn
broers: Johan en Folkert junior.
Bij het grote publiek werd Bert Haanstra vooral bekend door zijn
speelfilm Fanfare en door documentairefilms als Alleman en Bij
de Beesten af. Hij won talloze filmonderscheidingen en voor de
documentaire Glas kreeg hij in 1960 zelfs een Oscar. Haanstra
was een scherpe observator die in zijn films Nederland op een
geestige manier een spiegel voor hield.
Bert Haanstra in 1989
(foto Wikipedia)
Kijken en bekeken worden
Het Haanstramonument laat zich niet zo makkelijk ‘lezen’: waar
kijken we precies naar? Het beeld bestaat uit een tafel van terrazzo
waarop - als bij een stilleven - een aantal voorwerpen is uitgestald.
We herkennen een gestileerde camera en verder zien we twee
bronzen maskers en een stenen schijf. Op een plaquette staat:
Bert Haanstra 1916 - 1977 met daaronder de tekst film is kijken
/ naar mensen / die kijken. Een citaat van Remco Campert uit zijn
boek Het gangstermeisje.
‘Het is een beeld dat
over kijken gaat,
iets wat Haanstra
bij uitstek deed.’
.59
Wat de maskers en de schijf betekenen, is niet meteen duidelijk.
Op internet wordt gesuggereerd dat de schijf naar een lens of naar
een filmblik verwijst. Daar lijkt wat voor te zeggen, maar bij nadere
beschouwing blijkt die platte schijf helemaal niet rond, maar ovaal
te zijn! De maskers zouden verwijzen naar de twee toneelmaskers
waarmee de bekendste theatervormen worden aangeduid: de
tragedie en de komedie (in de volksmond: ‘Jantje lacht en Jantje
huilt’). Een zinspeling op Haanstra’s filmscripts dus, maar waarom
hebben de maskers hier een neutrale gelaatsuitdrukking?
Gelukkig is Nicolas Dings bereid om er zelf iets over te vertellen.
‘De schijf waar je op doelt, is een spiegel! Het is een beeld dat over
kijken gaat, iets wat Haanstra bij uitstek deed. Spiegel, camera,
januskop zijn de attributen die het fenomeen kijken en bekeken
worden benadrukken. Vandaar ook de regel van Campert’, zo laat
hij per e-mail weten. De twee maskers die tegen elkaar aanleunen
en elk een andere kant opkijken, verbeelden dus de Romeinse God
Janus die geen achterhoofd, maar twee gezichten had. Daarmee
kon hij zowel vooruit, in de toekomst, als achteruit, naar het
verleden, kijken. Dit beeld gaat over observeren, over heel goed
kijken, met of zonder camera, en het houdt ons - net als Haanstra
- een spiegel voor. Daarop zinspeelt ook zijn uitspraak waarmee
de stalen plint van het nieuwe gemeentehuis in Goor is opgesierd:
‘Naar mensen kijken is van alle tijden’ (Bert Haanstra 1916 - 1997).
Meer weten over de filmer en zijn familie? Lees het pas
verschenen boek De Haanstra’s, een bijzonder verhaal
over de schilders die het modernisme introduceerden
in Twente (uitgegeven door WBOOKS). In december en
januari is in Kunsthal Hof 88 in Almelo een tentoonstelling
aan deze kunstenaarsfamilie gewijd, waarbij ook de
films van Bert Haanstra worden getoond.
ZILVER WINTER 2021 / 2022
JUBILEUM. DE KONING SCHILDERS
.60
115 JAAR
DE KONING
SCHILDERS
Een advertentie in de Hengelosche krant
in 1906: Hendrik Albertus De Koning
vestigt zich in Hengelo als zelfstandig
schilder. Vanuit Rheden trok hij naar de
groeiende metaalstad, daar was behoefte
aan vaklieden. Zijn eenmanszaak groeit
uit tot een gerenommeerd schildersbedrijf
waar vele werknemers een baan voor het
leven vinden. Zelfs tijdens de crisis en
de daaropvolgende oorlogsjaren gaan de
zaken niet slecht getuige een kasboekje uit
die tijd.
Na drie dochters komt de langgewenste
opvolger, zoon Jaap. Met zijn vakdiploma’s
op zak stapt hij op 18-jarige leeftijd in
het bedrijf, dan gevestigd aan de Tollensstraat.
Bij Hollandse Signaalapparaten zijn vijf schilders
continu aan het werk. Ook de woningbouwvereniging
St. Joseph behoort tot de vaste klanten. Bijzonder,
want in de tijd van verzuiling was het niet gebruikelijk
dat een katholieke corporatie met een protestantse
onderneming in zee ging. Ook voor het schilderwerk
van het nieuwe Koningin Julianaziekenhuis wordt
De Koning gevraagd.
.61
Jaaps zoon Henk volgt na de ulo de mts In Utrecht, waar
hij zijn meestersvakdiploma haalt. ‘De hele week in de
kost en alleen de weekenden naar huis’, vertelt hij. Hij
besluit dat ook zijn zoon Erik deze degelijke opleiding
moet volgen.
Het bedrijf groeit mee met de toenemende welvaart.
Het pand aan de Tollensstraat wordt te klein. Op de
Westermaat, een industrieterrein in ontwikkeling,
mogen ze een woning met een bedrijfshal bouwen.
De vierde generatie, Erik de Koning (53), neemt het
stokje in 2000 over en kiest ervoor om zich met het
bedrijf vooral op onderhoud en restauratie te richten.
Bijzondere klussen komen voorbij zoals het werk aan
de oude villa De Wiem van Van Heek. ‘Een project voor
de echte vakmensen, een project dat kennis van zaken
vereist.’ Ook het schilderwerk aan de Kasbah is er voor
Erik een om trots op te zijn. ‘De Kasbah blijft toch een
opvallende wijk met de paalwoningen. Natuurlijk zijn
niet alle opdrachten zo opvallend, maar het resultaat
moet telkens hetzelfde zijn. Strak in de lak. Dat geeft
altijd voldoening.’ >>
// Tekst
ANNEMARIE HAAK
// Fotografie
EBO FRATERMAN
ARCHIEF DE KONING
ZILVER WINTER 2021 / 2022
JUBILEUM. DE KONING SCHILDERS
.62
Praktijkopleiding
De Koning Schilders heeft twintig schilders in
vaste dienst en huurt regelmatig krachten in via
uitzendbureaus. Werk is er volop, ook gedurende de
wintermaanden. Het vinden van echt goede schilders,
is niet altijd makkelijk. Daarom zette Henk zich,
samen met collega’s in om een schildersopleiding op
te richten. Deze is gevestigd in het voormalige gebouw
van Stork Pompen aan het spoor, tegenwoordig de
schildersvakopleiding SVO. ‘Door het opheffen van de
oude ambachtsschool missen we vaklui. Daar wilden
we een oplossing voor creëren. Leerlingen van de SVO
zijn verzekerd van een arbeidscontract van twee jaar
en dat werkt erg goed. Wat dat betreft zijn we hier in
Twente goed bezig.’
Er is in de loop der jaren veel veranderd. Neem
alleen het materiaal al. Verf moet voldoen aan
steeds strengere voorwaarden, moet binnen onder
meer oplosmiddelhoudend zijn. Vroeger was een
schilder allround en beheerste alle facetten van het
vak. Tegenwoordig kun je ervoor kiezen om je te
specialiseren. Bovendien zijn er Arboregels om de
veiligheid van de werknemers te waar borgen. Ladders
zijn daarom vervangen door steigers.
‘Werk is er
volop, ook
gedurende de
wintermaanden.’
Familiebedrijf
De meeste werknemers zijn al meer dan twintig jaar in
dienst, dat typeert de sfeer en daar zijn Erik en echtgenote
Gonnie trots op. ‘Dat is de charme van een familiebedrijf.
Er is veel onderlinge betrokkenheid en we houden van leuke
extraatjes. Een presentje met Sinterklaas, een kerstborrel, een
bezoekje wanneer er iemand ziek is. Voor ons zijn die dingen
vanzelfsprekend en heel erg belangrijk’, benadrukt Gonnie.
Zo ging ze met een bontgekleurde elektrische bakfiets bij alle
personeelsleden langs om op taart te trakteren, ter gelegenheid
van het 40-jarig dienstjubileum van een collega. ‘De reacties
waren zo leuk, iedereen wilde er even rondje mee rijden. Een
van de schilders gebruikte de fiets daarna regelmatig voor het
werk. Alle verf kon erin en je manoeuvreerde er sneller mee
door het drukke centrum dan met een auto.’
Hoewel Erik nog lang niet met pensioen gaat, denkt hij wel
eens aan de toekomst. Hoe zou het verder gaan met de zaak?
Samen met Gonnie heeft hij drie dochters. Of zij het bedrijf
voortzetten? ‘Daar hebben we het nog niet echt over gehad.
Ze zijn bezig met een opleiding en kiezen hun eigen richting.
We zien wel wat de toekomst brengt. Voorlopig gaan wij nog
wel even door!’
COLUMN. JOAN KOENDERINK
Column
Joan Koenderink
Aangesproken
‘Mag ik u iets vragen?’ Het is nog vroeg in de ochtend en ik verlaat net
met de liefste Labrador Retriever ooit geboren het Boerenkerkhof
aan de Deurningerstraat dat sinds 1954 voor begravingen is gesloten.
Het is een groen, bijzonder en mooi bewaard gebleven stukje
historie in Enschede. En hoewel ik er al het grootste deel van mijn
leven zo ongeveer naast woon, kom ik er zelden. Mede omdat het de
afgelopen jaren een ontmoetingsplek is geworden voor daklozen die
er ook slapen, hun behoefte doen en hun lege bierblikjes naast de
prullenbakken parkeren en ook omdat ik niet geïnteresseerd ben in
de waar die drugsdealers en prostituees er slijten.
In een vroeger leven at ik ook al mijn broodje bij
de er schuin tegenover gelegen, broodjeszaak
en ergerde me aan mensen die blijkbaar op de
begraafplaats hun hond uitlieten: ‘Wie doet dat
nou? Respectloos!’
Inmiddels heb ik zelf een hond en is gebleken
dat de oude begraafplaats een enorme
aantrekkingskracht heeft op Charlie. Soms laat
ik mij letterlijk en figuurlijk door hem mee sleu -
ren en kom ik er toch. Ik begrijp die hond wel:
het is daar een walhalla voor een dier met een
groot reukvermogen. Er is mollig mos, wierig
gras. Er zijn oude bomen, rondrennende
konijnen en eekhoorns. Luchten van drank,
drugs en… andere honden.
‘Hoe zou ú het vinden als een hond op het
graf van een van uw overleden naasten zou
poepen?’ Haar ogen priemen zich in de mijne
en ik ben ineens klaarwakker en voel mij hoogst
ongemakkelijk. ‘Ik kom van elders, woon hier
nog maar kort maar vind het ongelooflijk hoeveel
mensen hier dagelijks hun hond uitlaten,’
vervolgt ze. ‘En u loopt hier ook. En of u die
poep nou opruimt of niet: daar liggen ménsen
begraven!’ Haar fonkelende ogen priemen zich in
de mijne terwijl ik mij ervan bewust ben dat het
schaamrood op mijn kaken vlekkeloos overloopt
in mijn gelijkkleurige sjaal.
Charlie is er inmiddels bij gaan zitten en snuffelt
uitgebreid richting de hond die zij zelf aan haar
riem heeft en die beslist nog nooit één poot
op dat Boerenkerkhof heeft gezet. Ik kan niet
anders dan haar gelijk geven en bewonder haar
moed mij aan te spreken. Antwoord dat ik zelf
eigenlijk ook niet begrijp waarom mijn principes
ooit met slechte muziek zijn meegegaan. Dat,
ook naar waarheid, mijn overgrootvader er zelfs
begraven ligt en ik mijn leven per direct wens te
verbeteren.
‘Doet u mij een plezier? Spreekt u in de toekomst
ook mensen aan die hun hond hier uitlaten?
Dan komen we misschien nog ergens…’ ‘Ja,
mevrouw. Dat beloof ik,’ met de hand op mijn
hart en mijn staart tussen mijn benen.
Joan Koenderink
Joan Koenderink. Inmiddels
50-jarige geboren en
getogen Tukker. Woont
samen met haar hond
Charlie in Enschede en
zou nergens anders willen
wonen (nou ja... op Ameland
misschien). Schrijft uit
haar eigen leven gegrepen
teksten: columns voor alle
leeftijden. Is ooit voor Zilver
Magazine benaderd door
voormalig hoofdredacteur
Gijs Eijssink die ze in haar
bewogen hockeyverleden
heeft leren kennen en
waarvoor ze destijds menig
zondagavond op de sportredactie
van de Twentsche
Courant heeft gewerkt.
.63
ZILVER WINTER 2021 / 2022
Als dood
een deel van je
leven wordt…
NOLET BULT &
ANNEMARIE KOOP-HAKENBERG
T 0541 229 779
www.noletbult.nl
.64
Praktijkadres
Beatrixstraat 147
7571 CA Oldenzaal
Telefoon (0541) 51 25 28
E-mail praktijk@veerdig.nl
www.veerdig.nl
Haverstraatpassage 60 | Enschede | info@scooterenschede.nl
Marktstraat 11 A | Ootmarsum | info@scooterootmarsum.nl
WONEN & SLAPEN
Schrameijer Wonen & Slapen stopt er half januari mee!
