Rapport Onderzoek naar Kwaliteitsverbetering voor Arrangementonderzoeken 2

Onderzoek naar kwaliteitsverbetering Basisschool De Vijfhoeven | 7 June 2012
Toelichting
Opbrengsten
De kwaliteit van de eindresultaten is als geheel voldoende. Dat is een
verbetering ten opzichte van het kwaliteitsonderzoek in 2011. De inspectie gaat
daarbij uit van de resultaten van de Cito Eindtoets van 2010, 2011 en 2012. De
eindresultaten van 2012 zijn nu voldoende. Ook de resultaten van de huidige
groep 7 zijn voldoende. Dat biedt perspectief voor voldoende eindresultaten voor
komend schooljaar. Nu is het zaak de bereikte resultaatverbeteringen
structureel vast te houden.
De meest recente tussenopbrengsten, afgeleid van de toetsen voor technisch
lezen (groep 3 en 4), begrijpend lezen (groep 6) en rekenen en wiskunde (groep
4 en 6), zijn gemiddeld voldoende. Alle vijf toetsen voldoen aan de normen.
Het werken met een ontwikkelingsperspectief voor leerlingen met specifieke
leerlingkenmerken die forse leerachterstanden in de hand werken, is volop in
ontwikkeling. De school heeft ook in groep 8 enkele leerlingen met een eigen
leerlijn. Voor deze leerlingen voldoen de huidige ontwikkelingsperspectieven
echter nog niet aan de eisen die de inspectie hieraan stelt. De leerlingen worden
gemonitord op een gesteld perspectief, maar dat is pas sinds kort. Bovendien is
er voor deze leerlingen nog geen gepland aanbod aan de hand van
tussendoelen, waarbij rekening gehouden is met de capaciteiten van het kind en
de bevorderende en belemmerende factoren over een periode van meer dan één
jaar.
De sociale competenties zijn als geheel voldoende. De school werkt al enkele
jaren met een betrouwbaar landelijk genormeerd instrument om de sociaalemotionele
ontwikkeling van de leerlingen objectief in beeld te brengen. In 2010
en 2011 waren de sociale competenties voldoende, in 2012 echter niet. Na een
analyse door de intern begeleiders zijn maatregelen getroffen voor die leerlingen
die risico lopen in hun ontwikkeling.
Onderwijsleerproces
Sinds het kwaliteitsonderzoek van de inspectie in 2009 is het team goed
gefocust op een versterking van het aanbod voor Nederlandse taal. Zo hebben
de leraren systematisch een aanpak voor woordenschatonderwijs ingevoerd. Dit
bleek nodig gelet op de taalachterstand die de leraren signaleerden bij een
aantal kinderen. Ook maken de leraren nu gebruik van een nieuwe methode
voor aanvankelijk en voortgezet technisch lezen. Dit laatste is van belang,
omdat er in de hogere groepen nog steeds leerlingen zijn met een technische
leesachterstand. Het aanbod voor begrijpend lezen is dit schooljaar eveneens
geactualiseerd. Komend jaar volgt een vervanging van een nieuwe taalmethode
waarin een woordenschatlijn integraal is opgenomen.
De doorgaande lijn in het aanbod is weliswaar onvoldoende, maar de inspectie
ziet wel een positieve ontwikkeling. De leraren in de onderbouw zijn dit jaar
namelijk aan de slag gegaan met een nieuw onderwijsleerpakket voor kleuters
en werken daarbij op basis van een jaarplanning van tussendoelen waar de
thema's aan opgehangen zijn. De bedoeling is dat de leraren deze methode
systematisch volgen en hun thema's aan de hand van de gestelde tussendoelen
verantwoorden. De wijze van registratie die aan het aanbod gekoppeld zou
moeten zijn, is echter nog niet afdoende. De aansluiting van het aanbod van het
jonge kind met de groepen 3 en 4 voldoet evenmin. De leraren zijn zoekende en
hebben behoefte aan extra ondersteuning op dit onderdeel. Daarnaast is het zo
dat in de school nog te weinig geborgd is, dat alle tussendoelen in de overige
groepen voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde aan bod komen.
Vooralsnog veronderstellen leraren van elkaar dat alle tussendoelen aan bod
komen, maar uit de groepsadministratie is dit veelal niet af te leiden. Een eerste
aanzet is verantwoord in de groepsplannen voor technisch lezen, spelling en
rekenen en wiskunde, maar dit is nog heel globaal. Voor de school is het van
belang dat de doorgaande lijn in het aanbod en een verantwoording ervan
gericht geborgd blijft.
pagina 10 van 13