Brieven aan Jonge Ouders
Het startnummer van Brieven aan Jonge Ouders. Woon je in Vlaanderen? Dan ontvang je deze reeks gratis in je brievenbus. Woon je in Brussel? Dan moet je eerst inschrijven via goedgezind.be/geboortebrussel.
Het startnummer van Brieven aan Jonge Ouders. Woon je in Vlaanderen? Dan ontvang je deze reeks gratis in je brievenbus. Woon je in Brussel? Dan moet je eerst inschrijven via goedgezind.be/geboortebrussel.
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
dagboek 1 tot 2 maanden − Mama Nele & Papa Christophe
Hasselt, september & oktober 2021
We zijn nog maar enkele dagen thuis met ons
dochtertje en plots valt de wereld op mijn hoofd.
Want het is veel. We leven tussen de verhuisdozen
in het ene huis terwijl we verbouwen in een ander
huis, er is nog een kleuter en er zijn nog twee
pluskinderen.
Een borstontsteking haalt me helemaal
onderuit. Ik probeer mezelf staande te houden en
toch zak ik in elkaar. Letterlijk, want ik ga neer op
de vloer van de gang. De grond zakt weg onder
mijn voeten en ik verlies de controle en mezelf. De
dagen nadien blijf ik in bed liggen met gesloten
gordijnen, koorts- en angstaanvallen, huil- en
vreetbuien en die venijnige borstontsteking. Ik
moet anderen voor mij laten zorgen, terwijl ik
eigenlijk alleen maar voor mijn baby wil zorgen.
Op goed geluk(t)
Na een paar weken lijkt die grote meltdown achter
de rug, maar bij iedere kleine meltdown die
me nu nog overvalt, ben ik bang dat mijn kraamtranen
gewoon tranen zijn geworden. Beetje bij
beetje probeer ik mijn vertrouwen in mezelf te
herstellen. Ik ga alleen met de baby op pad, ik
geef borstvoeding op verplaatsing en ik ververs
daar een luier op het deksel van een toilet. En ik
steun op de mensen die me ondersteunen: mijn
lief, lieve vrienden, familie en mijn vroedvrouw.
Mensen die bezorgd zijn en willen zorgen, die de
zorg voor mij en de zorgen van mij willen overnemen.
En die verhuisdozen willen dragen, want
zes weken na de bevalling moeten we echt verhuizen.
Naar een werf.
In de ruimte waar we al onze spullen opslaan,
zoek ik me suf naar een muziekmobiel om aan
het babypark te hangen, tevergeefs. Ik troost me
met de gedachte dat mijn baby niets meer nodig
heeft dan mij. En mijn borsten. Mijn dochter doet
het overigens fantastisch. In alle hectiek van de
voorbije weken geeft zij namelijk geen kik. Ze
drinkt, slaapt, kijkt af en toe scheel, doet aan
projectielbraken en kakt alles vol zoals alleen
baby’s dat kunnen. Zij is goed gelukt, besef ik. En
samen doen we het zo slecht nog niet.
Of toch. Zelf moet ik nog maar kijken naar
een reep chocolade of ik kom al bij, maar mijn
dochter heeft duidelijk een ander metabolisme.
Ondanks veelvuldige drinksessies aan de borst,
komt ze niet genoeg bij. Een teleurstelling. Ik krijg
het advies om te beginnen kolven om flesjes te
geven en zo te controleren hoeveel onze dochter
drinkt. Een cantus voor niet-gevorderden, zeg
maar. Met acht voedingen op vierentwintig uur
wordt fulltime kolven ook effectief een fulltime
job. Het duurt drie weken en twee doktersbezoeken,
maar eindelijk zit haar gewicht goed. Aan dat
van mij is nog steeds wat werk.
“Ik troost me met de gedachte
dat mijn baby niets meer
nodig heeft dan mij”
Die drie weken hebben wel weer het beste
van mezelf gevergd, waardoor ik opnieuw op een
breekpunt kom: stoppen of doordoen met die
borstvoeding. Opgeven is soms moediger dan
doordoen, maar ik ben nog niet klaar om het los
te laten. Komt dat door die hormonen? Door mijn
prestatiedrang? Koppigheid? Ik weet het niet. Wat
ik wél weet: dit is wat werkt voor ons en is daarom
de beste keuze. Zo vinden we na veel uitdagingen
stilaan ons ritme.
Het echte leven
Toen na de zwangerschap de teller op nul stond,
betekende dat het begin van een nieuwe periode:
het vierde trimester. Een officieel erkende
aanpassingsperiode voor baby en moeder. Voor
mij was het ditmaal een uitdaging, waardoor die
aanpassingsperiode meer een overlevingsperiode
werd. Maar wat daarna volgt noemt volgens mij
gewoon ‘het echte leven’. En ik denk dat we daar
stilaan klaar voor zijn.
Mama Nele
4