Profiteer nu van kortingen tot 70% en van alle
afgeprijsde meubelen! De koffie staat klaar!
Welkom bij Schrameijer Wonen & Slapen
• Molenstraat 32 in Tubbergen, 0546-623239
• 4000 m 2 meubelvoordeel!
• Elke zondag koopzondag!
2 E KERSTDAG,
MEGA
UITVERKOOP
KERSTSHOW
Welkom van
12 tot 17 uur
NU
TOT 70%
KORTING
Openingstijden
Maandag: 13:00 – 17:30 uur
Dinsdag: 10:00 – 17:30 uur
Woensdag: 10:00 – 17:30 uur
Donderdag: 10:00 – 17:30 uur
Vrijdag: 10:00 – 17:30 uur
Zaterdag: 10.00 – 17:00 uur
Zondag: 12:00 – 17:00 uur
NATUUR. LANDSCHAP OVERIJSSEL
// Met dank aan
PROVINCIE OVERIJSSEL
Natuurbeheer
maakt
ruimte voor
plant en dier
In Overijssel werken allerlei organisaties
zoals LTO Noord, Staatsbosbeheer,
Landschap Overijssel, Natuurmonumenten
Waterschap Vechtstromen en Provincie
Overijssel samen om de bijzondere natuur
in onze provincie te behouden en sterker te
maken. Waarom en wat deze organisaties
samen zoal doen, staat uitgebreid
beschreven in onderstaand verslag over de
werkzaamheden die binnenkort in het gebied
Springendal en Dal van de Mosbeek starten.
Bijzondere plant- en diersoorten in het
Springendal en Dal van de Mosbeek
zijn in gevaar. Dit komt onder andere
doordat er teveel stikstof uit de lucht in de
bodem terecht komt en doordat er teveel bemest
wordt. De uitstoot van stikstof zorgt er ook voor
dat de droge heide in gevaar is. Door de groei
van jonge bomen komen de heidevelden steeds
meer geïsoleerd te liggen. Doordat de bodem
verandert en er meer stikstof in zit, groeit hier
ook steeds meer mos en gras. Er groeien geen
jonge jeneverbesstruwelen meer. Ook kan de
zandhagedis geen eieren meer leggen, doordat
op het zand andere planten groeien. Ook is het
gebied te droog. Dat is nog een reden waarom
bijzondere planten en dieren het moeilijk
hebben. Hun leefgebied verkleint en verdwijnt
uiteindelijk als wij niets doen.
.65
Om deze soorten een kans te geven om te
overleven, zorgen wij voor betere omstandigheden
voor deze planten en dieren. Daarom
maken wij onder andere het gebied natter. Dit is
ook beter voor de alluviale bossen langs de beek.
// Foto
EVA ELIJAS
We maken het beekdal- en heidelandschap
sterker en zorgen voor meer afwisseling in de
natuur. Denk aan de typisch Twentse kleine
akkers, heide, houtwallen, bossen en hooilanden
vol met bloemen langs de beek. >>
ZILVER WINTER 2021 / 2022
NATUUR. LANDSCHAP OVERIJSSEL
‘Voor het vliegend
hert zijn de
houtwallen een
soort grens in
het landschap.’
We beschermen de droge heide en de
heischrale graslanden en breiden ze uit.
Dit doen we door…
.66
… aan de slag te gaan met het bos
Als we bos weghalen, komt er meer plek om de droge heide
en heischraal grasland uit te breiden. In het Springen dal
is het bos al weggehaald. Op bepaalde plekken zorgen we
ervoor dat het er weer uitziet zoals het er vroeger uitzag.
Hier kan het vliegend hert dan beter overleven. In de
rest van het gebied sparen we zoveel mogelijk bijzondere
bomen, boomgroepen en houtwallen. Ook verbeteren
we stukken bos. Het ‘omvormen’ van bos naar heide kost
meerdere jaren. Hierbij gaat het erom dat we het gebied
zo goed mogelijk gaan beheren.
…het gebied op een goede manier te beheren
Nadat we delen van het bos hebben weggehaald, gaan we
het gebied op een goede manier beheren. Dit doen we door
te maaien en te begrazen. We maaien op verschillende
plekken, zoals de cirkels van Jannink en voeren daarna
het maaisel af. We laten daarnaast heidekoeien en schapen
grazen in het gebied. Zo zorgen wij voor een situatie waar
weer droge heide en heischraal grasland kan ontstaan.
… te plaggen
We halen de bovenste laag van de bodem weg. In deze
laag zit veel fosfaat. Dat is een voedingsstof die niet goed
is voor de groei van de heide. Zonder deze laag kan de
heide nog sterker worden.
…de verschillende stukken heide te verbinden
We verbinden de heidegebieden. Een heidegebied dat aan
elkaar ligt, is sterker en kan beter tegen een stootje. Zo
beschermen we de heide en breiden we het tegelijkertijd
uit. Insecten en reptielen kunnen zich hierdoor ook
gemakkelijker verplaatsen, bijvoorbeeld vanaf de
Hugelgraberheide in Duitsland, over de Paardenslenkte,
verder het Springendal in en weer terug. Hun leefgebied
wordt groter en dat zorgt ervoor dat de groep met
bijzondere diersoorten groter en sterker zal worden.
We maken het gebied natter om de beken te
herstellen. Dit doen we door…
… gebieden te maken om water in op te slaan
De beken in dit gebied liggen diep in het landschap.
De beken zijn zo diep omdat ze vaak in korte tijd grote
hoeveelheden neerslag moeten afvoeren. Hierdoor slijt
de bodem van de beek steeds verder uit. Zo verdroogt
het beekdal en kunnen bijzondere planten hier niet
overleven. We gaan daarom water opvangen vóór het
in de beken terechtkomt en de oorspronkelijke hoogte
van de bodem van de beek herstellen.
… sloten te dempen en drainage te verwijderen
Om de afvoer van het water verder te verminderen
en te vertragen, halen we op verschillende plekken de
drainage weg van de landbouwgronden. Daarnaast
dempen we sloten. Hierdoor blijft het water langer in
het gebied staan. Zo maken we het gebied natter. Dit
zorgt voor een beter leefgebied voor de bijzondere planten
diersoorten.
… te stoppen met bemesten
Als we stoppen met bemesten, komen er minder
voedings- en meststoffen in de bodem terecht. Dit
is beter voor de kwetsbare natuur die rondom de
landbouwgronden ligt. Zo zorgen we voor goede
omstandigheden voor de bijzondere planten en dieren.
// Foto
RUDMER ZWERVER
// Foto
C. WELMAN
.67
We beschermen en versterken het leefgebied
van bijzondere diersoorten. Dit doen we door…
… houtwallen te maken voor het vliegend hert
Het vliegend hert is de meest bekende en bijzondere
diersoort in dit gebied. Daarom maken we houtwallen voor
het vliegend hert. Houtwallen zijn als het ware natuurlijke
hekken, gemaakt van bomen, struiken of dood hout zoals
boomstammen en takken. De houtwallen zijn een soort
van grens in het landschap. Het dode hout is een plek waar
het vliegend hert het meeste voorkomt. Alleen hier kan dit
bijzonder grote insect het beste overleven. Daarom maken
en herstellen we houtwallen om betere omstandigheden te
maken voor het vliegend hert.
… poelen te maken voor de kamsalamander
We leggen poelen aan voor de kamsalamander. Deze
bijzondere diersoort heeft water én land nodig om zich te
kunnen verspreiden. De poelen zijn dan ook een belangrijk
leefgebied voor de kamsalamander. Bovendien kan het vee
deze poelen ook gebruiken om uit te drinken.
‘Op bepaalde
plekken zorgen
we ervoor dat
het er weer uitziet
zoals het er
vroeger uitzag.’
Tijdens de uitvoering zijn delen van het gebied tijdelijk niet of
minder goed toegankelijk, rijden er trekkers en bouwverkeer
door het gebied, liggen er materialen opgeslagen, worden
bestaande paden verlegd en zijn er (harde) werkgeluiden
hoorbaar. Om de natuur zo min mogelijk te storen, liggen
de werkzaamheden soms ook stil - bijvoorbeeld in het
vogelbroedseizoen - terwijl ze nog niet af zijn.
ZILVER WINTER 2021 / 2022
ZILVER ZAKELIJK. NOTARISKANTOOR KROEZEN
Een levenstestament maken?
Meneer Snijders komt elk jaar begin december een kop koffie halen om ‘even bij te praten’. Ieder
jaar eindigt hij het gesprek met de woorden ‘het wel zeer op prijs te stellen als hij een kantoorpen
mee mag nemen voor de dagelijkse kruiswoordpuzzel’. Dit jaar vertelde de heer Snijders
dat de woning van hem en zijn vrouw - voor een zeer goede prijs - was verkocht. Daardoor
konden ze ook nog een leuk bedrag aan de kinderen en kleinkinderen schenken. Helaas
kon zijn vrouw niet bij de overdracht aanwezig zijn omdat ze vanwege een besmetting
met het coronavirus in het ziekenhuis was opgenomen.
Jarenlang vond de heer Snijders - 85 jaar jong - het niet nodig om een levenstestament
te maken ‘want dat was alleen voor ouderen!’. Gelukkig hadden de heer en mevrouw
Snijders begin van dit jaar op ons advies alsnog een levenstestament gemaakt voor
het geval ze niet meer wilsbekwaam zouden zijn. Dat wij toen op corona hadden
gewezen hebben we de heer Snijders tijdens zijn kopje koffie maar niet meer aan
herinnerd. Meneer Snijders kon nu de overdracht van de woning ook namens
zijn echtgenote ondertekenen. De gang naar de kantonrechter was gelukkig
niet nodig. De kinderen en kleinkinderen waren erg blij met de gulle gift. En
mévrouw Snijders was inmiddels weer gezond thuis.
Hans Kroezen (notaris)
Een gelukkig man verliet - uiteraard met een kantoorpen - het kantoor.
.68
Wat is een levenstestament?
In een levenstestament regelt u uw zaken als u niet in de
gelegenheid of niet in staat bent om zelf uw eigen wil te
bepalen. Bijvoorbeeld door een geestelijke of lichamelijke
beperking of door andere onverwachte omstandigheden.
In die gevallen kunt u één of meerdere personen die u
vertrouwt de bevoegdheid geven uw zaken te regelen.
Heeft u geen levenstestament gemaakt? Dan zal de rechter
een beslissing nemen en een bewindvoerder, curator en/
of mentor benoemen.
Administratieve zaken
U kunt iemand een volmacht geven om namens u uw
administratieve zaken te regelen. Hieronder vallen
bijvoorbeeld het betalen van rekeningen, het verzorgen
van de dagelijkse administratie en het doen van
belastingaangiften. Wilt u dat de gevolmachtigde ook
schenkingen mag doen? Leg dan vast wanneer en aan wie
die schenkingen mogen worden gedaan en voor welke
bedragen. Het doen van schenkingen kan van (positieve)
invloed zijn op de eigen bijdrage voor het verblijf in een
zorginstelling en de inkomstenbelasting.
Persoonlijke belangen
Wie behartigt uw persoonlijke belangen? Wie neemt de
beslissing over bijvoorbeeld opname in een zorginstelling
als u dat zelf niet kunt? U kunt hiervoor iemand aanwijzen
in uw levenstestament. Deze persoon kan ook regelen dat
uw woning wordt verkocht als u wordt opgenomen in
een zorginstelling.
Medische wensen
Het is mogelijk dat u bepaalde wensen heeft met
betrekking tot medische behandelingen. Zo kunt u als
wens hebben dat artsen er alles aan moeten doen om u
in leven te houden als u erg ziek bent. Of u wilt juist dat
bepaalde behandelingen niet meer worden uitgevoerd als
u ernstig ziek bent of aan het dementeren raakt. Als u zelf
niet meer in staat bent om uw wil te uiten en overleg met
de arts te plegen dan is het belangrijk dat een ander dit
voor u kan doen. Hiervoor kunt u in uw levenstestament
een gevolmachtigde benoemen. Deze persoon kan - als u
daartoe zelf niet meer in staat bent - namens u handelen
en overleg met de behandelend arts/specialist hebben.
Op tijd regelen
Zorg dat u uw levenstestament op tijd heeft geregeld
voordat er een situatie ontstaat waarbij u hiertoe niet
meer in staat bent.
En … de kantoorpen, die mag u meenemen!
Wilt u meer informatie of hulp bij het opstellen
van een levenstestament? Wij staan graag voor
u klaar!
Monnikstraat 62, 7571 CW Oldenzaal | 0541 - 572 525 | notariskantoorkroezen.nl
ge
ne
ra
ties
GENERATIE. GIGENGACK
.69
LEVEN
VAN
DAKLOZE
AUTO’S
// Tekst
TON OUWEHAND
// Foto’s
ANNINA ROMITA
Ferdi Gigengack houdt wel van een geintje. Als
mensen vragen wat hij voor de kost doet, trekt
hij soms een ernstig gezicht en begint met: ik
handel in elektrische auto’s. Dat heeft meestal
goedkeurende, instemmende blikken tot gevolg.
Want ja, dan ben je goed bezig wat milieu betreft.
Maar de invoelende gezichtsuitdrukkingen veran
deren in vraagtekens als hij erop laat volgen
dat het wel uitsluitend om het cabrioletmodel
gaat, de dakloze auto. En het onbegrip bereikt
een hoogtepunt als hij daarna doorgaat met de
opmerking dat hij dat al vijftig jaar doet en dat
hij er zeker van is dat de toehoorders allemaal in
zo’n ding hebben gereden. Maar aan de andere
kant, hij was niet lang geleden op een beurs
in Engeland waar hij zich wilde voorstellen
aan een mogelijke klant. Hij had zijn hand al
uitgestoken, hij kreeg de kans niet zijn naam
te noemen want de Brit had hem al herkend.
Hij schudde de uitgestoken hand met zichtbaar
ontzag terwijl hij vol bewondering zei: ‘You are
Mr. Bumpercars.’ >>
ZILVER WINTER 2021 / 2022
GENERATIE. GIGENGACK
.70
Het zal duidelijk zijn: de Hengeloër
Ferdi Gigengack (1957) zit tot diep
in de botsauto’s. Daar bestaat ook
bij het betreden van zijn bedrijfsruimte geen
enkel misverstand over. Langs de wanden van
de hal staan stellingen met vijf verdiepingen
botsauto’s. Honderden van die karretjes staan
keurig in het gelid. Op de bovenverdieping
heeft hij nog een privémuseum ingericht.
Met behalve drie draaimolenpaardjes (voor
elk van zijn zoons eentje) een collectie van
enkele tientallen historische botsauto’s. En
behalve dat ook enig historisch materiaal
van het Gigengackgeslacht. Het bord van
café-restaurant Luttikhuis bijvoorbeeld, dat
in het verleden langs de weg tussen Hengelo
en Oldenzaal aangaf waar het gelijknamige
restaurant zich bevond.
‘Wij zeiden altijd:
meisjes bloot,
handel dood.’
‘Mijn ouders hadden een kermisattractie. Ik groeide op in
een woonwagen die altijd bij de draaimolen van mijn ouders
stond, op de kermis waar ze dan ook maar stonden in het
land. Ik ging naar de rijdende school. Die ‘stichting rijdende
school’ bestaat nog steeds, een Nederlandse organisatie
waar vanuit het buitenland jaloers naar wordt gekeken.
Basisonderwijs voor kinderen van kermisexploitanten.
Als er bij kermisexploitanten in totaal zeven of meer leerplichtige
kinderen zijn, komt er een trailer of een bus met
onderwijsfaciliteiten, inclusief onderwijzers. Mijn kinderen
hebben er ook op gezeten. Toen ik tien was wilden mijn
ouders wel een vaste plek, een vaste woonplaats. Zodat de
kinderen naar een gewone school konden.
Mijn vader Freek kreeg het voor elkaar dat hij
in 1967 met zijn attractie een vaste plek kreeg
bij Luttikhuis. Daar heeft hij tot 1994 gestaan.’
Ja, zijn vader Freek was dus ook F. Gigengack. De
lettercombinatie FG hangt in gloeilampen aan
de wand. De oudste zoon een naam geven die
met een F begint is een soort van familietraditie.
Het begon vijf generaties geleden. Ferdi laat
een officieel bewijsstuk zien van Frederich
Ferdinand Gigengack geboren op 30 november
1825. Hij was vanuit Kopenhagen in Zutphen
terecht gekomen. Het document laat zien dat hij
in 1860 van de gemeente toestemming krijgt zijn
‘mallemolen’ te exploiteren op de kermis van
Oud-Zevenaar. Het oudst gevonden document
waarop de Gigengacks als kermisfamilie zijn
geregistreerd. Overigens ook opgetekend in de
in 1954 verschenen familiekroniek van Johan
Gigengack.
Zevende generatie
De nazaten van Frederich zaten allemaal in de
kermiswereld. Zijn vader dus, zijn grootvader,
overgrootvader en al hun voornamen begonnen
met een F. En ja, zijn zoon Frank (1987) zal de
handel van Ferdi overnemen als zesde generatie.
En de zevende generatie heeft zich ook al
aangediend. Fenn Gigengack, net een jaar oud.
Aan alles laat hij blijken dat hij op dit tijdstip
van de ochtend liever in zijn bedje had gelegen.
Maar zowel vader als grootvader willen niet
uitsluiten dat de jongste als zevende generatie
het kermiswerk gaat voortzetten. Zijn naam
begint voor alle zekerheid alvast met een F. En
dan is het toch leuk als ze als drie F. Gigengacks
op een kermispaardje poseren?
Ferdi Gigengack is agent van de Italiaanse firma
Bertazonn, een familiebedrijf in botsauto’s,
maar ze produceren ook grote kermisattracties
als draaimolens en andere family carrousels.
Zijn vader tekende meer dan vijftig jaar geleden
de overeenkomst en Ferdi heeft de relatie in
zoverre opgeschroefd dat zijn Bumpercars iets
meer dan helft van de totale botsautoproductie
verkoopt. Hoe Bumpercars zo groot kon
worden? Ferdi geeft als verklaring dat zij ook
gebruikte botsauto’s inruilen en reviseren.
Dat was iets waar zijn vader nooit aan wilde
beginnen.
‘Honderden
botsauto’s staan
keurig in het gelid.’
Voor hij fulltime verkoper van kermisattrac ties
werd, stond Ferdi Gigengack met zijn vrouw zelf
op kermissen. Eerst met ‘Flying Bob’ en later met
een uitgebreid spookhuis genaamd ‘Thriller’. In de
zomer woonden ze in een woonwagen naast de
attractie. In de winter hadden ze een stenen huis
in Hengelo. In die tijd moesten de sta-plekken
geregeld worden voor het kermisseizoen. ‘Dat is
een lastige tijd, want je weet niet wat voor weer het
in augustus wordt. Als het een bloedhete zomer
wordt, kun je je omzet wel op je buik schrijven.
Wij zeiden altijd: meisjes bloot, handel dood.’ Zijn
kinderen zijn ook opgeroeid naast de attractie
van hun ouders, net als hij. ‘Dat is een heel leuke
jeugd. Mensen vragen wel eens, kun je wel slapen
op de kermis met dat lawaai, die harde muziek?
Ik kan alleen maar zeggen dat het geen enkel
probleem was. Ja, ’s nachts. Als het publiek was
vertrokken en de generatoren uit werden gezet
omdat krachtstroom niet meer nodig was, werden
wij wakker. Van de stilte.’
www.bumpercars.nl
ge
ne
ra
ties
.71
ZILVER WINTER 2021 / 2022
CULTUUR. TWENTE LIGHT
BETOVEREND
LICHTSPEKTAKEL
OVER DE VRIJHEID
OM TE DROMEN
.72
‘Nog één verhaaltje dan?’, vraagt Sara (9) aan opa. ‘Een hele
bijzondere’, knikt opa, en hij begint te vertellen over de bevrijding
van Nederland in de Tweede Wereldoorlog. Sara is geraakt door
opa’s verhaal en droomt die nacht realistischer dan ooit. De
hele wereld is magisch verlicht. Ze ziet de militairen waar opa
over vertelde, maar ook allemaal wilde dieren, bloemen en
wolken. Nog nooit was de wereld zo mooi. In die wereld neemt
Sara u deze winter mee op Vliegveld Twente, waar honderden
lichtobjecten het verhaal van de vrijheid vertellen.
.73
De route met verschillende droomwerelden is gemaakt van honderden Chinese
lichtsculpturen. Deze sculpturen staan opgesteld op de bunkerstrip en zijn
speciaal op maat gemaakt voor Twente Light 2021-2022.
Twente Light is een buitenevenement. Voor kaarten en meer info bezoekt u de
website www.twentelight.nl
ZILVER WINTER 2021 / 2022
Wat vinden
onze lezers van
Zilver
Magazine?
Onlangs stelden we onze abonnees de vraag
wat zij van Zilver Magazine vinden én of
ze tips voor ons hebben. Uit de honderden
reacties lichten we er graag enkele uit.
Omdat we er trots op zijn op hoe lezers ons
beoordelen en omdat we het fijn vinden dat
u als lezers meedenkt hoe we Zilver Magazine
nog mooier en interessanter kunnen maken.
Wilt u ons na het lezen van onderstaande vertellen
over uw ervaring met Zilver Magazine?
Heeft u tips? Dan zijn deze van harte welkom
via redactie@zilvermedia.nl
Gemiddelde beoordeling: 8,4
.74
‘Een prachtig blad, dat ik met
heel veel plezier van voor naar
achter lees’
‘Leuk magazine gezien het
nieuws uit de regio en de
verhalen en weetjes.’
‘Ik wist niet dat er pagina’s op
insta, FB en LinkedIn zijn…
daar ligt nog een kans.’
‘Een mooi gevarieerd magazine’
‘Duidelijke verhalen die rasechte
Twentenaren in het hart raken’
‘Heel fijn om abonnee te zijn’
‘Een leuk blad! Het ziet er
gezellig uit en ik hoor om me
heen dat ze het een lekker
leesbaar blad vinden’
‘Mooi blad. Doorgaan op deze
weg’
‘Leuk blad: wij kijken er naar uit:
Ga zo door!’
‘Het is een buitengewoon mooi
blad!’
‘Is een prettig blad! Goede
uitgever, sociaal bewogen en
open voor ieder.’
‘Een prachtig blad, om steeds
weer even te pakken, maar ook
om te bewaren!!’
‘Duidelijk, gezellig, voor elk wat
wils’
‘Redelijk goed leesbaar, sommige
verhalen mogen wel wat korter,
te langdradig.’
‘Zilver ziet er mooi en goed uit,
kijk er altijd naar uit en bewaar
ze ook allemaal!!’
‘Ik vind het een leuk blad om te
kijken en sommige artikelen te
lezen, alleen ik zie het nog niet
als inspiratiemagazine. Daar zou
het nog in kunnen groeien.’
‘Inhoud is heel divers. Heerlijk
dik bladerblad dat je weg kunt
leggen en een volgende dag weer
in door kunt gaan.’
‘Mag één keer in de maand
verschijnen’
‘Zou graag zien dat plaatsen in
Twente wat uitgebreider belicht
zouden worden.’
‘Lekker doorgaan en misschien
iets meer aan de weg timmeren’
‘Misschien is het leuk om
verhalen te plaatsen die
verbonden zijn met plaatsen/
bijzondere plekken in Twente.
Ook de minder bekende plekken
zullen een leuke aanvulling
kunnen zijn.’
‘De onderwerpen zijn
gevarieerd. Ze sluiten goed aan
bij de doelgroep’
‘Interessant om uit je directe
omgeving zoveel verschillende
onderwerpen te lezen. Woon hier
al 60 jaar, maar lees altijd weer
wat nieuws.’
De persoonlijke verhalen de
Twentse bijzonderheden,
kunst, aparte beroepen, kleine
bedrijfjes en dat alles door en
voor Twentenaren. Genieten!
GEDICHT. AREND LAMM
AREND LAMM
Liefde voor het Twents
MODERSPRÅÅK
Mien weeg hef hier ien Twäänte ståån.
Men höört et an mien pråten.
‘k Heb mij dåårvüür noojt schamen dåån;
ik kan et toch nich låten!
See klienkt so stoerig, relk en roond,
dee åle Twääntske wöörde.
See vlööjt ůw söötkes ůůt ’n moond,
et leefste wat ik höre.
De modersprååk, see döt so good
vüür wel sik ůůt wil pråten,
wel met ’n blij of droof gemood
siksölf ees gåån wil låten.
Arend Lamm (Hengelo 1908) maakte in de tweede
helft van de jaren vijfig naam als dichter in de Twentse
streektaal. In die periode werd veel van zijn poëzie
gepubliceerd in de Twentsche Courant. Zijn oeuvre
omvat, naast circa 110 gedichten, een aantal korte
verhalen en twee streekromans. Tot een uitgave van
dit laatste is het nooit gekomen. Wel verscheen het
eerste boek Geike in de vorm van een feuilleton in de
Twentsche Courant.
Arend Lamm schreef over de jaargetijden, oorlog en
vrede en de schoonheid van het Twentse landschap
en de natuur, uitingen van hetgeen hem beroerde
en bezighield. In een aantal van zijn gedichten komt
een diepgaand religieus besef naar voren. En ook de
uitingen van zijn liefde voor de moderspraoke mogen
zeker niet onvermeld blijven.
In 1959 werd een verzameling van 25 gedichten, die
de naam Algerak meekreeg, uitgebracht. In 1974
verscheen Tweansche Bleujsels. In deze publicatie
werd de poëzie van Arend treffend geïllustreerd door
zijn neef, de bekende schilder en tekenaar Henk
Lamm (Hengelo, 1908). In oktober 2006 verscheen de
bundel Bleujsels van de Moderspraoke met daarin
25 gedichten, waarvan het grootste deel niet eerder
werd gepubliceerd. Aanleiding was een tentoonstelling
over de neven Lamm in het Historisch Museum Hengelo.
Zijn gevoelens en gedachten over dit alles legde hij vast
op een vaak ingetogen en fijnzinnige wijze. Maar ook de
lichtvoetig heid en humor ontbreken niet in zijn poëzie.
Als geen ander wist Arend Lamm zich uit te drukken in
de moderspraoke, die hem zo ná aan het hart lag.
Wel trööst ees soch ien såårg, elään,
en dan ien ’t Twäänts mag hören
‘nen goden rååd den rech is määnd;
dåår geet niks van verlören.
As wij ‘nen wienteråvend lang
ůůns üm den heerd magt riegen,
üm so de tied met prååt en sang
pleserig kot te kriegen.
Dåår is so völ dat of hef dåån
as of et was versletten.
Mer ůůnse språke blif beståån,
wij wilt eer nich vergetten.
Völ sint der, as ‘k mij nich vergis,
dee ’t leefst eer dood wilt swiegen.
Mer blöjen sal see, jůůnk en fris
as bäärken-vüürjåårstwiegen.
Ik höör ’n rüüsken ůp de wiend
dat sprek van åle tieden.
Et röp en flůstert en et viendt
de weg nå alle sieden.
Et grööjt en geet sien ägen gaank,
wel sol dat tegenhålen?
Wil redden van den ůůndergaank
de språke van de ålen.
Wel vüür dee språåk nog leefde hef,
dee sal eer nich verswiegen.
Haarůp! Töt elken Twäänt sik gef;
dan sal et sik wal riegen.
.75
// Schilderij
HENK LAMM
// Gedicht
AREND LAMM
// Met dank aan
HISTORISCH MUSEUM HENGELO
ZILVER WINTER 2021 / 2022
SPORT. MIRJAM POL
IN DE BAN
VAN DE
MOTOR
.76
// Tekst
ANNEMARIE HAAK
// Foto’s
ANNEMARIE HAAK
FAMILIE POL
Ze weet nog goed hoe de reactie van haar ouders was toen ze voor het eerst
met haar grote liefde thuis kwam. ‘Een motorrijder?? Kind toch, gebruik je
verstand. Dat wordt alleen maar ellende!’
Ine Pol (72) kan er nu hartelijk om lachen en is maar wat trots op haar kinderen.
Gezellig zit ze in de eethoek tussen haar zoon Hans (42) en dochter
Mirjam (38). De een Nederlands kampioen Enduro en de andere bekend
Dakarrijder en wereldkampioen Baja. Fervente motorrijders dus! De titels
werden op zondag 30 oktober behaald. Hans in het Achterhoekse Harsen
en Mirjam in Portugal. Heel bijzonder.
Het motorrijden zit de familie in het bloed. Ook
Ine vindt het geweldig. Zelf reed ze ook graag,
tot ze in 1977 een zwaar ongeluk kreeg en drie
maanden in het ziekenhuis belandde. Sindsdien loopt
ze moeilijk. Ze volgt de prestaties van haar kinderen
op de voet, zoals ze dat ook met echtgenoot Hans deed.
Geen wedstrijd werd overgeslagen en de kinderen gingen
mee, hoe klein ze ook waren. ‘Hans was zes weken oud,
het was noodweer, maar er stond een strandrace in
Scheveningen op het programma, dus we gingen!’ Het
kwam haar op felle kritiek van haar ouders te staan,
maar ja, het bloed kruipt… Op het geboortekaartje van
Mirjam staat broer Hans met zijn zijspan afgebeeld. Toen
de kinderen wat groter waren, bond ze de kleintjes met
een lang touw aan de trekhaak van de auto. Hadden ze
toch enige speelruimte, maar konden ze niet weglopen.
‘Doordat ik slecht liep, was ik niet snel genoeg om achter
ze aan te gaan. Dit was voor mij een perfecte oplossing!’
Hans sr was crosser en reed motor met zijspan. Eerst met
zwager Ben Koenderink en later met Johan Besselink
als bakkenist. Het hele leven stond in het teken van de
cross. De meterslange prijzenkast in de garage toont alle
gewonnen prijzen en bekers.
Hans jr en Mirjam kregen de liefde voor de motor met
de paplepel ingegoten. ‘Ik was drie jaar en kreeg een
klein motortje, waar ik behoorlijk goed mee overweg
kon. Daarmee mocht ik in de Evenementenhal een
miniparcours rijden dat was afgezet met strobalen’,
vertelt Hans. ‘Ik had echter veel meer aandacht voor al
het publiek dat eromheen stond. Binnen de kortste keren
ging ik onderuit met alle gevolgen van dien.’ Het gezicht
beschadigd, behoorlijk veel schaafwonden, maar de liefde
voor de motor bleef. Samen met Mirjam deed hij al mee
aan wedstrijdjes voor vijf- en zesjarigen in Lonneker,
Saasveld en Enschede. ‘Dat gebeurde meestal op een stuk
maïsland dat net geoogst was. In die tijd kon dat nog. We
hadden toch zeker 25 tot 30 deelnemertjes. Ook in de
Ankerhallen in Saasveld werd gecrosst, indoor’. Hans sr en
Ine vonden het prachtig en genoten. Er was zelfs bij huis
een parcours aangelegd in een veld met dennetjes, daar
konden de kinderen naar hartenlust crossen.
.77
Dat bleef zo tot Hans in 2007 de garage van zijn vader na
diens overlijden overnam. De motor kwam op de tweede
plaats. Voor Mirjam niet. Zij behaalde haar groot rijbewijs
op haar 22e zodat ze ook op zwaardere motoren mocht
rijden. Datzelfde jaar stond ze aan de start van haar eerste
Dakar in Afrika. Veruit de jongste deelnemer, door velen
met enige minachting bekeken. Niemand had gedacht dat
ze het zou halen. Moeder Ine volgde thuis het nieuws en
kreeg op een gegeven moment teveel van al die negatieve
kritiek. >>
ZILVER WINTER 2021 / 2022
SPORT. MIRJAM POL
‘ Datzelfde jaar
stond ze aan
de start van
haar eerste
Dakar in
Afrika.’
.78
‘Ze werd bestempeld als een onnozel kuuk’n, een dom
wicht dat niet wist wat een Dakar inhield. Ik zei tegen
Hans: Kom we moeten er naar toe!’ Mirjam hield zich
staande en dwong langzaam maar zeker respect af. ‘Er
werd al met bewonderende blikken gekeken toen ik na de
tweede etappe toch de finish bereikte en daarna kreeg ik
zelfs complimenten!’ Mirjam finishte als beste vrouw en Ine
en Hans waren erbij. Ze is nu de enige vrouw ter wereld die
de Dakar op drie continenten gereden heeft.
‘Mijn moeder, Hans en ik, we zijn een team’, verklaart
Mirjam, ‘en kunnen niet zonder elkaar. Ik ben verantwoordelijk
voor de kosten, voor het eigen materieel en voor
mijn eigen sponsoren als ik mee wil doen aan wedstrijden,
ook de Dakar. Gelukkig wonen we hier naast elkaar achter
de garage in Borne, dat maakt alles een stuk gemakkelijker.
Samen met Hans sleutel ik aan de motoren, hij is heel
technisch en mijn moeder staat me bij in alles. Moeten
er spullen gehaald en gebracht worden, dan stapt ma in
de auto en heb ik wat nodig voor de motor dan kan ik op
Hans bouwen.’ Mountainbiken, trainen doen ze ook veel
samen en als het even kan samen naar de bioscoop. ‘Met
een drankje en een halve zak popcorn’ lacht Hans.
‘ Op het geboortekaartje van
Mirjam staat broer Hans
met zijn zijspan afgebeeld’
Ine ging heel vaak mee als er internationale wedstrijden gereden
moesten worden. Zo was ze al op Sardinië en in Abu Dhabi. ‘In de
woestijn in het bivak van de motorrijders, een geweldige ervaring.
Soms knoopten we er een vakantie aan vast.’ De laatste jaren gaat
ze niet meer mee, het reizen wordt haar te zwaar. Samen met Hans
volgt ze de verrichtingen op de televisie. ‘Soms zitten we om drie
uur ’s nachts nog voor de buis! Het is een machtig mooie sport!’
Voor Hans heeft de motor geen prioriteit meer. Het is een hobby
geworden, een geweldige uitlaatklep. Hij is apetrots op zijn
nationale titel, maar daar blijft het bij. Mirjam bereidt zich intussen
voor op de volgende Dakar. In de woonkamer stapelen de reistassen
en koffers zich op. Na de kerstdagen vertrekt ze naar Saoudi-Arabië.
Ondanks de vele botbreuken en blessures blijven ze verknocht aan
het motorrijden. ‘Dat kun je niet uitleggen aan iemand die geen
motor rijdt. Het is een passie die je leven blijft beheersen!’
GENERATIE. ERVE EFFINK
.79
DE BOERDERIJ
TOEN EN NU
MET HART EN ZIEL BEZIG MET GEZOND VOEDSEL
// Tekst CARMEN LUTTIKHUIS // Foto’s SAM WARNAAR
Joke en Gerard Kottelenberg van
boer derij Effink zijn de vijfde generatie
van een van de oudste boerenfamilies
in Nederland. Hun boerderij aan de
Stokkumerweg in Markelo is niet
eeuwenoud, want gebouwd in 1973,
op een locatie die na de grote ruilverkaveling
Markelo-Holten aan
de familie toegewezen werd.
Toen de ouders van Gerard, Gerrit-Jan (87) en
Jo (83) Kottelenberg, in 1974 naar de nieuwe plek
verhuisden, verhuisden ze niet alleen met hun
eigen gezin, ook Gerards schoonmoeder met haar vrijgezelle
broer, zus en een oom verhuisden mee naar de dubbele
woning. Boerenfamilies bleven vroeger zo lang het kon bij
elkaar wonen. Dat ze met twee familietakken naar de nieuwe
boerderij verhuisden kwam omdat ze hun beider bedrijven
hadden samengevoegd. De boerderijen bezaten apart te
weinig hectare voor de verkaveling. Als één bedrijf kwamen
ze er wel voor in aanmerking. Daarnaast hadden de ouders
van Gerards moeder geen opvolging. In Stokkum was erve
Effink een gemengd bedrijf met koeien, varkens en kippen. In
Markelo gingen ze verder als melkveehouderij. >>
ZILVER WINTER 2021 / 2022
GENERATIE. ERVE EFFINK
‘ALS EEN KOE GING
KALVEN, LIEP JE NAAR
DE BUURMAN, KLOPTE
JE OP HET RAAM EN
RIEP ‘KOEKALVERIJ’.’
.80
Geen keuze
Joke en Gerard verbleven de eerste jaren na hun trouwen in 1990 in
een chalet op het erf, waar ook de eerste telgen van de zesde generatie
het levenslicht zagen. ‘Als je met een boer trouwde, trouwde je met
zijn familie’, dat wist Joke wel. Zelf groeide ze ook op op een boerderij,
aan de andere kant van de provinciegrens, in de Achterhoek. Maar
goed dat liefde blind maakt, blikt ze terug. Want met drie generaties
op één locatie was er weinig bewegingsvrijheid. Dat beaamt
Jo Kottelenberg: ‘Toen wij in 1963 trouwden had je geen keuze. Op
een familieboerenbedrijf ging je vanzelfsprekend bij elkaar wonen. Je
had het maar te accepteren dat je weinig privacy had. Ik vond dat niet
altijd gemakkelijk. Sowieso vond ik het boerenleven best zwaar en
niet altijd even leuk. Lange dagen werken op het land, we deden nog
veel met de hand. We verbouwden onze eigen groente. In de winter
hadden we in de kelder planken vol weckpotten met ingemaakte
wortelen, bonen, peren.’
Samen met de buurt
Gerrit-Jan Kottelenberg: ‘Mijn ouders en mijn oom en tante woonden
naast elkaar. Mijn oom overleed jong, hij was veertig. Ga jij je
tante maar helpen om hun boerderij te runnen, werd mij gezegd.
Ik was 18, de enige zoon, dus dat deed ik. De zomer vond ik altijd
de mooiste tijd. Zeker ook omdat we het vele werk samen met de
buurt deden. Samen maaien, inkuilen, aardappels rapen, koeien naar
een andere wei drijven. Drie paarden voor de kar en oogsten, mooi
werk. Machines werden gezamenlijk aangeschaft. En als het werk
gedaan was, dronken we daar ter afsluiting samen een borrel op.’
Jo Kottelenberg: ‘Als een koe ging kalven, liep je naar de buurman,
klopte je op het raam en riep ‘koekalverij’. Ook al was het midden in
de nacht, binnen een paar minuten was de buurman aangekleed om
te komen helpen. Kalven deden we zoveel mogelijk zelf. Pas als je
samen besloot dat er een dierenarts bij moest komen, werd die gebeld.
Iedereen stond altijd voor elkaar klaar, er was veel saamhorigheid,
noaberschap zoals het bedoeld is.’
Willem-Alexander
Hun schaarse vrije tijd besteedden Gerrit-Jan en Jo Kottelenberg
graag buitenshuis. Boerendansen bij de folkloristische vereniging
Markelo, waarmee ze voor optredens alle landen Europa
bezochten, wekelijks een avond van de plattelandsvrouwen, de
voetbalvereniging, drie dagen per jaar als begeleider mee met het
schoolreisje en de jaarlijkse deelname aan de koeverkiezing. De
topper was kampioenskoe Jo13, vernoemd naar zijn echtgenote.
Gerard ging in zijn jeugd met zijn vader vaak het bos in voor de
beheersjacht om de wildstand te reguleren. Gerard: ‘Dat doe ik nog
steeds regelmatig, samen met vier maten, in een groot gebied in
deze regio. Met mijn opa jaagden we ook in de kroondomeinen bij
Apeldoorn. Tijdens een van die jachten zat ik als kleine jongen in
de auto met een jonge prins Willem-Alexander. Hij was ook met
zijn opa, prins Bernhard, mee.’
Petje af
Gerrit-Jan en Jo Kottelenberg nemen hun pet af voor de
huidige generatie boeren. Jo Kottelenberg: ‘Het is geen
makkelijke tijd om te boeren. Er zijn nu zoveel regels, er
wordt administratief en financieel zoveel van je verwacht.
In onze tijd konden we sparen. Wil je tegenwoordig iets
aanschaffen, renoveren of verduurzamen, dan moet je
naar de bank voor een lening. Dat kenden wij niet.’ Joke:
‘Vroeger gingen de inkomsten van alle familieleden bij
elkaar in een pot zoals de aow van de senioren, soms
had iemand een uitkering. Dat was voldoende voor het
levensonderhoud van iedereen. We leefden zuinig en
we hadden weinig woonlasten, want de boerderij was
familiebezit. Zo kon het bedrijfsgeld in de boerderij
blijven. Als er een nieuwe machine gekocht moest
worden, dan kon dat. Tegenwoordig gaat het zo anders.
De boerderij is onze inkomstenbron, daar moet alles
uit betaald worden. Dat is prima, maar het legt wel een
druk om te presteren, terwijl we ons aan steeds meer
restricties dienen te houden, die ook nog eens financiële
consequenties hebben. Als je bijvoorbeeld aan bepaalde
regels of leveringen niet kunt voldoen, kom je niet in
aanmerking voor een toeslag. De opbrengst van een liter
melk en de kosten die daar tegenover staan, zijn niet
meer met elkaar in verhouding als je het met vroeger
vergelijkt. Boeren of hun partners werken er vaak deels
buitenshuis bij, anders krijgen ze het huishoudboekje
financieel niet rond. Of ze starten een tweede tak, zoals
een boerderijcamping of een boerderijwinkel.’
‘IK MAAK DAGELIJKS TIJD
VRIJ OM ONZE MOOIE EN
WAARDEVOLLE AGRARISCHE
SECTOR TE PROMOTEN.’
Eigen zuivellijn
Een tweede tak had de familie Kottelenberg ook lange
tijd. Gerrit-Jan Kottelenberg: ‘Toen de superheffing werd
ingevoerd, hadden we de keuze om quota te kopen of
om voor de melk een meerwaarde te creëren. Ik had bij
kennissen in Rotterdam gezien dat ze hun eigen zuivel
maakten. Dat leek me wel wat, dus zetten we onze eigen
productielijn op: Erve Effink boerenmelk, yoghurt, kaas,
vla, kwark. De vrouwen bestierden de boerderijwinkel
die we tot 2013 aanhielden. In de jaren negentig was
er veel belangstelling voor producten rechtstreeks van
de boer, mensen reden er graag voor om, maar die
belangstelling en daarmee de verkoop liepen na verloop
van tijd terug. Het voor ons te duur om de tweede tak aan
te houden. Beter één ding goed doen, dan twee dingen
half. Nu zou zo’n winkel wel weer kunnen, er is weer
interesse in lokale producten.’
Ambassadeur
De groeiende interesse in regionale producten is er niet
vanzelf. Allerlei organisaties in Nederland zetten zich
in om consumenten te laten zien, te vertellen en te laten
ervaren waar de agrarische sector voor staat: gezonde
voeding. Een van die organisaties is Team Agro NL. Joke
is er al enkele jaren ambassadeur. Joke: ‘Vanuit die rol
maak ik dagelijks tijd vrij om onze mooie en waardevolle
agrarische sector te promoten. Bijvoorbeeld op mijn
socialmediakanalen ‘Twentse Boerin’, waar ik mijn
volgers meeneem in het reilen en zeilen op de boerderij.
Daarnaast zet ik mij in voor boerderijeducatie. Ik vind
dat alle basisschoolkinderen minstens een keer een
boerderij moeten hebben bezocht. Zo’n kennismaking
legt de basis voor het besef waar ons voedsel vandaan
komt, maar ook het besef hoeveel mensen er dag in dag
uit met hart en ziel voor zorgen dat er gezond voedsel
in de supermarkt of in je koelkast ligt. Dat mogen
mensen buiten de sector zich wel meer realiseren.
Boerderijbezoeken zijn in verband met corona nu wat
lastig, daarom zoeken wij de kinderen op en gaan we
op schoolbezoek met informatiemateriaal. Ik zou niet
zonder dit werk erbij kunnen. Ik heb het nodig om ook
werk buiten de boerderij te doen, samen met anderen.’
Zesde generatie
Of de boerderij over zal gaan naar de zesde generatie,
dat is nog maar de vraag. Gerard Kottelenberg: ‘Hoe
de toekomst van de agrarische sector eruit ziet, is
onduidelijk, toch ziet de jonge generatie ook uitdagingen.
Onze kinderen hebben daar wel ideeën over, maar of die
financieel haalbaar zijn? De situatie is niet te vergelijken
met vroeger. De vanzelfsprekendheid van overname
binnen de familie, dat bestaat bijna nergens meer. Je
hebt tegenwoordig een bank of een investeerder nodig.
Die wil meebepalen over de bedrijfsvoering. Je levert
zelfstandigheid in, je bent geen eigen baas meer. Van de
andere kant krijg je daar een stukje rust en vrijheid voor
terug. Aan de jongeren de keuze of ze wel of niet op die
manier willen boeren.’
.81
ZILVER WINTER 2021 / 2022
COLUMN. PAUL ABELS
MILATOS
.82
Nog nooit was ik op Kreta geweest. Mijn
vrouw wel. Ze zei dat het nodig moest
gebeuren, naar Kreta. Ze zei ook: ‘Alleen
voor wie reist (en leest, maar dat is bijna
hetzelfde) is de wereld begrijpelijk.’ Ze
heeft gelijk.
Kreta bracht me aan het peinzen. Over
wat dat is, spiritualiteit. Op de mooiste
manier: gewoon, door wat je tegenkomt
onderweg. Zonder toe lichting van gidsen,
god geleerden, goeroes. Werkelijke spiritualiteit
heeft geen toelichting of marketing
van node. Wie de geest vrij heeft,
ziet en voelt. In een spierwit kapel letje,
zomaar ergens langs de weg, geen toerist
te zien: een geborduurd sandaaltje,
zorgvuldig afgesloten in een liefdevol
bewerkt houten kistje op een altaar,
omringd door iconen, de ene nog mooier
dan de andere. Ik zag in kerken de moeder
Gods, omhangen met devotieplaatjes,
dank betuigingen aan de heilige maagd.
Een blikken been, een blikken baby, een
blikken jongetje in korte broek.
Ergens hoog in de bergen in het zuiden
vonden we onszelf terug in een gehucht
dat Milatos bleek te heten. Een stenig
pad omhoog langs steile rotswanden
leidde ergens heen, onduidelijk waar
naar toe. Het was nauwelijks begaanbaar.
Mijn vrouw, met hoogtevrees, ging niet,
ik wel. Diep in het dal hoorde ik belletjes
rinkelen van geiten. Hoog in de lucht
zweefden steenarenden op de thermiek.
Er was geen mens. Na een half uur
klimmen kwam ik bij een grot. Er stond
tot mijn verbazing een blauwe bezem,
zoals je hem koopt bij de Blokker, tegen
de wand. Een donker gat bleek de ingang
van de grot. Ik knipte het lampje in mijn
telefoon aan en schoof gebukt naar
binnen. Een enorme ruimte. Ik moest
mijn best doen om niet te struikelen
en om mijn hoofd niet te stoten. Ik
zag ergens daglicht binnenkomen en
schoof de kant op van het licht. Zou dat
met spiritualiteit te maken hebben? Dat
je beweegt in de richting van het licht,
bedoel ik? Er was een altaar, een icoon,
kaarsen, versleten fluwelen gordijnen.
Een gedenkplek met een zware lading.
Ik moest weten wat er gebeurd was
op deze plek, Milatos. Het bleek een
schokkend verhaal. In 1823 verstopten
zich in deze grot 3500 Kretenzische
mannen, vrouwen en kinderen uit de
omliggende dorpjes, op de vlucht voor
het Turkse leger onder leiding van de
veldheer Hasan Pascha. Na twee weken
belegering door een enorme overmacht
moesten de Kretenzers het opgeven. De
straf was verschrikkelijk. Oudere mannen
werden vertrapt door paarden, jonge
mannen onthoofd, kinderen gedood en
de vrouwen bestemd voor de slaver nij.
De wrede veldheer ontkwam niet aan
zijn lot. Toen hij Milatos verliet, sloeg
zijn paard op hol en wierp hem af. Hij
brak zijn nek. In de grot bouwden de
Kretenzers een kerk, gewijd aan de
heilige Thomas. Er worden beenderen
bewaard van de dappere rebellen die het
opnamen tegen de Turken.
Waar Hasan Pascha begraven is, werd
mij niet duidelijk.
Paul Abels
‘Een gehucht
dat Milatos
bleek te heten.’
.83
ZILVER WINTER 2021 / 2022
.84
ZILVER WINTER 2021 / 2022
.85
CULTUURHISTORIE. HUNENBORG
1823 | 1837 | 1838 | 1839 | 1841 |
De geheimzinnige
Hunenborg
in het
Voltherbroek
.86
Lange winteravonden met verhalen bij het knapperende haardvuur, kunt u er ook zo
naar terug verlangen? Onze voorouders, niet afgeleid door social media, netflix of
televisie, wisten er wel raad mee. Terwijl de ijskoude wind door alle kieren en gaten
van het lös hoes gierde, hokte het boerengezin met gloeiendhete wangen behaaglijk
samen bij de stookplaats met het open vuur en bracht menig uurtje zoet met het
aan elkaar opdissen van spannende volksverhalen die in Twente de ronde deden.
Helaas kennen we tegenwoordig nog maar weinig echte vertellers die
je in de ban weten te brengen door je fantasie te prikkelen. Dat was
in de 19e eeuw wel anders. Zo tekende de schrijver van historische
romans Jacob van Lennep, die in 1823 samen met Dirk van Hogendorp op
hun voetreis door Nederland ook Twente aandeed, de sagen op die hem
onderweg ter ore kwamen. Hij publiceerde die later tussen 1839 en 1843 in het
Tijdschrift Vaderlandsche Letteroefeningen onder de titel: Onze voorouders
in verschillende taferelen geschetst.
Jacob van Lennep publiceerde in deel III van zijn taferelen uit 1841 de sage
die zich afspeelde rondom de ringwalburcht de Hunenborg, die eenzaam
in het uitgestrekte moerasgebied van het Voltherbroek ten zuidoosten van
Ootmarsum lag en die eeuwenlang tot de verbeelding sprak, omdat de
herkomst van dit vroege kasteel in nevelen was gehuld.
// Tekst
JOHN VAN ZUIDAM
// Luchtfoto
WIKIPEDIA
Uit zijn reisverslag valt niet op te maken dat hij de Hunenborg daadwerkelijk
heeft bezocht, wel deed hij Oldenzaal en Ootmarsum aan. Zijn kennis zal
zijn gebaseerd op wat hij onderweg opving, aangevuld met informatie uit de
publicaties die in 1837 en 1838 in de Overijsselsche Almanak voor Oudheid
en Letteren verschenen.
1843 | 1848 | 1905 | 1910 | 1916 | 1978 | 2016
was daarom allerminst gediend van Arpad’s vrijerijen
met Barta en besloot hem in de borg te bezoeken. De
hoofdman maakte Weender echter duidelijk dat zij
hem trouw had beloofd. Maar hij wenste niet met
Weender op vijandige voet verder te gaan en stak hem
de hand toe, waarop Weender hem het spit, de punt
van zijn speer, aanbood. Daarop ontstak Arpad in
woede en hij zette de achtervolging van Weender in,
die maar ternauwernood de dans ontsprong door de
niendeur van de boerderij achter zich op slot te gooien.
De prins gooide hem nog wel zijn lans achterna, maar
deze bleef in de stiepel steken.
De rector van het gymnasium in Oldenzaal J. Weeling kwam
in 1837 tot het oordeel dat het Aziatische nomadenvolk
de Hunnen, die in de 4e en 5e eeuw in Midden-Europa
huishielden, onmogelijk in Twente kon zijn geweest. Eerder
achtte hij de Magyaren, ook pseudo-Hunnen genoemd,
een ruitervolk uit de steppen van het Midden-Wolga
gebied in Rusland, verantwoordelijk voor de aanleg van de
ringwalburcht. Die volksstam kwam vier eeuwen later op
dezelfde wijze dood en verderf zaaien en werd, na in 933 te
zijn verslagen door de Duitse keizer, gedwongen zich terug
te trekken in het huidige Hongarije. Dezelfde mening was
plaatsgenoot J. Helderman, leraar Frans aan de Latijnse school
en richter van de marke Volthe, toegedaan in zijn opvolgende
publicatie van 1838, waarin hij tevens verslag deed van de
sagen die hij uit de monden van de boerenbevolking uit de
naaste omgeving had opgetekend.
De sage in een notendop
De Hunenborg was volgens de sage bevolkt door gevluchte
heidenen, die een slag tegen de Duitse keizer hadden verloren
en zich in deze oude ‘Romeinse’ burcht hadden verschanst.
Hun hoofdman Arpad was prins van een volk dat in de 19e
eeuw Madscharen, tegenwoordig Magyaren, werd genoemd.
Deze Arpad was verliefd geworden op de boerendochter
Barta, afkomstig van het nabijgelegen erve Scholten Linde.
Het boerengezin had zich tot het christendom bekeerd.
Barta bleek echter een vondeling te zijn die in de familie
liefderijk was opgenomen en voorbestemd om met Weender,
de zoon van de boer, te trouwen. De jaloerse boerenzoon
Bij een latere schermutseling tussen Arpad en
bisschop Balderik van Kleef, de stichter van de
Plechelmusbasiliek in Oldenzaal, werd de afkomst als
zijnde de dochter van de bisschop (!) helder. Tijdens
oorlogshandelingen was ze ontvoerd en te vondeling
gelegd. Uiteindelijk werd het huwelijk tussen de
prins en Barta toch voltrokken en ingezegend door
de abt van Corvey, een klooster in het Weserland.
Deze bekering tot het christendom van de prins vond
navolging onder zijn stamgenoten, die zich daarna
lieten dopen. Ze zouden zich later hebben vermengd
met de Twentse bevolking. We zien in deze sage een
voorbeeld van een volksverhaal waarin de overgang
wordt geschetst van een heidense naar een gekerstende
gemeenschap.
De naamgeving van de burcht
De veldnamen hunne, hune, honde en andere
verbasteringen komen veelvuldig in Twente, maar
eveneens in andere delen van Oost-Nederland en het
aanpalende Münsterland voor. Zo is er bijvoorbeeld
de Hondeborg in het Zendernerbroek, met een
Twickelboerderij uit 1841 op een burchtheuvel
gelegen, omringd door een gracht. Of denk aan de
hunebedden in Drenthe. Over de betekenis van het
woord hunne is veel gesteggeld en tot nu toe is een
afdoende verklaring nog niet gegeven. In de 18de en
19de eeuw had men de overtuiging dat het begrip
terug te voeren was tot de hierboven besproken
Aziatische volksstam of tot de stam der pseudo-
Hunnen, de Magyaren, zoals de sage veronderstelt,
waarbij hun een synoniem is van reus. Blijkbaar
werden de Magyaren in de volksmond afgeschilderd
als forse mannetjeputters.
Het begrip borg is gemakkelijker te verklaren. Het is
verwant aan burcht en betekent versterkt kasteel. >>
.87
ZILVER WINTER 2021 / 2022
CULTUURHISTORIE. HUNENBORG
Van mythe tot werkelijkheid:
archeologisch en landschappelijk onderzoek
In 1905 werd in Enschede de Oudheidkamer Twente opgericht, die in 1910, met
financiële steun van de fabrikanten, de (Hoge) Hunenborg aankocht teneinde
deze van verdere ontginning te vrijwaren en voor het nageslacht te bewaren.
In 1968 werd de borg in erfpacht gegeven aan het Overijssels Landschap, dat
er een natuurterrein van maakte. De Oudheidkamer gaf in 1916 aan de Leidse
prehistoricus J.H. Holwerda de opdracht de eerste serieuze archeologische
opgraving te verrichten. Tegen de oostelijke wal werden zware Bentheimer
zandstenen funderingen aangetroffen van een rechthoekig gebouw met drie
aanbouwen, die lichtere funderingen hadden. Elders werden op het hoge
borgterrein restanten van houten bouwsels gevonden, De bodem gaf weinig
aardewerk prijs, hetgeen een juiste datering van de burcht in de weg stond.
In 1978 werd door de toenmalige provinciaal archeoloog A.J. Verlinde samen
met de fysisch geograaf R.A. van Zuidam (een ver familielid),
onder meer op basis van luchtfoto-interpretatie een nieuw
onderzoek uitgevoerd. Hun opvallende conclusie was dat de
ringwalburcht nabij een oude bocht van de Dinkel heeft gelegen
en zowel over water als over land bereikbaar is geweest. Ze
ontdekten bovendien dat de burcht niet uit de 10e, zoals Holwerda
dacht, maar uit de 12e eeuw dateerde en een rol had gespeeld in de territoriale
machtsuitbreiding van de bisschop van Utrecht. Honderd jaar na dato van
de opgraving van Holwerda, vond in 2016 een nieuw, nu interdisciplinair,
onderzoek plaats, waarbij de oude sleuven opnieuw werden uitgegraven en
aanvullend ecologische en historische nasporing werd verricht met behulp
van de nieuwste onderzoeksmethoden.
Tekening uit de Overijsselsche
Almanak voor oudheid en
letteren uit 1848.
Twente bezit met deze
versterking een uniek
archeologisch monument.
.88
Oudste kasteel van Nederland
Vanaf 2016 kreeg de ringwalburcht weer zo veel mogelijk zijn oorspronkelijke
aanzien. Landschap Overijssel ontdeed de gehele Hoge Hunenborg van
bomen en struiken, zodat de wortels de archeologische resten niet verder
kunnen aantasten. Twente bezit met deze versterking een uniek archeologisch
monument. Het betreft hier namelijk een kasteel van de toenmalige landsheer
de bisschop van Utrecht, aangelegd in fasen, beginnend omstreeks 1075 na
Chr. Het is daarmee het oudste kasteel van Nederland. Het is voorts een van
de weinige kastelen die min of meer in isolement werden opgeworpen in een
moeilijk doordringbaar bebost moerassig gebied op een zandrug, mogelijk
nabij een oude loop van de Dinkel. Het bestaat uit twee delen: de Hoge
Hunenborg, waarbinnen zich aanvankelijk houten gebouwen bevonden, later
omgezet in een woontoren of donjon van Bentheimer zandsteen en wat tufsteen
en als aanbouw een kapel. Op de Lage Hunenborg bevonden zich mogelijk de
bedrijfsgebouwtjes, waaronder een boerderij. Hiervan zijn echter nauwelijks
sporen teruggevonden, omdat dit terrein in later eeuwen werd geëgaliseerd
en geschikt gemaakt voor akkerbouw en veeteelt. De Lage Hunenborg is nog
nauwelijks in het terrein waarneembaar, mede doordat er een agrarisch bedrijf
is gevestigd. Jammer dat dit gedeelte zo is aangetast, waardoor de onderlinge
samenhang tussen het hoge en lage gedeelte is verbroken.
Desondanks roept de Hunenborg ook heden ten dage nog de nodige
verbeeldingskracht op, hoewel lang niet meer zo in isolement gelegen als in
de tijd van Jacob van Lennep, die schreef:
“De wind was gaan liggen: een doodsche stilte heerschte langs de vlakte, alleen
nu en dan gestoord door het dof gebulk eener koe, die later dan gewoonlijk naar
stal gedreven werd, of door het verwijderd geblaf van een onrustigen hofhond.
Hij, die op dat tijdstip een dier heuvels beklommen had, welke het bijgeloof als
de woonplaatsen der nachtgeesten en Witte Wijven beschouwde, en die van daar
den blik in het rond had laten gaan, zou allicht gewaand hebben, zich in een
vergeten en onbewoonde streek te bevinden…”
John van Zuidam (Nijverdal 1945)
Studeerde geografie aan de Radboud Universiteit
Nijmegen. Was van 1970-2004 docent aardrijkskunde
en decaan aan het Canisiuscollege
aldaar. Schrijft sinds 1980 over zijn geboortestreek.
In 2011 oprichter en secretaris-penningmeester
van het Netwerk voor Landschap & Geschiedenis
Twènterlaand, een wetenschappelijke ‘denktank’
van onderzoekers uit verschillende disciplines. Deed
na zijn vervroegde pensionering 12 jaar onderzoek
in zijn geboortestreek, resulterend in zijn boek: ‘Oale
Groond. Geschiedenis van het Twentse landschap’
(2018, herdruk 2019 en 2021). Ontving in oktober
2019 vanwege zijn verdiensten voor Twente als
tweede de prestigieuze J.W. Racer prijs in Oldenzaal.
Woont ‘boetenmaarks’ in Malden bij Nijmegen.
COLUMN. THEO DE ROOIJ
Column
Theo de Rooij
Opa’s ambitie
Mont Ventoux, de 1910 meter hoge reus van de Provence. Iconische
steenpuist van uitersten. Windsnelheden tot 300 kilometer per uur,
extreme temperatuurverschillen tussen voet en top en genadeloze
stijgingspercentages. Moorddadig meedogenloos getuige de vele sporters
die jaarlijks overlijden als gevolg van hartstilstanden en ongelukken.
Profrenner Tom Simpson stierf in 1967 tijdens de Tour op de oogverblindend
schroeiende bergflank. De megapuist heeft een onweerstaanbare aantrekkingskracht
op velen.
Ik beklom de Ventoux voor de eerste keer op 30 mei 1980 tijdens de etappekoers
Dauphiné Libéré. Beneden in Malaucène was het zonnig en met 20 graden
aangenaam. De verre top was verborgen in een zwarte wolk. In de beklimming
viel het peloton al snel uit elkaar, ik hing bij het naderen van het culminatiepunt
aan het staartje van de eerste groep van zo’n twintig renners. Duisternis viel in,
een forse wind stak op, het begon te regenen en de temperatuur ging onderuit.
Bibberend van de kou kwamen we boven, met moeite hielden we onze fietsen
op koers, stoppen en beschermende warme kleding aantrekken was onmogelijk.
Na enkele kilometers dalen begon plots de zon weer te schijnen, bij de finish in
Orange waren de ontberingen snel vergeten.
Vele duizenden sportieve fietsers beklimmen jaarlijks haar flanken en fietsen
miljoenen euro bij elkaar voor goede doelen als Hersentumorfonds, Stichting ALS
en MS Fonds. Sinds 2013 ben ik vijfmaal met het Sterrenfietsteam teruggekeerd
naar de Ventoux. Wij zetten ons in voor een tweetal goede doelen en beklimmen
de berg steeds minimaal een keer. De echte bikkels bedwingen de drie zijden
van de berg. Het kale monster blijft trekken. Het is steevast magisch om
’s morgens om 06.00 uur in Bédoin van start te gaan, zoals ook dit jaar. Tijdens
de beklimming wordt de absolute, nog frisse stilte verbroken door het schuchtere
gefluit van de eerste vogels, de hemel klaart op boven de nog verre top, prille
zonnestralen beroeren de bomen. Beentempo, ademhaling en lichaam zijn
volledig in balans. Adembenemend is niet alleen de ruim anderhalf uur klimmen
maar ook het uitzicht op de top. Ik ervaar het telkens als ware rijkdom, het verveelt
nooit. Ooit was ik een bevlogen topsporter, de vlam is nog steeds niet gedoofd.
Voormalig profwielrenner en
tot op de dag van vandaag in
geest en activiteit overtuigd
sporter. ‘Goed voor jezelf
zorgen betekent dat je ook voor
een ander het verschil kunt
maken. Verantwoordelijkheid
nemen voor jezelf is de enige
manier om de grote pro blemen
van deze tijd op te lossen. Deze
filosofische instelling komt vaak
terug in mijn columns.’
.89
Ondertussen ben ik tweemaal opa. Begin september reed ik tijdens een
retrofietstocht in Limburg naast mede-opa en vijfvoudig Tourwinnaar Bernard
Hinault. Wij stelden vast dat onze kinderen op jonge leeftijd veel vaderlijke
aandacht tekort waren gekomen en dat we enorm genoten van onze
kleinkinderen. Ik kocht eind augustus in Bédoin tijdens Ventoux3 een tweetal
gele mini-koerstruitjes voor mijn prachtige kleindochters Babette (3,5 jaar) en
Skye (10 maanden). De oudste trok het shirtje onmiddellijk aan en wilde het niet
meer uittrekken. Bernard vertelde hetzelfde over zijn twee destijds opgroeiende
zoons. De ondertussen passende gele truien van papa wilden zij ooit niet meer
uitdoen.
Ik stel mij voor dat ik op 80-jarige leeftijd de Ventoux beklim, geflankeerd door
mijn twee prachtige kleindochters, 16 en 19 jaar oud.
Theo de Rooij
ZILVER WINTER 2021 / 2022
BOEKENTIPS. LUTTERZAND LITERAIR
Leesclub
boekentips
van
Lutterzand Literair
Noaberschap, het thema van Lutterzand Literair, horen
we steeds vaker in de rest van Nederland. ‘Samen leving’
VAN
HARTE
AANBEVOLEN
en aandacht, oog en een luisterend oor hebben voor
elkaar. Ook in de boeken die u leest, misschien
wel samen met een groepje, om naderhand
met elkaar de leeservaringen te bespreken.
aan
.90
Vluchtelingenreis
WINNAAR NS PUBLIEKSPRIJS
Opgroeien in een streng islamitisch
gezin betekent voor Büsra dingen
stiekem doen. Stiekem make-up en
sieraden dragen, laat thuiskomen, met
jongens afspreken en alcohol serveren
in een restaurant. Maar het betekent
vooral: voortdurend vragen stellen. In
een ongekend eerlijk relaas onderzoekt
Büsra met veel humor de grenzen van
haar geloof en de gemeenschap waar ze
in opgroeit. Als er iemand geen blad voor
de mond neemt, is het Büsra wel.
Lale Gül - Ik ga leven – 352 blz.
In Niemand wil ze hebben beschrijft
Linda Polman de energie, creativiteit en
financiële middelen die Europese landen
investeren in hun War against Migrants
– of het gelukszoekers zijn, of ‘bona fide’
vluchtelingen. Polman begint haar verhaal
in 1938, bij de Conferentie van Evian aan
het Meer van Genève, waar Europa de
fundamenten voor zijn aanpak metselde.
Daarvandaan neemt zij de lezer mee op
een verbazingwekkende reis, dwars door
de Koude Oorlog, naar de gigantische
Afrikaanse vluchtelingkampen, via veilige
enclaves bomvol vluchtelingen, naar
hotspot Lesbos. Onderweg ontmoeten
de lezers onder meer ‘IDP’s’, ‘refugees in
orbit’, Zambiaanse blauwhelmen, hulpverleners,
asielfraudeurs en een rotzooiende
Rotterdamse mensen smokkelaar,
zijn pitbull aan de voet. Tachtig jaar
vluchtelingenbeleid en Europa is nog geen
stap dichterbij zijn doel.
Linda Polman
Niemand wil ze hebben – 279 blz.
bevolen
JAKARTA, EEN FAMILIEGESCHIEDENIS
Nieuwsgierig
Meer dan drie eeuwen lang woonden de voorouders van
Philip Dröge in Jakarta, zo heeft hij ooit van zijn Indische
opa gehoord. Maar wie waren ze? In wat voor stad
leefden ze? Hoe is twintig procent Aziatisch DNA in hem
terechtgekomen? Tijdens een meeslepende zoektocht
naar antwoorden legt hij de historie van de stad én zijn
familiegeschiedenis bloot. Uit het verleden duiken de
meest verrassende voorvaders en -moeders op. Een
Duitse soldaat die aan het moorden slaat, een slavin van
Soembawa, een Hollandse haremhouder en een Chinese
vrouw met erg lange oorlellen. Samen vertellen ze het
verhaal van een metropool in wording.
Moederstad is de intieme biografie van de mooiste stad
die Nederland nooit heeft gehad. Het is een kroniek
over dik drie eeuwen liefde, geweld, slavernij, seks,
onderdrukking en hoop.
Philip Dröge – Moederstad – 448 blz.
Veelgeprezen
Midden in een zomernacht sterft
Elisabeth, de oudste bewoonster van
Woongroep Klank en Liefde. Haar drie
huisgenoten worden aangehouden: het
streven van de groep om te stoppen met
eten en van licht en liefde te gaan leven,
lijkt Elisabeth fataal te zijn geworden.
Van wereldvreemde idealisten aan de
rand van de maatschappij zijn de drie
plotseling verdachten in een strafzaak
geworden. Vanuit verschillende perspec
tieven zien we hoe elk van de betrokkenen
een ander antwoord geeft op
de vraag hoe Elisabeth kon overlijden.
Wie is er schuldig? En heeft de woongroep
nog een toekomst? Wij zijn licht is een
beklemmende en tegelijkertijd hoogst
vermakelijke roman over kleine mensen
in een grote wereld, en hun verbindende
maar ook vernietigende verlangen om in
verheven idealen te geloven.
Gerda Blees - Wij zijn licht – 242 blz.
Een tweede taal leren is een moeizaam
proces, helemaal als je weinig
naar school bent geweest, niet
meer zo jong bent en er op straffe
van een korting op je uitkering toe
gedwongen wordt. Said El Haji is
behalve schrijver ook NT2-docent.
Hij geeft les aan mensen voor wie
het Nederlands de tweede taal is,
zoals vluchtelingen en oudkomers.
Said El Haji stelt zijn cursisten
graag en onbevangen vragen. De
cursisten mogen dat uiteraard ook.
Hoe nieuwsgieriger hoe beter, is
zijn devies, want van nieuwsgierig -
heid ga je praten. In Gemeente zegt
ik Nederlands leren doet hij daar
met veel humor en medeleven
verslag van.
Said El Haji - Gemeente zegt ik
Nederlands leren – 144 blz.
LEVEN MET DEMENTIE
Op 21-jarige leeftijd maakte Teun Toebes de
gedurfde keuze om op de gesloten afdeling van
een verpleeghuis te gaan wonen. Niet alleen
om te ervaren hoe de zorg voor mensen met
dementie verbeterd kan worden, maar vooral om
te laten zien dat wij als maatschappij ons beeld van
dementie moeten aanpassen. Op ontwapenende
en ontroerende wijze beschrijft hij de pijnlijke
systemen die in de zorg en samenleving heersen
en hoe wij deze kunnen veranderen. VerpleegThuis
is niet alleen een boek over de toekomst van
dementie, maar vooral een boek over de toekomst
van ons allemaal.
Teun Toebes – VerpleegThuis – 208 blz.
.91
ZILVER WINTER 2021 / 2022
LEVENSBESCHOUWING. PIETER GRIMBERGEN
ompassie
// Tekst & beeld
PIETER GRIMBERGEN
mens zijn
Deze tijden van corona, van maatregelen, van vaccinaties en de verhitte discussies
.92
daarover, roepen vragen op. Zijn mensen, en al helemaal in de leeftijd van boven de
50, vooral kostenplaatjes? Hebben kwetsbare mensen nut in de samenleving? Wat
is de invloed van ‘zelfredzaamheid’ op de samenleving? Welke plaats krijgen mensen
in de leeftijd waarin het risico van kwetsbaarheid groter lijkt te zijn, in de zucht naar
succes en perfectie in onze maatschappij?
Het zijn vragen waarmee ik worstel. Ik las een
bijdrage van filosofe en publiciste Stine Jensen
waarin zij stelt dat het juist een teken van
grootste beschaving is dat er aandacht en zorg is voor
kwetsbare mensen. Bij het oplopen van je leeftijd gaat
menigeen meer reflecteren op het leven. Dat perfectie
als begrip discutabel is, bewijst ons eigen lichaam: dat ís
niet perfect. Dat komen we nu in de afgelopen jaren ook
zo overduidelijk tegen. En laten we eerlijk zijn, dat heeft
met leeftijd niets te maken. Imperfectie als verbinding
tussen ons allemaal? Mag ik u bekennen dat ik daar een
beetje op uitkom?
theoloog, psycholoog, hulpverlener, schrijver,
die in de laatste jaren van zijn leven
werkte met verstandelijk gehandicapten in
een Arkgemeenschap (waar hulpverleners
samenwonen met bewoners). Hij vertelt
dat we kunnen leren van kwetsbaren: dat
mensen die te maken hebben met te genslag
dwars door façades van glimlachjes
heen prikken, en vooral dat zorgen voor
mensen, niets anders is dan ‘mens zijn’.
Dat laatste is de kern van mijn werk en van
genoemd boek.
‘Mens zijn’
In Zilver Magazine is mijn boek ‘Zorg, zingeving en
waardigheid’ in najaar 2020 in een korte aankondiging
onder de aandacht gebracht. Ik kon toen niet vermoeden
dat de inhoud ervan een blijvende actualiteit zou krijgen.
Ik werk als coach voor de Nijestichting (voor iedereen die
te maken heeft met kanker) en voor een online platform
voor mensen die door corona getroffen worden. Ik ben
als coach én als auteur geïnspireerd door Henri Nouwen.
Nouwen (1964-1996) is een Nederlandse priester,
Compassie
‘Je bent nooit te oud om te leren’, u kent die
uitspraak ongetwijfeld. Als coach ging ik
daar eens extra mee aan de slag. Nouwens
werk, meer dan veertig boeken, ging ik herlezen,
zoals ‘De gewonde heler’ of ‘Eindelijk
thuis’. Verdiepen. Ik hoop zo dat de bizarre
tijd waarin we nu leven voor velen ‘nooit
te oud om te leren’ oplevert. In de harde
discussies over corona stond ik versteld van
‘ Tempel der Passanten’ , van Nils Udo. Over tijd, steen en mens, passanten. Omarming zonder beklemming.
de verdeling, kampen welhaast. Iets wat misschien ernstiger is
dan corona zelf? Hoe zijn we in deze situatie terecht gekomen?
Wat maakt dat we recht tegenover elkaar staan? Missen we
compassie?
Meeleven
Compassie is een lastig onderwerp. Voor mij een reden om
mij in compassie te verdiepen. Ik schreef er in 2021 een boek
over, ‘Confrontaties met compassie’. En uitgebreid onderzoek
verrichtte ik voor dit boek samen met vijftien mensen die als
hulpverlener werken, met compassie, zonder het woord tijdens
dat werk te noemen. Compassie heeft werkelijk alles te maken
met meeleven, zo ervoer ik. Over hoe je met tegenslag omgaat,
van jou, van de ander. Over je kracht voelen, moed tonen,
hoop houden, en over voor jezelf en voor anderen te zorgen.
Compassie gaat over toegeven dat het even niet meezit, en
over het aanhoren bij de ander dat het leven even niet meezit.
Compassie gaat over steun geven en vragen, hulp geven en
vragen. Niemand ontkomt in het leven aan een moment waarop
je hulp geeft, maar ook niet aan het moment waarop je hulp
vraagt. Denk aan een moment van ziekte, pijn, scheiding,
financiële malaise, geestelijke nood. Eigenlijk zijn wij allemaal
experts op dat vlak. Maar soms vergeten we dat wel eens, en is
het goed om dit tot je te nemen.
In de bestaande literatuur is niet veel aandacht voor mensen
die compassie in hun werk ontmoeten, er in een fractie van een
seconde mee geconfronteerd worden en er dan naar moeten
handelen. Denk aan ambulancechauffeurs, verpleegkundigen,
maatschappelijk werkers, pastors, geestelijk verzorgers,
mantelzorgers, vrijwilligers in een hospice, uitvaartverzorgers,
de eigenaar van een thuiszorgonderneming, loopbaancoaches.
Deze mensen noem ik ‘compassiewerkers’: mensen die
werken in en met compassie, met de poten in de klei staan,
en compassie zien als iets wat je doet. Zij leerden mij iets
waarvan menigeen zal zeggen ‘maar dat wist je toch al!’:
compassie is een way of life, iets wat je doet, het brengt
zingeving. Compassie is mens-zijn. Dit brengt mij terug bij
iemand die ik eerder noemde, Henri Nouwen. Ik wens u
een mooie winter, blijf gezond, blijf vragen en blijf zoeken.
Over Pieter Grimbergen
Pieter Grimbergen (1959)
werk te lange tijd als concertpianist
en als docent. Door een
tegenslag in zijn gezondheid
veranderde hij van werk: hij
liet zich opleiden tot coach.
Hij studeerde in Amerika bij
het Center for Courage and
Renewal en bij Brené Brown,
en in Nederland volgde hij de opleiding Acceptance
& Commitment Therapy ACT. Momenteel werkt Pieter
als coach voor de Nijestichting in Hengelo en spreekt
hij op events in Nederland en in Amerika. Over zijn
werk en over levens- en zingevingsvragen verschenen
twee boeken van hem: ‘Zorg zingeving en waardigheid’
(LannooCampus) en ‘Confrontaties met compassie’
(Boom uitgevers Amsterdam), die in de pers met
enthousiasme werden ontvangen. Zijn volgende boek
komt uit in 2023 en gaat over wegwijzers in het leven.
Over zijn werk vindt er op 30 januari 2022 om 16.00
een theaterprogramma plaats in Herberg de Pol in
Diepenheim, de woonplaats van Pieter, waarvoor u
kunt reserveren op diepenheim.nl
.93
ZILVER WINTER 2021 / 2022
ZILVER. PUZZELPAGINA
Binaire
puzzel
De binaire puzzel is een uitdagende
puzzel die je op kunt lossen door logisch
te redeneren. Hoewel de binaire puzzel
slechts bestaat uit nullen en enen, is het
oplossen zeker niet gemakkelijk.
Regels
1. Elke cel moet een nul of een één
bevatten.
2. Er mogen niet meer dan twee dezelfde
cijfers direct naast elkaar of direct onder
elkaar worden geplaatst.
3. Elke rij en elke kolom moet evenveel
nullen als enen bevatten.
4. Elke rij is uniek en elke kolom is uniek.
Een willekeurige rij mag echter
wel hetzelfde ingevuld worden als een
willekeurige kolom.
De oplossing vindt u op pagina 97.
.94
Zoek de verschillen
Mooi Ootmarsum in de sneeuw. De twee foto’s lijken identiek, toch zijn er maar liefst 10 verschillen. Kunt u ze allemaal vinden?
De oplossing vindt u op pagina 97.
Puzzel & WIN! Woordzoeker nr. 5
Vind de oplossing door alle woorden weg te strepen. Woorden kunnen horizontaal, verticaal, diagonaal en achterstevoren staan.
Stuur de oplossing met vermelding van uw naam en adres naar redactie@zilvermedia.nl. Onder de goede inzenders verloten
we drie prijzen waaronder een boekenbon ter waarde van € 50,- die beschikbaar wordt gesteld door Boekhandel Broekhuis.
De 2e en 3e prijswinnaars verblijden we een mooie Twentse gedichtenbundel van Geert Christenhusz uit Oldenzaal.
S W N R O O H R E T N I W D I M
L U H O U T V U U R P T A N S A
N E D N A T R E P P A L K A K S
H E Z O L G I N V G H T C A I C
O N K IJ S B E E R L C S A B V H
O S A K B T Z T I A S A R S A A
G R M A O O E N E D D C T T K N
G E I K B L N A S H N I T A A S
E D S S O L V W K E A T R A N S
B E T A S I E W O I L C O H T P
E O I L B A E D U D W R H C I R
R P G A E M N H O E U A S S E I
G N I L E D N A W R E T N I W N
T P E O S N E T W R E N R E E G
E T S R O V T H C A N A S U R E
T H C O T N E D E T S F L E I N
ALASKA
ANTARCTICA
ELFSTEDENTOCHT
ERWTENSOEP
GLADHEID
HOOGGEBERGTE
HOUTVUUR
IGLO
KLAPPERTANDEN
MAILLOT
MIDWINTERHOORN
MISTIG
NACHTVORST
POEDERSNEEUW
RODELBAAN
SCHAATSBAAN
SCHANSSPRINGEN
SHORTTRACK
SKIVAKANTIE
SNEEUWLANDSCHAP
SNEEUWVLOKKEN
TRUI
VRIESKOU
VRIEZENVEEN
WANTEN
WINTERWANDELING
IJSBEER
IJZEL
.95
S
23-11-2021 20:47 Sudokuweb.nl
** ***
23-11-2021 20:46 Sudokuweb.nl
u do
k
u
In
de sudoku-puzzel moeten de cijfers 1 tot en met 9 worden ingevuld, en wel op zodanige wijze dat:
• op elke horizontale rij elk cijfer slechts één keer voorkomt
• in elke verticale kolom elk cijfer slechts één keer voorkomt
• in elk subrooster elk cijfer slechts één keer voorkomt
Hier komt ook de naam van de puzzel vandaan: sudoku betekent in het Japans zoiets als
‘getallen enkelvoudig’.
De oplossing vindt u op pagina 97.
ZILVER WINTER 2021 / 2022
https://www.sudokuweb.nl/printen.php?type=normaal&id=924&grootte=4&opl=0 https://www.sudokuweb.nl/printen.php?type=normaal&id=2671&grootte=4&opl=0 1/1
1/1
ZILVER ZAKELIJK. LISANNE JUTTE
Woontrends Winter 21/22
S
.96
Lisanne Jutte interieurstylist
info@lisannejutte.nl
Instagram: LISANNE JUTTE
www.lisannejutte.nl
Naturel Chique
Buiten is het koud en wordt het vroeg donker, des te meer
reden om het in huis warm en gezellig te maken. Door de
gekke tijd waar we in zitten zien we in de interieurwereld
nieuwe trends ontstaan. Een warm en gezellig huis met veel
persoonlijkheid en karakter, maar ook met veel elementen
die doen denken aan vroeger en die vol sentiment zitten.
Het creëren van een veilige thuisbasis is echt tekenend voor
deze tijd, maar waar zit hem dat nou in?
De zoektocht naar geborgenheid zit hem in een knusse
opstelling, maar ook zeker in kleurgebruik, materiaalkeuze
en de juiste verlichting. Het mag warm en gezellig maar
ook zacht en cosy zijn.
Lekker dicht bij de haard kunnen vertoeven of met een
dekentje op de bank zitten is heerlijk op een koude en vaak
donkere winterdag. Door een vloerkleed toe te voegen aan
de zithoek krijg je meteen warmte en textuur en verbind
je de elementen met elkaar tot een wooneiland. Met de
kleur van het kleed kun je zowel een naturelle basis als een
eyecatcher neerzetten.
En zo zijn er natuurlijk ook van nature koele en warme
tinten, een als we nou kijken naar de trends voor deze
winter zien we nog steeds veel naturellen. De zogenoemde
champignonkleuren, variërend van hele lichte zand- en
wittinten via de taupekleuren naar de bruintinten. Zeker in
contrast met bijvoorbeeld wengékleurige tafels of antraciet
kastenwanden geeft dat een heel warm maar stoer uiterlijk.
In materialen zie je die warmte goed terug in aaibare
stoffen zoals velours, teddy en de bouclé. Of in retroachtige
prints zoals het pied-de-poule-kussen van Rivièra
Maison. Maar ook de vormen zijn zacht, met gebogen
lijnen en rond. Wat een interieur spannend maakt zijn
contrasten. Die kun je uiteraard zoeken in kleur, maar
ook in glansgraad en reliëf. Zo is een bank in 3D-velours
prachtig te combineren met fauteuils in een matte leersoort.
Natuurlijke materialen doen het sowieso erg goed en zo
zie je ook heel veel houten meubels of accessoires die door
kleine imperfecties handgemaakt lijken. Dat ambachte lijke
uiterlijk zorgt natuurlijk voor ontzettend veel karakter en
juist de oneffenheden worden onderdeel van het design.
Mocht u nou op zoek zijn naar interieurinspiratie of
kunt u wel wat hulp gebruiken, kom dan eens langs bij
Woonboulevard Oldenzaal. Daar geef ik interieuradvies
en kan ik u helpen bij het (her)inrichten van uw woning,
zo maken we van elk huis uw thuis.
ervice
Oplossingen puzzelpagina
ZILVER. SERVICEPAGINA
23-11-2021 20:47 Sudokuweb.nl
**
23-11-2021 20:46 Sudokuweb.nl
***
https://www.sudokuweb.nl/printen.php?type=normaal&id=924&grootte=4&opl=1 1/1
Oplossing prijspuzzel
S V B G I L L E T S C H O O N M A A K D
Woordzoeker nr. 4 herfstnummer
P L O O I P A A R D E B L O E M E N L A
R M L N T N S N E K I U K E F I R E A U
I U G L E H N E D H U L S B E E K J M W
Z W A R T B A
D S L IJ M V I S Z G Z
BAKSEL
Contactinformatie
N S E E V G C O J S T E I F G G S F M T
G E E L B A N D G R O N D
L O E N E
FIETS
Z W A R T B A N D
Losse nummers
S L IJ M V I S Z G Z
GENIETEN
EG TR S W T N I L P N P ER L I S Z T T A C A RO TO WE I M I A J E E E R
GRATIS
E E L B A
D G R O N D E L O E N E
Zilver Magazine HULSBEEK is te koop voor
L A A D R A A P I U L
L V E R L R S
HYPER
E A A T I E V E L N IJ H N H E D R I T A
T S T I P P E L S T A A R T W I I J
slechts KROKUS € 3,95 bij diverse verkooppunten
zoals boekhandels,
O E G E L V I S A R O S R A S E V A I
LENTEZON
LN AM A S D E R N A P A PI I R U B L N A E L VB EA RY L S R N S V L J P
KAMPEREN
M Z A Z W P B T R E D T E R I P I H V
KEFIR
OD ET GS E K L D V P I
S AE R E O B S O R AM SR EP V E A O I E E E P
KUIKENS
P A L I U A A S E P
E U K V A S K L
tijdschriftenwinkels
LANDSCHAP
en kiosken in
M Z A Z W P B T R E
A O E R E O V S J D O T U E RZ IA PE I O H Z V I D S E
LAMELLE
J D E L A N
I N R E R Z E N K I A E
Twente LAMMETJES en bij een aantal verkooppunten
P A L I U A A S E P D E U K V A S K L
LATTROP
L O N I R N IJ S G A N T A R L E S A C N
E E D V J G R D D A B L E N R D V B
J D E L
LENTEKRIEBELS
A N A I N R E R Z E N K I A E
in de rest van Nederland.
LOSSER
NR LS NE E E L S A K S DV SO K G A E E L N
S AJ RE T B T T S V M H E
MADELIEFJE
E E D V J G R D D A B L E N R D V B E
MUSEUM
EN K OK R B E S S M E
E KL N S R E T E K VA G OE E B O N A U A L
NARCISSEN
L N E L A S D S K A E N S A R T T S
Abonnement
PAARDEBLOEMEN
R I R K B I S R O E B S O I T O P N E
E LR OC R E E A S E ER KA N S R S T A K VE AS OE E L O E N S E P E
OOTMARSUM
U P G A A V N
P R E I G S N N M IJ P
Wilt u informatie OPSNOEIEN over het afsluiten
PASEN
R IO R I K L B A I O S RP OK E U B R S L O P I TO OS P N N L E S S E D
PAASHAAS
M V E R K N E O R E
V E T A I O N S
van een abonnement, voor uzelf
U P
PICKNICKEN
G A A V N R P R E I G S N N M IJ P
E K N S H L A O E V A K A N T I E U N N
PLATTELAND
S I E P W A E G
O L N L O L A R M N
M V E R K N E O R E E V E T A I O N S
of zakelijk? PLOOI Stuur dan een e-mail
REGENBOOG
MP SU Z K E K A S B P RL GA B T H T I R V NO RP B T L E O E M E A
S I E P W A E G O O L N L O L A R M N
naar info@zilvermedia.nl SCHAPEN
of bel
E R A R L M N O
SCHOONMAAK
M S C D A B E OT P N O E U W I GT HN HA V K U R E E T A W
S Z E A A P R G B H I V N R A T E O
SERVIES
met 0541 511162.
L O L A A B A W K V R R S C H O L N K
SNOER
EA S I T A R G P L A T T E L A N D P E L
R A R L M N O O P O U I G H H V U E
SPRINGENDAL
T D M I R E P R A K S B
S B L I E
STELLIG
LK OT L P A O A P B S A WN KO V E R I R E S CN HA OR L C N I K S S E N
STOEP
T
Oplossing: Z O E TWA T E R V I S
ALVER
D
M
ARENDSKOPROG
ALVER
BAARS
ARENDSKOPROG
BAKHARING
BAARS
BARBEEL
BAKHARING
BLIEK
BARBEEL
BOERENKARPER
BLIEK
BRUINVIS
BOERENKARPER
DORS
BRUINVIS
EGELVIS
DORS
GEELBANDGRONDEL
EGELVIS
HAAI
GEELBANDGRONDEL
HORS
HAAI
KABELJAUW
HORS
KARPER
KABELJAUW
KWABAAL
KARPER
KWAL
KWABAAL
LANTAARNVIS
KWAL
LOMPJE
LANTAARNVIS
I
R
E
P
R
A
ZV O EO TWA R J A AT ER RS BV OI SE K E T
LUIPAARDAAL
K
VARKENSVIS
MAANVIS
VOREN
LUIPAARDAAL VARKENSVIS
MEUN
ZADELLIPVIS
MAANVIS
VOREN
MURENE
ZALM
MEUN
ZADELLIPVIS
NOORDKAPER ZEEGRONDEL
MURENE
ZALM
PANGA
ZWARTBANDSLIJMVIS
NOORDKAPER ZEEGRONDEL
PENSEELVISJE ZEILVIS
PANGA
ZWARTBANDSLIJMVIS
POON
ZILVERKARPER
PENSEELVISJE ZEILVIS
REUZENKOGELVIS
POON
ZILVERKARPER
SCHAR
REUZENKOGELVIS
SCHOL
SCHAR
SIDDERROG
SCHOL
SMELT
SIDDERROG
SNEEP
SMELT
SNOEK
SNEEP
STERLET
SNOEK
STIPPELSTAART
STERLET
TONG
STIPPELSTAART
TONIJN
TONG
S
B
S
S
B
L
I
E
K
BESPAT
BLOEM
BLOEMKNOPPEN
BLOESEM
BLOUSES
BOLGEWASSEN
BRAMEN
BIJTJES
DAUWTRAPPEN
TUBBERGEN
TWENTEBAD
VAKANTIE
VASSE
VISVIJVER
VLEGEL
VLINDERS
VOGELS
VOORJAAR
WANDELEN
WATERKANT
ZONDAG
ZONNIG
ZONLICHT
Adverteren
Wilt u adverteren in Zilver Magazine
of op de website zilvermedia.nl?
Wij denken graag met u mee
over de mogelijkheden.
Neem voor meer informatie
contact op met onze afdeling
media-advies en advertenties,
Marcel Willemsen,
telefoon: 0541 511162 of
via e-mail: verkoop@zilvermedia.nl
Volgende uitgave
Het lentenummer van
Zilver Magazine verschijnt
op 16 maart 2022.
Wat vindt u van Zilver Magazine?
We zijn benieuwd naar wat u graag leest in Zilver Magazine.
Waar kunnen we u mee plezieren?
https://www.sudokuweb.nl/printen.php?type=normaal&id=2671&grootte=4&opl=1 1/1
Tips voor de redactie zijn van harte welkom via redactie@zilvermedia.nl.
ZILVER WINTER 2021 / 2022
.97
Neem nu een
zeer voordelig
abonnement op
Zilver Magazine
CADEAUTIP:
Geef een
abonnement op
Zilver Magazine
Wilt u ieder kwartaal verzekerd zijn van mooie achtergrondverhalen,
boeiende interviews, tips voor uitjes, interessante artikelen en
mooie natuurfoto’s, neem dan een abonnement op Zilver
Magazine. Dan valt ieder kwartaal een nieuwe uitgave vanzelf op
uw deurmat. Al vele Twentse 60-plussers ervaren het plezier en
gemak van een abonnement.
.98
SPECIALE AANBIEDING
Een jaarabonnement voor 2022
(vier edities) kost slechts € 15,-.
Als cadeautje krijgt u daar van ons
gratis de wintereditie 2021 bij!
Voor een abonnement neemt u contact met ons op via
telefoonnummer 0541-511162 of via e-mail:
verkoop@zilvermedia.nl. Ook kunt u zich abonneren via de
website van Zilver Magazine www.zilvermedia.nl.
ZILVER MAGAZINE IS VOOR € 3,95 TE KOOP IN VEEL
BOEKHANDELS IN TWENTE EN IN DIVERSE BOEKHANDELS
IN DE REST VAN NEDERLAND.
Het
lentenummer
verschijnt
16 maart